Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde
Het ‘instellen van de insuline’ We beschreven dat de bloedglucose normaal verloopt wanneer uw voeding en het gebruik van insuline met elkaar in evenwicht zijn. Dit ligt voor iedereen wat anders. Er zal uitgezocht moeten worden op welke manier u insuline moet gebruiken. Dit noemt men het ‘instellen van de insuline’. Als u goed bent ingesteld gebruikt u de insuline op een manier die het best in uw leven past. Bij dit instellen gaat het om vier dingen: Hoeveel injecties dient u toe? Wanneer dient u de injecties toe? Welke soort insuline gebruikt u? Hoeveel insuline gebruikt u? Uw leefgewoonten spelen een belangrijke rol Het verloop van uw bloedglucose hangt sterk samen met hoe u leeft. Uw insulinegebruik zal dus ook aan uw leefgewoonten moeten worden aangepast. Bij het instellen wordt daarom gekeken naar uw gewoonten, bij voorbeeld wanneer en hoeveel u eet, of u veel beweging hebt enzovoort. Afhankelijk van deze gewoonten wordt de insuline ingesteld. De arts of diabetesverpleegkundige maakt een behandelschema De arts maakt een schema voor u dat u een tijdje moet volgen. In dit schema staat hoe laat u de injecties geeft en welke insuline deze bevatten. Terwijl u dit schema volgt meet u uw bloedglucose elke dag. Op deze manier kunt u zien of dit schema bij u werkt. Uw arts of diabetesverpleegkundige adviseert u hoe vaak u moet meten. Dit hangt af van de soort insuline die u gebruikt. Steeds wordt het schema een beetje aangepast. Bijvoorbeeld: meer injecties, andere insuline, meer of minder insuline enzovoort. Op een gegeven moment wordt hierdoor duidelijk wat voor u een goed schema is. U bent dan ‘ingesteld op insuline’. Het instellen op insuline gebeurt in samenwerking met de arts en/of de diabetesverpleegkundige, meestal op de polikliniek van het ziekenhuis, maar soms ook in de huisartsenpraktijk. Normaal gesproken: het behandelschema volgen U krijgt dus een behandelschema. Hierin staat wanneer u insuline moet spuiten, welke soort insuline en hoeveel insuline. Als er geen bijzondere omstandigheden zijn kunt u gewoon dit schema volgen. “In het begin vond ik het moeilijk. Ik begreep er niets van, hoe dat nou zat met die glucose en die insuline. Soms dacht ik: het is alsof je naar een spelletje schaak zit te kijken terwijl je de regels niet kent. Je ziet dan alleen een paar van die mannen stukjes hout over een bord schuiven... Nu heb ik het wel aardig door. Het valt eigenlijk wel mee, ik vind het in elk geval makkelijker dan een potje schaak. Maar ja, dat is achteraf gepraat. Ik denk dat de meeste mensen met diabetes in het begin hun hersenen behoorlijk moeten inspannen.” Als u bent ingesteld, hoe gaat het dan verder? Nadat u bent ingesteld zult u nog regelmatig contact hebben met de arts of de diabetesverpleegkundige. Maar het meeste werk moet u nu zelf doen. Elke dag zult u insuline gebruiken en regelmatig zult u uw bloedglucose controleren. Dat lijkt in het begin erg ingewikkeld, maar na een tijdje valt dat mee.
