22.08.2013 Views

Untitled - Artesis Hogeschool Antwerpen

Untitled - Artesis Hogeschool Antwerpen

Untitled - Artesis Hogeschool Antwerpen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2<br />

inhoud<br />

colofon<br />

Forum, tweemaandelijks tijdschrift<br />

uitgegeven door het Koninklijk Conservatorium -<br />

<strong>Artesis</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Antwerpen</strong><br />

issn 0779-7397<br />

eindredactie<br />

Barbara Voets<br />

redactie<br />

Pascale De Groote, Hans Dowit,<br />

Ann Lommelen, Wilma Schneider,<br />

Karla Verlie, Kevin Voets<br />

tekstredactie<br />

Roger Quadflieg, Karla Verlie<br />

werkten mee<br />

Jan Dewilde, Herman Mariën, Johan Sanctorum,<br />

Yves Senden, Bram Van Camp, Stein Verrelst<br />

redactie-adres<br />

Desguinlei 25, 2018 <strong>Antwerpen</strong><br />

Tel.: 03-244 18 00 Fax: 03-238 90 17<br />

E-mail: forum.ca@artesis.be<br />

website: www.conservatorium.be<br />

vormgeving en layout<br />

Barbara Voets<br />

Forum thuis ontvangen?<br />

neem contact via forum.ca@artesis.be<br />

drukwerk<br />

Albatros Printing<br />

Copyright: overname van artikels en illustraties is<br />

slechts toegelaten mits uitdrukkelijke toestemming<br />

van de uitgever.<br />

voorwoord<br />

Verandering doet lezen 3<br />

aan het woord<br />

Krijtlijnen of handboeien 5<br />

Prima vista<br />

Spelen met inzicht 8<br />

o & o<br />

Internationalisering 13<br />

interview<br />

Bram Van Camp 18<br />

recensie<br />

The food of love... 23<br />

sanctorum<br />

Van digitale Rijn tot Lange Wapper 26<br />

Kort 31<br />

in memoriam<br />

Karel Van der Borght 38<br />

aPPlaus<br />

Levente Kende telt er 60! 40<br />

agenda 42<br />

coda 44


voorwoord<br />

verandering doet lezen<br />

door Barbara voets<br />

Geachte lezers,<br />

Dat het na 6 jaar hoog tijd werd om Forum een nieuw kleedje<br />

aan te meten hoeft geen betoog. De naamsverandering van de<br />

<strong>Hogeschool</strong> <strong>Antwerpen</strong> naar ‘<strong>Artesis</strong>’, het departement dramatische<br />

kunst, muziek en dans naar kortweg Koninklijk Conservatorium<br />

en de bijhorende herprofilering en huisstijlvernieuwing<br />

vormen hiervoor het uitgelezen moment.<br />

De start van een academiejaar is sowieso al een drukke, woelige<br />

en intense periode en dat maakte ook bij de Forumredactie<br />

extra inspiratie los. Dit leidde tot het kritisch herbekijken van<br />

de formule en de doelstellingen van Forum. Bovendien gaan we<br />

met dit academiejaar de laatste 20 maanden in waarin koortsachtig<br />

wordt gewerkt aan de bouw van de kunstcampus waar onze<br />

zes opleidingen en deSingel meer dan ooit zullen samenwerken.<br />

Forum mag niet achterop blijven bij deze spannende evolutie.<br />

Sinds 16 jaargangen wil Forum in de eerste plaats aansturen<br />

op de interessante dialoog over podiumkunsten, onderwijs en<br />

onderzoek. De nieuwe vaste rubrieken ‘Prima Vista’ en ‘O & O’<br />

zullen hierin voortaan de toon aangeven. Doordat we ons publiek,<br />

dat bestaat uit studenten en alumni, docenten, partners en<br />

gewaardeerde Vrienden, maar ook beleidsmakers en professio-<br />

3


4<br />

nele artiesten, zo persoonlijk mogelijk willen betrekken,<br />

nodigen we iedereen uit om te spreken wanneer<br />

men zich aangesproken voelt (bv. via forum.ca@<br />

artesis.be). We focussen in het bijzonder ook op de<br />

studenten, die toch de kunstenaars van morgen zijn<br />

(en soms ook al van vandaag) en we hopen dat zij<br />

zich herkennen in dit concept.<br />

Behalve voor de onderwerpen en standpunten die<br />

karakteristiek zijn voor het Hoger Kunstonderwijs<br />

willen we ook een Forum zijn voor meningen uit diverse<br />

invalshoeken die in het cultuurveld de dialoog<br />

weten op te starten of in stand houden. Door middel<br />

van ‘Interview’ en kortere artikels (‘kort’) en de column<br />

(‘Sanctorum’) laten we regelmatig auteurs van<br />

diverse pluimage hun discours voeren.<br />

Concerten en voorstellingen van onze studenten<br />

zijn vaak vernieuwend en van hoogstaand niveau en<br />

mogen gerust na uitvoeringsdatum wat langer in<br />

ons geheugen blijven nazinderen. Dankzij regelmatige<br />

‘Recensie’ worden studenten met hun prestaties<br />

geconfronteerd op een meer onafhankelijke basis en<br />

krijgt u een verslag van wat u misschien heeft moeten<br />

missen. Omdat op een conservatorium elke dag<br />

wel iets te vieren valt, leest u voortaan tussen alle<br />

artikels door over de gewonnen wedstrijden, opgenomen<br />

cd’s, geslaagde audities, uitzonderlijke producties<br />

en creaties van onze studenten, docenten<br />

en alumni. ‘Agenda’ (in een vorig leven bekend als<br />

‘Data’) en het immer verrassende ‘Coda’ sluiten het<br />

rijtje van de vaste rubrieken af.<br />

Het belooft weer een bewogen jaar te worden voor<br />

het Koninklijk Conservatorium <strong>Antwerpen</strong>. Mede<br />

door de vernieuwde vorm blijft Forum uw trouwe<br />

gids in de veelheid van activiteiten en projecten die<br />

nu al in de steigers staan. Ik ben blij u hierbij te mogen<br />

vergezellen.<br />

Barbara Voets<br />

eindredacteur en vormgever<br />

Reageer via forum.ca@artesis.be


aan het woord<br />

Krijtlijnen of handboeien<br />

het wel en wee van het Koninklijk conservatorium antwerpen<br />

door stein verrelst<br />

Mijn n a a M is st e i n Ve r r e l s t, s t u d e n t<br />

k l a s s i e k e g i t a a r a a n h e t ko n i n k l i j k<br />

Co n s e r V a t o r i u M an t w e r p e n V a n d e<br />

ar t e s i s ho g e s C h o o l. reeds enkele j a r e n<br />

b e n ik V o o r z i t t e r V a n d e d e p a r t e M e n t a l e<br />

st u d e n t e n r a a d en s i n d s d i t j a a r b e n ik in<br />

d e z e h o e d a n i g h e i d Verbonden a a n enkele<br />

b e s t u u r s o r g a n e n V a n d e ho g e s C h o o l<br />

an t w e r p e n, n a M e l i j k d e d e p a r t e M e n t s r a a d<br />

en d e ra a d V a n be s t u u r. Vo o r V e l e<br />

s t u d e n t e n en o o k doCenten z i j n d e z e<br />

o r g a n e n een ‘V e r V a n M i j n b e d s h o w ’. Met<br />

d i t s C h r i j V e n w i l ik een t o e l i C h t i n g geVen<br />

o V e r h e t reilen en zeilen b i n n e n d e z e<br />

o r g a n e n.<br />

De <strong>Hogeschool</strong> <strong>Antwerpen</strong> werd op 2 juni 1995 opgericht als<br />

Vlaamse Autonome <strong>Hogeschool</strong> en omvat zeven departementen.<br />

Het bestuur van deze <strong>Hogeschool</strong> bestaat uit een Raad van Bestuur,<br />

een Bestuurscollege en departementen met departementsraden.<br />

De <strong>Hogeschool</strong> voorziet in een medebestuursmodel voor<br />

studenten. Dit wil zeggen dat studenten niet alleen advies kunnen<br />

verstrekken via de algemene en de departementale studentenraden,<br />

maar ook verkozen worden in de bestuursorganen.<br />

Dit is ook de rol die ik in dit verhaal vervul, namelijk die van<br />

studentenvertegenwoordiger binnen de Raad van Bestuur van de<br />

<strong>Hogeschool</strong> <strong>Antwerpen</strong> (recentelijk opgedoopt tot <strong>Artesis</strong>) en de<br />

departementsraad van het Koninklijk Conservatorium <strong>Antwerpen</strong>.<br />

Voor de duidelijkheid schets ik snel beide organen en eveneens<br />

het Bestuurscollege.<br />

De Raad van Bestuur is het hoogste bestuursorgaan van de<br />

<strong>Hogeschool</strong> <strong>Antwerpen</strong> (HA) en wordt voorgezeten door dr. Rudi<br />

Verheyen. Deze Raad bepaalt de missie en het strategisch beleid<br />

van de <strong>Hogeschool</strong> <strong>Antwerpen</strong>, beslist over de personeelsformatie,<br />

keurt jaarlijks een begroting goed en neemt beslissingen over<br />

grote investeringen. De Raad van Bestuur is samengesteld uit personeelsleden<br />

en studenten van de <strong>Hogeschool</strong> <strong>Antwerpen</strong>, vertegenwoordigers<br />

van de vroegere inrichtende machten en externe<br />

leden.<br />

5


6<br />

De departementsraad is het bestuursorgaan dat<br />

het dichtst bij de student staat. Een departement<br />

wordt bestuurd door een departementsraad die bestaat<br />

uit zes verkozen personeelsleden, drie verkozen<br />

studenten en drie vertegenwoordigers van de sociale,<br />

economische en culturele milieus die bij het departement<br />

aansluiten. De departementsraad neemt alle<br />

beslissingen in verband met de organisatie en de coordinatie<br />

van de taken binnen het departement. Deze<br />

raad kan eigen reglementen opstellen en verleent<br />

advies over de begroting van het departement. De<br />

departementsraad wordt voorgezeten door het departementshoofd,<br />

in het geval van het Conservatorium<br />

<strong>Antwerpen</strong>, Pascale de Groote. Het dagelijks bestuur<br />

van de <strong>Artesis</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Antwerpen</strong> wordt uitgeoefend<br />

door het Bestuurscollege, dat naast de voorzitter<br />

ook de algemeen directeur en drie leden van de Raad<br />

van Bestuur omvat. Het Bestuurscollege bereidt de<br />

vergaderingen van de Raad van Bestuur voor.<br />

anno 2008 blijkt de situatie echter<br />

slechter dan voorheen en verkeert onze<br />

departementsraad in een algemene<br />

staat van alarm.<br />

Als student binnen deze bestuursorganen trek je<br />

bij de eerste vergaderingen grote ogen. Het aanhoren<br />

van het gebruikte jargon, de te bespreken onderwerpen<br />

en ook de aanwezige mensen brengen je de eerste<br />

momenten wel van de wijs. Je zit tenslotte als student<br />

niet aan tafel met God en klein Pierreke. Na verloop<br />

van tijd en enkele infosessies over de ontstaansgeschiedenis<br />

van de <strong>Hogeschool</strong> <strong>Antwerpen</strong>, het huidig<br />

bestuur en begrotingszaken later, kun je alles echter<br />

in een beter perspectief plaatsen en zie je terug licht<br />

aan het einde van de tunnel. Je merkt ook hoe de kaar-<br />

ten onderling geschud zijn en hoe de administratieve<br />

vork van de <strong>Hogeschool</strong> <strong>Antwerpen</strong> aan de steel zit.<br />

Kleuren binnen de krijtlijnen<br />

Jaarlijks dient ieder departement een begroting in<br />

bij de Centrale Administratie die dan via het Bestuurscollege<br />

al dan niet wordt goedgekeurd. De begroting<br />

bevat de ter beschikking gestelde werkingsgelden en<br />

de gedetailleerde uitgave van deze gelden binnen één<br />

boekjaar dat loopt van januari tot december. Het is algemeen<br />

geweten dat het Koninklijk Conservatorium<br />

<strong>Antwerpen</strong> al jaren financieel op z’n tandvlees zit.<br />

Met het oog op beterschap werd lang uitgekeken naar<br />

2008, het jaar waarin het nieuwe Financieringsdecreet<br />

van kracht zou gaan. Dit decreet zou een herziening<br />

van het allocatiemodel betekenen, ofwel het herbekijken<br />

van de verdeelsleutel van de gelden binnen<br />

de <strong>Artesis</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Antwerpen</strong>. Mede dankzij het<br />

pedagogisch idealisme en eergevoel van de docenten<br />

bleef al die jaren de winkel draaien.<br />

Anno 2008 blijkt de situatie echter slechter dan<br />

voorheen en verkeert onze departementsraad in een<br />

algemene staat van alarm. De ter beschikking gestelde<br />

enveloppe voor het komende jaar blijkt zelfs kleiner te<br />

zijn dan ooit tevoren, wat een daling van de artistieke<br />

kwaliteit van onze instelling zou betekenen en zelfs<br />

de garantie voor onderwijs in vraag stelt. Een gesprek<br />

met het hogeschoolbestuur was dus dringend aan de<br />

orde.<br />

Begin juli stapten we met een delegatie van de<br />

departementsraad naar de bestuurszetel in de Keizerstraat<br />

om het probleem aan het Bestuurscollege voor<br />

te leggen en duidelijk te maken dat zonder financiële<br />

hulp van hun kant ons departement niet verder kan


functioneren. Het Bestuurscollege aanhoorde ons<br />

relaas en meldde vervolgens dat het huidige allocatiemodel<br />

niet definitief is en voor herziening vatbaar<br />

na een proefperiode van één academiejaar en tevens<br />

dat de mogelijkheid bestond om tot een externe audit<br />

over te gaan. Een externe audit betekent dat een onafhankelijk<br />

bedrijf de financieringsvorm van een instelling,<br />

in dit geval de <strong>Hogeschool</strong> <strong>Antwerpen</strong>, onder de<br />

loep neemt en eventuele onvolkomenheden aan het<br />

licht brengt. Aan de departementsraad werd tenslotte<br />

gevraagd toch een sluitende begroting binnen de krijtlijnen<br />

in te dienen.<br />

Twee maanden van windstilte en enkele voorstellen<br />

om tot een werkbare begroting te komen later<br />

werd een ultieme poging tot communicatie met het<br />

Bestuurscollege in het werk gesteld, in de hoop uit<br />

deze impasse te geraken. De algemeen directeur, de<br />

directeur personeel en de directeur facilitaire diensten<br />

en preventie kwamen in opdracht van het Bestuurscollege<br />

op woensdag drie september de uitspraak meedelen.<br />

In de drie kwartier die de algemeen directeur onafgebroken<br />

aan het woord was, werd gepraat over de<br />

nieuwe naam van de <strong>Artesis</strong> <strong>Hogeschool</strong> <strong>Antwerpen</strong>,<br />

de centrale administratie en de huidige bouwprojecten,<br />

maar met geen woord gerept over de problematiek<br />

binnen ons departement. Wel werden we gewezen<br />

op onze adviserende taak als Departementsraad<br />

en bijhorende verantwoordelijkheden. Wanneer de<br />

vraag werd gesteld hoe het met de toekomst van onze<br />

opleidingen zit, werd stilzwijgend een brief aan ons<br />

departementshoofd overhandigd die de beslissing<br />

van het Bestuurscollege bevatte. Ditzelfde college had<br />

eveneens de algemeen directeur opdracht gegeven<br />

niet verder over deze materie te praten.<br />

De brief bevatte de vraag om ten laatste op 10 september<br />

een sluitende begroting binnen de krijtlijnen in<br />

te dienen en de mededeling dat de vraag tot externe audit<br />

van de <strong>Artesis</strong> <strong>Hogeschool</strong> uitgesteld is naar een volgende<br />

