22.08.2013 Views

Afvalbeheer - Belfius

Afvalbeheer - Belfius

Afvalbeheer - Belfius

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Lokale financiën | <strong>Afvalbeheer</strong> | Mei 2012<br />

28<br />

<strong>Afvalbeheer</strong><br />

1. Context en belangrijkste actoren<br />

<strong>Afvalbeheer</strong> door lokale besturen schrijft zich in in een<br />

Europees kader van milieubescherming en duurzame ontwikkeling.<br />

De Europese Unie legt de lidstaten de krachtlijnen<br />

op voor het afvalbeleid. Elke lidstaat dient dan ook<br />

een programma voor afvalbeheer uit te werken, waarbij de<br />

producent van afval als uitgangspunt geldt.<br />

Preventie van afval is de eerste stap in de Europese prioriteitenhiërarchie.<br />

Daarna komen in dalende volgorde: hergebruik,<br />

recycling, energievalorisatie, verbranding met<br />

energierecuperatie, eliminatie door verbranding of een<br />

andere techniek en, op de laatste plaats, storten. Om het<br />

geproduceerde afvalvolume te verminderen wordt het<br />

accent vooral gelegd op recycling en energievalorisatie,<br />

terwijl storten zoveel mogelijk moet worden vermeden.<br />

De Europese Unie legt dan ook een aantal dwingende normen<br />

voor afvalproductie en -beheer vast. Zo zijn het verwerken<br />

van afval in stortplaatsen en de emissies die mogen<br />

ontstaan bij afvalverbranding streng geregeld door richtlijnen.<br />

De nieuwe kaderrichtlijn afvalstoffen (2008/98/EG)<br />

die dateert van juni 2008 legt de nadruk meer op preventie,<br />

hergebruik en recyclage. Ten slotte stimuleert de<br />

Europese Unie ook de invoering van een werkelijke prijs 1<br />

voor het afvalbeleid volgens het principe “de vervuiler<br />

betaalt”.<br />

In België zijn de bevoegdheden zo verdeeld, dat de gewesten<br />

het afvalbeleid bepalen, conform de Europese richtlijnen.<br />

Een aantal bevoegdheden bleven federaal, zoals de<br />

bepaling van de normen voor de producten die op de markt<br />

worden gebracht en de maatregelen voor de bescherming<br />

tegen ioniserende stralen, met inbegrip van het radioactief<br />

afval. De gewestregeringen hebben aan regionale instanties<br />

opdracht gegeven om plannen voor afvalbeheer op te<br />

stellen met te halen streefcijfers en controlemechanismen<br />

voor de beheersing van de volumes, de afvalkosten en de<br />

gevolgen voor het leefmilieu.<br />

In Vlaanderen werden deze opdrachten toevertrouwd<br />

aan de Vlaamse overheidsdienst Leefmilieu, Natuur en<br />

Energie/Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het<br />

Vlaamse Gewest (LNE/OVAM), in Wallonië aan de Direction<br />

générale des Ressources naturelles et de l’Environnement/Office<br />

Wallon des Déchets (DGRNE/OWD) en<br />

voor Brussel aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer<br />

(Leefmilieu Brussel – BIM) 2 .<br />

Al jarenlang sleutelen alle niveaus van de overheid aan het<br />

complexe proces van afvalbeleid, een domein waarop ze<br />

intussen ook veel knowhow opbouwden. De beleidsmatige<br />

omkadering voor deze materie is strikt en tegelijk vrij volledig<br />

uitgewerkt. De gemeenten vormen een essentiële<br />

schakel in de uitvoering van het afvalbeleid binnen de<br />

context van hun opdracht rond openbare netheid. Om de<br />

investeringskosten van het afvalbeheer te optimaliseren,<br />

verenigden de gemeenten zich in intercommunales waaraan<br />

ze een ruime waaier van activiteiten toevertrouwden.<br />

Bijna alle intercommunales in deze sector leggen zich toe<br />

op de huisvuilophaling bij de gezinnen, het beheer van<br />

containerparken en afvalpreventie, terwijl ongeveer de<br />

helft van hen zich eveneens specialiseert in afvalverwerking<br />

en -valorisatie. Hierbij zijn meerdere technologische<br />

processen mogelijk die toelaten om op een ecologische<br />

manier vrijgekomen energie te recupereren. Dit is het geval<br />

bij composteringstechnieken, storten en mechanischbiologische<br />

scheidingsprocessen, maar wordt eveneens<br />

toegepast bij het uitbouwen van verwerkingseenheden<br />

zoals verbrandingsinstallaties. Bij een aantal technieken is<br />

ook watersanering aan de orde om de impact op het milieu<br />

te vermijden. De sector van het afvalbeheer kent hiermee<br />

een activiteit die sterk inzet op sectoroverschrijdende<br />

technieken in het kader van ecologisch beheer.<br />

De gemeentelijke samenwerkingsverbanden zijn hoofdzakelijk<br />

actief op de markt van het huishoudelijk afval.<br />

Omdat deze activiteiten een zekere infrastructuur vergen,<br />

doen gemeenten een beroep op onderaannemers om heel<br />

wat van deze taken uit te voeren. Zowel voor de inzameling<br />

als voor de verwerkingsketen voor gesorteerd afval<br />

aangeboden voor recyclage zijn er tal van gespecialiseerde<br />

firma’s, vaak uit internationale groepen, die complexe processen<br />

toepassen.<br />

Een recente ontwikkeling in de regionale reglementering<br />

is de nieuwe strategie voor het beleid rond huishoudelijk<br />

1 De werkelijke prijs is een concept ingesteld door de Europese Unie, waarbij alle<br />

kosten van het afvalbeheer in een integrale prijs worden verwerkt met de bedoeling<br />

dit aan te rekenen aan degene die het afval produceert volgens het principe<br />

