Catania / Lucca 441.08 / 440.08 - Ardea
Catania / Lucca 441.08 / 440.08 - Ardea
Catania / Lucca 441.08 / 440.08 - Ardea
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Catania</strong><br />
<strong>441.08</strong><br />
<strong>Lucca</strong><br />
<strong>440.08</strong>
Gelieve de volgende instructies in acht te nemen:<br />
Kwaliteit van de houtpellets:<br />
Art. no. 0541708009031<br />
V11 G25<br />
<strong>Catania</strong> / <strong>Lucca</strong> kachel<br />
<strong>441.08</strong> / <strong>440.08</strong><br />
Installatie- en bedieningsinstructies<br />
! Belangrijke fabrieksinstructies !<br />
Afhankelijk van de producent zijn er lichte, donkere, korte en lange pellets. Ook kan de kwaliteit verschillen van<br />
levering tot levering, zelfs al gaat het om dezelfde leverancier. De standaards voor houtpellets worden alsmaar<br />
strenger, maar hout blijft hout en heeft zijn eigen kenmerken betreffende assen en slak.<br />
Uw HAAS+SOHN-kachel<br />
Reinigingsvereisten:<br />
Van zodra u as- of slakafzetting in de koude verbrandingspot waarneemt, moet deze gereinigd worden. Zie<br />
bedieningsinstructies! Wanneer dit niet wordt gedaan, zal de slak alleen maar toenemen. In dat geval zal het<br />
toestel niet goed meer kunnen ontsteken. Pellets kunnen zich dan opstapelen in de verbrandingspot. In extreme<br />
gevallen kan dit helemaal tot aan de pelletvalschacht gaan. Terugbrand in het pelletreservoir en smeuling in het<br />
pelletreservoir kunnen een mogelijk resultaat zijn. Dit zal uw toestel beschadigen en wordt niet gedekt door de<br />
garantie.<br />
Voor een maximale levensduur:<br />
• Zorg voor een inbedrijfstelling door een geschoold kachelleverancier.<br />
• Neem de dagelijkse controle zoals beschreven in acht, eventueel frequenter als u een nieuwe levering pellets<br />
ontvangen heeft of wanneer het toestel weer in gebruik genomen wordt na de zomer.<br />
• Neem zorgvuldig de volledige bedieningshandleiding door en houd eraan vast.<br />
Ruimte voor type- en fabricagenummer:<br />
Typenummer:<br />
Fabricagenummer:<br />
B NL<br />
1
2<br />
Inhoudsopgave<br />
1. Beschrijving 3<br />
2. Algemene en veiligheidsinstructies 3<br />
3. Installatie van de pelletkachel en<br />
verbinding op de schouw 4<br />
4. Functionele kenmerken van de kachel 6<br />
5. De werkingsstatussen van de kachel 6<br />
5.1. Ontstekingsfase 6<br />
5.2. Verwarmingsmodus (“Heating mode”) 6<br />
5.3. Brandertest (“Burner test”) 7<br />
5.4. Afkoeling (“Cooling down”) 7<br />
5.5. Standby 7<br />
5.6. Veiligheidsuitschakeling (“Safety shut-<br />
down”) 7<br />
5.7. Fouten (“Faults”) 7<br />
5.8. Uitschakelen – werkingsstatus OFF 7<br />
5.9. Stroomonderbreking 8<br />
5.10. Oververhitting 8<br />
5.11. Lage-temperatuursuitschakeling 8<br />
6. Beschrijving van de bedienings-<br />
paneeltoetsen 8<br />
6.1. Bedieningspaneel 8<br />
6.2. Informatieschermen 9<br />
6.2.1. Infoscherm 1 (standaardscherm) 9<br />
6.2.2. Hoofdmenu 9<br />
6.2.3. De werkingsmodus instellen 9<br />
6.2.4. Datum en tijd instellen 9<br />
6.2.5. De uren en doelkamertemperaturen<br />
in automatische modus instellen 9<br />
6.2.6. De doelkamertemperatuur in de<br />
verwarmingsmodus instellen 9<br />
6.2.7. Foutscherm 10<br />
6.3. De taal instellen 10<br />
6.4. Beschrijving – verwarmingsprofiel 10<br />
6.5. Beschrijving – toetsenblokkering 10<br />
6.6. Beschrijving –helderheid display - contrast 10<br />
7. De pelletkachel bedienen 10<br />
7.1. Brandstof 10<br />
7.2. Inbedrijfstelling van uw pelletkachel 11<br />
7.3. De werkingsmodus selecteren 11<br />
7.3.1. Werkingsmodus “Heating” 12<br />
7.3.2. De doelkamertemperatuur in de<br />
werkingsmodus “Heating” instellen 12<br />
7.3.3. Werkingsmodus “Auto” (wekelijks<br />
programma) 12<br />
7.3.3.1. Datum en tijd instellen 12<br />
7.3.3.2. Werkingsmodus “Auto” (wekelijks<br />
programma) 12<br />
7.3.3.3. De doelkamertemperatuur in<br />
werkingsmodus “Auto” instellen<br />
(wekelijks programma) 12<br />
7.3.3.4. Voorbeeld van programmatie voor<br />
maandag (“Monday”) 13<br />
8. Reiniging en onderhoud 13<br />
8.1. Het oppervlak reinigen 13<br />
8.2. Het glaspaneel reinigen 13<br />
8.3. De branderpot reinigen 13<br />
8.4. De as uit de verbrandingskamer verwijderen 14<br />
8.5. Het pelletreservoir reinigen 14<br />
8.6. De rookgaskanalen en -buizen reinigen 14<br />
8.7. Reiniging van de rookgaskamer en<br />
-ventilator 15<br />
9. Beschrijving van de onderdelen 16<br />
9.1. Opslagcontainer (pelletreservoir) 16<br />
9.2. Vijzelmotor en aanvoervijzel 16<br />
9.3. Verbrandingspot met vlammenbreker: 16<br />
9.4. Elektrische ontsteking 16<br />
9.5. Besturingseenheid 17<br />
9.6. Bedieningspaneel 17<br />
9.6.1. Achtergrondverlichting 18<br />
9.6.2. Achtergrondverlichting activeren 18<br />
9.7. Rookgasventilator met toerentalfeedback 18<br />
9.8. Vlam- of verbrandingskamertemperatuur-<br />
sensor 18<br />
9.9. Rookgasthermosensor 18<br />
9.10. Kamertemperatuursensor 18<br />
9.11. STB - Veiligheidstemperatuurbegrenzer 19<br />
9.12. Bekleding verbrandingskamer 19<br />
9.13. Schouwbuisaansluiting 19<br />
9.14. Voedingskabel en hoofdschakelaar 19<br />
10. Opties<br />
10.1. Onderdelenlijst<br />
10.2. Montage-instructies GSM-module<br />
10.2.1. Montage van de antenne<br />
10.2.2. Aansluiting<br />
10.2.3. Montage van de module<br />
10.3. Instelling GSM-module<br />
10.3.1. De SIM-kaart voorbereiden voor werking<br />
met GSM-module<br />
10.3.2. De SIM-kaart in de GSM-module steken<br />
10.3.3. Het netsnoer aansluiten op de GSMmodule<br />
10.3.4. De pelletkachel starten via de GSM<br />
10.4. Technische specificaties van de GSM-module<br />
11. Technische gegevens 20<br />
12. Fouten, oorzaken, oplossingen 22<br />
13. Typeplaat: voorbeelden 26<br />
14. Lijst vervangonderdelen 28<br />
15. Elektrisch plan 31<br />
16. Garantie 31
Proficiat! U bent de eigenaar van een HAAS+SOHNpelletkachel,<br />
een kwaliteitsproduct. Gelieve zorgvuldig<br />
deze instructies te lezen. Ze zullen alles over de functies<br />
en werking van deze kachel verduidelijken, wat de<br />
efficiëntie van het toestel zal verhogen de levensduur zal<br />
verlengen. Bovendien kunt u met de juiste manier van<br />
verwarmen brandstof uitsparen en het milieu<br />
beschermen.<br />
Wij kunnen enkel garantie verlenen op onze producten<br />
als u de volgende instructies in deze handleiding in acht<br />
neemt. Daarenboven moet de kachel correct worden<br />
geïnstalleerd om mogelijke ongevallen te vermijden.<br />
Schenk voldoende aandacht aan deze instructies, om<br />
vertrouwd te raken aan de juiste werking van uw kachel<br />
bij het begin van elke verwarmingsperiode.<br />
Noot:<br />
De installatie- en bedieningsinstructies in deze<br />
handleiding kunnen volledig of gedeeltelijk verschillen<br />
van lokale-overheidsinstructies. In dat geval zijn de<br />
lokale-overheidsinstructies altijd van toepassing! De<br />
tekeningen in deze handleiding zijn niet geschaald en<br />
dienen enkel ter illustratie.<br />
1. Beschrijving<br />
Pelletkachels zijn in het bijzonder geschikt voor<br />
constante verwarming van residentiële of<br />
kantoorruimtes. De Haas+Sohn-pelletkachel is opgezet<br />
om te werken in een volledig automatische modus, met<br />
een keuze tussen twee werkingsmodi (“Heating” en<br />
“Auto” met een wekelijks programma).<br />
Afhankelijk van de kamertemperatuur en het model kan<br />
een brandstofvolume voor maximaal 50 uur constante<br />
werking opgeslagen worden in het ingebouwde<br />
pelletreservoir. De brandstof wordt automatisch<br />
aangevoerd van het reservoir naar het<br />
verbrandingsrooster via een vijzel, terwijl de<br />
brandstofhoeveelheid automatisch wordt aangepast aan<br />
de betreffende warmteafgifte.<br />
De interne besturingseenheid regelt de ontstekingsfase,<br />
de verwarmingsfase en de afkoelingsfase, de veilige<br />
werking van de pelletkachel garanderend. Het<br />
bedieningspaneel, dat bestaat uit een display en vier<br />
functietoetsen, is ingebouwd in het pelletreservoirdeksel.<br />
Op het informatiescherm van het display kan de huidige<br />
werkingsstatus van de kachel gelezen worden,<br />
weergegeven als tekst. Foutmeldingen worden getoond<br />
op het display als tekst, volledig met datum en uur.<br />
Het verwarmen van de lucht in de ruimte en de creatie<br />
van comfortabele leefomstandigheden wordt<br />
voornamelijk bereikt door convectie. Dit maakt het<br />
mogelijk zelfs koude ruimtes die een lange tijd niet zijn<br />
verwarmd snel op te warmen. De koude lucht uit de<br />
ruimte komt de kachel binnen langs de onderzijde, wordt<br />
opgewarmd en terug uitgeblazen aan de bovenzijde. Het<br />
aandeel stralingswarmte doet zich voor als<br />
warmteafgifte nabij het venster van de<br />
verbrandingskamerdeur en nabij de metalen<br />
oppervlakten van de kachel.<br />
2. Algemene en veiligheidsinstructies<br />
• Alvorens de kachel in gebruik te nemen, lees<br />
grondig de hele handleiding door.<br />
• Enkel toegestane transporthulpmiddelen met<br />
voldoende draagkracht mogen worden gebruikt om<br />
uw toestel te verplaatsen.<br />
• Uw kachel is niet bestemd om te worden gebruikt als<br />
ladder of opstap.<br />
• Voor de installatie van uw kachel moeten de<br />
brandveiligheidsvoorschriften en de lokale<br />
bouwvoorschriften in acht genomen worden. Ook<br />
moet dit worden besproken met uw schouwveger.<br />
Hij zal ook controleren of de aansluiting van het<br />
toestel op de schouw correct is uitgevoerd.<br />
• Alle door de wet verplichte controles zijn uitgevoerd<br />
op uw kachel. De verplichte kernwaarden<br />
betreffende technisch verbrandingsrendement en<br />
rookgasuitstoten worden in acht genomen.<br />
• De pelletkachel mag worden aangesloten op een<br />
schouw voor meerdere doeleinden, op voorwaarde<br />
dat de schouwcondities voldoen aan de normen DIN<br />
EN 13384-1 of DIN EN 13384-2. De schouwtrek<br />
moet minstens 6 Pa zijn en mag niet hoger zijn<br />
dan 15 Pa.<br />
• De verbrandingskamerdeur mag enkel worden<br />
geopend voor reiniging en onderhoud bij<br />
werkingsstatus “Off”. Anders moet ze gesloten<br />
blijven – zelfs wanneer de kachel niet werkt, om<br />
beïnvloeding van andere verwarmingstoestellen en<br />
de daaraan verbonden risico’s te vermijden.<br />
• Een voldoende toevoer van frisse lucht in de ruimte<br />
ware de kachel is geïnstalleerd moet worden<br />
gegarandeerd. Echter, de pelletkachel biedt u de<br />
mogelijkheid van een directe verbinding met de<br />
buitenlucht via een geschikt luchtkanaal.<br />
• Let op! De pelletkachel mag niet<br />
tegelijkertijd met andere installaties zoals air<br />
conditioning en ventilatiesystemen gebruikt<br />
worden.<br />
• De schouw moet gemaakt zijn van roestvast staal of<br />
keramiek (binnenin geglazuurd) en bestand zijn<br />
tegen vochtigheid.<br />
• De pelletkachel kan niet worden aangesloten op het<br />
stroomnet alvorens hij correct is aangesloten op de<br />
schouw.<br />
• De pelletkachel mag niet in open lucht worden<br />
geïnstalleerd!<br />
• Let op! De hoofdstroomstekker moet toegankelijk<br />
blijven na de installatie.<br />
• De pelletkachel mag enkel gebruikt worden met<br />
standaard houtpellets (6mm diameter). (Zie paragr.<br />
7.1 “Brandstof”).<br />
• Het beschermingsrooster in het pelletreservoir mag<br />