De arts of de diabetesverpleegkundige zullen u ook leren dat niet alleen de voeding en insuline invloed hebben op de bloedglucose, maar ook andere zaken zoals beweging of stress. U zult leren om onder alle omstandigheden uw bloedglucose normaal te houden. De meeste mensen met diabetes wennen na verloop van tijd aan wat er bij het reguleren van de bloedglucose komt kijken. Beweging Regelmatig bewegen Er zijn veel redenen te bedenken om te gaan bewegen. Regelmatig bewegen draagt bij aan het opbouwen en onderhouden van een gezonde fitheid. Bovendien heeft beweging vaak een gunstige invloed op onze stemming: we voelen ons er ook geestelijk beter door. Voor mensen met diabetes heeft bewegen nog veel meer voordelen. Het is een effectieve manier de werking van insuline te verbeteren, een gezond gewicht te behouden en de bloeddruk en het cholesterolgehalte te verlagen. Hierdoor verkleint u de kans op hart- en vaatziekten. Matig bewegen of sporten? Om een goede gezondheid te behouden is het nodig elke dag minstens een half uur matig te bewegen. Matig bewegen hoeft niet te betekenen: sporten. U kunt ook denken aan fietsen of tuinieren. U mag dus best een beetje moe worden en gaan zweten, maar u hoeft niet buiten adem te raken. Om uw conditie flink te verbeteren, hebt u aan een half uurtje bewegen per dag niet genoeg. U zult naast een half uur beweging per dag minstens drie keer per week een half uur flink moeten bewegen of sporten. U kunt hierbij denken aan stevig fietsen (fietsen is voor mensen met diabetes beter dan wandelen), zwemmen, aquajoggen, conditietraining op een sportschool (‘fitness’) enzovoort: alles waarbij u zich flink moet inspannen. Sporten en diabetes Voor de meeste mensen met diabetes is het goed mogelijk om te sporten. Sporten is echter alleen veilig als u in staat bent tot zelfregulatie, dus als u uw behandeling kunt aanpassen aan het sporten. Tijdens en na het sporten zal uw bloedglucose namelijk dalen omdat het lichaam extra energie verbruikt. Hierdoor kunt u een hypo krijgen. Als u complicaties hebt, zoals oog-, nier- of gevoelsafwijkingen of slagadervernauwing is het sterk aan te raden altijd eerst met uw arts te overleggen. Hij of zij kan dan besluiten om u medisch te laten keuren. Dit advies geldt ook als u niet gewend bent om te sporten, als u al langere tijd diabetes hebt en als u ouder bent dan veertig. Dan zijn er nog sporten waaraan bepaalde risico’s zijn verbonden voor mensen met diabetes, zoals parachutespringen of diepzeeduiken. Deze sporten zijn minder geschikt. Als u twijfelt of u een bepaalde sport kunt doen, is het ook aan te raden eerst met uw arts te overleggen. “Sporten is mijn leven. Toen ik hoorde dat ik diabetes had was ik dan ook echt niet van plan het sporten op te geven. Mijn arts had me wel gewaarschuwd, maar ik dacht: bekijk het maar! Tot ik tijdens het voetbal op een hete zondagmiddag zomaar flauwviel op het veld. Ik ben daar zo van geschrokken... Mijn arts, maar ook mijn vrouw en kinderen waren echt boos op me. Tja, dat zet je wel aan het denken. Samen met mijn arts heb ik toen overlegd wat het beste voor mij is. Ik kan gelukkig wel blijven voetballen, maar ik moet echt mijn grenzen trekken. Als het echt warm is, blijf ik voortaan maar in de dug-out.”
- Page 2 and 3: Op de achterkaft “In het begin du
- Page 4 and 5: 1. U hebt diabetes Samenvatting Bij
- Page 6 and 7: Type 1 entype 2 diabetes Overzicht
- Page 8 and 9: vervelend, maar ook voor mijn man.
- Page 10 and 11: Steun van anderen Iedereen heeft de
- Page 12 and 13: Sommige mensen drinken (vaak ongeme
- Page 14 and 15: Late gevolgen Nieuwe klachten Door
- Page 16 and 17: Als er dan de eerste tekenen van co
- Page 18 and 19: Reguleren bloedglucose Hoe verloopt
- Page 20 and 21: Uw lichaam maakt zelf geen insuline
- Page 24 and 25: 7. Insulinebehandeling Samenvatting
- Page 26 and 27: vaststellen van uw individueel beha
- Page 28 and 29: Wat kunt u doen als u last hebt van
- Page 30 and 31: Waar kunt u spuiten? De spuitplaats
- Page 32 and 33: Waar zijn insulinepompen te krijgen
- Page 34 and 35: Afvallen Mensen met type 2 diabetes
- Page 36 and 37: Geen diëten Afvallen is niet een k
- Page 38 and 39: u meer energie binnen dan u verbrui
- Page 40 and 41: karnemelk magere yoghurt magere bul
- Page 42 and 43: Fruit Kies voor Kies niet te vaak v
- Page 44 and 45: Als het moeilijk wordt: zoek afleid