zitting van het Bestuurscollege. Deze uitspraak<br />

zadelt ons op met een dubbel probleem: ondanks de<br />

zuiver adviserende bevoegdheid van de departementsraad,<br />

verwacht men dat deze voor een sluitende begroting<br />

zorgt. Als we dit zouden doen, snijden we letterlijk<br />

in ons eigen vel en ontkennen we gans het probleem.<br />

Het Bestuur geeft ons geen bevoegdheid, maar wel de<br />

volledige verantwoordelijkheid. Het tweede probleem<br />

is dat we binnen de Centrale Administratie geen gesprekspartner<br />

vinden in deze belangrijke kwestie. Het<br />

Bestuurscollege communiceert per ambtelijke brief<br />

twee maanden na onze dringende vraag en verbiedt<br />

blijkbaar de algemeen directeur in dialoog te gaan.<br />

Hierop heeft de departementsraad unaniem besloten<br />

op 10 september aanstaande geen sluitende begroting<br />

in te dienen binnen de krijtlijnen en alsnog te hopen<br />

op een constructief gesprek met het Bestuurscollege<br />

met het oog op het voortbestaan van het Koninklijk<br />

Conservatorium <strong>Antwerpen</strong>. Met dit schrijven wil ik de<br />

mensen die nauw betrokken zijn bij ons departement<br />

alvast enige melding geven van de situatie die zich afspeelt<br />

aan de start van dit academiejaar en duidelijk<br />

maken aan de studenten dat ik steeds bereid ben tot<br />

verdere uitleg en hen ook op de hoogte zal houden van<br />

de verdere evolutie.<br />

Met vriendelijke groet,<br />

Stein Verrelst<br />

Voorzitter vzw Studentenraad van het<br />

Koninklijk Conservatorium <strong>Antwerpen</strong><br />

Reageren kan via forum.ca@artesis.be of<br />

steinverrelst@hotmail.com<br />

7


8<br />

Prima vista<br />

spelen met inzicht.<br />

door Yves senden<br />

sC h r i j V e n o V e r iMproVisatie is z o i e t s a l s<br />

een s C h r i f t e l i j k e C u r s u s h a r d l o p e n ...<br />

YV e s senden o V e r t u i g t u V a n h e t<br />

tegendeel.<br />

“Kom, speel eens iets voor ons !”<br />

Het is groot feest bij je thuis. Je bent net 12 jaar geworden, en de<br />

hele familie is er om dat te vieren. Wanneer alle koekjes, taartjes<br />

en drankjes opgediend en genuttigd zijn, is het dan zo ver: je mag<br />

iets voorspelen. Je hebt een kleine vier jaar pianoles achter de rug<br />

en bent daar erg fier op. Heeft je leraar je immers niet gezegd<br />

dat je een heel behoorlijk niveau hebt voor iemand die nog maar<br />

vier jaar speelt? Je kijkt naar je vader die al pavloviaans bol van<br />

plaatsvervangende trots staat, en tegelijk wat weemoedig is omdat<br />

hij in jou iets gerealiseerd ziet dat hij altijd had willen leren<br />

maar nooit heeft mogen doen. Je kijkt naar je moeder die nu al<br />

in elke ooghoek een traantje heeft klaarstaan om die zo dadelijk


één voor één bij het opborrelen van de pianoklanken<br />

met het gepaste vertoon weg te pinken. En jij hebt<br />

voor jezelf al de keuze gemaakt: het ‘menuet in G’<br />

uit het boekje voor Anna Magdalena Bach – een kaskraker,<br />

dat weet je op voorhand –; vervolgens ‘Oh he<br />

is a jolly good fellow’, en als klap op de vuurpijl het<br />

eerste gedeelte van ‘Für Elise’. Je stapt enthousiast<br />

naar de piano, slaat het deksel open en kijkt dan even<br />

verbaasd om je heen. Waar zijn je boeken naar toe?<br />

Die heb je wel nodig, want zonder boeken gaat het<br />

niet. Je speurt de bovenkant van de piano af, je kijkt<br />

in je muziektas en tussen de tijdschriften. Niets. Onder<br />

de piano dan maar, of erachter? Ook niets. Je<br />

werpt een beschuldigende blik naar je jongere broer.<br />

Hij zou toch niet het lef hebben gehad … neen, zo<br />

jaloers is hij niet. Vertwijfeld kijk je in de doos voor<br />

oud papier. Je weet maar nooit.<br />

Een sluimerend gevoel van paniek maakt zich van<br />

je meester. Wat nu? Van buiten spelen? Je kent je<br />

stukken niet van buiten. Niet spelen? Je mag er niet<br />

aan denken. Je voelt traantjes in je ogen opwellen,<br />

en het zijn niet dezelfde als die bij je moeder. Kon<br />

je nu maar iets verzinnen, iets improviseren, kort<br />

en mooi, een minuutje zou voldoende zijn, … “Hier<br />

zijn ze!” roept je vader, die het lumineuze idee had<br />

gekregen om even in de auto te neuzen. Met een<br />

staande ovatie wordt hij begroet. De stoelen worden<br />

gedraaid, iedereen kucht een keer, en na de obligate<br />

15 seconden spanningsvolle stilte begin je te spelen.<br />

En het gaat goed: je speelt de pannen van het dak,<br />

het regent complimentjes, je moet de ‘Für Elise’ nog<br />

een keertje spelen als bis, en je grootmoeder drukt je<br />

vertederd tegen zich aan.<br />

Deze anekdote, die wellicht niet geheel verzonnen<br />

is, wil de vinger leggen op een kleine, gevoelige<br />

plek in ons muziekonderwijs. Vele beginnende (en<br />

ook al iets gevorderde) leerlingen uit het klassiek georiënteerde<br />

deeltijds kunstonderwijs (DKO) voelen<br />

zich immers minder op hun gemak wanneer het<br />

op improvisatie aankomt. Ze zeggen dat ze het niet<br />

kunnen, en ook al zouden ze het ‘willen kunnen’,<br />

ze zouden niet weten hoe ze er aan moeten beginnen.<br />

En toegegeven, het is zeker niet evident. Want<br />

hoe kan je als leraar zoiets vluchtigs als improvisatie<br />

overbrengen aan een leerling? Vanuit die problematiek<br />

is het idee van het muzikaal receptenboek ‘Spelen<br />

met Inzicht’ gegroeid.<br />

De term ‘receptenboek’ mag verwondering opwekken.<br />

Het is evenwel een metafoor die vrij ver<br />

kan worden doorgetrokken. Laten we beginnen bij<br />

‘recept’. We hebben in dat geval te maken met een<br />

reeks ingrediënten en instructies die tot een bepaald<br />

gerecht leiden. Als dat gerecht nu zou inhouden dat<br />

je een stuk moet maken op basis van een becijferde<br />

bas, kan je niet verwachten dat een doorsnee leerling<br />

DKO (middelbare of hogere graad) spontaan en<br />

gretig als een volleerde Bach met een aan het nirvana<br />

grenzende ingesteldheid fuga’s uit zijn mouw<br />

schudt, en dat op basis van één notenbalk met een<br />

9


10<br />

paar cijfertjes erbij. Maar met een eenvoudig stukje<br />

als ‘Sesamstraat’, waarbij de begeleiding moet<br />

afgeleid worden uit de becijferde bas is die gretigheid<br />

– zo blijkt – er wel. In beide gevallen wordt<br />

een techniek geoefend, zij het via een verschillende<br />

weg, maar met eenzelfde doel voor ogen: verwerven<br />

van inzicht, dat dan weer de basis wordt voor eventuele<br />

improvisaties. De combinatie van geleidelijk<br />

opgebouwde ervaring, resultaten van onderzoek in<br />

het veld (o.a. gesprekken met collega’s die dezelfde<br />

zoektocht doormaken) heeft uiteindelijk geleid tot<br />

een uitgebreide collectie procedés. Deze procedés<br />

(recepten) stellen in principe elke DKO-leerling in<br />

staat om, via een minimum aan inzicht, de nodige<br />

creativiteit aan de dag te leggen om tot een eenvoudige,<br />

bevredigende improvisatie te komen.<br />

ook gevorderde leerlingen uit het<br />

klassiek georiënteerde dKo voelen zich<br />

minder op hun gemak wanneer het op<br />

improvisatie aankomt.<br />

Er dient natuurlijk enig voorbehoud gemaakt te<br />

worden – en ook hier is de metafoor van het receptenboek<br />

op zijn plaats –: immers, niet elke leerling<br />

heeft evenveel baat bij hetzelfde recept, en niet iedereen<br />

lust hetzelfde. Dit werd opgevangen door de talrijke,<br />

soms sterk verschillende procedés te groeperen<br />

in categorieën en in hoofdstukken onder te brengen,<br />

zoals men in een receptenboek gerechten groepeert<br />

volgens type: zo zijn hoofdstukken over de becijferde<br />

bas ontstaan, over ostinati en dansschema’s, rockriffs<br />

en akkoordschema’s, improvisatie-impulsen,<br />

technieken uit de 20ste eeuw, de traditionele harmonieleer,<br />

thema met variaties, en transpositie-oefeningen.<br />

De leerling kan in het begin ‘proeven’ van de ge-<br />

rechten in de categorieën die hem het meest liggen;<br />

nadien kan hij overschakelen naar andere ‘smaken’.<br />

Indien er voldoende gevarieerd wordt in keuze van<br />

de hoofdstukken, heeft de leerling na verloop van<br />

tijd een gediversifieerd palet opgebouwd. In de layout<br />

van het boek werd – in functie van de gebruiksvriendelijkheid<br />

– aan elk hoofdstuk een eigen kleur<br />

toegewezen. Zo heeft de leerling in één oogopslag<br />

een overzicht van de hoofdstukken en navigeert hij<br />

gemakkelijk van de ene naar de andere categorie.<br />

Dat brengt ons bij een volgende parallel met een<br />

receptenboek. De hoofdstukken in ‘Spelen met inzicht’<br />

zijn niet hiërarchisch geordend. Het is niet de<br />

bedoeling dat eerst alle oefeningen op de becijferde<br />

bas ingestudeerd zijn voordat er mag overgegaan<br />

worden naar de ostinati. Wanneer je een kookboek<br />

raadpleegt, ga je ook niet eerst alle voorgerechten


klaarmaken voordat je aan de tussengerechten begint:<br />

je selecteert iets uit één of meer categorieën, en<br />

varieert regelmatig in je keuze.<br />

Psychologen zullen er wel een verklaring voor<br />

hebben: niet alleen kinderen, maar ook volwassenen<br />

zijn veel vlugger geneigd een stripverhaal te lezen<br />

dan een doorlopende tekst, ook al staat er inhoudelijk<br />

identiek hetzelfde. Daarom werden – met behulp<br />

van cartoonist Sem Laerenbergh (student aan<br />

Sint-Lucas te <strong>Antwerpen</strong>) personages zoals de Cherry<br />

Boys, Stokko de peer, Pom Deter en Miss Berry<br />

maximaal ingezet om harmonische functies, minimal<br />

music, structureel denken, technische termen<br />

enzomeer te verduidelijken.<br />

De opgaven in het receptenboek zijn logischerwijze<br />

kort en summier, aangezien de leerling voor<br />

de aanvulling moet zorgen. Omdat het niet altijd<br />

meteen duidelijk is in welke richting een oefening<br />

kan uitgewerkt worden, is er voor de leerkracht een<br />

begeleidend handboek (“De geheimen van de chef”)<br />

opgesteld, waarin mogelijke oplossingen gesuggereerd<br />

worden en enkele methodische invalshoeken<br />

worden toegelicht. Aangezien het eigen is aan de<br />

aard van dit receptenboek dat er vaak niet één oplossing<br />

is, maar een veelheid aan mogelijke realisaties,<br />

staat het de leerkracht vanzelfsprekend vrij de<br />

voorgestelde oplossingen over te nemen, of ze als<br />

leidraad te gebruiken, of ze te laten voor wat ze zijn:<br />

een eenvoudige voorzet. Definitieve oplossingen van<br />

oefeningen vastleggen in een handboek over improvisatie<br />

is trouwens een paradox. En geen kleintje.<br />

‘Spelen met inzicht. Een muzikaal receptenboek’<br />

is vanuit de lespraktijk tot stand gekomen. Elke oefening<br />

is minstens éénmaal door een leerling met<br />

succes gerealiseerd. Het betreft hier voornamelijk<br />

klavierinstrumenten, maar met enkele kleine aanpassingen<br />

kan het onderliggend gedachtegoed van<br />

heel wat opgaven ook worden toegepast op andere<br />

instrumentgroepen, solistisch, als duo (leraar-leerling)<br />

of in samenspelverband, op voorwaarde dat de<br />

leerkracht bereid is de opgave te herinterpreteren<br />

in functie van het voorhanden zijnde instrumentarium.<br />

“Spelen met inzicht”. Leerlingenboek en Lerarenhandleiding<br />

verschijnen<br />

eind september bij Garant-Uitgevers.<br />

Meer info op www.garant.be<br />

Yves Senden doceert Muziekgeschiedenis en<br />

Filosofie van de muziek aan het conservatorium.<br />

11


12<br />

<br />

Floris Uytterhoeven, Jennifer<br />

De Keersmaeker, Ine Kuypers en<br />

Gert-Jan Verbueken, samen ensemble<br />

Idee-Fixe, hebben in mei<br />

2008 met hun afstudeerproject meer dan<br />

25.000 euro ingezameld voor het kankeronderzoeksfonds<br />

van het St.-Augustinus Ziekenhuis<br />

te <strong>Antwerpen</strong>. (zie p. 35).<br />

Voor de vijfde keer op rij winst een student<br />

woordkunst de RVU-radioprijs. Lotte Lesage<br />

won de prijs in de categorie cultureel/persoonlijk<br />

met de radiodocumentaire ‘Wijn met<br />

een rietje’. Het programma gaat over Jocelyne,<br />

een lichamelijk zwaar gehandicapte vrouw<br />

van 53. Ze kan haast niets zelf maar toch is ze<br />

ongelooflijk zelfstandig. Dit programma geeft<br />

een stem aan een vrouw die niet kan praten.<br />

Ook Marie Demaré (M), Sarah Claeys en Rebekka<br />

De Wit (B2) waren genomineerd. Beluister<br />

alle nominaties op www.rvu.nl<br />

Sophie Hallynck, Aldo Baerten, en Leo De<br />

Neve, leden van het ARPAE-ensemble, waren<br />

te gast bij het 10th World Harp Congress in<br />

Amsterdam, waar zij harpkwintetten van Jongen,<br />

Roussel, en Honegger ten gehore brachten.<br />

Ex-artistiek directeur van het conservatorium<br />

Jan Raes wordt algemeen directeur van het<br />

Koninklijk Concertgebouworkest in Amsterdam.<br />

Sofie Verbeeck en Katelijne Franssens, studenten<br />

fluit van Aldo Baerten, werden geselecteerd<br />

voor de Internationale Zomercursus<br />

onder leiding van Peter-Lukas Graf in Sermonetta<br />

Italië.<br />

Martje Sermeus en Astrid Bossuyt kregen de<br />

prijs Cultuur Bindt Jeugd van de Koning Bou-<br />

lees verder op p. 25


o & o<br />

over internationalisering<br />

