Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
7. Insulinebehandeling Samenvatting Omdat mensen met type 1 diabetes zelf geen insuline aanmaken, moeten ze insuline gebruiken. Ook sommige mensen met type 2 diabetes moeten insuline gebruiken. Dankzij de insuline kan de normale golfbeweging van de bloedglucose worden nagebootst. Er zijn verschillende soorten insuline. De verschillen hebben onder meer te maken met de werkingsduur. Door deze verschillen lukt het vrijwel altijd een goede insulinebehandeling in te stellen. Insuline is een veilig middel, maar kan toch bijwerkingen hebben. De meest voorkomende bijwerking is dat de insuline te sterk werkt, zodat de bloedglucose te veel daalt. U krijgt dan een hypo. Insulineallergie komt bijna niet meer voor. Insuline Mensen met type 1 diabetes hebben altijd insuline nodig Insuline is een hormoon dat door de alvleesklier (‘pancreas’) wordt gemaakt. Het zorgt ervoor dat koolhydraten (suikers) uit de voeding kunnen worden omgezet in energie. Het bevordert de opname van glucose in spier- en vetweefsel. Mensen met type 1 diabetes moeten altijd insuline gebruiken. Dit komt omdat ze zelf geen insuline meer aanmaken. Mensen met type 2 diabetes hebben soms (meestal) insuline nodig Bij mensen met type 2 diabetes is insuline niet de eerste stap in de behandeling, omdat zij vaak zelf nog een beetje insuline aanmaken. Daarom wordt eerst bekeken of met gezonde voeding, bewegen en afvallen, in combinatie met bloedglucoseverlagende tabletten, de bloedglucose verlaagd kan worden en op een goed peil gehouden kan worden. Als dat niet lukt, kan insuline worden toegevoegd of wordt helemaal overgegaan op insuline. Hoe werkt insuline? Insuline kan niet als tablet worden genomen omdat het in de maag en darmen al wordt afgebroken. Het wordt daarom meestal toegediend als injectie, met een insulinepen. Insuline is ook als inhalatiepoeder beschikbaar geweest, maar na korte tijd uit de handel genomen. Als u insuline spuit, gebeurt er in grote lijnen het volgende: de insuline, die u onder de huid spuit, wordt in het bloed opgenomen hierdoor stijgt de hoeveelheid insuline in het bloed op een gegeven moment wordt een maximum bereikt: de ‘insulinepiek’ daarna daalt de hoeveelheid insuline in het bloed weer (omdat het lichaam de insuline afbreekt), totdat de insuline is uitgewerkt Hoe wordt insuline toegediend? Insuline wordt tegenwoordig bijna altijd met een insulinepen ingespoten. Soms wordt insuline via een insulinepomp toegediend. Sinds kort kan insuline ook geïnhaleerd worden. Internationale eenheden (IE) Meestal wordt de hoeveelheid van een medicijn uitgedrukt in grammen of milligrammen, bijvoorbeeld: twee maal daags een tablet van 5 milligram. Bij insuline is dat anders. De hoeveelheid humane insuline wordt uitgedrukt in eenheden, ook wel ‘internationale eenheden’
genoemd (IE). U gebruikt dus bijvoorbeeld: vier maal per dag acht eenheden. Humane insuline is identiek aan menselijke insuline. Bij de insuline-analoga - insulines die sterk op humane insuline lijken maar dat niet zijn - gebeurt dat met eenheden (E). Deze insuline-analoga (zoals insuline aspart of insuline lispro) zijn zo gemaakt dat zij bijvoorbeeld snel of juist traag worden opgenomen en weer uitgescheiden. Hoe moet insuline bewaard worden? U hebt altijd een voorraad insuline. Insuline moet op de juiste manier worden bewaard om te voorkomen dat de insuline in de ampul uiteen valt en onwerkzaam wordt.Hieronder vindt u de belangrijkste ‘bewaarregels’. Bewaar de onaangebroken insuline koel, maar vorstvrij De insuline moet koel, maar vorstvrij worden bewaard. Bevroren insuline verliest namelijk