financiële aandelen en obligaties onder de loep - BNP Paribas Fortis

NIEUWS, TRENDS EN ANALYSES VAN DE FINANCIËLE MARKTEN
JAARGANG 4 • NR 2 • FEBRUARI 2013
REDACTIE BEËINDIGD OP 11 FEBRUARI 2013
STERKE EURO
Diversi eer uw beleggingen naar andere munten
EUROPESE AUTOSECTOR
Zelfde opportuniteiten en problemen als in 2012
HOE KIEST U EEN FONDS?
Aandacht voor prestaties en grondige analyse
BANKSECTOR
FINANCIËLE AANDELEN EN OBLIGATIES
ONDER DE LOEP

2
Marketing Communicatie*
Invest News is een publicatie
van BNP Paribas Fortis NV,
commerciële benaming
van BNP Paribas Fortis NV.
BNP Paribas Fortis NV staat als kredietinstelling
naar Belgisch recht onder het
prudentieel toezicht van de Nationale
Bank van België en de controle inzake
beleggers- en consumentenbescherming
van de Autoriteit van
Financiële Diensten en Markten
(FSMA). BNP Paribas Fortis NV is
ingeschreven als verzekeringsagent
onder FSMA nr. 25879 A en treedt op als
tussenpersoon van AG Insurance NV.
Verantwoordelijke uitgever:
Francis Peene (1QB3A),
BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3,
1000 Brussel
Eindredactie:
Dominique Gehu
Dries Vanvinckenroye
Werkten mee aan deze uitgave:
Rudy De Groodt, Carl Jacobs,
Philippe Masson,
Sadok Moussa-Djarrara,
Geert Ruysschaert, Alain Servais,
Sandra Vandersmissen,
Stefan Van Geyt, Kristof Wauters.
Concept:
een onderdeel van
Sanoma Magazines Belgium NV
Art Director: Steven Depaemelaere
Grafi eken: Bloomberg, FactSet,
BNP Paribas Fortis
Foto’s: Corbis
INHOUD
03. EDITORIAAL
Teamwork
04. MARKTOVERZICHT
Koning euro
DOSSIER: BANKSECTOR
09. De banksector op weg naar normalisering
10. Europese bankaandelen:
op naar een terugkeer van dividenden?
13. Obligaties van nanciële instellingen:
voor elk risicopro el
16. AANDELENMARKTEN
Europese autosector
18. NIEUW GESTRUCTUREERD PRODUCT
BNP PARIBAS FORTIS FUNDING (LU)
RUNNER NOTE LOOKBACK 2016
21. PORTEFEUILLEBEHEER
Hoe kiest u een fonds?
*Onderhavig document is een marketing communicatie.
Het werd derhalve niet op ge steld
in overeenstemming met de voorschriften ter
bevordering van de onafhankelijkheid van
onderzoek op beleggingsgebied en is niet onder
worpen aan een verbod om al vóór de verspreiding
van onderzoek op beleggingsgebied
te handelen. De informatie vermeld in dit
document kan niet beschouwd worden als
beleggingsadvies. Voor aanvullende informatie
betreffende de risico’s die verbonden zijn aan
het nancieel instrument uiteengezet in onder -
havig document, verwijzen wij u naar de
“Informatiebrochure - Financiële Instrumenten”
dat ter beschikking is in elk kantoor van
BNP Paribas Fortis. Alvorens een beleggingsbeslissing
te nemen, wordt de belegger
aangeraden na te gaan of de beoogde belegging
voor hem geschikt is en dit rekening houdend
met zijn beleggingskennis en -ervaring, zijn
beleggingsdoelstellingen en zijn nanciële
situatie. Indien de belegger dit nodig acht, kan
hij een specialist in nancieel advies van BNP
Paribas Fortis raadplegen.

Editoriaal
Teamwork
Kijkt u op een druilerige zondagnamiddag wel eens naar een Formule 1-race? De Duitse kampioen
Sebastian Vettel gaat daar vaak met alle aandacht lopen. Hij neemt het op tegen mannen met
Spaanse, Britse of andere nationaliteit. Van vrouwelijke piloten is er momenteel geen spoor te
bekennen. Maar er is hoop: op de Olympische Winterspelen in het Russische Sotsji zal er volgend
jaar voor het eerst plaats zijn voor vrouwen in de discipline schansspringen.
Hebt u er trouwens al eens bij stil gestaan hoeveel mensen er achter de schermen meewerken aan
het succes van die ene bestuurder? Bij sommige teams kan dit oplopen tot 400 personen. In de
eerste plaats de ingenieurs die de motor ontwikkelen van de bolides. Een dergelijke motor kan overigens al snel een
half miljoen dollar kosten, om nadien enkele duizenden kilometers te rijden. Daarnaast denken we aan het groepje
gekken, dat probeert om de banden te vervangen tijdens een pitstop van 3 seconden. Volgend seizoen zouden ze deze
klus zelfs in 2 seconden kunnen klaren.
Het geheim van de overwinning in Formule 1 ligt volgens specialisten in het razendsnel en efficiënt reageren op de
data die continu binnenkomen. De piloot staat daarom voortdurend in contact met zijn team. Stelt u zich even voor
dat u zelf in die bolide zit: u wilt natuurlijk ook winnen of toch zeker bovenaan eindigen. En bovenal wilt u heelhuids
en zonder brokstukken de race doorkomen. Daarom bent u blij met alle hulp van de specialisten aan de zijlijn.
Denkt u er ook zo over als u over uw beleggingen spreekt? Met een team van meer dan 100 professionelen staan
wij in elk geval klaar om ervoor te zorgen dat u in uw bolide recht naar uw doel kunt rijden. Voor dit seizoen zien we
een aantal ontwikkelingen die u daarbij kunnen helpen. Kijk bijvoorbeeld ook naar andere munten om te profiteren
van de sterke euro. Houd de verschillende manieren in het oog waarmee u de hele obligatiemarkt kunt bespelen. Denk
niet alleen aan obligaties, maar ook aan aandelen. Afhankelijk van het weer is het namelijk aangeraden om van banden
te wisselen. Verlies daarnaast ook zeker de veranderingen op energie - en waterniveau
niet uit het oog.
Belangenconflicten
Belangenconflicten kunnen bestaan in hoofde van Fortis Bank NV en de met haar verbonden vennootschappen
op datum van het opstellen van dit document. In dit verband werden bijzondere gedragsregels
en interne procedures uitgewerkt. Deze gedragcodes en de bekendmakingen in verband met mogelijke
belangenconflicten in hoofde van Fortis Bank NV en de met haar verbonden vennootschappen zijn
beschikbaar op http://disclosures.bnpparibasfortis.com en, wat de BNP Paribas Group betreft, op
http://eqd.bnpparibas.com/compliance/index.aspx.
U kan deze informatie eveneens bekomen via uw contactpersoon.
Toch gaat het circuit natuurlijk nooit in rechte lijn. De kans op een
bochtig parcours is dus groot. Denk maar aan de verschillende verkiezingen
die zich in enkele Europese landen aandienen. Toch is
een goede voorbereiding goud waard. Ons team staat klaar om
u steeds met goede raad bij te staan.
Veel leesgenot.
Stefan Van Geyt,
director investment services
Certificering van de analist
De personen die vermeld staan als auteurs van de teksten waar individuele aandelen worden besproken,
bevestigen dat:
1. alle opinies die vermeld zijn in deze teksten een nauwkeurige weergave vormen van de persoonlijke
opinie van de auteurs over het onderwerp financiële instrumenten en emittenten; en
2. geen enkel deel van hun bezoldiging rechtstreeks of onrechtstreeks verband hield, houdt of zal houden
met de specifieke aanbevelingen of opinies die in deze teksten worden gegeven.
3

Marktoverzicht
4
Koning
euro
EEN BEDREIGING VOOR HET BEURSHERSTEL?
Wie had dit durven bevroeden? Als de fi nanciële markten
dit jaar al een winnaar hebben opgeleverd, dan is
het wel de euro. Jawel, de eenheidsmunt die nauwelijks
een jaar geleden door het Angelsaksische analistenleger
bijna dood werd verklaard. Vandaag geeft de euro
zowat alle andere munten het nakijken, inclusief de ongenaakbaar
geachte Zwitserse Frank. Niet dat ze daar
in Zürich rouwig om zijn. Een wat zwakkere munt maakt
het in deze economisch moeilijke tijden toch iets makkelijker
om te exporteren. Ook in andere landen vinden
ze dat. De export moet vaak de malaise op de eigen
binnenlandse markten compenseren. Vele landen voeren
een actieve politiek om hun munt te verzwakken.
De Amerikanen zijn hier ongetwijfeld het sterkst in. Hun
economie doet het in relatieve termen beduidend beter
dan de Japanse of Europese, en toch zien we de dollar
met de dag bleker worden. Hoe komt dit?
De sterke euro ontneemt in andere munten
uitgedrukte beleggingen een stuk van hun glans.
Maar hij heeft ook voordelen.
Zo kunt u goedkoper in een aantal interessante
beleggingen stappen. De wereldbeurzen ogen
nog steeds aantrekkelijk. Al zit er na de forse rit
van het voorbije halfjaar wel een pauze in.
i
GEERT RUYSSCHAERT, SENIOR STRATEGIST
Wist u dat?
De Fed viert dit jaar haar 100 e verjaardag. In 1836 had
president Andrew Jackson de toenmalige Amerikaanse
centrale bank opgeheven. De oprichting van een nieuwe
centrale bank verliep niet zonder slag of stoot.
Door onenigheid tussen de Republikeinen en Democraten
moesten we uiteindelijk wachten tot 1913, toen de Federal
Reserve werd opgericht met de Federal Reserve Act.
Het monetaire beleid van de VS
Van alle centrale banken toont de Amerikaanse zich
het meest inventief om met monetaire trucjes de eigen
munt (met name de dollar) onder de knoet te houden.
Dat kadert in een bredere strategie die tot doel heeft de
nationale economie te ondersteunen. Ben Bernanke, de
voorman van de Amerikaanse centrale bank (de Federal
Reserve (Fed)), is een expert op het vlak van de Grote
Depressie die de VS in de jaren dertig teisterde. Hij acht