door Pascale de groote<br />

dit a C a d e M i e j a a r k o M e n d e V o o r b e r e id<br />

i n g e n V o o r d e s a M e n k o M s t V a n d r i e<br />

p o d i u M k u n s t e n o p één k u n s t C a M p u s o p<br />

k r u i s s n e l h e i d. het is Vanzelfsprekend<br />

d a t o n s s t e r k i n t e r n a t i o n a a l p r o f i e l a a n<br />

b e l a n g w i n t. de p a r t e M e n t s h o o f d pa s C a l e<br />

de gr o o t e sChetst d e b e l a n g r i j k s t e<br />

p i j l e r s h i e r V a n .<br />

Kijken naar de Olympische spelen maakt ons meer dan ooit<br />

bewust van de impact van internationale activiteit op het presteren<br />

van het individu. Persoonlijke, nationale en wereldrecords<br />

sneuvelen er bij de vleet. De confrontatie met de internationale<br />

top zet aan tot prestaties die het individu zichzelf laten overstijgen<br />

en maakt bovendien aan de verschillende naties duidelijk<br />

waarin ze tekort schieten, of beter gezegd, dat ze tekort schieten.<br />

Een grondige analyse kan uitwijzen waar het schoentje knelt: recrutering,<br />

opleiding, begeleiding enz. In de podiumkunsten is het<br />

niet anders. Net als sport is kunst per definitie internationaal. De<br />

podiumkunsten hebben een internationale taal, een internationaal<br />

gegroeide traditie, en dat op het vlak van repertoire, van techniek,<br />

van methodiek, enz. en zijn door een voortdurende confrontatie<br />

op het internationale podium evenzeer onderhevig aan een nooit<br />

aflatende internationale vergelijking en concurrentie.<br />

Ironisch genoeg was het op een studiedag van onze hogeschool<br />

waar wij als departement aan de kaak werden gesteld als bijzonder<br />

zwak scorend in Erasmusuitwisselingen dat de gastspreker er mij<br />

door zijn uiteenzetting op attent maakte dat wij op alle andere terreinen<br />

qua internationalisering net zeer sterk staan. In zijn boeiend<br />

exposé benadrukte Bernd Wächter, directeur van de Academic<br />

Cooperation Association, dat internationalisering veel meer betreft<br />

dan mobiliteit in het kader van Erasmus. Als mogelijke definitie<br />

stelde hij voorop: ‘het proces van integratie van een internationale<br />

13


14<br />

dimensie in onderzoek, onderwijs en diensten’, waarbij<br />

hij volgende aspecten belichtte: mobiliteit in de<br />

breedste zin van het woord, curricula, vreemde talen,<br />

networking, beleid, erkenning, marketing, research,<br />

waarvan een groot deel wordt waargemaakt in de zogenaamde<br />

‘internationalisation at home’.<br />

foto KCA<br />

Mobiliteit binnen het Erasmuskader blijft in ons<br />

departement inderdaad beperkt. Wat de studenten<br />

betreft is er enerzijds weinig interesse, anderzijds<br />

kunnen kandidaten vaak niet naar de uitverkoren instelling<br />

wegens plaatsgebrek. Vooral in de opleiding<br />

Drama, die bovendien wegens haar taalgebondenheid<br />

niet op brede internationale mobiliteit aanstuurt, is<br />

het de holistische benadering van de opleiding die<br />

zich niet tot Erasmusuitwisseling leent. In de opleiding<br />

Muziek kiezen de studenten voor een basisopleiding<br />

bij een uitverkoren hoofdvakdocent. Indien de<br />

verwachtingen niet worden ingelost, gaan zij op zoek<br />

naar een andere hoofdvakdocent binnen de opleiding<br />

of verlaten zij het huis om hun studie elders verder<br />

te zetten. Pas na het afsluiten van hun basisopleiding<br />

voelen sommigen zich geroepen om zich in een volgende<br />

fase – en niet als intermezzo – bij een andere<br />

meester te gaan vervolmaken. Dit wordt bevestigd<br />

door het grote percentage buitenlandse studenten in<br />

het postgraduaat (cf. infra).<br />

door een voortdurende confrontatie<br />

op het internationale podium zijn<br />

podiumkunsten onderhevig aan<br />

een nooit aflatende internationale<br />

vergelijking en concurrentie.<br />

In de opleiding Muziek stelt zich bovendien het<br />

probleem dat studenten die toch kiezen voor Erasmusuitwisseling<br />

niet altijd een plaats vinden bij de<br />

partnerinstelling, waar een strenge selectie wordt gehanteerd<br />

omdat het individuele onderwijs per definitie<br />

slechts een beperkt aantal studenten per ‘meester’<br />

toelaat. Dit individuele onderwijs is bovendien erg<br />

duur en wordt binnen het Erasmuskader niet gecompenseerd<br />

door een kostendekkende financiering.<br />

Aanvragen voor inkomende studenten stellen ons uiteraard<br />

voor hetzelfde probleem.<br />

Ook de docentenmobiliteit binnen het Erasmusuitwisselingssysteem<br />

is klein. Daar kan echter het<br />

financiële niet als verklaring gelden. Gebrek aan interesse,<br />

gebrek aan kennis, of ligt het aan de administratieve<br />

rompslomp waarmee men te maken krijgt?<br />

Voor het eerst hebben we dit jaar in samenwerking<br />

met I Solisti del Vento, een van onze ensembles in<br />

residentie, een grootschalig uitwisselingsproject met<br />

de Academy of Music and Drama van Tallinn. Vijf docenten<br />

trekken daarheen in het kader van een festival<br />

rond hedendaagse muziek en geven daar, naast concerten,<br />

lectures en masterclasses aan de studenten. In


de loop van het academiejaar zullen wij hun Estse collega’s<br />

hier verwelkomen.<br />

Het internationale karakter inherent aan het<br />

kunstonderwijs uit zich voor onze opleidingen echter<br />

sterk in een aantal andere, permanente aspecten:<br />

- de aanwezigheid van een groot aantal buitenlandse<br />

studenten<br />

- de samenstelling van de staf en het docentenkorps<br />

- de inbedding in een breed internationaal netwerk<br />

- de inbedding in een internationale kunstencampus.<br />

Vooral door de internationale samenstelling van staf,<br />

studenten- en docentenbevolking en door de inbedding<br />

in de internationale kunstencampus wordt de<br />

‘internationalisation at home’ waargemaakt.<br />

Studenten<br />

Percentage buitenlandse studenten 2007-08<br />

Bachelor 11,80%<br />

Master 17,88%<br />

Postgraduaat 94,11%<br />

Totaal 16,66%<br />

De aanwezigheid van de zogenaamde ‘foreign degree<br />

seeking students’ heeft een belangrijk aandeel<br />

in de ‘internationalisation at home’. Het percentage<br />

op bachelor- en masterniveau wordt echter sterk afgeremd<br />

door het verplichte gebruik van de Nederlandse<br />

taal. Het aandeel studenten van buiten de Europese<br />

onderwijsruimte wordt sinds enkele jaren ernstig beperkt<br />

doordat het studiegeld dat zij bij inschrijving<br />

dienen te betalen tien maal hoger ligt dan dat van de<br />

reguliere student.<br />

foto KCA<br />

Docenten<br />

Buitenlandse docenten of docenten van buitenlandse<br />

origine 2007-08<br />

Artistiek/ pedagogische staf 50%<br />

Docentenkorps 20%<br />

Masterclasses 90%<br />

Docenten met internationale praktijk in de kunst, in<br />

onderwijs of in onderzoek 2007-08<br />

Artistiek/ pedagogische staf 90%<br />

Docentenkorps 70%<br />

Masterclasses 100%<br />

Het overgrote deel van staf en docentenkorps, al<br />

dan niet van buitenlandse origine, neemt deel aan<br />

internationale activiteiten op het vlak van artistieke<br />

praxis, onderwijs en onderzoek en verzekert daarmee<br />

de permanente internationale dimensie van onze opleidingen.<br />

15


16<br />

netwerk<br />

Naast de buitenlandse expertise van individuele<br />

medewerkers en de vele contacten met individuele<br />

partnerinstellingen (ondertussen een 30-tal) participeert<br />

het departement aan de activiteiten van Elia<br />

(European League of the Institutes of the Arts) en<br />

AEC (Association Européenne des Conservatoires).<br />

In het kader hiervan wordt actief deelgenomen<br />

aan congressen, conferenties en werkgroepen. Naast<br />

de jaarlijkse congressen voor stafmedewerkers (artistiek-pedagogische<br />

leiding, coördinatoren kwaliteitszorg,<br />

internationalisering en onderzoek enz.)<br />

wordt meer en meer medewerking verleend aan thematische<br />

werkgroepen zoals het “Socrates Thematic<br />

Network - Inter}artes” dat de inhoud van de opleidingen<br />

op Europees niveau op elkaar probeert af te<br />

stemmen, het Quality Assurance for Higher Education<br />

Change Agenda, kortweg QAHECA-project, dat<br />

het Europees systeem voor kwaliteitszorg probeert te<br />

uniformiseren en te optimaliseren, het CEIHE-project<br />

dat een classificatiesysteem voor Europees hoger<br />

onderwijs wil opzetten, het Polifonia-project dat o.a.<br />

de professionalisering van het kunstonderwijsmanagement<br />

voor ogen heeft, het Cultural Platform van<br />

de Europese Commissie in functie van de brede toegankelijkheid<br />

van de kunst en cultuur en ga zo maar<br />

door. Daarnaast is ons departement reeds enkele jaren<br />

vertegenwoordigd in de Board van AEC.<br />

Verder werd door het departement, in samenwerking<br />

met het conservatorium van Maastricht,<br />

een eerste ontmoetingsdag van de Nederlandse en<br />

Vlaamse conservatoria georganiseerd in het Vlaams-<br />

Nederlands huis De Buren in Brussel, die reeds een<br />

opvolging heeft gehad in De Brakke Grond. De informatie<br />

verworven tijdens congressen en studiebe-<br />

zoeken wordt onderwerp van bespreking in de artistieke<br />

directievergaderingen en/of de departementale<br />

stuurgroepen onderzoek, onderwijs en kwaliteitszorg<br />

en wordt waar zinvol en mogelijk gebruikt om<br />

de eigen opleidingen te optimaliseren. Bovendien<br />

neemt het departement in de werkgroepen zijn verantwoordelijkheid<br />

op in het proactief sturen van verdere<br />

ontwikkelingen in de Europese hogere onderwijsruimte.<br />

foto Sarah Van Den Broeck<br />

Daarnaast zijn studenten en medewerkers van<br />

het departement regelmatig betrokken in artistieke<br />

internationale activiteiten, zoals het Fontys Dansfestival,<br />

het ITTS- en FIST-festival en natuurlijk de<br />

deelname aan internationale concours. De behaalde


prijzen zijn terug te vinden op onze website en in dit<br />

tijdschrift.<br />

Bovendien werd ik gevraagd als voorzitter van<br />

verschillende visitatiecommissies (de Master Muziek<br />

van de <strong>Hogeschool</strong> Zuyd en de Fontyshogeschool<br />

(Maastricht, Tilburg, Nl), van de Bachelor Dans en<br />

de Bachelor Docent Dans in de Fontysdansakademie<br />

(Tilburg, Nl) en de Hanzehogeschool (Groningen,<br />

Nl) en als lid van de visitatiecommissie van de Bachelor<br />

Drama van de Estonian Academy of Music<br />

and Drama en de Master of Choreography van de<br />

Estonian pedagogical University (Tallinn, Estland).<br />

Het inzicht in en de informatie over buitenlandse<br />

partnerinstellingen die hieruit voortvloeien hebben<br />

een niet te onderschatten impact op het bijsturen<br />

van de werking van het departement.<br />

internationale kunstencampus<br />

De cohabitatie met het internationale kunstencentrum<br />

de Singel betekent reeds decennia lang<br />

een absolute meerwaarde in de opleiding van de<br />

studenten. Contacten allerhande met internationaal<br />

gerenommeerde kunstenaars en gezelschappen<br />

zijn legio. Studenten en docenten wonen repetities,<br />

concerten en voorstellingen bij van internationale<br />

ensembles. Lectures, workshops, projecten en masterclasses<br />

brengen hen rechtstreeks met elkaar in<br />

contact. Uiteraard wordt dit nog aangevuld met talrijke<br />

informele ontmoetingen. De uitbouw van een<br />

internationale kunstencampus opent nieuwe mogelijkheden<br />

tot uitbreiding en systematisering van de<br />

samenwerking op het vlak van artistiek-pedagogische<br />

activiteiten.<br />

Internationalisering in de kunst is van oudsher<br />

een drang, een must, een evidentie geweest en vandaag<br />

is dat niet anders. De taal van muziek en podiumkunsten<br />

is een internationale taal, de materie<br />

waar onze docenten en studenten zich dagelijks over<br />

buigen is internationaal, de wijzen waarop ze daarmee<br />

bezig zijn zijn internationaal gegroeid, maar<br />

daarnaast is internationalisering uitgegroeid tot een<br />

geïntegreerde pijler van het departementaal beleid.<br />

Via verschillende platformen en goed overleg wordt<br />

dit beleid geïmplementeerd en vormgegeven in de<br />

verschillende opleidingen.<br />

Net als de topsportsector tot zelfreflectie wordt<br />

aangezet door de internationale confrontatie op de<br />

Olympische Spelen, geven de internationale contacten<br />

ons de aangename plicht voortdurend de vinger<br />

aan de pols te houden en de actuele ontwikkelingen<br />

op de voet te volgen. Naast het optimaliseren van de<br />

huidige werking en het stimuleren van de Erasmusmobiliteit,<br />

wordt de grootste uitdaging om daar waar<br />

mogelijk te anticiperen en zelf invloed uit te oefenen<br />

op de toekomstige ontwikkelingen in Europese en<br />

misschien zelfs wereldwijde context.<br />

Pascale De Groote<br />

departementshoofd van het<br />

Koninklijk Conservatorium <strong>Antwerpen</strong><br />

17


18<br />

interview<br />

Bram van camp, componist<br />

door Kevin voets<br />

Bram Van Camp is alumnus van het Koninklijk Conservatorium<br />

<strong>Antwerpen</strong>, hij studeerde er viool en compositie, dit laatste bij Wim<br />