zijn werking. De beste bewaartemperatuur is tussen de 2 en 8 graden Celsius. U kunt de insuline dus bijvoorbeeld in de koelkast bewaren, liefst in het midden of in de groentela, liever niet bovenin en zeker niet tegen de achterwand! Bewaar de aangebroken insuline op kamertemperatuur Als de insuline eenmaal is aangebroken, bewaart u deze op kamertemperatuur. Bedenk dat de insuline nu beperkt houdbaar is! Pas op voor direct zonlicht Bescherm insuline tegen direct zonlicht. Leg het dus niet in de vensterbank. Verschillende soorten insuline Er zijn veel soorten insuline. Ze zijn als volgt te verdelen: ultrakortwerkende insuline en insuline-analoga kortwerkende insuline middellangwerkende insuline langwerkende insuline en insuline-analoga combinaties, voorgemengde insuline Het verschil tussen deze soorten is dat ze niet even snel in het bloed worden opgenomen en dat ze niet even snel weer worden afgebroken. Bij ultrakortwerkende insuline komt de insuline bijvoorbeeld heel snel in het bloed en wordt de insuline ook heel snel weer afgebroken. Omdat de ultrakortwerkende insuline kort voor, tijdens of kort na de maaltijd wordt toegediend, kunt u gemakkelijker uw eigen tijd indelen. Bij de kortwerkende, middellangwerkende en langwerkende insuline verloopt dit proces steeds langzamer. Naast de genoemde insulines zijn er combinaties, zoals een kortwerkend insuline gemengd met een middellangwerkend insuline. Zo kunt u profiteren van de voordelen van beide insulines. “Ik merk dat veel mensen toch bang zijn voor medicijnen. Ik krijg bijvoorbeeld vaak de vraag of ik er geen moeite mee heb: altijd maar die insuline spuiten. Maar nee, dat heb ik eigenlijk niet. Insuline zie ik ook niet echt als een medicijn, het is een natuurlijke stof die iedereen nodig heeft. Niet dat ik het leuk vind om insuline te spuiten, maar moeite heb ik er toch niet mee. Tegen die mensen zeg ik wel eens: jij hebt er toch ook geen moeite mee om elke dag brood te eten?...” U krijgt een individueel behandelschema wordt op insuline ingesteld door de arts en/of diabetesverpleegkundige. Er wordt bekeken wat voor u de beste soort insuline is, hoe vaak u moet gebruiken, hoeveel enzovoort. Bij het
- Page 2 and 3: Op de achterkaft “In het begin du
- Page 4 and 5: 1. U hebt diabetes Samenvatting Bij
- Page 6 and 7: Type 1 entype 2 diabetes Overzicht
- Page 8 and 9: vervelend, maar ook voor mijn man.
- Page 10 and 11: Steun van anderen Iedereen heeft de
- Page 12 and 13: Sommige mensen drinken (vaak ongeme
- Page 14 and 15: Late gevolgen Nieuwe klachten Door
- Page 16 and 17: Als er dan de eerste tekenen van co
- Page 18 and 19: Reguleren bloedglucose Hoe verloopt
- Page 20 and 21: Uw lichaam maakt zelf geen insuline
- Page 22 and 23: Het ‘instellen van de insuline’
- Page 26 and 27: vaststellen van uw individueel beha
- Page 28 and 29: Wat kunt u doen als u last hebt van
- Page 30 and 31: Waar kunt u spuiten? De spuitplaats
- Page 32 and 33: Waar zijn insulinepompen te krijgen
- Page 34 and 35: Afvallen Mensen met type 2 diabetes
- Page 36 and 37: Geen diëten Afvallen is niet een k
- Page 38 and 39: u meer energie binnen dan u verbrui
- Page 40 and 41: karnemelk magere yoghurt magere bul
- Page 42 and 43: Fruit Kies voor Kies niet te vaak v
- Page 44 and 45: Als het moeilijk wordt: zoek afleid
- Page 46 and 47: Stap 2a Bij een BMI < 27 wordt aan
- Page 48 and 49: Let op: Diamicron MR heeft een gere
- Page 50 and 51: Maagdarmklachten, zoals misselijkhe
- Page 52 and 53: Minder verzadigd vet eten Onze voed
- Page 54 and 55: Veel mensen vinden het gebruik van
- Page 56 and 57: De bloeddruk wordt daarom uitgedruk