Evolutie van de basisrente van de ECB en de Fed tijdens de
voorbije 10 jaar.
6
5
4
3
2
1
— REFIRENTIE ECB
— FEDERAL FUNDS RATE
0
07.02.03 07.02.05 07.02.07 07.02.09 07.02.11 07.02.13
Bron: Bloomberg
het restrictieve monetaire beleid van toen mee verantwoordelijk
voor de omvang die de depressie aannam.
Die valkuil wil hij nu vermijden. En dus voert Bernanke
een extreem soepel beleid. De kortetermijnrente wordt
op 0,25% gehouden, terwijl de langetermijnrente door
massale aankopen (85 miljard USD per maand) van
staatspapier en hypotheekleningen onder druk wordt
gezet. De lage intrestvoeten moeten de gigantische
Amerikaanse overheidsschuld betaalbaar houden en
tegelijkertijd de Amerikaanse economie een vlotte toegang
geven tot goedkoop geld. Geld dat kan geleend
worden om te investeren of te consumeren en zo het
economische motortje aan de praat te houden. Dat lukt
ook aardig. De jarenlang zieltogende vastgoedmarkt
schijnt een tweede adem te vinden en de werkloosheidsgraad
gaat mondjesmaat naar beneden.
Geen ommekeer in zicht
Even konden de markten de illusie koesteren dat de Fed
dit jaar nog zijn monetaire beleid een beetje zou verstrakken.
Maar Bernanke maakte van een tegenvallend
groeicijfer gebruik om deze illusie de kop in te drukken.
Zelfs al was dat groeicijfer niet eens zo slecht. Het werd
vooral getekend door een sterke terugval van de defensie-uitgaven
en een fi kse voorraadafbouw. De vraag van
consumenten en ondernemingen daarentegen ging wel
degelijk de goede kant uit. Offi cieel heet het nog steeds
dat de Fed zijn beleid pas zal verstrakken als de werkloosheid
onder de 6,5% zakt (we zitten nu aan 7,9%)
of de infl atie boven de 2,5% gaat uittorenen. Dat zit er
voorlopig niet in.
Japan grijpt opnieuw naar de geldpers
Ook Japan gaat de geldpers inschakelen om zijn economie
uit het slop te halen. Japan heeft al een lange
traditie om de geldpers te gebruiken, maar het doet dat
zo halfslachtig dat het quasi nooit de gewenste resultaten
oplevert. Voor de kersverse regering Abe moet dat
resultaat een infl atie zijn van 2% en een zwakkere yen.
De centrale bank moet daar met een nieuwe gouverneur
voor zorgen. Tot nu toe waren de Japanners vooral gewoon
dat de prijzen constant daalden. Defl atie noemen
ze dat. Door terug infl atie te creëren wil Abe mensen
ertoe aanzetten al wat sneller naar de winkel te lopen
in plaats van hun geld gewoon op te potten.
De Japanners kunnen alleen
maar hopen dat de beoogde
infl atie wordt opgevangen
door een stevige groei van
de Japanse economie.
Een lagere yen moet dan weer de export bevorderen.
Al maakt het meteen ook de import duurder. En Japan
moet nogal wat invoeren. Het land is nu eenmaal niet
gezegend met grote voorraden grond- en brandstoffen.
Ook de gestelde infl atiedoelstellingen kunnen minder
sympathieke neveneffecten hebben. Als ze de intrestvoeten
doen stijgen, kunnen ze de intrestlasten op de
gigantische staatsschuld (meer dan 230% van de hele
Japanse economie) stevig de hoogte injagen. De Japanners
kunnen dan alleen maar hopen dat dit opgevangen
wordt door een stevige stijging van de economische
groei. In het andere geval dreigt de oplossing de kwaal
alleen maar te verergeren.
Voorzichtig Europa
Hebben de VS en Japan het voornemen met een creatief
en ultrasoepel monetair beleid hun economie uit het
moeras te halen, de Europese Centrale Bank (ECB) toont
zich hier veel voorzichtiger. Met de LTRO-operatie verschafte
de ECB tijdelijk extra liquiditeit aan de banken.
Sinds het einde van deze operatie, nu bijna een jaar geleden,
heeft zij eigenlijk nauwelijks nog de geldpers boven
gehaald. Zij overweegt dit wel te doen, mocht Italië
of Spanje geen geld meer kunnen ophalen op de markt
tegen fatsoenlijke intrestvoeten. Maar dat is nu niet het
geval. Beide landen aarzelen trouwens om de hulp van
de ECB in te schakelen. Want dan krijgen ze er Europa
als bemoeizieke schoonmoeder gratis bovenop.
5

Marktoverzicht
Geen blijvertje
Voorlopig doet de ECB dus niks en dat terwijl de Amerikaanse
en Japanse collega’s zich hyperactief tonen. Dat
drijft de euro omhoog en de yen en dollar naar beneden.
Deze laatste is bovendien het oriëntatiepunt voor vele
andere munten, en dus ziet u ook die ten opzichte van
de euro verzwakken. Vraag is: hoe lang kan dit duren?
Niet te lang, denken wij. De euro was voor bepaalde
eurolidstaten al veel te duur, en dat is er dus de laatste
weken niet op verbeterd. Wil de euro niet opnieuw een
splijtzwam worden, die een wig drijft tussen sterke en
zwakke eurolidstaten, dan zal hij voor een stuk terrein
moeten prijsgeven.
Hoe sterke euro benutten?
Aangezien de sterkte van de euro geen blijvertje is, kan
de belegger ervan gebruik maken om zijn beleggingen
te diversifiëren naar andere munten. Het overwegen
waard zijn bijvoorbeeld obligaties van groeilanden in
lokale munt of dollarobligaties van bedrijven uit de
groeilanden. Aandelenbeleggers kunnen posities overwegen
in Amerikaanse aandelen of aandelen van groeilanden.
Vooral zij die inspelen op de groeiende behoeften
en noden van de nieuwe middenklasse in die landen
genieten onze voorkeur.
De Italianen trekken eind deze maand naar de stembus.
Silvio Berlusconi lijkt plots terug springlevend en dreigt de
Italiaanse politiek nog meer onvoorspelbaar te maken dan
ze al is.
De sterkte van de euro is
wellicht geen blijvertje.
De belegger kan zijn
beleggingen dus beter
diversifiëren naar andere
munten.
Een nieuwe investeringscyclus
In het Westen gaat onze aandacht naar het bestedingsgedrag
van bedrijven. De voorbije jaren waren die erg
voorzichtig. Ze stapelden cash op, stelden investeringen
uit en sneden diep in de kosten. Maar wat gaan ze
doen, nu de risicoaversie voor een stuk wegebt? Waar
zullen ze in investeren? Een belangrijke productiviteitsverbetering
kan naar onze mening nog steeds geboekt
worden door een beter integratie van IT en internet in
de bedrijfsvoering.
Ook het energiedebat blijft cruciaal. Daar zien we een
duale wereld opdoemen. De VS profiteert volop van de
lagere energieprijzen die het gevolg zijn van de exploitatie
van de vroeger ontoegankelijke schaliegas en –olie.
In andere delen van de wereld zijn de energieprijzen
nog steeds behoorlijk hoog. Efficiënt omspringen met
die energie is dus de boodschap. Bedrijven die hier oplossingen
aanreiken, hebben mooie groeiperspectieven.
Een bochtig parcours
Hoewel de aandelenmarkten over aardig wat potentieel
beschikken, mogen we niet verwachten dat ze in een
rechte lijn de hoogte ingaan. Daarvoor liggen er net
iets te veel doornen op het pad. Corruptieschandalen in
Spanje en parlementsverkiezingen in Italië kunnen de
eerstvolgende weken voor onrust zorgen. Drie maanden
geleden waande men Berlusconi politiek dood. Vandaag
dreigt hij de Italiaanse politiek nog onvoorspelbaarder
te maken dan ze sowieso al is.

