Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
weken is geweest. Deze test wordt regelmatig gedaan bij mensen met diabetes; één tot drie keer per jaar. Extra handigheidje: de Diabetespas Naast het dagboek kunt u ook de Diabetespas gebruiken. Deze is gemaakt door de Nederlandse Diabetes Federatie en gratis te verkrijgen bij de apotheek. In de Diabetespas worden onder meer medische problemen, geneesmiddelengebruik, streefdoelen (op het vlak van gewicht, bloeddruk enzovoort) en noodzakelijke onderzoeken genoteerd. Dit geeft zorgverleners direct een goed overzicht van uw medische situatie en de behandeling(en) die u volgt. Zelfcontrole: praktijk Zelfcontrole: vroeger en nu Vroeger werd de bloedglucose meestal getest door een druppeltje bloed aan te brengen op een teststrookje. Hierdoor verkleurde het strookje. Door deze kleur te vergelijken met de kleuren op een kleurenschema, kon bepaald worden hoe hoog de bloedglucose was. Tegenwoordig worden de teststrookjes niet meer vergeleken met een kleurenschema, maar afgelezen door een apparaatje, de bloedglucosemeter. Deze test is nauwkeuriger en makkelijker. Het testen bestaat nu dus meestal uit vier stappen: handen wassen bloed prikken de druppel bloed aanbrengen op het teststrookje het strookje laten aflezen door de bloedglucosemeter Bloed prikken Was voordat u prikt uw handen. De makkelijkste plek om te prikken is in een vingertop, aan de zijkanten. Het prikken gebeurt meestal met een bloedprikker. In dit apparaatje wordt een klein naaldje (lancet) gedaan dat met een veertje wordt gespannen. Door de prikker op de vinger te zetten en de veer te ontspannen, schiet het lancetje in de vingertop. Het prikken is op zichzelf niet moeilijk en het doet ook niet echt pijn. Toch hebben veel mensen er in het begin wel wat moeite mee: we zijn nu eenmaal niet gewend onszelf te prikken. Ook zijn er wel mensen die niet zo goed tegen het zien van bloed kunnen. Het blijkt dat het prikken na verloop van tijd went. Voor de meeste mensen met diabetes wordt het na een tijdje een gewoonte, routine. Door aan de zijkant van een vingertop te prikken komt er een druppeltje bloed uit de zogenaamde haarvaten. Dit zijn de kleinste bloedvaatjes die we in ons lichaam hebben. De haarvaatjes in de vingertop liggen vlak onder de huid. Het naaldje waarmee u prikt is dus heel kort. Het bloed uit deze haarvaatjes is het meest geschikt voor de test. Vergoeding De kosten van de prikpen, de lancetten en de teststrips worden door veel zorg-verzekeraars volledig vergoed. Hiervoor gelden wel bepaalde voorwaarden. Informeer bij uw zorgverzekeraar. “Het meest lastige van mijn diabetes vind ik, dat je er eigenlijk altijd rekening mee moet houden. Dat is ook bij het prikken zo. Ik speel bijvoorbeeld gitaar. Omdat ik kleine handen heb gebruik ik bij het spelen vaak de buitenkant van de vingers van mijn linkerhand, omdat ik die nogal moet strekken. Daar prik ik dus nooit, want dat irriteert teveel bij het spelen...”