“de vervuiler betaalt”.<br />

2 Voor meer informatie over het afvalbeheer en de rol van deze instanties, zie de<br />

analyse van de Financiële uitdagingen van de gemeentebesturen op de website<br />

van <strong>Belfius</strong> Bank www.belfius.be/onzestudies.


afval, bepaald door de Waalse Regering op 5 maart 2008.<br />

Die werkt het principe uit van “de vervuiler betaalt de werkelijke<br />

prijs van het afval” en introduceert het element van<br />

voorheffing-sanctie 3 . Het is de bedoeling afval te voorkomen<br />

en afvalverwerking te stimuleren in het gewest. Er<br />

is daarom een reeks belastingen voorzien die de verwerking<br />

in een afvalketen zo goed mogelijk zullen sturen. De<br />

belastingen slaan op het technisch ingraven, op afval<br />

verbranden en afval ophalen in Wallonië, op de terugnameplicht<br />

en op het selectief ophalen van huisvuil. Vermindering<br />

en vrijstelling van belasting is voorzien voor<br />

producenten die de norm voor voorkoming van afval halen.<br />

Deze hervorming van het afvalbeleid zal in praktijk pas<br />

tegen 2013 duidelijk zichtbaar worden in de boekhouding<br />

van de actieve intercommunales voor afvalbeheer, met<br />

een impact op de aangesloten gemeenten.<br />

Brussel heeft geen intercommunale voor afvalbeheer.<br />

Het afvalbeheer werd er toevertrouwd aan een gewestelijke<br />

instelling (Agentschap Net Brussel), die belast is met<br />

de ophaling en de verwerking van het huishoudelijk afval<br />

en daarnaast ook uitgerust is met containerparken, een<br />

sorteer- en composteercentrum en een verbrandingsinstallatie<br />

met energievalorisatie.<br />

2. Financiële analyse van de<br />

intercommunales van de sector<br />

2.1. Analyse van de sector<br />

In 2010 waren er 31 intercommunales actief op het gebied<br />

van afvalverwerking, waarvan 25 in Vlaanderen en zes in<br />

Wallonië. Een tiental intercommunales beschikken over een<br />

verbrandingsinstallatie, andere over een composteringseenheid,<br />

een biogasproductie-eenheid of een mechanischbiologische<br />

scheidingsinstallatie en enkele over een stortplaats.<br />

Een drietal grote Waalse intercommunales voor<br />

economische expansie die ook actief zijn rond afval konden<br />

helaas niet in deze analyse worden opgenomen omdat<br />

ze in hun jaarverslag geen cijfers per activiteit publiceren.<br />

Daardoor is het belang van de Waalse intercommunales<br />

uit de sector in zekere mate onderschat. De indeling voor<br />

de Waalse intercommunales gebeurt op basis van hun<br />

activiteiten: hebben ze een verbrandingsoven of niet. Van<br />

de drie Waalse intercommunales zonder verbrandingsoven<br />

is er één die over een stortplaats met biogaseenheid<br />

beschikt, de twee andere zijn intercommunales die huisvuil<br />

ophalen en het containerpark uitbaten.<br />

Om de analyse van de Vlaamse intercommunales te verfijnen<br />

delen we ze verder op in drie groepen volgens hoofdactiviteit.<br />

Hierbij valt te vermelden dat bijna alle intercom-<br />

munales de ophaling van huisvuil verzorgen en containerparken<br />

uitbaten, behalve de Antwerpse intercommunales<br />

ISVAG en de Hooge Maay. Een eerste groep van een zevental<br />

Vlaamse intercommunales van verschillende grootte<br />

beschikt over een afvalverbrandingsinstallatie voor brandbaar<br />

huishoudelijk afval met energierecuperatie. Drie van<br />

hen beschikken ook over een groencomposteringseenheid,<br />

al dan niet in eigen beheer. Een tweede groep bestaat uit<br />

elf Vlaamse intercommunales die als activiteit uitsluitend<br />

huisvuil inzamelen, containerparken uitbaten en afvalpreventie<br />

verzorgen. De overige groep van zeven Vlaamse<br />

intercommunales beschikt naast deze basisactiviteiten<br />

(inzameling en containerparkbeheer) over een composteringseenheid<br />

of baat een stortplaats uit. Ook IOK wordt<br />

met haar mechanisch-biologische scheidingsinstallatie tot<br />

deze derde groep gerekend.<br />

Om het volledige financiële plaatje en de rentabiliteit van<br />

de lokale overheidsbedrijven in de sector afvalbeheer te<br />

belichten moet ook Bionerga worden vermeld, een bedrijf<br />

waarin de Limburgse intercommunales voor afval participeren<br />

en dat het huishoudelijk afval van de gemeenten<br />

uit de provincie Limburg verwerkt. Omdat het hier om<br />

slechts één publieke speler van betekenis gaat, nemen we<br />

het individuele cijfer niet op in onze analyse van de sector.<br />

Schema 1 illustreert de voornaamste financiële stromen<br />

tussen de verschillende actoren op het vlak van afval -<br />

beheer. Er zijn twee grote circuits: het eerste voor het<br />

luik “infrastructuur” (in het paars), het tweede voor het<br />

luik “afvalvolume en -kwaliteit” (in het grijs).<br />

Infrastructuur voor afvalverwerking<br />

De aangewende middelen nemen toe met het belang van<br />

