Notitie industrielawaai - Gemeente Brummen
Notitie industrielawaai - Gemeente Brummen Notitie industrielawaai - Gemeente Brummen
GEMEENTE BRUMMEN Ontwerp d.d. 28 november 2011 kenmerk INT11.1101 I N D U S T R I E T E R R E I N E E R B E E K Z U I D ZONEBEHEERPLAN 2012
- Page 2 and 3: kenmerk INT11.1101 Zonebeheerplan 2
- Page 4 and 5: kenmerk INT11.1101 Zonebeheerplan 2
- Page 6 and 7: 1 INLEIDING 1.1 Algemeen kenmerk IN
- Page 8 and 9: Figuur 1.1 Industrieterrein Eerbeek
- Page 10 and 11: Het zonebeheerplan geeft heldere li
- Page 12 and 13: Wet milieubeheer (Wm) kenmerk INT11
- Page 14 and 15: kenmerk INT11.1101 2 BESTAANDE AKOE
- Page 16 and 17: 4 VISIE GELUID EERBEEK ZUID 4.1 Vis
- Page 18 and 19: 5 VERGUNNINGVERLENING EN ZONEBEHEER
- Page 20 and 21: BIJLAGEN kenmerk INT11.1101 Bijlage
- Page 22 and 23: Akoestische situatie Eerbeek Zuid 5
- Page 24 and 25: Literatuurlijst kenmerk INT11.1101
- Page 26 and 27: Toelichting begrippen Begrip/ termi
- Page 28 and 29: kenmerk INT11.1101 Bijlage III: Lij
- Page 30 and 31: kenmerk INT11.1101 Adres Postcode A
- Page 32 and 33: kenmerk INT11.1101 Adres Postcode A
- Page 34 and 35: kenmerk INT11.1101 Bijlage IV: Zone
- Page 36 and 37: kenmerk INT11.1101 optreden in de v
- Page 38 and 39: kenmerk INT11.1101 Wanneer woningen
- Page 40 and 41: 6. Geluid wordt geassocieerd met an
- Page 42 and 43: kenmerk INT11.1101 Toelichting gebr
- Page 44 and 45: Uitwisseling van rekenmodellen kenm
- Page 46 and 47: 100 95 90 85 80 75 70 65 60 55 50 n
- Page 48 and 49: Formulier extra akoestische informa
- Page 50 and 51: Toelichting trillingsmetingen & beo
GEMEENTE BRUMMEN<br />
Ontwerp<br />
d.d. 28 november 2011<br />
kenmerk INT11.1101<br />
I N D U S T R I E T E R R E I<br />
N<br />
E E R B E E K Z U I D<br />
ZONEBEHEERPLAN 2012
kenmerk INT11.1101<br />
Zonebeheerplan 2011 1
SAMENVATTING ........................................................................................... 4<br />
1 INLEIDING.......................................................................................... 5<br />
1.1 Algemeen 5<br />
1.2 Situatie <strong>Brummen</strong> 5<br />
1.3 Aanleiding aanpassing 6<br />
1.4 Een stukje geschiedenis, zonering en sanering 8<br />
1.5 Zonebeheerplan 8<br />
1.6 Zonering, MTG-waarden en woningbouw binnen de zone 9<br />
1.7 Overige wet- en regelgeving 10<br />
2 BESTAANDE AKOESTISCHE SITUATIE EERBEEK ZUID EN ZONEBEHEER . 13<br />
2.1 Eerbeek Zuid bestaande situatie 2011 13<br />
2.2 Zonebeheer 13<br />
3 ANALYSE GELUIDSITUATIE................................................................ 14<br />
3.1 Algemeen 14<br />
3.2 Analyse 14<br />
4 VISIE GELUID EERBEEK ZUID............................................................. 15<br />
4.1 Visie op bestemmingen Eerbeek zuid 15<br />
4.2 Akoestische uitwerking visie 15<br />
5 VERGUNNINGVERLENING EN ZONEBEHEER........................................ 17<br />
5.1 Werkwijze toetsing nieuwe of gewijzigde inrichtingen 17<br />
5.2 Werkwijze nieuwe woningen en bedrijven 18<br />
5.3 Laagfrequent geluid 18<br />
5.4 Trillingen 18<br />
BIJLAGEN........................................................................................... 19<br />
Bijlage I: Tekening 1 Akoestische situatie Eerbeek Zuid 20<br />
Bijlage II: Literatuurlijst, Toelichting symbolen en begrippen 22<br />
Bijlage III: Lijst MTG-waarden woningen binnen de zone 27<br />
Bijlage IV: Zonebeheer Eerbeek Zuid 33<br />
Bijlage V: Zonebeheer Aanwijzingen akoestisch adviseur 40<br />
Bijlage VI: Curve laagfrequent geluid 44<br />
Bijlage VII: Formulier extra akoestische informatie 46<br />
Bijlage VIII: Normstelling trillingen 48<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Zonebeheerplan 2011 2
kenmerk INT11.1101<br />
Zonebeheerplan 2011 3
SAMENVATTING<br />
kenmerk INT11.1101<br />
In 2007 is het zonebeheerplan voor industrieterrein Eerbeek-Zuid vastgesteld. Wat in dit<br />
zonebeheerplan is vastgesteld is nog steeds van kracht. In het kader van de bestemmingsplanactualisatie<br />
voor het industrieterrein Eerbeek Zuid zijn echter enkele keuzes gemaakt die invloed<br />
hebben op de grenzen van het industrieterrein. Het betreft de grens van het industriegebied (de<br />
fysieke locatie waar bedrijven zich kunnen vestigen) en voor een deel de zonegrens. Deze grenzen<br />
zijn opgenomen in het zonebeheerplan uit 2007. Om deze reden moet het plan nu opnieuw worden<br />
vastgesteld met de nieuwe grenzen. De grenzen worden verder wettelijk vastgelegd in de betreffende<br />
bestemmingsplannen. In het Zonebeheerplan is rekening gehouden met de aanpassingen, die in het<br />
bestemmingsplan Eerbeek Zuid worden doorgevoerd.<br />
Het industrieterrein Eerbeek Zuid en directe omgeving bestaat – akoestisch gezien – uit de volgende<br />
onderdelen:<br />
Het industrieterrein, waarop bedrijven zijn gelegen; bedrijven hebben hier de ruimte.<br />
De zone is het gebied tussen de grens van het industrieterrein en de zonegrens waarbinnen de<br />
geluidbelasting t.g.v. het industrieterrein boven de 50 dB(A) ligt. Nieuwbouw van woningen in dit<br />
gebied is beperkt mogelijk (tot 55 dB(A) gevelbelasting). Buiten deze zone is woningbouw mogelijk<br />
zonder dat deze belemmeringen ondervindt van de akoestische zone.<br />
Bij het aanpassen van de zone is rekening gehouden met de geluidrechten van bedrijven en het<br />
beschermingsniveau van bestaande woningen. Doel is en industriële bedrijvigheid ruimte te bieden en<br />
– waar gewenst – ruimte te beiden aan woningbouw.<br />
De gemeente kiest ervoor de zonegrens en 55dB(A)-contour<br />
zodanig om industrieterrein Eerbeek<br />
Zuid te leggen dat voldoende ruimte ontstaat voor<br />
nieuwe ontwikkelingen (bedrijven en woningbouw)<br />
De gemeente geeft bij vrijkomen van geluidruimte op het terrein primair ruimte aan uitbreiding van<br />
bestaande bedrijvigheid. Daarna biedt zij ruimte aan nieuwe bedrijvigheid, met beperkte geluidemissie<br />
De gemeente voert zonebeheer uit om de geluidruimte te verdelen en de zone te bewaken.<br />
Omgevingsvergunningen worden getoetst aan de nieuwe zonegrens op basis van het BBT- principe<br />
(best beschikbare technieken).<br />
Van bedrijven welke onder het Activiteitenbesluit of een AMvB vallen stelt de gemeente de benodigde<br />
geluidruimte vast en legt deze vast in een maatwerkvoorschrift.<br />
Zonebeheerplan 2011 4
1 INLEIDING<br />
1.1 Algemeen<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Het zonebeheerplan bevat – onvermijdelijk – termen uit de akoestische praktijk. Bovendien is gebruik<br />
gemaakt van en wordt verwezen naar literatuur. Een symbolen- en begrippenlijst en literatuuroverzicht<br />
zijn opgenomen in bijlage II.<br />
Een algemene omschrijving van de situatie op het industrieterrein Eerbeek Zuid in 2010 en het<br />
zonebeheer in het algemeen is opgenomen in hoofdstuk 2. Een analyse van de akoestische situatie<br />
op het terrein wordt behandeld in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt de visie van de gemeente<br />
<strong>Brummen</strong> op (de ontwikkelingen op) het industrieterrein op basis van deze analyse uiteengezet.<br />
Handhaving en zonebeheer komen – tot slot – aan de orde in hoofdstuk 5.<br />
Zinvolle achtergrondinformatie, rekenmethodes e.d. zijn opgenomen in de bijlagen van de nota. In<br />
bijlage I geeft tekening 1 de situatie op en rond het industrieterrein weer.<br />
1.2 Situatie <strong>Brummen</strong><br />
Elk bedrijf in de gemeente <strong>Brummen</strong> produceert geluid. Hoeveel dat mag zijn is vastgelegd in<br />
voorschriften van Omgevingsvergunningen of wordt bepaald door het Activiteitenbesluit of de<br />
Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) waaronder het bedrijf valt.<br />
In de gemeente <strong>Brummen</strong> is een zonebeheerplan opgesteld, als onderdeel van het geluidbeleid. In dit<br />
zonebeheerplan geeft de gemeente haar visie op (de omgang met) geluid op het industrieterrein<br />
Eerbeek Zuid. Het zonebeheerplan zal onderdeel gaan vormen van het gemeentelijke geluidbeleid,<br />
dat na de vaststelling van het zonebeheerplan zijn definitieve vorm zal krijgen. Daarin wordt ook<br />
aandacht geschonken aan rail- en wegverkeerslawaai, overige industrie, e.d.<br />
De Wet geluidhinder (Wgh) vormt sinds de jaren 70 de basis voor het huidige landelijke geluidbeleid.<br />
De Wgh wordt in tranches aangepast, waarbij meer ruimte komt voor een gemeentelijk beleid. Daarin<br />
kunnen lokale geluidszaken ook lokaal worden geregeld. Het zonebeheerplan maakt gebruik van deze<br />
ontwikkeling.<br />
Daarnaast biedt het zonebeheerplan de mogelijkheid alle onderdelen van de Handreiking<br />
<strong>industrielawaai</strong> en vergunningverlening (1998) te gebruiken. Het gaat dan om bijvoorbeeld maatwerk<br />
in vergunningverlening.<br />
De gemeente <strong>Brummen</strong> kiest ervoor om op Eerbeek Zuid vestiging van Wgh- inrichtingen toe te staan.<br />
Hiermee worden inrichtingen bedoeld die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken naar de<br />
omgeving. Dit type bedrijven staat aangewezen in het Besluit omgevingsrecht, bijlage 1 onderdeel D.<br />
Bovenstaande betekent dat Eerbeek Zuid een ‘industrieterrein’ is in de zin van artikel 1 Wgh. Rond dit deel<br />
is daarom een geluidszone vastgesteld zoals bedoeld in artikel 40 Wgh. Buiten de zonegrens mag de<br />
Zonebeheerplan 2011 5
kenmerk INT11.1101<br />
geluidsbelasting van alle op het industrieterrein gevestigde bedrijven samen niet meer bedragen dan 50<br />
dB(A).<br />
In artikel 163 lid 1 Wgh is geregeld dat zonebeheer een taak is van de gemeente waarin het industrieterrein<br />
is gelegen. Taak van de zonebeheerder is het verschaffen van informatie over de beschikbare<br />
geluidsruimte aan bedrijven die zich willen vestigen of uitbreiden op het industrieterrein en het bewaken van<br />
de zoneringgrenswaarden op de zonegrens en de woningen die gelegen zijn binnen de zone. De in januari<br />
2007 gewijzigde Wet geluidhinder biedt met artikel 164 de mogelijkheid om een zonebeheerplan op te<br />
stellen. Met dit instrument kan ook sturend op worden getreden als het gaat om de verdeling van<br />
geluidsruimte per bedrijf/kavel.<br />
1.3 Aanleiding aanpassing<br />
In 2007 is het eerste zonebeheerplan voor industrieterrein Eerbeek-Zuid vastgesteld. Hetgeen in dit<br />
zonebeheerplan is vastgesteld is nog steeds van kracht. In het kader van de bestemmingsplanactualisatie<br />
