Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

Het risico van een hypo bestaat met name voor mensen die insuline gebruiken. Soms hebben ook
mensen met type 2 diabetes die sulfonylureumderivaten gebruiken een hoger risico op een hypo.
Probeer het risico van een hypo in te schatten
Hypo’s zijn niet altijd te voorkómen en bij bepaalde sporten zijn hypo’s dus gevaarlijk. Het is niet
zo dat deze sporten in alle gevallen worden afgeraden. Wel wordt aangeraden de risico’s van
tevoren na te gaan. Als u niet zeker weet of u een bepaalde sport kunt doen, overleg dan met
uw arts of diabetesverpleegkundige. Als u een bepaalde sport toch graag wilt doen, ook al zijn
er risico’s, kunt u met uw arts overleggen wat u kunt doen om de kans op een hypo zo klein
mogelijk te maken.
Denk er aan, dat er bij dit soort sporten ook problemen kunnen ontstaan met de verzekering als
er iets verkeerd gaat!
“De arts heeft me sterk afgeraden te blijven duiken: het is te gevaarlijk. Maar ik ben het daar
niet mee eens. Je kunt niet zomaar zeggen dat een sport ‘te gevaarlijk’ is. Waar het volgens
mij om gaat is de vraag: welke risico’s wil je nemen en welke niet? En er spelen meer zaken
mee. Bijvoorbeeld dat ik echt gek ben op duiken en het vreselijk zou missen als ik er mee
stop. Dus ik ben gewoon blijven duiken. Ik doe het wel voorzichtiger dan vroeger. Ik meet
bijvoorbeeld vaak mijn bloedglucose en duik altijd samen met een vriend die weet wat er mis
kan gaan. Of die arts dat vervelend vindt? Niet echt, geloof ik. Hij heeft wel eens gezegd: als
arts moet ik je adviseren om niet te duiken, maar je beslist uiteindelijk zelf of je iets met dat
advies doet.”
Neem voorzorgsmaatregelen
Als u denkt dat een bepaalde sport risico’s kan opleveren, kunt u voorzorgsmaatregelen nemen.
Dit geldt bijvoorbeeld voor zwemmen. De kans dat er bij het zwemmen iets misgaat is klein, maar
áls het gebeurt kunt u verdrinken. In zulke gevallen kunt u het zekere voor het onzekere nemen en
enkele voorzorgsmaatregelen nemen. Hier noemen we enkele voorzorgsmaatregelen die u hij
verschillende sporten kunt nemen.
Ga liever niet sporten binnen een uur nadat u insuline hebt gespoten. De insuline bereikt in
het eerste uur een piek, waardoor de bloedglucose snel kan gaan dalen.
Sport bij voorkeur met anderen in de buurt. Dat is veiliger en (vaak) gezelliger.
Vertel uw medesporters of anderen in de omgeving over uw diabetes en over wat zij moeten
doen bij een hypo.
Zorg dat altijd een extra voorraad glucose bij de hand is (druivensuiker).
Stop meteen met sporten als u de eerste tekenen van een hypo voelt. Neem vervolgens
gauw wat suiker die snel in het bloed kan worden opgenomen, het liefst druivensuiker
(‘sportdrankjes’, bepaalde soorten snoep, dextro’s).
Meet voor en na het sporten uw bloedglucose. Blijf dit doen tot enkele uren na het sporten,
omdat de bloedglucose door het sporten nog een tijdje kan blijven dalen.
Wanneer u om de een of andere reden tijdelijk wat ontregeld bent, is het aan te raden om
even te stoppen met sport. Ga liever ook niet sporten wanneer de bloedglucose voor het
sporten erg hoog of laag is. U kunt proberen ervoor te zorgen dat de bloedglucose vlak voor
het sporten aan de hoge kant is, bijvoorbeeld 10 mmo1/1, omdat door de inspanning uw
bloedglucose zal dalen.
Leren van uw ervaring
Wanneer u net met een sport of regelmatige beweging begint, neem dan ruim de tijd om te ervaren
hoe uw lichaam reageert op deze inspanning. Neem ook voldoende tijd om de aanpassingen in
voeding en insuline onder de knie te krijgen. Dat is een kwestie van uitproberen. Vroeg of laat leert u
hoe u zich het beste op de inspanning kunt voorbereiden.Als u zich onzeker voelt, bijvoorbeeld in het