Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

22.08.2013 Views

De meter is niet goed geijkt U gebruikt bepaalde medicijnen die de strips beïnvloeden De keuze van een bloedglucosemeter Om te bepalen welke soort meter voor u het meest geschikt is, kunt u zich de volgende vragen stellen: Heeft de meter een groot of klein afleesvenster (display)? Zijn de cijfers gemakkelijk te lezen? Is de meter gemakkelijk te bedienen? Sommige meters zijn niet zo geschikt voor mensen die beven of trillen. Lukt het u gemakkelijk een druppel bloed te krijgen? Voor sommige meters is een grotere bloeddruppel nodig dan voor andere. Wilt u de uitslag snel weten? Sommige meters geven al na twee seconden een uitslag, andere doen er wat langer over. Hoeveel handelingen moeten er worden verricht? Hoe meer handelingen, hoe meer kans op fouten. Heeft de meter wel of geen geheugen? Hoe groot is de meter? Is het apparaat makkelijk mee te nemen? Welke batterijen gebruikt de meter? Gaan deze lang mee, zijn ze overal te kopen? Wat kost de meter en wat zijn de garantiebepalingen? Krijgt u service? Keurmerk Iedere draagbare bloedglucosemeter dient sinds 7 december 2003 op grond van Europese richtlijnen een CE-keurmerkte hebben. Dit betekent dat iedere bloedglucosemeter die verkocht wordt, moet voldoen aan wettelijk bepaalde kwaliteitseisen. Als er onder het keurmerk ook een nummer staat, betekent dit dat het apparaat niet alleen door de leverancier, maar ook door een onafhankelijke, speciaal aangestelde instantie is getest en goedgekeurd. Op dit moment woedt er een discussie of sommige meters met het CE-keurmerk wel aan de eisen voldoen. Er zijn daarnaast een aantal bloedglucosemeters zonder keurmerk in de handel die niet naar behoren functioneren. Vraag daarom altijd uw arts, diabetesverpleegkundige of apotheker welke bloedglucosemeter u het beste kunt gebruiken. Vergoeding Niet iedereen komt in aanmerking voor de vergoeding van een bloedglucose-meter. Daarnaast worden ook niet alle bloedglucosemeters vergoed. Informeer bij uw zorgverzekeraar. “Ik kan mijn meter op de computer aansluiten. Je zet de gegevens dan over op de computer, waardoor je ze kunt bewerken. Ik maak er altijd mooie grafieken van en die neem ik mee als ik voor een controle naar de arts ga. Die vindt dat prachtig, want hij is net als ik een beetje een computergek. Mijn vrouw is kunstenares. Die heeft een hekel aan computers, maar ze heeft een paar maanden terug van mijn grafiekjes wel een bijzonder kunstwerk gemaakt. Dat hangt nu bij mij op de kamer.” 15. Zelfregulatie Samenvatting Zelfregulatie betekent dat u de behandeling aanpast aan bepaalde omstandigheden. Dit is nodig omdat niet al uw dagen precies hetzelfde verlopen. De behandeling aanpassen kan bijvoorbeeld betekenen dat u extra eet of dat u extra insuline spuit. U leert al doende hoe u dit aanpakt.

Zelfregulatie speelt vooral in bijzondere omstandigheden. Deze hebben vaak te maken met eten: op een andere tijd eet, ander voedsel eten, uit eten gaan enzovoort. Ze kunnen ook te maken hebben met sporten en bewegen: u gaat een keer hardlopen, u maakt op vakantie een lange wandeling enzovoort. Ook bij koorts, ongesteldheid en zwangerschap is zelfregulatie nodig. In het kort Niet elke dag is hetzelfde Met de arts, de diabetesverpleegkundige en de diëtist hebt u afspraken gemaakt over uw behandeling: de medicijnen, de tijd waarop u deze neemt, uw voeding, de tijd waarop u eet enzovoort. Deze afspraken gelden voor een ‘gewone dag’. Maar niet elke dag is hetzelfde. U gaat wel eens uit eten, u gaat een avond sporten, u gaat op vakantie, u viert uw verjaardag, u hebt het erg druk en last van stress enzovoort. Deze zaken zijn van invloed op uw bloedglucose. Het zal dus regelmatig gebeuren dat u geen ‘gewone dag’ hebt. Hierdoor kan het zijn dat u de behandeling moet aanpassen om ook in die situaties de bloedglucose op een goed peil te houden. Dit betekent bijvoorbeeld: de medicijnen op een andere tijd nemen, iets meer insuline spuiten, een extra tussendoortje nemen enzovoort. Dit heet ‘zelfregulatie’. Hoe leert u zelfregulatie? Voordat u zelfregulatie in de praktijk kunt uitvoeren moet u weten hoevéél insuline u extra moet spuiten, wélk extra tussendoortje u moet nemen enzovoort. Het komt er op neer dat u moet leren begrijpen wat voor invloed uw voeding, medicijnen, beweging enzovoort, hebben op uw bloedglucose. Bovendien moet inzicht krijgen hoe dit allemaal met elkaar samenhangt. En dat is niet altijd even eenvoudig. In het begin krijgt u hierbij veel hulp. De diabetesverpleegkundige zal u leren wanneer het nodig is de behandeling iets aan te passen en hoe u dit dan kunt doen. De diëtist kan met u bespreken hoe u ook buitenshuis (uit eten, vakantie) uw voedingsadvies kunt volgen. Ook kunt u veel hulp krijgen van de Diabetesvereniging Nederland. Bij de DVN kunt u bijvoorbeeld cursussen en trainingen volgen. U wordt dus niet aan uw lot overgelaten! Er zijn geen kant-en-klare recepten voor zelfregulatie Gaandeweg zult u zelf in de praktijk leren hoe u de behandeling kunt aanpassen. Hiervoor bestaan geen kant-en-klare recepten. Wat bij u werkt, hangt af van uw diabetes, uw manier van leven, uw behandeling enzovoort. We hebben het al geschreven: de ene mens met diabetes is de andere niet. Vertrouw dus op uw eigen ervaring. Wanneer u regelmatig uw bloedglucose test zult u al doende ontdekken hoe uw bloedglucose reageert op bijvoorbeeld lichamelijke inspanning, ander eten, tijdens een buitenlandse vakantie enzovoort. Door te leren van uw eigen ervaringen krijgt u de zelfregulatie goed onder de knie. En altijd geldt: als u het echt niet meer weet kunt u de arts of diabetesverpleegkundige bellen! Zelfregulatie: u past de behandeling aan aan uw leven Eigenlijk betekent zelfregulatie dat u de behandeling steeds aanpast aan wat u op een bepaalde dag doet. Hierdoor blijft u zelfstandig en kunt u een min of meer normaal leven blijven leiden. Dankzij de zelfregulatie is het immers goed mogelijk om te sporten, uit te gaan, vakantie te nemen enzovoort. Steeds past