voor het industrieterrein Eerbeek Zuid zijn echter enkele keuzes gemaakt die invloed<br />
hebben op de grenzen van het industrieterrein. Het betreft de grens van het industriegebied (de<br />
fysieke locatie waar bedrijven zich kunnen vestigen) en voor een deel de zonegrens. Deze grenzen<br />
zijn opgenomen in het zonebeheerplan uit 2007. Om deze reden moet het plan nu opnieuw worden<br />
vastgesteld met de nieuwe grenzen. De grenzen worden verder wettelijk vastgelegd in de betreffende<br />
bestemmingsplannen.<br />
De wijziging van de grens van het industrieterrein heeft te maken met de beëindiging van de<br />
bedrijfsactiviteiten op de terreinen ten noordoosten van het spoor. Omdat deze terreinen direct tegen<br />
de dorpskern aan zijn gelegen, is het wenselijk deze terreinen in de toekomst zodanig in te vullen dat<br />
een betere aansluiting bij de dorpskern (met bijbehorende bedrijvigheid) verkregen wordt. Daarom is<br />
besloten op deze terreinen geen wet geluidhinderinrichtingen (wgh inrichtingen) meer toe te staan.<br />
Wgh inrichtingen zijn alleen toegestaan op gezoneerde industrieterreinen en worden ook wel grote<br />
lawaaimakers genoemd. De betreffende inrichtingen zijn opgenomen in een lijst. In het<br />
zonebeheerplan uit 2007 was de locatie Soerense Zand (met bijbehorende bedrijvigheid) tevens<br />
toegerekend tot het industrieterrein (in het kader van aangrenzende bedrijvigheid). In dit gebied waren<br />
echter geen Wgh- inrichtingen toegestaan. Gelet op de beslissing het deel ten noordoosten van de<br />
spoorlijn te onttrekken aan het industrieterrein past het binnen deze systematiek om het Soerense<br />
Zand eveneens buiten de grenzen van het industrieterrein te laten.<br />
Daarnaast is in het kader van de bestemmingsplanactualisatie kritisch gekeken naar de aanwezige<br />
woningen binnen het gebied. De industrieterreingrens is opnieuw bepaald en burgerwoningen vallen<br />
niet meer binnen het industrieterrein, alleen nog bedrijfswoningen.<br />
Daardoor is de grens van het fysieke industrieterrein waar Wgh- inrichtingen zich kunnen vestigen<br />
vooral in het noordoosten kleiner geworden. Dit heeft uiteraard consequenties voor de zonegrens.<br />
Deze is door de wijzigingen in het noordoosten kleiner geworden. De in 2007 gereserveerde<br />
groeiruimte is hierbij bewaakt.<br />
Zonebeheerplan 2011 6
Figuur 1.1 Industrieterrein Eerbeek Zuid<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Zonebeheerplan 2011 7
kenmerk INT11.1101<br />
Industrie in de gemeente <strong>Brummen</strong><br />
De gemeente <strong>Brummen</strong> heeft zes bedrijven- en industrieterreinen. Het grootste terrein – Eerbeek zuid – is<br />
gezoneerd evenals het terrein Coldenhove. Daarnaast liggen verspreid in de gemeente bedrijven, alleen of<br />
in kleine clusters.<br />
- Kollergang (groot aantal bedrijven, niet gezoneerd)<br />
- Coldenhove (1 bedrijf, gezoneerd)<br />
- Rhienderen (niet gezoneerd)<br />
- De Hazenberg (niet gezoneerd)<br />
- Voorheen Drenth/HBU (klein terrein, niet gezoneerd)<br />
1.4 Een stukje geschiedenis, zonering en sanering<br />
Eerbeek zuid is een gezoneerd industrieterrein, waar het regiem van de Wet Geluidhinder op van<br />
toepassing is. Dat betekent dat de geluidemissie van het industrieterrein is vastgelegd in de vorm van een<br />
zone. Tekening 1 in bijlage I geeft een overzicht van de huidige situatie.<br />
Na vaststelling van de zone in 1986 is het zgn. saneringsprogramma uitgevoerd waarin is vastgelegd welke<br />
geluidbeperkende voorzieningen bedrijven moesten treffen om de geluidbelasting in de omgeving te<br />
beperken. Daarvoor werd budget gereserveerd door de Rijksoverheid. Na voltooiing van deze<br />
saneringsoperatie – eind jaren 90 – was de geluidemissie van het totale industrieterrein per definitie lager<br />
dan vastgelegd met de zonegrens. Bedrijven hadden immers – in meer of mindere mate – maatregelen<br />
getroffen om de geluidemissie te verkleinen. In de vigerende vergunningen van bedrijven is deze<br />
gesaneerde situatie uitgangspunt geworden.<br />
De saneringsoperatie na 1986 – als verplicht in de Wet geluidhinder artikelen 71 en 72 – had als doel de<br />
geluidbelasting op (en binnen) woningen met een geluidbelasting hoger dan 55 dB(A) terug te brengen.<br />
B&W van <strong>Brummen</strong> heeft aan Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Gelderland de<br />
saneringssituaties gerapporteerd (woningen met een geluidbelasting > 55 dB(A). GS hebben vervolgens<br />
een saneringsprogramma opgesteld en dit gemeld aan de Minister van VROM die vervolgens via het zgn.<br />
saneringsbesluit de kosten heeft bepaald. De – deels door de overheid bekostigde – voorzieningen<br />
dienden om de geluidbelasting op en in woningen definitief te verlagen.<br />
In de Handleiding zonering industrieterreinen (VROM, 1985) is gesteld dat na voltooiing van het<br />
saneringsprogramma de omvang van de zone in een aantal gevallen kan worden verkleind.<br />
1.5 Zonebeheerplan<br />
Doel van het plan<br />
Het plan dient om vergunningverlening, bestemmingsplanwijzigingen e.d. in een consequent en vast kader<br />
te kunnen uitvoeren.<br />
Het zonebeheerplan voorziet in een behoefte van de gemeente <strong>Brummen</strong> om ten aanzien van geluid op en<br />
rond het industrieterrein Eerbeek zuid duidelijkheid te scheppen over de te volgen lijn. Centraal daarbij<br />
staat de vraag: waar biedt de gemeente binnen de gegevens mogelijkheden ruimte aan bedrijvigheid en<br />
waar voor andere functies als woningbouw. Bovendien geeft de gemeente richting hoe om te gaan met<br />
deze verdeling van geluidruimte.<br />
Zonebeheerplan 2011 8
Het zonebeheerplan geeft heldere lijn over invulling van<br />
de (geluid)ruimte op industrieterrein Eerbeek zuid<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Het plan heeft geen juridisch bindende werking voor burgers en bedrijven. Het krijgt haar werking via<br />
uitvoeringsbesluiten, zoals bestemmingsplannen, vergunningverlening en besluiten met andere<br />
akoestische gevolgen.<br />
Indien zich relevante ruimtelijke wijzigingen op of rond het industrieterrein voordoen zal het<br />
zonebeheerplan worden geactualiseerd.<br />
1.6 Zonering, MTG-waarden en woningbouw binnen de zone<br />
Een geluidzone ligt rond een industrieterrein en omvat ten minste het gebied tussen het industrieterrein en<br />
de 50 dB(A)-geluidbelasting- contour op basis van de milieu of omgevingsvergunningen (art. 61 lid 2 Wgh).<br />
Meestal ligt een zone wat ruimer om de 50-dB(A)-contour en volgt bijvoorbeeld infrastructuur als wegen<br />
e.d.<br />
De vaststelling van een zone kan, daar waar vanuit rijkswege geen beperkingen zijn opgelegd, worden<br />
beschouwd als een beleidsmatige keuze omdat een afweging wordt gemaakt tussen belangen van<br />
industriële bedrijven enerzijds en woningen (en andere geluidgevoelige bestemmingen) anderzijds.<br />
De ligging van de zone is het resultaat van de afweging<br />
tussen ruimte voor werken en wonen.<br />
Op vaststelling, wijziging en opheffing van de zone in het algemeen zijn de artikelen 40 – 51 uit de Wet<br />
geluidhinder van toepassing. Voor voortbestaan, wijzigen en opheffing van bestaande zones gelden de<br />
artikelen 52 – 64. De bevoegdheden voor hogere grenswaarden binnen een zone zijn omschreven in de<br />
artikelen 110 – 114.<br />
Woningbouw binnen de zone (buiten het industrieterrein) is in principe mogelijk met geluidbelastingen tot<br />
55 dB(A). De gemeente stelt daarvoor een hogere grenswaarde vast.<br />
MTG-waarden<br />
De akoestische situatie na sanering is in het saneringsprogramma vastgelegd in zgn. Maximale<br />
Toegestane Geluidbelasting (MTG’s). Deze MTG’s zijn bij alle woninggevels binnen de zonegrens<br />
vastgelegd. Vergunningverlening aan individuele bedrijven is vervolgens op deze MTG- waarden<br />
gebaseerd (en dus in feite op de gesaneerde situatie). Een lijst met vastgestelde, of in het kader van de<br />
voorgenomen bestemmingsplanwijziging noodzakelijke MTG- waarden is opgenomen in bijlage III.<br />
Zonebeheer<br />
Basis van het zonebeheer is een actueel akoestisch zonemodel van het industrieterrein t.g.v. industriële<br />
activiteiten en de wettelijke beperkingen welke worden gevormd door de vastgestelde MTG-waarden. Dit<br />
Zonebeheerplan 2011 9
kenmerk INT11.1101<br />
maakt inzichtelijk welke geluidniveaus op het terrein heersen, waar knelpunten liggen en wat belangrijke<br />
elementen (moeten) zijn in het geluidbeleid.<br />
Deze actualisatie heeft tussen 2006 en 2010 plaatsgevonden. Het zonebeheer is een administratief<br />
systeem waarin bij wijzigingen wordt bekeken of deze akoestisch inpasbaar zijn.<br />
De actualisatie en het zonebeheer hebben geleid tot een beter inzicht in de geluidsituatie op Eerbeek zuid<br />
en de behoefte dit (beter) te omschrijven. Naast de vergunde geluidruimte voor bedrijven is in de<br />
actualisatie ook de geluidruimte van zgn. AmvB- bedrijven en bedrijven welke onder het Activiteitenbesluit<br />
vallen meegenomen. Alle akoestisch relevante bedrijvigheid op het industrieterrein is zo in kaart gebracht.<br />
Een overzicht met technische gegevens van het akoestische rekenmodel van Eerbeek Zuid is gegeven in<br />
de publicatie “Bijlagen technische gegevens Eerbeek zuid” d.d. 23 mei 2011.<br />
1.7 Overige wet- en regelgeving<br />
Het beperken en voorkomen van geluidsoverlast is grotendeels een gemeentelijke taak.<br />
De gemeente beschikt hiervoor over een complex juridisch en beleidskader op verschillende<br />
bestuursniveaus: beleid, wetten, het Activiteitenbesluit, algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) en<br />
circulaires. Maar ook op provinciaal en rijksniveau gelden relevante wetten die van belang zijn voor het<br />
zonebeheer.<br />
Rijksniveau<br />
Actueel akoestisch zonemodel is de basis voor het<br />
zonebeheerplan.<br />
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo)<br />
De Wabo regelt de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is een geïntegreerde vergunning voor<br />
bouwen, wonen, ruimte, natuur en milieu (omvat in totaal 25 regelingen).<br />
De Wabo regelt de procedures voor onder andere de Wm-vergunning. De WABO is op 1 oktober 2010 in<br />
werking getreden. Vanaf deze datum blijft de provincie bevoegd gezag voor de IPPC-bedrijven en Brzo-<br />
