Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde Zorgboek diabetes type 1 - Bvvde

22.08.2013 Views

Sommige mensen drinken (vaak ongemerkt) zo’n zes tot acht liter per dag. Normaal is anderhalve tot twee liter. Als er dan bovendien veel frisdrank wordt gedronken, kan de dorst nog erger worden. Frisdrank bevat namelijk suiker, waardoor u nog meer dorst krijgt. Droge mond Een droge mond is het gevolg van uitdroging. U kunt vermageren omdat u veel glucose verliest via de urine Mensen (vooral met type 1 diabetes) kunnen vermageren, ook als ze toch flink eten. Dit komt omdat er veel glucose verloren gaat via de urine. Glucose is een energiebron. Als er veel glucose verloren gaat, gaat er dus ook veel energie verloren. Daar komt bij dat het lichaam op een andere manier energie gaat maken. Dit gebeurt onder meer door vetten te verbranden. Omdat er vet verdwijnt gaat u vermageren. Ook kan het zijn dat de spieren dunner worden. “Op een gegeven moment begon ik vrij snel af te vallen, terwijl ik net zoveel at als altijd. Ik schrok daar erg van, omdat ik wel eens had gehoord dat snelle vermagering met kanker te maken kan hebben. Ik was dus eigenlijk opgelucht dat het om diabetes bleek te gaan. Niet dat dat nou zo leuk is, maar toch... Op dat moment dacht ik echt: nou ja, het had erger kunnen zijn...” Honger Honger is het gevolg van de vermagering. Sommige mensen merken dat ze vooral veel meer trek hebben in zoete dingen. U kunt zich erg slap en futloos voelen Deze klachten hebben te maken met het verdwijnen van energie, de uitdroging en de vermagering. Mensen kunnen zich slap voelen, veel meer vermoeid zijn dan normaal en last hebben van slaperigheid. Wazig zien We kunnen scherp zien dankzij de ooglens. Door de verhoogde glucose in het bloed kan de ooglens vocht aantrekken. Hierdoor kan de lens vervormen en opzwellen, zodat u wazig gaat zien. Als de bloedglucose wordt verlaagd verdwijnen de klachten meestal weer, al kan dit even duren. Prikkelingen, tintelingen, doof gevoel De hoge bloedglucose heeft ook invloed op de zenuwen. Dit kan prikkelingen of een tintelend gevoel in de vingers of tenen veroorzaken. Deze klachten verdwijnen meestal weer als de bloedglucose omlaag gaat, al gebeurt dit niet meteen. Hardnekkige infecties Mensen met diabetes kunnen last hebben van hardnekkige infecties. Door een te hoge bloedglucose hebt u minder weerstand tegen ontstekingen. Bij de afweer tegen ontstekingen spelen de witte bloedcellen een belangrijke rol. Als de bloedglucose te hoog is, gaan deze cellen minder goed werken. Het gevolg is dat u minder weerstand hebt tegen infecties. Hypo en hyper Hypo: de bloedglucose is te laag Bij een hypo is de bloedglucose te laag. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als u te weinig eet of door de medicijnen. Door een hypo kunt u gaan trillen, zweten of misselijk worden, maar er zijn veel meer klachten. Vrijwel iedereen met diabetes krijgt wel eens een hypo. Een hypo hoeft niet ernstig te zijn en is goed te behandelen.

Hyper: de bloedglucose is te hoog Bij een hyper is de bloedglucose te hoog. U krijgt dan klachten die lijken op de klachten die u had voordat u wist dat u diabetes hebt. Als de bloedglucose te lang te hoog blijft, kunt u ernstiger klachten krijgen. Een hyper is goed te behandelen. Hypo’s en hypers worden ontregelingen genoemd Hypo’s en hypers worden ontregelingen genoemd. Aan ontregelingen moet altijd iets gedaan worden: als een hypo of hyper te lang blijft bestaan, kunt u namelijk ernstige klachten krijgen. Diagnose Meestal stelt de huisarts de diagnose Meestal gaan mensen naar hun huisarts als ze denken dat er iets niet goed is. Bij een te hoge bloedglucose kan het zijn dat u last hebt van veel plassen, vermagering, vermoeidheid, hardnekkige infecties enzovoort. Uw huisarts zal (meestal) met een vingerprik een druppel bloed afnemen. Dit bloed wordt ook wel het ‘capillair volbloed’ genoemd. Wanneer de glucosemeter aangeeft dat uw bloedglucose hoger is dan 11 mmol/l moet de test herhaald worden. Bij de tweede test mag u acht uur van tevoren niets eten of drinken. Er is sprake van diabetes als u nuchter bent en de waarde van uw capillair bloed hoger is dan 6,0 mmol/l. Soms zal de arts (via uw arm) bloed afnemen voor onderzoek in het laboratorium. Dit bloed wordt het ‘veneus plasma’ genoemd. Als de uitslag van het veneus plasma hoger is dan 6,9 mmol/l is er sprake van diabetes. De arts zal dan samen met u een behandeling uitstippelen. De afkorting ‘mmol/l’ staat voor ‘millimol per liter’. Dit is een bepaalde maat, net zoals ‘centimeter’ of ‘kilo’. Millimol geeft de hoeveelheid van een stof aan. Bij de bloedglucose wordt de hoeveelheid glucose per liter bloed gemeten. Vandaar: millimol per liter. Om welk type diabetes gaat het? Als duidelijk is dat u diabetes hebt, moet ook nog worden vastgesteld om welk type diabetes het gaat: type 1 of type 2. Type 1 diabetes Als u nog jong bent (jonger dan dertig) en u blijkt diabetes te hebben, is de kans groot dat u type 1 diabetes hebt. Dit geldt zeker als u klachten hebt over verzuring of veel gewichtsverlies in korte tijd. Type 2 diabetes Als u ouder bent dan dertig en u bent te zwaar, is de kans groot dat u type 2 diabetes hebt. U zult in dat geval wel reageren op een bloedglucoseverlagend middel, omdat u zelf nog wat insuline aanmaakt. Type 2 komt ook steeds vaker voor bij mensen onder de dertig. 4. Verloop Samenvatting Diabetes kan na langere tijd, meestal jaren, tot nieuwe klachten leiden. Ze hebben te maken met de ogen, de nieren, de zenuwen, het hart en de grote bloedvaten, de voeten en de gewrichten. Deze klachten worden ‘late complicaties’ genoemd. Om late complicaties zo veel mogelijk te voorkómen is het van belang uw bloedglucose goed te reguleren. U zult daarnaast regelmatig controle hebben, zodat eventuele problemen snel worden opgespoord en behandeld.