De meter is niet goed geijkt<br />

U gebruikt bepaalde medicijnen die de strips beïnvloeden<br />

De keuze van een bloedglucosemeter<br />

Om te bepalen welke soort meter voor u het meest geschikt is, kunt u zich de volgende vragen<br />

stellen:<br />

Heeft de meter een groot of klein afleesvenster (display)? Zijn de cijfers gemakkelijk te<br />

lezen?<br />

Is de meter gemakkelijk te bedienen? Sommige meters zijn niet zo geschikt voor mensen die<br />

beven of trillen.<br />

Lukt het u gemakkelijk een druppel bloed te krijgen? Voor sommige meters is een grotere<br />

bloeddruppel nodig dan voor andere.<br />

Wilt u de uitslag snel weten? Sommige meters geven al na twee seconden een uitslag,<br />

andere doen er wat langer over.<br />

Hoeveel handelingen moeten er worden verricht? Hoe meer handelingen, hoe meer kans op<br />

fouten.<br />

Heeft de meter wel of geen geheugen?<br />

Hoe groot is de meter? Is het apparaat makkelijk mee te nemen?<br />

Welke batterijen gebruikt de meter? Gaan deze lang mee, zijn ze overal te kopen?<br />

Wat kost de meter en wat zijn de garantiebepalingen?<br />

Krijgt u service?<br />

Keurmerk<br />

Iedere draagbare bloedglucosemeter dient sinds 7 december 2003 op grond van Europese<br />

richtlijnen een CE-keurmerkte hebben. Dit betekent dat iedere bloedglucosemeter die verkocht<br />

wordt, moet voldoen aan wettelijk bepaalde kwaliteitseisen. Als er onder het keurmerk ook een<br />

nummer staat, betekent dit dat het apparaat niet alleen door de leverancier, maar ook door een<br />

onafhankelijke, speciaal aangestelde instantie is getest en goedgekeurd.<br />

Op dit moment woedt er een discussie of sommige meters met het CE-keurmerk wel aan de<br />

eisen voldoen. Er zijn daarnaast een aantal bloedglucosemeters zonder keurmerk in de handel<br />

die niet naar behoren functioneren. Vraag daarom altijd uw arts, <strong>diabetes</strong>verpleegkundige of<br />

apotheker welke bloedglucosemeter u het beste kunt gebruiken.<br />

Vergoeding<br />

Niet iedereen komt in aanmerking voor de vergoeding van een bloedglucose-meter. Daarnaast<br />

worden ook niet alle bloedglucosemeters vergoed. Informeer bij uw zorgverzekeraar.<br />

“Ik kan mijn meter op de computer aansluiten. Je zet de gegevens dan over op de computer,<br />

waardoor je ze kunt bewerken. Ik maak er altijd mooie grafieken van en die neem ik mee als<br />

ik voor een controle naar de arts ga. Die vindt dat prachtig, want hij is net als ik een beetje<br />

een computergek. Mijn vrouw is kunstenares. Die heeft een hekel aan computers, maar ze<br />

heeft een paar maanden terug van mijn grafiekjes wel een bijzonder kunstwerk gemaakt. Dat<br />

hangt nu bij mij op de kamer.”<br />

15. Zelfregulatie<br />

Samenvatting<br />

Zelfregulatie betekent dat u de behandeling aanpast aan bepaalde omstandigheden. Dit is nodig<br />

omdat niet al uw dagen precies hetzelfde verlopen. De behandeling aanpassen kan bijvoorbeeld<br />

betekenen dat u extra eet of dat u extra insuline spuit. U leert al doende hoe u dit aanpakt.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!