Samenvatting scriptie'Van Arbeidsongeval tot ... - CAOP

Samenvatting scriptie'Van Arbeidsongeval tot ... - CAOP Samenvatting scriptie'Van Arbeidsongeval tot ... - CAOP

22.08.2013 Views

Samenvatting scriptie'Van Arbeidsongeval tot Beroepsincident' In mijn scriptie heb ik onderzoek gedaan naar de norm voor aansprakelijkheid bij arbeidsongevallen en beroepsziekte voor private werkgevers in vergelijking met de overheidswerkgever. Wanneer een werknemer in het civiele arbeidsrecht een arbeidsongeval overkomt, kan er een beroep worden gedaan op art.7:658 BW en art.7:61I BW. Voor een ambtenaar die geconfronteerd wordt met een arbeidsongeval, is een beroep op art.7:658 BW en art.1:611 BW in de regel uitgesloten. De CRvB beoordeelt de schadeclaims aan de hand van het (toepasselijke) rechtspositiereglement en aan de hand van de algemene norm zoals die in de rechtspraak is ontwikkeld. De vraag is of daarmee de norm voor aansprakelijkheid van enerzijds de private werkgever en anderzijds de overheidswerkgever (thans) gelijk is. De zorgvuldigheidsnorm die in art.7:658 BW is neergelegd, dient volgens de Hoge Raad ruim te worden uitgelegd. De ondergrens zijn de voorschriften en aanbevelingen uit de arbeidsomstandighedenwetgeving. De bovengrens hangt af van de omstandigheden van het geval. Als een werkgever al het mogelljke heeft gedaan om zijn werknemers in de uitoefening van hun werkzaamheden te beschermen tegen schade, kan hij niet aansprakelijk worden gehouden voor de schade van zijn werknemers. De zorgverplichting uit art.7:658 BW zou niet tot onrealistische verplichtingen mogen leiden en behelst geen risicoaansprakelijkheid. Essentiële voorwaarde voor aansprakelijkheid op grond van art.l:658 BW is het vereiste van het functioneel verband' Het functioneel verband tussen het werk en de schade wordt eerder aangenomen naarmate de werkgever meer zeggenschap heeft over de arbeidsomstandigheden, toezicht kan houden en de werknemer kan instrueren. Hoge Raad heeft diverse malen uitgemaakt dat het functioneel verband ruim moet worden opgevat. De wèrkgever kan aan zijn aansprakelijkheid ontkomen wanneer blijkt dat de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Art.7:658 BW werkt exclusief. Als een ongeval of ziekte onder de reikwijdte van art.1:658 BW valt, is er in beginsel geen ruimte voor een toets aan de hand van het goed werkgeverschap van art.1:61I BW' Een uitánd"ring op deze regel zijn de verkeersongevallen. Naast de zorgplicht uit art.7:658 BW kan de werkgever ook nog overige verplichtingen hebben omdat er situaties denkbaar zijn die werkgerèlateerd zijn en bepaalde voor de werkgever (van tevoren) kenbare risico's met zich mee brengen. Vanuit dè gedachte van art.7:611 BW, het goed werkgeverschap, mag dan worden verwacht dat hij die risico's óitot een minimum beperkt óf zorgt draagt voor een adequate verzekering. Als een werklever een werknemer laat deelnemen aan het verkeer dan is hij verplicht op grond van het goed werkgeverschap om voor die werknemer een behoorlijke verzekering af te sluiten. Als een ambtenaar vergoeding van schade die hij lijdt in de uitoefening van ziinwerkzaamheden vordert, doorloopt hij als het ware een fwee-stappenplan. In de eerste stap moet er onderzocht worden of het rechtpositionele voorschrift een vergoeding van de schade biedt. In het ARAR (Algemeen Rijksambtenarenreglement) zijn de begrippen dienstongeval, beroepsziekte en beroepsincident gedefinieerd. Als de schade zijn oorzaak vindt in de aard van de werkzaamheden dan heeft de ámbtenaar recht op rechtspositionele vergoedingen. De CRvB gaat soepel met dit vereiste om. Indien het bevoegd gezag besluit dat er sprake is van een dienstongeval ofberoepsziekte dan kan er volgens het ARAR aanspraak worden gemaakt op doorbetaling van bezoldiging en vergoeding van medische kosten. Een ambtenaar heeft geen recht op rechtspositionele vergoedingen wanneer het ongeval aan zijn schuld of onvoorzichtigheid is te wijten. Als het bevoegd gezagtot het besluit komt dat er sprake is van een beroepsincident (schade die voorvloeit uit een gevaarzettende situatie die rechtstreeks verband houdt met de uitvoering van een taak en waaraan de ambtenaar zich vanwege zijn functie niet kan onttrekken), heeft de ambtenaar recht op volledige schadevergoeding. De fweede stap die een ambtenaar moet nemen, is dat hij het bevoegd gezagverzoekt om vergoeding van zijn overige schade die niet op grond van een rechtspositioneel voorschrift wordt vergoed (de zogenaamde restschade). Bij een verzoek om restschade toetst de CRvB aan de algemene norm, De Raad heeft in zijn uitspraak van22 juni 2000 een norm geformuleerd waarin er aansluiting is gezocht met de norm voor werkgeversaansprakelijkheid zoals die is neergelegd in art.1:658 BW. De

