Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal
Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal
Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
*************************<br />
AB 1991 no. GT 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2008<br />
*************************<br />
======================================================================<br />
vier jaren of geldboete <strong>van</strong> ten hoogste driehonderd florin.<br />
Artikel 121<br />
1. Hij die een geschrift of afbeelding waarin een belediging<br />
voorkomt voor de Koning, de Koningin, de troonopvolger, een lid <strong>van</strong><br />
het Koninklijk Huis, de Regent, de Gouverneur of de waarnemende Gouverneur,<br />
met het oogmerk, om aan de beledigende inhoud ruchtbaarheid<br />
te geven of de ruchtbaarheid daar<strong>van</strong> te vermeerderen, verspreidt,<br />
openlijk ten toon stelt of aanslaat, wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf<br />
<strong>van</strong> ten hoogste een jaar of geldboete <strong>van</strong> ten hoogste driehonderd<br />
florin.<br />
2. Indien de schuldige het misdrijf in zijn beroep begaat en er,<br />
tijdens het plegen <strong>van</strong> het misdrijf, nog geen twee jaren zijn verlopen,<br />
sedert een vroegere veroordeling <strong>van</strong> de schuldige wegens gelijk<br />
misdrijf onherroepelijk is geworden, kan hij <strong>van</strong> de uitoefening <strong>van</strong><br />
dat beroep worden ontzet.<br />
Artikel 122<br />
1. Bij veroordeling wegens een <strong>van</strong> de in de artikelen 114 en 115<br />
tot en met 117 omschreven misdrijven, kan ontzetting <strong>van</strong> de in artikel<br />
32, eerste lid, onderdelen a tot en met d, vermelde rechten worden<br />
uitgesproken.<br />
2. Bij veroordeling wegens een <strong>van</strong> de in de artikelen 118 tot en<br />
met 120 omschreven misdrijven, kan ontzetting <strong>van</strong> de in artikel 32,<br />
eerste lid, onderdelen a en b, vermelde rechten worden uitgesproken.<br />
Artikel 122a<br />
Indien een misdrijf, strafbaargesteld in artikel 114, eerste lid,<br />
115 of 116, is begaan met een terroristisch oogmerk, wordt de in dat<br />
artikel bepaalde tijdelijke ge<strong>van</strong>genisstraf met de helft verhoogd en<br />
wordt, indien op het misdrijf een tijdelijke ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten<br />
hoogste vijftien jaren is gesteld, levenslange ge<strong>van</strong>genisstraf of tijdelijke<br />
ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste twintig jaren opgelegd.<br />
TITEL III<br />
Misdrijven tegen hoofden <strong>van</strong> bevriende Staten en andere<br />
internationaal beschermde personen<br />
Artikel 123<br />
1. De aanslag op het leven of de vrijheid <strong>van</strong> een regerend vorst<br />
of ander hoofd <strong>van</strong> een bevriende Staat wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf<br />
<strong>van</strong> ten hoogste vijftien jaren.<br />
2. Indien de aanslag op het leven de dood ten gevolge heeft of<br />
met voorbedachten rade wordt ondernomen, wordt levenslange ge<strong>van</strong>genisstraf<br />
of tijdelijke <strong>van</strong> ten hoogste twintig jaren opgelegd.<br />
Artikel 124<br />
Elke feitelijke aanranding <strong>van</strong> de persoon <strong>van</strong> een regerend vorst<br />
of ander hoofd <strong>van</strong> een bevriende Staat, die niet valt in een zwaardere<br />
strafbepaling, wordt gestraft met ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> ten hoogste zes<br />
jaren.<br />
Artikel 124a