Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal

Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal Wetboek van Strafrecht van Aruba - Cepal

22.08.2013 Views

************************* AB 1991 no. GT 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2008 ************************* ====================================================================== onbetaald gebleven, dan wordt het nog verschuldigde bedrag van rechtswege verder verhoogd met een vijfde gedeelte, doch met ten minste vijftig florin. 3. Een geldboete ten aanzien waarvan het openbaar ministerie betaling in termijnen heeft toegestaan, is onmiddellijk in haar geheel opeisbaar, zodra een verhoging krachtens het eerste lid is ingetreden. 4. Bij gebreke van volledige betaling binnen de krachtens het tweede lid gestelde termijn kan het verschuldigde bedrag op de inkomsten en goederen van de veroordeelde worden verhaald. Gemaakte kosten van verhaal komen ten laste van de veroordeelde. 5. Betalingen door de veroordeelde, alsmede de opbrengsten van het verhaal strekken in de eerste plaats tot voldoening van de krachtens het eerste en tweede lid ingetreden verhogingen. 6. De veroordeelde is ook na afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn bevoegd door betaling het bedrag van de geldboete en de daarover geheven verhogingen te voldoen. Artikel 27 1. Bij iedere uitspraak waarbij geldboete wordt opgelegd, beveelt de rechter, ingeval noch volledige betaling van het verschuldigde bedrag noch volledig verhaal daarvan volgt, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast. Indien de veroordeelde een rechtspersoon is, blijft dit bevel achterwege. Artikel 53, laatste lid, is van overeenkomstige toepassing. 2. De duur van de vervangende hechtenis is ten minste een dag en ten hoogste een jaar. 3. Artikel 25 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor elke volle vijftig florin aan geldboete niet meer dan één dag vervangende hechtenis kan worden opgelegd. 4. De duur van de door de rechter vastgestelde vervangende hechtenis wordt bij de aanvang van de tenuitvoerlegging naar evenredigheid vermeerderd voor het alsdan krachtens artikel 26b verschuldigde bedrag. 5. Indien de veroordeelde voor of na aanvang van de vervangende hechtenis tot betaling overgaat, vermindert de duur van die hechtenis dienovereenkomstig met het oog op de door de rechter gehanteerde maatstaf. 6. Heeft de verrekening, bedoeld in het vijfde lid, tot gevolg dat voor een gedeelte van een dag vervangende hechtenis zou moeten worden ondergaan, dan vindt afronding naar boven plaats tot het naaste aantal gehele dagen. Artikel 27a 1. Bij de rechterlijke uitspraak waarbij een natuurlijk persoon de verplichting is opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan het Land ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, beveelt de rechter voor het geval dat noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast, met dien verstande dat vervangende hechtenis op grond van dit artikel op te leggen op ten hoogste zes jaren kan worden bepaald. 2. De duur van deze vervangende hechtenis wordt niet verminderd door het voldoen van slechts een gedeelte van het verschuldigde bedrag. Artikel 27b Op de tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis is het bepaalde

************************* AB 1991 no. GT 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2008 ************************* ====================================================================== in artikel 18 niet van toepassing. Artikel 28 1. In geval van schuldigverklaring aan een strafbaar feit, ter zake waarvan de rechter, bij toepassing van vrijheidsstraf, als hoofdstraf gevangenisstraf van niet meer dan drie maanden of hechtenis zou hebben opgelegd, kan hij: a. indien op het feit niet tevens geldboete is gesteld, niettemin geldboete opleggen; b. indien op het feit tevens geldboete is gesteld, doch oplegging ook van het maximum van de geldboete niet voldoende zou zijn, een hogere geldboete opleggen. 2. De ingevolge het eerste lid op te leggen geldboete bedraagt ten hoogste vijfduizend florin bij feiten waarop gevangenisstraf van niet meer dan drie maanden of hechtenis is gesteld, en ten hoogste tienduizend florin bij feiten waarop gevangenisstraf van meer dan drie maanden is gesteld. 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid blijft buiten toepassing, indien op het feit gevangenisstraf van meer dan zes jaren is gesteld. Artikel 28a 1. Bij veroordeling van een rechtspersoon kan, indien het maximum van de voor het feit bepaalde geldboete geen passende bestraffing toelaat of op het feit geen geldboete is gesteld, een geldboete worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag van vijfentwintigduizend florin voor overtredingen en het bedrag van één miljoen florin voor misdrijven. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing bij veroordeling van een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, een maatschap of een doelvermogen. Artikel 29 Bevindt de veroordeelde die hechtenis moet ondergaan, zich in een gesticht, uitsluitend bestemd tot de uitvoering van gevangenisstraf, dan kan op zijn verzoek de hechtenis terstond na het eindigen van de gevangenisstraf in dat gesticht worden ondergaan, zonder daardoor van aard te veranderen. Artikel 30 De gevangenisstraf en de hechtenis gaan in op de dag van de tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraak, voor zoveel elke van deze straffen betreft. Artikel 31 1. Bij de rechterlijke uitspraak wordt bepaald dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van die uitspraak in verzekering, in voorlopige hechtenis of in detentie in het buitenland ingevolge een Arubaans verzoek om uitlevering doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde tijdelijke gevangenisstraf, hechtenis of geldboete geheel of gedeeltelijk in mindering wordt gebracht; wat de geldboete betreft volgens de maatstaf in de uitspraak te bepalen. 2. De bepaling van dit artikel is ook toepasselijk ingeval, bij gelijktijdige vervolging wegens meerdere feiten, de veroordeling wordt uitgesproken ter zake van een ander feit dan dat waarvoor de verzeke-