<strong>Samenvatting</strong> <strong>scriptie'Van</strong> <strong>Arbeidsongeval</strong> <strong>tot</strong> Beroepsincident'<br />

In mijn scriptie heb ik onderzoek gedaan naar de norm voor aansprakelijkheid bij arbeidsongevallen<br />

en beroepsziekte voor private werkgevers in vergelijking met de overheidswerkgever. Wanneer een<br />

werknemer in het civiele arbeidsrecht een arbeidsongeval overkomt, kan er een beroep worden gedaan<br />

op art.7:658 BW en art.7:61I BW. Voor een ambtenaar die geconfronteerd wordt met een<br />

arbeidsongeval, is een beroep op art.7:658 BW en art.1:611 BW in de regel uitgesloten. De CRvB<br />

beoordeelt de schadeclaims aan de hand van het (toepasselijke) rechtspositiereglement en aan de hand<br />

van de algemene norm zoals die in de rechtspraak is ontwikkeld. De vraag is of daarmee de norm voor<br />

aansprakelijkheid van enerzijds de private werkgever en anderzijds de overheidswerkgever (thans)<br />

gelijk is.<br />

De zorgvuldigheidsnorm die in art.7:658 BW is neergelegd, dient volgens de Hoge Raad ruim te<br />

worden uitgelegd. De ondergrens zijn de voorschriften en aanbevelingen uit de<br />

arbeidsomstandighedenwetgeving. De bovengrens hangt af van de omstandigheden van het geval. Als<br />

een werkgever al het mogelljke heeft gedaan om zijn werknemers in de uitoefening van hun<br />

werkzaamheden te beschermen tegen schade, kan hij niet aansprakelijk worden gehouden voor de<br />

schade van zijn werknemers. De zorgverplichting uit art.7:658 BW zou niet <strong>tot</strong> onrealistische<br />

verplichtingen mogen leiden en behelst geen risicoaansprakelijkheid. Essentiële voorwaarde voor<br />

aansprakelijkheid op grond van art.l:658 BW is het vereiste van het functioneel verband' Het<br />

functioneel verband tussen het werk en de schade wordt eerder aangenomen naarmate de werkgever<br />

meer zeggenschap heeft over de arbeidsomstandigheden, toezicht kan houden en de werknemer kan<br />

instrueren. Hoge Raad heeft diverse malen uitgemaakt dat het functioneel verband ruim moet worden<br />

opgevat. De wèrkgever kan aan zijn aansprakelijkheid ontkomen wanneer blijkt dat de schade het<br />

gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.<br />

Art.7:658 BW werkt exclusief. Als een ongeval of ziekte onder de reikwijdte van art.1:658 BW valt, is<br />

er in beginsel geen ruimte voor een toets aan de hand van het goed werkgeverschap van art.1:61I BW'<br />

