Rijgeschiktheid voor mensen met ADHD - Cbr
Rijgeschiktheid voor mensen met ADHD - Cbr
Rijgeschiktheid voor mensen met ADHD - Cbr
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 1<br />
Inleiding<br />
In 1994 bracht de Gezondheidsraad een advies uit, dat door de Minister van Verkeer en<br />
Waterstaat is overgenomen in de Regeling eisen rijgeschiktheid 1995. Deze Regeling is<br />
nadien nog diverse malen aangepast, welke wijzigingen in dit kader echter niet relevant zijn,<br />
en heet nu Regeling eisen geschiktheid 2000 (hierna: de Regeling). In het advies noch in de<br />
Regeling komt de aandoening <strong>ADHD</strong> aan de orde. Dat is wel het geval in het advies van de<br />
Gezondheidsraad van 13 november 2000, “Diagnostiek en behandeling van <strong>ADHD</strong>”. Daar is<br />
het onderwerp <strong>met</strong> name de aandoening bij kinderen. De Gezondheidsraad stelt daarin dat de<br />
diagnostiek van <strong>ADHD</strong> bij (jong)volwassenen moeilijker is en omtrent medicatie nog<br />
onvoldoende kennis bestaat. Om die reden komt de invloed van <strong>ADHD</strong> en de behandeling<br />
daarvan op de rijgeschiktheid in dat rapport niet aan de orde.<br />
De Gezondheidsraad stelt tevens dat er dringend behoefte is aan onderzoek naar de praktijk<br />
van diagnostiek en behandeling van <strong>ADHD</strong> in Nederland.<br />
In de praktijk groeide echter de groep (jong)volwassenen bij wie de medicatie vanwege<br />
<strong>ADHD</strong> <strong>met</strong> het volwassen worden niet werd afgebouwd . Deze groep (jong)volwassenen<br />
werd bij de aanvraag van een rijbewijs geconfronteerd <strong>met</strong> afwijzing van hun verzoek om een<br />
verklaring van geschiktheid door het CBR. De basis hier<strong>voor</strong> in de Regeling is paragraaf<br />
10.2.2., dat stimulantia betreft en waarin wordt bepaald dat behandeling <strong>met</strong> stimulantia<br />
iemand ongeschikt maakt <strong>voor</strong> het besturen van motorrijtuigen.<br />
Deze afwijzende beslissingen van het CBR hebben geleid tot verzet door de afgewezen<br />
personen. Zij werden daarin bijgevallen door zowel de behandelende sector als de<br />
patiëntenvereniging.<br />
Diverse rechterlijke uitspraken die hiervan het gevolg waren, hebben in enkele gevallen de<br />
afgewezen personen in het gelijk gesteld. De hoogste rechter in deze, de Afdeling<br />
bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft hierbij uitgesproken dat in het geval van<br />
personen <strong>met</strong> <strong>ADHD</strong> die behandeld worden <strong>met</strong> <strong>met</strong>hylfenidaat, sprake kan zijn van<br />
bijzondere omstandigheden, die afwijzing van een verklaring van geschiktheid op grond van<br />
de bestaande regelgeving niet zonder meer rechtvaardigen. (Afdeling bestuursrechtspraak van<br />
de Raad van State d.d. 10 april 2002, LJN AE1241)<br />
Hiermee is echter nog niet de vraag beantwoord welke overwegingen in medische zin aan een<br />
dergelijke beslissing ten grondslag dienen te worden gelegd. Met andere woorden: welke<br />
klinisch relevante gegevens kunnen een rol spelen bij de beoordeling van de geschiktheid van<br />
personen die vanwege <strong>ADHD</strong> behandeld worden <strong>met</strong> <strong>met</strong>hylfenidaat?<br />
Het CBR heeft het Ministerie van Verkeer en Waterstaat verzocht om de Gezondheidsraad te<br />
vragen om een advies over deze problematiek. Vanwege de drukke agenda van de<br />
Gezondheidsraad zou dit echter geruime tijd op zich laten wachten.<br />
Het CBR heeft vervolgens professor J.K. Buitelaar aangezocht om als <strong>voor</strong>zitter van een<br />
nader te vormen commissie advies uit te brengen over de behandeling van <strong>ADHD</strong> <strong>met</strong><br />
<strong>met</strong>hylfenidaat en de effecten hiervan op de rijgeschiktheid. ( vraagstelling bij brief 4 februari<br />
2002, bijlage 1)<br />
De Gezondheidsraad heeft inmiddels aangegeven te wachten op het <strong>voor</strong>werk door deze<br />
Commissie alvorens zij de adviesaanvraag van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat<br />
zullen behandelen.<br />
De <strong>voor</strong>zitter heeft hierop een Commissie van deskundigen samengesteld. (bijlage 2)<br />
De Commissie is een aantal malen bij elkaar gekomen om het onderwerp te bespreken,<br />
hetgeen geleid heeft tot onderhavige rapportage.<br />
3