LINOLEUM - Armstrong

ACCESSOIRES
3 1/Armstrong DLW holplint profiel
HPR 2525/5050
De twee van kunststof vervaardigde holplint profielen
HPR 2525 en HPR 5050 vormen een optimale
afronding van het Armstrong DLW plintenprogramma
en vormen een alternatief voor de
rechthoekige plintsystemen.
De verwerking is eenvoudig en kan door iedere
vakkundige vloerenlegger uitgevoerd worden.
HPR 5050 kan voor alle soorten vloerbedekkingen
gebruikt worden, terwijl de HPR 2525 alleen gebruikt
kan worden bij vloerbedekkingen die niet
dikker zijn dan max. 3,2 mm. HPR plinten worden
na het leggen van de vloerbedekking verwerkt en
zijn voor alle vloeren geschikt.
1.1 Verwerking
1. De vloerbedekking wordt compleet gelegd, tot
een bepaalde afstand – bij HPR 2525 ca. 6 cm en
bij HPR 5050 ca. 8 cm – van de muur (markeren
d.m.v. een ingekrijt richtsnoer.) De lijm, waarmee
de vloerbedekking gelijmd wordt, mag niet voorbij
de markeringslijn aangebracht worden, omdat
deze zich dan vermengt met de contactlijm voor
de plinten en er zodoende geen goede lijmverbinding
meer tot stand kan komen. Daarnaast
kunnen er daardoor ook hoogteverschillen ontstaan.
2. Het holplintprofiel wordt met contactlijm (aan
beide zijden aanbrengen) aangebracht.
De binnen- en buitenhoeken worden met behulp
van de verstekbak op maat gemaakt. Daarvoor
kan men een tapijtmes of een zaag gebruiken.
3. De stroken vloerbedekking voor de plinten – bij
HPR 2525 ca. 16 cm en bij HPR 5050 ca. 18 cm –
worden eveneens (aan beide kanten) met contactlijm
ingesmeerd. Op ca. 10 cm hoogte wordt
over de hele lengte van de muur een markeringslijn
aangebracht die dient als grens voor het aanbrengen
van de lijm en tevens als startpunt.
4. De stroken vloerbedekking worden met contactlijm
ingesmeerd en daarna worden de versteksnedes
met behulp van een metalen mal
uitgevoerd. De geprepareerde strook wordt vervolgens
tegen de op de muur aangebrachte
markeringslijn aangelegd en tegen het holle profiel
gedrukt. Ca 1 meter voor het bereiken van de
hoek wordt met behulp van een metalen mal het
verstek in de vloerbedekking gesneden. Daarna
kan de vloerbedekking verder tegen het holle
profiel gedrukt worden.
Accessoires
5. De strook, die ca. 1 cm over de vloerbedekking
valt, wordt vervolgens met een afschrijver gemarkeerd
en met een haakmes op maat gesneden.
Dit dient zodanig te gebeuren dat er een voeg
ontstaat van ca. 0,5 mm. Bij deze montage is het
belangrijk dat de gehele strook vloerbedekking
goed aangedrukt wordt.
6. De overgang tussen de plint en de vloerbedekking
wordt vervolgens net als de naad gefreesd
en met Armstrong DLW lasdraad/Palmwax-draad
opgevuld.
1.2 Afdichten
De hoeken kunnen blijvend worden afgedicht:
a) met een qua kleur passend kit.
b) met een qua kleur passend Armstrong DLW
lasdraad/Palmwax-draad.
Voor de verwerking wordt een lijmpistool gebruikt.
Overtollige kit of lasdraad kan verwijderd worden
met een flexibel mes of met een gebogen
tapijtmes.
1.3 Fabrikant van sjablonen
Fa. Wolff GmbH, Fußbodentechnik
Dieselstraße 19
D-71665 Vaihingen/Enz-Aurich
Tel.: +49 70 42/95 11-0
Fax: +49 70 42/95 11-44
www.wolff-gmbh.de
1.4 Fabrikant van kitten
Jansen GmbH
Bona Benelux BV
Postbus 1540
2003 BN Haarlem
Tel.: +31 (0)23 5421 864
www.bona.com
www.jansen.com
31