Een uitánd"ring op deze regel zijn de verkeersongevallen. Naast de zorgplicht uit art.7:658 BW kan<br />

de werkgever ook nog overige verplichtingen hebben omdat er situaties denkbaar zijn die<br />

werkgerèlateerd zijn en bepaalde voor de werkgever (van tevoren) kenbare risico's met zich mee<br />

brengen. Vanuit dè gedachte van art.7:611 BW, het goed werkgeverschap, mag dan worden verwacht<br />

dat hij die risico's ói<strong>tot</strong> een minimum beperkt óf zorgt draagt voor een adequate verzekering. Als een<br />

werklever een werknemer laat deelnemen aan het verkeer dan is hij verplicht op grond van het goed<br />

werkgeverschap om voor die werknemer een behoorlijke verzekering af te sluiten.<br />

Als een ambtenaar vergoeding van schade die hij lijdt in de uitoefening van ziinwerkzaamheden<br />

vordert, doorloopt hij als het ware een fwee-stappenplan. In de eerste stap moet er onderzocht worden<br />

of het rechtpositionele voorschrift een vergoeding van de schade biedt. In het ARAR (Algemeen<br />

Rijksambtenarenreglement) zijn de begrippen dienstongeval, beroepsziekte en beroepsincident<br />

gedefinieerd. Als de schade zijn oorzaak vindt in de aard van de werkzaamheden dan heeft de<br />

ámbtenaar recht op rechtspositionele vergoedingen. De CRvB gaat soepel met dit vereiste om. Indien<br />

het bevoegd gezag besluit dat er sprake is van een dienstongeval ofberoepsziekte dan kan er volgens<br />

het ARAR aanspraak worden gemaakt op doorbetaling van bezoldiging en vergoeding van medische<br />

kosten. Een ambtenaar heeft geen recht op rechtspositionele vergoedingen wanneer het ongeval aan<br />

zijn schuld of onvoorzichtigheid is te wijten. Als het bevoegd gezag<strong>tot</strong> het besluit komt dat er sprake<br />

is van een beroepsincident (schade die voorvloeit uit een gevaarzettende situatie die rechtstreeks<br />

verband houdt met de uitvoering van een taak en waaraan de ambtenaar zich vanwege zijn functie niet<br />

kan onttrekken), heeft de ambtenaar recht op volledige schadevergoeding.<br />

De fweede stap die een ambtenaar moet nemen, is dat hij het bevoegd gezagverzoekt om vergoeding<br />

van zijn overige schade die niet op grond van een rechtspositioneel voorschrift wordt vergoed (de<br />

zogenaamde restschade). Bij een verzoek om restschade toetst de CRvB aan de algemene norm, De<br />

Raad heeft in zijn uitspraak van22 juni 2000 een norm geformuleerd waarin er aansluiting is gezocht<br />

met de norm voor werkgeversaansprakelijkheid zoals die is neergelegd in art.1:658 BW. De


overheidswerkgever kan aan zljn aansprakelijkheid ontkomen wanneer blijkt dat de schade het gevolg<br />

is van opzet of bewuste roekeloosheid van de ambtenaar.<br />

Ook in het ambtenarenrecht kent men de norm van het goed werkgeverschap. De norm van het goed<br />

werkgeverschap mag niet leiden <strong>tot</strong> een risicoaansprakelijkheid voor de werkgever. Dit betekent dat<br />

als een ambtenaar schade lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden en het bevoegd gezagziin<br />

zorgplicht niet heeft geschonden, een ambtenaar geen aanspraak maakt op vergoeding van de schade<br />