Hyper: de bloedglucose is te hoog<br />

Bij een hyper is de bloedglucose te hoog. U krijgt dan klachten die lijken op de klachten die u<br />

had voordat u wist dat u <strong>diabetes</strong> hebt. Als de bloedglucose te lang te hoog blijft, kunt u<br />

ernstiger klachten krijgen. Een hyper is goed te behandelen.<br />

Hypo’s en hypers worden ontregelingen genoemd<br />

Hypo’s en hypers worden ontregelingen genoemd. Aan ontregelingen moet altijd iets gedaan<br />

worden: als een hypo of hyper te lang blijft bestaan, kunt u namelijk ernstige klachten krijgen.<br />

Diagnose<br />

Meestal stelt de huisarts de diagnose<br />

Meestal gaan mensen naar hun huisarts als ze denken dat er iets niet goed is. Bij een te<br />

hoge bloedglucose kan het zijn dat u last hebt van veel plassen, vermagering, vermoeidheid,<br />

hardnekkige infecties enzovoort.<br />

Uw huisarts zal (meestal) met een vingerprik een druppel bloed afnemen. Dit bloed wordt ook<br />

wel het ‘capillair volbloed’ genoemd. Wanneer de glucosemeter aangeeft dat uw<br />

bloedglucose hoger is dan 11 mmol/l moet de test herhaald worden. Bij de tweede test mag u<br />

acht uur van tevoren niets eten of drinken. Er is sprake van <strong>diabetes</strong> als u nuchter bent en de<br />

waarde van uw capillair bloed hoger is dan 6,0 mmol/l. Soms zal de arts (via uw arm) bloed<br />

afnemen voor onderzoek in het laboratorium. Dit bloed wordt het ‘veneus plasma’ genoemd.<br />

Als de uitslag van het veneus plasma hoger is dan 6,9 mmol/l is er sprake van <strong>diabetes</strong>. De<br />

arts zal dan samen met u een behandeling uitstippelen.<br />

De afkorting ‘mmol/l’ staat voor ‘millimol per liter’. Dit is een bepaalde maat, net zoals<br />

‘centimeter’ of ‘kilo’. Millimol geeft de hoeveelheid van een stof aan. Bij de bloedglucose<br />

wordt de hoeveelheid glucose per liter bloed gemeten. Vandaar: millimol per liter.<br />

Om welk <strong>type</strong> <strong>diabetes</strong> gaat het?<br />

Als duidelijk is dat u <strong>diabetes</strong> hebt, moet ook nog worden vastgesteld om welk <strong>type</strong> <strong>diabetes</strong> het<br />

gaat: <strong>type</strong> 1 of <strong>type</strong> 2.<br />

Type 1 <strong>diabetes</strong><br />

Als u nog jong bent (jonger dan dertig) en u blijkt <strong>diabetes</strong> te hebben, is de kans groot dat u<br />

<strong>type</strong> 1 <strong>diabetes</strong> hebt. Dit geldt zeker als u klachten hebt over verzuring of veel gewichtsverlies<br />

in korte tijd.<br />

Type 2 <strong>diabetes</strong><br />

Als u ouder bent dan dertig en u bent te zwaar, is de kans groot dat u <strong>type</strong> 2 <strong>diabetes</strong> hebt. U<br />

zult in dat geval wel reageren op een bloedglucoseverlagend middel, omdat u zelf nog wat<br />

insuline aanmaakt. Type 2 komt ook steeds vaker voor bij mensen onder de dertig.<br />

4. Verloop<br />

Samenvatting<br />

Diabetes kan na langere tijd, meestal jaren, tot nieuwe klachten leiden. Ze hebben te maken<br />

met de ogen, de nieren, de zenuwen, het hart en de grote bloedvaten, de voeten en de<br />

gewrichten. Deze klachten worden ‘late complicaties’ genoemd.<br />

Om late complicaties zo veel mogelijk te voorkómen is het van belang uw bloedglucose goed te<br />

reguleren. U zult daarnaast regelmatig controle hebben, zodat eventuele problemen snel<br />

worden opgespoord en behandeld.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!