Henderickx. Nadien studeerde hij verder aan het Conservatorium<br />

van Amsterdam, waar hij zich als componist verder bekwaamde bij<br />

Theo Loevendie en Wim Henderickx. In 1999 won hij de Aquarius<br />

Compositiewedstrijd met zijn “Rapsodie voor viool en orkest”. In<br />

2002 ontving hij de BAP-prijs (Belgische Artistieke Promotie) van<br />

SABAM met zijn “Trio voor klarinet, altviool en piano”. In 2007<br />

werd hij bekroond met de Jeugd en Muziek Prijs voor Compositie.<br />

Hij schreef muziek in opdracht van het Festival van Vlaanderen,<br />

deSingel en Ars Musica, en voor groepen als het NotaBene Ensemble,<br />

Syrinx Ensemble, Kandinsky Strijkkwartet, HERMESensemble,<br />

I Solisti del Vento, Beethoven Academie en deFilharmonie. In 2007<br />

werd zijn eerste symfonie “Tetrahedron” gecreëerd door deFilharmonie,<br />

en in 2008 is hij componist in residentie van HERMESensemble,<br />

dat in het najaar een nieuw concerto voor viool en ensemble<br />

van zijn hand zal creëren. Kevin Voets had een gesprek met de<br />

jonge toondichter.<br />

Hoe zou je jezelf typeren als componist? Kader je jezelf als componist<br />

en je werk binnen een bepaalde beweging, zoals het minimalisme<br />

of de “new complexity”?<br />

Ik doe dat zeker niet bewust, en ik vind het vooral veel te vroeg<br />

om daar uitspraken over te doen. Eerder niet: ik wil niets bewust


overnemen van anderen, of muzikale ideeën of thema’s<br />

‘recycleren’. Stijl wordt voor mij vooral bepaald door je<br />

eigen persoonlijke geschiedenis, en ik vind mijn ‘roots’<br />

vooral bij componisten van grofweg een eeuw geleden.<br />

Ik denk dan vooral aan Béla Bartók, Alban Berg en Igor<br />

Stravinski omdat zij belangrijk waren in mijn vorming<br />

tot componist. Wat stijl betreft is dit drietal ook invloedrijker<br />

en belangrijker dan mijn compositieleraars: als je<br />

jong bent, en ernstig begint te componeren, dan zoek<br />

je je eigen weg, ontwikkel je een persoonlijke smaak,<br />

en deze blijft meer bepalend voor je stijl dan de pedagogische<br />

invloed van je compositieleraars die je de techniek<br />

bijbrengen.<br />

het enige wat je<br />

als componist kan doen<br />

is vanuit jezelf vertrekken en<br />

verder werken waar je de<br />

vorige keer was gestopt.<br />

Betekent de muziek van de voorbije vijftig jaar dan<br />

niets voor jouw schriftuur en compositiestijl?<br />

Niet geheel niets, maar die recentere componisten<br />

waren op hun beurt ook vaak vertrokken van Berg,<br />

Bartók en Stravinski. Zo bouwde bijvoorbeeld György<br />

Ligeti ook voort op wat Bartók had ontwikkeld. Ik zie<br />

Bartók als een soort grootvader, en Ligeti dan als een<br />

vader van de eigentijdse gecomponeerde muziek. Ik<br />

grijp echter terug naar de grootvader, omdat Ligeti<br />

de uitgangspunten van Bartók tot in het extreme had<br />

verkend, en ook tot een zeer persoonlijk eindpunt<br />

had gebracht. Bartók is vooral stilistisch van grote<br />

invloed op mijn schrijven, Ligeti eerder filosofisch.<br />

Alban Berg beïnvloedde me meer op een technische<br />

manier; vanuit de vraag hoe je met een redelijk gesloten<br />

en complex muzikaal systeem toch je eigen<br />

zin kan doen en vrij kan zijn. En Igor Stravinski is<br />

voor mij de meest bepalende figuur voor de muziek<br />

van de twintigste eeuw. Niet al zijn werken vind ik<br />

even interessant, maar hij is binnen elke compositie<br />

wel uitermate consequent! “Le Sacre du Printemps”<br />

heeft mij eigenlijk de definitieve ‘klik’ gegeven om<br />

componist te worden. Dat werk heeft mij enorm aangegrepen<br />

omwille van de impact die de compositie<br />

op een luisteraar heeft, en het werk blijft elke keer<br />

opnieuw spannend en verrassend. Maar de vraag wat<br />

nu echt mijn stijl is, zal ik waarschijnlijk pas als ik<br />

tachtig ben kunnen beantwoorden; tot dan is er enkel<br />

de hoogst persoonlijke zoektocht waarbij ik enkel<br />

de beginpunten kan aanduiden. Waarschijnlijk sta<br />

ik er ook niet ver genoeg af om hierover objectief te<br />

kunnen zijn.<br />

Is het eigenlijk nog mogelijk volgens jou om ‘in de<br />

geschiedenis’ te staan als componist, of zie je jezelf<br />

verplicht of genoodzaakt -zoals Ligeti- om telkens een<br />

ultiem antwoord te geven, telkens een ‘eindpunt’ te<br />

formuleren, op wat Bartók, Berg en Stravinski hadden<br />

aangebracht?<br />

Het enige wat je als componist kan doen is vanuit<br />

jezelf vertrekken en verder werken waar je de vorige<br />

keer was gestopt. Het is veeleer de taak en kunde<br />

van musicologen dan die van de componist om muziekhistorische<br />

of filosofische beschouwingen te<br />

formuleren op dit gebied. Ik componeer vanuit een<br />

persoonlijke interesse in wat ik nog niet weet, en wat<br />

mij muzikaal fascineert. Muzikale velden die door<br />

andere componisten verkend zijn en al dan niet door<br />

hen tot een ‘eindpunt’ gebracht zijn, hoeven mijn<br />

denken daarom niet te bepalen. Ik vind het al moei-<br />

19


20<br />

lijk genoeg om antwoorden te formuleren op muzikale<br />

vragen die ik mezelf stel tijdens het componeren.<br />

Zijn er bepaalde componisten met wie je contact<br />

houdt over je werk, en die van mindere of meerdere<br />

invloed zijn?<br />

In de eerste plaats mijn leraars Wim Henderickx<br />

en Theo Loevendie, maar ook Luc Van Hove. Ik heb<br />

veel respect en bewondering voor hun muziek, en<br />

apprecieer enorm de mate waarin ze mij andere<br />

perspectieven en mogelijkheden kunnen laten zien,<br />

omdat ze zoveel ervaring hebben. Als een stuk van<br />

mij klaar is, vraag ik hen ook om commentaar of bedenkingen.<br />

Ook Luc Brewaeys is zo’n componist die<br />

ik graag zijn oordeel vraag, en wiens visie ik zeer op<br />

prijs stel. Ik onderhoud ook regelmatig contact met<br />

Param Vir, een Indische componist die in Engeland<br />

woont. Ik leerde zijn werk kennen in deSingel in<br />

2001 en vind dat hij vooral interessante ideeën heeft<br />

over harmonie. Daarnaast correspondeer ik zelden<br />

over mijn werk, ook niet met generatiegenoten.<br />

Geen van mijn beste vrienden zijn overigens componist.<br />

Anders dan toen ik nog op het conservatorium<br />

zat, voel ik nu zelden behoefte om met mensen over<br />

mijn werk te spreken. Het uiteindelijke componeerproces<br />

blijft iets tussen mij en mijzelf en gebeurt<br />

volledig achter gesloten deuren. Het uiteindelijke<br />

resultaat, de muziek, moet volgens mij volledig voor<br />

zichzelf kunnen spreken zonder enige duiding.<br />

Is er volgens jou een soort “Antwerpse School” van<br />

componisten?<br />

Stilistisch gezien zeker niet: de Antwerpse componisten<br />

van mijn generatie studeerden allemaal bij<br />

Luc Van Hove en Wim Henderickx, maar wat hen als<br />

leraars nu juist typeert is het respect voor de eigen<br />

stijl en smaak van de leerlingen. Zij helpen vooral<br />

een technisch-muzikale taal te ontwikkelen die daarbij<br />

past, maar leggen nooit hun eigen voorkeuren of<br />

stijlen op. Ik heb dit aspect van vrijheid tijdens mijn<br />

opleiding zeer op prijs gesteld. Dit leidt er toe dat al<br />

hun leerlingen een persoonlijke weg kunnen bewandelen,<br />

waardoor er geen sprake kan zijn van een echte<br />

Antwerpse compositiestijl of –school. Gewoon al het<br />

feit dat ik zeven jaar intensief les heb gevolgd bij Wim<br />

Henderickx, maar mij nooit met Indische muziek heb<br />

bezig gehouden zoals hij, zegt genoeg.<br />

En je bewondering voor Param Vir dan?<br />

Niet zijn Indische achtergrond, maar zijn individuele<br />

schrijfstijl en vondsten interesseren mij. Param<br />

Vir schrijft bovendien echt Westerse muziek. Mijn<br />

bewondering voor componisten heeft enerzijds te<br />

maken met een ‘muzikale smaak’: sommige muziek<br />

spreekt me gewoon meer aan dan andere; anderzijds<br />

met het begrip ‘persoonlijkheid’. Ik bewonder bijvoorbeeld<br />

ook Jonathan Harvey, die boeddhistisch denkt,<br />

leeft en schrijft, maar het is niet het boeddhisme maar<br />

zijn persoonlijkheid die me boeit omdat ze zo duidelijk<br />

doorklinkt in zijn muziek. Het begrip ‘persoonlijkheid’<br />

is voor mij wellicht de belangrijkste factor, ik<br />

ga er in elk geval telkens naar op zoek.<br />

Wat wil je eigenlijk bereiken met je composities, wat<br />

is je doel?<br />

Wat ik al wilde bereiken toen ik negen jaar was:<br />

eindelijk kunnen horen wat ik zo graag zou willen<br />

horen. Maar gaandeweg moest het ook telkens iets<br />

nieuws zijn ten opzichte van een vorig werk. Als dit<br />

proces op een integere manier gebeurt, zal een nieuwe<br />

compositie een zekere persoonlijkheid bevatten


en zich onderscheiden van mijn andere werken. Dit<br />

betekent ook dat je soms ruim de tijd moet nemen.<br />

Voor mijn orkestwerk ‘Tetrahedron’ bijvoorbeeld heb<br />

ik gedurende een jaar geen noot geschreven, enkel<br />

nagedacht en ontwerpen gemaakt. Pas na één jaar<br />

werd duidelijk voor mij hoe het stuk zou moeten worden.<br />

Ik refereer hier niet naar het romantische begrip<br />

‘inspiratie’, het gaat eerder om een zoektocht tussen<br />

enerzijds ‘wat’ ik wil schrijven en anderzijds de vraag<br />

‘hoe’ ik dat voor elkaar moet krijgen. Het is telkens<br />

een nieuwe uitdaging waardoor je telkens weer van<br />

nul terug moet beginnen.<br />

Hoe is het om anno 2008 componist te zijn in Vlaanderen?<br />

Dat vul je in zoals je zelf wil. Ik probeer te doen<br />

wat ik wil, zonder al te veel compromissen te sluiten.’t<br />

Is moeilijk om vanuit deze overtuiging ook genoeg<br />

geld te verdienen als componist, mijn bovenvermelde<br />

visie laat namelijk niet toe om marktgericht of commercieel<br />

te schrijven. Daarom heb ik ervoor gekozen<br />

om les te geven, maar ook dat is geen corvee: het is<br />

een tweede roeping gebleken, het is iets dat ik zeer<br />

belangrijk vind en ook zeer graag doe.<br />

Op zaterdag 4 oktober, tijdens de eendaagse happening<br />

“Metamorfosen” in Muziekcentrum AMUZ,<br />

brengt HERMESensemble in het concert “The Times<br />

they are a-changin’” werken van zeer jonge componisten<br />

(tussen twaalf en twintig jaar), die (nog) geen<br />

conservatoriumopleiding genoten. Jij bent een soort<br />

‘peetvader’ en initiatiefnemer van dit concept. Hoe is<br />

dit ontstaan, en waarom?<br />

Er schuilt ontzettend veel jong talent in die leeftijdscategorie,<br />

en het is een doelgroep die niet vaak<br />

ondersteund wordt. Als ik een veertienjarige zie die<br />

– net als ik – niet op kamp gaat in de zomervakantie,<br />

maar thuis blijft om te componeren, dan breekt<br />

mijn hart als die composities niet uigevoerd kunnen<br />

worden. Het is bovendien de beste leerschool voor<br />

zo’n jonge componist om zijn of haar werk deftig uitgevoerd<br />

te weten; dit zijn gebeurtenissen van fundamentele<br />

invloed, en er bestaan nauwelijks manieren<br />

of kanalen voor. Een veertienjarige violist kan terecht<br />

in één van de talrijke jeugdorkesten, maar er zijn<br />

geen vergelijkbare initiatieven voor componisten. Er<br />

bestaan natuurlijk verschillende compositiewedstrijden,<br />

maar daar wordt uiteindelijk steeds een winnaar<br />

gezocht. Meestal bestaat er in een wedstrijd een leeftijdscategorie<br />

van twaalf tot achttien. Tien tegen één<br />

zal de twaalfjarige deelnemer het moeten afleggen<br />

tegen de achttienjarige, wat sterk demotiverend kan<br />

werken, en waardoor er volgens mij vele waardevolle<br />

composities en muziekschrijvers hun kans missen.<br />

In aanvulling op initiatieven om de beste werken te<br />

bekronen, is er sterk nood aan evenementen waar dit<br />

werk gewoon professioneel kan uitgevoerd worden,<br />

en waar jongeren kunnen experimenteren. Voor een<br />

jonge componist is dit op zich al een uitgelezen buitenkans.<br />

“The Times they are a-changin’” is dan ook<br />

niet als een wedstrijd opgevat: er vindt een selectie<br />

plaats met een jury, met het oog op een concert waarbij<br />

elke waardevolle bijdrage – binnen verschillende<br />

leeftijdscategorieën - een plaats krijgt.<br />

Vanaf welke leeftijd ben je zelf beginnen componeren?<br />

Heb je zo’n initiatief als “The Times…” gemist in<br />

je jonge jaren?<br />

Ik ben beginnen schrijven vanaf mijn negen jaar.<br />

Ik kon experimenteren met samenklanken op de muziekacademie,<br />

maar ook in de Steinerschool waar ik<br />

les volgde. Ik speelde toen ook al viool, dus de stukjes<br />

die ik daarvoor schreef kreeg ik meestal zelf<br />

21


22<br />

wel gespeeld. Maar op den duur wil je wel eens voor<br />