Niettemin blijven we erbij dat Europa in 2012 de instrumenten
heeft gecreëerd die toelaten op korte termijn
liquiditeitscrisissen te verijdelen. Economisch gezien is
het nog steeds winter, maar het voelt allemaal minder
koud aan dan een jaar geleden. Risicovolle beleggingen
zoals aandelen moeten daarvan kunnen profi teren.
Sectoren die de voorbije jaren gemeden werden omdat
men ze te risicovol achtte, kunnen nu een inhaalbeweging
maken. Bankaandelen staan daarbij vooraan in de
rij. Zij zullen het sterkst stijgen wanneer de beurzen
vooruit hollen, maar ook het meest verliezen, wanneer
de wind tegenzit (zie grafi ek hiernaast). In ons Bankdossier
vanaf pagina 9 leest u er meer over.
Markante feiten op het vlak van de portefeuilles in discretionair beheer
Periode van half januari tot half februari 2013
Eerste maand van het jaar: goede indicator voor de
trend in 2013?
Hoewel het uiteraard te vroeg is om dat nu al te zeggen,
kunnen we toch interessante informatie halen uit het
nogal bewogen begin van het jaar op de markten.
Euro superstar
De sterkte van de euro heeft ons in het bijzonder verrast.
Dit woog ook op de prestaties van de portefeuilles. We
hebben de blootstelling van de portefeuilles aan de evolutie
van de munten aanzienlijk verminderd vanaf juli
2012. Toch blijven ze ruim gediversifi eerd op het vlak
van de munten, en dat is een sterke overtuiging. Elke
grote zwakte van een aantal munten, zoals de dollar of
de groeimarktmunten, zal onder de loep worden genomen
om eventueel bepaalde posities in de portefeuilles
te versterken.
Rente: aanzet tot stijging
Duidelijk minder verrassend is de zwakte op de obligatiemarkt.
De lang verwachte stijging van de rentes in
het lange deel van de staatsleningen en kwaliteitsvolle
bedrijfsobligaties doet zich al goed voelen in de waardering
van die markten.
Een minder gunstige context voor kwaliteitsvolle obligaties.
Ons antwoord op deze trend die wellicht zal blijven
duren? Onze huidige positionering die een voorkeur
geeft aan het High Yield-segment, groeimarktobligaties
en converteerbare obligaties. Daarnaast gaan we ook op
zoek naar erg fl exibele obligaties.
Vergelijkende evolutie van de brede aandelenmarkt en de banksector
van de eurozone sinds de gedaalde risicoperceptie in juli
2012 (gegevens teruggebracht op 100 op 07.07.2012)
160
140
120
100
— EURO STOXX 500 INDEX
— EURO STOXX BANKS E - (PRICE) INDEX
80
07.07.12 07.08.12 07.09.12 07.10.12 07.11.12 07.12.12 07.01.13 07.02.13
Bron: Bloomberg
Aandelen: nog altijd positief georiënteerd
De maand januari was vooral gunstig voor aandelen, en
Europese aandelen in het bijzonder, rekening houdend
met de negatieve impact van de wisselkoers voor de andere
markten. Strategisch gezien blijven we de blootstelling
van de portefeuilles aan de Europese aandelen
geleidelijk aan versterken. Europese aandelen behouden
tenslotte een extra stijgingspotentieel in vergelijking
met hun Amerikaanse tegenhangers, die globaal
genomen rond hun historische hoogtepunt schommelen.
Voor de portefeuilles die belegd zijn in individuele
waarden versterken we vanuit sectoraal standpunt de
posities in bankwaarden. Zij bieden inzake waardering
een potentieel dat tot de hoogste behoort. We nemen
daarentegen winst op de aanverwante sector van de
verzekeringen.
Onze posities in liquiditeiten zijn uiterst laag. De uitdaging
van het moment schuilt dus in de fi nanciering
van nieuwe aandelenposities. Er moeten dus moeilijke
keuzes worden gemaakt, gebaseerd op het verschil in
termen van waarderingspotentieel van de verschillende
posities in de portefeuilles. Hoewel we positief blijven
ten aanzien van de obligaties in Noorse kroon of ten
aanzien van goud, hebben we die posities toch verlaagd.
Philippe Masson,
head of discretionary communication
7

Marktoverzicht
8
ECONOMIE (Bron: Bloomberg Consensus en BNP Paribas Fortis)
BBP GROEI (in %)
2011 2012 2013e 2014e
Eurozone 1,4 -0,4 -0,1 1,1
Verenigd Koninkrijk 0,9 0,0 1,0 1,6
Verenigde Staten 1,8 2,2 2,0 2,8
Japan -0,6 2,0 0,9 1,2
Brazilië 2,8 1,0 3,5 4,0
Rusland 4,3 3,4 3,3 3,8
India 7,5 5,3 5,5 6,5
China 9,3 7,7 8,1 8,0
RENTE (Bron: BNP Paribas Fortis, Bloomberg Consensus)
RENTEVOORUITZICHTEN (in %)
RICHTTARIEF 08.02.2013 3m 12m
Eurozone 0,75 0,75 0,75
Verenigd Koninkrijk 0,50 0,50 0,50
Verenigde Staten 0,25 0,25 0,25
Japan 0,10 0,10 0,10
RENTE OP 10 JAAR 08.02.2013 3m 12m
Eurozone 1,59 1,67 2,09
Verenigd Koninkrijk 2,09 2,07 2,41
Verenigde Staten 1,94 1,97 2,43
Japan 0,77 0,85 1,03
MUNTEN (Bron: BNP Paribas Fortis)
MUNTVOORUITZICHTEN
MUNTEN 08.02.2013 3m 12m
USD 1,34 1,35 1,30
GBP 0,85 0,79 0,76
JPY 124 115 120
AANDELEN (Bron: Bloomberg)
BEURZEN VERLOOP (in %)
op 1 maand sinds 01.01.13 over 2012
Europa - Euro Stoxx 50 -3,0 -0,9 13,8
Europe - Euro Stoxx 600 -0,3 2,1 14,4
België - Bel20 -0,1 0,8 18,8
Nederland - AEX -1,2 0,6 9,7
Frankrijk - CAC40 -2,2 -0,5 15,2
Duitsland - DAX -1,0 0,1 29,1
Verenigd Kon. - FTSE 100 3,5 6,2 5,8
Zwitserland - SMI 4,3 8,2 14,9
Verenigde Staten - S&P500 3,6 5,8 13,4
Japan - Nikkei 225 6,1 7,3 22,9
Brazilië - Bovespa -4,5 -4,2 7,4
Rusland - Micex 2,9 2,9 5,2
India - Sensex -0,8 0,8 25,7
China - Shangai Composite 6,9 7,2 3,2
INFLATIE (in %)
SECTOREN VERLOOP (in %)
2011 2012 2013e 2014e
Eurozone 2,7 2,5 1,9 1,8
Verenigd Koninkrijk 4,5 2,8 2,5 2,0
Verenigde Staten 3,2 2,1 1,9 2,1
Japan -0,3 0,0 0,0 1,7
Brazilië 6,6 5,4 5,8 5,5
Rusland 8,5 5,1 6,5 5,7
India 8,9 9,3 9,2 7,7
China 5,4 2,7 3,1 3,6
GRONDSTOFFEN (Bron: Bloomberg Consensus)
VOORUITZICHTEN
08.02.2013 3m 12m
Olie (Brent) 118 110 110
Goud 1.672 1.800 1.790
Evolutie van de euro ten opzichte van de dollar (pariteit EUR/USD)
tijdens de laatste 3 jaar (Bron: Bloomberg)
1,55
1,5
1,45
1,4
1,35
1,3
1,25
1,2
08.02.10 08.08.10 08.02.11 08.08.11 08.02.12 08.08.12 08.02.13
(EURO STOXX 600) op 1 maand sinds 01.01.13 over 2012
Automobiel 3,4 4,7 35,5
Banken 0,4 5,9 23,1
Grondstoffen -3,6 -1,2 4,2
Chemie O,3 0,2 29,5
Bouw & materialen -2,2 -0,9 15,4
Financiële diensten 3,7 6,9 21,5
Voeding & dranken 2,1 3,1 19,0
Farmacie 0,6 3,6 12,1
Industrie -0,1 2,0 21,9
Verzekeringen -3,2 -0,2 32,9
Media 1,1 2,3 17,4
Olie & gas -2,6 -0,3 -4,3
Gezondheid en gezin -0,6 1,0 20,9
Detailhandel 0,4 2,1 8,8
Technologie 5,3 7,1 21,8
Telecom -0,8 2,5 -10,7
Reizen & ontspanning 4,0 6,6 30
Sociale dienstverlening -5,4 -5,1 -0,7

Dossier
DE BANKSECTOR
OP WEG NAAR NORMALISERING
De bankaandelen doen het terug goed.
Zij rijden dit jaar vooraan in het beurspeloton.
Zullen zij dat blijven doen?
In dit dossier gaan we op zoek naar
wat de markten drijft in hun voorkeur
voor de sector. En we evalueren of dit
duurzaam is. Naast de bankaandelen
nemen we ook de door banken uitgegeven
obligaties onder de loep. Want ook
langs die kant is de situatie zeker niet
verslechterd.
GEERT RUYSSCHAERT, SENIOR STRATEGIST
Een sector in crisis
In september 2008 kapseisde Lehman Brothers, een van
de grootste zakenbanken ter wereld. Het was het begin
van een crisis, die in eerste instantie werd ervaren als
een nanciële crisis. Er was te veel krediet in omloop
en de westerse wereld kreunde onder de schulden. De
banksector zat midden in de storm. Logisch ook: krediet
verlenen behoort tot de kerntaken van het bankbedrijf.
Overheden moesten massaal tussenkomen om de banken
overeind te houden. Maar al snel begonnen ook de
overheids nanciën te kraken onder de schuldenlast. En
aangezien banken overheden nancieren, dreigde het
hele schuldenprobleem als een boemerang terug in hun
gezicht terecht te komen. Kwam daar bovenop: de eurocrisis.
Voor het ene land was de euro te duur, voor het
andere te goedkoop. Het gebrek aan solidariteit duwde
een aantal landen naar de rand van de afgrond. Voor al
wie nog geld op die landen te goed had, betekende dit
slecht nieuws.
Kentering
De kentering kwam er in de zomer van 2012. Europa
sloot de rangen en de ECB ontpopte zich tot een ef-
ciënte brandweerman. De crisis leek plots een stuk
beter beheersbaar. En de banken hadden ondertussen
niet stilgezeten. Vergeleken met 2008 waren ze nu een
stuk beter gewapend om het barre economische weer
te trotseren. Ten dele werden zij hier ook toe verplicht.
Het Bazelcomité tekende voor een aanzienlijke verstrenging
van de liquiditeits- en solvabiliteitsnormen.
Eenmaal de markt dit alles in het oog kreeg, begonnen
de bankaandelen aan een mooie comeback. Zij
pro teerden daarbij van hun extreem lage
waardering.
Een groeisector
In de groeilanden wist de banksector
grotendeels te ontsnappen
aan de Amerikaanse en
Europese kredietperikelen.
De banken gelden er een
echte groeisector te zijn,
met activiteiten die nauw
aansluiten bij de snel
groeiende middenklasse.
Die nieuwe consument
heeft steeds complexere
behoeften, ook
op nancieel vlak. Met
de spaargelden van de
bevolking nancieren
de banken de groei van
de lokale economie. In
de meeste landen is dit
een bijzonder gezond
verhaal. Wel dienen we
ons te hoeden voor overdrevenoverheidsinmenging.
Met name in China zou
dit op termijn voor problemen
kunnen zorgen.