niet worden verwijderd.<br />
3
• Let op! De kachel mag enkel worden gebruikt<br />
met een gesloten reservoirdeksel.<br />
• Niet-warmtebestendige materialen of objecten op de<br />
kachel of binnen de gespecificeerde afstand ervan<br />
plaatsen, is verboden. Houd er in het bijzonder<br />
rekening mee dat in de werkingsstatus “Standby” de<br />
kachel onverwacht en onbedoeld kan beginnen<br />
verwarmen wanneer de kamertemperatuur onder de<br />
gewenste temperatuur zakt.<br />
• Gebruik nooit vloeibare brandstoffen om de<br />
pelletkachel te ontsteken of om bestaande sintels<br />
opnieuw te doen branden.<br />
• Met het verbranden van brandstoffen wordt warmteenergie<br />
vrijgegeven, wat voor een aanzienlijke<br />
opwarming van de kacheloppervlakten (zoals<br />
deuren, deur- en bedieningshendels, vensters,<br />
zijwanden, voorwand, rookbuizen) zorgt. Deze<br />
oppervlakten aanraken zonder geschikte<br />
beschermingshandschoenen of een gereedschap<br />
moet worden vermeden!<br />
• Het toestel ontsteekt vanzelf in de “Standby”-modus.<br />
Omwille van de geproduceerde warmte aan het<br />
paneel, wees er zeker van dat niemand die niet<br />
vertrouwd is met de werking van de pelletkachel zich<br />
zonder toezicht in de ruimte waar ze geïnstalleerd is<br />
bevindt.<br />
• Maak uw kinderen en gasten bewust van deze<br />
risico’s!<br />
• In het bijzonder schoonmaakpersoneel zou op de<br />
hoogte moeten worden gebracht van de mogelijke<br />
onverwachte opwarming van de kachel.<br />
• Niet-warmtebestendige objecten op of nabij het<br />
toestel plaatsen (zelfs wanneer het koud is, gezien<br />
het vanzelf kan ontsteken) is verboden!<br />
• Leg geen was op de kachel om te drogen!<br />
• Droogrekjes om was te laten drogen e.d. moeten op<br />
voldoende afstand van de kachel worden gezet –<br />
risico op brand!<br />
• Wanneer u uw kachel gebruikt, is het verboden te<br />
werken met zeer ontvlambare of explosieve<br />
substanties in dezelfde of een aanpalende ruimte!<br />
4<br />
3. Installatie van de pelletkachel en aansluiting<br />
op de schouw<br />
De verpakking van uw nieuwe pelletkachel zorgt voor<br />
optimale bescherming. Desalniettemin kan er schade<br />
zijn toegebracht aan de kachel of accessoires bij het<br />
transport. Gelieve hierop toe te zien na het uitpakken<br />
van uw kachel! Rapporteer zonder uitstel eender welke<br />
schade of ontbrekende onderdelen aan uw verdeler!<br />
Opmerking: Bekleding van de verbrandingskamer die<br />
niet goed vast zit of los is gekomen van zijn<br />
hechtingspunten worden niet beschouwd als schade (zie<br />
paragraaf 7.2. “Ingebruikname pelletkachel”).<br />
Het verpakkingsmateriaal van uw kachel is grotendeels<br />
volstrekt onschadelijk voor het milieu. De houten<br />
verpakking is onbehandeld. Het hout, karton en de folies<br />
kunnen zonder enig probleem naar uw lokaal<br />
containerpark worden gebracht.<br />
Voor de goede werking van uw pelletkachel is het<br />
belangrijk dat ze horizontaal staat.<br />
De kamertemperatuursensor die zich bevindt aan de<br />
achterwand heeft een lengte van ongeveer 1,5m en zou<br />
zich los aan de achterkant moeten bevinden.<br />
Figuur 1: Aansluitingen achteraan<br />
1 = Netsnoer<br />
2 = Aansluiting datakabel<br />
3 = STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
4 = Rookgaselleboog 80 mm<br />
5 = Buitenluchtverbinding 60 mm<br />
6 = Kamertemperatuursensor<br />
7 = Achterwand
Vloerbescherming<br />
De vloer moet beschermd worden tegen stralingswarmte<br />
van de omgeving rond het kijkvenster<br />
(verbrandingskamer). Daarenboven is het om praktische<br />
redenen bij het schoonmaken aangeraden dat u uw<br />
pelletkachel op een brandveilige bodemplaat zet die aan<br />
de achterkant en zijkanten minstens 5 cm en aan de<br />
voorkant minstens 50 cm uitsteekt voorbij de kachel. Wij<br />
beschikken over vloerbeschermingsplaten<br />
(onderlegplaten of U-platen) in ons gamma accessoires.<br />
Indien nodig, kunt u deze bestellen via uw verdeler. Als<br />
alternatief is een tegel- of stenen vloer natuurlijk erg<br />
geschikt.<br />
Veiligheidsafstanden (minimumafstanden):<br />
Tijdens de installatie van de kachel is het absoluut<br />
essentieel de officiële brandveiligheidsvoorschriften in<br />
acht te nemen. Vraag hiernaar bij uw schouwveger.<br />
De volgende afstanden moeten worden gerespecteerd<br />
als minimumafstanden van ontvlambare of<br />
temperatuurgevoelige materialen (bv. meubels,<br />
behangpapier, houten bekleding) en van draagmuren<br />
(zie tekening):<br />
A 2 cm van de achterwand<br />
B 5 cm van de zijwanden en<br />
C 70 cm in de richting van de warmtestraling.<br />
Figuur 2: Veiligheidsafstanden<br />
De schouw moet gemaakt zijn van roestvast staal of<br />
keramiek (binnenin geglazuurd) en bestand zijn tegen<br />
vochtigheid. Dit is noodzakelijk omwille van de lage<br />
temperatuur van de rookgassen van uw pelletkachel.<br />
Standaard schouwbuizen mogen gebruikt worden voor<br />
de aansluiting op de schouw. Goedgekeurde getubeerde<br />
inoxflexibels zijn ook geschikt.<br />
Gezien overdruk kan toenemen aan de rookgasuitgang<br />
omwille van de werkwijze van de pelletkachel met<br />
rookgasventilator, moeten alle rookgasuitgangbuizen tot<br />
aan de kachelaansluiting volledig gasdicht zijn. Het is<br />
ook essentieel dat erop gelet wordt dat de schouwbuis<br />
niet in het open verticale gedeelte van de schouw<br />
uitsteekt. Het gebruik van muurisolatie is aangeraden<br />
voor de verbinding met de schouw (zie figuur 3).<br />
Met langere rookgasbuizen moeten horizontale<br />
gedeeltes en vernauwingen vermeden worden, en<br />
speciaal geïsoleerde schouwbuizen gebruikt worden.<br />
Een stijgend rookgaskanaal in de richting van de<br />
schouw is aanbevolen.<br />
Figuur 3: Schouwaansluiting<br />
1 = Muurisolatie<br />
2 = Gasdichte buizen<br />
3 = Bodemplaat<br />
Externe-luchtaanvoer:<br />
In luchtdichte gebouwen kan een vermindering van het<br />
zuurstofgehalte in de ruimte waar de kachel is<br />
geïnstalleerd optreden terwijl de kachel werkt, dus<br />
gepaste ventilatie moet verzekerd zijn. Hiervoor biedt de<br />
pelletkachel de mogelijkheid onafhankelijk van de lucht<br />
in de ruimte te werken. Om dit mogelijk te maken, sluit<br />
de luchttoevoerelleboog die zich achteraan bevindt<br />
(diam. 50mm) aan op een slang of een gelijkaardig<br />
geschikt luchtkanaal. Het uiteinde van het luchtkanaal<br />
moet zich in open lucht of in een goed geventileerde<br />
ruimte binnen het gebouw bevinden. Wanneer de<br />
pelletkachel wordt geïnstalleerd in combinatie met<br />
mechanische woonkamerventilatie, mag het uiteinde van<br />
het luchttoevoerkanaal zich niet in een ruimte bevinden<br />
die aangesloten is op het ventilatiesysteem.<br />
5
Om een voldoende hoeveelheid luchttoevoer te<br />
garanderen, mag de buis niet langer zijn dan ongeveer<br />
3m en niet te veel bochten hebben. Deze buis moet een<br />
minimumdiameter van 5 cm hebben. (Hoe groter, hoe<br />
beter). Wanneer de buis eindigt in openlucht, moet er op<br />
het eind een bocht van 90° met een windkap zitten ( zie<br />
figuur 4).<br />
Figuur 4: Windbescherming van de luchttoevoerbuis<br />
De volgende tabel geeft de toepasselijke afmetingen van<br />
het luchttoevoerbuiswerk aan:<br />
Diameter luchttoevoerbuis<br />
*<br />
6<br />
Maximum-<br />
lengte *<br />
Max. aantal 90°bochten<br />
50 mm 0.5 m 1<br />
70 mm 1 m 1<br />
100 mm 3 m 3<br />
*Met een platte buis of soortgelijke moet een geschikte<br />
diameter gekozen worden.<br />
Wanneer de buizen smaller zijn dan deze afmetingen,<br />
kan het zijn dat het volume verbrandingslucht<br />
onvoldoende is. Dit zal resulteren in een grotere<br />
ophoping van slak in het verbrandingsrooster en dus in<br />
veiligheidsuitschakelingen.<br />
Aansluiting op het elektriciteitsnet:<br />
Sluit de kachel aan op het elektriciteitsnet met de<br />
bijgeleverde voedingskabel (zie figuur 1).<br />
4. Functionele eigenschappen van de kachel<br />
Uw pelletkachel is ontworpen om zodanig te werken dat<br />
ze een constante comfortabele kamertemperatuur kan<br />
aanhouden. De productie van warmte in de kachel wordt<br />
zodoende automatisch aangepast aan de gewenste<br />
kamertemperatuur (doeltemperatuur), ingesteld door de<br />
gebruiker. Afhankelijk van het verschil tussen de<br />
doeltemperatuur en de huidige kamertemperatuur<br />
(huidige temperatuur) selecteert de besturingseenheid<br />
modulair het vermogen of de “Standby”-modus. De<br />
pelletkachel verzekert op deze manier de best mogelijke<br />
aanpassing van het verbrandingsgedrag aan de situatie<br />
van de kamer waarin ze is geïnstalleerd, zonder dat u<br />
voortdurend handmatig moet bijsturen.<br />
5. De werkingsstatussen van de kachel<br />
De werking van de kachel wordt gekenmerkt door 8<br />
werkingsstatussen:<br />
De ontstekingsfase begint wanneer de huidige<br />
kamertemperatuur 1°C zakt onder de ingestelde<br />
doeltemperatuur en de kachel afgekoeld is tot een<br />
temperatuur onder 70°C.<br />
5.1. Ontstekingsfase (“Ignition phase”)<br />
In de ontstekingsfase wordt het verbrandingsrooster<br />
gevuld met een precies bepaalde hoeveelheid brandstof<br />
en deze hoeveelheid wordt ontstoken met een<br />
gloeiontsteker.<br />
De ontstekingsfase, die verdeeld is in 10 zones, eindigt<br />
nadat een precies bepaalde temperatuur aan de<br />
vlamtemperatuursensor werd bereikt en de<br />
besturingseenheid overschakelt op de<br />
verwarmingsmodus.<br />
De duur van de ontstekingsfase kan variëren, maar is<br />
beperkt tot een maximale lengte van ongeveer 20<br />
minuten.<br />
Wanneer tijdens deze 20 minuten geen vlam wordt<br />
gevormd of de vereiste temperatuur wordt niet bereikt<br />
aan de vlamtemperatuursensor – rookgas, dan wordt<br />
een veiligheidsuitschakeling ingezet.<br />
5.2. Verwarmingsmodus (“Heating mode”)<br />
Na een succesvolle vervolmaking van de<br />
ontstekingsfase schakelt de kachel automatisch over op<br />
de verwarmingsmodus.<br />
In de verwarmingsmodus wordt de warmteafgifte van de<br />
kachel modulair aangepast op basis van de<br />
kamertemperatuur of het verschil tussen de huidige<br />
kamertemperatuur en de doelkamertemperatuur.<br />
Als er een groot verschil is tussen de<br />
doelkamertemperatuur en de huidige kamertemperatuur,<br />
dan zal de kachel met een hoger vermogen werken<br />
(max. 8 kW).<br />
Hoe dichter de huidige kamertemperatuur komt bij de<br />
doelkamertemperatuur, hoe meer het vermogen van de<br />
kachel verlaagd zal worden (min. 2,5 kW).<br />
Afhankelijk van de vereiste warmteafgifte zal een<br />
toepasselijke hoeveelheid brandstof aan een regelmatig<br />
tempo worden voorzien via de pelletvalschacht naar het<br />
verbrandingsrooster d.m.v. de aanvoervijzel.<br />
Tijdens de verwarmingsmodus wordt de vlam- of<br />
verbrandingskamertemperatuur gemeten juist boven de<br />
vlam m.b.v. een speciale thermosensor, waarvan de<br />
signalen worden verwerkt in de besturingseenheid en de<br />
basis vormen voor de relatie tussen het energieniveau in<br />
het verbrandingsrooster en het opgenomen volume<br />
verbrandingslucht, wat een ideale verbranding en een<br />
hoog rendement verzekert.<br />
Tijdens de verwarmingsmodus wordt de draaisnelheid<br />
van de rookgasventilator gecontroleerd d.m.v.
