Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

Er zijn meerdere soorten insulinepompen verkrijgbaar. Een insulinepomp is ongeveer acht bij
vijf centimeter groot en wordt dus meestal op het lichaam gedragen. Het apparaat bestaat uit
een ampul met insuline, een motortje met batterij, een afleesschermpje en bedieningsknoppen.
Het apparaat kan waarschuwen als de naald of het slangetje verstopt zit, de batterij leeg raakt
en als het insulinereservoir moet worden verwisseld. De insuline loopt via een buigzaam
slangetje naar een naaldje in de buik (katheter). Een speciale pleister zorgt ervoor dat de naald
blijft zitten. Met een knop kan op elk gewenst tijdstip extra insuline gegeven worden,
bijvoorbeeld voor de maaltijden.
Mensen die een pomp gaan gebruiken moeten de eerste weken acht keer per dag hun
bloedglucose testen. Daarna wordt meestal vier keer per dag getest.
Een pomp moet veilig gebruikt kunnen worden
Een pomp is alleen geschikt als deze op een veilige manier gebruikt kan worden. Dat betekent
het volgende:
U moet intensief begeleid worden door een arts en diabetesverpleegkundige (samen worden
zij ‘diabetesteam’ genoemd). Bij deze begeleiding hoort ook een telefonische hulpdienst, die
24 uur per dag bereikbaar is voor noodgevallen.
U moet zichzelf kunnen testen en de pomp op de juiste manier kunnen bedienen, zoals is
afgesproken met de arts.
In noodgevallen moet iemand uit de omgeving de pomp kunnen bedienen en zonodig hulp
kunnen bieden.
Voordelen van een insulinepomp
Met een pomp kan de insuline nauwkeuriger worden toegediend dan met een insulinepen.
De hoeveelheid insuline kan eenvoudig worden aangepast.
U hoeft niet meer te injecteren.
Ook ‘s nachts wordt voorzien in de insulinebehoefte.
U hebt een grotere vrijheid om te bepalen wanneer en hoeveel u eet, om uit te slapen
enzovoort.
Nadelen van een insulinepomp
De bloedglucose moet regelmatiger worden getest.
Er is een wat grotere kans op keto-acidose. De pomp kan stuk gaan. Bijvoorbeeld: het
naaldje schiet los, het motortje gaat stuk enzovoort. Dit leidt snel tot een tekort aan insuline,
zodat iemand een keto-acidose kan krijgen.
Soms raakt de huid bij de naald geïnfecteerd of geïrriteerd. Goede hygiëne kan helpen om dit
te voorkómen.
Ook kan een allergische reactie ontstaan. Dit is lastiger te voorkómen.
De pomp draagt u in principe altijd bij zich, dit kan vervelend zijn. Door het gebruik van een
afkoppelbaar systeem kan de pomp wel maximaal twee uur worden afgekoppeld,
bijvoorbeeld tijdens het sporten of het vrijen. Met sommige pompen kunt u zwemmen. Vraag
uw diabetesverpleegkundige om advies.