Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
Als u ziek bent Door een (infectie)ziekte kan de bloedglucose stijgen. Dit kan leiden tot ontregelingen: een keto-acidose of een non-ketotisch coma. Test in dit geval meteen uw bloedglucose. Dit is vooral van belang voor mensen met type 1 diabetes. Bij langdurig reizen In het buitenland zijn de omstandigheden vaak anders, zoals het eten, maar ook het klimaat. Deze zaken hebben invloed op uw bloedglucose, dus dan is het nodig vaker te testen. “Ik heb een nichtje, een meisje van vier. Die was een keer op bezoek en zag me testen. Omdat het de eerste keer was dat ik dat deed terwijl zij er was, lette ik op of ze er niet van schrok. Maar ze vond het juist prachtig. Ze kroop onmiddellijk bij me op schoot om het zo goed mogelijk te zien. Natuurlijk wilde ze toen zelf ook ‘getest’ worden, dus we hebben net gedaan alsof we haar prikten en haar bloed controleerden. Haar bloedglucose was natuurlijk prima. Of zoals ze het zelf trots zei: mijn bloedkoos is goed...” Sommige mensen moeten vaker testen Sommige mensen met diabetes testen wat vaker dan anderen. Zwangere vrouwen Vrouwen die zwanger proberen te worden of zwanger zijn zullen wat vaker testen. Dit komt omdat hun bloedglucose binnen nauwere grenzen moet blijven dan normaal. Vóór de maaltijd mag de bloedglucosewaarde maximaal 5,4 mmol/l zijn, 2 uur ná de maaltijd mag de bloedglucosewaarde maximaal 6,7 mmol/l zijn. Meestal worden elke week één of meerdere dagcurves gemaakt. Mensen die onzeker zijn Sommige mensen zijn onzeker over hun bloedglucose. Dit is vaak in het begin het geval, maar het kan ook zijn dat iemand altijd wat onzekerder blijft dan anderen. In zo’n geval kan het helpen om vaker te testen: ze weten dan steeds precies hoe het met hun bloedglucose is. Mensen die regelmatige hypo’s hebben Sommige mensen met diabetes hebben geregeld een hypo. Door langere tijd veel te testen lukt het soms om hier de oorzaak van te vinden. Daarna kan worden geprobeerd de behandeling aan te passen, zodat de hypo’s voorkómen worden. Mensen die onregelmatig leven Sommige mensen leven niet regelmatig. Hiervoor kunnen verschillende oorzaken zijn, zoals ploegendienst of gewoon omdat iemand het prettig vindt dat elke dag weer anders is. Omdat elke dag anders is, zal ook de bloedglucose steeds anders zijn. Bijvoorbeeld: door een ploegendienst eet iemand op steeds wisselende tijden. Door vaak dagcurves te maken leren deze mensen welke omstandigheden precies invloed hebben op hun bloedglucose, en hoe ze hier het beste mee kunnen omgaan. Vaak duurt het even voordat ze dit goed in de vingers krijgen. Als dit eenmaal is gelukt, kunnen ze minder vaak gaan testen. Mensen met moeilijk in te stellen diabetes Bij sommige mensen zijn er erg veel schommelingen van de bloedglucose. Hierdoor kan het lang duren voordat zo iemand goed is ingesteld. Meestal moeten deze mensen lange tijd dagelijks een dagcurve maken en regelmatig naar de arts voordat zij goed zijn ingesteld.
