ACTIVITY AND RESULTS AS OF JUNE 30, 2004 - Belfius

P E R S B E R I C H T
Persdienst - 1, de Meeûssquare - 1000 Brussel - Tel. : 02 222 45 33 - Fax : 02 222 90 90 - pressdexia@dexia.be
Rek. Nr.: 068-2113620-17 - RPR Brussel BTW BE 0458.548.296
22 P. Parijs en Brussel, 2 maart 2006
Activiteit en resultaten – 4de kwartaal en jaar 2005
• Zeer sterke commerciële activiteit in 2005
• Tweecijfergroei van de onderliggende opbrengsten in alle metiers:
Public Finance: +14,0%
Financiële dienstverlening aan particulieren: +13,3%
Financieel beheer en verzekeringen: +28,6%
Thesaurie en financiële markten: +15,4%
• Winst per aandeel 14,5% hoger op jaarbasis, nl. 1,87 EUR*
• Voorgesteld dividend per aandeel : 0,71 EUR ( + 14,5 % t.o.v. 2004)
Vierde kwartaal 2005
Nettoresultaat - groepsaandeel 553 miljoen EUR (+29,7% t.o.v. Q4 04)
Winst per aandeel*: 0,51 EUR (+30,8% t.o.v. Q4 2004)
Jaar 2005
Nettoresultaat - groepsaandeel 2.038 miljoen EUR (+11,9% vs. 2004)
Return on equity: 20.0 % ( 17,2 % in 2004)
Tier 1 ratio 10,3 % eind 2005 (10,0% op 1 jan. 2005)
* niet verwaterd
1/22

I. GECONSOLIDEERDE JAARREKENING OP 31 DECEMBER 2005
Voorwoord
De resultaten van het volledige jaar en het 4 de kwartaal 2005 worden voorgesteld volgens de IFRS
zoals goedgekeurd door de Europese Unie, met inbegrip van de normen IAS 32 & IAS 39 en IFRS 4.
Vergelijkingen met overeenkomsitige periodes in 2004 zijn niet geheel relevant, aangezien de drie
voornoemde normen in 2004 nog niet golden. Bovendien werden tijdens het vierde kwartaal een aantal
aanpassingen doorgevoerd van bepaalde boekingen tijdens de eerste drie kwartalen, als gevolg van een
meer accurate interpretatie/toepassing van de nieuwe IFRS-normen. Waar nodig, worden zij uitgelegd
in de onderstaande toelichting.
De raad van bestuur van Dexia kwam op 2 maart 2006 bijeen en keurde de jaarrekening van de
Groep van 31 december 2005 goed.
Geconsolideerde resultatenrekening
In miljoenen EUR Q4 04 Q4 05 verschil FY 2004 FY 2005 verschil
Opbrengsten 1.438 1.571 +9,2% 5.623 5.976 +6,3%
Kosten -793 -842 +6,2% -3.057 -3.229 +5,6%
Brutobedrijfsresultaat 645 728 +12,9% 2.566 2.747 +7,1%
Kosten van risico -203 -25 -87,5% -226 -52 -77,0%.
Waardevermindering op
(im)materiële vaste activa
-2 -1 -28,3% -20 0 n.s.
Belastinglasten +2 -136 n.s. -429 -602 +40,3%
Nettoresultaat 442 566 +27,9% 1.891 2.093 +10,7%
Aandeel van derden 16 13 -20,5% 69 55 -20,3%
Nettoresultaat groepsaandeel 426 553 +29,7% 1.822 2.038 +11,9%
Exploitatiecoëfficiënt 55,1% 53,6% 54,4% 54,0%
ROE (op jaarbasis) 15,7% 20,8% 17,2% 20,0%
Het nettoresultaat-groepsaandeel beliep 2.038 miljoen EUR in 2005, een stijging met 216
miljoen EUR (+11,9%) in vergelijking met 2004. Tussen beide jaren vonden er enkele
wijzigingen plaats in de consolidatiekring 1 , die verantwoordelijk is voor een kleine
schommeling in het nettoresultaat (- 3 miljoen EUR). De bijdrage van de niet-operationele
factoren was ook dit jaar aanzienlijk (251 miljoen EUR in 2005, in vergelijking met 214
miljoen EUR in 2004 – voor meer details, zie verder), en vertegenwoordigt 37 miljoen EUR
van de stijging. Zodoende steeg het onderliggende 2 resultaat met +181 miljoen EUR, of 11,3%
1 De verkoop van Kempen & Co en de Société Monégasque de Banque Privée in 2004; de acquisitie van FMS
Hoche in 2005; de verkoop van Eural en de sluiting van Rekord in Q4 2005.
2 De “onderliggende” resultaten bevatten geen niet-operationele elementen, d.w.z. noch de niet recurrente
elementen van de periode, apart beschreven en gekwantificeerd, noch de verschillen in marked-to-market-waarde
van de CDS-portefeuille van FSA. Daar deze laatste instrumenten als afgeleide producten worden beschouwd,
wordt de evolutie van hun marktwaarde tijdens de verslagperiode als een bedrijfsresultaat gezien; deze
behandeling volgens IAS 39 maakt echter een goed begrip van de economische resultaten onmogelijk, daar deze
portefeuille bestaat uit AAA-gewaardeerde instrumenten die door FSA worden verzekerd tot hun vervaldatum. De
positieve of negatieve marked-to-market-verschillen in gelijk welke periode zijn dus geen onderliggende
resultaten, daar ze samen uiteindelijk op nul zullen uitkomen.
2/22

globaal, waarbij in alle metiers goede resultaten werden geboekt, met stijgingen van +14,0%
voor Public/Project Finance en Credit enhancement, +13,3% voor de Financiële
dienstverlening aan particulieren, +28,6% voor Financieel beheer en Verzekeringen, en +15,4%
voor Thesaurie en Financiële Markten – voor een analyse, zie verder. Merk op dat de impact
van de wisselkoers op het nettoresultaat in 2005 erg klein was (+ 1 miljoen EUR).
Tijdens het vierde kwartaal 2005 beliep het nettoresultaat – groepsaandeel 553 miljoen EUR,
een groei van 29,7% tegenover het vierde kwartaal 2004. Dit grote verschil is grotendeels te
danken aan de bijdrage van de niet-operationele elementen (104 miljoen EUR tijdens het
kwartaal, tegenover 57 miljoen EUR in hetzelfde kwartaal 2004). Desondanks boekte het
nettoresultaat eveneens een sterke vooruitgang tijdens het kwartaal (+21,9% t.o.v. Q4 2004).
De totale opbrengsten bedroegen 5.976 miljoen EUR in 2005, d.i. 353 miljoen EUR meer dan
in 2004 (+6,3%). Bij gelijkblijvende consolidatiekring kwam de stijging uit op 377 miljoen
EUR (+6,8%) op één jaar tijd, in hoofdzaak dankzij de groei van de onderliggende opbrengsten
in alle metiers: respectievelijk +216 miljoen EUR voor Public Finance (+10,6%); +69 miljoen
EUR voor Financiële dienstverlening aan particulieren (+3,2%), +71 miljoen EUR voor
Financieel Beheer en Verzekeringen (+11,2%) en +38 miljoen EUR voor Thesaurie en
Financiële Markten (+8,5%). Voor het overige daalden de gecombineerde opbrengsten voor de
zgn. Central Assets en de niet-operationele items met 15 miljoen EUR.
Deze globale stijging van de opbrengsten werd echter verminderd door verschillende
technische factoren, waarop wij later meer in detail zullen ingaan. Sommige zijn gelinkt aan de
eerste toepassing van IAS 39 in 2005 voor een boekhoudkundige wijziging voor opbrengsten
die in het verleden ‘upfront’ werden geboekt en nu gespreid over de looptijd van de contracten
(zie nota bene in Financiële Dienstverlening aan Particulieren). Anderzijds hadden bepaalde
arbitragestrategieën gerealiseerd door Thesaurie en Financiële Markten als gevolg dat de
opbrengsten en ook de belastingen, verminderden in 2005 (zie verder). Ten slotte is er de in
2005 ingevoerde wijziging in de commissiestructuur en conventies in de asset mangement
activiteiten (zie verder) . Zonder deze items zou de toename van de opbrengsten op jaarbasis 75
miljoen EUR hoger geweest zijn (1,3% supplementaire stijging).
In het vierde kwartaal 2005 beliepen de totale opbrengsten 1.571 miljoen EUR, een stijging van
133 miljoen EUR in vergelijking met het vierde kwartaal 2004 (+9,2%). Hoewel afgeremd
door de hiervoor aangehaalde technische factoren zijn de onderliggende opbrengsten gestegen
met 9,1% in vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2004, en dit dankzij de goede vooruitgang
die werd geboekt in alle metiers.
De kosten bedroegen 3.229 miljoen EUR in 2005, d.i. 5.6% (of +172 miljoen EUR) meer dan
in 2004.
a) Naar soort. De evolutie van de kosten ziet er als volgt uit: de personeelskosten – die ongeveer
de helft van de totale kostenbasis vertegenwoordigen – namen toe met 43 miljoen EUR (of +
2,8%) tijdens het jaar. De vergoeding van het net steeg met 3,7% (of 13 miljoen EUR), een
relatief bescheiden stijging als men ze vergelijkt met de goede commerciële prestatie van het
net in 2005. De overige kosten namen toe met 10,0% of 116 miljoen EUR.
b) Naar type. Er waren twee niet-operationele elementen in 2005 (geen in 2004): 13 miljoen
EUR voor de vereffening van Rekord, en 3 miljoen EUR voor de oprichting van RBC Dexia
Investor Services. Zonder deze factoren en op een pro forma basis, bedroeg de wijziging in de
kosten +5,8%, of +176 miljoen EUR, wat kan worden verklaard door een aantal factoren van
uiteenlopend belang (voor meer details, zie verder) die evenwel voortvloeien uit drie
hoofdredenen: i) 30 miljoen EUR als gevolg van de geografische expansie van de Groep; ii) 33
miljoen EUR die verband houden met de ontwikkelingsprogramma’s van de business van de
diverse entiteiten, zoals een hogere vergoeding voor het net, de kosten voor reclamecampagnes
3/22

