22.08.2013 Views

Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Waar kunt u spuiten?<br />

De spuitplaats hangt vooral af van de soort insuline die u gebruikt. Uw <strong>diabetes</strong>verpleegkundige<br />

of doktersassistent geeft u hierover adviezen. Deze adviezen zijn individueel, omdat rekening<br />

wordt gehouden met uw persoonlijke mogelijkheden, wensen en omstandigheden.<br />

U kunt hierbij de volgende regels aanhouden:<br />

Injecteer de insuline op dezelfde tijd van de dag in hetzelfde lichaamsdeel; bijvoorbeeld: de<br />

insuline van acht uur ‘s ochtends altijd in de buik.<br />

Kortwerkende insuline (die ook al snel begint te werken) kan het beste worden geïnjecteerd<br />

in buik en bovenarm (maar niet in de buurt van de navel: houd minimaal ongeveer vijf<br />

centimeter afstand rondom de navel).<br />

Middellang- en langwerkende insuline kunnen het beste worden geïnjecteerd in bil of been.<br />

Voorgemengde insuline kunt u ‘s ochtends in uw buik en ‘s avonds in uw been spuiten;<br />

omgekeerd mag ook, als u maar afwisselt; kies ook steeds net een iets andere prikplaats.<br />

Het is sterk aan te raden steeds op een andere plek te prikken. Daarmee voorkómt u dat er<br />

littekenweefsel (‘lipohypertrofie’) ontstaat. Door littekenweefsel komt de insuline ongelijkmatig in<br />

het bloed, waardoor u ontregeld kunt raken.<br />

Tip<br />

U kunt hiervoor een weekschema gebruiken. Als u bijvoorbeeld twee keer per dag spuit, hebt u<br />

per week veertien verschillende spuitplaatsen nodig. Tussen deze plaatsen moet steeds een<br />

afstandje zitten. Door zo steeds een andere plaats te kiezen, wordt één bepaalde plaats slechts<br />

één keer per week gebruikt. Dat is meestal lang genoeg om littekenweefsel te voorkomen.<br />

Afval<br />

U kunt gebruikte naalden en de gebruikte naaldjes van de insulinepen inleveren bij de<br />

apotheek. Hiervoor bestaan speciale containertjes. Deze kunt u krijgen bij de<br />

<strong>diabetes</strong>verpleegkundige of de apotheek.<br />

Waar zijn insulinepennen te krijgen?<br />

De meeste mensen krijgen een (soms gratis) insulinepen via de <strong>diabetes</strong>verpleegkundige, de<br />

doktersassistent of de apotheek.<br />

Pennen kunnen een TNO-verklaring krijgen. Als u een pen hebt met zo’n verklaring, weet u<br />

zeker dat de pen goed is. Pennen kunnen ook een CE-certificaat hebben. Dit is een Europees<br />

certificaat dat betekent dat een product technisch aan de normen voldoet. Als u niet op de<br />

verpakking kunt zien of de pen een van deze certificaten heeft, vraag er dan naar.<br />

Vergoeding<br />

De insulinepennen krijgt u gratis van de fabrikanten (via de <strong>diabetes</strong>verpleegkundige).<br />

De naalden worden vergoed door de AWBZ.<br />

De voorgevulde wegwerppennen worden volledig vergoed.<br />

Insulinepompen<br />

Gebruik<br />

Insulinepompen worden voornamelijk gebruikt door mensen die niet goed instelbaar zijn met<br />

een insulinepen. Ook zwangere vrouwen gebruiken meestal een pomp, omdat tijdens de<br />

zwangerschap de bloedglucose zo nauwkeurig mogelijk moet worden gereguleerd. De meeste<br />

insulinepompen worden op het lichaam gedragen; een heel enkele keer wordt de pomp via een<br />

operatie in het lichaam gebracht.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!