De druppel bloed aanbrengen op het teststrookje De druppel bloed wordt op een teststrookje aangebracht. De meter bepaalt dan de waarde van de bloedglucose. De teststrookjes zijn beperkt houdbaar en moeten op een bepaalde manier bewaard worden. De houdbaarheidsdatum staat op de verpakking. Hoe de strookjes bewaard moeten worden staat in de gebruiksaanwijzing. Vergoeding De kosten van de teststrookjes worden vergoed. Het aantal teststrookjes dat vergoed wordt is afhankelijk van uw behandeling. Chemisch afval Lancetten mogen niet zomaar worden weggegooid. U kunt ze verzamelen in een door de fabrikant bijgeleverd containertje, dat u bij de apotheek kunt inleveren. Teststrookjes behoren tot ‘klein chemisch afval’. In verschillende gemeenten gelden verschillende regels voor dit afval: informeer bij uw eigen gemeente. Het strookje laten aflezen door de bloedglucosemeter Een bloedglucosemeter is een elektronisch apparaatje. Dit apparaatje leest het teststrookje van de bloedtest af. De waarde van de bloedglucose verschijnt dan in cijfers, vaak tot één cijfer achter de komma, op een afleesvenster (display). De apparaten werken nauwkeuriger dan de teststrookjes die met een kleurenschaal werden vergeleken. Ook voor mensen die moeilijk kleuren kunnen onderscheiden of slecht zien is de meter handig. Verschillende soorten Bloedglucosemeters zijn er in verschillende soorten. Er is bijvoorbeeld een meter met een zogenaamde spraakchip: deze ‘vertelt’ de uitkomst. De meeste meters hebben een geheugen waarin de datum en uitslag van de test worden opgeslagen. De grootte van dit geheugen verschilt; sommige meters kunnen tien uitslagen onthouden, andere meer dan tweehonderd. De meeste meters zijn met een kabeltje aan te sluiten op een computer, waardoor de gegevens kunnen worden opgeslagen en uitgeprint. De meters worden in een setje geleverd met onder meer teststrookjes, een prikpen met lancetten, batterijen, controlevloeistof en een gebruiksaanwijzing. Een elektronische bloedglucosemeter moet minstens eenmaal per week geijkt worden. Dit wil zeggen, er moet gecontroleerd worden of de meter nog wel de juiste uitslagen geeft. Dit ijken gebeurt door de test uit te voeren met een controlevloeistof of met speciale strips. In de gebruiksaanwijzing staat hoe vaak dit moet gebeuren en hoe u dit kunt doen. U kunt uw bloedglucosemeter daarnaast meenemen naar uw jaarlijkse controle. Soms is de uitkomst niet betrouwbaar Hoewel de meter nauwkeurig is, hoeven de uitkomsten niet altijd even betrouwbaar te zijn. Dit kan volgende oorzaken hebben: U hebt te weinig bloed aangebracht op de teststrook Het teststrookje is beschadigd of verlopen De meter vertoont gebreken of de batterijen raken leeg Als de bloedglucose veel te laag of te hoog is, is de uitslag soms onnauwkeurig De gebruiksaanwijzing is niet goed opgevolgd
- Page 18 and 19: Reguleren bloedglucose Hoe verloopt
- Page 20 and 21: Uw lichaam maakt zelf geen insuline
- Page 22 and 23: Het ‘instellen van de insuline’
- Page 24 and 25: 7. Insulinebehandeling Samenvatting
- Page 26 and 27: vaststellen van uw individueel beha
- Page 28 and 29: Wat kunt u doen als u last hebt van
- Page 30 and 31: Waar kunt u spuiten? De spuitplaats
- Page 32 and 33: Waar zijn insulinepompen te krijgen
- Page 34 and 35: Afvallen Mensen met type 2 diabetes
- Page 36 and 37: Geen diëten Afvallen is niet een k
- Page 38 and 39: u meer energie binnen dan u verbrui
- Page 40 and 41: karnemelk magere yoghurt magere bul
- Page 42 and 43: Fruit Kies voor Kies niet te vaak v
- Page 44 and 45: Als het moeilijk wordt: zoek afleid
- Page 46 and 47: Stap 2a Bij een BMI < 27 wordt aan
- Page 48 and 49: Let op: Diamicron MR heeft een gere
- Page 50 and 51: Maagdarmklachten, zoals misselijkhe
- Page 52 and 53: Minder verzadigd vet eten Onze voed
- Page 54 and 55: Veel mensen vinden het gebruik van
- Page 56 and 57: De bloeddruk wordt daarom uitgedruk
- Page 58 and 59: Medicijnen Risicoprofiel Of u medic
- Page 60 and 61: cilazapril (Vascase) enalapril (En
- Page 62 and 63: 14. Zelfcontrole Samenvatting Een b
- Page 64 and 65: In de praktijk is de test vrij eenv
- Page 66 and 67: Als u ziek bent Door een (infectie)
- Page 70 and 71: De meter is niet goed geijkt U geb
- Page 72 and 73: u de behandeling een beetje aan, af
- Page 74 and 75: Zelfregulatie betekent daarom: lere
- Page 76 and 77: In welke voeding zit koolhydraten?