toerentalterugkoppeling en een constante vergelijking<br />
van de ingestelde en de huidige draaisnelheid.<br />
In het geval van een groot verschil tussen de huidige en<br />
de ingestelde draaisnelheid, zal een<br />
veiligheidsuitschakeling worden ingezet en een<br />
foutmelding worden weergegeven op het display van het<br />
bedieningspaneel.<br />
Tijdens de verwarmingsmodus worden de maximum en<br />
minimum warmteafgifte gecontroleerd door<br />
veiligheidslimieten (maximum en minimum<br />
rookgastemperatuur). Bv. wanneer tijdens de<br />
verwarmingsmodus de maximum rookgastemperatuur<br />
wordt overschreden of hij zakt onder zijn<br />
minimumwaarde, dan zal een veiligheidsuitschakeling<br />
worden ingezet.<br />
5.3. Brandertest (“Burner test”)<br />
Elke 30 minuten tijdens de verwarmingsmodus wordt<br />
een brandertest uitgevoerd.<br />
De brandertest wordt uitgevoerd ongeacht het huidige<br />
door de kachel geleverde vermogen.<br />
Dit proces duurt zo’n 2 minuten.<br />
5.4. Afkoelen (“Cooling down”)<br />
Wanneer de ingestelde kamertemperatuur wordt bereikt,<br />
wanneer de huidige kamertemperatuur en de<br />
doelkamertemperatuur overeen komen, dan schakelt de<br />
besturingseenheid over op werkingsfase afkoelen.<br />
De brandstofbevoorrading wordt gestopt; m.a.w., de<br />
aanvoervijzel, die zich in de vijzelbuis bevindt, stopt, de<br />
draaisnelheid van de rookgasventilator wordt tot op een<br />
precies bepaalde snelheid geregeld en de brandstof die<br />
nog op het verbrandingsrooster ligt wordt opgebrand.<br />
De afkoelingsfase wordt beperkt tot ongeveer 15<br />
minuten.<br />
Na de afkoelingsfase schakelt het toestel over op de<br />
“Standby”-modus.<br />
5.5. Standby<br />
Er vindt geen verbrandingsproces plaats in deze<br />
werkingsstatus, alle onderdelen, de rookgasventilator<br />
and de aanvoervijzel liggen stil, de ontsteking is<br />
uitgeschakeld en het toestel staat in wachtpositie.<br />
Alvorens de kachel terug kan overschakelen van<br />
“Standby” naar de ontstekingsfase, moet aan twee<br />
ontstekingsvoorwaarden worden voldaan:<br />
1. De kamertemperatuur moet minstens 1°C onder<br />
de ingestelde doelkamertemperatuur liggen.<br />
2. De rookgastemperatuur, gemeten met de<br />
thermosensor, moet lager liggen dan 70°C.<br />
Enkel wanneer aan beide van deze<br />
ontstekingsvoorwaarden is voldaan, kan het toestel<br />
overschakelen van “Standby”-modus naar<br />
ontstekingsmodus.<br />
Let op!<br />
Het toestel start vanzelf in “Standby”-modus.<br />
Omwille van de warmte die aan de kachelwanden<br />
geproduceerd wordt, moet u er zeker van zijn dat er<br />
niemand die niet vertrouwd is met de kachel, zich<br />
zonder toezicht in de ruimte van de kachel bevindt.<br />
Niet-warmtebestendige materialen of objecten op de<br />
kachel of binnen de minimumafstanden ervan<br />
plaatsen, is verboden.<br />
5.6. Veiligheidsuitschakeling (“Safety<br />
shutdown”)<br />
Wanneer er zich een fout voordoet, ongeacht de<br />
werkingsstatus of -modus, wordt een<br />
veiligheidsuitschakeling ingezet.<br />
Het proces van de veiligheidsuitschakeling is precies<br />
gedefinieerd.<br />
Tijdens de veiligheidsuitschakeling worden de<br />
onderdelen aan- of uitgeschakeld als volgt:<br />
Rookgasventilator – AAN<br />
Aanvoervijzel – UIT<br />
Ontsteking – UIT<br />
Het einde van de veiligheidsuitschakeling is<br />
temperatuursafhankelijk, m.a.w., de<br />
veiligheidsuitschakeling wordt aangehouden tot de<br />
kachel is afgekoeld met een rookgastemperatuur van<br />
minder dan 70°C.<br />
Eenmaal de veiligheidsuitschakeling afgelopen is,<br />
schakelt de besturingseenheid over op de<br />
werkingsstatus fout (“Fault”).<br />
5.7. Fouten (“Faults”)<br />
De kachel kan niet meer automatisch worden opgestart.<br />
De gebruiker kan de fout zien op het display.<br />
Eenmaal de fout is opgelost zoals het hoort en de<br />
foutmelding op het bedieningspaneel is verdwenen, kan<br />
de kachel terug worden opgestart.<br />
5.8. Uitschakelen – werkingsstatus OFF<br />
Procedure:<br />
Druk op de linker toets op het bedieningspaneel tot het<br />
informatiescherm verschijnt.<br />
Druk op de rechter toets (Menu), verschuif de cursor dan<br />
naar “Operating mode” met de twee middelste toetsen –<br />
druk de rechter toets (Select) – verschuif de cursor naar<br />
“OFF” met de twee middelste toetsen – druk de rechter<br />
toets (Save).<br />
De kachel zet de afkoelwerkingsstatus op gang en kan<br />
niet langer vanzelf op de verwarmingsmodus<br />
overschakelen, zelfs wanneer de kamer temperatuur tot<br />
onder de ingestelde kamertemperatuur zakt.<br />
Tijdens de OFF-status blijven het gebruikerspaneel en<br />
delen van het besturingssysteem van stroom voorzien<br />
(zo’n 9W per uur).<br />
7
5.9. Stroomonderbreking<br />
De besturingseenheid heeft een reservebatterij, zodat<br />
de gegevens bewaard blijven tijdens een<br />
stroomonderbreking.<br />
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een korte en<br />
een lange stroomonderbreking.<br />
Korte stroomonderbreking – duurt minder dan 30<br />
seconden:<br />
Eenmaal de stroomvoorziening terug hersteld is, werkt<br />
de kachel verder vanaf het punt waar hij gestopt was<br />
door de stroomonderbreking.<br />
Lange stroomonderbreking – duurt langer dan 30<br />
seconden:<br />
Eenmaal de stroomvoorziening hersteld is, schakelt de<br />
kachel over op veiligheidsuitschakeling.<br />
Een kleine hoeveelheid rookgas kan ontsnappen tijdens<br />
een stroomonderbreking.<br />
5.10. Oververhitting<br />
Wanneer de maximum toegelaten rookgastemperatuur<br />
wordt overschreden, dan wordt een<br />
veiligheidsuitschakeling ingezet en verschijnt de<br />
volgende boodschap op het display:<br />
“Shutdown flue gas temperature in Heating mode too<br />
high”.<br />
De kachel kan de verwarmingsmodus niet herstarten tot<br />
de foutmelding is verwijderd van het bedieningspaneel<br />
en de gewenste werkingsmodus gereset is.<br />
5.11. Lage-temperatuursuitschakeling<br />
Wanneer tijdens de verwarmingsmodus de kachel<br />
afkoelt tot onder een minimumtemperatuur, dan zal een<br />
veiligheidsuitschakeling worden ingezet en de volgende<br />
boodschap verschijnt op het scherm:<br />
“Shutdown flue gas temperature is too low”.<br />
De kachel kan de verwarmingsmodus niet herstarten tot<br />
de foutmelding is verwijderd van het bedieningspaneel<br />
en de gewenste werkingsmodus gereset is.<br />
6. Beschrijving van de<br />
bedieningspaneeltoetsen<br />
6.1. Bedieningspaneel<br />
Zoals u kunt zien in de illustratie, is het display verdeeld<br />
in 5 zones.<br />
8<br />
Schermtitel Schermnr.<br />
Operating mode 1 Heating<br />
Operating status 2 Standby<br />
Target/actual room temp. 3 20/20°C<br />
Time 4 Date 5<br />
Beschrijving<br />
linker toets<br />
1<br />
Beschrijving<br />
middelste toetsen<br />
2<br />
3<br />
Beschrijving<br />
rechter toets<br />
1 Werkingsmodus, 2 Werkingsstatus,<br />
3 Doel-/huidige kamertemperatuur, 4 Uur, 5 Datum<br />
De schermtitel bevat de naam van het betreffende<br />
scherm waarin de gebruiker zich bevindt. Op dezelfde<br />
regel, rechts, wordt het schermnummer weergegeven.<br />
De Menu/Info-zone bevat 4 lijnen met elk 21 karakters<br />
voor tekstweergave.<br />
De gebruiker kan door de verschillende<br />
informatieschermen bladeren met behulp van de toetsen<br />
2 en 3.<br />
Wanneer de gebruiker zich in het selectiemenu bevindt,<br />
krijgt hij 4 menu-items per keer te zien. Hij kan<br />
hiertussen kiezen met de toetsen 2 en 3 (het<br />
geselecteerde menu heeft een zwarte achtergrond).<br />
Wanneer toets 3 opnieuw wordt ingedrukt na het<br />
selecteren van het vierde menu-item, dan verschijnen de<br />
volgende menu-items op het scherm (scrolldownmenu).<br />
Met toets 4 selecteert de gebruiker een menu-item en<br />
komt dan uit in het betreffende submenu of, wanneer<br />
een parameter werd geselecteerd, in het geschikte<br />
venster voor aanpassing van de parameter.<br />
Inactieve menu-items en informatie:<br />
Inactieve menu-items worden niet getoond in het<br />
selectiemenu.<br />
Ook worden inactieve meetwaarden niet getoond op de<br />
informatieschermen of in schermen met waardeninfo.<br />
4
6.2. Informatieschermen<br />
6.2.1. Infoscherm 1 (standaardscherm)<br />
Dit scherm is altijd weergegeven na het opstarten.<br />
Information<br />
Operating state: Auto<br />
Mode: Ign. Phase<br />
Temp. set/act.: 21/28°C<br />
15:00 We,23.01.2004<br />
1<br />
Menu<br />
Functies van de toetsen:<br />
Links: Start onmiddellijk het<br />
verwarmingsproces op.<br />
Midden boven: Geeft het foutvenster weer in geval van<br />
een fout; anders is de toets inactief.<br />
Midden onder: Instelling van het wekelijks programma<br />
of de doelkamertemperatuur afhankelijk van de<br />
werkingsmodus.<br />
Rechts: Geeft het hoofdmenu weer.<br />
6.2.2. Hoofdmenu<br />
Dit menu wordt weergegeven als scrolldown menu.<br />
Main menu<br />
Operating mode Auto<br />
Date / Time<br />
Language English<br />
Heating curve 600<br />
Back Select<br />
Het bevat de volgende opties:<br />
• Operating mode (werkingsmodus) (de<br />
werkingsmodus kan hier worden veranderd: Off (uit),<br />
Heating (verwarmen), Automatic (automatisch))<br />
• Date/Time (datum/tijd) (de datum en tijd van het<br />
bedieningspaneel worden hier ingesteld)<br />
• Language (taal) (fabrieksinstelling = altijd “German”<br />
(Duits))<br />
• Heating curve (verwarmingscurve)<br />
Functies van de toetsen:<br />
Links: Weergave infoscherm 1<br />
Midden boven: Selectiepijl naar boven<br />
Midden onder: Selectiepijl naar beneden<br />
Rechts: Ga het geselecteerde menu binnen<br />
6.2.3. De werkingsmodus instellen<br />
Operating mode<br />
1<br />
b001<br />
Off<br />
>Heating <<br />
Auto<br />
Back Save<br />
Functies van de toetsen:<br />
Links: Weergave hoofdmenu<br />
Midden boven: Selectiepijl naar boven<br />
Midden onder: Selectiepijl naar beneden<br />
Rechts: Sla de geselecteerde werkingsstatus op<br />
6.2.4. Datum en tijd instellen<br />
Time / Date<br />
Mo 24.01.2005<br />
15:43:38<br />
Back + - Change<br />
Functies van de toetsen:<br />
Links: Weergave hoofdmenu<br />
Midden boven: Selectiepijl naar boven<br />
Midden onder: Selectiepijl naar beneden<br />
Rechts: Sla de geselecteerde tijd op<br />
6.2.5. De uren en doelkamertemperatuur in<br />
automatische modus instellen<br />
Wkly Programme<br />
Mo Tu We Th Fr Sa Su<br />
1 E:12:00 A:24:00 25°<br />
2 E:13:00 A:24:00 26°<br />
3 E:14:00 A:24:00 27°<br />
Back Change<br />
Functies van de toetsen:<br />
Links: Weergave infoscherm 1<br />
Midden boven: Stel de dag van de week of de tijd in<br />
Midden onder: Stel de dag van de week of de tijd in<br />
Rechts: Spring tussen de tijden<br />