bedrijven. Deze situatie blijft ook na 2012 zo, wanneer naar verwachting de regionale omgevingsdiensten<br />
(RUD’s) zijn ingesteld.<br />
Voor alle overige, voorheen provinciale, niet-IPPC- en niet-BRZO-inrichtingen zijn burgemeester en wethouders<br />
bevoegd gezag. Voor deze inrichtingen behouden Gedeputeerde Staten tijdelijk een deelbevoegdheid voor het<br />
milieudeel van de omgevingsvergunning. Deze deelbevoegdheid krijgt de vorm van een vvgb (verklaring van<br />
geen bedenkingen). Daarnaast behouden Gedeputeerde Staten de handhavingbevoegdheid voor het milieudeel<br />
van de betreffende inrichtingen.<br />
Beide bevoegdheden zijn tijdelijk totdat de regionale uitvoeringsdiensten zijn gerealiseerd (naar verwachting<br />
vanaf 1 januari 2013).<br />
Zonebeheerplan 2011 10
Wet milieubeheer (Wm)<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Bijna alle bedrijven vallen onder de regels van de Wet milieubeheer. Dit betekent dat er geluidsnormen op de<br />
bedrijven van toepassing zijn om de woonomgeving te beschermen tegen geluidhinder. Vergunningsplichtige<br />
bedrijven hebben te maken met op maat gesneden geluidsvoorschriften en de geluidsnormen (grenswaarden)<br />
die gebaseerd zijn op de Handreiking <strong>industrielawaai</strong> en vergunningverlening (1998) van VROM. Een groot<br />
aantal bedrijven valt sinds 1 januari 2008 onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit (Besluit algemene<br />
regels inrichtingen milieubeheer), tenzij ze zijn aangewezen als vergunningplichtig in bijlage 1 van het Besluit<br />
omgevingsrecht. Voor deze bedrijven zijn algemeen geldende (geluid-)voorschriften van toepassing.<br />
Wet ruimtelijke ordening (Wro)<br />
Op grond van artikel 3.1 Wro stelt de gemeenteraad voor het gehele grondgebied van de gemeente een<br />
bestemmingsplan vast. De Wro bepaalt dat de ruimtelijke inrichting moet voldoen aan de eis van een ‘goede<br />
ruimtelijke ordening’. Verschillende functies mogen elkaar niet onaanvaardbaar negatief beïnvloeden en moeten<br />
op elkaar worden afgestemd. Door onder andere milieuzonering worden milieubelastende en milieugevoelige<br />
functies zoveel mogelijk gescheiden.<br />
In bestemmingsplannen wordt veelal aan de hand van een bedrijvenlijst vastgelegd welk type bedrijven zich mag<br />
vestigen op een industrieterrein. Tevens is in het plan de ligging van een geluidszone opgenomen.<br />
Crisis- en Herstelwet (Chw)<br />
De Chw is op 31 maart 2010 in werking getreden. Deze wet bevat een samenspel van tijdelijke regels en van<br />
permanente wetswijzigingen. Dit laatste is voor het aspect <strong>industrielawaai</strong> het geval.<br />
Belangrijk onderdeel van de wijzigingen is dat gemeenteraad de bevoegdheid heeft om de grenzen van een<br />
gezoneerd industrieterrein vast te stellen (waarop zich naast Wgh- inrichtingen ook niet- zoneringsplichtige<br />
bedrijven kunnen vestigen). Daarnaast hebben gemeenten een instrument gekregen die het oplossen van de<br />
problemen op gezoneerde industrieterreinen mogelijk maakt; de planfiguur een geluidsreductieplan is in het<br />
leven geroepen. Met een vastgesteld geluidsreductieplan kunnen vergunningen verleend worden als ze geen<br />
extra bijdrage leveren aan de al bestaande overschrijding. Vergunningen die wel extra bijdragen aan de<br />
bestaande overschrijding kunnen wel verleend worden zolang ze binnen de doelstellingen van een<br />
geluidsreductieplan passen. Een geluidsreductieplan is bedoeld voor industrieterreinen die “op slot” zijn.<br />
Industrieterrein Eerbeek zuid zit overigens niet ‘op slot’<br />
Provinciaal niveau<br />
De provincie Gelderland heeft een aantal taken die relevant zijn voor dit zonebeheerplan:<br />
- verlening en handhaving van omgevingsvergunningen voor enkele grote bedrijven binnen de gemeente;<br />
- vaststelling van structuurvisie, het ruimtelijke kader van de Wro.<br />
Gelders Milieu Plan<br />
In het Gelders Milieuplan (GMP-4, 2010) is de visie van de provincie Gelderland opgenomen op deze taken. In<br />
het Gelders Milieuplan ligt de nadruk op een gezonde, schone en veilige leefomgeving voor mens en natuur. Een<br />
leefomgeving waar de huidige en toekomstige generaties veilig en gezond kunnen wonen, werken en recreëren.<br />
Om dit te bereiken, zijn maatregelen nodig die zijn gericht op het verkeer en vervoer, het bedrijfsleven, de<br />
landbouw en het wonen.<br />
De sectorale aanpak van individuele bronnen wordt niet langer toereikend geacht.<br />
De maatregelen in het GMP-4 zijn gericht op het bereiken van een bepaalde basiskwaliteit in 2012.<br />
Zonebeheerplan 2011 11
kenmerk INT11.1101<br />
In het GMP is aangegeven, dat bij ruimtelijke beslissingen getoetst wordt of aan geluidsnormen wordt voldaan.<br />
De provincie Gelderland streeft een gebiedsgerichte en zonering/brongerichte aanpak na.<br />
Het GMP-4 bevat beleidsinhoudelijk geen nieuwe thema's ten opzichte van het GMP-3, maar het heeft wel<br />
scherpere doelstellingen.<br />
<strong>Gemeente</strong>lijk niveau<br />
De gemeente heeft een aantal taken welke relevant zijn voor dit zonebeheerplan:<br />
- verlening en handhaving omgevingsvergunningen voor bedrijven;<br />
- acceptatie en handhaving milieumeldingen (AMvB/Activiteitenbesluit) voor bedrijven;<br />
Zonebeheerplan 2011 12
kenmerk INT11.1101<br />
2 BESTAANDE AKOESTISCHE SITUATIE EERBEEK ZUID EN ZONEBEHEER<br />
2.1 Eerbeek Zuid bestaande situatie 2011<br />
Het industrieterrein Eerbeek Zuid en directe omgeving bestaat – akoestisch gezien – uit de volgende<br />
onderdelen:<br />
1. Het industrieterrein, waarop bedrijven zijn gelegen; bedrijven hebben hier de ruimte.<br />
2. De zone is het gebied tussen de grens van het industrieterrein en de zonegrens waarbinnen de<br />
geluidbelasting t.g.v. het industrieterrein boven de 50 dB(A) ligt. Woningbouw is beperkt mogelijk (tot 55<br />
dB(A) gevelbelasting). De huidige zonegrens is weergegeven in tekening 1 in bijlage I.<br />
3. De zonegrens die de zone afbakent. Buiten deze zone is woningbouw mogelijk zonder dat deze<br />
belemmeringen ondervindt van de akoestische zone.<br />
De Omgevingsvergunning (of het Activiteitenbesluit of AmvB) geeft bedrijven recht om binnen de daarin<br />
genoemde grenswaarden actief te zijn. Bij wijzigingen wordt bezien of - en zo ja hoe veel - extra dan wel<br />
minder geluidruimte nodig is. Vervolgens wordt getoetst aan de bestaande zonegrens of deze geluidruimte<br />
ook beschikbaar is.<br />
Bij nieuwe woningbouwplannen wordt bekeken of deze binnen de zone dan wel binnen de 55 dB(A)contour<br />
vallen.<br />
Verkeer op de openbare weg van het industrieterrein is - zoals gebruikelijk en wettelijk voorgeschreven -<br />
niet meegenomen in het <strong>industrielawaai</strong>onderzoek. Dit aspect wordt wel meegenomen in het totale<br />
geluidbeleid van de gemeente <strong>Brummen</strong>.<br />
2.2 Zonebeheer<br />
De gemeente heeft verschillende instrumenten tot haar beschikking om te bepalen welke bedrijven zich waar op<br />
het industrieterrein gaan vestigen:<br />
- bestemmingsplan;<br />
- gronduitgifte;<br />
- Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wet milieubeheer).<br />
Het zonebeheer van de gemeente <strong>Brummen</strong> bestaat – conform bovengenoemde artikelen uit de Wet<br />
geluidhinder – uit:<br />
- het bijhouden van de akoestische situatie op terrein Eerbeek zuid via een digitaal akoestisch<br />
zonebeheermodel<br />
- toetsing van nieuwe aanvragen aan de beschikbare geluidruimte op de zonegrens en aan de<br />
vastgestelde MTG-waarden,<br />
- een zo rechtvaardig en praktisch zinvolle mogelijke verdeling aanhouden van de geluidruimte op het<br />
industrieterrein.<br />
Dit zonebeheer wordt uitgevoerd, door de gemeente <strong>Brummen</strong>.<br />
Zonebeheerplan 2011 13
3 ANALYSE GELUIDSITUATIE<br />
3.1 Algemeen<br />
kenmerk INT11.1101<br />
De geluidbelasting in de omgeving van Eerbeek zuid wordt vooral bepaald door een aantal grote bedrijven<br />
als De Hoop, De Zeeuw, Mayr Melnhof, Schotpoort e.d.<br />
Bij akoestische uitbreidingen moeten de geluidvoorschriften in hun vergunningen worden aangepast.<br />
Uitbreidingen zijn bovendien toegestaan mits ze binnen de zone blijven en MTG-waarden bij woningen niet<br />
worden overschreden.<br />
Op delen van het industrieterrein ligt de actuele 50 dB(A)-contour (situatie 2011) nabij de zonegrens. Op<br />
deze plaatsen wordt getracht de geluidbelasting binnen de zonegrens te houden en wordt gestreefd naar<br />
handhaving van de bestaande (gezoneerde) situatie en voorkomen van overschrijding van de MTGwaarden<br />
bij woninggevels.<br />
Andere delen van het industrieterrein bieden geluidruimte: de actuele 50-dB(A)-contour ligt daar (ruim)<br />
binnen de zonegrens.<br />
3.2 Analyse<br />
Uit de berekeningen blijkt dat op basis van de afgegeven vergunningen de actuele 50-dB(A)-contour<br />
geheel binnen de zonegrens valt, waarbij op een aantal plaatsen nog akoestische groeiruimte aanwezig is.<br />
Zonebeheerplan 2011 14
4 VISIE GELUID EERBEEK ZUID<br />
4.1 Visie op bestemmingen Eerbeek zuid<br />
De gemeente <strong>Brummen</strong> wil ten aanzien van industrieterrein Eerbeek zuid:<br />
• aansturen op consolidatie van bedrijvigheid op het bedrijfsterrein.<br />
kenmerk INT11.1101<br />
• bestaande rechten van bedrijven op basis van vigerende Omgevingsvergunningen in stand houden.<br />
• Bij herinvulling van terreinen ruim binnen de zone – waar nodig - meer (akoestische) ruimte bieden<br />
aan al gevestigde bedrijven.<br />
• bij bestaande bedrijfswoningen op het industrieterrein er naar streven de geluidbelasting op woningen<br />
niet hoger laten zijn dan 65 dB(A) overdag, 60 dB(A) in de avond en 55 dB(A) in de nacht.<br />
De geeft bij herinvulling voorrang aan bestaande bedrijven en<br />
zal bij herverdeling de voorkeur geven aan geluidsextensieve<br />
bedrijvigheid of woningen.<br />
4.2 Akoestische uitwerking visie<br />
Als gevolg van deze visie kiest De <strong>Gemeente</strong> <strong>Brummen</strong> ervoor om:<br />
- Een deel van de geluidruimte aan te houden voor toekomstige ontwikkelingen ten behoeve van<br />
bedrijven op het industrieterrein als aangegeven met de blauwe arcering op tekening 1 in bijlage I<br />
- De gemeente streeft er naar geen nieuwe akoestische knelpunten te creëren.<br />
De gemeente kiest voor een herverdeling van (geluid) ruimte<br />