Dossier banksector
10
EUROPESE BANKAANDELEN
OP NAAR EEN
TERUGKEER
VAN DIVIDENDEN?
Dankzij een lagere risicopremie en
een versoepelde bankregelgeving
kenden de Europese bankaandelen
een fl itsende jaarstart.
Hoe moet het nu verder? Op korte
termijn verwachten we een trager
stijgingsritme en een grotere
differentiatie onder de spelers.
Op langere termijn blijft er op weg
naar een normalisering van de
winsten nog heel wat koerspotentieel
over. We behouden daarom het
positieve advies voor de sector.
RUDY DE GROODT - SENIOR EQUITY SPECIALIST
Flitsende start van 2013
Sinds onze positieve visie op de Europese banken (midden
2012) heeft deze sector er al een mooie koersrit
op zitten. Niet toevallig viel de start van deze haussebeweging
samen met de mededeling van de voorzitter
van de Europese Centrale Bank (ECB), Mario Draghi, om
voorwaardelijk obligaties uit de perifere Europese landen
op te kopen.
Eerder ging de ECB ook al over tot de injectie van goedkope
driejaarsleningen bij banken. Toch was het opkopen
van perifere obligaties mogelijk nog een grotere stap om
het negatieve sentiment in verband met de eurozone te
doorbreken. Hierdoor herstelde het vertrouwen en kon
de langetermijnrente ontspannen in de probleemlanden
Spanje en Italië. De vrees voor liquiditeitsproblemen viel
weg en de activa op de bankenbalansen werden positief
beïnvloed. Dit zorgde voor een sterke daling van de
kapitaalkost. Deze daling deed de koersen van de bankaandelen
fors opveren. Nadat de koers van de Europese
bankaandelen in 2012 met 23% steeg, zette deze beweging
zich ook versneld door tijdens de eerste maand van
2013 (zie gra ek hieronder). Met een koerswinst van 8%
in januari nestelt de Europese bankensector zich dan
ook in de kop van het beurspeloton.
Evolutie tijdens de voorbije 12 maanden van de Europese
bankensector (STOXX Europe Banks index)
180
170
160
150
140
130
120
110
01.02.12 01.04.12 01.06.12 01.08.12 01.10.12 01.12.12 01.02.13
Bron: Bloomberg

Beperkter en selectiever stijgingspotentieel
Talrijke bankaandelen namen al een mooi voorschot op
de verwachte koersklim in 2013. We kunnen ons dan
ook afvragen hoeveel lekkers er nog in het beursvat
overblijft. De eerste grote fase sinds midden 2012 was
een breed gedragen inhaalbeweging, startend vanaf
zeer lage waarderingsniveaus. Alle banken gingen toen
hoger, los van rendabiliteit.
De tweede fase, waarin we ons momenteel bevinden,
kenmerkt zich door een positief maar selectiever parcours.
Momenteel noteert de Europese bankensector
tegen ongeveer 1 keer de tastbare boekwaarde en een
verwachte koers/winstverhouding van 10. Voor de sector
verwachten we in 2013 nog een gemiddelde stijging
van ongeveer 7%. Het best gepositioneerd zijn vooral
banken die na de eerste hausse nog steeds een positieve
gap vertonen tussen enerzijds de verwachte winstgevendheid
op tastbaar eigen vermogen en anderzijds
de verhouding koers/tastbare boekwaarde. We hebben
het dan vooral over bankaandelen uit de Benelux en
Frankrijk, aangevuld met sommige Britse en Zwitserse
bankiers.
Triggers voor 2013
Opvallend is de zware hakbijl die banken in het vierde
kwartaal hanteerden. Zowel de versnelde, forse afbouw
van activa (deleveraging in vakjargon) als de stroomlijning
van activiteiten (vooral binnen het zakenbankieren)
zijn hierbij kenmerkend. Het negatieve effect hiervan is
dat dit gepaard gaat met uitzonderlijke kosten. Maar tegelijk
bezorgt het de betrokken bankiers een betere uitgangspositie
voor 2013. Bovendien verhogen deze maatregelen
de kapitaalpositie onder Bazel 3.
Wat zijn de belangrijkste triggers voor verder opwaarts
potentieel in 2013? Het zou alvast een opsteker zijn als
we tot een stabilisering of lichte verhoging kunnen komen
van de nettorentemarge. Dit is moeilijk maar haalbaar
door het herprijzen van producten. Positief in dit
verband zijn de goedkopere nancieringskosten door de
verdere ontspanning op de interbankenmarkt. Dat een
reeks bankiers een deel van de goedkope driejaarsleningen
van de ECB nu al (kunnen) a ossen, boezemt
niet alleen vertrouwen in, het wijst ook op een verdere
normalisering. Bepaalde bankiers nancieren zich nu
al goedkoper op de interbankenmarkt dan bij de ECB.
Verder zijn er de lagere kosten voor slechte leningen.
Ten slotte is er de positieve impact van doorgevoerde
of aangekondigde kostenbesparingen die vanaf dit jaar
hun vruchten zullen afwerpen. Deze kostenbesparingen
i
Goed om te weten
• Tastbare boekwaarde: de boekwaarde van
een onderneming bekomen we door het cijfer
dat overeenstemt met de eigen middelen
(waarde van de activa na afhouding van de
schulden) te delen door het aantal aandelen.
De tastbare boekwaarde houdt bij die
berekening enkel rekening met de werkelijke
activa van de onderneming, en niet met de
goodwill (de meerprijs die vaak wordt betaald
bij overnames op basis van niet-materiële
factoren zoals de waarde van de merknaam of
de klantenportefeuille).
• Koers/winstverhouding: de koerswinstverhouding
is een veel gebruikte
indicator om te achterhalen of een aandeel
correct is gewaardeerd.
We bekomen dit cijfer door de koers van een
aandeel te delen door de winst per aandeel.
Hoe lager die verhouding, hoe goedkoper het
aandeel.
• Tastbaar eigen vermogen: het eigen vermogen
zonder de immateriële vaste activa.
• Koers/tastbare boekwaarde: deze verhouding
bekomen we door de beurskoers van een
aandeel te delen door de tastbare boekwaarde
van het betrokken bedrijf. Hoe lager deze ratio,
hoe goedkoper het aandeel is.
zijn één van de weinige elementen waarover het management
van de banken controle heeft. Dit moet de
negatieve effecten van de economische crisis helpen
opvangen.
Opnieuw ruimte voor dividenden?
De Europese banken waren de voorbije 4 jaar druk bezig
om te voldoen aan de strengere Bazel 3-regelgeving in
verband met vereisten op gebied van kapitaal, hefbomen
en liquiditeit. Toch lijkt er zich sinds kort een kentering
voor te doen. Vooral de recente versoepeling en
verlenging van de liquiditeitsregels op korte termijn (30
dagen) is een belangrijk keerpunt. We hebben de indruk
dat de piek in de Bazel 3-regelgeving is bereikt. Meer
nog: nadat er op het vlak van liquiditeit ademruimte
kwam op korte termijn, denken we dat een versoepe-
11