6.2.6. De doelkamertemperatuur in de<br />
verwarmingsmodus instellen<br />
Temp. set<br />
Target room<br />
temperature<br />
r001<br />
(21) 21 [°C]<br />
Back + - Save<br />
Functies van de toetsen:<br />
Links: Weergave infoscherm 1<br />
Midden boven: Verhoog de doelkamertemperatuur<br />
Midden onder: Verlaag de doelkamertemperatuur<br />
Rechts: Sla de geselecteerde doelkamer-<br />
temperatuur op<br />
9
6.2.7. Foutscherm<br />
Fault screen<br />
10<br />
Thermosensor flue gas<br />
Interruption<br />
15:00 24.01.2004<br />
Quit<br />
Functies van de toetsen:<br />
Links: Toets inactief<br />
Midden boven: Toets inactief<br />
Midden onder: Weergave infoscherm 1<br />
Rechts: Verwijder de fout van het display<br />
6.3. De taal instellen<br />
Main menu<br />
Operating mode Auto<br />
Date / Time<br />
>Language English<<br />
Back Select<br />
Bij alle toestellen is de fabrieksinstelling voor de taal<br />
“German” (Duits).<br />
Als u een andere taal wilt instellen, ga dan als volgt te<br />
werk:<br />
Plaats de cursor in het hoofdmenu op “Language”. Druk<br />
op de rechter toets “Select”. Selecteer de gewenste taal<br />
met de twee middelste toetsen en druk op de rechter<br />
toets “Save” om op te slaan.<br />
Als u het scherm wilt verlaten zonder opslaan, druk op<br />
de linker toets “Back”.<br />
Zet na het opslaan de hoofdschakelaar uit en terug aan.<br />
Enkel dan wordt de tekst weergegeven in de ingestelde<br />
taal.<br />
6.4. Beschrijving – verwarmingscurve (“Heating<br />
curve”)<br />
Main menu<br />
Date / Time<br />
Language English<br />
>Heating curve <<br />
Back Select<br />
Instelbereik van 80 tot 600<br />
Fabrieksinstelling: 80<br />
De in te stellen waarde hangt af van de grootte van de<br />
ruimte die moet worden opgewarmd.<br />
Richtwaarden:<br />
• Kameroppervlakte 20m² - waarde 80<br />
• Kamer 25m² - waarde 200<br />
• Kamer 30m² - waarde 400<br />
• Kamer groter dan 30m² - waarde 600<br />
Bij oudere kachels moet een hogere waarde worden<br />
ingesteld (boven 400) om overmatige condensatie in de<br />
schouw te vermijden.<br />
1<br />
1<br />
Plaats in het hoofdmenu de cursor op “Heating curve”.<br />
Druk de rechter toets “Select”. Pas de waarde aan met<br />
de twee middelste toetsen en druk op de rechter toets<br />
“Save” om op te slaan.<br />
Als u het venster wilt verlaten zonder opslaan, druk dan<br />
op de linker toets “Back”.<br />
6.5. Beschrijving – Toetsenblokkering<br />
Information<br />
Operating state: Auto<br />
Mode: Standby<br />
Temp. set/act.: 0/28°C<br />
15:00 We, 23.01.2004<br />
1<br />
Menu<br />
In infoscherm 1 kunt u de toetsenblokkering activeren.<br />
Toetsenblokkering activeren:<br />
• Houd de toets Menu ingedrukt gedurende<br />
ongeveer 10 seconden tot “Key lock activated”<br />
verschijnt op het display.<br />
Toetsenblokkering deactiveren:<br />
• Houd de toets Menu ingedrukt gedurende<br />
ongeveer 10 seconden tot “Key lock activated”<br />
niet meer wordt weergegeven op het display.<br />
6.6. Beschrijving – helderheid display (“Display<br />
brightness”) - contrastinstelling<br />
Linker toets: houd de toets gedurende ongeveer 10<br />
seconden ingedrukt tot “Contrast mode” op het display<br />
verschijnt.<br />
Laat nu de linker toets los en stel de gewenste<br />
helderheid of het contrast in met de twee middelste<br />
toetsen.<br />
7. De pelletkachel bedienen<br />
De pelletkachel mag enkel worden bediend door<br />
volwassenen. Zorg ervoor dat kinderen nooit alleen<br />
worden gelaten bij de kachel. (Laat de pelletkachel niet<br />
voor een langer periode onbewaakt achter). De<br />
pelletkachel mag enkel worden gebruikt zoals<br />
beschreven in deze bedieningsinstructies.<br />
Gelieve de veiligheidsinstructies uit hoofdstuk 2 in acht<br />
te nemen.<br />
7.1. Brandstof<br />
De pelletkachel mag enkel gebruikt worden met<br />
pelletbrandstof. Met deze brandstof kiest u voor een<br />
CO2-neutrale verwarming van uw woning.<br />
Pellets zijn gemaakt van houtafval van zagerijen en van<br />
hout uit de bosbouwhandel. Deze ruwe materialen zijn<br />
zodoende 100% natuurlijk en zijn gemalen, gedroogd en<br />
geperst tot pellets zonder toevoeging van bindmiddelen.<br />
Deze brandstof is gestandaardiseerd volgens de normen<br />
DINplus, ÖNorm M 7135, ENplus-A1.<br />
Belangrijk: Uw Haas+Sohn-pelletkachel mag enkel<br />
gebruikt worden met gestandaardiseerde houtpellets<br />
met een diameter van 6 mm.
U kunt goede-kwaliteitspellets op zicht herkennen: glad,<br />
glanzend oppervlak, gelijke lengte, weinig stof.<br />
Houtpellets van mindere kwaliteit zijn herkenbaar aan:<br />
barsten, een hoog stofgehalte, verschillende lengtes.<br />
Precieze kwaliteitskenmerken kunnen echter enkel<br />
worden bepaald m.b.v. technisch analysegereedschap.<br />
Een eenvoudige kwaliteitstest: steek enkele houtpellets<br />
in een glas water:<br />
Goede kwaliteit: pellets zinken<br />
Slechte kwaliteit: pellets drijven.<br />
Het gebruik van slechte-kwaliteitspellets of niet<br />
toegelaten brandstof heeft een negatief effect op de<br />
werking van uw pelletkachel en kan bovendien leiden tot<br />
het vervallen van de garantie en de bijhorende<br />
productaansprakelijkheid. Niet toegelaten brandstoffen<br />
zijn o.a. houtsnippers, stro en maïs. Het verbranden van<br />
slechte-kwaliteitspellets leidt tot verkorte<br />
reinigingsintervals en tot een verhoogd<br />
brandstofverbruik, waardoor het pelletreservoir vaker<br />
moet worden bijgevuld.<br />
Houtpellets zijn verpakt in plastieken of papieren<br />
zakken. Om een zo goed mogelijke verbranding van de<br />
pellets te garanderen, is het noodzakelijk de brandstof<br />
zo goed mogelijk te laten drogen en het vrij van vuil te<br />
transporteren en te stockeren. Bij contact met vocht<br />
zullen de pellets aanzienlijk uitzetten.<br />
Wanneer u het pelletreservoir vult met pellets, zorg er<br />
dan voor dat de zakken niet in contact komen met de<br />
oppervlakten van de kachel.<br />
Twee kilogram houtpellets hebben ongeveer dezelfde<br />
energiewaarde als een liter “extra lichte stookolie”. In<br />
volumetermen betekent dit dat 3m³ houtpellets gelijk zijn<br />
aan 1000 liter stookolie. Variaties in vermogen van de<br />
kachel worden niet enkel veroorzaakt door de kwaliteit<br />
van de pellets, maar ook door het ruwe materiaal van<br />
het hout (houttype).<br />
7.2. Ingebruikname van uw pelletkachel<br />
Alle materialen onderdeel van de kachel moeten zich<br />
geleidelijk aanpassen aan de warmteontwikkeling. Door<br />
voorzichtig op te warmen, vermijdt u barstjes in de<br />
wanden van de verbrandingskamer, schade aan de<br />
verfbekleding en kromtrekken van materialen. Zet de<br />
doeltemperatuur dus niet te hoog op het<br />
bedieningspaneel (zo’n 1,5 tot 2°C hoger dan de hui dige<br />
kamertemperatuur).<br />
• Verwijder voor de ingebruikname alle stickers en alle<br />
accessoires in de aslade en de verbrandingskamer.<br />
Dit geldt ook voor alle bevestigingselementen voor<br />
transport.<br />
• Controleer of de bekleding van de<br />
verbrandingskamer goed bevestigd zit (deze kan uit<br />
zijn positie geraakt zijn door transport of installatie<br />
van de kachel).<br />
• Controleer of de branderpot goed in zijn houder zit.<br />
• Sluit de deur van de verbrandingskamer.<br />
• Vul het reservoir met standaard houtpellets (Ø 6<br />
mm).<br />
• Steek de voedingskabel in.<br />
• Zet de hoofdschakelaar op “1”.<br />
• Eenmaal de hoofdschakelaar op ON is gezet, begint<br />
de bedieningseenheid met de opstart. Dit kan enkele<br />
seconden duren.<br />
• Na de opstart verschijnt het informatiescherm – druk<br />
de rechter toets (Menu) – beweeg de cursor naar<br />
“Operating mode” (werkingsmodus) – druk de<br />
rechter toets (Select) – selecteer de gewenste<br />
werkingsmodus met de cursor – druk de rechter<br />
toets (Save).<br />
Tip!!<br />
Enkel bij ingebruikname: leg zo’n 30 pellets<br />
in de brander; dit zal het opstartproces<br />
versnellen.<br />
Algemeen:<br />
Als de ontstekingsfase niet met succes kon<br />
worden uitgevoerd, m.a.w. wanneer geen<br />
vlam ontstaat en de vereiste temperatuur aan<br />
de rookgasthermosensor niet wordt gehaald,<br />
dan wordt een veiligheidsuitschakeling ingezet en<br />
verschijnt een foutmelding (“Ignition phase target temp.<br />
flue gas not reached – check burner – date and time”).<br />
De fout verhelpen:<br />
Eenmaal de kachel is afgekoeld, leeg de brander en,<br />
indien nodig, reinig hem. Let op! Er kan nog gloeiende<br />
as overgebleven zijn! Druk vervolgens herhaaldelijk op<br />
de linker toets op het bedieningspaneel tot de<br />
foutmelding verschijnt – druk dan op de rechter toets<br />
(Clear) – nu verschijnt het infoscherm – druk op de<br />
rechter toets (Menu) – beweeg de cursor naar<br />
“Operating mode” (werkingsmodus) en druk de rechter<br />
toets (Select) – het scherm waarin de werkingsmodus<br />
kan worden ingesteld verschijnt – selecteer de<br />
gewenste werkingsmodus met de cursor en druk de<br />
rechter toets (Save). De kachel begint de<br />
ontstekingsfase.<br />
Opmerking: Geurvorming veroorzaakt door het verder<br />
uitdrogen van de verf stopt na een korte tijd. Gelieve de<br />
kamer waarin de kachel staat goed te ventileren.<br />
Niettemin bevat de verf geen giftige dampen.<br />
7.3. De werkingsmodus selecteren<br />
De bedieningseenheid maakt een gemakkelijke selectie<br />
van de werkingsmodi “Heating” en “Auto” mogelijk<br />
(weekprogramma’s).<br />
11
7.3.1. Werkingsmodus “Heating”<br />
De toetsen van het bedieningspaneel zijn uitgelegd in<br />
hoofdstuk 6.<br />
In deze werkingsmodus kan de gebruiker de gewenste<br />
doelkamertemperatuur instellen (tussen 10°C en 30°C )<br />
door gebruik te maken van de 4 toetsen op het<br />
bedieningspaneel.<br />
De kachel warmt de kamer op tot aan de gewenste<br />
doelkamertemperatuur en gaat hierna over tot het<br />
afkoelingsprogramma en de “Standby”-status.<br />
Terwijl de kachel zich in deze werkingsmodus bevindt,<br />
wordt de kamertemperatuur herhaaldelijk opgewarmd tot<br />
de ingestelde kamertemperatuur zowel overdag als ’s<br />
nachts, m.a.w. tijdens deze werkingsmodus wordt geen<br />
onderscheid gemaakt tussen dag en nacht of andere<br />
periodes.<br />
7.3.2. De doelkamertemperatuur in de<br />
werkingsmodus “Heating” instellen<br />
12<br />
Druk de linker toets herhaaldelijk tot het<br />
infoscherm verschijnt.<br />
Druk vervolgens op de onderste middelste toets.<br />
Het programmatievenster waarin de gewenste<br />
doelkamertemperatuur wordt ingesteld, is nu<br />
geopend. De functie van de toetsen wordt<br />
onderaan dit scherm weergegeven.<br />
Met de bovenste middelste toets kan de<br />
gewenste kamertemperatuur verhoogd worden<br />