enz.; en iii) 111 miljoen EUR om diverse specifieke redenen (bv. 29 miljoen EUR voor het
opzetten van IT-programma’s, alsook een hoger afschrijving op basis van IFRS; een stijging
van de kosten met 14 miljoen EUR bij FSA; een aanpassing met 6 miljoen EUR van de
pensioenvoorzieningen in het kader van IAS 19; 10 miljoen EUR voor de implementering van
het “Duisenberg”akkoord in Nederland, enz.) die verder in detail worden toegelicht.
c) Belangrijk om op te merken is het feit dat voor de Financiële dienstverlening aan de
particulieren – die ongeveer de helft van de totale kosten vertegenwoordigt, en waar de
Cost/Income ratio het hoogst is – de onderliggende kostenbasis is toegenomen met slechts
1,8%, wat overeenstemt met de doelstellingen die in het begin van het jaar voor dit metier
werden vooropgesteld, en aanzienlijk lager dan de onderliggende stijging van de opbrengsten
ervan.
Tijdens de vierde kwartaal van 2005, beliepen de kosten 842 miljoen EUR, d.i. 6,2% meer in
vergelijking met het vierde kwartaal van 2004, en 6,8% (of +53 miljoen) meer op een
onderliggende basis. Deze toename houdt verband met de diverse programma’s die hierboven
werden toegelicht, en is gespreid over de diverse segmenten, zoals later individueel wordt
besproken. Deze toename wordt onder meer verklaard door diverse specifieke factoren die van
belang waren tijdens het kwartaal (zoals een bonusprogramma bij Dexia Asset Management: 6
miljoen EUR; opzeggingsvergoedingen na de hesrtructurering van de cash equity-activiteit in
Frankrijk: 5 miljoen EUR; de institutionele reclamecampagne: 5 miljoen EUR; een
schadevergoeding voor het annuleren van een overeenkomst met een derde leverancier van
verzekeringsproducten: 3 miljoen EUR).
De exploitatiecoëfficiënt bedroeg 54,0% voor het volledige jaar 2005, d.i. lager dan in 2004
(54,4%). De onderliggende exploitatiecoëfficiënt kwam uit op 55,8% (een daling in
vergelijking met 56,1% in 2004). Deze daling is positief wanneer men rekening houdt met de
uitgaven die in de loop van het jaar werden gedaan met het oog op de ontwikkeling van de
activiteit en de aanwezigheid van Dexia, zowel in de thuismarkten als daarbuiten, en ook met
de elementen die hieronder aan bod komen, en die wogen op de kostenbasis voor 2005.
Het brutobedrijfsresultaat beliep 2.747 miljoen EUR in 2005, een toename met 7,1%.
Onderliggend bedroeg de groei +6,9% (+6,8% bij gelijke wisselkoers). Als we geen rekening
houden met de impact van de niet-operationele items, stellen we zeer bevredigende
onderliggende prestaties vast in de metiers, vooral voor Public Finance, waar een groei van
+11,1% op jaarbasis werd geboekt, voor Financiële dienstverlening aan de particulieren, die
zorgden voor een stijging met +6,9%, voor Financieel beheer en Verzekeringen (+10,6%) en
voor Thesaurie en Financiële Markten (+8,5%) – zie verder voor een gedetailleerde analyse.
Globaal genomen hadden de schommelingen van de wisselkoersen in 2005 een beperkte
invloed op het brutobedrijfsresultaat (een positieve impact van 2 miljoen EUR).
Tijdens het vierde kwartaal van 2005 beliep het brutobedrijfsresultaat 728 miljoen EUR, een
stijging met 83 miljoen EUR (+12,9%) in vergelijking met het vierde kwartaal van 2004. De
niet-operationele items waren relatief gezien stabiel tijdens de twee betrokken kwartalen
(respectievelijk 91 miljoen EUR in Q4 2005 en 75 miljoen EUR in Q4 2004); op onderliggende
basis, was de groei toch zeer sterk: +69 miljoen EUR of +12,2%.
De kosten van risico (waardeverliezen op kredieten en voorzieningen voor kredietrisico’s)
lagen zeer laag nl. 52 miljoen EUR in 2005, in vergelijking met 226 miljoen EUR in 2004. Als
we geen rekening houden met de wijzigingen in de voorzieningen bij Dexia Bank Nederland
(zie verder), namen de onderliggende kosten van risico lichtjes toe (59 miljoen EUR in 2005
tegen 48 miljoen EUR in 2004), maar ze bleven nog steeds erg laag (1,6 basispunten op de
gemiddelde uitstaande verbintenissen van de bank). Met betrekking tot de situatie van Dexia
4/22

ank Nederland, wordt verwezen naar het Activity Report Year and Q4 2005 dat beschikbaar is
op de website www.dexia.com.
De belastingen (zowel de lopende als de uitgestelde) beliepen 602 miljoen EUR in 2005, een
stijging met 40,3% in vergelijking met 2004. Deze bedragen bevatten niet-operationele
elementen (belastingskrediet van respectievelijk 40 miljoen EUR in 2005 en 230 miljoen EUR
in 2004 – zie verder voor meer details). Als we hiermee geen rekening houden daalden de
onderliggende belastingen van 658 miljoen EUR voor het volledige jaar 2004 tot 642 miljoen
EUR in 2005, maar dit verschil van – 16 miljoen EUR is ten dele toe te schrijven aan de
positieve impact van de arbitrage producten die hierboven worden besproken (21 miljoen EUR
binnen het verschil), en ten dele aan een aanpassing in 2004 van de belastingen (met betrekking
tot de afgeleide producten), zonder een equivalent in 2005 (13 miljoen EUR binnen het
verschil)
Het belastingpercentage evolueerde in 2005 als volgt: het kwam uit op 23,1% (in vergelijking
met 19,0% in 2004) op basis van de gerapporteerde opbrengsten, en op 26,8% (in vergelijking
met 29,1% in 2004) op basis van de onderliggende opbrengsten.
De winstmarge (nettoresultaat in vergelijking met de totale opbrengsten) bedroeg 35,0% in
2005, d.i. een stijging t.o.v. 2004 (33,6%).
De Return on equity beliep 20,0% (in vergelijking met 17,2% in 2004), d.i. een stuk hoger
dan de doelstelling op halflange termijn van de Groep, ten dele als gevolg van de invloed van
de niet-operationele elementen.
De winst per aandeel (WPA) kwam uit op 1,87 EUR in 2005 (niet verwaterd), een stijging
met 14,5 % t.o.v. het jaar voordien. We merken op dat het programma voor de terugkoop van
aandelen werd voortgezet, met 32.707.600 aandelen die werden teruggekocht in de loop van
het jaar, voor een bedrag van bijna 600 miljoen EUR.
De Group tier 1 ratio 3 bleef toenemen, nl. tot 10,3% op het einde van het jaar (10,0% op 1
januari 2005). Dit vloeit voort uit een samenloop van factoren met een tegengestelde
uitwerking en van diverse aard, met als voornaamste: de toename van de risicogewogen activa
(+ 11,3% in het jaar); de uitgifte van hybride tier one kapitaal door Dexia Credit Local in het
vierde kwartaal; en ten slotte de terugkoop van eigen aandelen, die hierboven werd toegelicht.
Dividend. Gelet op de goede resultaten voor 2005 zal de raad van bestuur een brutodividend
voorstellen van 0,71 EUR per aandeel. Afhankelijk van de goedkeuring hiervan door de
algemene aandeelhoudersvergadering, zal dit dividend worden uitbetaald op 24 mei 2006.
Gebeurtenis die dateert van na het afsluiten van de jaarrekening.
Op 4 januari 2006, maakten Dexia en Royal Bank of Canada bekend dat zij een joint venture
hadden gesloten met het oog op de bundeling van hun activiteiten op het vlak van de
dienstverlening aan de institutionele beleggers. RBC Dexia Investor Services is een joint
venture die paritair in handen is van Royal Bank of Canada en Dexia. Dexia zal 50% van de
joint venture consolideren volgens de proportionele methode vanaf 1 januari 2006. Het
proportioneel aandeel van Dexia in de bijdrage van RBC zal tegen ‘fair value’ geboekt worden
in de geconsolideerde jaarrekening van Dexia. Als gevolg daarvan, zal Dexia een winst boeken
na belasting van meer dan 200 miljoen EUR op de netto-activabijdrage van Dexia aan de joint
venture, en daarnaast 100 miljoen EUR aan immateriële activa.
3
Voor de berekening van deze ratio, is de winst over de over de periode min het (voor 2005 voorgesteld) dividend
in het kapitaal inbegrepen.
5/22

