Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal
Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal
Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
*************************<br />
AB 1991 no. GT 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2008<br />
*************************<br />
======================================================================<br />
ring of de voorlopige hechtenis is bevolen.<br />
Artikel 31a<br />
De straf <strong>van</strong> berisping bestaat in een vermanende toespraak tot de<br />
veroordeelde, in verband met het gepleegde feit.<br />
Artikel 32<br />
1. De rechten waar<strong>van</strong> de schuldige, in de bij dit wetboek of bij<br />
een andere wettelijke regeling bepaalde gevallen, bij rechterlijke<br />
uitspraak kan worden ontzet, zijn:<br />
a. het bekleden <strong>van</strong> ambten of <strong>van</strong> bepaalde ambten;<br />
b. het dienen bij de gewapende macht;<br />
c. het kiezen en de verkiesbaarheid bij krachtens wettelijk voorschrift<br />
uitgeschreven verkiezingen;<br />
d. het zijn <strong>van</strong> raadsman of gerechtelijk bewindvoerder;<br />
e. de uitoefening <strong>van</strong> bepaalde beroepen.<br />
2. Ontzetting <strong>van</strong> voor hun leven aangestelde leden <strong>van</strong> de rechterlijke<br />
macht of andere ambtenaren geschiedt, ten opzichte <strong>van</strong> het<br />
ambt waartoe zij aldus zijn aangesteld, alleen in de gevallen en op de<br />
wijze bij de wettelijke regeling bepaald.<br />
Artikel 33<br />
Ontzetting <strong>van</strong> het recht om ambten of bepaalde ambten te bekleden<br />
en bij de gewapende macht te dienen kan, behalve in de gevallen in het<br />
Tweede Boek omschreven, worden uitgesproken bij veroordeling wegens<br />
enig ambtsmisdrijf of wegens enig misdrijf waardoor de schuldige een<br />
bijzondere ambtsplicht schond of waarbij hij gebruik maakte <strong>van</strong> macht,<br />
gelegenheid of middel hem door zijn ambt geschonken.<br />
Artikel 34<br />
1. Wanneer ontzetting <strong>van</strong> rechten wordt uitgesproken, bepaalt de<br />
rechter de duur als volgt:<br />
a. bij veroordeling tot levenslange ge<strong>van</strong>genisstraf, voor het leven;<br />
b. bij veroordeling tot tijdelijke ge<strong>van</strong>genisstraf of tot hechtenis,<br />
voor een tijd de duur <strong>van</strong> de hoofdstraf ten minste twee en ten<br />
hoogste vijf jaren te boven gaande;<br />
c. bij veroordeling tot geldboete, voor een tijd <strong>van</strong> ten minste twee<br />
en ten hoogste vijf jaren.<br />
2. De straf gaat in op de dag waarop de rechterlijke uitspraak<br />
kan worden ten uitvoer gelegd.<br />
Artikel 35<br />
1. Vatbaar voor verbeurdverklaring zijn:<br />
a. voorwerpen die aan de veroordeelde toebehoren, of die hij geheel of<br />
ten dele ten eigen bate kan aanwenden, en die geheel of grotendeels<br />
door middel <strong>van</strong> het strafbare feit zijn verkregen;<br />
b. voorwerpen met betrekking tot welke het feit is begaan;<br />
c. voorwerpen met behulp waar<strong>van</strong> het feit is begaan of voorbereid;<br />
d. voorwerpen met behulp waar<strong>van</strong> de opsporing <strong>van</strong> het misdrijf is belemmerd;<br />
e. voorwerpen die tot het begaan <strong>van</strong> het misdrijf zijn vervaardigd of<br />
bestemd;<br />
f. zakelijke rechten op of persoonlijke rechten ten aanzien <strong>van</strong> de in<br />
onderdelen a tot en met e bedoelde voorwerpen.<br />
2. Voorwerpen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en