de opdrachten die de intercommunale vervult in de afvalverwerking<br />

1 . De toepassing van industriële processen<br />

vergt immers aanzienlijke financiële middelen. De intercommunales<br />

gebruiken daarvoor hun eigen vermogen en<br />

langlopende schulden, naast subsidies van de gewestelijke<br />

instantie 2 die jaarlijks worden afgeschreven 3 via de<br />

resultatenrekening. Afhankelijk van de grootte van de afvalverwerkingsites<br />

kunnen partnerships worden gecreëerd<br />

via deelnemingen in het kapitaal van onderaannemers 4<br />

of via specifieke contracten. Om het afvalbeleid te financieren,<br />

kan de gewestregering belastingen heffen bij de<br />

afvalproducent 5 .<br />

Afvalvolume en -kwaliteit<br />

Een belangrijke rubriek van de resultatenrekening bestaat<br />

uit bijdragen van de gemeenten4 6<br />

die deel uitmaken van<br />

de intercommunale. De gewestplannen stippelen de grote<br />

lijnen uit voor de realisatie van het afvalbeleid door de<br />

3 Voor meer details over het nieuwe beleid, zie voetnoot 2.<br />

4 Behalve gemeenten kunnen ook provincies, gewesten en privépartners deelnemen.<br />

Lokale financiën | <strong>Afvalbeheer</strong> | Mei 2012<br />

29


Lokale financiën | <strong>Afvalbeheer</strong> | Mei 2012<br />

30<br />

Schema 1 – Voornaamste financiële stromen tussen de intercommunales en de andere actoren voor afvalverwerking<br />

5<br />

Belasting<br />

als sanctie<br />

Gewestbelasting<br />

Gemeente<br />

7<br />

Gezin / Onderneming<br />

Preventie<br />

Afvalketen<br />

gemeenten. Een voorbeeld hiervan is het principe “de vervuiler<br />

betaalt”, waarbij de gemeente een gedeelte van<br />

de afvalkosten op de bevolking verhaalt via belastingheffing<br />

7 . Bij het overschrijden van quota treedt een<br />

sanctio nerend mechanisme in werking. Ten slotte krijgt<br />

het preventiebeleid gewestelijke steun onder de vorm<br />

van subsidies die hetzij rechtstreeks bij de gemeenten<br />

terechtkomen 8 , hetzij via de intercommunale doorgestort<br />

worden.<br />

De gewestelijke instanties stimuleren het uitwerken van<br />

een strategisch plan voor elke intercommunale in overeenkomst<br />

met het gewestelijke afvalstoffenplan 9 .<br />

2.2. Structuur van het actief<br />

8<br />

Subsidies voor<br />

Preventie<br />

Gemeentebelasting<br />

Bijdragen<br />

Ophaling<br />

Onderaannemer<br />

Gewestregeringen<br />

Intercommunale<br />

Verwerking:<br />

Recycling /<br />

Energievalorisatie /<br />

Verbranding<br />

Eind 2010 noteren de intercommunales voor afvalbeheer<br />

in totaal 1,5 miljard EUR aan activa op de balans (tabel 1).<br />

De 25 Vlaamse intercommunales, die ook het grootste<br />

aantal inwoners bedienen, nemen hiervan het grootste<br />

deel voor hun rekening, namelijk 0,75 miljard EUR. Het<br />

gemiddelde balanstotaal van een intercommunale in Wallonië<br />

is viermaal hoger dan dat van de Vlaamse intercom-<br />

6<br />

(Contracten)<br />

Subsidies voor<br />

infrastructuur<br />

(Mat. vaste activa)<br />

2<br />

3<br />

Strategisch<br />

plan<br />

(Afschrijvingen)<br />

1<br />

4<br />

(Fin. vaste activa<br />

verkoop)<br />

Opslag<br />

Onderneming<br />

OVAM / ABP / OWD<br />

Afvalstoffen<br />

plan<br />

Regels<br />

(quota, werkelijke prijs ...)<br />

munales, waarbij het gemiddelde gewicht van de sector<br />

onderschat is omdat drie Waalse intercommunales met<br />

meerdere activiteitsdomeinen niet in de steekproef konden<br />

worden opgenomen. Het gemiddelde balanstotaal per<br />

intercommunale is zwakker in Vlaanderen, omdat de activiteit<br />

over meer spelers gespreid is. De zeven Vlaamse intercommunales<br />

die over een verbrandingsoven beschikken,<br />

vertegenwoordigen met een balanstotaal van 315,5 miljoen<br />

EUR bijna de helft van de sector in Vlaanderen en bijna<br />

het dubbele van de 165,5 miljoen EUR voor de elf Vlaamse<br />

intercommunales die alleen de basisdiensten voorzien,<br />

zoals preventie, inzamelen van huisvuil en beheer van het<br />

containerpark. De zware infrastructuur die het uitbouwen<br />

van verwerkingseenheden met zich meebrengt, blijkt<br />

ook duidelijk uit het gemiddelde balanstotaal, dat voor<br />

intercommunales met een verbrandingsoven, stortplaats<br />

of composteringseenheid ruim hoger uitkomt (45,1 miljoen<br />

EUR en 38,7 miljoen EUR) dan voor de intercommunales<br />

met basisdiensten (15 miljoen EUR).<br />

In Wallonië bedraagt het gewicht van de drie intercommunales<br />

met verwerkingseenheid zelfs 84,9 % binnen de<br />

sector, wat nog meer uitgesproken is. De sector noteert<br />

in Wallonië in zijn geheel een groei van 2,6 % aan balanstotaal<br />

tegenover een stabilisatie in Vlaanderen.<br />

9


Tabel 1 – Kenmerken van de geanalyseerde intercommunales voor afvalbeheer (in miljoen EUR) – 2010<br />

