Lees publicatie - Baker & McKenzie

Ahead of Tax 2012
Aandacht voor fiscaliteit in de volle breedte
De impact van nieuwe wet- en regelgeving doorgronden,
de strategie voor een juridische procedure uitstippelen,
de gevolgen van herstructureringen in kaart brengen: het
werkterrein van fiscalisten is breed. Het seminar Ahead
of Tax 2012, door Baker & McKenzie georganiseerd op 29
maart 2012, doet daar recht aan. In de workshops op de
derde editie van het jaarlijkse seminar staan onderwerpen
uit het hele werkterrein centraal. Een thema dat in
veel workshops terugkeert, is de rol van fiscalisten bij
strategische beslissingen. Ondernemingen hebben er baat
bij fiscalisten al vroeg in de besluitvorming te betrekken.

Jeroen Lammers, fiscalist bij VNO-NCW bijt op Ahead of
Tax 2012 het spits af. In grote lijnen schetst hij de politieke
ontwikkelingen in Nederland en Europa die raakvlakken
hebben met de fiscaliteit. Aan bod komen onder meer
de Europese voorstellen voor een Financial Transaction
Tax en een geconsolideerde grondslag voor de
vennootschapsbelasting, kortweg CCCTB. Het eerste lijkt
in de huidige vorm geen kans van slagen meer te hebben,
zegt Lammers. Hij wijst erop dat Wolfgang Schäuble, de
Duitse minister van financiën, er daags voor het seminar
afstand van heeft genomen. Invoering van de CCCTB laat
nog een tijd op zich wachten, zo is zijn inschatting.
Lange weg naar harmonisatie
In de workshop over de CCCTB constateren partner Heico
Reinoud en associate Mounia Benabdallah dat de beoogde
invoering van één Europese grondslag erg optimistisch
is. Al is het alleen maar omdat alle Europese lidstaten
unaniem met het voorstel moeten instemmen en op grond
van de impact assessment invoering van de CCCTB per
saldo een nadelig effect heeft op de economie. Duitsland
en Frankrijk gaan bovendien mogelijk hun eigen weg,
getuige hun plannen voor bilaterale gelijkschakeling
van vennootschapsbelasting per 2013. Daarnaast is
de invoering van één grondslag wat anders dan het
toepassen ervan. Ondernemingen hebben namelijk de
keuze tussen de Europese grondslag of de nationale
wetgeving voor de vennootschapsbelasting. Wel geldt: een
Heico Reinoud

Herman Huidink
onderneming die kiest voor de CCCTB maakt die keuze
voor de hele groep en voor minimaal vijf belastingjaren.
Kortom, het streven naar meer eenheid in Europa heeft
zijn weerslag op fiscale wet- en regelgeving. Gezien het
doorzettingsvermogen van Europa ten aanzien van de
CCCTB is uiteindelijke invoering niet ondenkbaar, maar
de weg naar harmonisatie is lang en ligt bezaaid met
angels en voetklemmen. Het gevolg is dat nationale
wetgeving nog altijd prevaleert, vijftig jaar na publicatie
van het Neumark-rapport met de eerste voorstellen voor
harmonisatie.
De impact van een geschil
Geschillen met de Belastingdienst kunnen doorwerken in
de hele organisatie, blijkt in de workshop waar de casus van
Stater centraal staat. Stater is een financiële dienstverlener
die hypotheekverstrekkers het betalingsverkeer voor
hypotheekleningen uit handen neemt. Bedrijfsjurist Lilian
van Druenen vertelt dat haar bedrijf sinds 1998 met de
Belastingdienst twist over de vraag of de betalingsdiensten
die Stater aanbiedt vallen onder de BTW-vrijstelling of
niet. Sinds die tijd hangt de onzekerheid over de definitieve
uitkomst als een zwaard van Damocles boven de organisatie.
Als Stater inderdaad BTW moet heffen, maakt dat haar
diensten 19% duurder. Bovendien hebben alle klanten
een overeenkomst getekend die hen verplicht tot de BTW-
betaling over de eerder verrichte diensten. De procedure
met de Belastingdienst is daarom maar een deel van het
verhaal. Minstens zo belangrijk is dat klanten vertrouwen
hebben en houden in een goede afloop. Stater betrekt hen
actief bij het geschil, onder meer met de oprichting van een
klankbordgroep. Verder is het onder meer zaak dat alle
betrokkenen, intern en extern, de diensten van Stater juist
omschrijven. Anders kunnen misverstanden ontstaan die
het pleidooi voor BTW-vrijstelling ondergraven. Tijdens een
zitting bij de rechtbank voert de Belastingdienst bijvoorbeeld
een krantenartikel aan als bewijs. Uit de beschrijving van de
journalist zou het gelijk van de dienst blijken. In 2011 heeft
Stater in hoger beroep grotendeels gelijk gekregen, maar
omdat de Belastingdienst in cassatie ging is het geschil nog
steeds niet definitief beslecht.