- Page 58 and 59: Medicijnen Risicoprofiel Of u medic
- Page 60 and 61: cilazapril (Vascase) enalapril (En
- Page 62 and 63: 14. Zelfcontrole Samenvatting Een b
- Page 64 and 65: In de praktijk is de test vrij eenv
- Page 66 and 67: Als u ziek bent Door een (infectie)
- Page 68 and 69: weken is geweest. Deze test wordt r
- Page 70 and 71: De meter is niet goed geijkt U geb
- Page 72 and 73: u de behandeling een beetje aan, af
7. Insulinebehandeling<br />
Samenvatting<br />
Omdat mensen met <strong>type</strong> 1 <strong>diabetes</strong> zelf geen insuline aanmaken, moeten ze insuline<br />
gebruiken. Ook sommige mensen met <strong>type</strong> 2 <strong>diabetes</strong> moeten insuline gebruiken. Dankzij de<br />
insuline kan de normale golfbeweging van de bloedglucose worden nagebootst.<br />
Er zijn verschillende soorten insuline. De verschillen hebben onder meer te maken met de<br />
werkingsduur. Door deze verschillen lukt het vrijwel altijd een goede insulinebehandeling in te<br />
stellen.<br />
Insuline is een veilig middel, maar kan toch bijwerkingen hebben. De meest voorkomende<br />
bijwerking is dat de insuline te sterk werkt, zodat de bloedglucose te veel daalt. U krijgt dan een<br />
hypo. Insulineallergie komt bijna niet meer voor.<br />
Insuline<br />
Mensen met <strong>type</strong> 1 <strong>diabetes</strong> hebben altijd insuline nodig<br />
Insuline is een hormoon dat door de alvleesklier (‘pancreas’) wordt gemaakt. Het zorgt ervoor<br />
dat koolhydraten (suikers) uit de voeding kunnen worden omgezet in energie. Het bevordert de<br />
opname van glucose in spier- en vetweefsel.<br />
Mensen met <strong>type</strong> 1 <strong>diabetes</strong> moeten altijd insuline gebruiken. Dit komt omdat ze zelf geen<br />
insuline meer aanmaken.<br />
Mensen met <strong>type</strong> 2 <strong>diabetes</strong> hebben soms (meestal) insuline nodig<br />
Bij mensen met <strong>type</strong> 2 <strong>diabetes</strong> is insuline niet de eerste stap in de behandeling, omdat zij vaak<br />
zelf nog een beetje insuline aanmaken. Daarom wordt eerst bekeken of met gezonde voeding,<br />
bewegen en afvallen, in combinatie met bloedglucoseverlagende tabletten, de bloedglucose<br />
verlaagd kan worden en op een goed peil gehouden kan worden. Als dat niet lukt, kan insuline<br />
worden toegevoegd of wordt helemaal overgegaan op insuline.<br />
Hoe werkt insuline?<br />
Insuline kan niet als tablet worden genomen omdat het in de maag en darmen al wordt<br />
afgebroken. Het wordt daarom meestal toegediend als injectie, met een insulinepen. Insuline is<br />
ook als inhalatiepoeder beschikbaar geweest, maar na korte tijd uit de handel genomen.<br />
Als u insuline spuit, gebeurt er in grote lijnen het volgende:<br />
de insuline, die u onder de huid spuit, wordt in het bloed opgenomen<br />
hierdoor stijgt de hoeveelheid insuline in het bloed<br />
op een gegeven moment wordt een maximum bereikt: de ‘insulinepiek’<br />
daarna daalt de hoeveelheid insuline in het bloed weer (omdat het lichaam de insuline<br />
afbreekt), totdat de insuline is uitgewerkt<br />
Hoe wordt insuline toegediend?<br />
Insuline wordt tegenwoordig bijna altijd met een insulinepen ingespoten. Soms wordt insuline<br />
via een insulinepomp toegediend. Sinds kort kan insuline ook geïnhaleerd worden.<br />
Internationale eenheden (IE)<br />
Meestal wordt de hoeveelheid van een medicijn uitgedrukt in grammen of milligrammen,<br />
bijvoorbeeld: twee maal daags een tablet van 5 milligram. Bij insuline is dat anders. De<br />
hoeveelheid humane insuline wordt uitgedrukt in eenheden, ook wel ‘internationale eenheden’