Vlaanderen<br />

Wallonië<br />

Totaal<br />

Aantal<br />

Totaal<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

Het actief van de balans van de intercommunales voor afvalbeheer<br />

moet worden gezien in het licht van een langetermijnlogica.<br />

De vaste activa zijn doorslaggevend (tabel 2),<br />

meer bepaald de materiële vaste activa, wat de noodzaak<br />

bevestigt van een infrastructuur die het mogelijk maakt<br />

de doelstellingen van de afvalplannen te halen. Het relatieve<br />

belang van de materiële vaste activa op de actiefzijde<br />

schommelt tussen 23 % en 87,7 % naargelang van<br />

de betrokken intercommunale, rekening houdend met het<br />

type van activiteit en meer bepaald met het feit of de<br />

intercommunale in kwestie over afvalverwerkingsinfrastructuur<br />

beschikt. Zo vertegenwoordigen de materiële<br />

vaste activa voor de intercommunales met een verbrandingsoven<br />

gemiddeld 64 % van het balanstotaal, terwijl<br />

dit voor de intercommunales met basisdiensten slechts<br />

34,1 % is in Vlaanderen en 56,9 % in Wallonië.<br />

Deze materiële vaste activa bestaan voor twee derde uit<br />

terreinen, gebouwen, installaties, machines en uitrusting.<br />

De immateriële vaste activa daarentegen zijn slechts een<br />

fractie. Ze vertegenwoordigen de waarde van de inbreng<br />

van het gebruik van de terreinen en gebouwen, waarvan de<br />

deelnemende gemeenten eigenaar blijven. Bij de Vlaamse<br />

intercommunales gaat het om gemiddeld 8,3 % van de<br />

materiële vaste activa, bij de Waalse om 1,3 %.<br />

Eigen vermogen<br />

Kapitaal<br />

Reserves<br />

Overgedragen winst<br />

Kapitaalsubsidies<br />

Voorzieningen en uitgestelde<br />

belastingen<br />

Schulden<br />

Schulden op meer dan één jaar<br />

Schulden op ten hoogste één jaar<br />

Overlopende rekeningen<br />

Met<br />

composteringseenheid<br />

en/of<br />

stortplaats<br />

Alleen<br />

inzameling en<br />

containerpark<br />

Vaste activa<br />

Materiële vaste activa<br />

Financiële vaste activa<br />

Vlottende activa<br />

Gemiddeld<br />

2.3. Structuur van het passief<br />

Vlaanderen<br />

Uit tabel 3 blijkt dat de Vlaamse en Waalse intercommunales<br />

in 2010 in sterke mate een beroep doen op vreemd<br />

vermogen (53,5 % en 60 %) om hun activa te financieren.<br />

Door investeringen in nieuwe verwerkingseenheden via<br />

externe financiering nemen de schulden toe.<br />

De samenstelling van het eigen vermogen verschilt tussen<br />

de intercommunales van de twee gewesten. Dit heeft<br />

te maken met het verschil in zowel het financieringsmechanisme<br />

voor de investeringen als de mate waarin de<br />

werkelijke kostprijs van afval aan de gebruiker wordt<br />

doorgerekend. In Vlaanderen overwegen de reserves en<br />

het kapitaal, terwijl in Wallonië het eigen vermogen voor<br />

41,3 % uit kapitaalsubsidies bestaat. Dit aandeel van de<br />

kapitaalsubsidies van 40 % of meer geldt voor drie van<br />

Lokale financiën | <strong>Afvalbeheer</strong> | Mei 2012<br />

Balanstotaal Gemiddeld balanstotaal per intercommunale<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

Met<br />

composterings -<br />

eenheid en/of<br />

stortplaats<br />

Alleen<br />

inzameling en<br />

containerpark<br />

25 751,7 7 315,5 7 270,7 11 165,5 30,1 45,1 38,7 15,0<br />

6 773,7 3 656,8 - - 3 116,9 129,0 218,9 - 39,0<br />

31 1 525,4 10 972,3 7 270,7 14 282,4 49,2 152,5 38,7 20,2<br />

Tabel 3 – Structuur van het passief van de intercommunales voor afvalbeheer (in % van het totale passief) – 2010<br />

Vlaanderen<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

Tabel 2 – Structuur van het actief van de intercommunales voor afvalbeheer (in % van<br />