zonder bestaande rechten aan te tasten<br />
De bestaande geluidruimte voor bedrijven wordt beschermd. Bij uitbreiding van activiteiten dient dit op een<br />
aantal plaatsen akoestisch neutraal te gebeuren om zonegrens en MTG-waarden te respecteren.<br />
Ruimte voor ontwikkeling bedrijven<br />
Op delen van het industrieterrein laat de gemeente akoestische ruimte, in eerste instantie voor de<br />
uitbreiding van bestaande bedrijven en in 2 e instantie voor nieuwe bedrijven. Op gevels van woningen<br />
mogen de MTG-waarden niet worden overschreden.<br />
Geluidgevoelige objecten binnen zonegrens<br />
Zonebeheerplan 2011 15
kenmerk INT11.1101<br />
De gemeente <strong>Brummen</strong> laat woningbouw toe tussen de nieuw vast te stellen zonegrens en 55 dB(A)-lijn.<br />
De binnenniveaus mogen – bij nieuwe woningen - te allen tijde de 35 dB(A)-waarde (etmaal) niet<br />
overschrijden.<br />
Tekening 1 in bijlage I geeft met arceringen aan waar bovengenoemde gebieden zich bevinden: het gaat<br />
om zgn. uitbreidingsgebieden industrie (blauw gearceerd), de 55 dB(A)-vergunningslijn, de zonegrens en<br />
de zgn. 55 dB(A)-lijn die in principe de (gereserveerde) geluidruimte voor bedrijven aangeeft.<br />
Zonebeheerplan 2011 16
5 VERGUNNINGVERLENING EN ZONEBEHEER<br />
De nieuw vast te stellen zone wordt door de gemeente beheerd.<br />
5.1 Werkwijze toetsing nieuwe of gewijzigde inrichtingen<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Bij de (wijzigings)aanvraag voor een vergunningplichtig bedrijf dient een akoestisch onderzoek te worden<br />
ingediend. Het akoestische rekenmodel behorende bij de aanvraag wordt in het zonebeheermodel<br />
opgenomen. De bijdrage aan de zonegrens wordt getoetst.<br />
Het zonebeheer van de gemeente <strong>Brummen</strong>, als opgenomen in bijlage IV maakt duidelijk hoe de<br />
gemeente de verdeling van geluidruimte binnen de zone en toetsing van aanvragen daaraan gaat<br />
uitvoeren.<br />
Bij meldingen van bedrijven die onder het Activiteitenbesluit of een algemene maatregel van bestuur<br />
(AmvB) vallen wordt door de zonebeheerder de geluidemissie geschat, opgenomen in het<br />
zonebeheermodel en getoetst op de zonegrens. Indien nodig – bijvoorbeeld bij zoneoverschrijding – wordt<br />
in een nadere eis de geluidruimte vastgelegd. Bij een melding dient extra informatie te worden ingediend<br />
(zie voorbeeld in bijlage VII). Op basis van deze meter schat de zonebeheerder in welke geluidemissie<br />
moet worden toegekend.<br />
In beide gevallen wordt toepassing van het BBT- principe (best beschikbare technieken) beoordeeld.<br />
Volgens dit principe moet door de aanvrager worden onderzocht welke geluidbeperkende voorzieningen<br />
mogelijk zijn en tegen welke kosten. De gemeente maakt dan een overweging tussen de kosten en de te<br />
behalen geluidwinst.<br />
Wanneer een bedrijf – na toepassing van BBT – niet aan de eisen op de zone kan voldoen, is de inrichting<br />
niet inpasbaar of kan de uitbreiding niet plaatsvinden.<br />
Bij het ontstaan van nieuwe bedrijfssituaties wordt voor gevels van woningen gelegen op het<br />
industrieterrein in beginsel gestreefd naar maximale waarden voor de piekniveaus van 75/70/65 dB(A) in<br />
respectievelijk de dag/avond en nachtperiode. Hierbij zullen bestaande rechten van bedrijven worden<br />
gerespecteerd. Genoemde waarden zullen niet worden toegepast indien hier zwaarwegende redenen voor<br />
aanwezig zijn.<br />
Bij inpasbaarheid van een bedrijf wordt in de omgevingsvergunning de geluidbelasting in een aantal<br />
nabijgelegen zonepunten vastgelegd evenals die in een aantal referentiepunten, meestal op 50 m van de<br />
inrichtingsgrens.<br />
Tekening 1 in bijlage I geeft een overzicht van de situatie na de zonering.<br />
Nieuwe activiteiten worden getoetst aan de zone en aan het<br />
BBT-principe. Zoneoverschrijdingen zijn niet toegestaan<br />
Zonebeheerplan 2011 17
5.2 Werkwijze nieuwe woningen en bedrijven<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Nieuwbouwplannen worden getoetst aan de vastgelegde geluidbelastingen op de kaart. Binnen de zone<br />
kan alleen na bestuurlijke afweging woningbouw worden gerealiseerd. Het binnenniveau mag dan niet<br />
meer dan 35 dB(A) bedragen.<br />
Buiten de zone zijn, op grond van het zonebesluit, geen beperkingen voor woningbouw aanwezig.<br />
Op het industrieterrein worden geen nieuwe bedrijfswoningen toegestaan.<br />
Nieuwe bedrijfssituaties op het industrieterrein worden getoetst aan op de zonegrens en op MTG/HW<br />
punten.<br />
Onderstaand schema geeft een samenvatting van de aan te houden grenswaarden.<br />
Tabel V.1 Werkwijze nieuwe situaties<br />
Nieuw Gebied LAr,LT LAmax opmerkingen<br />
woning Industrieterrein Niet mogelijk<br />
woning Binnen zone maar<br />
buiten ind. Terrein<br />
Max 55 dB(A)<br />
Op de gevel<br />
bedrijf Op Industrieterrein Streven naar<br />
5.3 Laagfrequent geluid<br />
maximaal<br />
65 dB(A)<br />
Max 70 dB(A)<br />
Op de gevel<br />
Streven naar maximaal<br />
75 dB(A) op woninggevels op<br />
industrieterrein<br />
Max 70 dB(A) op woningen<br />
buiten industrieterrein<br />
Alleen na Bestuurlijke<br />
afweging<br />
Cumulatie en BBT beginsel<br />
Laagfrequent geluid kan zeer hinderlijk zijn. Landelijke normstelling ontbreekt. De Nederlandse Stichting<br />
Geluidhinder (NSG) heeft een richtlijn uitgebracht waaraan laagfrequent geluid kan worden getoetst. De<br />
gemeente <strong>Brummen</strong> hanteert deze richtlijn (zie bijlage VI).<br />
5.4 Trillingen<br />
Trillingen worden beschouwd op basis van de SBR richtlijnen A en B (2002) met betrekking tot hinder voor<br />
personen en schade aan gebouwen (zie bijlage VIII). De gemeente neemt bij relevante bedrijven standaard<br />
voorschriften t.a.v. trillingsniveaus op in omgevingsvergunningen en kan een onderzoek naar (potentiële)<br />
trillingshinder verlangen.<br />
Zonebeheerplan 2011 18
BIJLAGEN<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Bijlage I tekening 1<br />
Bijlage II literatuurlijst, Verklarende woorden – en begrippenlijst<br />
Bijlage III lijst MTG-waarden woningen binnen zone<br />
Bijlage IV zonebeheer Eerbeek Zuid<br />
Bijlage V zonebeheer Eerbeek Zuid, aanwijzingen voor de akoestisch adviseur.<br />
Bijlage VI curve laagfrequent geluid<br />
Bijlage VII Formulier extra akoestische informatie<br />
Bijlage VIII Normstelling trillingen<br />
Zonebeheerplan 2011 19
kenmerk INT11.1101<br />
Bijlage I: Tekening 1 Akoestische situatie Eerbeek Zuid<br />
Toelichting tekening 1:<br />
De zonegrens (rood) en de 55-dB(A)-contour t.g.v. de cumulatie van de geluidbelasting t.g.v. alle<br />
(relevante) bedrijven, de nieuwe 55-dB(A)-lijn (oranje) en gearceerd de akoestische ruimte voor bedrijven:<br />
de algemene reserve (blauw).<br />
Zonebeheerplan 2011 20
Akoestische situatie Eerbeek Zuid<br />
55 dB(A) contour<br />
Industrieterrein<br />
Nieuwe 55 dB(A)-lijn<br />
Nieuwe zonegrens<br />
Geluidruimte Bedrijven: algemene reserve<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Zonebeheerplan 2011 21
Bijlage II: Literatuurlijst, Toelichting symbolen en begrippen<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Zonebeheerplan 2011 22
Literatuurlijst<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Handreiking <strong>industrielawaai</strong> en vergunningverlening, 1998, VROM, Den Haag.<br />
Handleiding meten en rekenen <strong>industrielawaai</strong>, 1999, VROM, Den Haag.<br />
Handreiking Zonebeheerplan dec. 2006<br />
NSG-richtlijn laagfrequent geluid, april 1999, Nederlandse Stichting Geluidhinder, Delft.<br />
SBR-richtlijn deel A schade aan gebouwen, aug. 2002, Stichting Bouwresearch, Rotterdam.<br />
SBR-richtlijn deel B hinder voor personen in gebouwen, aug. 2002, Stichting Bouwresearch, Rotterdam.<br />
Wet geluidhinder, 1979, SDU te Den Haag.<br />
Bijlage technische gegevens Eerbeek Zuid, <strong>Gemeente</strong> <strong>Brummen</strong> 23 mei 2011.<br />
Zonebeheerplan 2011 23
Toelichting symbolen<br />
Symbool Eenheid Omschrijving<br />
kenmerk INT11.1101<br />
alu dB/m Frequentieafhankelijke dempingfactor voor de luchtabsorptie<br />
B - Bodemfactor<br />
Bi dB(A) Geluidsbelasting op het immissiepunt vanwege het industrieterrein<br />
Cb dB Bedrijfsduurcorrectieterm per beoordelingsperiode<br />
Cd dB Diffusieteitscorrectie<br />
Cg dB Gevelreflectieterm<br />
Cm dB Meteocorrectieterm<br />
Cref dB Correctieterm voor de meetafstand bij extrapolaties<br />
Cstoor dB Stoorgeluidscorrectie<br />
f Hz Frequentie<br />
hb m Bronhoogte ten opzichte van plaatselijk maaiveld<br />
hm m Hoogte van meetpunt ten opzichte van plaatselijk maaiveld<br />
ho m Beoordelingshoogte ten opzichte van plaatselijk maaiveld<br />
Kxx = 1,2 of 3 dB Toeslagen voor tonaal (x = 1), impulsachtig (x = 2) en muziekgeluid (x = 3)<br />
LAeqi,LT dB(A) Langtijdgemiddeld deelgeluidsniveau<br />
LAri,LT dB(A) Langtijdgemiddeld deelbeoordelingsniveau<br />
LAr,LT dB(A) Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau<br />
LAeq,T dB(A) A-gewogen equivalent geluidsniveau ten opzichte van een referentiedruk van<br />
Ldag/Lavond<br />
Lnacht/Letmaa<br />
20 µPa over de periode T<br />
dB(A) Beoordelingsniveau LAr,LT voor respectievelijk de dag,- avond,- nacht- en<br />
etmaalperiode<br />
Leq,T dB Equivalent geluids(druk)niveau ten opzichte van een referentiedruk van 20<br />
µPa over de periode T<br />
Li dB/dB(A) Gestandaardiseerd immissieniveau<br />
LAmax dB(A) Maximale A-gewogen geluidsniveau<br />
Lstoor dB/dB(A) Geluids(druk)niveau van het stoorgeluid<br />
LW dB/dB(A) Geluidsvermogenniveau van de bron<br />
LWR dB/dB(A) Immissierelevante bronsterkte<br />
ri m Afstand tussen bron en immissiepunt<br />
rref m Afstand tussen broncentrum en referentiepunt<br />
R m Afstand tussen bron en meetpunt ten behoeve van bronsterktebepaling<br />
Ri dB Geluidsisolatie van wanddeel i<br />
Sm<br />
m 2<br />
Tb uren Bedrijfsperiode<br />
Tm minuten Meetperiode<br />
To uren Beoordelingsperiode<br />
Oppervlak van het meetvlak bij aangepast meetvlakmethode c.q. het door de<br />
meetlijn omsloten grondoppervlak bij de rondom-methode<br />
Zonebeheerplan 2011 24
Toelichting begrippen<br />
Begrip/<br />
terminologie<br />
Notatie Omschrijving<br />
Immissiepunt De plaats waar het geluidsniveau wordt bepaald<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Referentiepunt Meet- of rekenpunt gebruikt als positie om van daaruit door extrapolatie het<br />