Dossier banksector
12
ling van de liquiditeitsnormen op langere termijn (meer
dan 1 jaar) de volgende positieve katalysator voor de
sector vormt. De verbeterde kapitaalpositie van banken
heeft ten slotte nog een bijkomend voordeel. Door nog
verder kapitaal te genereren boven de Bazel 3-normen
(ongeveer 9 tot 10% door de markt vereist), komt er bij
een toenemend aantal banken vanaf 2014/2015 ruimte
vrij om opnieuw (hogere) dividenden uit te keren. Indien
deze trend zich verder doorzet, is voor de sector
een gemiddeld dividendrendement van ongeveer 5% in
2014/2015 haalbaar.
Belangrijk opwaarts potentieel bij
volledige normalisering
Het lopende jaar zien we eerder als een transformatiejaar
richting meer genormaliseerde winsten en dividenden
vanaf 2014/2015. Hierboven kreeg u een overzicht
van de belangrijkste triggers op weg naar deze verwachte
normalisering.
De risicopremie die gemeten wordt via de kapitaalkost
is al ink gedaald. Toch kan deze nog lager, richting een
meer genormaliseerde 10% (versus ongeveer 11% nu).
Stel dat we een volledige normalisering simuleren van
de resultatenrekening (stijgende rentemarge, lagere
provisies voor slechte kredieten en een kosten/inkomstenratio
van 58%) bij een verwachte rendabiliteit op
eigen vermogen van 12,7%. In dat geval biedt de sector
zelfs nog een opwaarts potentieel van 47%, met een
dividendrendement van maar liefst 7% (uitbetaling van
50% van de winst). De sector zou dan tegen ongeveer
1,3 keer de tastbare boekwaarde noteren. Zo ver zijn we
evenwel nog niet.
Resterende risico’s
De bankensector mag dan wel in rustiger vaarwater
zijn terechtgekomen, diverse risico’s blijven bestaan. De
zwakke macro-economische omgeving drukt het sterkst
op de resultaten van de perifere banken, via hogere provisies
voor slechte kredieten en nog steeds hoge nancieringskosten.
Hoewel de regelgeving mogelijk een piek
heeft bereikt, drukt ze structureel de winstgevendheid
van banken. Verder knabbelen diverse bankbelastingen
aan de gegenereerde winst en blijven banken met overheidssteun
nog gebonden door talrijke commerciële en
andere beperkingen.
Een reeks bankiers kijkt daarnaast aan tegen boetes
door witwaspraktijken en manipulatie van rentetarieven.
Daarbij denken we voornamelijk aan het schandaal
rond de manipulatie van de Libor-interbankenrente in
Londen. Ten slotte zijn er de misgelopen vastgoedleningen
uit het verleden, die vandaag de dag nog steeds
bankenslachtoffers maken. Concreet denken we aan
SNS Reaal, de Nederlandse bankverzekeraar, die recent
door de Nederlandse staat werd genationaliseerd. Aandelenbezitters
en houders van hybride obligaties van
deze groep zien hierdoor hun kapitaal in rook opgaan.
Mogelijk weerspiegelen niet alle vastgoedleningen in de
bankboeken de reële waarde van deze activa. Het gevaar
op verdere afwaarderingen blijft daarom een risico.
Onze bankenselectie: solide namen en
goedkope herstructureringsverhalen
Bij de keuze van individuele bankaandelen hebben we
nog steeds dezelfde voorkeur als in onze laatste bankenbijdrage:
kwalitatief solide bankwaarden met een
sterke kapitaalbasis, aangevuld met erg goedkope herstructureringsverhalen.
Tot nader order is dit nog steeds
een terechte keuze.
Onze favorieten zijn Standard Chartered, ING en Intesa
Sanpaolo. Daarnaast zijn we positief voor HSBC en banken
met een Bazel 3-kernkapitaalratio boven de 10%.
Andere interessante namen zijn de Belgische bankverzekeraar
KBC, het Franse Société Générale, het Britse
Barclays en het Zwitserse Crédit Suisse bij de zakenbankiers.
Met uitzondering van de Italiaanse bankier Intesa
Sanpaolo, de sterkste bank in Italië, blijven we erg
voorzichtig voor perifere bankwaarden (zeker de Spaanse).
Dit heeft vooral te maken met de zware recessie en
erg lage winstgevendheid van banken uit de periferie.
ONS ADVIES OVER DE AANDELEN DIE IN DIT ARTIKEL
AAN BOD KOMEN
BEDRIJF
EVOLUTIE VAN DE AANBEVELING
OVER DE LAATSTE 12 MAANDEN
DATUM
Barclays Van Houden naar Kopen 07.09.2012
Crédit Suisse Van Houden naar Kopen 21.01.2013
HSBC Van Houden naar Kopen 05.12.2012
ING Kopen /
Intesa Sanpaolo Kopen /
KBC Van Houden naar Kopen 12.12.2012
Société Générale Van Houden naar Kopen 20.09.2012
Standard Chartered Kopen /

Dossier banksector
OBLIGATIES VAN FINANCIËLE INSTELLINGEN
GESCHIKT
VOOR ELK
RISICOPROFIEL
Banken voor een wereld in
verandering
Eind 2008 kleurde de hemel boven
de bancaire sector plots inktzwart.
De ondergang van de Amerikaanse
zakenbank Lehman Brothers luidde
een turbulente periode in voor de
fi nanciële sector. Ondanks massale
overheidsinterventies werd het
keerpunt van de crisis pas eind 2011
bereikt, toen de Europese Centrale
Bank (ECB) de banken overspoelde
met meer dan 1.000 miljard euro
goedkope langetermijnkredieten.
Van de zeer veilige covered bonds tot de risicovolle
perpetuals, het is duidelijk dat obligaties van
fi nanciële instellingen niet zomaar onder één noemer
vallen. Zo kunt u binnen elk risicoprofi el in obligaties
van fi nanciële waarden investeren.
Het belangrijkste daarbij is dat u niet buiten de lijnen
van uw risicoprofi el kleurt.
KRISTOF WAUTERS, INVESTMENT SPECIALIST FIXED INCOME & FOREX, PRB
Een tweede cruciale
element was
de onvoorwaardelijke
steun die ECBvoorzitter
Mario Draghi
midden vorig jaar uitsprak
over de euro en de eurozone. Dit
kalmeerde de fi nanciële markten,
nam het implosierisico voor de eurozone
weg en leidde tot een forse
daling van het renteverschil tussen
de periferie (o.a. Spanje en Italië)
en de kern van de eurozone (met
Duitsland als boegbeeld).
13

Dossier banksector
14
Evolutie van het rendement op financiële en niet-financiële bedrijfsobligaties
6%
5%
4%
3%
2%
1%
0%
-1%
3,78
4,68
5,33
Financiële
bedrijfsobligaties
3,07
3,47
3,98
Niet-Financiële
bedrijfsobligaties
4 januari 2012
0,71
1,21
1,35
Hierdoor smolt de risicopremie van
bedrijfsobligaties uit de financiële
sector ten opzichte van niet-financiële
bedrijfsobligaties de afgelopen
maanden quasi volledig weg (zie
grafiek hierboven).
Dit betekent niet dat er geen interessante
obligaties meer te vinden
zijn. We geven een overzicht van
verschillende subcategorieën binnen
de obligaties van financiële instellingen,
gaande van laag risico
tot hoog risico, en daaraan gekoppeld
uiteraard van laag naar hoog
potentieel rendement.
Covered bonds
’Covered bonds’ of ’gedekte obligaties’
zijn obligaties uitgegeven door
banken waarbij de obligatiehouder
over een dubbel recht beschikt. Bij
een eventuele faling van de emittent
heeft de obligatiehouder niet
enkel toegang tot het algemeen vermogen
van de emittent (op hetzelfde
niveau als niet-achtergestelde
obligatiehouders), maar ook tot een
aparte onderliggende portefeuille
van activa. Deze portefeuille is bovendien
exclusief toegankelijk voor
beleggers in gedekte obligaties.
1,94
■ 3 - 5 jaar ■ 5 - 7 jaar ■ 7 - 10 jaar
2,71
3,30
1,92
2,31
2,79
0,02
0,40
0,51
Verschil Financiële Niet-Financiële Verschil Financiële Niet-Financiële Verschil
bedrijfsobligaties bedrijfsobligaties
bedrijfsobligaties bedrijfsobligaties
10 september 2012 8 januari 2013
Covered bonds behoren tot de veiligste
obligaties. Het hoeft dat ook
niet te verbazen dat de rendementen
navenant laag zijn. Toch hebben
covered bonds in vergelijking
met staatsobligaties vaak een aantrekkelijk
rendement (zeker voor
conservatieve beleggers). Dit is een
gevolg van de iets lagere liquiditeit
en bekendheid van covered bonds
ten opzichte van staatsobligaties.
Voor particuliere beleggers is dit
echter geen groot obstakel en is
het licht hogere rendement een
aantrekkelijke troef.
Senior bonds of niet-achtergestelde
obligaties
Naast de eerder vermeldde positieve
effecten gegenereerd door de
ECB, zijn ook de Bazel 3-normen niet
onbelangrijk bij de waardering van
obligaties uit de financiële sector.
Deze kapitaalregels kwamen er in
de nasleep van de financiële crisis
en moeten een herhaling van deze
crisis vermijden. Concreet moet Basel
3 er in de komende jaren voor
zorgen dat het kernkapitaal van
commerciële banken opgetrokken
wordt, zodat de liquiditeit- en solvabiliteitratio’s
versterkt worden.
1,51
2,10
2,61
1,59
2,07
2,54
-0,08
0,03
0,07
Bron: Exane Fixed Income research
De daling van het renteverschil tussen
kern- en periferielanden uit zich
ook in de evolutie van het rendement
op obligaties van financiële spelers
in die landen. Toch bieden banken
van perifere landen nog steeds
een aantrekkelijk extra rendement,
maar uiteraard ligt het risico ook
een pak hoger. Door de aanwezigheid
van staatspapier op de balans
van bijvoorbeeld Spaanse banken
is er een sterke link tussen de kredietrating
van het land en die van
de bank. Bij een eventuele verlaging
van de Spaanse kredietwaardigheid,
zal de rating van de Spaanse banken
automatisch ook verlaagd worden,
mogelijk zelfs tot in de speculative
grade-categorie. Risicobewuste beleggers
kiezen daarom best voor
grote, goed gediversifieerde banken
die hun omzet en winst niet enkel in
de thuismarkt halen.
Achtergestelde obligaties
Om het achtergestelde karakter
bij een eventueel faillissement van
de uitgevende financiële instelling
te vergoeden, is het rendement op
achtergestelde obligaties hoger.
Zoals steeds komt een hoger potentieel
rendement uiteraard niet