in stappen van 1°C. Met de onderste middelste<br />
toets kan de doeltemperatuur verlaagd worden<br />
in stappen van 1°C.<br />
Met de linker toets kan het programmatievenster<br />
gesloten worden zonder de nieuwe<br />
doelkamertemperatuur op te slaan.<br />
Met de rechter toets wordt het<br />
programmatievenster gesloten en de juist<br />
ingestelde doelkamertemperatuur opgeslagen.<br />
7.3.3. Werkingsmodus “Auto” (wekelijks<br />
programma)<br />
In deze werkingsmodus kan de gebruiker vrij drie in- en<br />
uitschakeltijden instellen per dag (24 uur) voor alle<br />
zeven dagen van de week, met telkens een gewenste<br />
doelkamertemperatuur eraan toegekend (tussen 10°C<br />
en 30°C).<br />
7.3.3.1. Datum en tijd instellen<br />
Alvorens te werken met een wekelijks programma, is het<br />
noodzakelijk de datum en tijd in te geven:<br />
Druk de linker toets op het bedieningspaneel<br />
herhaaldelijk tot het infoscherm verschijnt.<br />
Druk in het infoscherm op de rechter toets<br />
(Menu).<br />
Het hoofdmenu verschijnt nu.<br />
Plaats de cursor in het hoofdmenu op<br />
“Date/Time” m.b.v. de twee middelste toetsen.<br />
Druk de rechter toets (Select).<br />
Het programmatievenster voor de datum en tijd<br />
verschijnt nu.<br />
Druk de rechter toets in het<br />
programmatievenster (Edit).<br />
Er kan nu ingesteld worden – selecteer het veld<br />
dat met aangepast worden met de rechter toets<br />
(pijl)<br />
Voer de wijziging uit met de twee middelste<br />
toetsen (+/-).<br />
Scroll met de rechter toets (pijl) door het<br />
programmatievenster tot de functie “Save”<br />
verschijnt in de onderste tekstregel.<br />
Druk op de rechter toets (Save) – de wijziging is<br />
opgeslagen.<br />
Druk de linker toets (Back) – het hoofdmenu<br />
verschijnt.<br />
7.3.3.2. Werkingsmodus “Auto” (wekelijks<br />
programma)<br />
In deze werkingsmodus moet voor elke dag van de<br />
week een programmatie gedaan worden.<br />
De kachel warmt de kamer op tot aan de gewenste<br />
doelkamertemperatuur en gaat hierna over tot het<br />
afkoelingsprogramma en de “Standby”-status<br />
Deze werkingsmodus maakt een aanpassing van de<br />
doelkamertemperatuur mogelijk naargelang de<br />
persoonlijke behoeften.<br />
7.3.3.3. De doelkamertemepratuur in werkingsmodus<br />
“Auto” instellen (wekelijks programma)<br />
Druk de linker toets herhaaldelijk tot het<br />
infoscherm verschijnt.<br />
Druk vervolgens op de onderste middelste toets.<br />
Het programmatievenster waarin de dagen van<br />
de week kunnen worden geselecteerd is nu<br />
geopend.<br />
Met de twee middelste toetsen kan de dag van<br />
de week worden geselecteerd met de cursor in<br />
de tweede regel (de geselecteerde dag is deze<br />
die door de cursor is opgelicht)<br />
Druk na het selecteren met de cursor op de<br />
rechter toets (Edit).<br />
Het programmatievenster van de geselecteerde<br />
dag verschijnt nu.<br />
De eerste kolom bevat positienummers 1, 2 en<br />
3.<br />
In de tweede kolom worden de inschakeltijden<br />
(gemarkeerd door de letter E) met de middelste<br />
toetsen ingesteld in stappen van 15 minuten.<br />
Met de rechter toets (pijl) kan u van de linker<br />
naar de rechter kolom verspringen.<br />
In de derde kolom worden de uitschakeltijden<br />
(gemarkeerd door de letter A) met de middelste<br />
toetsen ingesteld in stappen van 15 minuten.<br />
In de vierde kolom kan de gewenste<br />
doelkamertemperatuur worden toegewezen aan<br />
elke periode die valt tussen de betreffende in-<br />
en uitschakeltijden.<br />
Na het voltooien van het programmeren van de<br />
weekdag, kan het programmatievenster voor<br />
deze dag van de week opgeslagen en verlaten<br />
worden door op de linker toets (Back) te<br />
drukken.
De andere dagen van de week moeten op<br />
dezelfde manier geprogrammeerd worden.<br />
7.3.3.4. Voorbeeld van programmatie voor maandag<br />
(“Monday”)<br />
Druk de linker toets herhaaldelijk tot het<br />
infoscherm verschijnt.<br />
Druk vervolgens op de onderste middelste toets.<br />
Het scherm waarin de dagen van de week<br />
kunnen worden geselecteerd verschijnt nu.<br />
Verplaats de cursor m.b.v. de twee middelste<br />
toetsen totdat het veld “MO” (=”Monday)<br />
opgelicht is door de cursor.<br />
Druk vervolgens op de rechter toets (Edit).<br />
Het programmatievenster voor maandag<br />
verschijnt nu.<br />
De eerste kolom bevat positienummers 1, 2 en<br />
3.<br />
In de tweede kolom worden de inschakeltijden<br />
(gemarkeerd door de letter E) met de middelste<br />
toetsen ingesteld in stappen van 15 minuten.<br />
o Met de rechter toets (pijl) kan u van de<br />
linker naar de rechter kolom<br />
verspringen.<br />
In de derde kolom worden de uitschakeltijden<br />
(gemarkeerd door de letter A) met de middelste<br />
toetsen ingesteld in stappen van 15 minuten.<br />
In de vierde kolom kan de gewenste<br />
doelkamertemperatuur worden toegewezen aan<br />
elke periode die valt tussen de betreffende in-<br />
en uitschakeltijden.<br />
Na het voltooien van het programmeren van de<br />
weekdag, kan het programmatievenster voor<br />
deze dag van de week opgeslagen en verlaten<br />
worden door op de linker toets (Back) te<br />
drukken.<br />
8. Reiniging en onderhoud<br />
De werking van uw toestel is in sterke mate afhankelijk<br />
van een regelmatig deskundig onderhoud. Omwille van<br />
de asophoping als gevolg van de verbranding van<br />
houtpellets, is frequent reinigings- en onderhoudswerk<br />
noodzakelijk. Dit zal de werking zo probleemloos als<br />
mogelijk maken.<br />
De frequentie van het onderhoud hangt op zijn beurt af<br />
van de pelletskwaliteit (asgehalte). Kwaliteitspellets<br />
hebben een laag asgehalte van ongeveer 0,2-0,3%.<br />
Wanneer het asgehalte hoger is (0,5% of meer) verkort<br />
het onderhoudsinterval en de asophoping vergroot met 2<br />
of 3 keer. Dit resulteert in een lagere warmteafgifte en<br />
een verhoogde ventilatorsnelheid.<br />
Wij raden hiervoor aan de rookgaskanalen<br />
minstens na elke 1.000 kg pellets te controleren<br />
en/of te reinigen (zie figuur 8a+d).<br />
Let op!<br />
Toestellen die niet worden onderhouden volgens<br />
onze instructies mogen niet worden gebruikt. Hier<br />
niet aan voldoen zal alle aanspraak op garantie doen<br />
vervallen.<br />
Vanaf u as- en slakresten in de koude branderpot<br />
ontdekt, moet deze gereinigd worden (zie figuur 5+6).<br />
Wanneer dit niet wordt gedaan, zal de slak verder<br />
toenemen, waardoor het toestel op den duur niet meer<br />
zal kunnen ontsteken. Pellets kunnen ophopen in de<br />
branderpot. In extreme gevallen kan dit helemaal tot aan<br />
de pelletvalschacht reiken. Dit kan mogelijk resulteren in<br />
een terugbrand en smeulende pellets in het<br />
pelletreservoir.<br />
Dit zal uw toestel beschadigen en wordt niet gedekt<br />
door de garantie!<br />
Let op!<br />
Alvorens te reinigen moet de kachel afgekoeld zijn,<br />
de hoofdschakelaar moet op de positie “0” staan en<br />
de hoofdstroomschakelaar moet uitgetrokken zijn!<br />
Eenmaal het reinigen is voltooid, moet de kachel<br />
terug in zijn normale werkingsstatus worden gezet:<br />
plaats de branderpot correct terug en sluit de<br />
verbrandingskamerdeur.<br />
8.1. Het oppervlak reinigen<br />
Vuil op het buitenoppervlak van de kachel kan gereinigd<br />
worden met een vochtige doek of indien nodig met zacht<br />
water met zeep. Het wordt afgeraden bijtende<br />
reinigingsmiddelen te gebruiken, daar deze het<br />
oppervlak kunnen beschadigen.<br />
8.2. Het glaspaneel reinigen<br />
Om het kijkvenster te reinigen, moet eerst de kacheldeur<br />
worden geopend. Vuil op het glaspaneel kan worden<br />
verwijderd met een glasreiniger of met een vochtige<br />
spons waarop u wat van het aanwezige houtas<br />
gestrooid hebt (milieuvriendelijk).<br />
Het glaspaneel reinigen mag enkel gebeuren met een<br />
afgekoelde kachel in de werkingsmodus OFF.<br />
8.3. De branderpot reinigen<br />
Tijdens de werking kunnen er zich afzettingen vormen in<br />
de branderpot. Hoe snel de branderpot vuil wordt, hangt<br />
enkel af van de brandstofkwaliteit. De afzettingen of<br />
aankoekingen moeten regelmatig verwijderd worden.<br />
De branderpot reinigen mag enkel gebeuren<br />
wanneer de kachel is afgekoeld en in<br />
werkingsmodus OFF staat. Anders is er een risico<br />
op brandwonden!<br />
De branderpot moet uit de kachel worden gehaald.<br />
Eenmaal dit is gebeurd moeten achtergebleven asresten<br />
in de kachel onder de branderpot ook verwijderd<br />
worden.<br />
Na het reinigen moet de branderpot terug op zijn juiste<br />
plaats worden gestoken in de branderhouder. Controleer<br />
nogmaals of de branderpot goed zit, om slechte<br />
afdichting te vermijden.<br />
13
Een visuele controle van de verbrandingsresten in<br />
de brander en de verbrandingskamer moet door de<br />
gebruiker regelmatig gedaan worden!!!<br />
Figuur 5: Vuile brander<br />
Figuur 6: Propere brander<br />
De reinigingsintervals voor de branderpot en het<br />
glaspaneel hangen af van de kwaliteit van de pellets<br />
(hoog asgehalte) en kunnen variëren tussen enkele uren<br />
van branden en verschillende dagen.<br />
8.4. De as uit de verbrandingskamer<br />
verwijderen<br />
Om de as grondig uit de branderpot en de<br />
verbrandingskamer te reinigen, moet de pelletkachel<br />
afgekoeld en in werkingsmodus OFF zijn.<br />
Procedure:<br />
Druk herhaaldelijk op de linker toets op het<br />
bedieningspaneel tot het infoscherm verschijnt – druk<br />
dan de rechter toets (Menu) – verplaats met de twee<br />
middelste toetsen de cursor naar “Operating modes” –<br />
druk de rechter toets (Select) – verplaats met de<br />
middelste toetsen de cursor naar OFF – druk de rechter<br />
toets (Save) – de kachel begint af te koelen.<br />
Eenmaal de kachel volledig afgekoeld is, kan het<br />
reinigingswerk aangevangen worden.<br />
Let op!!<br />
Het afkoelingsprogramma van de kachel wordt<br />
beëindigd na ongeveer 15 minuten. De kachel kan<br />
14<br />
nog steeds heet zijn na het beëindigen van de<br />
afkoelingsfase.<br />
Begin niet te reinigen tot de kachel volledig<br />
afgekoeld is! “Risico op brandwonden!”<br />
De frequentie van het verwijderen van de as hangt af<br />
van de kwaliteit van de gebruikte pellets. Wij raden aan<br />
de as uit de verbrandingskamer te verwijderen met een<br />
stofzuiger.<br />
8.5. Het pelletreservoir reinigen<br />
Laat de pelletkachel branden tot het reservoir volledig<br />
leeg is. Daarna kan het beschermingsrooster (2) in het<br />
pelletreservoir verwijderd worden. Reinig dan het<br />
reservoir en de ingang naar het vijzelhuis met een<br />
stofzuiger. Na het reinigen is het essentieel om het<br />
beschermingsrooster terug te plaatsen. Let erop dat<br />