andere instrumenten schrijven, of voor technisch<br />

meer onderlegde musici dan jezelf. Dan zit je vast<br />

als jonge snaak; pas vanaf achttien à negentien jaar<br />

kon ik meedoen aan wedstrijden, maar die hadden,<br />

zoals uitgelegd, dan weer een heel ander doel, terwijl<br />

je vooral nog wil experimenteren en ontdekken. Hoe<br />

vroeger echter de ervaring van een echte uitvoering<br />

plaats vindt, hoe sneller je daarvan kan leren, en hoe<br />

meer je daaraan hebt.<br />

wat ik al wilde bereiken toen ik negen<br />

jaar was: eindelijk kunnen horen<br />

wat ik zo graag zou willen horen.<br />

Op zaterdag 29 november creeërt HERMESensemble<br />

tenslotte een nieuw “Concerto voor viool en ensemble”<br />

in AMUZ, waar je volop aan bezig bent.<br />

Waarom de keuze voor een vioolconcerto?<br />

Ik wilde al lang een vioolconcerto schrijven, ik<br />

ben ook zelf violist, en ben daardoor zeer vertrouwd<br />

met het genre. Het ligt dus opnieuw in de lijn van<br />

mijn persoonlijke geschiedenis: ik heb meer affiniteit<br />

met de viool dan met eender welk ander instrument.<br />

Wat mogen we verwachten van het concerto? Waar<br />

zal het “over gaan”?<br />

Qua vorm zijn veruit de meeste vioolconcerto’s<br />

enerzijds drieledig, en anderzijds gedacht vanuit de<br />

tegenstelling viool versus ensemble of orkest. Die<br />

traditionele structuren wil ik doorbreken en verruimen.<br />

Mijn concerto wordt één deel, waarbij de viool<br />

de compositie aanstuurt, alle muzikale elemen-<br />

ten aanbrengt, en het ensemble als het ware door<br />

de compositie leidt. De dirigent fungeert eerder als<br />

een ritmisch coördinator, de soloviolist is de echte<br />

aanvoerder in dit werk, zoals het bijvoorbeeld in de<br />

barokke concerto’s gebeurde. Harmonisch bouw ik<br />

momenteel verder op wat ik in mijn orkestwerk “Tetrahedron”<br />

voor het eerst exploreerde: ik voel me nog<br />

steeds thuis in dezelfde harmonische constructie die<br />

gevisualiseerd wordt in een geometrische figuur.<br />

“The Times they are a-changin’”<br />

(i.k.v. “Metamorfosen”)<br />

4 oktober, 18u30<br />

Muziekcentrum AMUZ<br />

HERMESensemble i.s.m. Explorations<br />

en De Veerman<br />

Werk van jonge componisten, geselecteerd en begeleid<br />

door Bram Van Camp<br />

“In Light of History”<br />

29 november, 21u<br />

Muziekcentrum AMUZ<br />

HERMESensemble o.l.v. Marco Angius (It.)<br />

Wereldcreatie van het “Concerto voor viool en ensemble”<br />

van Bram Van Camp<br />

(vioolsolo: Wibert Aerts)<br />

www.bramvancamp.be<br />

www.hermesensemble.be


ecensie<br />

the food of love ...<br />

door hans dowit<br />

on d e r d e zeVen a f s t u d e r e n d e s t u d e nt<br />

e n V a n d e M a s t e r o p l e i d i n g d r a M a w a r e n<br />

in M e i t w e e M a s t e r s kl e i n k u n s t d i e M e t<br />

h u n C o n C e r t e n een i n t e r e s s a n t en VeelbeloVend<br />

d e b u u t M a a k t e n.(“sY M p t o M s o f<br />

Mo j o” d o o r liesa Va n d e r aa, in he r M a n<br />

teirlinCk za a l o p 22 t/M 24 M e i 2008 en<br />

“la V r e n d a f f” d o o r ar n e leurentop, o p 26<br />

M e i in ra t a p l a n, 27 M e i in tr i x Ca f é, 30<br />

M e i in ze e z i C h t en 31 M e i en 1 j u n i 2008 in<br />

sC h e l d ’ap e n)<br />

Naast de soloartiesten die in de afgelopen jaren voortkwamen<br />

uit de afstudeerrichting Kleinkunst is er een gestage opvolging van<br />

muzikanten (het ene jaar al meer dan het andere), singer/songwriters<br />

in verschillende genres van lichte en niet zo heel lichte muziek.<br />

Vorig academiejaar nog vielen Tom Kets, Sam Wouters en -heel nadrukkelijk-<br />

Hannelore Bedert op, ieder met hun eigen stijl; dit jaar<br />

wordt de aandacht getrokken door Liesa Van der Aa (die dit voorjaar<br />

al een spelstage volbracht in de Toneelhuisproductie van Hugo<br />

Claus’ De Geruchten) en Arne Leurentop (wiens kindervoorstelling<br />

Stoppeltje (woke up this morning) een frisse impuls gaf aan het<br />

jeugdtheater). Vergelijking van de twee concertprogramma’s doet<br />

misschien iets te kort aan beide, maar is hier ter zake, omdat Van<br />

der Aa en Leurentop aan dezelfde opleiding afstuderen.<br />

Een belangrijke opdracht die in alle fases van de Kleinkunstopleiding<br />

terugkomt is songwriting. Vanaf de eerste bachelor worden<br />

de studenten getraind in de muzikale en tekstuele technieken van de<br />

song en passen ze die toe op hun eigen composities. De bedoeling is<br />

dat die training hen een sterke basis geeft waarop ze hun eigen stijl<br />

kunnen ontwikkelen en waarmee ze hun repertoire toegankelijk<br />

kunnen maken. Getuige de songs van velen van de alumni levert die<br />

methode goed resultaat, maar ze is -noodzakelijkerwijs- ook rigide<br />

genoeg om weerstand op te roepen. En daaruit, uit een attitude van<br />

verzet tegen de grenzen van de song, komen concerten voort als die<br />

van Liesa Van der Aa en Arne Leurentop.<br />

23


24<br />

Deze laatste beloofde in zijn aankondiging zijn kennis<br />

met die van zijn band te bundelen en die vervolgens<br />

“vakkundig de nek om(te)wringen. Dam dam di doebi<br />

doebi!”; Van der Aa liet het geweten zijn dat ze geen<br />

“songs” wil maken en bewust volgens een meer vloeibare<br />

methode te werk gaat. Wat deze muzikanten, met<br />

verschillend resultaat, in ieder geval hebben gedaan is<br />

een eigen vorm van song creëren. Die is niet altijd en<br />

uitsluitend innovatief; beiden schuwen niet hun inspiraties<br />

duidelijk te laten horen. Wel geven ze prioriteit<br />

aan de inhoud van hun teksten en laten die dragen<br />

door precies die maatsoorten, ritmes, kleuren en klimaten<br />

die ze daarvoor wenselijk vinden.<br />

Leurentop doorbreekt de rigiditeit van zijn rock and<br />

roll songs met onverwachte, wat meditatieve interventies<br />

van gitaar en toetsen en stelt tegenover het “yang”<br />

van bas en slagwerk regelmatig het “yin” van viool en<br />

falsetstem. Hij doet mij bij tijden denken aan een hedendaagse<br />

Brian Wilson of, jawel, aan een jonge Dylan.<br />

Van der Aa heeft als basis van haar concert de trage,<br />

uitgesponnen vertelling (culminerend in Mozart, een<br />

symfonisch nummer voor één viool, stem en effectapparatuur),<br />

die ze afwisselt met ritmische statements.<br />

Ze lijkt me daardoor soms op Meredith Monk of een<br />

vloeiende verschijning van Laurie Anderson (Niet dat<br />

ik weet of zij zich in deze typeringen zouden herkennen;<br />

zelf noemen ze als hun inspiratie o.a.: The Beatles,<br />

Prince, Björk, Tom Waits, Jimmy, Kurt and Janis).<br />

De twee programma’s werden aangekondigd met<br />

hun titel (Mojo betekent eigenlijk amulet, maar in de<br />

muziek ook: inspiratie, passie, seks. Lavrendaff is de<br />

meest spectaculaire misspelling van Leurentops familienaam).<br />

Blijkbaar willen geen van beide muzikanten<br />

het podium op als Liesa of Arne “met band”. Toch is<br />

dat wat ze zijn: ieder op eigen wijze en met typerende<br />

podiumpresence is nadrukkelijk frontman/woman,<br />

die in creatie en presentatie de leiding heeft. Leurentop<br />

“danst” altijd; zijn manier van voortdurend bewegen is<br />

-steeds anders- altijd één met zijn zang en gitaarspel en<br />

de totale sound van het nummer; zijn muzikanten stuwend,<br />

is hij soms letterlijk dirigent. Van der Aa staat,<br />

wanneer ze niet in de microfoon zingt, veelal iets ‘en<br />

profile’, waardoor ze haar band een open communicatie<br />

met het publiek geeft, maar tegelijk de spelers in het


gezicht ziet en onder controle heeft. Anderzijds lijken<br />

ze ook niet bevreesd om het initiatief van hun bands<br />

de ruimte te geven. Integendeel: zowel Symptoms of<br />

Mojo als Lavrendaff worden gespeeld door een groep<br />

degelijke, veelzijdige, geïnspireerde instrumentalisten,<br />

wier bijdrage aan het concert veel verder gaat dan de<br />

uitvoering van wat hun singer/songwriter heeft bedacht.<br />

Hun teksten, de vorm van hun poëzie, moeten iets<br />

te maken hebben met hun persoonlijkheid, met de hun<br />

eigen wijze van spreken. Van der Aa is praatgraag, een<br />

vertelster die haar toehoorder verleidt met de cataract<br />

van haar -soms tegenstrijdige- woorden. Leurentop is<br />

een scepticus die eerder spreekt in ironiserende, soms<br />

cynische soundbytes. Dat is terug te horen in hun<br />

songs, die bij Van der Aa wijd reiken, van ballad tot<br />

rap tot afbrokkelende zinnen. Leurentop daarentegen<br />

vervolg<br />

van p. 12<br />

dewijnstichting Steunraad <strong>Antwerpen</strong><br />

voor hun sociaal-artistieke projecten.<br />

Jonathan Van De Velde, student B3 bij<br />

France Springuel behaalde, de 1 ste prijs in het celloconcours<br />

van St. Pieters-Woluwe. Dit is een nationaal<br />

concours met de beste studenten (voor cello)<br />

van alle conservatoria in België.<br />

Eva Verheyen, studente harp bij Sophie Hallynck,<br />

heeft de 2 de prijs van de Rotary Harp Wedstrijd in<br />

Gent gewonnen.<br />

Oud-student woordkunst Freek Vielens laatste radiodocumentaire<br />

over zijn tijd in Belgie is geselecteerd<br />

voor het IFC, de International Features Conference.<br />

Dit is een wereldwijd radiodocumentaire-<br />

combineert efficiënte, maar zeer beeldende verzen met<br />

heel gevarieerde, maar strak gestructureerde rock and<br />

roll. In hun thema’s -bijna altijd geladen met sensualiteit-<br />

nemen liefde en (verschillende momenten van)<br />

afscheid een belangrijke plaats in. Hoewel puttend uit<br />

nog korte ervaring (ze zijn allebei natuurlijk twintigers),<br />

weten ze deze al aan te spreken als hun belangrijkste<br />

bron en zelfs te vatten in de traditie van hun vakgenoten;<br />

daarmee hun dromen, passies, verlangens, verlies<br />

en teleurstelling universeel en “van ons” makend.<br />

Het zouden wat melancholieke kids lijken, die nieuwe<br />

Kleinkunstenaars, als ze niet vooral een creatieve energie<br />

en speelplezier zouden ten toon spreiden, die doen<br />

uitzien naar meer.<br />

Hans Dowit<br />

algemeen coördinator van de opleiding Drama<br />

reageer via forum.ca@artesis.be<br />

festival in Bulgarije. Documentairemakers van over<br />

de hele wereld beluisteren verschillende documentaires,<br />

die inhoudelijk of qua vorm bijzonder werden<br />

bevonden. ’In den Vreemde’ gaat over Freeks<br />

vier jaar als Nederlander in <strong>Antwerpen</strong>. Hij praatte<br />

met Michael Das (leraar HTI) en Marie- Rose Morel<br />

(Vlaams Belang) over zijn integratieproces. De<br />

docu is te beluisteren op www.freekvielen.nl bij documentaires.<br />

Cathy Berx, kersverse Gouverneur van de provincie<br />

<strong>Antwerpen</strong>, heeft het voorzitterschap van de<br />

Stichting Conservatorium <strong>Antwerpen</strong> aanvaard.<br />

Katrien Lissens, oud-studente van Aldo Baerten,<br />

wordt praktikante bij de Nordwestdeutsche Philharmonie.<br />

lees verder op p. 33<br />

25


26<br />

sanctorum<br />

van digitale rijn tot lange wapper:<br />

hoe autonoom is ons smaakoordeel nog?<br />

jo h a n sa n C t o r u M is C u l t u u r f i l o s o o f.<br />

telkens d i e p t h i j V o o r fo r u M een t h e M a<br />

u i t r o n d k u n s t, C u l t u u r en s a M e n l e V i n g.<br />

w w w .Visionair-b e l g i e.b e<br />

media, modernisme en perceptiecultuur in<br />

het scheldebekken anno 2008<br />

De afsluiting vorig seizoen van Wagner’s vierdelige Ringcyclus<br />

in de Vlaamse Opera, onder de regie van Ivo Van Hove, nodigt<br />

uit tot een paar nabedenkingen rond kunst, perceptie en de<br />

rol van de media hierin.<br />

Vooreerst dit. De ‘21ste eeuwse’ Wagnervisie Van Hove is er<br />

een zoals een ander,- bij mij riep hij alleszins zeer gemengde<br />

gevoelens op. De ring als computerchip, de Rijn als digitale<br />

snelweg, de Walküren als verpleegsters van een MUG-team,<br />

Siegfried en Brünnhilde als John Lennon en Yoko Ono, … het<br />

is me allemaal wat te gemakkelijk en te cerebraal bedacht, met<br />

veel te veel beeldschermgeflikker, een tekort aan buikgevoel, of<br />

ook wel aan elementaire kennis van het operamedium en respect<br />

voor het origineel, wat soms genante decalages opleverde tussen<br />

woord en beeld.<br />

Ik vrees dus wel ergens dat ook op Ivo Van Hove het strenge<br />

oordeel van Waltraud Meier, een van de grootste Wagnersopranen<br />

van deze tijd, van toepassing is: “Regisseurs kennen hun<br />

stiel soms niet. Ze komen af met ideeën die geen handen en voeten<br />

hebben. Ideaal moeten vorm en inhoud overeenstemmen.