Impulsachtig<br />
geluid<br />
geluidsniveau op een beoordelingspunt te bepalen<br />
Geluid met een op het beoordelingspunt (binnen het daar aanwezige geluid)<br />
duidelijk waarneembaar impulskarakter.<br />
De waarneembaarheid van het impuls-karakter vindt op subjectieve wijze plaats<br />
Muziekgeluid Geluid met een op het beoordelingspunt (binnen het daar aanwezige geluid)<br />
duidelijk waarneembaar muziekkarakter.<br />
De waarneembaarheid van het muziekkarakter vindt op subjectieve wijze plaats<br />
Tonaal geluid Geluid met een op het beoordelingspunt (binnen het daar aanwezige geluid)<br />
duidelijk waarneembaar tonaal karakter.<br />
De waarneembaarheid van het tonale karakter vindt op subjectieve wijze plaats<br />
Stoorgeluid Het op een bepaalde plaats optredende geluid, veroorzaakt door andere<br />
geluidsbronnen dan die waarvan het geluidsniveau wordt bepaald<br />
Dagperiode De beoordelingsperiode van 07.00 tot 19.00 uur<br />
Avondperiode De beoordelingsperiode van 19.00 tot 23.00 uur<br />
Nachtperiode De beoordelingsperiode van 23.00 tot 07.00 uur<br />
Meteoraam De meteorologische omstandigheden waaronder een goede en stabiele<br />
Gevel (uitwendige<br />
scheidingsconstru<br />
ctie)<br />
geluidsoverdracht plaatsvindt<br />
Een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt<br />
van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak<br />
MTG dB(A) Maximaal Toegestane Geluidbelasting<br />
Representatieve<br />
bedrijfssituatie<br />
(RBS)<br />
Situatie waarbij de voor de geluidsproductie relevante omstandigheden<br />
kenmerkend zijn voor een bedrijfsvoering bij volledige capaciteit in de te<br />
beschouwen etmaalperiode<br />
Bedrijfstoestand Toestand van een inrichting, die relevant is voor te verrichten metingen<br />
Invallend<br />
geluidsniveau<br />
Het geluidsniveau dat op een gevel invalt zonder dat hierbij de eigen<br />
gevelreflectie betrokken wordt<br />
Meethoogte hm [m] De hoogte van het immissiepunt boven maaiveld waarop de microfoon voor de<br />
Beoordelingshoogt<br />
e<br />
geluidsmetingen zich bevindt<br />
ho [m] De hoogte van het beoordelingspunt boven het maaiveld<br />
Beoordelingspunt Het punt waar het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau wordt bepaald en<br />
Equivalent<br />
geluidsniveau in<br />
dB(A)<br />
Gestandaardiseer<br />
d immissieniveau<br />
LAeq,T<br />
[dB(A)]<br />
Li<br />
[dB(A)]<br />
getoetst aan (eventuele) grenswaarden<br />
Het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse, in<br />
de loop van een bepaalde periode optredende geluid<br />
Het equivalente geluidsniveau dat tijdens een bepaalde bedrijfstoestand onder<br />
meteoraamomstandigheden op een bepaalde plaats en hoogte wordt<br />
Zonebeheerplan 2011 25
Immissierelevante<br />
bronsterkte<br />
Langtijdgemiddeld<br />
deelgeluidsniveau<br />
Referentieniveau<br />
achtergrondgeluid<br />
LWR<br />
[dB(A)]<br />
LAeqi,LT<br />
[dB(A)]<br />
L95<br />
[dB(A)]<br />
vastgesteld<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Het geluidsvermogen in octaafbanden of in dB(A) van een denkbeeldige<br />
monopool, gelegen in het centrum van de werkelijke geluidsbron, die in de<br />
richting van het immissiepunt dezelfde geluidsdrukniveaus veroorzaakt als de<br />
werkelijke geluidsbron<br />
Equivalent A-gewogen geluidsniveau over een specifieke beoordelingsperiode<br />
ten gevolge van een specifieke bedrijfstoestand op een immissiepunt, bij een<br />
meteo-gemiddelde geluidsoverdracht, zo nodig gecorrigeerd voor de<br />
gevelreflectie<br />
Geluidniveau dat 95% van de tijd wordt overschreden (statistische grootheid)<br />
Zonegrens Grens waarop de geluidbelasting t.g.v. alle bedrijven op het industrieterrein niet<br />
meer mag bedragen dan 50 dB(A).<br />
Etmaalwaarde dB(A) De hoogste van de geluidbelasting<br />
- overdag (07-19 uur)<br />
- ’s avonds (19-23 uur) verhoogd met 5 dB(A)<br />
- ’s nachts (23 – 07 uur) verhoogd met 10 dB(A)<br />
BBT Best beschikbare technieken<br />
Zonebeheerplan 2011 26
kenmerk INT11.1101<br />
Bijlage III: Lijst MTG-waarden woningen binnen de zone<br />
Zonebeheerplan 2011 27
kenmerk INT11.1101<br />
Zonebeheerplan 2011 28
kenmerk INT11.1101<br />
Adres Postcode Aantal<br />
woningen<br />
Boerhaavelaan 7,9,11,13,15,17,19,21,23,25,27 6961 ZR 11 55<br />
Boerhaavelaan 10,12,14,16,18,20,22,24,26 6961 ZV 9 55<br />
Beekpad 7 6961 DW 1 55<br />
Coldenhovenseweg 7,9,11 6961 EA 3 55<br />
Coldenhovenseweg 8 6961 ED 1 55<br />
Coldenhovenseweg 45,53,55,59,61 6961 EB 5 55<br />
Coldenhovenseweg 46,48,50,52,54,56,58,60,60A,62 6961 EE 10 55<br />
Coldenhovenseweg 91,93,150 6961 LE 3 55<br />
Doonweg 1 6961 LK 1 55<br />
W. Eindhovenstraat 2,4,6,8 6961 CK 4 55<br />
Enkweg 13,15,17,19,22,24,26,28,30 6961 VK 9 55<br />
Enkweg 21,23,25,27 6961 GX 4 55<br />
Enkweg 34,36,38,40,42,44,46 6961 GZ 7 55<br />
Karel van Gelreweg 2,4 6961 LB 2 57<br />
Karel van Gelreweg 6,8,12 6961 LB 3 55<br />
Karel van Gelreweg1 6961 LA 1 55<br />
’t Haagje 2,4,8,14,22,24,26,28,30,32 6961 GM 10 55<br />
’t Haagje 3 6961 GL 1 55<br />
’t Haagje 34 6961 GN 1 55<br />
’t Haagje 36,38,40,42 6961 GN 4 56<br />
’t Haagje 44,46,48 6961 GN 3 57<br />
’t Haagje 50,52 6961 GN 2 58<br />
’t Haagje 54,56 6961 GN 2 60<br />
Harderwijkerweg 16,18 6961 GJ 2 55<br />
Harderwijkerweg 20,22 6961 GJ 2 59<br />
Harderwijkerweg 24,26,30,32,34,36 6961 GE 6 55<br />
Harderwijkerweg 27,29,31,33,35,37 6961 GH 6 55<br />
Huygenslaan 1,3,5 6961 XP 3 55<br />
Huygenslaan 6,8 6961 XR 2 55<br />
Kloosterstraat 2,4,6 6961 WT 3 55<br />
Kloosterstraat 8,10,12,14,16,26 6961 WT 6 56<br />
Kloosterstraat 18 6961 WT 1 58<br />
Kloosterstraat 20,24 6961 WT 2 57<br />
Kloosterstraat 28 6961 WT 1 55<br />
Kloosterstraat 23,25,27,29,35,37,39,41 6961 WN 8 55<br />
Kloosterstraat 42,44,46,48,50,52 6961 WV 6 55<br />
Kloosterstraat 43,45 6961 WP 2 55<br />
Loenenseweg 1,3 6961 CL 2 55<br />
Loenenseweg 2 6961 CR 1 55<br />
Belasting<br />
in dB(A)<br />
Zonebeheerplan 2011 29
kenmerk INT11.1101<br />
Adres Postcode Aantal<br />
J. Mankesstraat 2,4,6,8,10,12,14,16,18,20,20A,22,<br />
24,26,28,30,32,34,36,42,44,46,48<br />
J. Mankesstraat 7,9,11,13,15,17,19,21,23,25,27,29,31<br />
33,35,37,39,41<br />
woningen<br />
6961 VG 23 55<br />
6961 VC 18 55<br />
J. Mankesstraat 49,51,53,55,57,59,61,63,65,67,69,71 6961 VD 12 55<br />
J. Mankesstraat 50,52,54,56,58,60,62,64,66,68,70,72<br />
74,76,78,80,82,84<br />
J. Mankesstraat 86,88,90,92,94,96,98,100,102,104,<br />
106,108<br />
6961 VH 18 55<br />
6961 VJ 12 55<br />
J. Mankesstraat 73,75,77,79,81,83,85,87,89,91,93 6961 VE 11 55<br />
W. de Merodestraat 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14,<br />
15,16,18,20,22,24,26,28<br />
6961 GW 22 55<br />
Nobelstraat 5,7,9,11,13,15,17 6961 XV 7 55<br />
Nobelstraat 4,6,8,10,12,14,16,18,20 6961 XW 9 55<br />
O. Nassauplein 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10 6961 CH 10 55<br />
Poelkampstraat 1,3,5,7 6961 VR 4 57<br />
Poelkampstraat 4,6,8,10,12,14,16,18,20,22,24,26,28 6961 VT 13 55<br />
Poelkampstraat 9,11,13,15,17,19,21,23,25,27,29,31,33 6961 VR 13 55<br />
Poelkampstraat 35,37,39,45,47,49,51,53,55,57,59,61<br />
63,65,67,69,71,73<br />
6961 VS 18 55<br />
Putskamp 9,10,11,12 6961 WB 4 55<br />
Ruijgenbosweg 45,47,49,51,53,55 6961 GT 6 55<br />
Ruijgenbosweg 52,54,56,58,60,62 6961 GV 6 55<br />
Ruijgenbosweg 57,59,61 6961 GT 3 58<br />
Ruijgenbosweg 63 6961 GT 1 59<br />
Ruijgenbosweg 65,67 6961 GT 2 60<br />
Weth. Sandersstraat 5,(26,25,27,29,31*) 31A,33,33A<br />
35,35A,37,39,41,45,47,49,51<br />
Weth. Sandersstraat 36,38,40,42,44,46,48,50,52,54,<br />
54,56,58,60,62,64,66,68,70,72<br />
Weth. Sandersstraat 76,78,80,82,84,86,88,90,<br />
(92,94,96,98,100,102,10*)<br />
6961 HA 19 55<br />
6961 HB 19 55<br />
6961 HC 15 55<br />
A.C.W. Staringstraat 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14 6961 HD 14 55<br />
Stationsstraat 1,2,5,5a 6961 DX 4 55<br />
Steenbeekstraat 1,3,5,7,(9,11,13,15*),17,19, 21,23 6961 GP 12 55<br />
Steenbeekstraat 4,6,8 6961 GS 3 55<br />
Steenbeekstraat 10,12 6961 GS 2 57<br />
Steenbeekstraat 25,27,29,31,33,35,37,39,41,43,45 6961 GR 11 55<br />
Steenbeekstraat 47,49,51,53 6961 GR 4 56<br />
Steenbeekstraat 55,57 6961 GR 2 57<br />
Stuijvenburchstraat 39,41,43,45,47,49a,51 6961 CV 7 55<br />
Stuijvenburchstraat 40,44,48,52,56 6961 CW 5 55<br />
Belasting<br />
in dB(A)<br />
Zonebeheerplan 2011 30
kenmerk INT11.1101<br />
Adres Postcode Aantal<br />
woningen<br />
Tullekenweg 8 6961 EM 1 55<br />
Veldkantweg 89a,91,93,95,97,(99,101*) 6961 HH 7 55<br />
Volmolenweg 2,4,6 6961 VN 3 56<br />
Volmolenweg 18 6961 VN 1 57<br />
Volmolenweg 1,13,15,17,19,21,23,25,27,29,31,33 6961 VL 12 55<br />
Volmolenweg 8,10,12,20,22,24,26,28,30,32,34,40 6961 VN 12 55<br />
Volmolenweg 35,37,39,41,43,45,47,49,51,53,55,57<br />
59,61,63,65,67,69,71,73<br />
6961 VM 20 55<br />
Volmolenweg 42,44,46,50,52,54,56,58 6961 VP 8 55<br />
Belasting<br />
in dB(A)<br />
(*) Betreft na zonevaststelling afgebroken woningen waarvan de MTG-waarden blijven gelden tot de<br />
woningen definitief uit het bestemmingsplan zijn verwijderd.<br />
Na 1995 verleende hogere waarden<br />
Adres Postcode Aantal<br />
woningen<br />
’t Haagje 12,16,16a,18,18a,20,20a 6961 GN 7 55<br />
Beekkerkpad 2,4,6,8,10,12,14,16 Nb. 8 55<br />
Wethouder Sandersstraat 3 6961 HA 1 55<br />
Boerhaavelaan (naast nummer 6) 6961 WT 2 55<br />
Loenenseweg 2a 6961 CR 1 55<br />
Parallelweg 1,3,5,7,9,11,13,15,17,19,21,23 Nb. 12 55<br />
Enkweg 44a 6961 GZ 1 55<br />
Steenbeekstraat 2, 2a,2b,2c,2d 6961 GS 5 55<br />
Doonweg, gebouw B, nr. 1, 5, 9, 13 6961 KW 4 51<br />
Belasting<br />
in dB(A)<br />
Zonebeheerplan 2011 31
kenmerk INT11.1101<br />
Te verlenen hogere waarden op basis van voorgenomen bestemmingsplan Eerbeek Zuid<br />
Adres Postcode Aantal woningen<br />
Beekpad 9 6961 DW 1 60<br />
Coldenhovenseweg 15,19,21,23, 41,41a, 6961 EA 6 60<br />
Coldenhovenseweg 49 6961 EE 1 55<br />
Coldenhovenseweg 86,88,90 6961 EE 3 60<br />
Coldenhovenseweg 41,41A,47,57,65,69 6961 EB 6 60<br />
Coldenhovenseweg 68,70 6961 EE 2 60<br />
Kerkpad 5,9,11,19,21 6961 GK 5 60<br />
Kloosterstraat 1,1a-1d 6961 WN 5 60<br />
Loubergweg 1 6961 EJ 1 60<br />
Loubergweg 2,16,18,20 6961 EK 4 60<br />
Soerense zand Noord 4,6,12,16,18,22/24 6961 RB 7 55<br />
Stationsstraat 4 6961 DX 1 60<br />