II. ACTIVITEIT EN ONDERLIGGENDE RESULTATEN VAN DE METIERS
1. Public/Project Finance en Credit Enhancement
1.A. Activiteiten
Er was een stevige activiteit in alle regio’s en voor alle categorieën cliënten die door Dexia
worden bediend.
De langetermijnverbintenissen 4 beliepen 241,3 miljard EUR op 31 december 2005, een
stijging met 25,0% op jaarbasis. Deze toename is toe te schrijven aan een stevige productie
overal waar Dexia actief is, maar meer in het bijzonder in Spanje, Groot-Brittannië, Italië,
Amerika en Luxemburg. De nieuwe productie kende een zeer sterke ontwikkeling in Centraal-
en Oost-Europa. De uitstaande verbintenissen met de cliënten uit de openbare sector namen toe
met 22,3%, en in de sector corporate & project finance gingen zij met 57,4% omhoog. De
productie in deze laatste sector bedroeg 12,4 miljard EUR tijdens het jaar, dat is meer dan het
dubbele van 2004. Deze toename vond plaats in bijna alle markten waar Dexia actief is en werd
vooral omhooggestuwd door een gigantische transactie (de renovatie en uitbreiding van de
ringweg rond Madrid, voor in totaal 2,5 miljard EUR, met Dexia als arranger en twee andere
banken als co-manager). Dexia is toegetreden tot de toptien van banken die actief zijn op het
vlak van projectfinanciering in de rangschikking van Euromoney. Het staat op de zesde plaats
en is de grootste inzake PPP/PFI’s. Deze ereplaatsen zijn des te opmerkelijker omdat Dexia
bewust bepaalde domeinen of soorten van projecten vermijdt gelet op hun inherente risico’s.
Vijf projecten van Dexia die verband houden met vervoer, water en energie werden door
Euromoney bekroond als ‘Deals of the Year. Daarnaast kende Infrastructure Journal dit jaar
opnieuw een onderscheiding toe en riep het Dexia uit tot “Renewables Arranger of the year”.
Wat de regio’s betreft werden overal sterke commerciële prestaties opgetekend:
• In Frankrijk vertoonde de totale langetermijnverbintenissen een stevige groei van
+5,1% tot 60,6 miljard EUR op het einde van het jaar. De activiteit was bijzonder goed
te noemen in public finance, waarbij de productie op lange termijn toenam met 5,2%.
Dat is voornamelijk te danken aan de forse activiteit met de grootste cliënten, waarvoor
Dexia in een zeer concurrerende omgeving belangrijke opdrachten binnenhaalde zoals
de obligatie-uitgifte ten belope van 150 miljoen EUR voor de Franse regio Provence-
Alpes-Côte d’Azur, of de obligatie-uitgifte ten belope van 120 miljoen EUR voor de
stad Parijs. De nieuwe productie nam fors toe met de ‘andere lokale marktspelers,
vooral voor sociale huisvesting (+10%). Het marktaandeel van Dexia in Frankrijk bleef
groter dan 40%, een bevestiging van zijn leiderspositie. Bovendien haalde Dexia
verscheidene adviesmandaten inzake projectfinancierng binnen, met name een mandaat
voor financiële consultancy voor het infrastructuurproject i.v.m. de hogesnelheidslijn
tussen Lyon en Turijn.
• In België kwamen de langetermijnverbintenissen uit op 28,4 miljard EUR op het einde
van het jaar 2005, een toename met 7,0% op jaarbasis. In een zeer concurrerende markt
slaagde Dexia er dit jaar andermaal in een marktaandeel van meer dan 80% te behouden
in het segment van de lokale openbare besturen. In de sector corporate/project finance
sector, de nieuwe productie nam fors toe en bracht de uitstaande verbintenissen op EUR
2,4 miljard EUR op het einde van het jaar (+5,2%).
4 Volledig geconsolideerde dochterondernemingen.
6/22

• De langetermijnverbintenissen in Luxemburg beliepen 1,9 miljard EUR, d.i. +62,8%
op jaarbasis, onder meer onder invloed van een grote transactie met de Luxemburgse
spoorwegen (0,4 miljard EUR).
• In Italië haalde de activiteit in 2005 een zeer hoog peil. Op 31 december 2005 kwamen
de totale langetermijnverbintenissen uit op 34,1 miljard EUR, d.i. een stijging met bijna
20% over twaalf maanden, en met 12% op slechts één kwartaal. De kredietactiviteit
inzake public finance deed het zeer goed met een toename van 89% op jaarbasis van de
productie. Dexia Crediop was eveneens zeer actief op de kapitaalmarkt door deel te
nemen aan tal van transacties zoals de herfinanciering van een deel van de schuld ten
belope van 1,7 miljard EUR van de stad Milaan, de uitgifte van ABS voor een bedrag
van 336 miljoen EUR door de regio van de Abruzzen of de obligatie-uitgifte op 30 jaar
van 500 miljoen EUR voor de regio Sardinië. In het domein van de corporate & project
finance namen de verbintenissen toe met +43,3% tot 4,6 miljard EUR op het einde van
het jaar. Vooral het vermelden waard was de obligatie-uitgifte ten bedrage van 0,9
miljard EUR voor de financiering van de Italiaanse hogesnelheidstrein waarvoor Dexia
als manager optrad en volledig voor zijn rekening nam.
• In Spanje namen de langetermijnverbintenissen toe tot 6,5 miljard EUR, een stijging
met 30,5% over de voorbije twaalf maanden. Zowel voor public finance als voor
corporate & project finance werd een grote activiteit opgetekend, met een stijging van
de verbintenissen met respectievelijk 30,1% en 33,5% over het jaar. Dexia Sabadell
Banco Local haalde ook diverse adviesmandaten binnen, met name een opdracht voor
financiële consultancy voor Public-Private-Partnership-projecten in de
gezondheidssector.
• In het Verenigd Koninkrijk gingen de langetermijnverbintenissen er fors op vooruit nl.
met 46,6% tot 6,8 miljard EUR op het einde van het jaar. Public finance deed het goed
in 2005, en Dexia veroverde een marktaandeel van 23% in de niet door de overheid
beheerde markt. De productie inzake corporate/project finance kwam uit op 1,1 miljard
EUR, dat is meer dan tweemaal het volume van 2004. Dexia was arranger voor heel wat
zgn. Private Finance Initiatives, met name in de sector van het onderwijs, de sociale
huisvesting en de gezondheidssector.
• In Centraal- en Oost-Europa nam het aantal langetermijnverbintenissen van Dexia
aanzienlijk toe tot 3,0 miljard EUR einde 2005. Dexia was in 2005 erg actief in deze
regio: Dexia KommunalKredit Bank werd opgericht in maart, nam de Tsjechische en
Poolse entiteiten over in de loop van het jaar en opende vertegenwoordigingskantoren
in Roemenië en Bulgarije. De Groep behaalde in juni ook een banklicentie in Polen en
opende een vestiging in Hongarije, die begin 2006 haar werkzaamheden zal starten. De
activiteit omvatte een aanzienlijk bedrag aan soevereine schuldinstrumenten: Dexia was
co-leader van en nam deel aan een soevereine obligatie-uitgifte ter waarde van 500
miljoen EUR in Polen en een obligatie-uitgifte ten belope van 500 miljoen EUR door de
stad Boekarest.
• In Amerika (enkel voor Dexia; FSA wordt verderop geanalyseerd), stegen de totale
verbintenissen met 42,5 miljard EUR (+58,7% of 37,4% bij gelijkblijvende
wisselkoers) als gevolg van de fors aantrekkende markt voor gewaarborgde liquide
middelen, en ook dankzij de beleggingsmogelijkheden op de markt van de gemeenteobligaties
in de VS. Dexia bleef zijn kredietportefeuille voor project finance uitbouwen
met een zeer sterke prestatie in 2005. In deze sector kwam de nieuwe productie uit op
0,5 miljard EUR, dat is meer dan vier keer het niveau van 2004. Zo was Dexia New
York de ‘arranger’ van het schuldpakket voor twee grote windenergieprojecten op het
continent, en ‘co-arranger’ voor de financiering van een windmolenpark op Hawaï.
7/22

De activiteit inzake schuldbeheer bleef bijzonder dynamisch op de thuismarkten België en
Frankrijk. In Frankrijk vond er een herschikking plaats van de bestaande uitstaande schuld van
8,2 miljard EUR (+34% in vergelijking met het zeer hoge peil in 2004). We merken op dat de
dienstverlening inzake schuldbeheer nu beschikbaar is voor de gezondheidssector en de sociale
huisvesting, met groot succes overigens. In België bereikte het volume 4,5 miljard EUR, na een
zeer goed jaar 2004. Deze activiteit bleef ook erg krachtig in Italië, met een bedrag van 1,4
miljard EUR, waarbij sommige grote transacties voor de regio’s Emilia Romagna en Toscane
(350 miljoen EUR en 165 miljoen EUR)
De kortetermijnverbintenissen bleven grosso modo stabiel op 18,8 miljard EUR op 31
december 2005. Deze relatief kalme activiteit op het vlak van de kortetermijnkredieten doet
zich voor in een klimaat van een lage langetermijnrente, waardoor de cliënten de voorkeur
geven aan een funding op lange termijn.
De deposito’s en de beheerde activa voor de cliënten van het metier bleven toenemen tot 29,7
miljard EUR op het einde van 2005, wat neerkomt op een stijging met 13,8%. De groei werd
vooral opgetekend in België (plus 16%). Merk ook op dat dit soort van activiteit aan belang
wint in Centraal- en Oost-Europa.
Verzekeringsactiviteit (zonder FSA): De makelaarsactiviteit van Dexia Sofaxis bleef
toenemen; het premie-incasso bedroeg 352 miljoen EUR in 2005, een stijging met 2.6%. de
verzekeringsactiviteit van Dexia Insurance in dit metier gaf een forse toename te zien in 2005
en ontving voor 625 miljoen EUR aan premies. Deze toename met 49% over 2004 werd voor
de helft verwezenlijkt in België en voor de andere helft in Frankrijk. In Frankrijk liet Dexia
Epargne Pension dit jaar alweer een zeer stevige commerciële activiteit optekenen (Focus on
insurance activities in het Activity Report Year and Q4 2005).
Met betrekking tot FSA overschreed de bruto geactualiseerde waarde (GW) van de premies de
symbolische drempel van een miljard dollar, nl. tot 1.014 miljoen USD in 2005, een toename
met 9,4% in vergelijking met de reeds hoge productie van 2004. Voor de activiteit ten aanzien
van de gemeenten in de VS, verzekerde FSA in een bijzonder actieve markt en tegen de
achtergrond van een zeer lage rentestand bij benadering 26% van de nieuwe uitgiften die in de
loop van het jaar werden gewaarborgd. De GW-premies beliepen 485 miljoen USD, d.i. een
stijging van +11,8% t.o.v. 2004. De activiteit was sterk inzake de uitgifte van algemene
obligaties voor de algemene sectoren, alsook in de sectoren gezondheidszorg en onderwijs.
Opmerkelijk was vooral de grote “PPP”-transactie die tijdens het derde kwartaal van 2005
werd afgesloten voor de Chicago Skyway ten belope van 1,4 miljard USD. Met betrekking tot
de activiteit rond de asset-backed securities (ABS) in de VS, namen GW-premies af met
16,6% tot 195 miljoen USD als gevolg van de krappe spreads van de kredietkwaliteit die
voortvloeiden uit de de agressieve kredietvraag bij de rechtstreekse investeerders van deze
sector. De daling is vooral toe te schrijven aan de kleinere productie van de sectoren met een
nettorentemarge op hypotheekleningen, die gedeeltelijk gecompenseerd werd door een stijging
bij de effectiseringen van tweede hypotheken op bestaande woningen. FSA gaf er de voorkeur
aan te wachten tot de spreads weer interessant werden om zijn sterke activiteit in dit segment te
hervatten. In de internationale activiteit, kwamen de GW-premies in 2005 uit op 242 miljoen
USD, d.i. een stijging met +29,9% in vergelijking met 2004. De voornaamste transacties
vonden plaats in het Verenigd Koninkrijk met twee grote PFI’s in de gezondheidssector. Op 31
december 2005 kwam het totaal netto door FSA verzekerd bedrag uit op 351 miljard USD
(+7,9% t.o.v. een jaar daarvoor). We merken op dat FSA, de tegenpartijen die getroffen werden
door de orkanen Katrina en Rita op de voet heeft gevolgd, en dat ze tot op heden geen claims in
dit verband heeft ontvangen.
8/22

