Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

22.08.2013 Views

Stap 2a Bij een BMI < 27 wordt aan metformine een sulfonylureumderivaat toegevoegd. Stap 2b Bij een BMI ≥ 27 wordt een sulfonylureumderivaat of een thiazolidinedione toegevoegd: er is geen hart- of vaatziekte en geen (aanwijzingen voor) hartfalen: metformine + sulfonylureumderivaat er is wel een hart- of vaatziekte maar geen (aanwijzingen voor) hartfalen: metformine + pioglitazon Net zoals bij stap 1b gaat bij de thiazolidinedionen de voorkeur uit naar pioglitazon, omdat hiervan de effectiviteit is aangetoond; bij rosiglitazon is dat niet het geval. Daarbij komt dat er bij beide middelen twijfel bestaat over de langetermijnveiligheid (hartinfarct), maar met name bij rosiglitazon. ATP-afhankelijke kaliumkanaalblokkers De ATP-afhankelijke kaliumkanaalblokkers zoals repaglinide hebben een werking die erg lijkt op die van sulfonylureumderivaten. Omdat deze middelen vrij nieuw zijn, is er minder over bekend dan over de sulfonylureumderivaten. Om deze reden hebben deze medicijnen nog geen duidelijke plaats in de behandeling. Het kan zijn dat u insuline moet gebruiken Als twee soorten bloedglucoseverlagende tabletten in maximale dosering niet voldoende helpen om de bloedglucosewaarde voldoende te verlagen, zult u waarschijnlijk insuline moeten gebruiken. Het gebruik van piotiglazon wordt gestopt voordat met insuline wordt begonnen. Metformine kan goed gecombineerd worden met insuline. Ook in onderstaande situaties wordt insuline gegeven: Sommige mensen met type 2 diabetes hebben ‘s ochtends voor het eten een te hoge bloedglucose. Dus zonder dat ze gegeten hebben, bevat het bloed toch te veel glucose. Bij deze mensen lukt het meestal niet om de bloedglucose goed te regelen door de voeding aan te passen en tabletten te gebruiken. Ze krijgen daarom - naast de voedingsadviezen - insuline. Meestal moeten ze hun verdere leven insuline gebruiken. Een enkele keer komt het voor dat door de insuline het reguleren van de bloedglucose zo goed lukt, dat ze na verloop van tijd geen insuline meer nodig hebben. Ze krijgen dan weer de standaard behandeling bij type 2 diabetes: het aanpassen van de voeding en tabletten. Door infecties met koorts kan de bloedglucose opeens veel te hoog worden. Het lukt dan niet altijd om de bloedglucose met voedingsadviezen en tabletten weer omlaag te krijgen. De tabletten worden dan tijdelijk vervangen door insuline. Ook door een operatie kan de bloedglucose zo in de war raken, dat er ernstige klachten ontstaan. De normale behandeling is dan niet genoeg, zodat iemand tijdelijk insuline moet gebruiken. Vaak wordt dit al vóór de operatie gestart. Ook tijdens een zwangerschap wordt insuline gebruikt. Dit gebeurt omdat er een scherpe instelling van de bloedglucosewaarde nodig is en onduidelijkheid bestaat over schadelijke effecten van de bloedglucoseverlagende tabletten voor het ongeboren kind. Het gebruik van insuline wordt daarom ook aangeraden aan vrouwen met diabetes die zwanger proberen te worden. Ook bij gebruik van sommige andere geneesmiddelen, zoals corticosteroïden, kan het nodig zijn tijdelijk insuline te geven. Tip: Omdat mensen met diabetes wat minder weerstand hebben wordt aangeraden elk jaar (in oktober of november) een griepprik te halen bij de huisarts. Dit geldt vooral voor oudere mensen met type 2 diabetes. De griepprik beschermt tegen een ernstige vorm van griep: influenza. De prik wordt vergoed door uw zorgverzekeraar.

Metformine Algemeen Metformine vermindert de aanmaak van glucose in de lever. Daarnaast verbetert metformine mogelijk de gevoeligheid van het lichaam voor insuline. Dit heeft een gunstige invloed op een verhoogde bloedglucosewaarde. Ook kan een lichte daling van het LDL- en totaal-cholesterol optreden. Voor mensen die te zwaar zijn, geeft metformine een extra voordeel. Door het overgewicht werkt de insuline die ze zelf nog aanmaken onvoldoende. Metformine zorgt ervoor dat het lichaam deze insuline toch kan gebruiken. Bovendien zorgt metformine er vaak voor dat iemand minder eetlust heeft, hierdoor wordt afvallen eenvoudiger. Gebruik U neemt de tabletten tijdens of vlak na het eten in. Overzicht metformine (Glucophage, Metformine) Werkingsduur 3 - 6 uur Bijwerkingen Sommige mensen hebben last van maagdarmklachten zoals misselijkheid. Het vermindert de eetlust. Het komt soms voor dat metformine een metaalsmaak veroorzaakt. Ernstige verzuring van het lichaam. Dit veroorzaakt buikpijn, een snelle ademhaling en bewustzijnsverlies. Verzuring wordt ook wel melkzuuracidose of lactaatacidose genoemd. Dit komt gelukkig slechts zelden voor. Het risico van zo’n verzuring is groter als u een slechte algemene conditie hebt, als u problemen hebt met uw lever, nieren, hart (hartfalen) of longen. Ook het drinken van alcohol maakt het risico van verzuring groter. Meer informatie: uw arts, apotheker of diabetesverpleegkundige. Sulfonylureumderivaten (SUD) Algemeen Sulfonylureumderivaten zorgen ervoor dat de alvleesklier meer insuline gaat maken. Gebruik U neemt deze tabletten kort voor of tijdens de maaltijd in. Overzicht Er zijn kortwerkende en langerwerkende sulfonylureumderivaten. Kortwerkende middelen tolbutamide (Tolbutamide) Werking is maximaal na 2 - 5 uur Werkingsduur 6 - 12 uur Langer werkende middelen glibenclamide (Glibenclamide) Begin werking na een half uur, werking is maximaal na 2 uur Werkingsduur 24 uur Bijzonderheden: vanwege de relatief grote kans op (soms behoorlijke) hypo’s wordt dit middel afgeraden in de richtlijn voor huisartsen (Bron: NHGstandaard Diabetes). gliclazide (Diamicron, Gliclazide) Begin werking na 4 - 5 uur Werkingsduur 24 uur