zonder risico. Specifi ek voor achtergestelde
obligaties zal de zogenaamde
Bail-in clausule een grotere
rol gaan spelen.
Bail-in houdt in dat obligatiehouders
in de toekomst sneller en automatisch
zullen participeren in de
verliezen als de uitgevende bank in
zware problemen komt. Deze regels
zullen vanaf 2015 ingevoerd worden
voor achtergestelde obligaties
en vanaf 2018 voor niet-achtergestelde
schulden. Op landenniveau
en afhankelijk van specifi eke gevallen
kunnen deze regels ook sneller
geïmplementeerd worden.
We moeten nog een onderscheid
maken tussen achtergestelde obligaties
met een vaste vervaldag en
achtergestelde obligaties zonder
vaste vervaldag. Laatstgenoemde
kent u waarschijnlijk beter onder
de benaming perpetuals of eeuwigdurende
obligaties. Algemeen kunnen
we stellen dat het koersverloop
van perpetuals sterk gecorreleerd
is met dat van aandelen (zie grafi ek
hiernaast). Het forse herstel van de
bankaandelen de afgelopen maanden
vinden we dan ook terug in de
evolutie van perpetuals. Pertetuals
blijven enkel geschikt voor dynamische
beleggers.
Een specifi eke niche van de achtergestelde
obligaties met een vaste
vervaldag zijn de CoCo’s of contin-
gent convertibles. Dit zijn obligaties
die automatisch omgezet worden in
aandelen van zodra het kapitaalniveau
van de uitgever onder een
vooraf gedefi nieerde grens zakt.
CoCo’s versterken de solvabiliteit
van een fi nanciële instelling en
verhogen het kapitaal automatisch
op het moment dat dit nodig is. Op
die manier kan aan een gedeelte
van de nieuwe kapitaalvereisten
voldaan worden. Het risico wordt
volledig gedragen door de obligatiehouders.
Ter compensatie hebben
CoCo’s vaak een aantrekkelijke
TYPE ISIN CODE NAAM S&P COUPON VERVALDAG
coupon. Een belangrijk verschil met
eeuwigdurende obligaties is dat
CoCo’s steeds een vaste eindvervaldag
hebben.
We geven in onderstaande tabel enkele
voorbeelden van de besproken
subcategorieën van bankobligaties.
Merk op dat de kredietrating verschillend
is naargelang het achtergestelde
karakter van de obligatie.
PX
(IN %)
BRUTO RDT
(IN %)
NETTO RDT
RV 25%
(IN %)
Covered bond BE6246364499 KBC Bank NV AAA 1,125% 11.12.2017 99,28 1,28 1,00
Senior bond XS0764303490 KBC Ifi ma NV A- 4,500% 27.03.2017 110,23 1,90 0,85
Senior bond XS0872702112 BBVA Senior Finance BBB- 3,750% 17.01.2018 99,10 3,95 3,01
Achtergestelde FRN 1 XS0238065170 KBC Ifi ma NV BBB Euribor 3M + 0,70% 14.12.2015 96,50 2,15 3 1,93 3
Perpetual XS0368735154 KBC Bank NV BB+ 8,000% perpetual2 102,00 2,78 0,91
CoCo XS0496281618 Rabobank Nederland
Zonder
rating
6,875% 19-03-20 112,35 4,79 3,19
1. Floating rate note (= met variabele rente)
2. Eerste terugbetalingsmogelijkheid op 27.06.2013 aan 100%
3. afhankelijk van de evolutie van de Euribor 3M
Vergelijkende evolutie van een senior obligatie, de perpetual en het aandeel van KBC
(gegevens teruggebracht op 100 op 13.04.2010)
110
100
90
80
70
60
50
40
30
20
04.10 07.10 10.10 01.11 04.11 07.11 10.11 01.12 04.12 07.12 10.12 01.13
— KBC PErPETUaL — KBC SENIOr BOND — KBC aaNDEEL
Bron: Bloomberg
Bron: Bloomberg
15

Aandelenmarkten
16
EuropEsE autosEctor
GPS 2013
Wordt 2013 een kopie van 2012 voor
de Europese autosector? De sector
presteerde vorig jaar helemaal nog niet
zo slecht. Toch waren de koersprestaties
tussen winnaars en verliezers zeer
uiteenlopend. Voor 2013 verwachten we
meer van hetzelfde, maar het is wachten
op betere instapmomenten..
saDoK Moussa-DJarrara – EQuItY aNaLYst
Groei komt wellicht van elders
Ondanks de gedaalde verkoop in Europa vorig jaar, was
de prestatie van de sector in 2012 duidelijk beter dan
die van de Europese index. De sector evolueerde met
twee snelheden. Er was een verschillende groei te merken,
afhankelijk van de blootstelling aan de verschillende
geografische zones en producten. Ook de nood
om het probleem met de overcapaciteit in Europa zo
snel mogelijk onder controle te krijgen, was belangrijk.
In 2013 zal de wereldwijde automarkt wellicht blijven
stijgen (+2% tot 80 miljoen verkochte wagens in de wereld).
Toch zal de volledige groei komen van de zone
Noord-Amerika en van groeilanden. De verkoop in Europa
zal dit jaar daarentegen opnieuw een daling tussen
-3 en -5% kennen, met een dieptepunt dat verwacht
wordt in de eerste helft van het jaar. Die situatie is vooral
zorgwekkend omdat de Europese automarkt in 2012
al met 8,2% gekrompen is. Daarmee bevindt die zich op
het dieptepunt van 17 jaar geleden. Een situatie die nog
enkele jaren zou kunnen blijven duren.
Verzadigde Europese automarkt
De secretaris-generaal van ACEA (de Europese groepering
van autofabrikanten) Ivan Hodac wees erop dat de
Europese markt van de ’vijftien’ zeker verzadigd geraakt.
Daardoor zal Europa in de komende tien jaar wellicht
geen groei meer optekenen. Die vaststelling kan worden
verklaard door demografische redenen. De bevolking
daalt tenslotte in sommige Europese landen. Maar ook
de gemiddelde leeftijd van het autopark, dat relatief jong
is, speelt een rol: tussen acht en negen jaar in Europa,
tegenover elf jaar in de Verenigde Staten bijvoorbeeld.
De schrootpremies stelden de automarkt in staat om de
terugval na de economische crisis van 2007 te beperken
omdat oude voertuigen sneller werden vervangen. Maar
het nadelige effect was ook dat de toekomstige potentiele
’natuurlijke’ verkopen beperkt werden. Dat fenomeen
wordt bovendien verscherpt door de trend om de auto
minder te gebruiken wegens de duurdere brandstofprijzen.
Ook de hogere fiscaliteit is van belang. Denken we
daarbij aan het tolgeld bij het binnenrijden van steden,
aan de taks afhankelijk van de CO 2 -uitstoot, enz. Daarnaast
is er ook de toename van nieuwe praktijken zoals
carpoolen.

Ons advies Over de aandelen die in dit artikel
aan bOd kOmen
Bedrijf
evolutie van de aanBeveling
over de laatste 12 maanden
datum
BmW van Kopen naar Houden 08.10.2012
michelin van Kopen naar Houden 17.09.2012
renault van Kopen naar Houden 26.11.2012
volkswagen van Kopen naar Houden 13.08.2012
Amerikaans voorbeeld?
Om al die redenen lijkt de verslechtering van de Europese
automarkt dus eerder structureel dan conjunctureel.
De sterke daling van de benuttingsgraad van
de capaciteiten in Europa verklaart de forse terugval
van de winstgevendheid van de groepen die het meest
blootgesteld zijn aan Europa. Ook de recente aankondigingen
van fabriekssluitingen door alle autobouwers,
met uitzondering van de Duitse, kan in dat licht worden
gezien. Moeten we dan het Amerikaanse voorbeeld volgen?
Na de Lehman-crisis kozen de Amerikaanse autobouwers
voor een sterke daling van de capaciteit. De
prestaties die ze nadien hebben neergezet, laat ons zien
dat dit de beste oplossing is. Toch een belangrijke nuance
hierbij: na de crisis in 2007/2008 trok de automarkt
in de Verenigde Staten opnieuw en nog sterker aan dan
voordien. Dit blijkt dus niet het geval te zijn voor de
Europese markt. Daarmee rekening houdend blijven we
beleggen in de groepen die zijn blootgesteld aan groeiregio’s
en producten die goed in de markt liggen.
Volkswagen en BMW
Binnen ons universum lijken twee autobouwers ons aan
die criteria te voldoen: Volkswagen en BMW. Die twee
groepen profiteren ook van andere groeifactoren die
volledig aan henzelf toe te schrijven zijn.
• Volkswagen beschikt over meerdere bronnen voor
een resultatengroei: de integratie van Porsche, synergieën
die te verwachten zijn van de investeringen in
de vrachtwagendivisie (belangen in Man en Scania),
en het herstel van de winstgevendheid in Noord-
Amerika. Tot slot draagt ook de uitbouw van de modulestrategie
(MQB-module) binnen haar gamma/
merken bij tot de groei. Met deze strategie kunnen
verschillende modellen geproduceerd worden op 1
productieplatform. Zo kan Volkswagen kosten besparen
en aan competitiviteit winnen op de markt.
• BMW heeft het voordeel marktaandelen te blijven
veroveren in de Verenigde Staten en China. Daarnaast
profiteert het van de verjonging van het gamma sinds
2012.
Michelin en Renault
Twee andere specifieke verhalen lijken ons eveneens
aantrekkelijk binnen de sector: Michelin en Renault.
• Michelin vaart wel bij de blootstelling aan de vervangingsmarkt,
die minder cyclisch is. Maar vooral profiteert
het van de daling van de grondstofprijzen, in
het bijzonder van de rubberkoers die de voorbije jaren
scherp gestegen was. Tot slot zouden ook de zware
investeringen in China, India en Brazilië vruchten
moeten beginnen afwerpen vanaf 2013-2014. Hoewel
de omzetgroei wellicht zwak zal zijn, zullen alle voormelde
elementen de groep in staat stellen om haar
resultaten sterker te zien groeien en haar doelstellingen
voor 2015 te verwezenlijken. De belangrijkste
doelstelling is een bedrijfsresultaat van 2,9 miljard
EUR tegenover 1,9 miljard EUR in 2011.
• Onze interesse voor renault kan verrassender lijken
omdat deze groep een te ’Europees’ imago met zich
meedraagt. Maar dat lijkt ons onterecht. Bewijs daarvan:
in 2012 werd voor het eerst meer dan een auto op
de twee buiten Europa verkocht. De groep met de ruit
als logo haalt haar groei uit het succes van het ’Entry’gamma
(merk Dacia), maar ook uit haar aanwezigheid
in Rusland (via Avtovaz) en Brazilië. De markt hangt
momenteel een negatieve waarde vast aan het merk
Renault, door de verwachting van verlies. De vernieuwing
van het gamma, die eind 2012 begon met de
lancering van de Clio IV, zou een betere waardering
van het merk Renault mogelijk kunnen maken. Ook al
omdat de koers van het aandeel zwakker is dan de
waarde van de belangen in Nissan en Daimler.
ConClusiE
Wat betreft beleggingen in de autosector zal 2013
wellicht sterk lijken op 2012. De opportuniteiten
en problemen voor de sector zijn ongeveer gelijk
gebleven in vergelijking met vorig jaar.
los daarvan: eenmaal het probleem van overcapaciteit
in Europa achter de rug is, zal de volgende
uitdaging erin bestaan de kosten op te vangen
die gekoppeld zijn aan de strengere milieunormen.
Daardoor zullen de auto’s minder mogen vervuilen.
Deze normen zullen de belangrijkste markten
treffen vanaf 2015 tot 2020, als China aan de beurt
komt.
Voorlopig lijken de Duitse autobouwers opnieuw
een voorsprong te hebben uitgebouwd. Maar in
de autowereld kan het verkeer snel van richting
veranderen.
17