Tullekenweg 15,17,23,27,29,31,33 6961 EM 7 60<br />
Tullekenweg 20 6961 EM 1 52<br />
Tullekenweg 12 6961 EM 1 51<br />
Tullekenweg 14 6961 EM 1 55<br />
Belasting<br />
in dB(A)<br />
Zonebeheerplan 2011 32
kenmerk INT11.1101<br />
Bijlage IV: Zonebeheer Eerbeek Zuid<br />
Zonebeheerplan 2011 33
Zonebeheer<br />
kenmerk INT11.1101<br />
In deze paragraaf is de manier waarop de geluidsruimte wordt verdeeld bij Wabo beschikkingen en meldingen<br />
krachtens de Wet milieubeheer toegelicht. Doel daarvan is de schaarse geluidsruimte zuinig en doelmatig te<br />
beheren. Hiermee wordt voorkomen dat bedrijven zich niet op het Industrieterrein Eerbeek Zuid kunnen vestigen,<br />
omdat de grenswaarden overschreden worden en kavels niet of onvoldoende benut worden waarvoor zij<br />
bestemd zijn. De totale geluidsruimte zal daarbij altijd bestaan uit de reeds verdeelde geluidsruimte en de daarna<br />
nog bestaande reserve. Wat de reserve betreft, is sprake van een algemene reserve. De volgende definities<br />
worden daarvoor aangehouden.<br />
Met een transparante werkwijze kan de geluidsruimte dynamisch worden beheerd. Dit wil zeggen dat de<br />
geluidsruimte wordt vastgelegd op een kaart. Er wordt onderscheid gemaakt in:<br />
- Vergunde ruimte: geluidsruimte die samenhangt met de vergunde activiteiten van bedrijven of aanvragen die<br />
in behandeling zijn genomen en daarmee samenhangende ontwerpbesluiten, zoals vastgelegd op een<br />
verkavelingskaart.<br />
- Algemene reserve: het deel van de gereserveerde geluidsruimte van het gehele industrieterrein dat resteert<br />
na toebedeling van de vergunde ruimte en de bestemmingsruimte.<br />
Het zonebeheer beoogt duidelijkheid te verschaffen over de wijze waarop de geluidemissie van bedrijven<br />
op een gezoneerd industrieterrein wordt beheerd met als doel:<br />
- adequate vergunningsvoorschriften m.b.t. geluid te maken voor bedrijven<br />
- woningen op en rond het industrieterrein akoestisch te beschermen.<br />
Dit wordt gewaarborgd door op de zonegrens te zorgen voor een geluidbelasting t.g.v. alle bedrijven<br />
gezamenlijk van 50 dB(A) etmaalwaarde, d.w.z. 50 dB(A) overdag, 45 dB(A) in de avond en 40 dB(A) in de<br />
nacht.<br />
Basis voor het zonebeheer is een digitaal akoestisch rekenmodel waarmee de geluidbelasting op de<br />
omgeving kan worden bepaald op basis van akoestische gegevens van bedrijven. Een rekenmodel bestaat<br />
uit rekenpunten, objecten (gebouwen e.d.), bodemgebieden (harde en zachte bodem) en geluidbronnen<br />
(transporten, afzuigingen, heftrucks e.d.).<br />
Het zonebeheerplan geeft het overwegingkader t.a.v. het beheer van de zone. Daarin zijn de volgende<br />
aspecten van belang:<br />
- procedures en taakverdeling zonebeheer<br />
- aanvragen en verwerken gegevens<br />
- toetsing aan zonegrens en MTG-waarden, BBT- principe<br />
- verdeling geluidruimte bij wijzigingen<br />
- piekniveaus<br />
- klachtenprocedure<br />
- bouw en sloop gebouwen<br />
Procedures en taakverdeling<br />
Eerbeek zuid kan worden beschouwd als een stabiel industrieterrein, d.w.z. dat er weinig (substantiële)<br />
wijzigingen in de geluidemissie van bedrijven plaatsvinden. Doordat een aantal grote bedrijven<br />
maatgevend is op de zonegrens zullen er bij wijzigingen op het terrein slechts beperkte verschuivingen<br />
Zonebeheerplan 2011 34
kenmerk INT11.1101<br />
optreden in de vergunde geluidruimte. Aanvragen en meldingen van bedrijven worden door de gemeente<br />
<strong>Brummen</strong> behandeld. De gemeente legt als zonebeheerder een verzoek om toetsing van de aanvraag<br />
voor aan het bureau dat het akoestische rekenmodel beheert (verder het bureau genoemd). Dit bureau<br />
toetst de akoestische informatie en bijdrage op de zonegrens cq MTG- woningen en adviseert de<br />
gemeente (zonebeheerder) over de op te nemen voorschriften cq nadere eisen.<br />
Aanvragen en verwerken gegevens<br />
Bij elke aanvraag of indiening van een kennisgeving / melding in het kader van het Activiteitenbesluit of een<br />
AMvB dient door de aanvrager een akoestisch rekenmodel dan wel een beknopte inventarisatie van de<br />
geluidemissie te zijn gevoegd. Deze informatie wordt in het zonebeheermodel gezet, waarna de bijdrage<br />
van het bedrijf op de zonegrens wordt getoetst.<br />
Omgevingsvergunning<br />
Wanneer een bedrijf een aanvraag voor een omgevingsvergunning aankondigt beslist de zonebeheerder of<br />
een akoestisch onderzoek wordt verlangd op basis van de aard van het bedrijf, de wijziging en de ligging<br />
van het bedrijf. Artikel 2.14 lid 3 WABO stelt dat het bevoegd gezag bij de beslissing tot het verlenen van<br />
een omgevingsvergunning de grenswaarden die gelden voor een gezoneerd industrieterrein in acht moet<br />
nemen.<br />
Wanneer een akoestisch onderzoek noodzakelijk is stelt het adviesbureau het digitale objectenmodel van<br />
het industrieterrein beschikbaar. De akoestisch adviseur van de aanvrager is verplicht gebruik te maken<br />
van dit model. Daarbij gevoegd is tevens een toelichting op het gebruik van het model (zie einde bijlage VI).<br />
De daarop volgende aanvraag gaat vervolgens veelal vergezeld van een akoestisch onderzoek, waarvan<br />
het digitale rekenmodel aan het adviesbureau wordt verzonden. Op basis van de aangereikte gegevens<br />
bepaalt het adviesbureau:<br />
- Of de geluidbelasting op de zonegrens niet onaanvaardbaar toeneemt.<br />
- Indien noodzakelijk, hoe veel reductie moet worden nagestreefd om akoestisch inpasbaar te zijn.<br />
Het bureau geeft daarover een advies aan de gemeente (vergunningverlening).<br />
Daarin wordt ook beschouwd of naar het inzicht van het adviesbureau voldaan wordt aan het BBT-principe.<br />
Wanneer de zonebeheerder problemen voorziet bij de zone-inpassing danwel MTG-grenswaarden of<br />
onvoldoende gegevens heeft meldt hij dat aan de gemeente. Is inpassing zonder meer mogelijk dan wordt<br />
het model definitief opgenomen in het zonebeheermodel en meldt het adviesbureau de nieuwe totale<br />
geluidbelasting op de relevante zonepunten aan de gemeente.<br />
Zonebeheerplan 2011 35
kenmerk INT11.1101<br />
AMvB-bedrijven en bedrijven welke onder het Activiteitenbesluit vallen<br />
Bij AMvB-bedrijven en bedrijven welke onder het Activiteitenbesluit vallen, gelden algemene regels op<br />
basis van art. 8.40 van de Wet Milieubeheer.<br />
In principe hoeft een bedrijf alleen een melding te doen bij het bevoegd gezag. In deze melding staan<br />
vrijwel geen akoestisch relevante gegevens. Voor deze bedrijven gelden standaardgrenswaarden van 50<br />
dB(A) etmaalwaarde op 50 m of de meest nabijgelegen woningen (binnen 50 m). Meestal heeft een bedrijf<br />
deze ruimte niet nodig en wordt daarom voor AMvB-bedrijven of bedrijven welke onder het<br />
Activiteitenbesluit vallen in veel gevallen te veel geluidruimte gereserveerd. Het bevoegd gezag heeft<br />
echter de mogelijkheid nadere eisen te stellen die de geluidemissie beperken.<br />
De gemeente <strong>Brummen</strong> kan een nadere eis opleggen wanneer:<br />
- Uitgaande van de standaardgrenswaarden uit het besluit de bijdrage van het bedrijf leidt tot een<br />
overschrijding van de zonegrens en deze bijdrage relevant is (0.1 dB(A) of meer, d.w.z. bijdrage van<br />
minimaal 40- dB(A) op de zonegrens).<br />
- Uit de akoestische inventarisatie – vastgelegd in het Formulier extra akoestische informatie – blijkt dat<br />
de nadere eis het bedrijf niet belemmert.<br />
- Er meerdere bedrijven zijn, welke een beroep kunnen doen op de beschikbare geluidruimte.<br />
Dit is ter beoordeling van de zonebeheerder. Het Formulier extra akoestische informatie is als bijlage VII<br />
opgenomen.<br />
Toetsing aan de zonegrens en MTG-woningen, BBT-principe<br />
De aangevraagde cq gemelde geluidemissie wordt getoetst aan de zonegrens en op woningen met een<br />
MTG-waarde.<br />
Uitgangspunt is dat<br />
- de 50-dB(A)-waarde op de zonegrens niet wordt overschreden en<br />
- dat MTG- waarden op woningen worden gerespecteerd.<br />
Wanneer – in het zeldzame geval – de zonegrens of MTG-waarden worden overschreden zijn er 3 opties.<br />
In volgorde van aanpak zijn dit:<br />
- het aanvragende bedrijf moet (nog meer) geluidbeperkende voorzieningen treffen of is niet inpasbaar.<br />
- andere in de betreffende toetsingspunten maatgevende bedrijven moeten geluidruimte inleveren; dit<br />
vergt uiteraard overleg.<br />
- de zonegrens moet worden verlegd of een MTG-waarde moet worden verhoogd. Sinds de wetswijziging<br />
van 1 januari 2007 is de hoofdregel dat de burgemeester en wethouder bevoegd zijn om binnen de<br />
grenzen van hun gemeente een hogere waarde vast te stellen (artikel 110a, eerste lid Wgh) behalve<br />
wanneer het een sanering van het industrieterrein betreft (artikel 63, tweede lid Wgh); dan is de Minister<br />
bevoegd gezag.<br />
MTG-waarden<br />
MTG-waarden zijn vastgesteld bij alle woningen binnen de zonegrens. MTG-waarden kunnen alleen via<br />
bestemmingsplanwijzigingen worden verhoogd (artikel 46 Wgh), waarbij de verhoging maximaal 5 dB(A)<br />
mag zijn tot een waarde van 60 dB(A).<br />
Zonebeheerplan 2011 36
kenmerk INT11.1101<br />
Wanneer woningen binnen de zone worden geamoveerd kunnen de MTG-waarden voor die woningen in<br />
principe vervallen (na bestemmingsplanwijziging). Toetsing aan de zone – en andere MTG-waarden –<br />
wordt dan maatgevend.<br />
BBT-principe<br />
De zonebeheerder geeft een oordeel over de toepassing van het BBT-principe in de aanvraag. Van belang<br />
is dat de geluidemissie zo veel mogelijk wordt beperkt uitgaande van de state of the art. Daarbij speelt de<br />
verhouding tussen de kosten en de te realiseren geluidwinst een belangrijke rol. De zonebeheerder geeft<br />
daarover een advies aan de gemeente.<br />
Verdeling en wijzigingen geluidruimte<br />
De gemeente <strong>Brummen</strong> streeft ernaar de beschikbare geluidruimte zo goed mogelijk te verdelen.<br />
Uitgangspunt is de actuele akoestische situatie, als vastgelegd in het digitale zonebeheermodel.<br />
Wanneer de geluidemissie van bedrijven gelijk blijft dan wel afneemt is dat zonder meer mogelijk.<br />
Bij een toename van de (aangevraagde) geluidruimte spelen de volgende overwegingen in ieder geval een<br />
rol:<br />
- komt het (het voortbestaan van) het bedrijf in gevaar.<br />
- passen de te maken kosten voor geluidbeperkende voorzieningen om de uitbreiding/wijziging<br />