hierbij geen schroeven in het pelletreservoir vallen, om<br />
schade aan de vijzel te vermijden.<br />
Figuur 7: Pelletreservoir<br />
1 = Deksel pelletreservoir<br />
2 = Beschermingsrooster<br />
3 = Dichting reservoirdeksel
8.6. De rookgaskanalen en –buizen reinigen<br />
Normaal is het voldoende de rookgaskanalen en –<br />
buizen eenmaal per jaar te reinigen. Haal de kachel<br />
eerst wat weg van de muur, om voldoende ruimte te<br />
creëren om te werken.<br />
Om de rookgaskanalen te reinigen, ga als volgt te werk:<br />
Maak het voorschot van de rookkanalen los van de<br />
geleider door het op te heffen. Trek de linker bekleding<br />
naar beneden uit de geleider en zet hem beneden in de<br />
asruimte. Nu kan het voorschot worden verwijderd en<br />
het bovengedeelte van de verbrandingskamer worden<br />
gereinigd.<br />
Verwijder dan de rechter zijwand. Deze is vastgemaakt<br />
met klemmen. Trek zijwand er zijdelings af.<br />
Maak de schroeven los en verwijder beide deksels van<br />
de openingen. Nu kunt u de blootgestelde binnenzijden<br />
van de rookgaskanalen reinigen. (Zie fig. 8a+b).<br />
Figuur 8a: Onderste reinigingsdeksel<br />
Figuur 8b: Zijdelings reinigingsdeksel<br />
Na het voltooien van de reiniging moet erop gelet<br />
worden dat de dichtingen goed op hun plaats zitten<br />
wanneer de deksels worden teruggeplaatst. Het is<br />
essentieel om dichtingen die kapot zijn te<br />
vervangen.<br />
8.7. Reiniging van de rookgaskamer en<br />
-ventilator<br />
De rookgaskamer is toegankelijk voor reiniging door de<br />
4 moeren (zie pijlen in fig. 9) los te maken.<br />
Verwijder de ventilatormotor door ze eruit te trekken.<br />
Reinig nu de rookgasdoorgangen, de ventilator en de<br />
rookgasbuizen met een borstel en een asstofzuiger.<br />
Steek de onderdelen in omgekeerde volgorde terug in<br />
elkaar. Let er opnieuw op dat de dichtingen goed in<br />
positie zitten. Het is essentieel dichtingen die kapot zijn<br />
te vervangen. Controleer of de elektrische aansluitingen<br />
van de ventilatormotor nog goed zitten.<br />
Figuur 9: Rookgasventilator<br />
15
9. Beschrijving van de onderdelen<br />
9.1. Opslagcontainer (pelletreservoir)<br />
32 kg houtpellets kan worden opgeslagen in het<br />
pelletreservoir. Deze hoeveelheid laat toe de kachel tot<br />
50 uur te laten branden.<br />
9.2. Aanvoervijzelmotor / aanvoervijzel<br />
De aanvoervijzelmotor drijft de aanvoervijzel aan. Deze<br />
transporteert de pellets van het reservoir naar de<br />
verbrandingskamer (branderpot). Het toerental van de<br />
motor wordt geregeld en past hiermee de benodigde<br />
pellethoeveelheid aan volgens het modulair vermogen<br />
(2,5 tot 8 kW).<br />
Figuur 10: Aanvoervijzelmotor<br />
1 = Aanvoervijzelmotor<br />
2 = Condensator<br />
3 = Thermosensor, rookgas<br />
4 = Rookgasventilator<br />
5 = Oververhittingsbeveiliging<br />
6 = Buitenluchtverbinding<br />
7 = Aansluiting rookgasleiding<br />
16<br />
9.3. Branderpot met vlammenbreker:<br />
De branderpot is gemaakt van roestvast edelstaal. Het<br />
special ontwerp van de branderpot verzekert een<br />
propere en zeer efficiënte verbranding van de pellets.<br />
Figuur 11: Branderpot correct geïnstalleerd<br />
9.4. Elektrische ontsteking<br />
De ingebouwde elektrische ontsteking is gemaakt van<br />
roestvast staal (zie figuren 13+14) en produceert de<br />
vereiste ontstekingstemperatuur om de houtpellets te<br />
ontbranden. De periode gedurende dewelke de<br />
ontsteking geactiveerd is, hangt af van hoe snel de<br />
vereiste vlamtemperatuur bereikt wordt opdat het<br />
systeem kan overschakelen van de ontstekingsfase naar<br />
de verwarmingsfase. De gemiddelde<br />
ontstekingsgloedtijd is 10 tot 12 minuten (afhankelijk van<br />
de pelletkwaliteit). De ontstekingsfase is beperkt tot<br />
maximaal 21 minuten en zodoende ook de<br />
ontstekingsgloedtijd. Afhankelijk van de<br />
brandstofkwaliteit moet de vlam gevormd worden binnen<br />
6 tot 10 minuten.
Figuur 12: Elektrische onderdelen<br />
1 = Pelletreservoir<br />
2 = Vlamtemperatuursensor onderaan<br />
3 = Aanvoervijzelmotor<br />
4 = Oververhittingsbeveiliging<br />
5 = Ontsteking<br />
6 = Besturingseenheid<br />
7 = Rookgasventilator<br />
8 = Thermosensor, rookgas<br />
Figuur 13: Ontsteking in roestvast staal<br />
9.5. Besturingseenheid<br />
De microprocessor-besturingseenheid verzekert een<br />
veilige automatische werking van de pelletkachel. De<br />
besturingseenheid regelt de interactie tussen de<br />
onderdelen, bv. de rookgasventilator,<br />
aanvoervijzelmotor, vlamtemperatuursensor,<br />
kamertemperatuursensor etc... De elektrische<br />
zekeringen van de kachel zijn ingebouwd in de<br />
besturingseenheid. Om deze zekeringen te vervangen,<br />
moet u het linker zijpaneel verwijderen.<br />
Figuur 14:<br />
1. Besturingseenheid<br />
2. Zekeringen T 3,15A<br />
3. Zekering T 0,315A<br />
4. Reservebatterij<br />
9.6. Bedieningspaneel<br />
Het bedieningspaneel is ingebouwd in het pelletreservoir<br />
op zo’n manier dat het display met zijn 4 toetsen<br />
gemakkelijk bereikbaar is.<br />
Alle noodzakelijke parameters voor de werking van de<br />
kachel kunnen ingesteld worden via dit<br />
bedieningspaneel.<br />
De toegang tot deze parameters is verdeeld in twee<br />
niveaus.<br />
Het eerste niveau is bedoeld voor de gebruiker van de<br />
kachel.<br />
Het tweede niveau is bedoeld voor technici en is enkel<br />
toegankelijk met een speciale toegangscode.<br />
Omschrijving van het eerste niveau – voor de gebruiker:<br />
De gebruiker kan de volgende aanpassingen doen met<br />
of de volgende informatie lezen op het display van het<br />
bedieningspaneel:<br />
• Het toestel starten of stoppen.<br />
• De gewenste doelkamertemperatuur instellen (in<br />
werkingsmodus “Heating”).<br />
• Selecteer werkingsmodus “Heating” of “Auto”.<br />
• Een wekelijks programma instellen met de<br />
gewenste doelkamertemperatuur en de<br />
bijhorende in- en uitschakeltijden in<br />
werkingsmodus “Auto”.<br />
• De huidige werkingsmodus en de betreffende<br />
werkingsstatus waarin de kachel zich dan<br />
bevindt en de datum en tijd aflezen.<br />
• Gelijk welke foutmelding, weergegeven als tekst<br />
met nummer, aflezen.<br />
• Kies een taal voor het menu van het<br />
bedieningspaneel.<br />
17
18<br />
Figuur 15: Bedieningspaneel<br />
9.6.1. Achtergrondverlichting<br />
De achtergrondverlichting van het display gaat uit 5<br />
minuten nadat het paneel voor het laatst is gebruikt.<br />
9.6.2. Achtergrondverlichting activeren<br />
De achtergrondverlichting wordt geactiveerd door op<br />
een toets te drukken. Enkel wanneer de<br />
achtergrondverlichting brandt, zijn de functietoetsen<br />
actief.<br />
De achtergrondverlichting brandt eveneens bij een<br />
foutmelding.<br />
9.7. Rookgasventilator met toerentalfeedback<br />
De rookgasventilator zorgt voor onderdruk in de<br />
verbrandingskamer en voorziet zo het vereiste volume<br />
lucht voor verbranding in de verbrandingskamer of<br />
doorheen de branderpot.<br />
De rookgasventilator is uitgerust met toerentalfeedback.<br />
Dit laat toe elk verschil tussen de gewenste en de<br />
huidige werkingsstatus te detecteren en de nodige<br />
maatregelen te nemen of, in geval van grotere<br />
verschillen, de kachel uit te schakelen<br />
(veiligheidsuitschakeling).<br />
9.8. Vlam- of verbrandingskamertemperatuursensor<br />
(-thermosensor)<br />
De vlamtemperatuur wordt gemeten in de “Heating”modus.<br />
De gemeten vlamtemperatuur is een indicator van het<br />
energiegehalte in het verbrandingsrooster en zodoende<br />
de basis voor het vereiste luchtvolume voor de<br />
verbranding van het energiegehalte in het rooster.<br />
Hier wordt de HUIDIGE vlamtemperatuur vergeleken<br />
met de DOELtemperatuur in combinatie met de<br />
processorgestuurde besturingseenheid, en wordt de<br />
geschikte hoeveelheid verbrandingslucht vereist voor<br />
verbranding van het energiegehalte in het rooster<br />
voorzien door de rookgasventilator.<br />
9.9. Rookgasthermosensor<br />
De rookgastemperatuursensor bevindt zich op de<br />
behuizing van de rookgasventilator en steekt uit in het<br />
rookgaskanaal loodrecht op de richting van de rookgas.<br />
De sensor wordt volledig omgeven door de rookgassen<br />
en meet zodoende de temperatuur en<br />
temperatuurschommelingen ervan (zie figuur 10).<br />
De door de thermosensor direct gemeten<br />
temperatuurwaarden en haar schommelingen (precies<br />
tot op ca. 2°C) worden overgebracht naar de<br />
besturingseenheid voor de regeling.<br />
9.10. Kamertemperatuursensor<br />
De kamertemperatuursensor meet de HUIDIGE<br />
kamertemperatuur in de ruimte van de kachel.<br />
De kamertemperatuursensor is een instrument voor de<br />
vergelijking tussen de DOELkamertemperatuur en de<br />
HUIDIGE kamertemperatuur en is daarmee de basis<br />
voor de vereiste warmteafgifte door de kachel.<br />
9.11. STB – Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
De veiligheidstemperatuurbegrenzer bevindt zich op de<br />
aanvoervijzelbuis. Wanneer een bepaalde temperatuur<br />
wordt bereikt, treedt de STB zelfstandig in werking,<br />
onafhankelijk van de besturingseenheid, en stopt de<br />
stroomvoorziening naar de kachel (Thermobescherming).<br />
9.12. Bekleding verbrandingskamer<br />
De verbrandingskamer is aan haar drie zijden, de linker,<br />
rechter- en achterzijde, bekleed met vermiculiet.<br />
Figuur 16: Verbrandingskamer<br />
1 = Verbrandingskamerbekleding rechts<br />
2 = Verbrandingskamerbekleding links<br />
3 = Verbrandingskamerbekleding achter links<br />
4 = Verbrandingskamerbekleding achter rechts<br />
5 = Vlamtemperatuursensor<br />
6 = Bodemtemperatuursensor<br />
7 = Pelletvalschacht<br />
8 = Branderpot<br />
9 = Aslade<br />
10 = Deurcontactschakelaar
9.13. Schouwbuisaansluiting<br />
De diameter van de rookgaselleboog is 80 mm. De<br />
schouwbuis moet aangesloten worden op de schouw in<br />
overeenstemming met de officiële reglementeringen. Bij<br />
vragen in verband hiermee, neem contact op met uw<br />
lokale schouwveger. Omwille van de manier waarop de<br />
pelletkachel werkt met een verbrandingsluchtventilator,<br />
wordt hoge druk geproduceerd aan de rookgasuitlaat en<br />
mogelijk in de schouw. Dit betekent dat de<br />
schouwbuizen gasdicht ontworpen moeten zijn tot aan<br />
de ingang van de schouw.<br />
9.14. Voedingskabel en hoofdschakelaar<br />
Belangrijk! De stroomvoorziening naar de pelletkachel<br />
moet altijd voorhanden zijn! Er mogen geen timer- of<br />
andere schakelaars geplaatst worden in of voor de<br />
voedingskabel van de kachel. Ander kan uw kachel<br />
schade oplopen.<br />
10. Opties<br />
Een afstandsbediening in de vorm van een GSM-module<br />