1.B. Resultaten
Onderliggende* resultaten - Public/Project Finance en Credit Enhancement
In miljoenen EUR
Q4
2004
Q4
2005
Verschil
FY
2004
FY
2005
Verschil
Opbrengsten 540 590 + 9,2% 2.037 2.253 + 10,6%
Kosten -178 -197 + 10,9% -687 -752 + 9,5%
Brutobedrijfsresultaat 362 393 + 8,4% 1.351 1.501 + 11,1%
Nettoresultaat
groepsaandeel
236 263 + 11,4% 884 1.008 + 14,0%
Exploitatiecoëfficiënt 32,9% 33,4% - 33,7% 33,4%
ROEE** 24,4% 23,7% - 22,8% 22,7 %
* d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voorQ4 2004 en FY 2004.
** Return op het economisch eigen vermogen op jaarbasis
Het nettoresultaat groepsaandeel over het volledige jaar kwam uit op een stevige toename
met 14,0% en bedroeg voor het eerst meer dan de symbolische drempel van één miljard, nl.
1.008 miljoen EUR. Deze nieuwe toename bevestigt dat dit metier de grootste bijdrage levert
aan de opbrengsten van Dexia. Als we de bijdrage van FSA buiten beschouwing laten – deze
dochteronderneming heeft in 2005 (+0,8% in vgl. met 2004) een pauze ingelast in zijn gestage
tweecijfergroei sinds zijn overname door Dexia - , liet de rest van het metier een groei
optekenen van 19,1% op jaarbasis. Die groei is natuurlijk de weerspiegeling van de zeer stevige
ontwikkeling van de activiteiten in de loop van de vele jaren van hoge en toenemende nieuwe
productie. Zij vloeit ook voort uit de strategie van internationale diversificatie van Dexia, die in
grote mate vrucht heeft afgeworpen. Op dit ogenblik is het nettoresultaat van het metier
afkomstig uit de VS (34%), Frankrijk (26%), België (20%), Italië (5%); het saldo (15%) is
afkomstig uit diverse landen over de hele wereld, waarvan het aantal blijft toenemen tot nu
reeds meer dan twaalf.
Het nettoresultaat groepsaandeel in 4de kwartaal van 2005 beliep 263 miljoen EUR (een
stijging met 11,4% in vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2004)
De totale opbrengsten beliepen 2.253 miljoen EUR voor het volledige jaar, een toename met
10,6% of 215 miljoen EUR, waarbij elk van de deelsegmenten een positieve bijdrage leverde
tot deze toename. FSA droeg bij voor 495 miljoen EUR, wat overeenkomt met een groei van
33 miljoen EUR in de opbrengsten. De rest van het metier boekte een stijging van 11,6 % op
jaarbasis, wat een toename betekent van + 182 miljoen EUR.
In het vierde kwartaal beliepen de opbrengsten 590 miljoen EUR, een stijging met 9,2% in
vergelijking met hetzelfde kwartaal van vorig jaar.
De kosten zijn toegenomen met 65 miljoen EUR in vergelijking met 2004, d.i. + 9,5% in 2005,
een lichtjes lager percentage dan de stijging van de opbrengsten. Bij de oorzaken van de
toename van de kosten vermelden we dat de uitgaven bij FSA toenamen met 13 miljoen EUR
(of 11,5%), als gevolg van diverse factoren: de versnelde toename van de uitgestelde kosten
m.b.t. de herfinancieringactiviteit; een lager percentage van uitgestelde kosten dan in 2004; de
uitgaven die te maken hebben met de verhuizing naar de nieuwe hoofdzetel. De kosten van het
metier zonder FSA namen toe met 9,0% of 52 miljoen EUR. In België bedroeg de stijging van
de kosten 12 miljoen EUR, voornamelijk als gevolg van de hogere IT-uitgaven, juridische
kosten voor geschillen en een aanpassing van de pensioenvoorzieningen in het kader van IAS
19. In Frankrijk zijn de kosten gestegen met 9 miljoen EUR, waarbij een derde toe te schrijven
9/22

is aan de nieuwe projecten van Dexia Sofaxis, en de rest aan de compensatie als gevolg van de
hoge nieuwe productie en aanwervingen voor nieuwe ontwikkelingen. Anderzijds is het
grootste deel van de toename (31 miljoen EUR) toe te schrijven aan de diverse ontwikkelingen
en projecten van het metier: 8 miljoen EUR voor de nieuwe productie aan obligaties in de
openbare sector en de eerste uitgaven voor het project in Japan; 9 miljoen EUR voor Centraal-
en Oost-Europa; 6 miljoen EUR in Amerika.
In het vierde kwartaal kwamen de kosten uit op 197 miljoen EUR, een toename met 10,9% (of
19 miljoen EUR) in vergelijking met het vierde kwartaal van 2004.
Als gevolg daarvan bedraagt het brutobedrijfsresultaat 1.501 miljoen EUR in 2005, d.i. een
stijging met 11,1% in vergelijking met 2004, en met 10,9% bij gelijke wisselkoers. Ondanks de
uitgaven voor de diverse ontwikkelingen van het metier, en als gevolg van de stevige toename
van de opbrengsten is de exploitatiecoëfficiënt lichtjes gedaald van 33,7% in 2004 tot 33,4%
in 2005. In dit verband beheert Dexia deze indicator met het oog op de globale
ontwikkelingsprognose voor het metier. In een domein waarin de acquisitie-opportuniteiten
zeldzaam zijn en waar er ruimte is voor interne groei, aanvaardt het management een
kostentoename wanneer deze uitgaven verbonden zijn aan de activiteitenontwikkeling.
De kosten van risico in 2005 beliepen 34 miljoen EUR, dat is iets meer dan tijdens dezelfde
periode in 2004 (30 miljoen EUR) maar deze toename is zeer beperkt wanneer we dit
vergelijken met de toename van de activa gedurende dezelfde periode Daardoor blijven de
kosten van risico in de buurt van hun historisch dieptepunt.
De belastingen namen in 2005 toe tot 421 miljoen EUR, een stijging met 27 miljoen EUR
(+6,8%). Dat was voornamelijk toe te schrijven aan de toename van de operationele
opbrengsten. We merken evenwel op dat de toename bij FSA (25 miljoen USD in Q3, en 4
miljoen USD in Q4), te maken heeft met de gewijzigde belastingspercentages die van
toepassing zijn op de activiteit in Bermuda. Aan de andere kant werd bij Dexia New York in
Q3 05 een voorziening van 20 miljoen EUR teruggenomen.
Globaal genomen heeft het metier een uitstekend jaar achter de rug, en liet het een forse return
op het economisch eigen vermogen (ROEE) van 22,7% optekenen.
2. FINANCIËLE DIENSTVERLENING AAN PARTICULIEREN
2.A. Activiteiten
De context was voor dit metier vrij gunstig, dankzij de positieve trend van de aandelenmarkten.
De korte- en langetermijnrente bleef op een laag peil. In oktober zorgde de aankondiging van
nieuwe belastingen vanaf 2006 op verzekeringsproducten in België, voor een grote activiteit op
dit gebied. Dexia voerde in de loop van het jaar diverse reclame- en marketingcampagnes,
vooral in de eerste helft en het laatste kwartaal.
Op het einde van 2005 lagen de cliëntentegoeden 7,9% hoger dan vorig jaar, nl. op 123,2
miljard EUR. De totale balansproducten namen lichtjes af (-1,9% op jaarbasis) na een stabiele
eerste jaarhelft. Buiten de balans namen de totale cliëntentegoeden fors toe met 8,5 miljard
EUR, een stijging met 16,0% op jaarbasis, tot thans 49,7% van de totale cliëntentegoeden in
vergelijking met 46,3% een jaar voordien. De verzekeringsactiviteit was ook zeer goed in 2005,
d.i. een stijging van 20,2% (+1,6 miljard EUR) t.o.v. een jaar eerder met een bijzonder sterk
vierde kwartaal (zie Focus on insurance activities in het Activity Report Year and Q4 2005
page 61). De verschuiving balansproducten naar buitenbalansproducten houdt aan. Deze
10/22

