Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal
Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal
Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
*************************<br />
AB 1991 no. GT 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2008<br />
*************************<br />
======================================================================<br />
Artikel 38e<br />
1. Op vordering <strong>van</strong> het openbaar ministerie kan bij een afzonderlijke<br />
rechterlijke beslissing aan degene die is veroordeeld wegens een<br />
strafbaar feit, de verplichting worden opgelegd tot betaling <strong>van</strong> een<br />
geldbedrag aan het Land ter ontneming <strong>van</strong> het wederrechtelijk verkregen<br />
voordeel.<br />
2. De verplichting kan worden opgelegd aan de in het eerste lid<br />
bedoelde persoon, die voordeel heeft verkregen door middel <strong>van</strong> of uit<br />
de baten <strong>van</strong> het daar bedoelde strafbare feit of soortgelijke feiten<br />
of feiten, waardoor op geld waardeerbaar voordeel <strong>van</strong> enig belang kan<br />
worden verkregen, waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij<br />
door hem zijn begaan.<br />
3. Op vordering <strong>van</strong> het openbaar ministerie kan bij een afzonderlijke<br />
rechterlijke beslissing aan degene die is veroordeeld wegens een<br />
misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong><br />
ten hoogste vier of meer jaren is gesteld, of een misdrijf waardoor op<br />
geld waardeerbaar voordeel <strong>van</strong> enig belang kan worden verkregen, en<br />
tegen wie als verdachte <strong>van</strong> dat misdrijf een strafrechtelijk financieel<br />
onderzoek is ingesteld, de verplichting worden opgelegd tot betaling<br />
<strong>van</strong> een geldbedrag aan het Land ter ontneming <strong>van</strong> het wederrechtelijk<br />
verkregen voordeel, indien, gelet op dat onderzoek, aannemelijk<br />
is dat ook andere strafbare feiten er op enigerlei wijze toe<br />
hebben geleid dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen.<br />
4. De artikelen 26b, 27 en 29 zijn <strong>van</strong> overeenkomstige toepassing.<br />
5. Onder voorwerpen worden verstaan alle zaken en alle vermogensrechten.<br />
6. Bij de bepaling <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het bedrag waarop het wederrechtelijk<br />
verkregen voordeel wordt geschat, worden aan benadeelde<br />
derden in rechte toegekende vorderingen in mindering gebracht.<br />
7. Bij de oplegging <strong>van</strong> de maatregel wordt rekening gehouden met<br />
uit hoofde <strong>van</strong> eerdere beslissingen opgelegde verplichtingen tot betaling<br />
<strong>van</strong> een geldbedrag ter ontneming <strong>van</strong> het wederrechtelijk verkregen<br />
voordeel.<br />
TITEL III<br />
Uitsluiting, vermindering en verhoging <strong>van</strong> de strafbaarheid<br />
Artikel 39<br />
1. Niet strafbaar is hij die een feit begaat, dat hem wegens de<br />
gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke storing <strong>van</strong> zijn geestvermogens<br />
niet kan worden toegerekend.<br />
2. Blijkt dat het begane feit hem wegens de gebrekkige ontwikkeling<br />
of ziekelijke storing <strong>van</strong> zijn geestvermogens niet kan worden<br />
toegerekend, dan kan de rechter gelasten dat hij in een krankzinnigengesticht<br />
wordt geplaatst gedurende een proeftijd, de termijn <strong>van</strong> een<br />
jaar niet te boven gaande.<br />
Artikel 40<br />
Bij strafrechtelijke vervolging <strong>van</strong> een minderjarige persoon wegens<br />
een feit, begaan voordat hij de leeftijd <strong>van</strong> zestien jaren heeft<br />
bereikt, kan de rechter bevelen dat de schuldige aan zijn ouders of<br />
zijn voogd zal worden teruggegeven, zonder toepassing <strong>van</strong> enige straf.