akoestisch neutraal te laten plaatsvinden binnen het BBT- principe<br />
- moeten MTG- waarden bij woningen worden verhoogd<br />
- welke gevolgen van de akoestische uitbreiding zijn er voor de geluidruimte voor alle overige bedrijven<br />
op het industrieterrein.<br />
Bij vertrek cq overname van bedrijven wordt de vergunde geluidemissie van het bedrijf/perceel in principe<br />
gehandhaafd en voor nieuwe activiteiten - indien technisch mogelijk – verlaagd, tenzij – na bestuurlijke<br />
afweging – reductie dan wel uitbreiding van geluidruimte van groot belang is.<br />
De zonegrens, MTG-waarden en vergunde geluidruimte voor de overige bedrijven zijn daarbij echter<br />
leidend.<br />
De zonegrens biedt meer geluidruimte dan conform de vergunning is vastgelegd. Daarmee bestaat in<br />
principe geluidruimte voor uitbreiding van de geluidemissie van bedrijven: de algemene reserve.<br />
De vastgestelde MTG- waarden zijn daarbij meestal bepalend. Bij de afweging om gebruik te maken van<br />
deze ruimte zijn bovenstaande overwegingen leidend.<br />
Zonebeheerplan 2011 37
kenmerk INT11.1101<br />
Nieuwe kavels<br />
Bij de uitgifte van nieuwe kavels aan bedrijven moet de afdeling Ruimte en de zonebeheerder vooraf<br />
(kunnen) aangeven welke geluidruimte beschikbaar is (in dB(A)’s per m 2 ). De aanvrager moet, middels een<br />
akoestische rapportage dan wel het Formulier extra akoestische informatie (bijlage VII), aangeven of hij<br />
aan deze eisen kan voldoen.<br />
Piekniveaus<br />
Piekniveaus t.g.v. nieuwe bedrijfsactiviteiten mogen op woningen buiten het industrieterrein in beginsel niet<br />
hoger liggen dan 70/65/60 dB(A) in dag/avond en nacht. Bij woningen op het industrieterrein mogen deze<br />
waarden maximaal 5 dB(A) hoger liggen.<br />
Deze grenswaarden zijn opgenomen om een minimale bescherming te bieden aan woningen op het<br />
industrieterrein en gelden alleen voor nieuwe activiteiten. Genoemde waarden zullen niet worden<br />
toegepast indien hier zwaarwegende redenen voor aanwezig zijn.<br />
Bouw en sloop gebouwen<br />
De bouw en sloop van gebouwen binnen de zone moet worden gemeld aan de het adviesbureau dat<br />
daarmee het zonebeheermodel actueel kan houden.<br />
Klachtenprocedure<br />
De gemeente vindt het belangrijk inzicht te hebben in klachten t.a.v. geluid op en rond het industrieterrein.<br />
Burgers en bedrijven met klachten t.a.v. geluid kunnen daarom contact opnemen met de gemeente,<br />
telefoon 0575 56 82 33. In de avond en nacht is de politie bereikbaar. Deze geeft de klachten door.<br />
Klachten kunnen echter ook rechtsreeks met betrokkenen (bewoners, bedrijf) worden besproken. Dat leidt<br />
over het algemeen tot een snellere afhandeling.<br />
Registratie van geluidklachten<br />
De klachtenregistratie en behandeling van geluidklachten is soms moeilijk. Dit komt doordat er naast de<br />
geluidbron een veelvoud aan andere factoren meespelen.<br />
Deze geluidhinderfactoren zijn:<br />
Het geluidniveau van overige bronnen<br />
Hoe hoger het geluidniveau des te meer onze verbale communicatie wordt verstoord en hoe groter de<br />
prikkeling en de stress worden. Het geluid gaat dan ook steeds meer overheersen;<br />
De voorspelbaarheid<br />
Onregelmatige geluiden zijn in het algemeen hinderlijker dan voorspelbare en constante geluiden.<br />
Hoe onvoorspelbaarder een geluid des te meer prikkeling en stress er kan ontstaan;<br />
Gevoel van beheersbaarheid / beïnvloeding<br />
Als er geen gevoel van beheersbaarheid is dan ontstaat er ook steeds meer prikkeling en stress.<br />
Daarnaast spelen de volgende factoren ook een rol:<br />
1. Geluid wordt als onnodig ervaren;<br />
2. Gevoeligheid voor geluid;<br />
3. De relatie met de geluidbron;<br />
5. De gedachte dat geluid altijd schadelijk is voor de gezondheid;<br />
Zonebeheerplan 2011 38
6. Geluid wordt geassocieerd met angst;<br />
7. Ontevredenheid over andere aspecten in de leefomgeving.<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Eigenlijk heeft maar één van deze in totaal tien factoren direct met het geluid zelf te maken, te weten het<br />
geluidniveau van de bron. De andere zijn de zogenaamde niet- akoestische factoren.<br />
Een belangrijke rol bij de beheersing van het geluidklimaat in de woon- en leefomgeving is dan ook<br />
weggelegd voor communicatie. Door communicatie kunnen mensen, instanties en bedrijven aan hun<br />
omgeving duidelijk maken wat ze aan het doen zijn en waarom ze dat doen (zoals bv. nachtelijke<br />
onderhoudswerkzaamheden).<br />
Behandeling geluidklachten<br />
Indien sprake is van een geluidsklacht over een bedrijf dat op het industrieterrein gelegen is, wordt altijd<br />
onderzocht of voldaan wordt aan de zonecontour van het industrieterrein. De bedrijven op mogen op de<br />
zonegrens gezamenlijk niet meer dan 50 dB(A) produceren. Om deze totale geluidsbelasting te kunnen<br />
beheren zijn de geluidsbronnen van alle bedrijven ondergebracht in een rekenmodel.<br />
Bij de afhandeling van klachten worden de volgende stappen ondernomen<br />
Administratief<br />
1. Het registreren van de klacht in het Milieuprogramma.<br />
2. Een ontvangstbevestiging van de klacht naar de klager.<br />
3. In het ontvangstbericht wordt de vervolgprocedure aangegeven.<br />
4. De klager wordt op de hoogte gehouden van de voortgang. Dit kan per telefoon, e-mail of brief zijn<br />
Prioriteitstelling<br />
1. Er wordt een initieel onderzoek uitgevoerd naar de klacht. Een klacht wordt hierbij bekeken ook ernst,<br />
impact en de noodzaak voor direct ingrijpen. Hiermee wordt bepaald welke prioriteit een klacht heeft.<br />
2. Is er sprake van een incident, dan is de noodzaak tot direct ingrijpen klein.<br />
Onderzoek van de klacht zelf<br />
Hierbij zijn onder andere de volgende vragen aan de orde:<br />
Wat is de directe oorzaak van de klacht? Dit kan bijvoorbeeld zijn een toeleverancier, of ontstaan zijn bij<br />
het transport of in het productieproces? In voorkomende gevallen zullen geluidmetingen worden<br />
uitgevoerd.<br />
Na uitvoering van het onderzoek<br />
1. Op basis van de uitkomst van het onderzoek wordt beoordeeld worden of, en zo ja welke, actie er nodig<br />
is.<br />
2. Er zal een schriftelijke communicatie met de klager zijn over de uitkomst van het onderzoek en het<br />
besluit of er wel/geen actie volgt.<br />
3. Indien relevant worden de resultaten van een eventueel vervolgtraject aan de klager meegedeeld, en<br />
wordt de klacht afgesloten.<br />
Zonebeheerplan 2011 39
kenmerk INT11.1101<br />
Bijlage V: Zonebeheer Aanwijzingen akoestisch adviseur<br />
(juni 2011)<br />
Zonebeheerplan 2011 40
kenmerk INT11.1101<br />
Toelichting gebruik zonemodel Industrieterrein Eerbeek zuid<br />
Het industrieterrein Eerbeek zuid is gezoneerd ingevolge de Wet geluidhinder. In overeenstemming met de<br />
Wet geluidhinder mag de geluidbelasting ter plaatse van de zone niet meer bedragen dan 50 dB(A)<br />
etmaalwaarde.<br />
Om de grenswaarden ter plaatse van de zone te bewaken is een zonebeheermodel opgesteld. Voor dit<br />
model is gebruik gemaakt van het programma Geomilieu. In het zonebeheermodel zijn ter plaatse van de<br />
bedrijven geluidbronnen gesitueerd. De geluidemissie van deze geluidbronnen geeft de vergunde situatie<br />
weer. De geluidbronnen kunnen zijn afgeleid van een concreet akoestisch onderzoek danwel fictieve<br />
bronnen betreffen, indien geen akoestisch onderzoek is uitgevoerd. Verder zijn relevante gebouwen en<br />
bodemgebieden gemodelleerd.<br />
Ter plaatse van een groot aantal om het industrieterrein gelegen woningen zijn zonebewakingspunten<br />
gesitueerd. Op deze punten worden de maximale toegestane grenswaarden bij deze woningen bewaakt.<br />
Daarnaast zijn zonebewakingspunten ter plaatse van de zone gesitueerd om ook hier de grenswaarden te<br />
kunnen bewaken.<br />
De akoestische onderzoeken dienen te worden uitgevoerd conform de Handleiding meten en rekenen<br />
<strong>industrielawaai</strong> 1999, of een formeel gepubliceerde vervanger van deze handleiding. Informatie hierover<br />
moet worden opgevraagd bij de gemeente.<br />
Gebruik van het objectenmodel<br />
Ten behoeve van akoestische onderzoeken wordt een objectenmodel aangeleverd. Het objecten-model<br />
bevat relevante objecten, bodemgebieden en zonebewakingspunten. De zone is in het model<br />
gevisualiseerd; op de zone is een aantal zonebewakingspunten opgenomen. De aanvrager of diens<br />
adviseur is alleen bevoegd om items binnen de grenzen van de inrichting te wijzigen, te verwijderen of aan<br />
te vullen. Een uitzondering op deze regel wordt gevormd door geluidbronnen in de directe omgeving van<br />
de inrichting, die wel aan de inrichting zijn toe te rekenen (bijvoorbeeld Iaden/lossen). Daarnaast mogen<br />
ook ontvangerpunten worden geplaatst ten behoeve van controlemetingen en/of opname in de<br />
vergunningsvoorschriften. Gedacht kan worden aan punten op een afstand van maximaal 50 meter vanaf<br />
de inrichtingsgrenzen, in vier windrichtingen. Indien overige aanpassingen buiten de inrichtingsgrenzen<br />
noodzakelijk zijn dient dit te worden afgestemd met de zonebeheerder.<br />
Voor toetsing op inpasbaarheid en voor de opstelling van geluidvoorschriften dient het ingevulde model te<br />
worden geretourneerd aan de gemeente <strong>Brummen</strong>. Het model dient zodanig te zijn ingevuld dat rekening<br />
wordt gehouden met de representatieve bedrijfssituatie. Eventuele effecten van geluidemissiereducerende<br />
maatregelen aan geluidbronnen dienen direct te zijn verwerkt in de bronvermogenniveaus. Indien<br />
aanpassingen buiten de inrichtingsgrenzen zijn aangebracht, dient te worden aangegeven welke<br />
aanpassingen dit waren en waarom ze zijn aangebracht. Indien relevant kunnen separaat modellen worden<br />
aangeleverd met:<br />
- aparte maximale bronnen voor de berekening van maximale geluidniveaus;<br />
- equivalente en maximale bronnen voor incidentele bedrijfssituatie(s);<br />
- equivalente bronnen ten behoeve van verkeersaantrekkende werking.<br />
Zonebeheerplan 2011 41
kenmerk INT11.1101<br />
Akoestisch inhoudelijke modelregels<br />
Om een eenduidige wijze van modelleren te krijgen zijn een aantal aandachtspunten geformuleerd.<br />
- De Handleiding meten en rekenen <strong>industrielawaai</strong> 1999 wordt toegepast. Modellen die oorspronkelijk<br />
