22.08.2013 Views

Archeologisch onderzoek deel 2 - Gemeente Brummen

Archeologisch onderzoek deel 2 - Gemeente Brummen

Archeologisch onderzoek deel 2 - Gemeente Brummen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tegelijkertijd zette de Rijn grote hoeveelheden zand en grind af. 7<br />

De rivier<br />

had een zeer brede stroomgordel, die werd gekenmerkt door een grillig<br />

patroon van zich splitsende en weer samenkomende geulen (verwilderd of<br />

vlechtend rivierpatroon). In de loop van het Weichselien werd de Rijntak door<br />

de Betuwe steeds belangrijker. 8<br />

Dit ging ten koste van de IJsseldal-tak, die<br />

steeds minder water te verwerken kreeg. Tot in het Midden Pleniglaciaal (circa<br />

40.000 jaar geleden) was namelijk een Rijntak in het IJsseldal actief. 9<br />

De zandige<br />

beddingafzettingen van deze laatste Rijntak zijn onder<strong>deel</strong> van de Formatie van<br />

Kreftenheye. 10<br />

De westelijke begrenzing van het IJsseldal viel samen met de oostgrens van het<br />

grootste stuwwalcomplex van Nederland. Tijdens het Laat Pleistoceen werd de<br />

voet van dit stuwwalcomplex van de oostelijke Veluwe gemarkeerd door het<br />

voorkomen van waaiers van afgespoeld stuwwalmateriaal. 11<br />

Tot het verlaten van<br />

het IJsseldal werd de stuwwalvoet ter plaatse door de oude Rijntak ondergraven.<br />

De afspoelingswaaiers in de huidige vorm ontstonden na het verlaten raken van<br />

de Rijnloop door het IJsseldal (rond 40.000 jaar BP). In afwezigheid van deze<br />

Rijntak konden de waaiers zich maximaal uitbreiden. De waaierafzettingen<br />

vertonen in de bovenste meters sterkere wisselingen in korrelgrootte dan<br />

de pleistocene ondergrond in het overige <strong>deel</strong> van het IJsseldal. De waaiers<br />

sluiten aan bij steile droge dalen in de stuwwalhelling die de verbinding met de<br />

brongebieden voor de waaiers vormen. 12<br />

Tegelijkertijd vond aan de oostelijke zijde van het IJsseldal een soortgelijk proces<br />

plaats. Door Sallandse beken, zoals de Berkel, werd een afspoelingswaaier<br />

over aanzienlijke breedte van het IJsseldal uitgebouwd. De Berkel bleef na het<br />

definitief wegvallen van de Rijnafvoer in eerste instantie nog een puinwaaier<br />

naar het noorden opbouwen. Gaandeweg werd in het Laat Pleniglaciaal een<br />

zuidwestelijk gerichte waaierlob actief. Omdat het klimaat eveneens droger<br />

werd, kon door het ontbreken van vegetatie op grote schaal verstuiving<br />

optreden. Hierbij werd veel zand verplaatst en elders als dekzand afgezet. In<br />

combinatie met het eerder genoemde uitbreiden van de afspoelingswaaiers<br />

vanuit het Veluwemassief ontstond zo een waterscheiding in het IJsseldal<br />

tussen Deventer en Zutphen, die bestond uit een reeks afspoelingswaaiers en<br />

dekzandruggen. 13<br />

Op basis van de profielopbouw van de dekzandruggen op<br />

deze waaiers, zoals de positie van de Laag van Beuningen 14<br />

daarin, verkreeg<br />

de Berkel haar zuidelijke loop circa 20.000 jaar geleden, midden in het laat<br />

Pleniglaciaal. 15<br />

Vanaf deze tijd stroom de Berkel ter hoogte van het plangebied<br />

in het zuidelijke <strong>deel</strong> van het huidige IJsseldal naar het zuiden af. Ten noorden<br />

van de nieuwe waterscheiding was het IJsseldal in gebruik door voorlopers van<br />

de huidige beken, zoals de Dorthenbeek en de Koerhuisbeek bij Deventer 16<br />

, die<br />

naar het noorden afwaterden. Ook de latere holocene Berkel volgde de uit het<br />

laat-Glaciaal overgeërfde richting van Zutphen richting het zuiden (Afb. 3). De<br />

fluviatiele afzettingen van lokale beken in het IJsseldal worden gerekend tot<br />

het laagpakket van Singraven van de Formatie van Boxtel. 17<br />

De Berkel was dus<br />

een zijrivier van de Rijn tot het moment dat de Gelderse IJssel actief werd in<br />

het IJsseldal. Bij het ontstaan van de Gelderse IJssel zijn de afzettingen van de<br />

benedenloop van de Berkel groten<strong>deel</strong>s omgewerkt. 18<br />

EEH3 Inventariserend Veld<strong>onderzoek</strong> 12<br />

7 Stiboka 1966.<br />

8 Spek et al. 1996.<br />

9 Busschers et al. 2007.<br />

10 De Mulder et al. 2003.<br />

11 Van der Hammen & Maarle-<br />

veld 1952.<br />

12 Van der Hammen & Maarle-<br />

veld,1952; Teunissen 1960.<br />

13 Volleberg & Stouthamer<br />

2008ab.<br />

14 Van der Hammen 1971.<br />

15 Cohen et al. 2009.<br />

16 Volleberg & Stouthamer<br />

2008ab.<br />

17 De Mulder et al. 2003.<br />

18 Cohen et al. 2009.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!