wijziging in de productmix vloeit voort uit succesvolle commerciële campagnes, en werd
versterkt door de positieve weerslag van de marktwaarderingen sinds het begin van het jaar.
Deze sterke resultaten bevestigen de strategie die verscheidene jaren geleden in dit metier werd
aangevat.
Voor het retailbankieren kwamen de totale cliëntentegoeden op 31 december 2005 uit op 81,5
miljard EUR, een stijging met 6,8% in een jaar. Dit waren de voornaamste trends:
• De uitstaande balansproducten vertoonden een lichte terugval tijdens het jaar
• (-2,0%), waarbij een daling bij het staatspapier gedeeltelijk werd gecompenseerd
door de gunstige evolutie van de zichtrekeningen en de spaarrekeningen.
• De buitenbalansproducten bleven het tijdens het jaar goed doen. Einde 2004
vertegenwoordigden de buitenbalansproducten 37,4% van de retailtegoeden, tegen
41,1% op dit ogenblik. Op 31 december 2005 bedroegen de beveks 20,7 miljard
EUR, d.i. een stijging van 20,3% in vergelijking met 31 december 2004, die de
terugval bij de kasbons meer dan compenseert.
• De levensverzekeringsproducten met name die met een gewaarborgd rendement,
bleven fors toenemen, nl. met 32,2% op jaarbasis, dankzij de succesvolle
marketingcampagnes die in de loop van het jaar werden gelanceerd voor de
buitenbalansproducten en de nieuwe belastingwetgeving op verzekeringsproducten
waarvan hierboven sprake. De productie was vooral goed voor de Tak 21producten.
De cliëntentegoeden voor private banking beliepen op 31 december 2005 41,7 miljard EUR,
d.i. een stijging met 10,3% ten opzichte van een jaar geleden. Net als in het retailsegment
bleven de balansproducten vrijwel stabiel, terwijl de buitenbalansproducten een aanzienlijke
toename te zien geven, nl. met 14,9% in vergelijking met een jaar geleden. Deze laatste
categorie van producten vertegenwoordigde 64% van de private-bankingactiva op 31 december
2004 en 66,7% op 31 december 2005. De activa die beheerd worden met een mandaat, de
beveks en de verzekeringsproducten deden het zeer goed; de uitstaande bedragen namen toe
met respectievelijk 17,7%, 22,5% en 22,9% op jaarbasis. In België en Luxemburg (die samen
83% van de totale private-bankingactiva vertegenwoordigen) profiteerde de activiteit inzake
private banking ook van de succesvolle marketingcampagnes t.a.v. het retailsegment.
De uitstaande kredieten aan retail- en private cliënten kwam 31 december 2005 uit op 28,6
miljard EUR, een toename met 4,1% in drie maanden en met 11,4% op jaarbasis. Dat is voor
een groot deel te danken aan de uitstaande hypothecaire kredieten bij retailcliënten, die in de
loop van het jaar voortdurend aangroeiden, nl. tot 17,1 miljard EUR, een stijging met 14,6% op
jaarbasis. De toename was zelfs nog groter tijdens het vierde kwartaal doordat men had
geanticipeerd op een rentestijging. De kredieten aan de private-bankingcliënten stegen met
7,4% tijdens het vierde kwartaal en met 16,0% op jaarbasis.
11/22

2.B. Financiële resultaten
Onderliggende resultaten* – Financiële Dienstverlening aan Particulieren
In miljoenen EUR
Q4
2004
Q4
2005
Verschil
FY
2004
FY
2005
Verschil
Opbrengsten 540 543 +0,5% 2.150 2.219 +3,2%
Kosten -386 -400 +3,7% -1.568 -1.596 +1,8%
Brutobedrijfsresultaat 154 142 -7,5% 583 623 +6,9%
Nettoresultaat –
groepsaandeel
88 100 +14,0% 370 420 +13,3%
Exploitatiecoëfficiënt 71,5% 73,8% - 72,9% 71,9% -
ROEE** 20,4% 22,4% - 21,6% 23,5% -
* d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voorQ4 2004 en FY 2004.
** Return op het economisch eigen vermogen op jaarbasis
De prestatie van het metier verbeterde alweer in 2005, na de twee recordjaren van
opbrengstengroei in 2003 en 2004. Een strikte kostenbeheersing zorgde dit jaar in combinatie
met activiteiten die zeer veel opbrengsten genereren opnieuw voor een toename met twee
cijfers. Het nettoresultaat groepsaandeel voor het volledige jaar 2005 bedroeg 420 miljoen
EUR, een toename met 13,3% in vergelijking met 2004. Het kwam uit op EUR 100 miljoen
EUR in het vierde kwartaal van 2005, een stijging met 14,0% ten opzichte van dezelfde periode
van vorig jaar.
Nota bene: Alvorens toelichting te geven bij de resultaten van het metier, moeten we
opmerken dat in de loop van het jaar diverse wijzigingen en aanpassingen plaatsvonden
– die te maken hebben met de boekhoudkundige aspecten of met de consolidatiekring –
die in materieel opzicht een negatieve weerslag had op de opbrengsten van het metier,
zowel op die voor het hele jaar als op die van het kwartaal. Het gaat om:
i) de boekhoudmethode van de ‘upfront fees’ voor gestructureerde Eurobondsproducten
veranderde onder IFRS; onder de vorige methodologie, zouden deze
producten 30 miljoen EUR meer aan opbrengsten hebben gegenereerd in 2005,
waarvan 8 miljoen EUR in het vierde kwartaal;
ii) tijdens de eerste drie kwartalen van 2005, werd 12 miljoen EUR geboekt als
‘upfront’ opbrengsten op vastrentende producten, en daarna tegengeboekt tijdens het
vierde kwartaal aangezien zij dienden gespreid te worden over de looptijd van de
contracten;
iii) de vergoedingen wegens de vervroegde terugbetaling van hypotheekleningen
werden tijdens de eerste drie kwartalen van 2005 onterecht upfront geboekt – eerder
dan pro rata -; dit werd gecorrigeerd in Q4, wat leidde tot kosten ten belope van 18
miljoen EUR;
iv) Eural verdween uit de consolidatiekring in het vierde kwartaal van 2005, wat leidde
tot 8 miljoen EUR minder opbrengsten en 8 miljoen EUR minder kosten in dat
kwartaal; terwijl de cijfers voor vierde kwartaal van 2004 pro forma werden aangepast
om daarmee rekening te houden, gebeurde dat niet voor de eerste drie kwartalen van
2005
Alle voornoemde elementen hebben het gecombineerde effect dat zij vergelijkingen
bemoeilijken. Op een gelijkaardige basis
- zou de opbrengstengroei tussen 2004 en 2005 + 117 miljoen EUR, i.p.v. + 69 miljoen
EUR zijn geweest;
12/22

- zou de opbrengstengroei tussen het vierde kwartaal 2004 en het vierde kwartaal 2005
+ 41 miljoen EUR, i.p.v. + 3 miljoen EUR zijn geweest;
- zou de opbrengstengroei tussen het derde kwartaal 2005 en het vierde kwartaal 2005
+ 33 miljoen EUR, i.p.v. -29 miljoen EUR zijn geweest.
De totale opbrengsten voor het volledige jaar 2005 bedroegen EUR 2.219 miljoen EUR, een
stijging met 3,2% of +69 miljoen EUR in vergelijking met 2004. Op basis van vergelijkbare
boekhoudnormen zou de opbrengststijging zijn uitgekomen op +5,4%. De toename werd
hoofdzakelijk gestuurd door de commissies (+10,0%), als gevolg van het beleid van Dexia van
een actieve bevordering van buitenbalansproducten (cf. activiteit hierboven). De politiek van
geen of lage instapkosten, de marketingcampagnes die plaatsvonden tijdens de vier kwartalen,
en ten slotte de bekendmaking van een nieuwe belasting op verzekeringsproducten vanaf 2006,
hadden een gunstige invloed op de opbrengsten, en zullen dat in de nabije toekomst ook blijven
hebben.
De totale opbrengsten van het vierde kwartaal bedroegen 543 miljoen EUR, d.i. een stijging
met 0,5% in vergelijking met dezelfde periode van 2004, en +7,6% op basis van vergelijkbare
boekhoudnormen.
De kosten bedroegen 1.596 miljoen EUR voor het volledige jaar 2005, een bescheiden
toename met 1,8% in vergelijking met 2004, en gezien de sterke toename van de opbrengsten
in 2005. Toch omvatten zij ook de investeringen inzake merkbekendheid, de distributie en de
marketing die hebben bijgedragen tot de toename van de activiteit. Zeker het vermelden waard
is het feit dat de doelstelling aangaande de sluiting van kantoren die werd vastgelegd in 2001
werd overschreden, zodat het totaal aantal kantoren eind 2005 uitkwam op 1.069, in
vergelijking met de aanvankelijke doelstelling van 1.099.
In het vierde kwartaal bedroegen de kosten 400 miljoen EUR, een toename met 3,7% t.o.v. het
vierde kwartaal van 2004.
Zodoende steeg het brutobedrijfsresultaat in 2005 met 6,9% tot 623 miljoen EUR. Het nam
af tijdens het vierde kwartaal (-7,5%) als gevolg van de hierboven toegelichte technische
redenen.
De exploitatiecoëfficiënt bleef verbeteren, nl. van 72,9% in 2004 tot 71,9% dit jaar, wat een
weespiegeling is van de goede trends die hierboven werden aangehaald.
De kosten van risico bleven erg laag, nl. 23 miljoen EUR over het jaar, een daling met 34,4%,
en 7 miljoen EUR voor het vierde kwartaal.
De belastingen bleven vrijwel stabiel in 2005 op 182 miljoen EUR. Als gevolg van een
efficiënter beheer bedroeg het belastingpercentage 29%, wat lager is dan in 2004 (37%).
De return op het economisch eigen vermogen (ROEE) bleef verbeteren tot 23,5% voor het
volledige jaar 2005, tegen 21,6% voor 2004.
3. FINANCIEEL BEHEER EN VERZEKERINGEN
3.A. Activiteiten
Het vermogensbeheer heeft een sterk jaar 2005 achter de rug. De volumes kwamen op het
einde van het jaar uit op 90,6 miljard EUR, d.i. een toename met 26,8% (of +19,1 miljard
EUR) ten opzichte van een jaar daarvoor, als gevolg van een significante interne groei (+12,1
miljard EUR) maar ook van een positief markteffect (+7,0 miljard EUR). Alle soorten beheer
13/22