Diabetesdagboek Doel van het dagboek Het wordt aangeraden om een dagboek bij te houden met de uitslagen van de tests. Door elke keer de uitslag op te schrijven, kunt u nooit vergeten wat de waarde was. Bovendien krijgt u een overzicht over een langere periode. U kunt dan zien of uw bloedglucose goed gereguleerd is. Als blijkt dat er geregeld een uitschieter is kunt u proberen hier iets aan te doen. U kunt een speciaal dagboek gebruiken dat een aantal fabrikanten van bloed-glucosemeters en dergelijke gratis ter beschikking stelt, maar ook zelf een lijstje maken of de waarden opschrijven in een gewone of digitale agenda. Er zijn computerprogramma’s met een digitale agenda waarin u uw waarden kunt invoeren. Wat schrijft u in het dagboek? Schrijf in dit dagboek de volgende zaken op: de datum en het moment van de test (en bijvoorbeeld nuchter) en de uitslag hoeveel en wanneer insuline of tabletten gebruikt zijn hoe laat u gegeten hebt Noteer ook bijzonderheden, bijvoorbeeld: of u weinig of veel hebt bewogen als u meer of minder gegeten hebt dan normaal als u op een andere tijd hebt gegeten als u erg gespannen was als u ziek was, bijvoorbeeld een griepje als u per ongeluk te vroeg of te laat insuline of uw tabletten hebt gebruikt (en hoe laat dit dan was) In een (digitaal) dagboek is het vaak mogelijk om de verschillende uitslagen in een grafiek te zetten. Dit wordt de dagcurve genoemd. Zo krijgt u de schommelingen in de bloedglucose heel duidelijk te zien. U ziet meteen of u niet boven of onder de grenzen bent gekomen. Ook kunt u afleiden wat de oorzaak van de schommelingen was. Misschien bent u uit eten geweest of hebt u zich flink ingespannen. Een volgende keer kunt u hier dan rekening mee houden en eventueel de behandeling tijdig aanpassen. Neem het dagboek altijd mee naar de arts Neem het dagboek (of de computeruitdraai) mee naar uw arts of diabetes-verpleegkundige. Zij kunnen dan zien of de behandeling aanslaat of dat deze aangepast moet worden. “In het begin van m’n diabetes zei de arts dat ik een dagboek bij moest houden. Ik had toen wel wat anders aan mijn hoofd en vond het eigenlijk onzin... Totdat ik op controle moest komen. Ik kon me weinig meer herinneren van de dagen dat ik me goed of niet goed voelde, wanneer ik gesport had, wanneer ik ziek was geweest enzovoort. Na die afspraak ben ik meteen naar een boekwinkel gegaan om een schrift te kopen, nu schrijf ik dat soort dingen wel op en dat werkt heel wat beter. Ik heb nu tenminste weer controle over m’n diabetes en daarvóór eigenlijk niet.” Glyc-Hb test Bij de controle door de arts kan een zogenaamde glyc-Hb test worden gedaan. Deze test wijst uit of de bloedglucose de afgelopen periode weken goed is gereguleerd. Glucose bindt zich aan een stof in het bloed, hemoglobine. Deze binding heet glycolysering. Deze geglycolyseerde hemoglobine bevat een stof, glyc-Hb, die lang in het bloed blijft zitten. Met de glyc-Hb test kan onderzocht worden hoe de bloedglucose de afgelopen zes tot acht
- Page 16 and 17: Als er dan de eerste tekenen van co
- Page 18 and 19: Reguleren bloedglucose Hoe verloopt
- Page 20 and 21: Uw lichaam maakt zelf geen insuline
- Page 22 and 23: Het ‘instellen van de insuline’
- Page 24 and 25: 7. Insulinebehandeling Samenvatting
- Page 26 and 27: vaststellen van uw individueel beha
- Page 28 and 29: Wat kunt u doen als u last hebt van
- Page 30 and 31: Waar kunt u spuiten? De spuitplaats
- Page 32 and 33: Waar zijn insulinepompen te krijgen
- Page 34 and 35: Afvallen Mensen met type 2 diabetes
- Page 36 and 37: Geen diëten Afvallen is niet een k
- Page 38 and 39: u meer energie binnen dan u verbrui
- Page 40 and 41: karnemelk magere yoghurt magere bul
- Page 42 and 43: Fruit Kies voor Kies niet te vaak v
- Page 44 and 45: Als het moeilijk wordt: zoek afleid
- Page 46 and 47: Stap 2a Bij een BMI < 27 wordt aan
- Page 48 and 49: Let op: Diamicron MR heeft een gere
- Page 50 and 51: Maagdarmklachten, zoals misselijkhe
- Page 52 and 53: Minder verzadigd vet eten Onze voed
- Page 54 and 55: Veel mensen vinden het gebruik van
- Page 56 and 57: De bloeddruk wordt daarom uitgedruk
- Page 58 and 59: Medicijnen Risicoprofiel Of u medic
- Page 60 and 61: cilazapril (Vascase) enalapril (En
- Page 62 and 63: 14. Zelfcontrole Samenvatting Een b
- Page 64 and 65: In de praktijk is de test vrij eenv
- Page 68 and 69: weken is geweest. Deze test wordt r
- Page 70 and 71: De meter is niet goed geijkt U geb
- Page 72 and 73: u de behandeling een beetje aan, af
- Page 74 and 75: Zelfregulatie betekent daarom: lere
- Page 76 and 77: In welke voeding zit koolhydraten?
