Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal
Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal
Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
*************************<br />
AB 1991 no. GT 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2008<br />
*************************<br />
======================================================================<br />
vijfentwintigduizend florin.<br />
Artikel 257<br />
1. Hij die ontucht pleegt met zijn minderjarig kind, stiefkind of<br />
pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid<br />
toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte,<br />
wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste zes jaren<br />
of geldboete <strong>van</strong> ten hoogste vijfentwintigduizend florin.<br />
2. Met dezelfde straf wordt gestraft:<br />
a. de ambtenaar die ontucht pleegt met een persoon, aan zijn gezag onderworpen<br />
of aan zijn waakzaamheid toevertrouwd of aanbevolen;<br />
b. de bestuurder, onderwijzer, beambte, opzichter of bediende in een<br />
ge<strong>van</strong>genis, inrichting voor kinderbescherming, weeshuis, ziekenhuis,<br />
instelling <strong>van</strong> weldadigheid of andere of intramuraal verblijf<br />
gerichte instelling, die ontucht pleegt met een persoon daarin opgenomen;<br />
c. degene die, werkzaam in de gezondheidszorg of maatschappelijke<br />
zorg, ontucht pleegt met iemand die zich als patiënt of cliënt aan<br />
zijn hulp of zorg heeft toevertrouwd.<br />
Artikel 258<br />
1. Wordt gestraft:<br />
a. met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste vier jaren of geldboete <strong>van</strong> ten<br />
hoogste vijfentwintigduizend florin hij die het plegen <strong>van</strong> ontucht<br />
door zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een<br />
aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige<br />
of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte met een derde opzettelijk<br />
teweegbrengt of bevordert;<br />
b. met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste drie jaren of geldboete <strong>van</strong> ten<br />
hoogste vijfentwintigduizend florin hij die, buiten de gevallen,<br />
genoemd in onderdeel a, het plegen <strong>van</strong> ontucht door een persoon<br />
waar<strong>van</strong> hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd<br />
<strong>van</strong> achttien jaren nog niet heeft bereikt, wiens minderjarigheid<br />
hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, met een derde opzettelijk<br />
teweegbrengt of bevordert.<br />
2. Indien de schuldige <strong>van</strong> het plegen <strong>van</strong> het misdrijf een gewoonte<br />
maakt, kunnen de ge<strong>van</strong>genisstraffen met een derde worden verhoogd.<br />
Artikel 259<br />
Hij die <strong>van</strong> het opzettelijk teweegbrengen of bevorderen <strong>van</strong> ontucht<br />
door anderen met derden een beroep of een gewoonte maakt, wordt<br />
gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste een jaar of geldboete <strong>van</strong><br />
ten hoogste tienduizend florin.<br />
Artikel 260<br />
(vervallen)<br />
Artikel 261<br />
1. Bij veroordeling wegens een <strong>van</strong> de in de artikelen 248 tot en<br />
met 253 en 256 tot en met 259 omschreven misdrijven kan ontzetting <strong>van</strong><br />
de in artikel 32, eerste lid, onderdelen a, b en d, vermelde rechten<br />
worden uitgesproken.<br />
2. Indien de schuldige aan een <strong>van</strong> de misdrijven, in de artikelen<br />
256 tot en met 259 omschreven, het misdrijf in zijn beroep begaat, kan<br />
hij <strong>van</strong> de uitoefening <strong>van</strong> dat beroep worden ontzet.