- Page 78 and 79: Alcohol kan uw bloedglucose verlage
- Page 80 and 81: Was regelmatig uw handen met water
- Page 82 and 83: Als u sport is het zaak op een aant
- Page 84 and 85: Het risico van een hypo bestaat met
- Page 86 and 87: Wanneer u regelmatig zult gaan spor
- Page 88 and 89: Mislukte pogingen Misschien bent u
- Page 90 and 91: Bepaal een datum Spreek met uzelf a
- Page 92 and 93: sigaret wilde. De trek in een sigar
- Page 94 and 95: adressen van hypnotherapeuten kunt
- Page 96 and 97: “Mijn trouwe onderdanen, zo noem
- Page 98 and 99: een schilferende, soms wat vochtige
- Page 100 and 101: naam, de naam van uw huisarts en he
- Page 102 and 103: Als de volgende (tussen)maaltijd no
- Page 104 and 105: gaat. Dit verschijnsel heet ‘cont
- Page 106 and 107: Blijf drinken Omdat u zoveel plast,
- Page 108 and 109: Emotionele gevolgen Ook emotionele
- Page 110 and 111: Problemen voorkomen Probeer regelma
- Page 112 and 113: Seksuele problemen Welke seksuele p
- Page 114 and 115: “Ik heb een tijd last gehad van e
- Page 116 and 117: de bloedglucose weer verder stijgen
De druppel bloed aanbrengen op het teststrookje<br />
De druppel bloed wordt op een teststrookje aangebracht. De meter bepaalt dan de waarde van<br />
de bloedglucose.<br />
De teststrookjes zijn beperkt houdbaar en moeten op een bepaalde manier bewaard worden.<br />
De houdbaarheidsdatum staat op de verpakking. Hoe de strookjes bewaard moeten worden<br />
staat in de gebruiksaanwijzing.<br />
Vergoeding<br />
De kosten van de teststrookjes worden vergoed. Het aantal teststrookjes dat vergoed wordt is<br />
afhankelijk van uw behandeling.<br />
Chemisch afval<br />
Lancetten mogen niet zomaar worden weggegooid. U kunt ze verzamelen in een door de<br />
fabrikant bijgeleverd containertje, dat u bij de apotheek kunt inleveren.<br />
Teststrookjes behoren tot ‘klein chemisch afval’. In verschillende gemeenten gelden<br />
verschillende regels voor dit afval: informeer bij uw eigen gemeente.<br />
Het strookje laten aflezen door de bloedglucosemeter<br />
Een bloedglucosemeter is een elektronisch apparaatje. Dit apparaatje leest het teststrookje van<br />
de bloedtest af. De waarde van de bloedglucose verschijnt dan in cijfers, vaak tot één cijfer<br />
achter de komma, op een afleesvenster (display).<br />
De apparaten werken nauwkeuriger dan de teststrookjes die met een kleurenschaal werden<br />
vergeleken. Ook voor mensen die moeilijk kleuren kunnen onderscheiden of slecht zien is de<br />
meter handig.<br />
Verschillende soorten<br />
Bloedglucosemeters zijn er in verschillende soorten. Er is bijvoorbeeld een meter met een<br />
zogenaamde spraakchip: deze ‘vertelt’ de uitkomst. De meeste meters hebben een geheugen<br />
waarin de datum en uitslag van de test worden opgeslagen. De grootte van dit geheugen<br />
verschilt; sommige meters kunnen tien uitslagen onthouden, andere meer dan tweehonderd. De<br />
meeste meters zijn met een kabeltje aan te sluiten op een computer, waardoor de gegevens<br />
kunnen worden opgeslagen en uitgeprint.<br />
De meters worden in een setje geleverd met onder meer teststrookjes, een prikpen met<br />
lancetten, batterijen, controlevloeistof en een gebruiksaanwijzing.<br />
Een elektronische bloedglucosemeter moet minstens eenmaal per week geijkt worden. Dit wil<br />
zeggen, er moet gecontroleerd worden of de meter nog wel de juiste uitslagen geeft. Dit ijken<br />
gebeurt door de test uit te voeren met een controlevloeistof of met speciale strips. In de<br />
gebruiksaanwijzing staat hoe vaak dit moet gebeuren en hoe u dit kunt doen. U kunt uw<br />
bloedglucosemeter daarnaast meenemen naar uw jaarlijkse controle.<br />
Soms is de uitkomst niet betrouwbaar<br />
Hoewel de meter nauwkeurig is, hoeven de uitkomsten niet altijd even betrouwbaar te zijn. Dit<br />
kan volgende oorzaken hebben:<br />
U hebt te weinig bloed aangebracht op de teststrook<br />
Het teststrookje is beschadigd of verlopen<br />
De meter vertoont gebreken of de batterijen raken leeg<br />
Als de bloedglucose veel te laag of te hoog is, is de uitslag soms onnauwkeurig<br />
De gebruiksaanwijzing is niet goed opgevolgd