22.08.2013 Views

Dichter bij diabetes - Bvvde

Dichter bij diabetes - Bvvde

Dichter bij diabetes - Bvvde

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

stadia van nierfunctieverlies verloopt verschillend voor type-1-<strong>diabetes</strong> en type-2-<strong>diabetes</strong>. Bij circa<br />

6,5% van de patiënten is er al sprake van microalbuminurie als de diagnose type-2-<strong>diabetes</strong> wordt<br />

gesteld. Bij type-1-<strong>diabetes</strong> treedt <strong>bij</strong> 70-80% van de patiënten met microalbuminurie progressie<br />

van nefropathie op en <strong>bij</strong> type-2-<strong>diabetes</strong> <strong>bij</strong> 20-40%. Uiteindelijk ontwikkelt slechts 3-8% van de<br />

mensen met type-2-<strong>diabetes</strong> terminaal nierfalen. Dit relatief lage percentage wordt deels bepaald<br />

door de omvangrijke vroege cardiovasculaire sterfte onder type-2-diabetici. Microalbuminurie is<br />

een risicofactor voor renale en cardiovasculaire morbiditeit. Microalbtiminurie <strong>bij</strong> type-2-<strong>diabetes</strong><br />

verschilt in meerdere opzichten van microalbuminurie <strong>bij</strong> type-1-<strong>diabetes</strong>. Bij type-1-<strong>diabetes</strong><br />

vertoont 70-80% van de patiënten progressie van microalbuminurie naar meer gevorderde stadia<br />

van diabetische nefropathie. Hoewel microalbuminurie frequent voorkomt <strong>bij</strong> mensen met type-2<strong>diabetes</strong>,<br />

vertoont slechts een minderheid van 20-40% van de patiënten progressie naar<br />

gevorderde nefropathie. Daarvan ontwikkelt uiteindelijk slechts 20% over een periode van tien tot<br />

twintig jaar terminaal nierfalen. Op het grote aantal patiënten met type-2-<strong>diabetes</strong> betekent een<br />

prevalentie 20-40% natuurlijk wel dat het uiteindelijk om een grote groep patiënten gaat.<br />

De grote impact van microalbuminurie <strong>bij</strong> type-2-<strong>diabetes</strong> schuilt in het sterk verhoogde risico op<br />

cardiovasculaire incidenten. Waarschijnlijk is microalbuminurie een weergave van een algemene<br />

functieverslechtering van de vaatwand (endotheeldisfunctie). In de nieren uit de verslechterde<br />

vaatfunctie zich in lekkage van kleinere eiwitten. Jaarlijks schuift 2-3% van de patiënten met type-<br />

2-<strong>diabetes</strong> met microalbuminurie op naar een volgende fase in de verslechtering van de<br />

nierfunctie, via macroalbuminurie, naar progressie richting nierinsufficiëntie. Zie tabel 5.2 voor de<br />

indeling van de mate van eiwitverlies in diverse stadia.<br />

Het bepalen van albumineverlies in de urine (de zogenoemde microalbuminuriebepaling) lijkt op dit<br />

moment de meest voorspelbare test te zijn voor het opsporen van beginnende diabetische nierschade.<br />

Jaarlijks worden <strong>bij</strong> elke patiënt met type-2-<strong>diabetes</strong> een screening op microalbuminurie en een<br />

schatting van de creatinineklaring uitgevoerd. Screening op microalbuminurie geschiedt door bepaling<br />

van de albuminecreatinineratio in een portie steriele urine. Een urinealbuminebepaling alleen zonder<br />

urinecreatinine is onderhevig aan fout-negatieve en fout-positieve uitslagen ten gevolge van variaties in<br />

de urineconcentratie (afhankelijk van de mate van hydratie). Als <strong>bij</strong> een patiënt met type-2-<strong>diabetes</strong><br />

sprake is van microalbuminurie, zonder dat er andere microvasculaire complicaties aanwezig zijn, moet<br />

ook aan andere nierafwijkingen worden gedacht die niet primair door <strong>diabetes</strong> mellitus worden<br />

veroorzaakt.<br />

Het onderzoek naar microalbuminurie is verminderd betrouwbaar <strong>bij</strong> urineweginfectie, menstruatie,<br />

koortsende ziekte, forse lichamelijke inspanning, hartfalen, ernstig verhoogde bloeddruk en sterk<br />

ontregelde <strong>diabetes</strong> (HbA1c > 8,5%). Afhankelijk van normalisatie van deze factoren kan in het<br />

stadium van microalbuminurie spontane vermindering van renale eiwituitscheiding optreden.<br />

Wanneer er <strong>bij</strong> routinescreening (in het klinisch chemisch lab) sprake is van microalbuminurie, kan<br />

dit als objectieve meting worden beschouwd omdat bepaling van de albumineconcentratie of de<br />

albumine/creatinineratio in een portie steriel urine als betrouwbare screeningsmethode geaccepteerd<br />

wordt. Wanneer er tevens mictieklachten zijn, dient een sediment of een kweek van de<br />

urine te worden aangevraagd, teneinde infecties uit te sluiten. Bij twijfel over de waarde van de<br />

gevonden microalbuminurie (zoals <strong>bij</strong> koorts of na extreme inspanning) kan een bepaling van de<br />

eiwituitscheiding in een urineportie worden herhaald. Wanneer een patiënt positief bevonden is <strong>bij</strong><br />

screening op microalbuminurie, kan het eiwitverlies verder geobjectiveerd en gekwantificeerd te<br />

worden door middel van het verzamelen van 24-uurs urine voor het meten van de eiwituitscheiding.<br />

Deze methode is vrij omslachtig en niet direct noodzakelijk. Na ontdekking van microal-buminurie,<br />

dient na starten van behandeling met een ACE-remmer of een A-II-antagonist, na 14 dagen<br />

controle van kalium en serumcreatinine plaats te vinden. Na 3 maanden dient controle van<br />

microalbu-minurie plaats te vinden om het effect van de behandeling te evalueren.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!