het totale actief) – 2010<br />

Met<br />

composteringseenheid<br />

en/of<br />

stortplaats<br />

Alleen<br />

inzameling en<br />

containerpark<br />

Wallonië Totaal<br />

61,5 % 65,6 % 63,6 %<br />

49,7 % 64,0 % 57,0 %<br />

6,7 % 0,7 % 3,7 %<br />

38,5 % 34,4 % 36,4 %<br />

Wallonië<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

Andere Totaal<br />

34,9 % 40,3 % 28,7 % 34,9 % 26,0 % 23,3 % 41,6 % 30,4 %<br />

9,7 % 9,4 % 8,8 % 11,8 % 6,3 % 7,1 % 1,9 % 8,0 %<br />

16,2 % 20,7 % 9,2 % 19,2 % 7,1 % 5,1 % 18,2 % 11,6 %<br />

3,0 % 3,2 % 5,4 % -1,4 % 1,6 % 1,4 % 2,7 % 2,3 %<br />

3,3 % 2,1 % 4,7 % 3,5 % 10,8 % 9,3 % 18,8 % 7,1 %<br />

11,6 % 8,6 % 19,1 % 4,9 % 14,0 % 14,4 % 11,6 % 12,8 %<br />

53,5 % 51,1 % 52,2 % 60,1 % 60,0 % 62,3 % 46,8 % 56,8 %<br />

27,2 % 28,1 % 27,4 % 25,0 % 46,2 % 48,9 % 31,1 % 36,8 %<br />

25,9 % 22,6 % 24,4 % 34,4 % 11,7 % 11,1 % 15,0 % 18,7 %<br />

0,5 % 0,4 % 0,4 % 0,7 % 2,0 % 2,2 % 0,7 % 1,2 %<br />

31


Lokale financiën | <strong>Afvalbeheer</strong> | Mei 2012<br />

32<br />

Tabel 4 – Bedrijfskapitaal van de intercommunales voor afvalbeheer (in % van het balanstotaal) – 2010<br />

Bedrijfskapitaal<br />

Bedrijfsopbrengsten<br />

Bedrijfskosten<br />

Bedrijfsresultaat<br />

Financieel resultaat<br />

Uitzonderlijk resultaat<br />

Belastingen<br />

Resultaat van het boekjaar<br />

Vlaanderen<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

Met<br />

composteringseenheid<br />

en/of<br />

stortplaats<br />

de zes geanalyseerde Waalse intercommunales. In Vlaanderen<br />

vormen de kapitaalsubsidies slechts voor een aantal<br />

intercommunales de voornaamste component van het<br />

eigen vermogen. Over het algemeen vormen de opgebouwde<br />

reserves samen met de overgedragen winst een<br />

belangrijke troef in het eigen vermogen, samen vaak sterker<br />

dan het kapitaal.<br />

Wat de samenstelling van de schuld betreft, vormen de<br />

schulden op meer dan één jaar in elk van de gewesten meer<br />

dan de helft van de schuldenlast, die vooral bestaat uit<br />

financiële schulden tegenover kredietinstellingen. Dit<br />

geldt nog sterker voor de Waalse intercommunales met<br />

een eigen verwerkingseenheid, hetzij een verbrandingsoven,<br />

hetzij een composteringseenheid en/of stortplaats.<br />

Het aandeel van de kortlopende schulden is dan weer<br />

belangrijker bij de Vlaamse intercommunales die slechts<br />

de basisdiensten aanbieden. De schulden op ten hoogste<br />

één jaar omvatten vooral handelsschulden.<br />

De berekening van het bedrijfskapitaal (10,5 %) leert in<br />

welke mate de intercommunales een overschot hebben<br />

aan stabiel kapitaal ten opzichte van de duurzame aanwendingen<br />

op de actiefzijde (tabel 4). Uitgedrukt als percentage<br />

van het balanstotaal is het bedrijfskapitaal gemiddeld<br />

hoger in de Waalse intercommunales (20,7 %). In<br />

zekere zin blijft er zo echter meer kapitaal onderbenut, wat<br />

ten koste kan gaan van de rentabiliteit. Voor beide gewesten<br />

is het bedrijfskapitaal gemiddeld groter geworden ten<br />

opzichte van het vorige boekjaar. Binnen de sector is er<br />

wel een grote spreiding van deze indicator. Zo zijn er enerzijds<br />

acht Vlaamse intercommunales met een negatief<br />

Alleen<br />

inzameling en<br />

containerpark<br />

Wallonië<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

Andere Totaal<br />

12,2 % 15,1 % 8,7 % 12,2 % 20,7 % 10,5 % 0,0 % 10,5 %<br />

Tabel 5 – Samenvatting van de resultatenrekening van de intercommunales voor afvalbeheer (in miljoen EUR) – 2010<br />

