Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

Overigens lukt het niemand om de bloedglucose altijd op een goed peil te houden: af en toe
een uitschieter hoort erbij.
Zelfcontrole helpt om een zo normaal mogelijk leven te leiden
Wanneer u door de arts bent ingesteld op een bepaald schema met voeding en medicijnen
betekent dit dat de bloedglucose in het algemeen goed gereguleerd is. Maar: uw leven is niet
elke dag precies hetzelfde. U gaat bijvoorbeeld een keer sporten, uit eten, op vakantie
enzovoort. Al deze veranderingen hebben invloed op de bloedglucose. Ook komt het wel voor
dat de bloedglucose zonder duidelijke oorzaak te hoog of te laag is.
Daarom is het aan te raden dat u uw bloedglucose regelmatig controleert. U ontdekt dan soms
dat uw bloedglucose te hoog of te laag is, bijvoorbeeld door een etentje of door sporten. Als dat zo
is, dan kunt u uw behandeling meestal zelf aanpassen om de bloedglucose weer op het juiste peil te
brengen. Voor mensen die tabletten gebruiken ligt dit wat anders dan voor mensen die insuline
gebruiken. Zij moeten bij een hyper vooral veel water blijven drinken en veel bewegen.
Door zelfregulatie kunt u voorkomen dat de bloedglucose echt uit de hand loopt, waardoor u
ernstige klachten zou kunnen krijgen. Omdat u door het testen de bloedglucose in de gaten
houdt kunt u rustig uit eten gaan, een avondje gaan dansen enzovoort. Zelfcontrole helpt dus
om een zo normaal mogelijk leven te kunnen leiden.
Zelfcontrole: uitleg
Wanneer is de bloedglucose goed geregeld?
U streeft ernaar de bloedglucose binnen bepaalde grenzen te houden. Het Nederlands
Huisartsen Genootschap hanteert de volgende streefwaarden:
Nuchter gemeten bloedglucose: 4 - 7 mmol/l
Bloedglucose 2 uur na de maaltijd: < 9 mmol/l
De afkorting ‘mmol/l’ staat voor ‘millimol per liter’. Dit is een bepaalde maat, net zoals
‘centimeter’ of ‘kilo’. Millimol geeft de hoeveelheid van een stof aan. Bij de bloedglucose wordt
de hoeveelheid glucose per liter bloed getest. Vandaar: millimol per liter.
Als een vrouw zwanger probeert te worden of zwanger is, gelden andere waarden:
vóór de maaltijd mag de bloedglucosewaarde maximaal 5,4 mmol/l zijn
2 uur ná de maaltijd mag de bloedglucosewaarde maximaal 6,7 mmol/l zijn
Voelt u hoe hoog de bloedglucose is?
Heel veel mensen voelen goed of de bloedglucose te hoog of te laag is. Vaak is dit gevoel al
voldoende om te weten dat ze bijvoorbeeld iets extra’s moeten eten.
Tegelijk is het zo dat u gemakkelijk kunt wennen aan een te hoge waarde. Na een tijdje merkt u
dan niet meer dat de bloedglucose te hoog is. Daarom wordt aangeraden om niet alleen op uw
gevoel af te gaan, maar om regelmatig te testen, waardoor u echt weet hoe het met uw
bloedglucose gesteld is.
Hoe meet u de bloedglucose?
Kort gezegd komt de bloedglucosetest op het volgende neer:
u wast uw handen en prikt in uw vinger, zodat er een druppeltje bloed zichtbaar wordt
met een bloedglucosemeter meet u hierin vervolgens de bloedglucose
de uitslag is uw bloedglucose van dat moment