Nieuw gestructureerd product
18
BNP PARIBAS FORTIS FUNDING (LU)
RUNNER NOTE
LOOKBACK 2016
Vorige maand legden we uit dat het herstel van de aandelenmarkten interessante
mogelijkheden biedt voor aandelen met hoog dividendrendement. Toch blijven er
heel wat hindernissen… Met een looptijd van 3 jaar biedt de BP2F RUNNER NOTE
LOOKBACK 2016 de mogelijkheid om meer te halen uit het beurspotentieel (zonder
dividenden) van 100 internationale aandelen die de hoogste dividendrendementen
bieden, via de index STOXX GLOBAL SELECT DIVIDEND 100 (Price).
De BNP PARIBAS FORTIS FUNDING RUNNER NOTE LOOKBACK
2016 (afgekort BP2F RUNNER NOTE LOOKBACK 2016) is
een complex afgeleid instrument, uitgegeven door
BNP Paribas Fortis Funding (LU) EN gewaarborgd
door BNP Paribas Fortis NV (A2 (stable outlook) bij
Moody’s, A+ (negative outlook) bij S&P en A+ (stable
outlook) bij Fitch). Door in te tekenen, leent u geld
aan de emittent die zich niet in alle gevallen verbindt
tot 100% terugbetaling van het belegde kapitaal (exclusief
kosten) op de eindvervaldag. Bij faillissement
of wanbetaling van de emittent en de garant loopt u
bovendien het risico om de sommen waarop u recht
hebt, niet terug te krijgen en het belegde kapitaal te
verliezen op de eindvervaldag.
De BP2F RUNNER NOTE LOOKBACK 2016 is bestemd voor
ervaren beleggers die een kapitaalrisico durven nemen.
Op basis van hun nanciële situatie, kennis en
ervaring kunnen zij de voordelen en risico’s inschatten
van een belegging in dit complexe afgeleide instrument,
in het bijzonder door hun vertrouwdheid
met de STOXX GLOBAL SELECT DIVIDEND 100 (Price)index
en met de rentevoeten.
Een alternatief voor een rechtstreekse
belegging in aandelen
De BP2F RUNNER NOTE LOOKBACK 2016 is bestemd voor
beleggers die vertrouwd zijn met het grotere risico van
een aandelenbelegging en die ervan overtuigd zijn dat
de aandelen met een hoog dividendrendement zullen
blijven pro teren van een opverend beursklimaat. Zij
beseffen evenwel dat die opleving afgeremd kan worden
door tal van onzekerheden. Daarom wensen zij een
middel om hun potentiële rendement te optimaliseren.
➡ Bij de start: Lookback-mechanisme
De initiële waarde van de index wordt niet vastgelegd
bij de start. Om rekening te houden met een eventuele
zwakte van de STOXX GLOBAL SELECT DIVIDEND 100 (Price)index
bij de lancering, wordt uitgegaan van de laagste
slotkoers van de index op 3 observatiemomenten,
maandelijks gespreid over de eerste twee maanden.
➡ Op de einddatum: 200% van de mogelijke stijging van
de index
De BP2F RUNNER NOTE LOOKBACK 2016 beschikt over een
mechanisme om een positieve prestatie van de index
nog te versterken. De potentiële terugbetalingspremie
is immers gelijk aan 200% van elke stijging van de index
op de eindvervaldag.

De BP2F RUNNER NOTE LOOKBACK 2016 beschikt evenwel
niet over kapitaalbescherming op de vervaldag (14 maart
2016). Bij een negatieve evolutie van de index zal de belegger
automatisch een kapitaalverlies lijden dat gelijk is
aan 100% van de daling van de index op de eindvervaldag.
Bij een stijging van de index
is een belegging in de BP2F RUNNER NOTE LOOKBACK
2016 interessanter dan een rechtstreekse belegging
in de index. De belegger ontvangt immers
twee maal de gerealiseerde prestatie.
Merk op dat de belegger niet geniet van de dividenden
die uitgekeerd worden door de aandelen
die deel uitmaken van de index.
Bij een daling van de index
is een belegging in de BP2F RUNNER NOTE LOOKBACK 2016
minder interessant dan een rechtstreekse belegging in
de index, aangezien de belegger verplicht is om zijn verlies
te nemen op de eindvervaldag. Dat is niet het geval
bij een rechtstreekse belegging in de index.
Terugbetalingsschema en toekenning van de eventuele terugbetalingspremie
Beginwaarde STOXX GLOBAL SELECT DIVIDEND 100 (Price)-index = laagste slotkoers van 3 slotkoersen,
berekend op respectievelijk 1 maart, 2 april en 2 mei 2013
NEEN
Eindwaarde van de index
= slotkoers op 7 maart 2016
JA
Op 14 maart 2016, heeft de belegger recht op een
bedrag dat overeenstemt met 100% van het belegde
kapitaal (exclusief kosten), verminderd met het dalingspercentage
van de index ten opzichte van zijn
initiële waarde.
Alle mogelijkheden in één oogopslag
Evolutie (in %) van de min-
of meerwaarde
-100% -75% -50% -25%
100%
75%
50%
25%
0%
-25%
-50%
-75%
-100%
Is de eindwaarde van de index hoger
dan de beginwaarde?
25% 50% 75% 100%
Evolutie (in %) van de STOXX
GLOBAL SELECT DIVIDEND 100 (Price)-index
Op 14 maart 2016, heeft de belegger recht op:
• terugbetaling tegen 100% van het belegde kapitaal
(exclusief kosten);
• een meerwaarde gelijk aan 200% van de
(onbegrensde) stijging van de index.
Inschrijving
Openbaar aanbod in België.
De inschrijvingsperiode loopt tot en met
28 februari 2013 (behalve bij vervroegde
afsluiting).
Minimale inschrijving: 5.000 EUR.
1.000 EUR per coupure.
Uitgifte- en betaaldatum: 13 maart 2013.
Uitgifteprijs: 101,25% van de nominale
waarde, inclusief een plaatsingscommissie
van 1,25% en een jaarlijkse commissie van
maximaal 1% voor de verdeling van de Note.
BNP Paribas Fortis verzekert gratis de
nanciële dienst.
19