volgens een andere beoordelingswijze zijn opgesteld (IL-HR-13-01 of ISO 1996) dienen bij een<br />
revisievergunningaanvraag in overeenstemming met de Handleiding 1999 te worden gebracht of met<br />
een formeel gepubliceerde vervanger van deze handleiding;<br />
- Voor de berekening van maximale geluidniveaus wordt conform de Handleiding 1999 gerekend inclusief<br />
meteocorrectie Cm;<br />
- Het zonebeheermodel is ingevoerd op rijksdriehoekscoördinaten en leent zich voor het gebruik op een<br />
topografische ondergrond;<br />
- Er dient gebruik te worden gemaakt van een bodemfactor van de gebieden buiten de ingevoerde<br />
bodemgebieden van 1,0;<br />
- De standaard maaiveldhoogte van het gehele gebied is 0 meter;<br />
- Als in de vergunningsvoorschriften geen beoordelingshoogte is opgenomen, wordt een standaard<br />
beoordelingshoogte van 5 meter toegepast;<br />
- Tenzij in de vergunningsvoorschriften anders is aangegeven worden de geluidniveaus op de<br />
vergunningspunten invallend (exclusief gevelreflectie) beschouwd;<br />
- Per inrichting dient er in Geomilieu één groep te worden aangemaakt waarin alle bronnen en eventuele<br />
vergunningspunten worden opgenomen. De zonebewakingspunten blijven in de hoofdgroep staan;<br />
- In het veld omschrijving bij de groepsnaam dienen de adres- en naamgegevens te worden vermeld;<br />
- Voor het overige gelden de voorgeschreven normale regels uit de Handleiding 1999 en de Geomilieu<br />
handleiding.<br />
Zonebeheerplan 2011 42
Uitwisseling van rekenmodellen<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Het meest actuele objectenmodel kan worden opgevraagd bij Adviesburo Van der Boom<br />
(info@vanderboomadvies.nl) dat het zonebeheermodel actueel houdt.<br />
Het betreft een gezipt objectenmodel in Geomilieu. De adviseur wordt verzocht het ingevulde rekenmodel<br />
eveneens gezipt (Geomilieu: met de zipfunctie onder menu Tools) samen met het rapport aan te leveren.<br />
Adviesburo Van der Boom b.v.<br />
Zaadmarkt 87<br />
7201 DC Zutphen<br />
0575 – 544756 (tel)<br />
0575 – 545648 (fax)<br />
info@vanderboomadvies.nl<br />
www.vanderboomadvies.nl<br />
Zonebeheerplan 2011 43
kenmerk INT11.1101<br />
Bijlage VI: Curve laagfrequent geluid<br />
(versie juni 2011)<br />
Zonebeheerplan 2011 44
100<br />
95<br />
90<br />
85<br />
80<br />
75<br />
70<br />
65<br />
60<br />
55<br />
50<br />
nor mwaar de i mmissie Ver cammen<br />
6.3 8,0 10,0 12.5 16,0 20,0 25,0 31.5 40,0 50,0 63,0 80,0 100,0 125,0<br />
t e r st b a n d e n [ H z ]<br />
normw aarde immissie Vercammen<br />
Vercammen - 6 dB (berekend)<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Curve voor laagfrequent geluid afkomstig van het NSG (1999) en Vercammen (2006).<br />
Zonebeheerplan 2011 45
kenmerk INT11.1101<br />
Bijlage VII: Formulier extra akoestische informatie<br />
(versie juni 2011)<br />
Zonebeheerplan 2011 46
Formulier extra akoestische informatie<br />
In te vullen als aanvulling op het meldingsformulier<br />
Algemeen<br />
Bedrijfsnaam : ..<br />
Adres : ..<br />
Type bedrijf : <br />
Bedrijfstijden : ma – vr van...uur tot uur<br />
Zaterdag van...uur tot uur<br />
Uitzonderingen werktijden ja/nee te weten <br />
kenmerk INT11.1101<br />
Omschrijving activiteiten binnen gebouwen ..<br />
<br />
Deuren geopend gedurende uur per dag<br />
Type gevel metselwerk / staal / kunststof..wel/niet geïsoleerd<br />
Type dak pannen, hout, eternit .wel/niet geïsoleerd<br />
Geluidbronnen<br />
Afzuigingen ja/nee<br />
type.vermogenkW locatie dak/gevel ...uur in bedrijf<br />
type.vermogenkW locatie dak/gevel ...uur in bedrijf<br />
type.vermogenkW locatie dak/gevel....uur in bedrijf<br />
koelinstallaties<br />
type.vermogenkW locatie dak/gevel ....uur in bedrijf<br />
type.vermogenkW locatie dak/gevel ....uur in bedrijf<br />
Transporten<br />
Aantal vrachtwagens op het terrein per Dag: ..Avond Nacht .<br />
Heftrucks uren buiten actief Dag .Avond Nacht .Type diesel / gas / elektrisch<br />
Overige akoestisch relevante activiteiten ..<br />
Nadere informatie bij .tel.nr..email<br />
d.d..<br />
Zonebeheerplan 2011 47
kenmerk INT11.1101<br />
Bijlage VIII: Normstelling trillingen<br />
(versie juni 2011)<br />
Zonebeheerplan 2011 48
Toelichting trillingsmetingen & beoordeling<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Trillingshinder in gebouwen kan ontstaan door machines, heiwerkzaamheden, verkeer e.d.<br />
Voorheen werden deze trillingen gemeten en beoordeeld conform de voornorm DIN 4150 met een<br />
maximaal toelaatbare trillingssterkte kB van 0.1, meestal geldend voor de meest nabijgelegen woning niet<br />
behorend tot de inrichting. Inmiddels is er een Nederlandse richtlijn de SBR-2 “hinder voor personen in<br />
gebouwen door trillingen” en SBR-1 “schade aan bouwwerken door trillingen”.<br />
SBR-2 hinder voor personen in gebouwen door trillingen<br />
Bepalingsmethode<br />
Gemeten wordt de trillingssnelheid of de -versnelling, bij voorkeur in 3 loodrecht op elkaar staande<br />
richtingen (vertikaal en 2 x horizontaal). Het gemeten signaal (meestal de versnelling) wordt gefilterd voor<br />
het frequentie-interval van 1 tot 80 Hz. Zowel de voortschrijdende effectieve waarde Veff(t), als de maximale<br />
waarde daarvan over de meetperiode Veff,max en in een interval van 30 seconden Veff,max,30 moeten worden<br />
bepaald in de meetrichting met de grootste uitslag.<br />
De effectieve waarde van de maxima per beoordelingsperiode vper is het kwadratisch gemiddelde van de<br />
grootste effectieve waarden van de intervallen i (Veff,max,30) in de betreffende beoordelingsperiode (dag,<br />
avond of nacht).<br />
Voor vrijwel stationaire, continue trillingen zoals in de onderhavige situatie geldt over het algemeen dat<br />
Veff(t), Veff,max, Veff,max,30 en Vper gelijk zijn. Beoordeling vindt dan meestal plaats op Veff,max (A1).<br />
Streefwaarden<br />
De streefwaarden zijn afhankelijk van de functie van het gebouw. Bovendien is het van belang of trillingen<br />
continu voorkomen of herhaald danwel incidenteel. Trillingen in gebouwen kunnen, onderscheiden naar de<br />
omstandigheden, als toelaatbaar worden beschouwd als wordt voldaan aan één van de volgende<br />
voorwaarden:<br />
de waarde van de maximale trillingssterkte van de ruimte (Vmax) dient kleiner te zijn dan A1,<br />
de waarde van de maximale trillingssterkte van de ruimte (Vmax) dient kleiner te zijn dan A2 waarbij de<br />
trillingssterkte over de beoordelingsperiode Vper kleiner dient te zijn dan A3.<br />
Zonebeheerplan 2011 49
Langdurige trillingen<br />
Voor continue trillingen gelden de streefwaarden uit onderstaande tabel I<br />
TABEL I streefwaarden trillingssterkte Vmax<br />
dag en avond Nacht<br />
geb.functie A1 A2 A3 A1 A2 A3<br />
gezondh.zorg<br />
wonen<br />
onderw/kantoor<br />
bijeenkomst<br />
werkruimte<br />
0.1<br />
0.1<br />
0.15<br />
0.15<br />
0.1<br />
0.3<br />
0.3<br />
0.5<br />
0.5<br />
0.1<br />
0.05<br />
0.05<br />
0.07<br />
0.07<br />
-<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Voor herhaald voorkomende trillingen gedurende lange tijd (> 3 maanden) gelden<br />
- in bestaande situaties - de normwaarden in onderstaande tabel II.<br />
TABEL II streefwaarden trillingssterkte Vmax<br />
0.1<br />
0.1<br />
0.15<br />
0.15<br />
herhaalde. trillingen dag en avond nacht<br />
0.1<br />
Zonebeheerplan 2011 50<br />
0.15<br />
0.15<br />
geb.functie A1 A2 A3 A1 A2 A3<br />
gezondh.zorg<br />
wonen<br />
onderw/kantoor<br />
bijeenkomst<br />
werkruimte<br />
0.2<br />
0.2<br />
0.3<br />
0.3<br />
0.1<br />
0.6<br />
0.6<br />
0.9<br />
0.9<br />
0.1<br />
In nieuwe situaties gelden dezelfde streefwaarden als gegeven in tabel I.<br />
0.1<br />
0.1<br />
0.15<br />
0.15<br />
-<br />
0.2<br />
0.2<br />
0.3<br />
0.3<br />
0.1<br />
Kortdurende trillingen<br />
Voor continu of herhaald voorkomende trillingen over korte perioden (< 3 maanden) kunnen in de<br />
dagperiode tijdelijk hogere streefwaarden worden toegelaten. De waarden voor A1 en A3 mogen 6 á 12<br />
maal hoger liggen dan aangehouden in tabel I; voor A2 gelden waarden van maximaal 8.<br />
Voor incidenteel voorkomende kortdurende trillingen wordt uitgegaan van een Vmax van maximaal 8<br />
(uitsluitend gedurende de dag).<br />
Het verdient aanbeveling gebruikers van gebouwen bij dergelijke sterke trillingen vooraf in te lichten.<br />
0.5<br />
0.5<br />
0.1<br />
0.3<br />
0.3<br />
0.9<br />
0.9<br />
0.1<br />
0.05<br />
0.05<br />
0.07<br />
0.07<br />
-<br />
0.1<br />
0.2<br />
0.15<br />
0.15<br />
-
SBR-1 schade aan bouwwerken door trillingen<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Bepalingsmethode<br />
De trillingssterkte in een meetpunt is gedefinieerd als de topwaarde van de trillingsgrootheid in een<br />
bepaalde (meetrichting)<br />
Van belang voor toetsing aan de normen is de topwaarde en de frequentie waarbij deze optreedt. Voorts is<br />
van belang om welke constructie het gaat:<br />
Categorie 1: onderdelen van een draagconstructie van gewapend beton of hout, niet dragende constructie van gewapend beton<br />
of hout, en draagconstructies van andere bouwewerken als gebouwen (bruggen e.d.)<br />
Categorie 2: onderdelen van een draagconstructie van metselwerk, niet dragende constructie van metselwerk, gipsplaat of<br />
brosse steenachtige materialen en draagconstructies van andere bouwewerken als gebouwen (bruggen e.d.)<br />
Categorie 3: onderdelen van oude monumentale gebouwen en iun slechte staat verkerendegebouwen van metselwerk.<br />
Van belang is – t.o.v. de hierboven besproken SBR-2 – of schade aan bouwwerken het gevolg kan zijn van<br />
trillingen.<br />
Grenswaarden bij kortdurende trillingen (beperkte meting)<br />
Voor herhaald voorkomende trillingen – als verkeer rijden over een verkeersdrempel – die schade kunnen<br />
geven aan draagconstructies op de hoogste verdieping van een gebouw gelden de normwaarden als<br />
gegeven in onderstaande tabel.<br />
Tabel III Grenswaarden op hoogste verdieping<br />
Categorie Vmax (mm/sec)<br />
1<br />
2<br />
3<br />
40<br />
15<br />
10<br />
Voor categorie 1 – 3 constructies op de beganegrond gelden de waarden als gegeven in grafiek 1: de<br />
waarde mag niet hoger liggen dan 0.8 x de waarden gegevens in figuur 1.<br />
Zonebeheerplan 2011 51
Grafiek 1: grenswaarden trillingen / schade aan gebouwen.<br />
kenmerk INT11.1101<br />
Zonebeheerplan 2011 52