is een optioneel accessoire.<br />
De toekomstgerichte module (als accessoire) voor het<br />
gebruik van een GSM-toestel heeft enkel een tweede<br />
SIM-kaart nodig. Een vaste verbinding is hier niet nodig.<br />
Hiermee heeft u de volgende mogelijkheden via sms:<br />
• opvragen van de werkingsstatussen;<br />
• foutmeldingen aflezen;<br />
• werkingsstatussen wijzigen, bv. aan- of<br />
uitzetten;<br />
• de ruimtetemperatuur aanpassen;<br />
• de HUIDIGE ruimtetemperatuur opvragen.<br />
Als er zich een fout zou voordoen, zendt de GSMmodule<br />
automatisch een sms met de storingsmelding<br />
naar de GSM van de gebruiker.<br />
De afstandsbediening via sms is zo beveiligd dat een<br />
ongewilde verkeerde instelling door een ander GSMtoestel<br />
niet mogelijk is, daar de afstandsbediening enkel<br />
door de GSM van de betreffende gebruiker kan gedaan<br />
worden.<br />
10.1. Onderdelenlijst<br />
Figuur 17: onderdelenlijst GSM-module<br />
1. Netsnoer met stroomadapter<br />
2. GSM Terminal TC35<br />
3. Antenne<br />
4. Datakabel module pelletkachel<br />
5. Velcrobevestigingen<br />
10.2. Montage-instructies GSM-module<br />
Figuur 18: aansluitingen GSM-module<br />
1 = Aansluiting datakabel<br />
2 = Aansluiting antenne<br />
3 = Aansluiting stroomnet<br />
10.2.1. Montage van de antenne<br />
Om een goed radio-ontvangst te garanderen, moet de<br />
positie van de antenne gecontroleerd worden met een<br />
GSM voor het monteren van de antenne (zelfde<br />
netwerkoperator als met GSM-module).<br />
De antenne moet op de voorziene aansluiting gevezen<br />
worden.<br />
10.2.2. Aansluiting<br />
De overbrenging van data van de besturingseenheid<br />
naar de GSM-module gebeurt via de verbindingskabel<br />
(4). Sluit de datakabel (4) aan op de GSM-Terminal en<br />
op de achterkant van de kachel.<br />
10.2.3. Montage van de module<br />
Om de module (2) op de kachel te monteren, moeten de<br />
zelfklevende velcrobevestigingen (5) op de achterzijde<br />
van de module en op de betreffende plaats aan de<br />
kachel gekleefd worden.<br />
Figuur 19: montage GSM-module<br />
19
10.3. Instelling GSM-module<br />
10.3.1. De SIM-kaart voorbereiden voor werking met<br />
de GSM-module<br />
Alvorens de SIM-kaart in te steken, moet de<br />
veiligheidscode van de kaart (PIN-code) zeker<br />
geactiveerd zijn!<br />
Dit gebeurt door de SIM-kaart in een ander GSM-toestel<br />
te gebruiken. Alle veiligheidsfuncties moeten<br />
gedeactiveerd zijn, d.w.z. dat er geen veiligheidsverzoek<br />
mag verschijnen wanneer de GSM ingeschakeld in.<br />
Enkel dat kan de SIM-kaart gebruikt worden in de GSMmodule.<br />
10.3.2. De SIM-kaart in de GSM-module steken<br />
Wanneer u met een met een puntig voorwerp op het<br />
knopje op de module drukt, springt de SIM-kaarthouder<br />
naar buiten. Steek de SIM-kaart erin en duw de houder<br />
terug in de opening van de module.<br />
20<br />
• ***baheiz-rt25#<br />
Figuur 20: de SIM-kaart insteken<br />
10.3.3. Het netsnoer aansluiten op de GSM-module<br />
Het netsnoer dient op de hiervoor voorziene<br />
aansluiting op de GSM-module te worden aangesloten.<br />
Wanneer het netsnoer is aangesloten op het<br />
stroomnet, moet het lampje op de stroomadapter<br />
branden. De GSM-module begint te zoeken naar een<br />
mobiel netwerk. Dit wordt aangegeven door een<br />
constant flikkeren van de LED op de GSM-module elke<br />
twee seconden. Wanneer een netwerk gevonden is en<br />
de module heeft het geregistreerd, flikkert de LED<br />
enkel kort elke 4 seconden.<br />
10.3.4. De pelletkachel starten via de GSM<br />
Overzicht van de GSM-commando’s (of de karakters<br />
ingevoerd zijn in hoofdletters of niet, speelt geen rol):<br />
• ***telnew06761234567#<br />
Stel het telefoonnummer gebruiker in op 06761234567.<br />
• DE: ***baaus<br />
• ENG: ***baoff<br />
• FRA: ***baaret<br />
• ITA: ***baoff<br />
Zet de werkingsmodus op “OFF”.<br />
• DE: ***baheiz<br />
• ENG: ***baheat<br />
• FRA: ***bachauffe<br />
• ITA: ***barisc<br />
Zet de werkingsmodus op “Heating”. Deze wordt<br />
geregeld volgens de laatste doelkamertemperatuur<br />
ingesteld in de besturingseenheid.<br />
Zet de werkingsmodus op “Heating”.<br />
Doelkamertemperatuur is ingesteld op 25°C.<br />
• ***baauto<br />
Zet de werkingsmodus op “Auto”. Verwarming volgens<br />
het ingestelde tijdsprogramma en de respectievelijke<br />
doeltemperaturen.<br />
• ***i<br />
Een informatiebericht wordt verzonden naar de GSM<br />
van de gebruiker.<br />
Daarnaast worden alle fouten doorgestuurd naar de<br />
GSM van de gebruiker. Deze fouten kunnen bevestigd<br />
worden met het commando:<br />
• ***quit<br />
10.4. Technische specificaties van de<br />
GSM-module<br />
Voltage netaansluiting: 230VAC<br />
Netfrequentie: 50Hz<br />
Afmetingen behuizing TC35 Terminal:<br />
65 x 74 x 33 mm<br />
Bus-interface: RS232 voor de aansluiting op een pc of<br />
laptop.<br />
Radionetwerk: dual band EGSM900/GSM1800
11. Technische gegevens<br />
CATANIA <strong>441.08</strong> LUCCA <strong>440.08</strong><br />
Vermogensbereik 1.8 – 8.2 kW 1.8 – 8.1 kW<br />
Nominaal vermogen 8.0 kW 8.0 kW<br />
Hoogte 1082 mm 1082 mm<br />
Breedte 795 mm 795 mm<br />
Diepte 434 mm 434 mm<br />
Gewicht 142kg / 155kg 141kg<br />
Diameter rookgasuitgang 80 mm 80 mm<br />
Rookgastemperatuur 175°C 175°C<br />
Minimale schouwtrek 6 Pa 6 Pa<br />
Rookgasdebiet in g/s -/5,6 -/5,6<br />
CO-gehalte in rookgas (%) (min./max.) 0.01 0.01<br />
Rendement 92.2% 92.2%<br />
CO-gehalte in rookgas 87,5/125 mg/m³ 87,5/125 mg/m³<br />
NOx-gehalte in rookgas - /146 mg/m³ - /146 mg/m³<br />
OGC-gehalte in rookgas 5,8/3,1 mg/m³ 5,8/3,1 mg/m³<br />
Hoeveelheid stof in rookgas -/6 mg/ m³ -/6 mg/ m³<br />
Inhoud van pelletreservoir Ca. 32 kg Ca. 32 kg<br />
Brandtijd met één lading (min./max.) Ca. 25u / 50u Ca. 25u / 50u<br />
Toegelaten brandstof: stofarme houtpellets volgens<br />
Ö-Norm (Eco-standard) M 7135, DIN 51731, EN<br />
Diameter: 6 mm,<br />
Lengte: max. 30 mm<br />
Diameter: 6 mm,<br />
Lengte: max. 30 mm<br />
14961-2<br />
Ruimteverwarmingscapaciteit volgens Ö-Norm M<br />
7521<br />
max. 230 m 3<br />
max. 230 m 3<br />
Ruimteverwarmingscapaciteit volgens DIN 18893,<br />
constante verwarming 250m 3 /145m 3 /98m 3 250m 3 /145m 3 /98m 3<br />
Ruimteverwarmingscapaciteit volgens DIN 18893,<br />
getimede verwarming 165m 3 /95m 3 /65m 3 165m 3 /95m 3 /65m 3<br />
Stroomvoorziening<br />
Stroomvoorziening input (min./max.)<br />
230 V (50 Hz) 230 V (50 Hz)<br />
bij normale werking:<br />
30 to 50 W<br />
30 to 50 W<br />
Elektrische ontsteking (voor max. 15 min. ontsteking): 400 W<br />
400 W<br />
Elektrische zekeringen (F3)<br />
Zekeringen voor de ontsteking, aanvoervijzelmotor,<br />
T 0.315 A, 250 V T 0.315 A, 250 V<br />
rookgasventilator, (F1,) (F2 reserve) T 3,12 A, 250 V T 3,12 A, 250 V<br />
Figuur 21: afmetingen van <strong>Catania</strong> <strong>441.08</strong> & <strong>Lucca</strong> <strong>440.08</strong><br />
21
22<br />
12. Fouten, oorzaken, oplossingen<br />
U kunt zelf kleine fouten verhelpen m.b.v. volgende richtlijnen. Voor verdere informatie, gelieve contact op te<br />
nemen met uw verdeler.<br />
Let op! Alle toestellen zijn uitgerust met een groot aantal veiligheidsvoorzieningen. Wanneer zich een fout<br />
voordoet, krijgt u dit te zien op het display.<br />
In het geval van een fout, laat de stekker dan in het stopcontact zodat de interne veiligheidsfuncties<br />
verder kunnen blijven werken. Trek de stekker nooit uit, tenzij u aan het toestel wil werken wanneer hij<br />
koud staat (bv. reiniging).<br />
12.1. Foutmeldingen op het display<br />
A. STB in werking getreden – Controleer brander<br />
(Fout nummer 1)<br />
Oorzaak:<br />
• STB in werking getreden omwille van<br />
oververhitting.<br />
• Of zekering (F 1) in de centrale eenheid<br />
defect.<br />
Oplossing:<br />
Zekering vervangen (F 1).<br />
Wanneer de STB in werking trad, moet u een<br />
technicus contacteren.<br />
B. Doeltemperatuur rookgas ontstekingsfase niet<br />
bereikt (Fout 2) – Controleer brander<br />
Oorzaak:<br />
• De overgangstemperatuur van de<br />
ontstekingsfase naar de “Heating”-modus<br />
werd niet bereikt.<br />
Oplossing:<br />
Controleer de pelletvoorraad (zie instructies<br />
7.2).<br />
Controleer of de valschacht tussen de<br />
brander en de vijzel vrij is.<br />
Contacteer een technicus.<br />
C. Veiligheidsuitschakeling (3) – Controleer<br />
brander<br />
Oorzaak:<br />
• De automatische brandstofreductie heeft een<br />
veiligheidsuitschakeling ingezet.<br />
Oplossing:<br />
Stel de verwarmingscurve in volgens<br />
beschrijving<br />
Ruimtetemperatuursensor is tegen de vloer of<br />
de muur – hang de sensor vrij.<br />
Contacteer een technicus.<br />
D. Uitschakeling door rookgastemperatuur in<br />
“Heating”-modus (5)<br />
Oorzaak:<br />
• Rookgastemperatuur begint snel te zakken<br />
ondanks maximale warmteafgifte gedurende<br />
een lange periode.<br />
De volgende omstandigheden kunnen hiertoe leiden:<br />
• Geen pellets aanwezig.<br />
• De aanvoervijzel draait niet, is geblokkeerd,<br />
de vijzelmotor is defect of de valschacht is<br />
niet vrij.<br />
• De vereiste verbrandingslucht kan niet<br />
worden voorzien aan de kachel, bv. omdat er<br />
zich in de buurt van de kachel een<br />
ingeschakelde dampkap bevindt.<br />
• Brander vuil.<br />
• Ruimte te luchtdicht – vereiste<br />
verbrandingslucht in de ruimte kan niet<br />
worden ververst.<br />
• Slechte dichtingen aan de kacheldeur.<br />
• Vlamtemperatuursensor defect.<br />
• Rookgastemperatuursensor defect.<br />
Oplossing:<br />
Controleer de pelletvoorraad.<br />
Controleer of de valschacht tussen het<br />
reservoir en de brander vrij is.<br />
Reinig de brander.<br />
Controleer of er een werkende dampkap in de<br />
buurt is.<br />
Zorg ervoor dat een ruit op een kier geopend<br />
is om verse-luchttoevoer te verzekeren.<br />
Contacteer een technicus.<br />
E. Uitschakeling door te lage rookgastemperatuur<br />
in “Heating”-modus (21)<br />
Oorzaak:<br />
• Temperatuur zakt onder de<br />
minimumtemperatuur in de “Heating”-modus.<br />
De volgende omstandigheden kunnen hiertoe leiden:<br />
• Geen pellets aanwezig.<br />
• De aanvoervijzel draait niet, is geblokkeerd,<br />
de vijzelmotor is defect of de valschacht is<br />
niet vrij.<br />
• De vereiste verbrandingslucht kan niet<br />
worden voorzien aan de kachel, bv. omdat er<br />
zich in de buurt van de kachel een<br />
ingeschakelde dampkap bevindt.<br />
• Ruimte te luchtdicht – vereiste<br />
verbrandingslucht in de ruimte kan niet<br />
worden ververst.<br />
• Brander vuil.<br />
• Slechte dichtingen aan de kacheldeur.<br />
• Vlamtemperatuursensor defect.<br />
• Rookgastemperatuursensor defect.<br />
Oplossing:<br />
Controleer de pelletvoorraad.
