Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

even niet oké, dan is het meteen: heb ik een hypo?... Misschien dat dat op den duur slijt, ik
denk het wel. Laten we het hopen.”
Als u al wat langer diabetes hebt kan het zijn dat een hypo minder duidelijk wordt. De klachten
die u krijgt worden minder sterk. Dat kan vervelend zijn, omdat u de hypo pas opmerkt als de
bloedglucose nog verder daalt. U krijgt dan de meer ernstige klachten.
Het komt vrij vaak voor dat een ander eerder merkt dat u een hypo hebt, dus voordat u zelf iets
merkt. Iemand die u heel goed kent zal bijvoorbeeld denken: ‘Hij is zichzelf niet...’
“Ik heb het altijd meteen door als mijn dochter een hypo heeft, eerder dan zij het zelf merkt.
Het zit hem dan in kleinigheden, hoe ze zich beweegt bijvoorbeeld, soms ook hoe ze praat. Ik
grijp dan altijd meteen in. Soms vindt ze dat vervelend, omdat ze zelf niets door heeft. In haar
ogen maak ik me dan druk om niets. Het gebeurt ook wel eens dat ze door die hypo
vervelend wordt, dan verzet ze zich nog meer. Maar goed, dat is niet anders. Na afloop
begrijpt ze het ook meestal wel.”
Wat kunt u doen als u een hypo hebt?
Een hypo is vervelend, maar u kunt er wel wat aan doen. Hier beschrijven we stap voor stap
wat u kunt doen.
Stop met wat u aan het doen bent
Stop meteen met wat u doet, zodra u merkt dat u een hypo hebt. Het kan namelijk zijn dat u
moeite krijgt om uw aandacht erbij te houden en daardoor fouten maakt. Vooral in bepaalde
situaties is het sterk aan te raden meteen te stoppen. Bijvoorbeeld: autorijden, gevaarlijk werk,
zwemmen, ramen lappen, een baby op de arm houden enzovoort. In zulke situaties loopt u
kans dat u zichzelf of een ander in gevaar brengt.
“De eerste keer dat ik een hypo kreeg reed ik in een auto. Ik had het eigenlijk niet door. Ik
voelde me wel wat raar. Omdat ik nog wat tijd over had - ik was op weg naar een afspraak -
ben ik bij een benzinestation even gestopt. Toen ik uitstapte werd ik helemaal duizelig.
Gelukkig had ik alles bij me, dus ik kreeg het vrij snel weer onder controle. Ja, achteraf denk
ik wel eens dat ik eigenlijk geluk heb gehad. Het had toen slechter kunnen aflopen.”
Test uw bloedglucose
Test meteen uw bloedglucose als u denkt dat u een hypo hebt. U weet dan of u echt een hypo hebt.
Meestal voelt u een hypo wel goed aan, maar soms hebben de klachten een andere oorzaak.
Bijvoorbeeld: wanneer u te weinig geslapen hebt kunt u ook moe, geïrriteerd en gaperig zijn.
Soms lukt het niet om de bloedglucose te testen, bijvoorbeeld als de klachten snel ontstaan of als u
niet de spullen bij u hebt om te testen. Neem dan het zekere voor het onzekere: neem glucose.
Neem glucose
Bij een hypo hebt u glucose nodig, zo’n 20 gram. (Glucose wordt ook wel druivensuiker of
dextrose genoemd.) Om twintig gram glucose binnen te krijgen kunt u zeven glucosetabletten
(de hoeveelheid verschilt van merk tot merk), drie eetlepels (ongeveer 0,5 dl) limonadesiroop
aangelengd met water, een glas (2 dl) frisdrank (geen light), eventueel vijf suikerklontjes,
anderhalve eetlepel honing of suiker, of een halve rol kauwpepermunt of ander snoep innemen.
Zorg er in elk geval altijd voor dat u druivensuiker bij u hebt.
Test nog een keer
Deze glucose laat de verschijnselen meestal snel verdwijnen. Test daarom nog eens na
ongeveer een kwartier. De bloedglucose zal dan meestal weer normaal zijn. Als dat niet zo is,
neem dan opnieuw glucose en test na een kwartier nog eens.