De meeste hebben slechts vormideeën of eigen psychologische<br />

problemen die ze dan zelftherapeutisch<br />

naar buiten brengen.”<br />

Dat klopt, maar er is nog meer aan de hand bij<br />

‘actualiserende’ deconstructies à la Van Hove. Geen<br />

enkele operacomponist is zo onderworpen geweest<br />

aan hineininterpretierung als Richard Wagner, en<br />

dat heeft zo zijn reden. Het fenomeen is in het naoorlogse<br />

Duitsland zelf ontstaan, met regisseurs<br />

als Götz Friedrich, die in het reine wilden komen<br />

met een zwaar historisch schuldcomplex. Wagner,<br />

de 19de eeuwse componist met antisemitische neigingen,<br />

verafgood door Hitler en het nazi-regime,<br />

vormde daartoe het aangewezen medium. De obsessie<br />

vanwege het naoorlogse Duitse artistiek establishment<br />

om de erfzonde van Auschwitz steeds weer te<br />

moeten ‘afwassen’, leidde in het muziektheater tot<br />

een cultus van de revisie en de ‘actualisering’, waarin<br />

dus vooral de lichtjes verbrande Richard Wagner zijn<br />

political correctness postuum moest bewijzen. Niet<br />

toevallig zou deze denazificatie trouwens uitgerekend<br />

in voormalige nazi-tempels als Bayreuth zijn beslag<br />

krijgen, mede onder impuls van Wagner’s kleinzoon<br />

Wieland (wiens oorlogsverleden zelf overigens niet<br />

onbesproken was). Het zuiveringsproces kende zijn<br />

culminatiepunt met de fameuze Ring-enscenering<br />

van filmregisseur Patrice Chéreau in het Bayreuthjubileumjaar<br />

1976, en is sindsdien in ontelbare variaties<br />

geïmiteerd, dikwijls overigens door niet-operaregisseurs<br />

zoals, jawel, onze Ivo Van Hove.<br />

Want in een tweede golf werd heel de Europese<br />

operacultuur, pakweg vanaf de jaren ’70 (of zullen<br />

we Mei ’68 als referentiepunt nemen…), door deze<br />

politiserende stroom bevangen, en doken overal,<br />

van Londen tot Praag, de Wagnerinterpretaties op<br />

met SA-uniformen, Hitlergroet, en als het even kon<br />

ook een kamp met prikkeldraad en de nodige gruwelscènes.<br />

Inderdaad: Auschwitz was een Europees<br />

27


28<br />

probleem, van humaan-mondiale afmeting zelfs, en<br />

noopte tot een permanente schuldbekentenis en historische<br />

rechtzetting, die op de grote kunstpodia hun<br />

beslag moesten krijgen.<br />

Daar hoorde ook enige Publikumsbeschimpfung<br />

bij,- een masochistische neiging van het ‘burgerlijk-decadente’<br />

operapubliek om tol voor de historische<br />

schuld te betalen, door de schokterapie van de<br />

avant-garde te ondergaan met urenlang flikkerende<br />

beeldschermen, en het nadien ook nog ‘hoogstaand’,<br />

‘vernieuwend’, ‘revolutionair’ te vinden. De katarsisobsessie<br />

werd een heersende trend, en vervolgens<br />

een artistiek dogma, waarvan het zeer onbehoorlijk<br />

was om het ter discussie te stellen. Aan de modernistische<br />

canon bleken allerlei facetten van (auto-)censuur<br />

te kleven, die de epuratie moest veilig stellen.<br />

Dat brengt ons meteen tot de kern van het probleem<br />

en de meta-theatrale clou van het Antwerpse<br />

Ring-gebeuren. Uit de perscommentaren rond Van<br />

Hove’s enscenering blijkt een enorm éénstemmig<br />

positivisme dat ik ronduit genant vind. De Standaard,<br />

De Morgen, Knack, om maar de drie grootste waarnemers<br />

te noemen van het Vlaamse cultuurwezen,- allen<br />

staken ze unisono de loftrompet over een product<br />

dat op zijn minst toch controverse zou moeten oproepen.<br />

Geen schijntje van voorbehoud of kritische<br />

voetnoot; zelfs de ‘frut’, alias Gazet Van <strong>Antwerpen</strong>,<br />

verloor zich omtrent Van Hove’s Ring in superlatieven<br />

(‘adembenemend’, ‘mysterieus’, ‘triomfantelijke<br />

apotheose’, ‘verdiende staande ovatie’…).<br />

Toeval? Telepathie? Of… hebben deze meningen<br />

een gemeenschappelijke souffleur?<br />

van obsessie tot hype<br />

Als men de persartikels naast elkaar legt, valt inderdaad<br />

op dat de heren recensenten (indeed, geen<br />

dames, sinds la Metdepenninghen op pensioen is)<br />

grote delen overnemen van het dramaturgische exposé<br />

uit het programmaboekje, zonder daar zelf enige<br />

bedenking aan te knopen. De commentaren lijken<br />

me niet ingegeven door onafhankelijke observatie en<br />

reflectie vanwege een kritische toeschouwer. Ze zijn<br />

analytisch zwak, stereotiep, en geïnspireerd door<br />

een onstuitbare drang om mee te gaan met de hype<br />

van het moment. Men mag hier dus spreken van<br />

slecht recensiewerk en zware positieve vooringenomenheid.<br />

Ach natuurlijk: de achtbare vertegenwoordigers<br />

van de schrijvende pers worden traditioneel<br />

met veel égards behandeld, verwend met de beste<br />

premièrezitjes, champagne en hapjes. Maar het zit<br />

dieper dan deze zachte vorm van omkoperij. Ik vrees<br />

namelijk dat de naoorlogse modernistische dwangneurose,<br />

die de lelijkheid inkadert in een noodzakelijk,<br />

collectief reinigingsritueel, is overgeslagen naar<br />

het opinie-management rond het artistiek gebeuren,<br />

de mediaperceptie, tot en met uiteraard de mening<br />

van het publiek zelf.<br />

Inderdaad, wie zou bij zoveel media-euforie nog<br />

durven zeggen, -of zelfs maar denken,- dat Van Hove<br />

zich vergaloppeerd heeft en van opera of Wagner<br />

geen kaas heeft gegeten? De pers heeft haar kritische<br />

rol volkomen losgelaten, om zich met des te meer<br />

ijver de verbreiding van de solidaire hype-cultuur eigen<br />

te maken. Uiteindelijk verstomden alle kritische<br />

geluiden bij het publiek, ook de internetcommentaren,<br />

uit vrees om zich te isoleren en belachelijk te<br />

maken. De metamorfose van een ‘kwaliteitskrant’<br />

zoals De Standaard, tot een soort trend-en-lifestyledagblad,<br />

is typerend voor deze evolutie. Zij bepalen


de smaak, en gaan vrijwel altijd mee met de promotionele<br />

stroom rond het product. De tijd dat theatermakers<br />

met knikkende knieën het verdict afwachtten<br />

van criticus Wim Van Gansbeke-zaliger, is wel<br />

definitief voorbij. In de plaats daarvan is de hypereportage<br />

gekomen, een softe echo van de publiciteit<br />

rond het cultureel item. De Morgen, Klara en Knack<br />

linken zich trouwens structureel aan de grote podia,<br />

en treden o.m. op als ‘mediapartners’ van de Vlaamse<br />

Opera.<br />

De ‘fantastische, vernieuwende, revolutionaire’<br />

Ring-enscenering van Ivo Van Hove is dus vooral<br />

een zaak van verregaande mediatisering, uitgedokterd<br />

in de PR-afdeling van het operahuis, in overleg<br />

met de mediasponsors. Meer zelfs: het kunstwerk<br />

is samengevallen met de apologetische peptalk errond.<br />

Er ontstaan geen controverses, omdat de perceptiesturing<br />

deel uitmaakt van het productieproces.<br />

Uiteraard heeft kunst altijd met perceptie te maken.<br />

Maar ditmaal lijkt het erop dat er nieuwe taboes ontstaan<br />

rond afwijkende meningen en kritische observaties.<br />

Het kunstwerk heeft geen autonome betekenis<br />

of gravitatie meer, waarrond zich tegenstrijdige<br />

visies kunnen ontwikkelen, maar functioneert als<br />

gemediatiseerd gerucht, als gehypt icoon.<br />

De mythe van de ‘dissidente’ avant-garde en de artistieke<br />

‘rebel’ moet hier dringend worden ontkracht:<br />

coryfeeën als Van Hove, Fabre of zelfs kakmachinebedenker<br />

Wim Delvoye zijn helemaal niet rebels of<br />

dissident, ze zijn niet eens controversieel. Veeleer<br />

zijn het monstres sacrés, gekroonde narren die het<br />

artistieke circuit controleren, zich rijkelijk laven aan<br />

de subsidiepotten, en in ruil daarvoor genereus meewerken<br />

aan de mediagestuurde consolidatie van de<br />

publieke consensus.<br />

echt aantwaarps theater<br />

De regisseur van de recente Ring-productie in de<br />

Vlaamse Opera blijkt dus, voor alles, een exponent te<br />

zijn van de modernistische inprentingsmechanika,<br />

die onze smaakpapillen strikt binnen de politiekcorrecte<br />

trendcultuur conditioneert. Als ik dat gegeven<br />

anno 2008 nu terugkoppel aan het verhaal van<br />

Wagner, Auschwitz en de na-oorlogse publieke uitdrijvingsrituelen,<br />

dan moest deze Ring wel ooit geserveerd<br />

worden in de Europese stad met de hoogste<br />

zuurtegraad,- <strong>Antwerpen</strong>. Is de plaats van handeling<br />

nog steeds de (gedigitaliseerde) Rijn, dan kan men<br />

toch niet voorbij aan de vaststelling dat deze Vlaamse<br />

productie vooral de populatie van het Scheldebekken<br />

als doelgroep heeft.<br />

Dat brengt ons tot de gewaagde veronderstelling<br />

dat Van Hove’s electronische flikker-Ring ook impliciet<br />

geconcipieerd is als een ontsmettingsmiddel<br />

t.o.v. het fameuze Antwerpse, ronduit incivieke onderbuikgevoel.<br />

Deze stad is politiek labiel, mentaal<br />

ondoorzichtig en socio-cultureel een gistend moeras.<br />

29


30<br />

Progressieve kunstpaus Gerard Mortier heeft de Sinjoor<br />

al voor ongeneeslijk verklaard. Grote delen van<br />

het Scheldebekken, tussen Zandvliet en Lokeren,<br />

zijn aangetast door een onderstroom van burgerlijke<br />

ongehoorzaamheid waar het systeem geen raad mee<br />

weet. Kan een Museum voor Moderne Kunst of actuele<br />

opera deze stad redden? Is een schokbehandeling<br />

nog mogelijk? Overal elders schijnt dit te lukken,<br />

maar hier…<br />

Met het recente verzet tegen de plannen voor de<br />

Lange Wapper-brug, een nieuwe parel van oogverblindend-moderne<br />

Waw!-architectuur na het overgeproportioneerde<br />

frietzakken-justitiepaleis, blijkt weerom<br />

hoe averechts deze stad wel voelt en denkt, ondanks<br />

die moderne Ring. Waarom willen de <strong>Antwerpen</strong>aren<br />

niet hip, modern, trendy zijn zoals alle andere wereldburgers?<br />

In plaats van zich te verheugen in dit riant<br />

sluitstuk van de ringverbinding, komen actiegroepen<br />

aandraven met dossiers rond fijn stof, lawaaihinder,<br />

visuele vervuiling, en, jawel, zelfs een alternatief tunnel-tracé.<br />

Een tunnel, een molsgang!<br />

Het is alsof het theaterpubliek tijdens de voorstelling<br />

het bestaande draaiboek de vuilbak inkiepert, de<br />

regisseur naar huis stuurt en het initiatief overneemt.<br />

Ik heb dat nog nooit meegemaakt, maar het moet er<br />

eens van komen. Dat is een échte revolutie, een schokgolf:<br />

smaak wordt weer iets autonoom en individueel,<br />

zoals de verlichtingsfilosoof Immanuel Kant het in<br />

de 18de eeuw formuleerde. Als het U niet aanstaat,<br />

zeg het dan, vrijuit. Kunst is niet aan regels gebonden,<br />

maar dat betekent ook dat het artistiek oordeel<br />

van de toeschouwer geen enkele vorm van betutteling<br />

verdraagt.<br />

Ongewild zijn we zeer dicht gekomen bij de anarchistische<br />

filosofen die Richard Wagner bestudeer-<br />

de, net toen hij de tekst van de Ring des Nibelungen<br />

schreef, zo rond 1850. Misschien zou een echte politieke<br />

parodie van Wagner’s tetralogie veel boeiender<br />

zijn dan een quasi-actuele versie. Gesitueerd aan de<br />

Schelde, met Patrick Janssens als de arrogante Wotan<br />

(‘Just walk and don’t look back’); Noël Slangen als de<br />

perfide Loge (‘De beste communicatie bestaat erin<br />

om niét te communiceren); Antwerps provinciegouverneur<br />

Camille Paulus als de onnozele Froh (“Deze<br />

brug is goed voor <strong>Antwerpen</strong> en Vlaanderen”); BAMvoorzitter<br />