gaven in 2005 een zeer sterke stijging te zien: met name de categorie van de beveks steeg met
30,3% op jaarbasis, als gevolg van de grotere vraag naar dergelijke producten, zowel van de
retail- als van de institutionele cliënten. De volumes van de discretionaire privé-mandaten
stegen met 21,5%, en die van de institutionele mandaten met 18,6%. Voor laatstgenoemde
categorie vloeide de nieuwe productie voort uit diverse bronnen: de verzekeringsactiviteit bij
Dexia; nieuwe mandaten van pensioenfondsen; nieuwe mandaten van lokale overheden en van
de hogere overheden; mandaten van financiële instellingen. We vestigen de aandacht op een
belangrijke opdracht die werd binnengehaald op de Australische markt.
De productiviteitsratio’s van de onderneming, die al heel goed waren in 2004, verbeterden
verder in 2005, waarbij de kosten slechts twaalf basispunten vormden van de beheerde activa.
De fondsen van Dexia Asset Management presteerden ook zeer goed: in de rangschikking door
Standard & Poor’s van sectorgenoten staat 72% van de fondsen in de eerste twee kwartielen
(gemeten naar volume) in 2005, en 79% tijdens de voorbije drie jaar.
De activiteit Administratief fondsenbeheer bleef heel sterk presteren:
• De totale activa in custody beliepen 409,0 miljard EUR op het einde van 2005, een
stijging van 17,4% tegenover een jaar daarvoor. De mandaten aan Dexia Fund Services
beliepen 255,1 miljard EUR, d.i. een stijging van 6,5% over het kwartaal en van 35,2%
in twaalf maanden dankzij het markteffect, maar vooral dankzij de mandaten die tijdens
het hele jaar weren binnengehaald, met name in Luxemburg.
• De activiteit centrale administratie groeide met 5,6% wat de waardering van de
nettoactiva op jaarbasis aangaat. De activa voor deze activiteit namen toe met 28,4% tot
241,7 miljard EUR over de voorbije twaalf maanden.
• De activiteit transferagent bleef vrijwel ongewijzigd tijdens het jaar en groeide met
3,7% over het kwartaal.
Wij wijzen erop dat Dexia en Royal Bank of Canada begin 2006 bekendmaakten rond te zijn
met de joint venture waarin zij hun activiteiten t.a.v. de institutionele beleggers willen
bundelen. De nieuwe vennootschap, RBC Dexia Investor Services, maakt deel uit van ’s
werelds grootste 10 ‘global custodians’ met beheerde activa in custody (zowel de activa van
Royal Bank of Canada op 31 oktober 2005 als die van Dexia op 30 september 2005) ten belope
van bijna 1,650 miljard EUR. RBC Dexia Investor Services biedt een geïntegreerd pakket van
producten aan, met inbegrip van global custody, administratief fondsenbeheer en beheer van
pensioenfondsen, effectenleningen, diensten ten behoeve van aandeelhouders, analyses en
andere aanverwante diensten, aan institutionele beleggers in de hele wereld. Dit nieuws werd
gunstig onthaald door de cliënten.
De verzekeringsactiviteit ten slotte, speelt een belangrijke rol in de activiteitenportefeuille van
Dexia. De totale premie-ontvangsten voor 2005 beliepen 3.684 miljoen EUR (zonder de
activiteit van FSA en Dexia Sofaxis, waarover apart word gerapporteerd gelet op hun
specifieke aard), en de totale opbrengsten bedroegen 443 miljoen EUR, d.i. bijna 7,7% van de
totale opbrengsten van de groep Dexia. (zie Focus on insurance activities in het Activity Report
Year and Q4 2005 page 61).
14/22

3.B. Financiële resultaten
Onderliggende* resultaten - Financieel Beheer en Verzekeringen
In miljoenen EUR
Q4
2004
Q4
2005
Verschi
l
FY
2004
FY
2005
Verschi
l
Opbrengsten 171 208 +22,0% 630 701 +11,2%
Kosten -102 -114 +12,4% -379 -423 +11,6%
Brutobedrijfsresultaat 69 94 +36,3% 251 278 +10,6%
Nettoresultaat
groepsaandeel
44 74 +67,5% 179 230 +28,6%
Exploitatiecoëfficiënt 59,7% 55,0% - 60,1% 60,4% -
ROEE** 24,4% 36,1% - 24,7% 28,1% -
* d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voorQ4 2004 en FY 2004.
** Return op het economisch eigen vermogen op jaarbasis
Het nettoresultaat groepsaandeel van het metier steeg in 2005 fors tot 230 miljoen EUR, d.i.
28,6% meer in vergelijking met 2004. In het vierde kwartaal lag de bijdrage op 74 miljoen
EUR, in vergelijking met 44 miljoen EUR tijdens hetzelfde kwartaal van 2004.
De prestaties van de drie entiteiten die actief zijn in dit segment waren goed, en worden
hieronder geanalyseerd.
• Het vermogensbeheer presteerde zeer goed in 2005, en leverde hogere opbrengsten op
(+4,8% of 9 miljoen EUR op één jaar tijd). Deze toename moet worden geanalyseerd
rekening houdend met het feit dat verschillende wijzigingen werden doorgevoerd in
2005 (geen absolute prestatieprovisies (performance fees) meer; een herziene feestructuur
voor bepaalde producten/diensten; verschillende opsplitsing van commissies
tussen de distributeurs en de vermogensbeheerders voor bepaalde beveks), Op een
vergelijkbare basis zou de toename zijn uitgekomen op +21%, wat perfect overeenstemt
met de toename van het volume. De kosten namen toe (+17,3% op één jaar tijd, of 16
miljoen EUR), samen met de forse ontwikkeling van de activiteit. Meer in het bijzonder
werden drie nieuwe vestigingen geopend (in Milaan, Madrid en Rotterdam) met het oog
op de ontwikkeling van de activiteit t.a.v. de institutionele cliënten. Het
personeelsbestand nam in 2005 toe met 67 eenheden, bovenop de rekruteringen van
einde 2004. Deze toename van de kosten kon echter niet verhinderen dat de
productiviteitsratio (kost per eenheid beheerde activa) van Dexia Asset Management
bleef verbeteren, nl. van 13 basispunten in 2004 tot 12 basispunten in 2005.
• De opbrengsten voor het administratief fondsenbeheer stegen met 14,0% (of +35
miljoen EUR) tot 282 miljoen EUR in 2005. De opbrengsten werden gedragen door
hogere volumes en commissies van beveks en toegenomen wisselkoersresultaten
verrichtingen, maar ietwat afgezwakt door het stopzetten van de activiteit in Nederland
en druk op de marges in een klimaat van sterke concurrentie. De kosten namen toe met
16 miljoen EUR, als gevolg van het opzetten van de nieuwe joint venture (RBC Dexia
Investor Services – 8 miljoen EUR,) en door IT-ontwikkelingen in de Spaanse en de
Italiaanse entiteiten. Bijgevolg steeg het brutobedrijfsresultaat met 23,9% (of +18
miljoen EUR) tot 95 miljoen voor het volledige jaar.
• De verzekeringsactiviteiten hebben ook een zeer goed jaar 2005 achter de rug. Wij
herinneren eraan dat dit segment enkel de ‘fabricatie’-activiteit omvat (d.i. zonder
distributie-opbrengsten, die bij de andere metiers blijven). Voor een volledig beeld van
de bijdrage van de verzekeringsactiviteit in de hele Groep verwijzen wij hierbij naar de
“Focus op de verzekeringsactiviteit in de hele Groep” in het Activity Report Year &
15/22