*************************<br />

AB 1991 no. GT 50 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 04 juni 2008<br />

*************************<br />

======================================================================<br />

in artikel 18 niet <strong>van</strong> toepassing.<br />

Artikel 28<br />

1. In geval <strong>van</strong> schuldigverklaring aan een strafbaar feit, ter<br />

zake waar<strong>van</strong> de rechter, bij toepassing <strong>van</strong> vrijheidsstraf, als hoofdstraf<br />

ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> niet meer dan drie maanden of hechtenis zou<br />

hebben opgelegd, kan hij:<br />

a. indien op het feit niet tevens geldboete is gesteld, niettemin<br />

geldboete opleggen;<br />

b. indien op het feit tevens geldboete is gesteld, doch oplegging ook<br />

<strong>van</strong> het maximum <strong>van</strong> de geldboete niet voldoende zou zijn, een hogere<br />

geldboete opleggen.<br />

2. De ingevolge het eerste lid op te leggen geldboete bedraagt<br />

ten hoogste vijfduizend florin bij feiten waarop ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong><br />

niet meer dan drie maanden of hechtenis is gesteld, en ten hoogste<br />

tienduizend florin bij feiten waarop ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> meer dan drie<br />

maanden is gesteld.<br />

3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid blijft buiten toepassing,<br />

indien op het feit ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> meer dan zes jaren is gesteld.<br />

Artikel 28a<br />

1. Bij veroordeling <strong>van</strong> een rechtspersoon kan, indien het maximum<br />

<strong>van</strong> de voor het feit bepaalde geldboete geen passende bestraffing toelaat<br />

of op het feit geen geldboete is gesteld, een geldboete worden<br />

opgelegd tot ten hoogste het bedrag <strong>van</strong> vijfentwintigduizend florin<br />

voor overtredingen en het bedrag <strong>van</strong> één miljoen florin voor misdrijven.<br />

2. Het eerste lid is <strong>van</strong> overeenkomstige toepassing bij veroordeling<br />

<strong>van</strong> een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, een maatschap<br />

of een doelvermogen.<br />

Artikel 29<br />

Bevindt de veroordeelde die hechtenis moet ondergaan, zich in een<br />

gesticht, uitsluitend bestemd tot de uitvoering <strong>van</strong> ge<strong>van</strong>genisstraf,<br />

dan kan op zijn verzoek de hechtenis terstond na het eindigen <strong>van</strong> de<br />

ge<strong>van</strong>genisstraf in dat gesticht worden ondergaan, zonder daardoor <strong>van</strong><br />

aard te veranderen.<br />

Artikel 30<br />

De ge<strong>van</strong>genisstraf en de hechtenis gaan in op de dag <strong>van</strong> de tenuitvoerlegging<br />

<strong>van</strong> de rechterlijke uitspraak, voor zoveel elke <strong>van</strong> deze<br />

straffen betreft.<br />

Artikel 31<br />

1. Bij de rechterlijke uitspraak wordt bepaald dat de tijd, door<br />

de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging <strong>van</strong> die uitspraak in verzekering,<br />

in voorlopige hechtenis of in detentie in het buitenland ingevolge<br />

een <strong>Aruba</strong>ans verzoek om uitlevering doorgebracht, bij de uitvoering<br />

<strong>van</strong> de hem opgelegde tijdelijke ge<strong>van</strong>genisstraf, hechtenis of<br />

geldboete geheel of gedeeltelijk in mindering wordt gebracht; wat de<br />

geldboete betreft volgens de maatstaf in de uitspraak te bepalen.<br />

2. De bepaling <strong>van</strong> dit artikel is ook toepasselijk ingeval, bij<br />

gelijktijdige vervolging wegens meerdere feiten, de veroordeling wordt<br />

uitgesproken ter zake <strong>van</strong> een ander feit dan dat waarvoor de verzeke-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!