Karel Vinck als Donner, alias de Ausputzer<br />

met de hamer; Vera, Magda en Mieke (“Amai, wat een<br />

schoen maket!”) als de niet-meer-zo-frisse Rijndochters;<br />

en niet te vergeten natuurlijk Alberich, tegenpool<br />

van Patrick’s Walhalladroom en donkerbruine kwelduivel.<br />

De ring zou gewoon de ring blijven, de brug<br />

ook, zoals hij grotesk verschijnt, aan het einde van<br />

Das Rheingold:<br />

Zur Burg führt die Brücke<br />

Leicht, doch fest eurem Fuss:<br />

Beschreitet kühn ihren schrecklosen Pfad!<br />

Pure perceptie, zei ik het niet. Iedereen gelooft<br />

erin, dus zal hij er staan voor we er erg in hebben. Om<br />

na een vooravond en drie dagen roemloos in elkaar te<br />

stuiken. Naar het schijnt wilde Wagner oorspronkelijk,<br />

lang voor zijn Bayreuth-plannen, na afloop van de<br />

eerste Ring-opvoeringen het houten operahuis aan de<br />

Rijn écht in de fik steken. Waar wachten we nog op?<br />

Johan Sanctorum


kort<br />

nieuwe docenten Piano,<br />

zang en cello<br />

Wij melden met gepaste trots dat vanaf heden de<br />

volgende musici worden aangesteld als docent aan<br />

het Koninklijk Conservatorium <strong>Antwerpen</strong>:<br />

De Italiaanse concertpianiste Irene Russo studeerde<br />

bij Lazar Berman aan de Internationale Piano Academie<br />

van Imola en bij Alicia de Larrocha in Barcelona.<br />

In 1999 behaalde ze de 1ste prijs op de Internationale<br />

Pianowedstrijd ‘Emmanuel Durlet’ in <strong>Antwerpen</strong>, in<br />

2000 won ze de Internationale Pianowedstrijd Clara<br />

Schumann in Düsseldorf en in 2002 de Speciale Prijs<br />

voor de beste interpretatie van hedendaags werk op<br />

de ARD Internationale Pianowedstrijd in München.<br />

In 2003 kreeg ze in Buenos Aires, op persoonlijk initiatief<br />

van Martha Argerich, een speciale ‘Mention of<br />

Honour’ voor haar zeer persoonlijk pianospel in de<br />

finale van de Martha Argerich Competition. Irene<br />

Russo trad op als soliste in belangrijke concertzalen<br />

en festivals zoals: Schloss-Elmau, Robert Schumann<br />

Festival, La Roque d’Antheron, Festival International<br />

de Marseille, Beethoven Klavier Festival, Heidelberg<br />

Spring Music Festival, Festival van Vlaanderen, Musica<br />

Viva Festival, Eclat Neue Musik, Bergen Interna-<br />

tionalContemporary Music Festival,<br />

Klavier Festival<br />

Freiburg, Festival<br />

Ten Holt en LekArt<br />

Festival. Als gastsoliste<br />

speelde ze met<br />

deFilharmonie, het<br />

Münchener Kammerorchester,<br />

het<br />

Kiev Symphony<br />

Orchestra, de DüsseldorferSymphoniker,<br />

de Houston<br />

Symphony, de<br />

Klassische Philharmonie,<br />

het Orchestra<br />

da Camera<br />

di Mantova e.a. Ze maakte opnames voor Radio Klara,<br />

Radio 4 NL, RAI, ARD, Bayerischer Rundfunk WDR,<br />

ZDF, SWR, Radio Vaticana, Radio CBC Canada. Als<br />

gepassioneerd kamermusicus heeft zij samengewerkt<br />

met o.a. Jörg Widmann, Valerie Guillorit, Gabriele<br />

Cassone, Frank Reinecke, David Adorjan, Carolin<br />

Widmann, Genevieve Strosser, Zoltan Kovacs en<br />

Nadja Helble. Eerder dit seizoen maakte zij een concerttour<br />

in Duitsland met het ‘Klassische Philharmonie<br />

Orchester’ (Brahms nr.2) o.l.v. Heribert Beissel,<br />

met als hoogtepunt een optreden in een uitverkocht<br />

‘Konzerthaus Berlin’, waar zij grote bijval genoot van<br />

pers en publiek. Onlangs trad zij voor het eerst op in<br />

de ‘Liederhalle Stuttgart’ en in april 2008 was zij uitgenodigd<br />

in het Marshall Auditorium in Barcelona.<br />

Irene Russo wordt regelmatig gevraagd als jurylid van<br />

internationale pianowedstrijden en voor masterclasses<br />

en lezingen. In oktober 2008 zal zij jurylid zijn<br />

van de ‘International Students Piano Competition’ in<br />

Utrecht, waar zij ook een masterclass zal geven. Irene<br />

31


32<br />

Russo doceert eveneens aan het conservatorium<br />

‘A. Steffani’ in Castelfranco Veneto (Venetië).<br />

Lubov Tomasson-<br />

Stuchevskaya werd geboren<br />

in Moskou waar<br />

zij ook haar studies<br />

zang en piano begon<br />

aan het Ippolitov-Ivanov<br />

College of Music. Nadat<br />

zij de prijs van de Wolfson<br />

Foundation in Londen<br />

won, zette zij haar<br />

studies verder bij Vera<br />

Rosza en later aan de<br />

Royal College of Music<br />

Opera School. Ze nam<br />

deel aan verschillende masterclasses bij enkele van de<br />

meest vermaarde zangers van de 20ste eeuw: Mirella<br />

Freni, Nicolai Gedda, Nico Castel, Elena Obraszova,<br />

Grace Bumbrey, Giuseppe di Stefano en Graham<br />

Clark. Onder begeleiding van Ileane Cotrubas studeerde<br />

zij de rol van Mimi die zij met groot succes in<br />

verschillende Europese landen heeft gebracht. Lubov<br />

bracht haar Londens debuut als Lisa in Tchaikovsky’s<br />

Pique Dame. Haar repertoire omvat Fiordeligi (Cosi<br />

fan tutte), Sophie (Werther), Tatiana (Eugene Onegin),<br />

Iolanta (Iolanta), Marina (Boris Godunov), Mimi<br />

(La Bohème), Tosca (Tosca), Cio-Cio-San (Madama<br />

Butterfly),Santuzza (Cavaleria Rusticana), Violetta Valery<br />

(La Traviata), Leonora (Il Trovatore), Aida (Aida).<br />

Ze voerde ook het Magnificat van J.S. Bach, Vivaldi’s<br />

Gloria, Dvorak’s Te Deum en Stabat Mater, Brahms’<br />

Deutches Requiem, Mendehlsohn’s Elijah, Rossini’s<br />

Stabat Mater en Verdi’s Requiem uit. Ze maakte een<br />

opname van Sjostakovitsj’s Hamlet en King Lear voor<br />

het label Naxos. Sinds enkele jaren legt ze zich vooral<br />

toe op het lesgeven en coachen en geeft ze regelmatig<br />

masterclasses aan de Hochschule für Musik Köln en<br />

de Academy for the Arts in Reykjavik.<br />

Justus Grimm werd geboren in Hamburg. Als kind<br />

in een muzikale familie kreeg hij zijn eerste les cello<br />

van zijn vader toen hij vijf jaar was. Later studeerde<br />

hij in Saarbrücken bij Ulrich Voss en in Keulen bij<br />

Claus Kanngiesser en Frans Helmerson, waar hij afstudeerde<br />

met het Konzertexamen in 2000. Hij volgde<br />

masterclasses bij Boris Pergamenschikov, Steven<br />

Isserlis, Heinrich Schiff en William Pleeth. In 1994<br />

behaalde hij de eerste prijs voor cello aan de Musikhochschule<br />

van Keulen en werd laureaat van de Wedstrijd<br />

Inter Musikhochschule van Duitsland. In 1999<br />

won hij, samen met pianist Florian Wiek, de eerste<br />

prijs op de nationale wedstrijd Deutscher Musikrat en<br />

de eerste prijs met gouden medaille op de internationale<br />

wedstrijd Maria Canals in Barcelona. Sindsdien<br />

was Justus Grimm te gast op verschillende muziekfestivals<br />

over heel Europa. Hij werd als solist door talrijke<br />

orkesten begeleid: het Filharmonisch Orkest van<br />

Hamburg, het Filharmonisch Orkest van Bonn, het<br />

Symfonisch Orkest van de Munt, het Filharmonisch<br />

Orkest van Brandenburg, het Symfonieorkest van<br />

Aaken, l’Orchestre de Chambre de Wallonie, de Rheinische<br />

Philharmonie, het European Union Chamber


Orchestra en het English Chamber Orchestra. Hij soleerde<br />

in Londen met het London Chamber Orchestra.<br />

Als solist en kamermusicus trad Justus Grimm op in<br />

de Berliner Philharmonie, het Konzerthaus Berlin,<br />

de Kölner Philharmonie, de Beethovenhalle Bonn,<br />

de Herkulessaal München, de Musikhalle Hamburg,<br />

de Liederhalle Stuttgart, de Centre Belem Lissabon,<br />

Theatre du Châtelet Parijs in samenwerking met Abdel<br />

Rahman el Bach, Heribert Beissel, Gerard Causé,<br />

Augustin Dumay, Davis Grimal, Katia & Marielle Labeque,<br />

Kazushi Ono, Antonio Pappano, … In 1999<br />

kreeg hij de functie van eerste cellosolist bij het orkest<br />

van de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel.<br />

Olsi Leka, geboren<br />

in Tirana (Albanië), begon<br />

cello te studeren op<br />

6-jarige leeftijd. Als hij<br />

10 jaar is behaaltd hij<br />

de eerste prijs van de<br />

“jonge solisten”- cellowedstrijd<br />

en 4 jaar later<br />

krijgt hij de eerste prijs<br />

van de wedstrijd “jonge<br />

virtuozen” in Tirana. In<br />

1999 beëindigt hij zijn<br />

studies met een gouden<br />

medaille en nadien<br />

studeert hij aan het Koninklijk<br />

Conservatorium<br />

van Brussel bij Harro Ruijsenaars en Jeroen Reuling,<br />

waar hij de ereprijs Van De Kerckhove behaalt. Dankzij<br />

een Erasmusbeurs kan hij zich perfectioneren aan<br />

de Hochschule für Musik in Keulen, in de celloklas<br />

van Maria Kliegel. In 2003 behaalt hij de eerste prijs<br />

in het “Concours d’Interprétation musicale” te Brussel<br />

en wordt nadien geselecteerd voor de “Compéti-<br />

tion Internationale d’Interprétation Musicale” in Limassol,<br />

Cyprus, alwaar hij de tweede prijs bekomt. In<br />

2005 beëindigt hij zijn studies met de grootste onderscheiding<br />

en op 24-jarige leeftijd wordt hij benoemd<br />

tot solocellist van het Nationaal Orkest van België,<br />

alsook cello-gastleraar aan het Koninklijk Conservatorium<br />

van Brussel. Olsi Leka hecht een groot belang<br />

aan barokcello en moderne muziek als essentiële<br />

“bij-talen” van een allround hedendaags musicus. De<br />

laatste maanden heeft hij verschillende celloconcerti<br />

vertolkt, zoals R. Schumann, P.I.Tchaikovsky, E.Lalo,<br />

J.Brahms... Belangrijk hoogtepunt was de succesvolle<br />

interpretatie van het celloconcerto “Tout un monde<br />

lointain” van Henri Dutilleux in aanwezigheid van en<br />

met de warmste felicitaties van de componist zelf. De<br />

laatste jaren heeft Olsi Leka masterclasses en concerten<br />

gegeven in de meeste Europese landen en maakt<br />

hij deel uit van de nieuwe, veelbelovende generatie<br />

van jonge Europese cellisten.<br />

vervolg<br />

van p. 25<br />

Lin Chin Cheng, student compositie<br />

bij Alain Craens en postgraduaat<br />

marimba, won de eerste<br />

prijs op de ‘International Composition<br />

Competition Classical Marimba League<br />

USA’ met zijn compositie ‘Flyology’. Dit werk<br />

zal uitgevoerd worden in de universiteiten<br />

van Ohio en Arizona in Amerika en zal gepubliceerd<br />

worden bij C. Alain Publications. Lin<br />

won ook de derde prijs van de ‘International<br />

Marimba Artist Competition USA’ met lovende<br />

muzikale kritieken.<br />

Annelies Van Roie kon vlak na haar eindexamens<br />

van bachelor dans afgelopen juni haar<br />

stagecontract bij ‘de Stilte’ omzetten in een<br />

lees verder op p. 37<br />

33


34<br />

Festival à la russe:<br />

lezingen en filmvoorstellingen op<br />

de Kunstcampus<br />

‘à la russe’ is een term uit de gastronomie en betekent<br />

dat alle gerechten na elkaar aan tafel worden<br />

gebracht en geproefd. Dit in tegenstelling tot ‘service<br />

française’ waarbij alle schotels, van voorgerecht tot<br />

desserts, tegelijkertijd op tafel worden gezet. Het ‘Festival<br />

à la russe’ laat u twee maanden lang proeven van<br />

hoogstaande lezingen, nooit geziene voorstellingen<br />

en documentaires over Russische muziek. Dit alles<br />

als smaakmaker voor het galaconcert op 18 november<br />

2008 van de Stichting Conservatorium <strong>Antwerpen</strong><br />

t.g.v. de titel Maestro Honoris Causa aan deSingel.<br />

29 september, 19u,<br />

Zwarte Zaal, KCA, gratis toegang<br />

Inleiding: Jan Dewilde, Stravinski in <strong>Antwerpen</strong>.<br />

Filmvoorstelling: Petroesjka (gedanst door het Kirov<br />

Ballet, 2000, 41’)<br />

6 oktober, 19u,<br />

Zwarte Zaal, KCA, gratis toegang<br />

Lezing: Vladimir Ronin, <strong>Antwerpen</strong> en de Russische<br />

kunstenaars door de eeuwen heen.<br />

13 oktober, 19u,<br />

Zwarte Zaal, KCA, gratis toegang<br />

Inleiding: Tom Janssens.<br />

Filmvoorstelling: Tchaikovsky: the tragic life of a<br />

genius (2007, 116’)<br />

20 oktober, 19u,<br />

Zwarte Zaal, KCA, gratis toegang<br />

Lezing: Francis Maes, Toch een groot componist?<br />

Naar een nieuw begrip van Peter Tsjaikovski.<br />

3 november, 19u,<br />

Zwarte Zaal, KCA, gratis toegang<br />

Lezing: Frans Lemaire, Decoding Sjostakovitsj: een<br />

audiovisueel portret.<br />

16 november, 20u,<br />

Blauwe Zaal, desingel, gratis toegang<br />

Concert met werk van Tsjaikovski en Stravinski door<br />

het Symfonieorkest Conservatorium <strong>Antwerpen</strong><br />

o.l.v. Koen Kessels (toegang gratis, geen reservatie)<br />

18 november, 20u,<br />

Blauwe Zaal, deSingel<br />

Galaconcert van de Stichting Conservatorium<br />

<strong>Antwerpen</strong> (enkel op uitnodiging)<br />

24 november, 19u,<br />

Zwarte Zaal, KCA, gratis toegang<br />

Inleiding: Pascale De Groote.<br />

Filmvoorstelling: Ballets russes (2005, 118’ )<br />

Inlichtingen lezingen en filmvoorstellingen<br />

jan.dewilde@artesis.be<br />

Inlichtingen concerten<br />

ann.lommelen@artesis.be<br />

Organisatie: Werkgroep Romantische Muziek<br />

Nevenactiviteiten in het kader van de cyclus<br />

Stravinski Symfonisch in deSingel<br />

23 september, 20u<br />

Jukebox Stravinski<br />

Philippe Herreweghe, Eric de Kuyper en Anna<br />

Luyten<br />

7 oktober, 20u<br />

Lezing: Stravinski<br />

Stephan Weytjens


middelheimconcerten 2008<br />

Naar goede jaarlijkse gewoonte vinden er in het najaar<br />

twee aperitiefconcerten plaats in het Openluchtmuseum<br />

Middelheim (Paviljoen Joep Van Lieshout).<br />

De Vrienden Conservatorium <strong>Antwerpen</strong> bieden er<br />

samen met de Middelheimpromotors een podium aan<br />

jong talent uit het Koninklijk Conservatorium <strong>Antwerpen</strong>.<br />

De concerten zijn gratis toegankelijk, en er wordt<br />

na afloop een hapje en een drankje aangeboden.<br />

Zondag 5 oktober 2008, 11u<br />

Paviljoen Joep Van Lieshout (Middelheim)<br />

Stijn Wauters Trio<br />

Stijn Wauters, piano<br />

Janos Bruneel, contrabas<br />

Tony Vitacolonna, drums<br />

Stijn Wauters is één van de meest begaafde<br />

jazzpianisten die de laatste jaren afstudeerden aan<br />

het Koninklijk Conservatorium van <strong>Antwerpen</strong>. Hij<br />

richtte er ook zijn trio op dat zich vooral concentreert<br />

op jazzstandards die geworteld zijn in de swing van<br />

de jaren ’40 en ’50, met Oscar Peterson, Erroll Garner<br />

en de big bands van Count Basie en Woody Herman<br />

als grote voorbeelden. Op 5 oktober brengen zij o.m.<br />

Woody’n you van Dizzy Gillespie, Four Brothers<br />

van Jimmy Giuffre, Nice work if you can get it van<br />

George Gershwin en The nearness of you van Hoagy<br />

Carmichael.<br />

Zondag 26 oktober 2008, 11u<br />

Paviljoen Joep Van Lieshout (Middelheim)<br />

Strijkkwartet Idée-fixe<br />

Floris Uytterhoeven, viool<br />

Jennifer De Keersmaecker, viool<br />

Ine Kuypers, altviool<br />

Gert-Jan Verbueken, cello<br />

Programma:<br />

Ludwig van Beethoven (1770-1827)<br />

Strijkkwartet opus 18 nr. 1 in F<br />

Alexander Borodin (1833-1887)<br />

Strijkkwartet nr. 2 in D<br />

Het Idée-Fixe Strijkkwartet werd opgericht in<br />

2006 en wil op hoog niveau kamermuziek bestuderen<br />

en een buitenschoolse concertpraktijk uitbouwen.<br />

Het samengaan van plezier en professionaliteit staat<br />

centraal. In het eerste jaar van zijn bestaan werd het<br />

strijkkwartet gecoacht door Leo De Neve (docent<br />

altviool aan het conservatorium van <strong>Antwerpen</strong> en<br />

lid van het Spiegel Strijkkwartet) en France Springuel<br />

(docente cello aan het conservatorium van <strong>Antwerpen</strong>).<br />

In april 2007 gaf het kwartet in het kader van een<br />

eindwerk een concert in de muziekacademie van Lier.<br />

Hieruit volgden nog enkele concerten, waaronder een<br />

huisconcert te Schoten en een concert voor de KBCbank.<br />

Idée-Fixe wordt gesponsord door Dexia. In<br />

oktober 2007 slaagde Idée-Fixe voor de auditie voor het<br />

Orpheus Instituut te Gent. Daardoor mochten zij in<br />

2007-2008 een reeks lessen en masterclasses volgen<br />

bij een aantal gerenommeerde kamermuziekdocenten,<br />

waaronder Benjamin Dieltjens, Wieland Kuijken,<br />

Toon Fret, Tony Nijs, en Piet Kuijken. Ter afsluiting<br />

van dit kamermuziekseminarie zullen ze een concert<br />

geven in de concertzaal van het Orpheus Instituut.<br />

In mei 2008 organiseerde Idée-Fixe als eindproject<br />

een groot benefietgebeuren ten voordele van het<br />

kankeronderzoeksfonds van het St.-Augustinus<br />

Ziekenhuis te <strong>Antwerpen</strong>. In het kader van deze<br />

benefiet speelden zij een concert in de Begijnhofkerk<br />

te Lier. Zij zamelden zo meer dan 25.000 euro in voor<br />

dit goede doel.<br />

35


36<br />

Paul griFFiths &<br />

re-mix orchestra<br />

Paul Griffiths is een internationaal vermaard<br />

muziekpedagoog. Zijn muzikale roots liggen in jazz,<br />

rock en funk, maar hij heeft een unieke artistieke<br />

stem- en workshopmethode ontwikkeld die muzikale,<br />

sociale en culturele grenzen overschrijdt.<br />

Met succes voltooide hij zijn postgraduaat met de<br />

innoverende cursus aan de Guildhall School of Music<br />

Performance and Communication Skills (1987-89).<br />

Sindsdien werkte hij als artistiek projectleider met de<br />

meest uitmuntende Londense en Britse symfonische-<br />

en kamerorkesten (LSO, LPO, RPO, BBC SO, Halle,<br />

Northern Sinfonia, Scottish Chamber Orchestra, CLS,<br />

NYO), ensembles voor hedendaagse muziek (London<br />

Sinfonietta), operahuizen (ENO, Glyndebourne),<br />

kunstencentra (SBC, Barbican, Sage Gateshead),<br />

internationale festivals (Huddersfield, Bath,<br />

Cheltenham, Lincoln, Lichfield, Dartington, London<br />

Jazz Festival) en conservatoria (Guildhall, RCM,<br />

RNCM). Hij begon les te geven aan de Guildhall School<br />

of Music in 1990, en hij bekleedt een hoeksteenpositie<br />

in het bejubelde ‘GSMD/Connect’-project dat in<br />

2006 de Prijs van de Koningin voor Diensten aan<br />

het Hoger Onderwijs mocht ontvangen. Hij is docent<br />

aan de Academy of the Arts in Reykjavik, IJsland, en<br />

aan het Konservatoriet for Music and Formidling in<br />

Esbjerg, Denemarken. Voor de British Council leidde<br />

hij projecten in Kroatië, Cyprus, Tanzanië, Australië,<br />

Bangladesj, Kazakstan, Oezbekistan, Hong Kong en<br />

Singapore. Lopende projecten zijn o.m. zijn artistieke<br />

leiding van het Ismaili Community Ensemble in<br />

London, het mede-leiden van het Casa Da Music<br />

Ensemble in Porto; hij is projectleider en uitvoerder<br />

bij het vernieuwend kamerensemble Between The<br />

Notes en het jazzsextet Blue Pepper.<br />

“Mijn workshops zijn gericht op de ontwikkeling<br />

van diverse muzikale technieken, waarvan vele courant<br />

zijn in folk- en niet-westerse muziek, jazz en pop<br />

enz. maar die toch nog minder aan bod komen in de<br />

orthodoxe conservatoriumopleiding. Er wordt gewerkt<br />

rond coördinatietechnieken voor stem en lichaam,<br />

groepscompositie, niet-genoteerde compositie, ritmisch<br />

begrip, niet-westerse ritmische concepten, muzikale<br />

communicatie, muzikale interactie en de ontwikkeling<br />

van individueel leiding geven. Mijn aanpak is praktisch<br />

gericht en wordt op verschillende tijdstippen in de loop van<br />

de dag geconsolideerd door reflectie en discussie. Ik zou<br />

zeggen dat ik op onze dag, de groep deelnemers meeneem<br />

doorheen een proces dat begint met opwarmactiviteit<br />

zonder instrumenten, om mekaar te leren kennen, en<br />

de basis te leggen voor de verdere dag. Ik zal via stem en<br />

lichaam enkele muzikale ‘cellen’ introduceren, die de basis<br />

zullen zijn voor verder creatief werk. Dit houdt in: geleide<br />

improvisatie en creatieve opdrachten, zowel individueel als<br />

voor kleine instrumentale groepen, waarbij het muzikaal<br />

materiaal ontwikkeld wordt. In de loop van de dag werken<br />

we toe naar het afwerken van een stuk, dat met verschillende<br />

benaderingen, collectief gecomponeerd en gecreëerd wordt<br />

door alle deelnemers. Er zou ook een informele uitvoering<br />

van de gemaakte muziek kunnen gebracht worden voor<br />

geïnteresseerde docenten of studenten. Ik bedoeling is de<br />

studenten een begrip doen krijgen van de context op dit<br />

werkterrein, zoals dat bestaat in Groot-Brittannië en in<br />

andere landen, en de implicaties daarvan op de rol van<br />

musici in de samenleving tout-court.”<br />

Paul Griffiths geeft op 3 november een masterclass<br />

aan de studenten muziek.


vervolg<br />

van p. 33<br />

contract in dienstverband. Annelies<br />

zal komend seizoen te zien zijn in de<br />

voorstelling “Speelvogels”. Deze zomer<br />

was ze te zien in “ReAnimatie” op<br />

het Festival Boulevard in ‘s-Hertogenbosch.<br />

Docent Aldo Baerten was te gast op de 36 ste Conventie<br />

van de National Flute Association of America<br />

in Kansas City. Hij vertolkte het concerto voor<br />

fluit en orkest van Peter Benoit op het slotgala,<br />

gaf masterclasses en was lid van de jury van de<br />

“Young ARtists Competition”. Tevens gaf hij een<br />

interview voor het grootste fluitmagazine van de<br />

VS, Flute Talk.<br />

Tijdens september en oktober mag de bachelor<br />

dans gerenommeerde gastdocenten verwelkomen.<br />

Teresa Ranieri zal de lessen hedendaagse dans en<br />

repertoire op zich nemen. Teresa danste eerder bij<br />

Tanzwerk Nürnberg en werkte samen met verschillende<br />

choreografen. Ze won de 3 de prijs choreografie<br />

op het 8th Tanz Solo Festival 2004 in Stuttgard,<br />

Duitsland. Ze is ook regelmatig gastdocent aan<br />

o.m. de Anton Bruckner University in Oosterijk en<br />

aan de Scola Superior de Dança in Portugal. Ook<br />

Michou Swennen komt weer een lessenreeks hedendaagse<br />

dans geven. Michou richtte in ‘85 haar<br />

eigen compagnie ‘Flagrant Délit’ op waar ze verschillende<br />

werken voor creëerde. Ze wordt sinds<br />

jaren over heel de wereld gevraagd als gastdocent<br />

door haar deskundigheid in de Limon-techniek.<br />

Lees meer over gastdocenten op www.conservatorium.be<br />

meer nieuws in de volgende Forum<br />

37


38<br />

in memoriam<br />

Karel van der Borght<br />

door herman mariën<br />

ka r e l Va n d e r bo r g h t w a s in d i e n s t<br />

V a n 1968 t o t 2003 a l s s u p p o o s t,<br />

d r u k k e r en b o e k b i n d e r.<br />

hij oVerleed o p 2 a u g u s t u s 2008.<br />

Beste Karel,<br />

Ik heb je leren kennen in 1974, je was toen toezichter op het conservatorium.<br />

Streng maar rechtvaardig, zoals het een goede toezichter past.<br />

Door vele studenten gevreesd, als ik eerlijk ben ook een beetje door mij.<br />

Dat veranderde tijdens de meerdaagse examens die we moesten afleggen<br />

op het conservatorium. Je weet nog wel, examens zoals contrapunt,<br />

fuga of analyse. Dan kregen we een uitgebreide opgave en bleven twee of<br />

drie nachten slapen. Je had een goed contact met de studenten en je was<br />

een grote steun tijdens deze vermoeiende dagen.<br />

Later heb ik je beter leren kennen via Jeugd en Muziek, waar je een<br />

grote hulp was bij veel projecten. Je kon vrij impulsief zijn, je functioneerde<br />

op impulsen, maar je medewerking was dan ook aan 200%. Het<br />

heilig vuur, zoals we zeggen. Dat was zo bij projecten van J&M <strong>Antwerpen</strong>,<br />