Vlaanderen<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

Met<br />

composteringseenheid<br />

en/of<br />

stortplaats<br />

Alleen<br />

inzameling en<br />

containerpark<br />

bedrijfskapitaal en komen anderzijds twaalf van de zeventien<br />

overige intercommunales boven het gemiddelde van<br />

12,2 % uit. In deze regio loopt de indicator op van 0,7 %<br />

tot 57,8 %, terwijl de intercommunales aan Waalse kant<br />

alle een positief bedrijfskapitaal noteren met een indicator<br />

tussen 6,3 % en 69,7 %.<br />

2.4. Resultaat van het boekjaar<br />

In 2010 verbetert het resultaat van het boekjaar van de<br />

intercommunales voor afvalbeheer tot 42,3 miljoen EUR<br />

(tabel 5). Het klimt 13,1 miljoen EUR hoger dan in 2009,<br />

een jaar waarin de impact van de wereldwijde economische<br />

crisis zich liet voelen in de productie van afval. Tegelijk liep<br />

de omzet uit recyclageprocessen terug door de dalende<br />

grondstofprijzen. Het resultaat van 2010 wordt gerealiseerd<br />

door 28 intercommunales die het boekjaar positief<br />

afsluiten voor een gecumuleerd bedrag van 44,1 miljoen<br />

EUR en drie intercommunales die een verlies noteren<br />

van samen 1,8 miljoen EUR.<br />

Ondanks twee verlieslatende afvalintercommunales in<br />

Vlaanderen dragen de Vlaamse intercommunales samen<br />

het meeste bij aan het positieve resultaat van de sector.<br />

Alle zeven intercommunales voor afvalverbranding noteren<br />

een positief resultaat in 2010. Samen met de intercommunales<br />

die over een composteringseenheid beschikken,<br />

realiseren ze de helft van het resultaat van de sector<br />

in Vlaanderen. In Wallonië is het resultaat gespreid over<br />

beide segmenten, met een licht overwicht voor de intercommunales<br />

die basisdiensten aanbieden en die alledrie<br />

Wallonië<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

Andere Totaal<br />

515,6 182,7 172,0 160,9 239,3 180,1 59,2 754,9<br />

494,3 171,3 167,6 155,5 219,8 165,9 53,9 714,1<br />

21,3 11,4 4,5 5,4 19,5 14,2 5,3 40,7<br />

0,7 -1,5 2,0 0,2 -5,9 -6,8 0,9 -5,2<br />

5,3 0,7 1,5 3,0 2,7 0,4 2,3 7,9<br />

0,7 0,4 0,0 0,3 0,5 0,4 0,0 1,2<br />

26,5 10,2 7,9 8,3 15,9 7,4 8,4 42,3


Tabel 6 – Bijdrage van de subsidies* in het resultaat van het boekjaar van de intercommunales voor afvalbeheer (in miljoen EUR) – 2010<br />

Exploitatiesubsidies<br />

Kapitaalsubsidies<br />

Interestsubsidies<br />

Totale subsidies<br />

Resultaat van het boekjaar<br />

Vlaanderen<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

een goed resultaat neerzetten tegenover slechts één verbrandingsintercommunale<br />

die de volledige winst van het<br />

segment neerzet.<br />

De analyse van de samenstelling van het resultaat van het<br />

boekjaar toont dat in beide gewesten het positieve resultaat<br />

van het boekjaar vooral te danken is aan het bedrijfsresultaat,<br />

terwijl het uitzonderlijk en financieel resultaat<br />

een kleinere of negatieve bijdrage leveren.<br />

Voor de intercommunales zijn de bedrijfsopbrengsten en<br />

-kosten de belangrijkste elementen van de resultatenrekening.<br />

De bedrijfsopbrengsten omvatten onder meer<br />

de bijdrage van de deelnemende gemeenten 5 voor de geleverde<br />

prestaties. Het bedrijfsresultaat bedraagt in verhouding<br />

tot de bedrijfsopbrengsten voor de Vlaamse<br />

intercommunales 4,1 % en 8,1 % voor de Waalse. In drie<br />

Vlaamse intercommunales voor afvalbeheer kunnen de<br />

bedrijfsopbrengsten in 2010 de bedrijfskosten niet dekken,<br />

ondanks de exploitatiebijdrage van de gemeenten.<br />

De overige Vlaamse intercommunales met een positief<br />

bedrijfsresultaat halen een gemiddelde marge van 5,9 %.<br />

Het zijn de intercommunales met een verbrandingsoven<br />

die samen het grootste deel van het positieve bedrijfsresultaat<br />

neerzetten, met een marge van 6,2 % in Vlaanderen<br />

en 7,9 % in Wallonië.<br />

De regionale verschillen in de bijdrage van het financieel<br />

resultaat zijn grotendeels te verklaren door de sterkere<br />

verhouding van kapitaalsubsidies die de Waalse intercommunales<br />

genieten. Die kapitaalsubsidies leveren een<br />

belangrijke component aan de zijde van de financiële<br />

opbrengsten. Ze worden op de resultatenrekening inge-<br />

Met<br />

composteringseenheid<br />

en/of<br />

stortplaats<br />

Alleen<br />

inzameling en<br />

containerpark<br />

bracht tegen hetzelfde ritme van de afschrijvingen van de<br />

materiële activa die ze financieren.<br />

Het uitzonderlijk resultaat is in 2010 in beide gewesten<br />

positief. Hoge uitzonderlijke opbrengsten en kosten worden<br />

vooral genoteerd door enkele intercommunales die in<br />

de loop van het boekjaar uitzonderlijke verrichtingen reali -<br />

seerden (terugname van voorzieningen, uitzonderlijke<br />

afschrijvingen, uitzonderlijke meerwaarden enz.).<br />

Tabel 6 geeft een beeld van de bijdrage die de kapitaal- en<br />

exploitatiesubsidies leveren in het resultaat van het boekjaar.<br />

In 2010 ontvingen de intercommunales voor een<br />

bedrag van 48,8 miljoen EUR aan subsidies, d.i. een bedrag<br />

dat groter is dan het resultaat van het boekjaar van de sector.<br />

Uit de individuele gegevens blijkt dat dit het geval is<br />

voor zes Vlaamse intercommunales en drie Waalse.<br />

2.5. Financiële ratio’s<br />

Liquiditeit<br />

Om na te gaan of de kortetermijnfinanciering van de activiteiten<br />

verzekerd is, volstaat het de liquiditeit te berekenen.<br />

De intercommunales voor afvalbeheer hebben<br />

een gunstige liquiditeit, met ratio’s die hoger liggen dan 1<br />

(tabel 7). De Waalse intercommunales doen het qua liquiditeit<br />

beter dan hun Vlaamse tegenhangers met liquiditeitsratio’s<br />

van opnieuw meer dan 2, na een lichte terugval in<br />

Lokale financiën | <strong>Afvalbeheer</strong> | Mei 2012<br />

Wallonië<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

Andere Totaal<br />

6,7 0,3 1,2 5,2 34,1 16,1 18,0 40,8<br />

4,2 1,0 2,5 0,6 3,8 2,9 0,9 7,9<br />

0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0<br />

10,9 1,3 3,7 5,9 37,9 19,0 18,9 48,8<br />

26,5 10,2 7,9 8,3 15,9 7,4 8,4 42,3<br />

* Enkele intercommunales hebben de bijdrage van de aangesloten gemeenten ondergebracht bij de exploitatiesubsidies. Om met vergelijkbare gegevens te kunnen werken hebben we deze bijdrage in<br />

mindering gebracht van de exploitatiesubsidies.<br />

Tabel 7 – Liquiditeitsratio’s van de intercommunales voor afvalbeheer – 2010<br />