2005. Enkel binnen Financieel beheer en Verzekeringen bedroegen de opbrengsten 221
miljoen EUR over het jaar, een stijging met 13,9% of +27 miljoen EUR over 2004. Het
nettoresultaat bedroeg 87 miljoen EUR, 76,8% of +38 miljoen EUR, vooral als gevolg
van de positieve evolutie opbrengsten en lagere belastingen.
in miljoenen EUR
Onderliggende bijdarge van de IMIS segmenten
Asset management
Administratief
fondsenbeheer
Verzekeringen
2004* 2005 2004* 2005 2004* 2005
Opbrengsten 189 198 248 282 194 221
Kosten -94 -111 -171 -187 -114 -125
Brutobedrijfsresultaat
* Pro forma.
94 87 77 95 80 96
4. THESAURIE EN FINANCIËLE MARKTEN (TFM)
4.A. Activiteiten
De Funding-activiteiten waren weer zeer goed in 2005, conform de forse groei van het
balanstotaal van Dexia. De langetermijnuitgiften (op 2 jaar en meer) bedroegen 29,7 miljard
EUR (+2,8% t.o.v. 2004), waarvan 17,0 miljard EUR een rating AAA heeft van Dexia
Municipal Agency en Dexia KommunalBank Deutschland (het voormalige Dexia
HypothekenBank Berlin). Zodoende blijft Dexia behoren tot de grootste privé-emittenten om
de obligatiemarkt. De fundingkosten voor nieuwe uitgiften in 2005 lagen lager dan in 2004, en
de gemiddelde looptijd van de nieuwe uitgiften nam toe tot 9,0 jaar (in vergelijking met 7,3 jaar
in 2004). De meeste langetermijnfunding is toe te schrijven aan privé-plaatsingen bij
instellingen (61,3%), maar het dient gezegd dat de retailgerichte obligatie-activiteit nu een
aanzienlijk deel van de langetermijnfunding voor zijn rekening neemt (6,9 miljoen EUR aan
uitgiften in 2005, d.i. 23,3% van het totaal). De plaatsing van dergelijke emmissies gebeurt niet
alleen in de kantorennetten van Dexia in België en Luxemburg (5% van het totaal), maar steeds
meer in diverse retailbanknetten in Italië (18% van het totaal), als gevolg van de
marketingakkoorden die Dexia Crediop sloot met diverse grote Italiaanse banken die dit papier
verkopen, met groot succes overigens.
De kortetermijnfunding – die beheerd wordt door het Money Market-team dat ongeveer een
kwart van de opbrengsten van TFM genereert- was ook zeer actief in 2005, in de diverse
gebruikelijke vormen (KT-obligaties, commercieel papier, CD’s, de interbankenmarkt,
‘repurchase agreements’) maar vond ook plaats bij de institutionele cliënten, zoals diverse
centrale banken die graag vooral in euro luidende reserves in bewaring geven bij Dexia gelet
op zijn goede rating en naambekendheid. Deze cliënteel vertegenwoordigt nu bijna 15% van de
totale uitstaande kortetermijnkredieten van TFM, en kwamen op het einde van het jaar uit op
meer dan 100 miljard EUR.
16/22

De Credit Spread Portfolio (CSP) werd aanzienlijk opgevoerd tot 54,9 miljard EUR op het
einde van het jaar (tegen 39,3 miljard EUR een jaar voordien). Deze activiteit, die ongeveer de
helft levert aan de opbrengsten van TFM (45%), bestaat in het beheer van een ruime
portefeuille van kwalitatief hoogstaande kredietinstrumenten (ongeveer 99% van de
portefeuille is investment grade, en 75% heeft een rating AA- of hoger) dankzij de goede rating
van Dexia, maar vooral dankzij zijn vermogen om de verhouding risico/rendement van
geselecteerde activaklassen in te schatten waarvoor de Groep kan bogen op een lange ervaring
en die ze perfect beheerst (soeverein; gedekte obligaties; ABS/MBS’s; financiële instellingen).
In de CSP behoudt Dexia het kredietrisico maar dekt het het renterisico, en de beleggingslijnen
worden in hoofdzaak geclassificeerd in de categorieën Available for Sale (95%) en Hold to
Maturity (2%). De nieuwe beleggingen in 2005 bedroegen in totaal 24,3 miljard EUR, wat
Dexia tot een van de grootste kopers op de markt maakt. De portefeuille omvat nu ook een
significant element inzake de activiteit van het ‘balance-sheet lending‘, die interessante returns
oplevert. Dit is een activiteit waarbij Dexia zorgt voor de funding van financiële instellingen
die op zoek zijn naar liquiditeit maar het kredietrisico uit hun boeken houden via zgn. credit
default swaps (3,1 miljard EUR productie in 2005).
De andere bijdragen aan de opbrengsten van TFM komen van diverse gespecialiseerde desks,
die actief zijn op de diverse wereldwijde kapitaalmarkten, zoals Fixed Income (arrangeren van
obligatie-uitgiftes die verkocht worden in de retailnetwerken; de zgn. ‘primary dealing’ van
Belgische overheidsobligaties; de syndicatie m.b.t. en de ondersteuning van het team dat zorgt
voor de productie van obligaties voor de openbare sector;…), Foreign exchange en Equities.
Bijzonder belangrijk zijn de verwezenlijkingen van de andere twee segmenten van TFM, die
zorgen voor aanzienlijke en toenemende opbrengsten en ook voor de grotere bekendheid van
Dexia als ‘de investeringsbank van de lokale openbare sector’ en aanverwante nichemarkten.
Het eerste segment heet Financial Engineering en Derivatives (FED) dat, onder andere
verantwoordelijk is voor de engineering en de marketing van de gestructureerde producten die
verkocht worden aan de cliënten van de retail-, de private en de openbare sector. De
opbrengsten van dit segment alleen al bedroegen in 2005 meer dan 60 miljoen EUR. Het
andere segment heet Securitisation en werkt deels vanuit Brussels en deels in de VS; het nam
35,6 miljoen EUR van de opbrengsten over 2005 voor zijn rekening, d.i. 47% meer dan in
2004. Deze desk geeft advies voor, arrangeert en/of zorgt voor de underwriting van de
effectiseringstransacties. In Europa werkt het vooral met activa van openbare overheden
(vastgoed, te innen belastingen enz.), en in de VS is zijn activiteit toegespitst op commercieel
vastgoed. In beide gevallen wordt een omvangrijke knowhow aangewend voor het structureren
van ABS-transacties die precies beantwoorden aan de behoeften van beleggers die op zoek zijn
naar bepaalde activaklassen. Deze activiteit levert vandaag zeer mooie rendementen op, en
zorgt voor ene uitstekende dienstverlening aan de markt. Een groot deel van zijn succes is te
danken aan het feit dat het de knowhow van Dexia inzake Public Finance en in gestructureerde
producten combineert met het oog op het uitwerken van vernieuwende activaklassen waarvan
het commercieel potentieel tijdens het eerstvolgende jaar sterk zou kunnen ontwikkelen.
TFM is op zich een zeer winstgevend metier binnen Dexia, met meer dan 400 miljoen EUR aan
inkomsten over 2005, zoals hieronder wordt toegelicht. Het is ook een entiteit die veel
ondersteuning verleent aan de andere metiers en van de Groep zelf op het vlak van funding en
balansbeheer. Het bedrag van de onrechtstreekse opbrengsten die voortvloeien uit de
samenwerking tussen TFM en de andere metiers en die bij deze laatste worden geboekt, wordt
geraamd op meer dan 300 miljoen EUR in 2005. Uiteraard zijn de opbrengsten van dit metier
volatieler dan in de rest van de Groep, en het zorgt voor enig risico op het vlak van de
rentevoeten en de aandelenmarkten. In 2005 kwam de VAR-limiet voor TFM uit op 73 miljoen
EUR, en het gemiddeld aangewend bedrag beliep 27 miljoen EUR, een zeer klein percentage
van het eigen vermogen van de Groep. (Zie hoofdstuk over Risico’s hieronder).
17/22

4.B. Resultaten
Onderliggende* resultaten – Thesaurie en Financiële Markten
In miljoenen EUR
Q4
2004
Q4
2005
Verschil
FY
2004
FY
2005
Verschil
Opbrengsten 106 121 +14,3% 449 487 +8,5%
Kosten -39 -49 +22,9% -163 -177 +8,5%
Brutobedrijfsresultaat 67 73 +9,2% 287 311 +8,5%
Nettoresultaat groepsaandeel 45 59 +32,0% 231 267 +15,4%
Exploitatiecoëfficiënt 37,2% 40,0% - 36,2% 36,2% -
ROEE** 20,1% 23,9% - 25,9% 26,9% -
* d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voorQ4 2004 en FY 2004.
** Return op het economisch eigen vermogen op jaarbasis
Ook dit jaar was een heel goed jaar voor Thesaurie en Financiële Markten, waarbij het
nettoresultaat groepsaandeel uitkwam op 267 miljoen EUR, een stijging met 15,4% in
vergelijking met vorig jaar, en 59 miljoen EUR enkel en alleen al voor het vierde kwartaal, een
toename met +32,0% ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2004. De voornaamste bijdragen
tot het nettoresultaat van het jaar van het metier blijven komen van de Credit Spread Portfolio
(CSP) - 65% van het totaal - en de activiteit op de geldmarkten (19%).
De totale opbrengsten voor het volledige jaar 2005 bedroegen 487 miljoen EUR, een stijging
met 8,5% of 38 miljoen EUR ten opzichte van het jaar daarvoor, en werd in grote mate
gedragen door de hogere opbrengsten van de CSP (+21,4 miljoen EUR), de
geldmarktactiviteiten (+15,6 miljoen EUR), en van de effectiseringsactiviteit (+11,5 miljoen
EUR) waar de activiteit bijzonder groot was. De desk Financial Engineering and Derivatives
(FED) deed het ook goed in 2005. De winst van het metier werd echter ook dit jaar beperkt
door producten die gepaard gingen met arbitragestrategieën welke cash- en
derivateninstrumenten omvatten waarvan de waardeverandering tegelijkertijd nu eens hogere
opbrengsten en taksen en dan weer lagere opbrengsten en taksen kan veroorzaken. Het globale
effect waren lagere opbrengsten voor zowel 2005 (35 miljoen EUR) als 2004 (14 miljoen
EUR), wat resulteerde in een negatief verschil van 21 miljoen EUR van het ene jaar tot het
andere.
De opbrengsten voor het vierde kwartaal beliepen 121 miljoen EUR, d.i. een forse toename
t.o.v. hetzelfde kwartaal van 2004 (+14,3%, of 15 miljoen EUR).
De kosten stegen met 8,5% tot 177 miljoen EUR voor het volledige jaar 2005. Deze toename
met 14 miljoen EUR vloeit voort uit diverse factoren, zoals de herstructureringskosten voor het
terugschroeven van de cash equity-activiteit in Frankrijk (5 miljoen EUR), de ontwikkeling van
effectiseringsactiviteit in de VS (5 miljoen EUR).
In het vierde kwartaal stegen de onderliggende kosten tot 49 miljoen EUR, d.i. 10 miljoen EUR
meer dan tijdens hetzelfde kwartaal van 2004. We vestigen de aandacht op de kosten ten belope
van 5 miljoen EUR voor de herstructureringskosten van de cash equity-activiteit in Frankrijk
tijdens het laatste kwartaal.
Zodoende bedroeg het brutobedrijfsresultaat 311 miljoen EUR voor het volledige jaar
(+8,5%) en 73 miljoen EUR voor het vierde kwartaal (+9,2% in vergelijking met het vierde
kwartaal van 2004). De onderliggende cost/income ratio bleef aldus stabiel, nl. op 36,2% in
2005.
18/22