Karel, maar ook bij deze van Kern Rupelstreek, een kleine organisatie<br />

waar we heel dicht bij elkaar stonden. We organiseerden concerten<br />

voor jongeren, muziekwedstrijden, radioprogramma’s die we samen opnamen<br />

voor Radio Rupel, tekenwedstrijden over muziek... Gekkenwerk,<br />

maar met de overtuiging dat we hiermee goed werk leverden, en de jongeren<br />

hiermee van dienst waren.<br />

Op het conservatorium kreeg je naast je taak als toezichter, de ‘boekbehandeling’<br />

toebedeeld, wat je naar je intensieve hobby als boekbinder<br />

dreef. Je was zo’n typische enthousiaste amateur in de positieve zin van


het woord. Iemand die zijn hobby bijna als een beroep<br />

uitoefent en die er al zijn vrije tijd en meer dan dat aan<br />

besteedt. Er zijn nog vele boekwerken aanwezig in en<br />

buiten de bibliotheek die getuigen van het vakwerk<br />

waarmee je ze hebt verzorgd. We zullen ze koesteren<br />

en met zorg blijven bewaren.<br />

Ik heb je nooit alcohol weten drinken, Karel, je<br />

was geheelonthouder. Ten minste de tijd dat ik je heb<br />

gekend. Pas in de loop der jaren vertelde je me over<br />

jouw verleden, waar de drank je in de goot deed belanden<br />

en je bijna noodlottig werd. Je was een vurig<br />

pleitbezorger van de Anonieme Alcoholisten en menige<br />

keer heb ik je weten verdwijnen om mensen in<br />

nood te helpen. ’s Morgens, ’s middags, ’s avonds, ’s<br />

nachts, op de meest onmogelijke momenten ben je<br />

op pad gegaan om mensen bij te staan. Uit je verhalen<br />

kon ik opmaken dat alcoholisten helpen niet eenvoudig<br />

is, en dat je hiervoor hard en onverzettelijk moet<br />

zijn. Jij kon hard zijn, en onverzettelijk. Maar altijd in<br />

de wetenschap dat je de mensen waarmee je te maken<br />

had daarmee zou helpen. En hen opnieuw een<br />

toekomst zou geven.<br />

Het was duidelijk dat je - hetgeen men voor jou<br />

had gedaan - ten goede wilde laten komen aan andere<br />

mensen met problemen. Dat ging verder dan alleen<br />

drankproblemen. Vrienden en kennissen heb je ook<br />

geholpen door een luisterend oor, door goede raad,<br />

door kleine attenties en praktische hulp. Dat heeft<br />

velen er bovenop geholpen, mensen die je hier nog<br />

enorm dankbaar voor zijn.<br />

Of je gelovig was, Karel, weet ik niet. Ik weet wel<br />

dat je heel gelukkig was met Claudine. Dat je enorm<br />

genoten hebt van mensen rondom jou. Onder meer<br />

mensen uit de muziekwereld, die je jaren hebt geholpen,<br />

met wie je hebt meegeleefd. Ik weet dat je hebt<br />

genoten van je hobby’s, van de natuur, van je omgeving.<br />

Ik heb ook begrepen dat je de problemen met je<br />

gezondheid op het einde van je leven hebt aanvaard<br />

en dat je sereen berustte in het onvermijdelijke.<br />

Dan stel ik me voor, Karel, dat je op het einde van<br />

je leven - wetende wat komen ging - dingen hebt gedacht,<br />

zoals Nazim Hikmet beschrijft in zijn gedicht<br />

‘Mijn begrafenis’:<br />

Zal de begrafenisstoet vanuit onze tuin vertrekken?<br />

Hoe zullen jullie mij van de derde verdieping naar<br />

beneden brengen?<br />

De doodskist kan niet in de lift<br />

en de trappen zijn te smal.<br />

Misschien schijnt de zon en zitten er duiven in mijn<br />

tuin,<br />

misschien sneeuwt het en zullen de kinderen in mijn<br />

tuin pret maken<br />

misschien regent het gewoon en zal het asfalt nat zijn.<br />

En de vuilnisemmers zullen als altijd in de tuin staan.<br />

Ons keukenvenster zal me nakijken.<br />

Ons terras met het wasgoed zal me nawuiven.<br />

Jullie weten niet hoe gelukkig ik was in deze tuin.<br />

Vrienden van mijn tuin, ik wens jullie een lang leven<br />

toe.<br />

Beste Karel, ik weet dat het leven voor jou de voorbije<br />

periode niet eenvoudig was. Maar ik ben er zeker<br />

van dat je alle mensen uit je omgeving, ondanks je<br />

eigen problemen, het allerbeste hebt gewenst. Iedereen<br />

die jou heeft gekend wenst ook jou het allerbeste.<br />

Het ga je goed.<br />

Herman Mariën<br />

voormalig departementshoofd<br />

39


40<br />

aPPlaus<br />

levente Kende telt er 60<br />

bijdragen van zijn collega’s, vrienden, kennissen, ...<br />

“Levente heeft het record!<br />

Hij is zonder twijfel de pianist die het hoogste aantal kilometers<br />

door de lange gangen van het conservatorium en deSingel heeft<br />

gelopen. Niemand zal ooit zijn record kunnen evenaren, op geen<br />

100 kilometer na. En nog wordt hij niet moe.<br />

Altijd is hij in de weer om iets te regelen. Voor zijn studenten,<br />

voor zijn concerten, voor ‘zijn’ piano’s. Om een repetitie vast te<br />

leggen in de ene zaal terwijl hij er al een had staan in een ander<br />

lokaal. Zo heeft Levente steeds zijn eigen plannen én planning.<br />

Of wil hij aan iedereen gewoon zijn mening verkondigen, over<br />

van alles en nog wat. Maar toch vooral over piano’s.<br />

Om een piano vast te pakken, zou hij immers een ongeluk doen.<br />

Zo is hij bezeten van die blinkend zwarte bolides met klavier. Zo<br />

graag ziet hij ze gekneed worden onder zijn grote vingers. Wil<br />

hij ze in bedwang houden, laten zingen en kreunen. Maar toch<br />

vooral beminnen.<br />

Levente is namelijk ook piano. Lang leve de piano!”<br />

Jerry Aerts<br />

directeur Internationale Kunstcampus deSingel<br />

“Ik heb Levente leren kennen in 1999, toen ik deelnam aan<br />

de “E.Durlet“ wedstrijd. Levente zetelde in de jury en was de eerste<br />

die me na afloop kwam feliciteren met mijn overwinning.<br />

Mijn “Italiaans” Engels was nog een beetje primitief en van een


vlot gesprek was niet echt sprake, maar wat mij wel<br />

opviel was zijn enthousiasme en hartelijkheid.<br />

Het is voor mij een hele eer dat we inmiddels collega’s<br />

zijn geworden en in alle sereniteit “ruzie” kunnen<br />

maken. Tijdens deliberaties kan het er immers<br />

bits aan toe gaan, maar tot mijn grote vreugde respecteert<br />

Levente altijd mijn mening, ongeacht deze<br />

in het voor- of nadeel van zijn studenten is.<br />

Dat Levente, tot slot, gek is op Italiaanse espresso en<br />

tiramisù zoals ik ze bereid, zijn details die voor een<br />

Italiaanse als ik bijna fundamenteel zijn!<br />

Caro Levente, van harte proficiat!”<br />

Irene Russo<br />

pianiste en collega docent<br />

“Levente hielp me mijn liefde voor de grote componisten<br />

en hun muziek te ontwikkelen met een<br />

lach en een traan. Hij is een fantastisch muzikant<br />

met een groot hart. Ik wens hem van harte proficiat<br />

met zijn 60ste verjaardag! Moge de muziek samen<br />

met zijn familie, collega’s en leerlingen hem nog<br />

veel fantastische jaren schenken!”<br />

Stephanie Proot<br />

studente piano<br />

“Levente,<br />

je betekent veel voor mij, mijn muzikale leven zou<br />

er anders uitgezien hebben zonder jou... Blijf even<br />

gedreven, blijf ervoor gaan, jouw passie en toewijding<br />

voor de muziek zijn een zegen voor al wie je hoort en<br />

ziet musiceren.”<br />

Luc Van Hove<br />

componist en collega docent<br />

“Wellicht is Levente’s Nederlands niet altijd even<br />

verstaanbaar, maar aan de piano is zijn taal zuiver,<br />

klaar en duidelijk. Kamermuziek, begeleiding of solowerk:<br />

steeds bekoort hij door zijn bedreven inzet<br />

en hoogstaande muzikaliteit.<br />

Dat weten ook zijn studenten die hem op handen<br />

dragen en bij menige gelegenheid prijzen behalen.<br />

De kaap van zestig is genomen maar ach, goede<br />

vriend, het leven begint pas…”<br />

Julien Esser<br />

Voorzitter Vrienden Conservatorium <strong>Antwerpen</strong><br />

“In onze tijd betekende het veranderen van leraar<br />

hoofdinstrument piano, een jaar lang lesonderbreking.<br />

Om te ontsnappen aan die lesonderbreking<br />

schreef ik me in voor de nieuwe structuur met als<br />

hoofdinstrument klavecimbel en neveninstrument<br />

piano. Ik dacht, net zoals nu nog vele studenten, dat<br />

van leraar veranderen mijn studieproblemen ging<br />

oplossen.<br />

Ik zal nooit vergeten dat met enorme kracht de deur<br />

van mijn studielokaal openzwaaide en een erg verontwaardigde<br />

Levente mij toeriep dat het toch om<br />

het studeren draaide en niet om de leraar. Hij had<br />

gelijk.”<br />

Koen Kessels,<br />

lid van de artistieke directie muziek van het<br />

Koninklijk Conservatorium <strong>Antwerpen</strong><br />

41


42<br />

agenda<br />

21.09.08, 11u<br />

Galerie De Zwarte Panter<br />

Hoogstraat 70-74, <strong>Antwerpen</strong><br />

Tickets: € 10/ 7, (incl. aperitief)<br />

CCA + VCA + Gal. De Zwarte Panter<br />

22.09.08, 20u<br />

Rode Zaal, deSingel<br />

Toegang gratis, geen reservatie<br />

05.10.08, 11u<br />

Paviljoen Joep Van Lieshout<br />

Openluchtmuseum Middelheim<br />

Toegang gratis (incl. aperitief), geen<br />

reservatie<br />

VCA + Middelheimpromotors<br />

26.10.08, 11u<br />

Paviljoen Joep Van Lieshout<br />

Openluchtmuseum Middelheim<br />

Toegang gratis (incl. aperitief), geen<br />

reservatie<br />

VCA + Middelheimpromotors<br />

09.11.08, 11u<br />

Galerie De Zwarte Panter<br />

Hoogstraat 70-74, <strong>Antwerpen</strong><br />

Tickets: € 10/ 7, (incl. aperitief)<br />

CCA + VCA + Gal. De Zwarte Panter<br />

Sporen Meester en Leerling<br />

Ivo lybeert en Raymond Dils (klarinet), Rik Vercruysse (hoorn) en<br />

studenten<br />

Programma: Cl. Grundman, J. Cacavas, J. Ryelandt, P. Dukas, C.<br />

Reinecke<br />

Proloog - Opening van het academiejaar 08-09<br />

Toespraak door Monica De Coninck, Schepen van Sociaal Beleid,<br />

Diversiteit en Loketten en voorzitter van het OCMW <strong>Antwerpen</strong><br />

Strijkkwartet Amos<br />

Lotte Remmen en Bernd Van Hulle, viool -<br />

Bieke Jacobus, altviool - Joyce Kuipers, cello<br />

‘Limited Space‘<br />

door studenten dans<br />

Choreografie: Min Hee Bervoets<br />

Muziek: Alfredo Costa Monteiro, Amon Tobin en L.v. Beethoven<br />

Middelheimconcert<br />

Jazztrio Stijn Wauters<br />

Stijn Wauters, piano - Janos Bruneel, contrabas - Tony Vitacolonna,<br />

drums<br />

Jazzstandards<br />

Zie p. 35<br />

Middelheimconcert<br />

Strijkkwartet Idée-Fixe<br />

Beethoven en Borodin<br />

Zie p. 35<br />

Jong Geluid<br />

Chin Cheng Lin en vrienden (marimba)<br />

T.Tanaka, CH. Lin, K. Wada, A. Marcellino


44<br />

De directie van het conservatorium heeft samen met de Antwerpse economische, politieke, academische en<br />

culturele gemeenschap in 1999 de Stichting Conservatorium <strong>Antwerpen</strong> opgericht. Voorzitter van de Stichting<br />

is Gouverneur Cathy Berx. De Stichting stelt zich tot doel, door mecenaat, de uitbouw van het conservatorium<br />

te stimuleren en de uitstraling ervan in de Antwerpse regio te versterken. De Stichting stelt de nodige middelen<br />

ter beschikking voor masterclasses, studiebeurzen, instrumenten en het jaarlijks uitreiken van de titel ‘maestro<br />

honoris causa’.<br />

Inlichtingen: Ann Lommelen<br />

Tel.: 03/244.18.06<br />

a.lommelen@ha.be<br />

Structurele partners van de Stichting Conservatorium <strong>Antwerpen</strong> zijn:<br />

10 Advertising - Ce g e l e C - de ltA ll o y d BA n k<br />

For t i s Pr i v At e BA n k i n g - le A s i n v e s t re A l es tAt e<br />

lio n s Cl u B An t w e r P e n te r Be k e - MA i n t e n A n C e PA r t n e r s<br />

MAr s h - s d wo r x - si B e l C o - so u d A l - v i v i u M - voo r u i t z i C h t


coda<br />

Tussen de baardloze<br />

jongeman en de<br />

geknevelde grijsaard<br />

liggen decennia én<br />

een merkwaardige<br />

muzikantencarrière.<br />

Dankzij een studiebeurs<br />

kon Julius J. B.<br />

Schrey (1870-1936)<br />

aan de Stedelijke<br />

Muziekschool van<br />

zijn geboortestad<br />

<strong>Antwerpen</strong> studeren.<br />

Daar ging hij in de<br />

leer bij Jean Baptiste<br />

Colyns (viool), Jan<br />

Blockx (harmonie),<br />

Joseph Tilborghs<br />

(fuga en contrapunt) en Peter Benoit (compositie). Na<br />

één schooljaar aan het Conservatoire Royal in Brussel<br />

droomde Schrey van een carrière als vioolvirtuoos en<br />

als componist, maar die plannen werden door een ongelukkige<br />

liefde doorkruist. Daarom maakte hij, met<br />

zijn viool en slechts enkele franken op zak, in september<br />

1893 de grote oversteek naar de Nieuwe Wereld.<br />

Daar werd hij geëngageerd door het internationale<br />

The Mendelssohn’s Quintette waarmee hij uitgebreid<br />

toerde. Na zijn terugkeer schreef hij zich opnieuw in<br />

aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium dat nu<br />

gemachtigd was om eerste prijzen af te leveren. Ondertussen<br />

werkte hij als violist en dirigent aan het Nederlands<br />

Lyrisch Toneel en later aan de Koninklijke<br />

Vlaamse Opera.<br />

Als dirigent bezorgde<br />

hij het Antwerpse<br />

operahuis<br />

een uitstekende<br />

Wagner-reputatie.<br />

Zelf componeerde<br />

hij de opera’s Het<br />

arendsnest (1904)<br />

en De smid van de<br />

vrede (1913). Zijn<br />

grote jarenlange<br />

inzet voor het<br />

Antwerpse operahuis<br />

werd niet<br />

beloond. Financiële<br />

en syndicale<br />

problemen tijdens<br />

het seizoen 1931-1932 betekenden het feitelijke einde<br />

van zijn dirigentencarrière. Een jaar na zijn plotse<br />

dood onthulde de Vlaamse Opera een prachtige buste<br />

van Schrey van de hand van Willy Kreitz. Jarenlang<br />

heeft het fraaie beeld in de foyer gepronkt, maar sinds<br />

enkele jaren blijkt het hopeloos zoek. Sic transit gloria<br />

mundi …<br />

Jan Dewilde<br />

bibliothecaris<br />

Meer foto’s uit het conservatoriumarchief zijn te<br />

bekijken op www.conservatorium.be (doorklikken op<br />

bibliotheek en op ‘conservatorium in beeld’).<br />

45

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!