Current ratio<br />

Acid test<br />

Vlaanderen<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

5 Deze bijdrage is afhankelijk van de hoeveelheid afval die de deelnemende<br />

gemeente geproduceert.<br />

Met<br />

composteringseenheid<br />

en/of<br />

stortplaats<br />

Alleen<br />

inzameling en<br />

containerpark<br />

Wallonië<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

Andere Totaal<br />

1,4 1,7 1,4 1,3 2,4 2,5 2,0 1,8<br />

1,3 1,5 1,1 1,3 2,6 2,7 2,1 1,7<br />

33


Lokale financiën | <strong>Afvalbeheer</strong> | Mei 2012<br />

Financiële onafhankelijkheid<br />

Langetermijnschuld<br />

Zelffinancieringsgraad<br />

Cashflow / vreemd vermogen<br />

34<br />

Tabel 8 – Solvabiliteitsratio’s van de intercommunales voor afvalbeheer – 2010<br />

34,9 % 40,3 % 28,7 % 34,9 % 26,0 % 23,3 % 41,6 % 30,4 %<br />

110,9 % 91,3 % 161,9 % 85,6 % 231,2 % 272,1 % 102,6 % 163,1 %<br />

19,2 % 23,9 % 14,6 % 17,8 % 8,7 % 6,5 % 20,9 % 13,9 %<br />

17,0 % 19,4 % 14,7 % 16,7 % 9,5 % 7,4 % 25,3 % 12,9 %<br />

2009. Voor de Waalse intercommunales brengt het nieuwe<br />

afvalbeleid sinds 2009 een groei mee van de handelsschulden,<br />

maar ook de vorderingen op ten hoogste één jaar. De<br />

intercommunales stortten immers hogere voorschotten<br />

aan de Waalse overheid bij wijze van belastingen, die achteraf<br />

worden teruggevorderd bij de gemeenten.<br />

De current ratio verbergt grote verschillen binnen de steekproef.<br />

Zo is voor acht Vlaamse intercommunales de liquiditeit<br />

in strikte zin onvoldoende (ratio kleiner dan 1), terwijl<br />

twee Waalse intercommunales en zeven Vlaamse een<br />

ratio hebben die groter is dan drie.<br />

Solvabiliteit<br />

De solvabiliteit meet via verschillende ratio’s in welke mate<br />

de globale financieringsstructuur op lange termijn stevig<br />

is. De intercommunales voor afvalbeheer hebben een vrij<br />

zwakke solvabiliteit (tabel 8). De verschillende ratio’s wijzen<br />

bovendien op heel wat contrasten tussen de twee<br />

gewesten. Omdat het om gemiddelde cijfers gaat, ligt het<br />

Financiële onafhankelijkheid<br />

Vlaanderen<br />

80 %<br />

70 %<br />

60 %<br />

50 %<br />

40 %<br />

30 %<br />

20 %<br />

10 %<br />

0 %<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

0 % 100 %<br />

Met<br />

composteringseenheid<br />

en/of<br />

stortplaats<br />

Alleen<br />

inzameling en<br />

containerpark<br />

voor de hand dat er ook verschillen bestaan tussen de intercommunales<br />

onderling.<br />

In Vlaanderen noteren de intercommunales met verbrandingsoven<br />

globaal genomen een betere solvabiliteit dan<br />

de andere. In Wallonië geldt de omgekeerde vaststelling.<br />

De langetermijnschuld is er in verhouding belangrijker.<br />

Uit de ratio van de financiële onafhankelijkheid blijkt dat<br />

het eigen vermogen niet volstaat om het vreemd vermogen<br />

volledig te dekken. Heel wat Vlaamse intercommunales<br />

vertonen een zwakke ratio (< 50 %). Ze maken immers<br />

voor de financiering van hun activiteiten veeleer schulden.<br />

Slechts één Waalse en negen Vlaamse intercommunales<br />

hebben een ratio groter dan 50 % en dus een grotere<br />

financiële onafhankelijkheid (grafiek 1). Ook de ratio van<br />

de langetermijnschuld bevestigt de mate van financiële<br />

onafhankelijkheid en wijst duidelijk uit dat investeringen<br />

in de sector eerder gefinancierd worden via langetermijnschulden.<br />

Bijna de helft van de 31 intercommunales hebben<br />

langetermijnverbintenissen die groter zijn dan hun<br />

Grafiek 1 – Spreiding van de ratio van de financiële onafhankelijkheid en de langetermijnschuld voor de intercommunales voor<br />

afvalbeheer – 2010<br />

200 % 300 % 400 % 500 % 600 % 700 % 800 % 900 % 1000 %<br />

Langetermijnschuldratio<br />

Waalse intercommunales Vlaamse intercommunales<br />

Wallonië<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

Andere Totaal


Tabel 9 – Rentabiliteitsratio’s van de intercommunales voor afvalbeheer – 2010<br />