- Page 46 and 47: Stap 2a Bij een BMI < 27 wordt aan
- Page 48 and 49: Let op: Diamicron MR heeft een gere
- Page 50 and 51: Maagdarmklachten, zoals misselijkhe
- Page 52 and 53: Minder verzadigd vet eten Onze voed
- Page 54 and 55: Veel mensen vinden het gebruik van
- Page 56 and 57: De bloeddruk wordt daarom uitgedruk
- Page 58 and 59: Medicijnen Risicoprofiel Of u medic
- Page 60 and 61: cilazapril (Vascase) enalapril (En
- Page 62 and 63: 14. Zelfcontrole Samenvatting Een b
- Page 64 and 65: In de praktijk is de test vrij eenv
- Page 66 and 67: Als u ziek bent Door een (infectie)
- Page 68 and 69: weken is geweest. Deze test wordt r
- Page 70 and 71: De meter is niet goed geijkt U geb
De arts of de <strong>diabetes</strong>verpleegkundige zullen u ook leren dat niet alleen de voeding en insuline<br />
invloed hebben op de bloedglucose, maar ook andere zaken zoals beweging of stress. U zult leren<br />
om onder alle omstandigheden uw bloedglucose normaal te houden. De meeste mensen met<br />
<strong>diabetes</strong> wennen na verloop van tijd aan wat er bij het reguleren van de bloedglucose komt kijken.<br />
Beweging<br />
Regelmatig bewegen<br />
Er zijn veel redenen te bedenken om te gaan bewegen. Regelmatig bewegen draagt bij aan het<br />
opbouwen en onderhouden van een gezonde fitheid. Bovendien heeft beweging vaak een<br />
gunstige invloed op onze stemming: we voelen ons er ook geestelijk beter door.<br />
Voor mensen met <strong>diabetes</strong> heeft bewegen nog veel meer voordelen. Het is een effectieve<br />
manier de werking van insuline te verbeteren, een gezond gewicht te behouden en de<br />
bloeddruk en het cholesterolgehalte te verlagen. Hierdoor verkleint u de kans op hart- en<br />
vaatziekten.<br />
Matig bewegen of sporten?<br />
Om een goede gezondheid te behouden is het nodig elke dag minstens een half uur matig te<br />
bewegen. Matig bewegen hoeft niet te betekenen: sporten. U kunt ook denken aan fietsen of<br />
tuinieren. U mag dus best een beetje moe worden en gaan zweten, maar u hoeft niet buiten<br />
adem te raken. Om uw conditie flink te verbeteren, hebt u aan een half uurtje bewegen per dag<br />
niet genoeg. U zult naast een half uur beweging per dag minstens drie keer per week een half<br />
uur flink moeten bewegen of sporten. U kunt hierbij denken aan stevig fietsen (fietsen is voor<br />
mensen met <strong>diabetes</strong> beter dan wandelen), zwemmen, aquajoggen, conditietraining op een<br />
sportschool (‘fitness’) enzovoort: alles waarbij u zich flink moet inspannen.<br />
Sporten en <strong>diabetes</strong><br />
Voor de meeste mensen met <strong>diabetes</strong> is het goed mogelijk om te sporten. Sporten is echter<br />
alleen veilig als u in staat bent tot zelfregulatie, dus als u uw behandeling kunt aanpassen aan<br />
het sporten. Tijdens en na het sporten zal uw bloedglucose namelijk dalen omdat het lichaam<br />
extra energie verbruikt. Hierdoor kunt u een hypo krijgen.<br />
Als u complicaties hebt, zoals oog-, nier- of gevoelsafwijkingen of slagadervernauwing is het<br />
sterk aan te raden altijd eerst met uw arts te overleggen. Hij of zij kan dan besluiten om u<br />
medisch te laten keuren. Dit advies geldt ook als u niet gewend bent om te sporten, als u al<br />
langere tijd <strong>diabetes</strong> hebt en als u ouder bent dan veertig.<br />
Dan zijn er nog sporten waaraan bepaalde risico’s zijn verbonden voor mensen met <strong>diabetes</strong>,<br />
zoals parachutespringen of diepzeeduiken. Deze sporten zijn minder geschikt. Als u twijfelt of u<br />
een bepaalde sport kunt doen, is het ook aan te raden eerst met uw arts te overleggen.<br />
“Sporten is mijn leven. Toen ik hoorde dat ik <strong>diabetes</strong> had was ik dan ook echt niet van plan<br />
het sporten op te geven. Mijn arts had me wel gewaarschuwd, maar ik dacht: bekijk het<br />
maar! Tot ik tijdens het voetbal op een hete zondagmiddag zomaar flauwviel op het veld. Ik<br />
ben daar zo van geschrokken... Mijn arts, maar ook mijn vrouw en kinderen waren echt boos<br />
op me. Tja, dat zet je wel aan het denken. Samen met mijn arts heb ik toen overlegd wat het<br />
beste voor mij is. Ik kan gelukkig wel blijven voetballen, maar ik moet echt mijn grenzen<br />
trekken. Als het echt warm is, blijf ik voortaan maar in de dug-out.”