Stap 2a<br />

Bij een BMI < 27 wordt aan metformine een sulfonylureumderivaat toegevoegd.<br />

Stap 2b<br />

Bij een BMI ≥ 27 wordt een sulfonylureumderivaat of een thiazolidinedione toegevoegd:<br />

er is geen hart- of vaatziekte en geen (aanwijzingen voor) hartfalen: metformine +<br />

sulfonylureumderivaat<br />

er is wel een hart- of vaatziekte maar geen (aanwijzingen voor) hartfalen: metformine +<br />

pioglitazon<br />

Net zoals bij stap 1b gaat bij de thiazolidinedionen de voorkeur uit naar pioglitazon, omdat<br />

hiervan de effectiviteit is aangetoond; bij rosiglitazon is dat niet het geval. Daarbij komt dat er bij<br />

beide middelen twijfel bestaat over de langetermijnveiligheid (hartinfarct), maar met name bij<br />

rosiglitazon.<br />

ATP-afhankelijke kaliumkanaalblokkers<br />

De ATP-afhankelijke kaliumkanaalblokkers zoals repaglinide hebben een werking die erg lijkt op<br />

die van sulfonylureumderivaten. Omdat deze middelen vrij nieuw zijn, is er minder over bekend<br />

dan over de sulfonylureumderivaten. Om deze reden hebben deze medicijnen nog geen<br />

duidelijke plaats in de behandeling.<br />

Het kan zijn dat u insuline moet gebruiken<br />

Als twee soorten bloedglucoseverlagende tabletten in maximale dosering niet voldoende helpen om<br />

de bloedglucosewaarde voldoende te verlagen, zult u waarschijnlijk insuline moeten gebruiken.<br />

Het gebruik van piotiglazon wordt gestopt voordat met insuline wordt begonnen. Metformine kan<br />

goed gecombineerd worden met insuline.<br />

Ook in onderstaande situaties wordt insuline gegeven:<br />

Sommige mensen met <strong>type</strong> 2 <strong>diabetes</strong> hebben ‘s ochtends voor het eten een te hoge<br />

bloedglucose. Dus zonder dat ze gegeten hebben, bevat het bloed toch te veel glucose. Bij<br />

deze mensen lukt het meestal niet om de bloedglucose goed te regelen door de voeding aan<br />

te passen en tabletten te gebruiken. Ze krijgen daarom - naast de voedingsadviezen -<br />

insuline. Meestal moeten ze hun verdere leven insuline gebruiken. Een enkele keer komt het<br />

voor dat door de insuline het reguleren van de bloedglucose zo goed lukt, dat ze na verloop<br />

van tijd geen insuline meer nodig hebben. Ze krijgen dan weer de standaard behandeling bij<br />

<strong>type</strong> 2 <strong>diabetes</strong>: het aanpassen van de voeding en tabletten.<br />

Door infecties met koorts kan de bloedglucose opeens veel te hoog worden. Het lukt dan niet<br />

altijd om de bloedglucose met voedingsadviezen en tabletten weer omlaag te krijgen. De<br />

tabletten worden dan tijdelijk vervangen door insuline.<br />

Ook door een operatie kan de bloedglucose zo in de war raken, dat er ernstige klachten<br />

ontstaan. De normale behandeling is dan niet genoeg, zodat iemand tijdelijk insuline moet<br />

gebruiken. Vaak wordt dit al vóór de operatie gestart.<br />

Ook tijdens een zwangerschap wordt insuline gebruikt. Dit gebeurt omdat er een scherpe instelling<br />

van de bloedglucosewaarde nodig is en onduidelijkheid bestaat over schadelijke effecten<br />

van de bloedglucoseverlagende tabletten voor het ongeboren kind. Het gebruik van insuline wordt<br />

daarom ook aangeraden aan vrouwen met <strong>diabetes</strong> die zwanger proberen te worden.<br />

Ook bij gebruik van sommige andere geneesmiddelen, zoals corticosteroïden, kan het nodig<br />

zijn tijdelijk insuline te geven.<br />

Tip: Omdat mensen met <strong>diabetes</strong> wat minder weerstand hebben wordt aangeraden elk jaar (in<br />

oktober of november) een griepprik te halen bij de huisarts. Dit geldt vooral voor oudere<br />

mensen met <strong>type</strong> 2 <strong>diabetes</strong>. De griepprik beschermt tegen een ernstige vorm van griep:<br />

influenza. De prik wordt vergoed door uw zorgverzekeraar.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!