Rentabiliteit van het eigen vermogen<br />

Rentabiliteit van het actief<br />

Operationele rentabiliteit<br />

Vlaanderen<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

eigen vermogen, namelijk vijf Waalse en negen Vlaamse<br />

intercommunales. Bij sommige van deze intercommunales<br />

weegt de langetermijnschuld dan ook sterk door in het<br />

balanstotaal. Over het algemeen zijn deze beide solvabiliteitsratio’s<br />

in 2010 gunstiger voor de Vlaamse intercommunales<br />

dan voor de Waalse en zagen deze laatste hun<br />

ratio’s lichtjes achteruitgaan ten opzichte van het vorige<br />

boekjaar, terwijl die voor de Vlaamse intercommunales<br />

opnieuw verbeterden.<br />

Ook de zelffinancieringsgraad ging er voor de Vlaamse<br />

intercommunales op vooruit en blijft meer dan dubbel zo<br />

hoog als voor de Waalse, ook al verbeterden hun ratio’s.<br />

In Vlaanderen scoren hier vooral de intercommunales met<br />

een verbrandingsoven of een andere verwerkingseenheid<br />

hoog, in Wallonië eerder de intercommunales die basisdiensten<br />

aanbieden. Reserves en overgedragen resultaat<br />

vertegenwoordigen over de jaren heen een groeiend aandeel<br />

in het passief (tabel 3). Ten slotte noteren de intercommunales<br />

van de twee gewesten een positieve ratio<br />

voor de cashflow op het vreemd vermogen die in 2010<br />

hoger ligt dan het jaar ervoor. De Waalse intercommunales<br />

genereren een lagere cashflowratio dan hun Vlaamse<br />

tegenhangers. Deze ratio bewijst dat er een potentiële<br />

marge is om schulden aan te gaan.<br />

Grafiek 1 toont dat er erg uiteenlopende situaties bestaan,<br />

met zowel aan de ene kant intercommunales die financieel<br />

Met<br />

composteringseenheid<br />

en/of<br />

stortplaats<br />

Alleen<br />

inzameling en<br />

containerpark<br />

onafhankelijk zijn (> 50 %) en in verhouding tot het eigen<br />

vermogen een beperkte langetermijnschuld hebben, als<br />

aan de andere kant van het spectrum intercommunales<br />

met exuberante percentages voor de langetermijnschuld.<br />

Op kortere termijn bieden de opgebouwde reserves, de<br />

overgedragen winst en de cashflow wel uitzicht op een<br />

goede solvabiliteitspositie.<br />

Rentabiliteit<br />

De rentabiliteit geeft de verhouding weer tussen de inkomsten<br />

en de ingezette middelen. De intercommunales voor<br />

afvalbeheer hebben goede rentabiliteitsratio’s voor het<br />

eigen vermogen (tabel 9), parallel met de resultaten die<br />

ze neerzetten (tabel 5). De ratio’s zijn in 2010 dan ook<br />

beduidend beter dan het jaar voordien. De sterkste verbetering<br />

van de rentabiliteitsratio’s ten opzichte van de<br />

vorige boekjaren noteren de Waalse intercommunales. De<br />

rentabiliteit van de sector houdt verband met het omzetcijfer<br />

en de bijdragen van de gemeenten, alsook met een<br />

continue toename van de overige bedrijfsopbrengsten.<br />

Uitgedrukt ten opzichte van het balanstotaal blijft de rentabiliteit<br />

eerder beperkt. De operationele rentabiliteit blijkt<br />

voor de Vlaamse intercommunales met verbrandingsoven<br />

een pak hoger te liggen dan voor de andere segmenten,<br />

omdat ze ook een hoger bedrijfsresultaat kunnen voorleggen.<br />

De Waalse intercommunales scoren hier eveneens<br />

positief.<br />

Lokale financiën | <strong>Afvalbeheer</strong> | Mei 2012<br />

Wallonië<br />

Met<br />

verbran dings -<br />

oven<br />

Andere Totaal<br />

10,1 % 8,0 % 10,2 % 14,4 % 7,9 % 4,9 % 17,3 % 9,1 %<br />

3,5 % 3,2 % 2,9 % 5,0 % 2,0 % 1,1 % 7,2 % 2,8 %<br />

4,1 % 6,2 % 2,6 % 3,4 % 8,1 % 7,9 % 8,9 % 5,4 %<br />

35


Deze studie werd gerealiseerd door<br />

de Directie Research van <strong>Belfius</strong> Bank<br />

met de medewerking van Arnaud Dessoy,<br />

Anne-Leen Erauw en Philippe Lafontaine<br />

Pachecolaan 44 – 1000 Brussel<br />

Bijkomende informatie<br />

In verband met de verspreiding van deze brochure:<br />

Directie Communicatie – Tel.: 02 222 45 50<br />

In verband met de inhoud:<br />

Directie Research – Tel.: 02 222 56 10<br />

Verantwoordelijke uitgever: Dirk Smet, Dexia Bank (<strong>Belfius</strong> Bank vanaf 11-06-2012), Pachecolaan 44, 1000 Brussel<br />

RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 – SDRA0928-2 – MEI 2012<br />

De trimestriële studie “Lokale financiën”<br />

alsook de bijbehorende statistieken kunnen<br />

geraadpleegd worden op PubliLink en op<br />

het internet: www.belfius.be/onzestudies.<br />

Volgend nummer “Lokale financiën”:<br />

Gemeenten en provincies<br />

Uitgave voorzien juni 2012<br />

Concept en opmaak<br />

Plume Production – Brussel<br />

Druk<br />

Roprint – Brussel

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!