Verbeteren van de Supply Chain
Praktisch elke multinational worstelt met de optimale invulling van
de supply chain. In de praktijk is dit doorgaans een continu proces
van schaven en verbeteren. Dynamiek in organisaties, veranderende
marktomstandigheden en wijzigende wet- en regelgeving kunnen
allemaal aanleiding zijn de bestaande situatie te heroverwegen.
Caroline Silberztein, partner bij Baker & McKenzie in Parijs, vindt
dat belastingtechnische overwegingen niet de voornaamste drijfveer
moeten zijn bij het omvormen van de supply chain. Maar, vult partner
Antonio Russo aan, vaak is dit wel het vertrekpunt voor een project.
Of, en dat gebeurt ook veel, als er wel een bedrijfseconomische
onderbouwing is, blijkt gaandeweg een project dat die geen stand
houdt. Volgens Thierry Bruyneel van B&M Consulting is slechts dertig
procent van de business cases achteraf bezien valide. Gevolg is dat
belastingvoordelen de investering in een project moeten terugverdienen.
Ondernemingen laten op dat punt nog teveel mogelijkheden onbenut.
Grootste probleem is dat er meestal niet vanaf het allereerste begin
fiscaal specialisten meedraaien in een project, stelt partner Folkert
Idsinga. Hoe langer ondernemingen daarmee wachten, des te lastiger
wordt het fiscaliteit en bedrijfsvoering goed op elkaar af te stemmen.
Met hogere kosten in de implementatiefase tot gevolg, omdat dan
nog herstel moet plaatsvinden van weeffouten die ontstonden in de
voorafgaande fases: haalbaarheid en ontwerp.
Antonio Russo

Margreet Nijhof
Nieuwe technologie vraagt om nieuwe kaders
Het bedrijfsmodel van jonge, innovatieve technologiebedrijven wijkt
meestal sterk af van vertrouwde bedrijfsmodellen uit de ‘oude
economie’. Vele werken met een freemium bedrijfsmodel: je kunt
hun producten en diensten gratis gebruiken, maar betaalt voor extra
functionaliteiten of aanvullende diensten. Als één procent van de
gebruikers betaalt, is dit vaak al zeer lucratief, weet partner Jan
Snel. Hij leidt samen met partner Margreet Nijhof en senior associate
Maarten Hoelen de workshop die ingaat op belastingvraagstukken
die typisch zijn voor dit soort high-tech ondernemingen. In veel
gevallen is het lucratief om goed te kijken naar de internationale
mogelijkheden. Zo bestaan in Nederland voor vernieuwende bedrijven
volop mogelijkheden gebruik te maken van de WBSO (Wet Bevordering
Speur- en Ontwikkelingswerk) en de Innovatiebox. De belasting op
winst uit innovatieve activiteiten kan wel met 20 tot 25 procent dalen.
Een cliënt die furore maakt met online spellen heeft wel oren naar een
vestiging in Nederland. Behalve de fiscale mogelijkheden spreekt het
arbeidspotentieel aan. Hier zijn voldoende creatieve jonge mensen om
de spellen continu te vernieuwen, een voorwaarde voor succes voor
een freemium bedrijfsmodel. Buitenlandse ondernemingen die hun
onderzoek en ontwikkeling deels overhevelen naar Nederland moeten
wel goed opletten dat een exitbelasting de voordelen niet grotendeels
teniet doet. Duitsland kent bijvoorbeeld een stevige exitbelasting, zegt
Maarten Hoelen.