op grond van het goed werkgeverschap. Als een ambtenaar een ongeval in een privé-situatie overkomt,<br />

dat wel degelijk samenhang heeft met het werk, is de werkgever alleen onder bijzondere<br />

omstandigheden aansprakelijk voor de geleden schade. Het moet ten minste gaan om een aan de<br />

werkgever bekend, specifiek en ernstig gevaar. De verkeersongevallen vallen volgens de CRvB onder<br />

het bereik van de algemene norïn.<br />

Het verschil in procesrecht kan de uitkomst van een geschil beïhvloeden. Immers, de CRvB heeft in<br />

het verleden meerdere malen overwogen dat hij zich, gegeven de verschillen in stelplicht en bewijslast<br />

van partijen in het burgerlijk procesrecht en in het bestuursrecht niet gebonden acht aan de<br />

jurisprudentie van de Hoge Raad. Toch lijkt het erop dat de CRvB steeds meer aansluiting zoekt b[i de<br />

wijze waarop de Hoge Raad met de norm in art. 7:658 BW omgaat door binnen de grenzen van de<br />

Awb en op basis van eigen geformuleerde criteria een soortgelijke verdeling van de stelplicht en de<br />

bewijslast te hanteren.<br />

Ik kom <strong>tot</strong> conclusie dat de normen voor aansprakelijkheid bij arbeidsongevallen en beroepsziekte<br />

sinds 2000 naar elkaar toe zijn gegroeid maar dat ze nog niet gelijk zijn. De verschillen zijn<br />

grotendeels terug te voeren op het feit dat ambtenaren een andere rechtspositie hebben dan<br />

werknemers in het civiele recht. Enerzijds is het bestaan van een rechtspositioneel voorschrift gunstig<br />

voor een ambtenaar in vergelijking met een 'gewone'werknemer. Een rechtspositioneel voorschrift<br />

kent niet het vereiste van de zorgplicht. In situaties waarin er schade is geleden in de uitoefening van<br />

de werkzaamheden maar het be$uursorgaan heeft aan zijn zorgplicht voldaan of heeft kunnen<br />

aantonen dat naleving van de zorgplicht de schade niet zou hebben voorkomen, heeft een ambtenaar<br />

recht op rechtspositionele vergoedingen. Een 'gewone' werknemer krljgt in deze situaties geen<br />

schadevergoeding. Ook hebben ambtenaren met een risicovol beroep een ruimere rechtsbescherming<br />

op grond van het beroepsincident. Anderzijds is het bestaan van een rechtspositioneel voorschrift<br />

onder bepaalde omstandigheden ongunstig voor de ambtenaar. De norm voor aansprakelijkheid van de<br />

overheidswerkgever waarbij een ambtenaar zijn schade volledig vergoed krijgt, is nagenoeg gel[jk met<br />

de norm voor aansprakelijkheid van de private werkgever. De CRvB en de Hoge Raad geven op<br />

dezelfde manier invulling aan de vereisten vervat in de algemene norïn en in art.7:658 BW.<br />

De Hoge Raad en de CRvB zijn het erover eens dat de norm van het goed werkgeverschap slechts<br />

onder bijzondere omstandigheden waarbij kan worden gedacht aan een, ook aan de werkgever bekend,<br />

specifiek en ernstig gevaar met zich mee brengt datde werkgever aansprakelijk is voor de door de<br />

werknemer geleden schade. In het civiele recht heeft de werkgever op grond van het goed<br />

werkgeverschap een extra (verzekerings)verplichting als hij zijn werknemers laat deelnemen aan het<br />

verkeer. In het ambtenareirrecht is zo'n verplichting <strong>tot</strong> op heden nog niet aangenomen. Ambtenaren<br />

die in het kader van hun werkzaamheden moeten deelnemen aan het verkeer, genieten een mindere<br />

rechtsbescherming bij een verkeersongeval dan hur collega's in het civiele recht.<br />

Winette Brinkkemper Handtekening voor akkoord,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!