De waardeverliezen en voorzieningen kwamen uit op een nettoterugneming van 1 miljoen
EUR in 2005, in vergelijking met een nettoterugneming van 20 miljoen EUR in 2004, als
gevolg van de problemen die werden opgelost.
Ten slotte bedroegen de belastingen 42 miljoen EUR in 2005, d.i. 31 miljoen EUR minder dan
in 2004. Deze belangrijke daling voor dit jaar kan gedeeltelijk worden verklaard door de
boekhoudkundige impact van arbitrage producten zoals hierboven uitgelegd (21 miljoen EUR
van het verschil) en ook door het feit dat er een aanpassing was van de belastingslast in 2004,
zonder een gelijkaardig iets in 2005 (13 miljoen EUR van het verschil).
De return op het economisch eigen vermogen (ROEE) van het metier bleef stabiel in 2005,
nl. op het hoge peil van 26,9%.
III. CENTRAL ASSETS en NIET-OPERATIONELE ELEMENTEN
Het segment “Central Assets”, een van de vijf activiteitssegmenten van de organisatie, boekt
voornamelijk de opbrengsten uit overtollig kapitaal, participaties in bedrijven (dividenden,
meerwaarden en minderwaarden) en deviezendekkingscontracten. “Central Assets” wijst ook
het economisch vermogen toe aan het metier dat daar notionele interest op krijgt, die worden
aangerekend aan de Central Assets. Aan de kostenzijde boekt het segment die kosten die niet
aan een specifiek metier kunnen worden toegewezen. Sinds 1 januari 2005 boekt Central
Assets ook alle resultaten van de aandelenlease-activiteit bij Dexia Bank Nederland. Daarnaast
heeft het management ervoor gekozen om die items apart te zetten die een invloed hebben op
de gepubliceerde rekeningen, maar door hun aard de interpretatie van de echte onderliggende
trends bemoeilijken. Daarom worden de “niet-operationele elementen” zoals eenmalige meer-
of minderwaarden apart behandeld en in detail omschreven op pagina 40 van het Activity
Report Year and Q4 2005. Sinds de invoering van IAS 32&39 op 1 januari 2005 worden de
schommelingen van de opbrengsten die voortvloeien uit het ‘marking to market’ van de CDSportefeuille
van FSA (zie voetnoot 2 op pagina 2) eveneens beschouwd als "niet-operationele'
elementen. Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de samengevoegde bijdrage van
Central Assets en de niet-operationele elementen aan de resultaten van Dexia.
Resultaten van Central Assets en de niet-weerkerende elementen
In miljoenen EUR Q4 2004* Q4 2005 FY 2004* FY 2005
Opbrengsten 71 109 331 317
Kosten -79 -82 -241 -283
Brutobedrijfsresultaat -8 27 90 34
Kosten van risico -182 -4 -180 4
Waardevermindering
(im)materiële vaste activa
op
-2 -1
-19 0
Belastinglasten 206 37 280 84
Aandeel van derden -1 -1 -16 -10
Nettoresultaat groepsaandeel 13 57 155 113
* pro forma for Q4 2004 en FY 2004.
In 2005 kwam de bijdrage van alle voornoemde componenten uit op +113 miljoen EUR, in
vergelijking met +155 miljoen EUR in 2004. Zij vloeit voort uit diverse factoren die een
invloed uitoefenen op bijna alle onderdelen van de resultatenrekening, en wel als volgt:
19/22

Wat de totale opbrengsten aangaat, vloeide het verschil van -14 miljoen EUR in hoofdzaak
voort uit de volgende elementen:
a) Een kleinere bijdrage van Central Assets aan de onderliggende opbrengsten (95 miljoen
EUR in 2005 tegen 149 miljoen EUR in 2004); dit verschil van - 54 miljoen EUR is
vooral het gevolg van: i) - 41 miljoen EUR minder nettorente-opbrengsten, aangezien
grotere bedragen aan economisch kapitaal werden toegewezen aan de metiers ; ii) een
verschil van - 39 miljoen EUR m.b.t. de opbrengsten uit wisseldekkingsverrichtingen,
die positief waren in 2004 en negatief in 2005; en iii) diverse items voor in totaal + 26
miljoen EUR.
b) Met betrekking tot de niet-operationele opbrengsten in de hele Groep, lag het bedrag dit
jaar (222 miljoen EUR in 2005) 40 miljoen EUR hoger dan in 2004 (182 miljoen EUR).
Meer details vindt u in het Activity Report Year and Q4 2005 pagina 40. Zij hebben
vooral betrekking op meerwaarden (166 miljoen EUR in 2005, in vergelijking met 141
miljoen EUR in 2004). Bovendien vond een cumulatieve mark-to-market van +9
miljoen EUR plaats van de CDS-portefeuille van FSA, zonder vergelijkingspunt in
2004 (zie voetnoot 2 pagina 2).
Op het vlak van de kosten vloeit de stijging met 42 miljoen EUR op jaarbasis voort uit twee
belangrijke niet-operationele elementen (13 miljoen EUR m.b.t. het sluiten van Rekord in
Duitsland; 3 miljoen EUR voor het oprichten van RBC Dexia investor Services), en voor het
saldo uit Central Assets als gevolg van diverse aspecten, met als voornaamste: i) +11 miljoen
EUR op het niveau van de Groep als gevolg van diverse projecten zoals Bazel II (2 miljoen
EUR), 10 miljoen EUR voor de implementering van het “Duisenberg”akkoord in Nederland,
de institutionele reclamecampagne (5 miljoen EUR), de herziening van acquisitieopportuniteiten
(1 miljoen EUR), ii) In België, de aanpassing van de pensioenvoorzieningen in
het kader van IAS 19 (6 miljoen EUR), en de renovatie/versnelde afschrijving van gebouwen
die vrijkomen (8 miljoen EUR), and consultancykosten (2 miljoen EUR) ; iii) In Frankrijk
pensioen- en personeelsplannen voor de internationale ontwikkelingen (4 miljoen EUR).
De nettokosten voor risico bedroegen +4 miljoen EUR in 2005, in vergelijking met -180
miljoen EUR in 2004. Dat is vrijwel volledige toe te schrijven aan de aandelenleaseportefeuille
bij Dexia Bank Nederland. Zoals reeds gemeld werden in Q1 2005 aanvullende kosten geboekt
ten belope van - 97 miljoen EUR in het kader van de bemiddeling van de heer Duisenberg.
Daarnaast bedroegen de nieuwe nettokosten en terugnemingen + 104 miljoen EUR.
Wat de belastingen aangaat, zien we dit jaar opnieuw belastingkredieten verschijnen, zij het
voor kleinere bedragen dan vorig jaar en niet gelijk verdeeld over de drie kwartalen. Zij vloeien
voornamelijk voort uit de fiscale weerslag van de niet-operationele elementen van de diverse
periodes, en uit de gunstige afwikkeling van een belastinggeschil (zie pagina 40 van het
Activity Report Year and Q4 2005.
20/22

In een toelichting bij de resultaten zei Axel Miller, CEO van Dexia:
“Dit jaar boekt Dexia uitstekende resultaten.
Inzake Public Finance piekte de nieuwe productie en werd een heel winstgevende activiteit
ontwikkeld die nog vele jaren opbrengsten waarborgt. De groei van het nettoresultaat
bedroeg meer dan 14% in 2005, ondanks de hoge concurrentie.
Op het vlak van de Financiële Dienstverlening aan de Particulieren is dit het derde
opeenvolgende jaar van tweecijfergroei, met een stevige opbrengstengroei en een
aanhoudende kostenbeheersing.
Ook Financieel Beheer, Verzekeringen, Administratief fondsenbeheer en Thesaurie en
Financiële Markten deden het opmerkelijk goed, zowel naar efficiëntie als op het vlak van de
groei van de opbrengsten en de ROE.
Dit jaar was een goed jaar, omdat wij onze activiteitsvolumes hebben opgevoerd zonder onze
hoofddoelstellingen in het gedrang te brengen: het verlagen van de exploitatiecoëfficiënt –
ondanks dit jaar van omvangrijke ontwikkeling, zowel op de thuismarkten als in
internationaal opzicht, en op het vlak van de nieuwe activiteiten -, wat heeft gezorgd voor een
hoge ‘return on capital’, en waardoor uiteindelijk de opbrengst per aandeel en de
shareholder value toenamen.
Wij zijn ervan overtuigd dat Dexia alles in handen heeft om in een stevig tempo waarde te
blijven creëren, terwijl het zich verder voorbereidt om in de toekomst op langere termijn een
sterke positie in te nemen in de veelbelovende markten.”
21/22

Bijlage
In miljarden EUR
1 Jan, 2005
Balans
31 Dec. 2005
Verschil
31 Dec. 2005 /
1 Jan. 2005
Totale activa 404,6 508,8 +25,7%
waarvan
Kredieten en voorschotten aan cliënten 169,5 192,4 +13,5%
Kredieten en effecten 147,3 198,9 +35,1%
Totale passiva
waarvan
391,9 493,1 +25,8%
Schulden aan cliënten 87,1 97,4 +11,8%
In schuldbewijzen belichaamde
schulden
144,2 175,7 +21,9%
Totaal eigen vermogen 12,8 15,7 +23,1%
waarvan
Eigen kernvermogen 10,5 11,5 +9,5%
Totaal eigen vermogen 12,1 14,1 +16,5%
22/22