Beperking renteaftrek overnameholdings
Sinds november 2011 perkt artikel 15ad van de Wet op de vennootschapsbelasting
1969 de mogelijkheden verder in die overnameholdings hebben op renteaftrek.
Het is een uitbreiding op de bestaande lappendeken aan regels en bepalingen,
vertellen Heico Reinoud en senior associate Wibren Veldhuizen. In hun ogen
volstaat de lappendeken, met en zonder 15ad, niet meer. Zolang alternatieven nog
in de maak zijn, hebben ondernemingen bij hun overnames wel te maken met de
bestaande regels.
Het blijft puzzelen wat fiscaal gezien de beste constructie is bij een overname
met vreemd vermogen. In die gevallen ontstaat een overnameschuld in de zin van
15ad. Als die schuld hoger is dan zestig procent van de overnameprijs, dan zijn de
kosten (de overnamerente) over het meerdere niet aftrekbaar. Althans: bij kosten
boven een miljoen euro. Verder tellen alle met vreemd vermogen gefinancierde
overnames in een boekjaar mee bij het vaststellen van de renteaftrek. Het
is alleen daarom al belangrijk vooraf goed te bedenken welke overnames er
mogelijk in een boekjaar plaatsvinden en op welke wijze en in welke volgorde
de verschillende overnames moeten worden gefinancierd en gestructureerd. En
fiscaal specialisten bij die plannen te betrekken, stelt Wibren Veldhuizen.
Hij beseft dat dit in de praktijk bij veel ondernemingen lastig is.
Maarten Hoelen
Weerklank
Zo klinkt in de laatste workshop van Ahead of tax 2012 de roep die gedurende de dag ook in andere workshops geregeld klonk: zorg dat fiscaal
specialisten vroeg kunnen meepraten en meedenken over de implementatie van strategische beslissingen in de onderneming. Over fusies en
overnames, over wijzigingen in de supply chain, over de keuze van de landen waar de onderneming vestigingen heeft. Op die manier kunnen
ondernemingen fiscale kansen optimaal benutten en vermijden dat ze voor fiscale verrassingen komen te staan. Gezien de potentiële opbrengsten
van de juiste fiscale keuzes, zou die oproep meer weerklank moeten vinden in de bestuurskamers dan in de praktijk nog vaak het geval is.

Baker & McKenzie is internationaal sinds
onze oprichting. Het zit in ons DNA.
Baker & McKenzie maakt het verschil door de manier waarop
wij denken, werken en handelen. Onze 3.800 juristen, fiscalisten,
notarissen én economen werken grensoverschrijdend in
geïntegreerde teams en zijn tegelijkertijd diep geworteld
in 42 landen. Onze professionals zijn direct betrokken bij
de totstandkoming van lokale en internationale wetgeving
en delen hun kennis zowel onderling als met cliënten. Wij
ondersteunen multinationals in binnen- en buitenland met
onze vernieuwende, onafhankelijke en pragmatische werkwijze
bij het benutten van kansen, minimaliseren van risico’s en het
oplossen van juridische én fiscale uitdagingen.
Bezoek www.bakermckenzie.nl
Voor meer informatie, kunt u contact opnemen met:
Herman Huidink
Partner Tax
+31 20 551 7578
herman.huidink@bakermckenzie.com
© 2012 Baker & McKenzie. Alle rechten voorbehouden. Baker & McKenzie International is een Zwitserse
Verein waarvan vennootschappen over de gehele wereld lid zijn. In overeenstemming met de in de
professionele dienstverlening gebruikelijke terminologie wordt met de term “partner” bedoeld personen
die partner zijn van een dergelijke vennootschap of een daaraan gelijkwaardige functie bekleden. De term
“kantoor” wordt gebruikt om te verwijzen naar een vestiging van een dergelijke vennootschap.