Nieuw gestructureerd product
20
Belangrijkste risico’s
• Risico op kapitaalverlies: er zal niet in alle gevallen een terugbetaling zijn tegen 100% van het kapitaal. Er
bestaat immers een risico op een geheel of gedeeltelijk kapitaalverlies als de STOXX GLOBAL SELECT DIVIDEND
100 (Price)-index op de laatste observatiedatum gedaald is tegenover zijn beginwaarde. De belegger is dan
verplicht om zijn verlies te nemen, wat niet het geval is bij een rechtstreekse belegging in de index.
• Kredietrisico: bij faillissement of wanbetaling van de emittent en de garant loopt de belegger het risico zijn
kapitaal geheel of gedeeltelijk te verliezen op de eindvervaldag.
• Liquiditeitsrisico: dit afgeleide instrument is niet genoteerd op een gereglementeerde markt. BNP Paribas
Fortis verzekert de liquiditeit ervan door op te treden als koper of zo nodig als verkoper, behalve bij uitzonderlijke
omstandigheden. De belegger die zijn effecten zou willen doorverkopen voor de eindvervaldag of die
deze effecten zou willen kopen nadat de inschrijvingsperiode is beëindigd, zal ze moeten verkopen/aankopen
voor de prijs bepaald door BNP Paribas Fortis. Dit zal afhankelijk van de marktomstandigheden op dat moment
gebeuren (zie hieronder), wat zou kunnen resulteren in een prijs die lager is dan de nominale waarde
per coupure (1.000 EUR). Deze prijs zal bepaald worden binnen een aankoopverkoopvork van maximaal 1%
bij normale marktomstandigheden (exclusief makelaarsloon en taks op beursverrichtingen).
• Risico op prijsschommelingen van het effect (marktrisico): de prijs van dit instrument schommelt naargelang
parameters zoals de nanciële gezondheid van de emittent, het verloop van de STOXX GLOBAL SELECT
DIVIDEND 100 (Price)-index en van de rentevoeten. Als gevolg daarvan kan de waarde terugvallen tot onder
de nominale waarde per coupure (1.000 EUR).
Voor de gewaarschuwde belegger
Als belegger dient u een belegging in dit type nancieel
instrument enkel te overwegen als die past binnen uw
nanciële situatie, uw beleggingsdoelstellingen en uw
nanciële kennis en ervaring.
Op basis van de door BNP Paribas Fortis vastgelegde
criteria is dit complexe afgeleide instrument in de eerste
plaats en binnen bepaalde grenzen, bestemd voor
beleggers met een dynamisch (Dynamic) tot agressief
Documentatie
Het Prospectus is samengesteld uit
• het Basisprospectus van het programma
”Euro Medium Term Note (EMTN) van EUR
30.000.000.000”, gedateerd op 13 juin 2012 en
goedgekeurd door de Commission de Surveillance
du Secteur Financier (CSSF) in Luxembourg,
• de Supplementen, gedateerd op 28 juni 2012 en
30 oktober 2012, en
• de Final Terms van 31 januari 2013.
Deze vier documenten, opgesteld in het Engels, en
een samenvatting in het Nederlands van het Basisprospectus
zijn gratis beschikbaar op de site
www.bnpparibasfortis.be/emissies
(Growth) pro el. Binnen nog strengere beperkingen
kan zij ook geschikt zijn voor beleggers met een ander
pr o el .
Uw private banker zal met plezier samen met u nagaan
of de BP2F RUNNER NOTE LOOKBACK 2016 beantwoordt aan
uw beleggerspro el en welke plaats ze best inneemt in
uw portefeuille.
BNP BNP PARIBAS PARIBAS FORTIS FORTIS FUNDING FUNDING (LU) (LU)
RUNNER RUNNER NOTE NOTE LOOKBACK LOOKBACK 2016 2016
Promotioneel document | Februari 2013
Afgeleid instrument uitgegeven door BNP Paribas Fortis Funding,
filiaal van BNP Paribas Fortis NV (A2 / A+ / A+)
Dit document werd opgesteld in het kader van een openbaar aanbod in België.
De verkoopbeperkingen zijn opgenomen in het Prospectus.
De inschrijvingsperiode loopt van 1 februari (9 u.) tot 28 februari 2013 (16 u.).
In bepaalde omstandigheden is echter een vervroegde afsluiting mogelijk, zoals beschreven in het Prospectus
(zie deel B van de Final Terms).
Neem contact op met uw private banker voor meer informatie of om in te schrijven.
Er bestaat eveneens een Flash
Invest over de BP2F RUNNER NOTE
LOOKBACK 2016. U vindt er bijkomende
informatie over de index
STOXX GLOBAL SELECT DIVIDEND 100
(Price), rendementsvoorbeelden,
alle inschrijvingsmodaliteiten, de
scaliteit die van toepassing is en
de kosten en commissies die verbonden
zijn met de Note.
Uw private banker zal u deze documenten met plezier
bezorgen.

Portefeuillebeheer
HOE KIEST U HET GOEDE FONDS?
Prestaties
& analyse
De prestatie van een fonds wordt meestal gemeten
in vergelijking met de prestaties van fondsen uit
dezelfde categorie. Dit zijn homogene groepen op
het vlak van onder meer activaklassen, geografi sche
zone en beheersstijl. Het heeft dan ook geen zin om
de prestaties van een fonds uit de categorie ’Europese
aandelen’ te vergelijken met de prestaties van een
fonds uit de categorie ’Amerikaanse aandelen’.
Maar prestaties uit het verleden zeggen niet alles...
Een grondige analyse is dus ook nodig.
ALAIN SERVAIS, PRIVATE BANKING INVESTMENTS
Topkwartiel
2 e kwartiel
3 e kwartiel
4 e kwartiel
+
—
Prestatie van de fondsen
uit eenzelfde categorie
Prestatiekwartielen
Door middel van de kwartielen kan
de prestatie van een fonds ten opzichte
van zijn concurrenten worden
beoordeeld. Binnen eenzelfde
categorie kunnen de fondsen worden
gerangschikt volgens prestaties
en over vier niveaus worden
verdeeld: de kwartielen. Het eerste
kwartiel noemen we het topkwartiel.
Als een fonds tot dit kwartiel
behoort, dan maakt het deel uit van
de 25% best presterende fondsen
uit zijn categorie. Fondsen die tot
het vierde kwartiel behoren, maken
daarentegen deel uit van de 25%
minst goed presterende fondsen uit
hun categorie.
Kwantitatieve en
kwalitatieve ratings
Tal van kwantitatieve agentschappen,
zoals Morningstar, Lipper of
Citywire, kennen ratings toe aan beleggingsfondsen.
Dit betekent niet
dat elk ratingagentschap daarom
dezelfde classifi catie geeft aan een
fonds dat tot eenzelfde categorie
behoort. De prestatiecriteria die ze
in aanmerking nemen, kunnen immers
verschillend zijn. De kwantitatieve
ratingagentschappen baseren
zich uitsluitend op een analyse van
de prestaties uit het verleden van
het fonds.
Daarom zijn kwalitatieve ratingagentschappen,
zoals Standard &
Poor’s of Morningstar Research, ook
nuttig om een beleggingsfonds te
beoordelen en te selecteren. Deze
kwalitatieve agentschappen streven
ernaar om het beheersproces van
het fonds tegen het licht te houden,
en om na te gaan waarom een fonds
in het verleden beter presteerde.
Ook de belangrijkste concurrentievoordelen
van de beheerder en de
relevantie van de beleggingsbeslissingen
komen aan bod.
21

Portefeuillebeheer
22
Toch bespreken en beoordelen deze
ratingagentschappen slechts een
beperkt aantal fondsen. Het is dus
raadzaam om ook zelf een grondige
analyse uit te voeren bij uw
Prestatie van
de markt
+
Bèta
Gevoeligheid van
het fonds voor
marktbewegingen
▲ ▲
Bèta Alfa
Meet het systeemrisico van het fonds, d.w.z. zijn
graad van gevoeligheid voor marktbewegingen,
gematerialiseerd door die van zijn benchmark
(referentie-index).
Fonds
met bèta > 1
Fonds
met bèta = 1
Fonds
met bèta < 1
Stijgende
markten
Het fonds is
geneigd beter te
presteren dan zijn
benchmark
Dalende
markten
Het fonds is
geneigd minder
goed te presteren
dan zijn benchmark
Het fonds is geneigd dezelfde prestatie
te behalen als zijn benchmark,
namelijk de prestatie van de markt
Het fonds is
geneigd minder
goed te presteren
dan zijn benchmark
De bèta van een fonds ligt meestal tussen 0 en 2.
Wanneer de markten met 10% stijgen, zal de prestatie
van een fonds met een bèta van 0,75 met 7,5% stijgen.
Wanneer de markten daarentegen met 10% dalen, zal
de prestatie van het fonds met 7,5% dalen, als al het
overige gelijk blijft.
fondsenselectie. Hieronder en op de
volgende pagina komt u te weten
waaraan u aandacht moet besteden.
Eerst bespreken we schematisch de
belangrijkste aandachtspunten bij
Het fonds is
geneigd beter te
presteren dan
zijn benchmark
+ Alfa =
Toegevoegde waarde
aangebracht door de
beheerder
de beoordeling van de prestaties van
een fonds. Nadien bekijken we nog
enkele andere belangrijke selectiecriteria.
Hoe meet en beoordeelt u de prestaties van een fonds?
Prestatie van
het fonds
Bepaalt de outperformance van het fonds ten
opzichte van zijn benchmark. Hoe hoger de alfa
van een fonds hoe beter de prestatie ervan ten
opzichte van zijn benchmark.
De netto-inventariswaarde van een fonds met
een alfa van 3,2% heeft de neiging om met 3,2%
te stijgen wanneer de schommeling van de
benchmark gelijk is aan nul.

enkele selectiecriteria van een fonds
Het aanbod fondsen op de markt is heel uitgebreid. Bovendien bieden de prestaties die een fonds in het verleden
heeft neergezet geen garantie voor de toekomst. Ook de risico’s verbonden aan een fonds kunnen variëren in de
tijd. Selectiviteit is dus absoluut noodzakelijk. Hieronder vindt u daarom enkele belangrijke selectiecriteria.
Beheer
• Wat is de doelstelling van het fonds?
• Wat is de speelruimte die de beheerder zichzelf toestaat
ten opzichte van het beleggingsuniversum van het fonds
(kapitalisatieomvang, gebruik van cash ...)?
• Welke discipline legt de beheerder zichzelf op (maximaal
verlies, beleid van winstnames ...)?
• Wat is de structuur, stabiliteit en ervaring van het beheersteam?
Risico’s
• Is het beleggingsproces coherent?
• Welke risico’s zijn aan een belegging in het fonds verbonden?
Diversifiëring
• Wat is de samenstelling van het fonds en wat zijn de voornaamste
blootstellingen?
• Is het fonds onderworpen aan de UCITS III/IV-reglementering?
Prestatie
• Is de huidige beheerder verantwoordelijk voor alle prestaties
in het verleden van het fonds?
• Wat verklaart de eventuele outperformance van het fonds
en is ze coherent met de filosofie van de beheerder?
Kosten en liquiditeit
• Wat is het totale bedrag van de beheerskosten of TER
(Total Expense Ratio)?
• Kan de beheerder het hoofd bieden aan een massale uitstap
uit het fonds (herverkoop van deelbewijzen)?
Context
• Wat is de visie van de markt in vergelijking met de visie van het fonds?
• Is er een valutarisico?
Zoals u kunt vaststellen, is de keuze van een fonds niet vanzelfsprekend.
In de volgende edities komen we dan ook uitgebreid terug op dit selectieproces.
23