- Page 78 and 79: Alcohol kan uw bloedglucose verlage
- Page 80 and 81: Was regelmatig uw handen met water
- Page 82 and 83: Als u sport is het zaak op een aant
- Page 84 and 85: Het risico van een hypo bestaat met
- Page 86 and 87: Wanneer u regelmatig zult gaan spor
- Page 88 and 89: Mislukte pogingen Misschien bent u
- Page 90 and 91: Bepaal een datum Spreek met uzelf a
- Page 92 and 93: sigaret wilde. De trek in een sigar
- Page 94 and 95: adressen van hypnotherapeuten kunt
- Page 96 and 97: “Mijn trouwe onderdanen, zo noem
- Page 98 and 99: een schilferende, soms wat vochtige
- Page 100 and 101: naam, de naam van uw huisarts en he
- Page 102 and 103: Als de volgende (tussen)maaltijd no
- Page 104 and 105: gaat. Dit verschijnsel heet ‘cont
- Page 106 and 107: Blijf drinken Omdat u zoveel plast,
- Page 108 and 109: Emotionele gevolgen Ook emotionele
- Page 110 and 111: Problemen voorkomen Probeer regelma
- Page 112 and 113: Seksuele problemen Welke seksuele p
- Page 114 and 115: “Ik heb een tijd last gehad van e
Als u ziek bent<br />
Door een (infectie)ziekte kan de bloedglucose stijgen. Dit kan leiden tot ontregelingen: een<br />
keto-acidose of een non-ketotisch coma. Test in dit geval meteen uw bloedglucose. Dit is vooral<br />
van belang voor mensen met <strong>type</strong> 1 <strong>diabetes</strong>.<br />
Bij langdurig reizen<br />
In het buitenland zijn de omstandigheden vaak anders, zoals het eten, maar ook het klimaat.<br />
Deze zaken hebben invloed op uw bloedglucose, dus dan is het nodig vaker te testen.<br />
“Ik heb een nichtje, een meisje van vier. Die was een keer op bezoek en zag me testen.<br />
Omdat het de eerste keer was dat ik dat deed terwijl zij er was, lette ik op of ze er niet van<br />
schrok. Maar ze vond het juist prachtig. Ze kroop onmiddellijk bij me op schoot om het zo<br />
goed mogelijk te zien. Natuurlijk wilde ze toen zelf ook ‘getest’ worden, dus we hebben net<br />
gedaan alsof we haar prikten en haar bloed controleerden. Haar bloedglucose was natuurlijk<br />
prima. Of zoals ze het zelf trots zei: mijn bloedkoos is goed...”<br />
Sommige mensen moeten vaker testen<br />
Sommige mensen met <strong>diabetes</strong> testen wat vaker dan anderen.<br />
Zwangere vrouwen<br />
Vrouwen die zwanger proberen te worden of zwanger zijn zullen wat vaker testen. Dit komt<br />
omdat hun bloedglucose binnen nauwere grenzen moet blijven dan normaal. Vóór de maaltijd<br />
mag de bloedglucosewaarde maximaal 5,4 mmol/l zijn, 2 uur ná de maaltijd mag de<br />
bloedglucosewaarde maximaal 6,7 mmol/l zijn. Meestal worden elke week één of meerdere<br />
dagcurves gemaakt.<br />
Mensen die onzeker zijn<br />
Sommige mensen zijn onzeker over hun bloedglucose. Dit is vaak in het begin het geval, maar<br />
het kan ook zijn dat iemand altijd wat onzekerder blijft dan anderen. In zo’n geval kan het<br />
helpen om vaker te testen: ze weten dan steeds precies hoe het met hun bloedglucose is.<br />
Mensen die regelmatige hypo’s hebben<br />
Sommige mensen met <strong>diabetes</strong> hebben geregeld een hypo. Door langere tijd veel te testen lukt<br />
het soms om hier de oorzaak van te vinden. Daarna kan worden geprobeerd de behandeling<br />
aan te passen, zodat de hypo’s voorkómen worden.<br />
Mensen die onregelmatig leven<br />
Sommige mensen leven niet regelmatig. Hiervoor kunnen verschillende oorzaken zijn, zoals<br />
ploegendienst of gewoon omdat iemand het prettig vindt dat elke dag weer anders is. Omdat<br />
elke dag anders is, zal ook de bloedglucose steeds anders zijn. Bijvoorbeeld: door een<br />
ploegendienst eet iemand op steeds wisselende tijden.<br />
Door vaak dagcurves te maken leren deze mensen welke omstandigheden precies invloed<br />
hebben op hun bloedglucose, en hoe ze hier het beste mee kunnen omgaan. Vaak duurt het<br />
even voordat ze dit goed in de vingers krijgen. Als dit eenmaal is gelukt, kunnen ze minder vaak<br />
gaan testen.<br />
Mensen met moeilijk in te stellen <strong>diabetes</strong><br />
Bij sommige mensen zijn er erg veel schommelingen van de bloedglucose. Hierdoor kan het<br />
lang duren voordat zo iemand goed is ingesteld. Meestal moeten deze mensen lange tijd<br />
dagelijks een dagcurve maken en regelmatig naar de arts voordat zij goed zijn ingesteld.