Controleer of de valschacht tussen het<br />
reservoir en de brander vrij is.<br />
Reinig de brander.<br />
Controleer of er een werkende dampkap in de<br />
buurt is.<br />
Zorg ervoor dat een ruit op een kier geopend<br />
is om verse-luchttoevoer te verzekeren.<br />
Contacteer een technicus.<br />
F. Uitschakeling door te hoge rookgastemperatuur<br />
in “Heating”-modus (22)<br />
Oorzaak:<br />
• De hoogst toegelaten rookgastemperatuur<br />
werd overschreden.<br />
De volgende omstandigheden kunnen hiertoe leiden:<br />
• Er werd te veel brandstof aangevoerd in de<br />
brander.<br />
• Rookgastemperatuursensor defect.<br />
Oplossing:<br />
Contacteer een technicus.<br />
G. Uitschakeling, deur verbrandingskamer open<br />
(6) of (9)<br />
Oorzaak:<br />
• De deur is langer dan 1 minuut open tijdens<br />
werking.<br />
• De demper onderaan de deur zit niet op zijn<br />
juiste plaats.<br />
• Kabel van de elektrische bekabeling naar<br />
deurcontactschakelaar gebroken.<br />
• Stekker van deurcontactschakelaar is los.<br />
Oplossing:<br />
Sluit de deur.<br />
Plaats de demper onderaan de deur op zijn<br />
juiste plaats, zodat de deurschakelaar kan<br />
werken.<br />
Controleer de deurcontactschakelaar, kabel<br />
en verbindingsklem.<br />
H. Onderbreking rookgassensor (7)<br />
Oorzaak:<br />
• Rookgastemperatuursensor defect of niet<br />
aangesloten.<br />
Oplossing:<br />
Contacteer een technicus.<br />
I. Kortsluiting rookgassensor (8)<br />
Oorzaak:<br />
• Rookgastemperatuursensor defect.<br />
Oplossing:<br />
Contacteer een technicus.<br />
J. Onderbreking kamertemperatuursensor (11)<br />
Oorzaak:<br />
• Kamertemperatuursensor defect of niet<br />
aangesloten.<br />
Oplossing:<br />
• Contacteer een technicus.<br />
K. Kortsluiting kamertemperatuursensor (12)<br />
Oorzaak:<br />
• Kamertemperatuursensor defect of niet<br />
aangesloten.<br />
Oplossing:<br />
Contacteer een technicus.<br />
L. Onderbreking vlamtemperatuursensor (23)<br />
Oorzaak:<br />
• Vlamtemperatuursensor defect of niet<br />
aangesloten.<br />
Oplossing:<br />
Contacteer een technicus.<br />
M. Rookgasventilator kan doeltoerental niet<br />
bereiken (15)<br />
Oorzaak:<br />
• De rookgasventilator draait niet aan het juiste<br />
toerental<br />
De volgende omstandigheden kunnen hiertoe leiden:<br />
Rookgasventilator defect.<br />
Verbindingskabel van de toerentalsensor<br />
(Hallsensor) is gebroken of slecht contact aan<br />
de aansluitklem van deze kabel.<br />
Stroomvoorziening naar de ventilatormotor<br />
onderbroken.<br />
Oplossing:<br />
Contacteer een technicus.<br />
N. Geen verbinding met printplaat – Controleer<br />
kabel (17)<br />
Oorzaak:<br />
• De verbinding tussen de centrale eenheid en<br />
het bedieningspaneel is onderbroken.<br />
De volgende omstandigheden kunnen hiertoe leiden:<br />
• Verbindingskabel tussen bedieningspaneel<br />
en centrale eenheid is niet aangesloten.<br />
• Verbindingskabel is beschadigd.<br />
Oplossing:<br />
Controleer of de verbindingskabel<br />
aangesloten is op beide eenheden, de<br />
centrale eenheid en het bedieningspaneel.<br />
Contacteer een technicus.<br />
O. Uitschakeling na stroomonderbreking (18)<br />
Oorzaak:<br />
• Een veiligheidsuitschakeling is in werking<br />
getreden na een stroomonderbreking.<br />
Oplossing:<br />
Doe de foutmelding op het bedieningspaneel<br />
weg en herstart het toestel.<br />
23
P. Onderbreking bodemvlamtemperatuursensor 2<br />
( 24 )<br />
Oorzaak:<br />
• Bodemvlamtemperatuursensor defect of niet<br />
aangesloten.<br />
Oplossing:<br />
Contacteer een technicus.<br />
Q. Veiligheidsuitschakeling tolerantievariatie,<br />
vlamtemperatuur ( 26 )<br />
Oorzaak:<br />
• Brander vuil, pellets hebben lage calorische<br />
waarde.<br />
• Geen pellets aanwezig.<br />
Oplossing:<br />
Reinig brander, verander indien nodig<br />
pellettype.<br />
Hervul pellets.<br />
R. Bodemvlamtemperatuur TFL max.<br />
overschreden ( 27 )<br />
Oorzaak:<br />
• Brander vuil.<br />
Oplossing:<br />
Reinig brander<br />
S. “Clean combustion chamber”-instructie<br />
Het display op het bedieningspaneel begint te<br />
flikkeren (de achtergrondverlichting gaat aan en uit en<br />
de instructie “Clean combustion chamber” verschijnt).<br />
Deze instructie, om de verbrandingskamer te<br />
reinigen, wijst er niet alleen op dat de brander met<br />
een stofzuiger moet gereinigd worden, maar ook de<br />
hele verbrandingskamer.<br />
Het proces van de “Clean combustion chamber”functie<br />
ziet er als volgt uit:<br />
De volledige verbrandingskamer moet met een<br />
asstofzuiger gereinigd worden na telkens maximaal<br />
50 werkingsuren.<br />
Het aantal werkingsuren wordt gemeten in de<br />
besturingseenheid tijdens de “Heating”-modus. Na 50<br />
werkingsuren begint het display op het<br />
bedieningspaneel te flikkeren. Deze indicatie wijst<br />
erop dat de reiniging van de verbrandingskamer niet<br />
veel langer mag worden uitgesteld. Niettemin<br />
betekent deze instructie geen foutmelding tijdens de<br />
“Heating”-modus. Echter, nadat het display is<br />
beginnen flikkeren en de kachel overschakelt op de<br />
“Standby”-modus, kan de kachel niet langer<br />
automatisch worden ontstoken alvorens de<br />
verbrandingskamer is gereinigd.<br />
Om de verbrandingskamer te reinigen, moet de<br />
kachel in werkingsstatus “OFF” staan.<br />
Wanneer de verbrandingskamer gereinigd is, zal de<br />
boodschap “Clean combustion chamber” automatisch<br />
verdwijnen. Een voorwaarde voor het automatisch<br />
verdwijnen ervan is dat de deur langer dan 60<br />
seconden open is geweest in werkingsstatus “Off”.<br />
24<br />
Deze tijd is minstens nodig om de verbrandingskamer<br />
incl. brander grondig te reinigen met een stofzuiger.<br />
Wanneer de deur langer dan 60 sec. open is in de<br />
“Off”-status, dan wordt de werkingsurenteller, die<br />
verantwoordelijk is voor de instructie “Clean<br />
combustion chamber”, automatisch terug op nul<br />
gezet. Het resetten van de werkingsurenteller gebeurt<br />
ook wanneer de reiniging vóór 50 uren werkingstijd<br />
heeft plaatsgevonden, op voorwaarde dat de kachel<br />
in “Off”-status is en de deur langer dan 60 sec. is<br />
open geweest tijdens de reiniging.<br />
T. Fout in parameters<br />
Fabrieksinstellingen worden geladen –<br />
Fout is verholpen (60)<br />
Oorzaak:<br />
• Programmafout.<br />
• Defect onderdeel in het bedieningspaneel.<br />
Oplossing:<br />
Contacteer een technicus.<br />
U. Reservebatterij leeg<br />
Oorzaak:<br />
• Reservebatterij van de centrale eenheid is<br />
leeg.<br />
• Reservebatterij niet aangesloten.<br />
Oplossing:<br />
Controleer aansluiting.<br />
Vervang reservebatterij.<br />
Contacteer een technicus.<br />
V. Fout – gegevensoverdracht IO19 ( D3 ) –<br />
Controleer kabel (6000)<br />
Oorzaak:<br />
• Geen verbinding tussen bedieningspaneel en<br />
centrale eenheid.<br />
• Fout in onderdeel in centrale eenheid.<br />
Oplossing:<br />
Controleer de kabel tussen het<br />
bedieningspaneel en de centrale eenheid.<br />
Contacteer een technicus.<br />
W. Fout – gegevensoverdracht IO19 ( D5 ) –<br />
Controleer kabel (6001)<br />
Oorzaak:<br />
• Geen verbinding tussen bedieningspaneel en<br />
centrale eenheid.<br />
• Fout in onderdeel in centrale eenheid.<br />
Oplossing:<br />
Controleer de kabel tussen het<br />
bedieningspaneel en de centrale eenheid.<br />
Contacteer een technicus.
X. Fout – gegevensoverdracht IO19 ( D6 ) –<br />
Controleer kabel (6002)<br />
Oorzaak:<br />
• Geen verbinding tussen bedieningspaneel en<br />
centrale eenheid.<br />
• Fout in onderdeel in centrale eenheid.<br />
Oplossing:<br />
Controleer de kabel tussen het<br />
bedieningspaneel en de centrale eenheid.<br />
Contacteer een technicus.<br />
Y. Fout, Amtel version ( D3 ) (6100)<br />
Oorzaak:<br />
• Fout in onderdeel in centrale eenheid.<br />
12.2 Algemene fouten<br />
Oplossing:<br />
Contacteer een technicus.<br />
Z. Fout, Amtel versie ( D5 ) (6101)<br />
Oorzaak:<br />
• Fout in onderdeel in centrale eenheid.<br />
Oplossing:<br />
Contacteer een technicus.<br />
AA. Fout, Amtel versie ( D6 ) (6102)<br />
Oorzaak:<br />
• Fout in onderdeel in centrale eenheid.<br />
Oplossing:<br />
Contacteer een technicus.<br />
Fout: Oorzaak: Oplossing:<br />
Kachel ontsteekt niet. 1.De doelkamertemperatuur is lager<br />
dan de huidige kamertemperatuur;<br />
Het symbool “STANDBY” verschijnt<br />
op het display.<br />
Verhoogd de doeltemperatuur.<br />
2. Opslagcontainer is leeg Hervul opslagcontainer.<br />
3. Overdruk in het schouwsysteem. Open eventuele schouwkleppen en verwijder vuil<br />
uit de schouw of het rookkanaal.<br />
4. Elektrische ontsteking defect. Vervang ontstekingszekering (in de<br />
besturingseenheid) of contacteer een technicus.<br />
5. Stroomvoorziening onderbroken. Steek de voedingskabel in, controleer de zekering<br />
(in besturingseenheid, zie figuur 14), controleer<br />
zekering in de verdeeldoos.<br />
6. Foutmelding “OC triggered, check Vervang zekering F1 in de besturingseenheid (T3,<br />
burner”<br />
15A)<br />
Niets op display. 1. Zekering defect. Vervang zekering F3 in de besturingseenheid (T0,<br />
315 A)<br />
2. Losse of defecte verbindingskabel Controleer stekkers en aansluitingen, of neem<br />
tussen bedieningspaneel en<br />
besturingseenheid.<br />
contact op met een technicus.<br />
Vuur brandt met een hoge 1. De verbrandingsluchttoevoer naar Zet de kachel uit en laat ze afkoelen. Verwijder de<br />
gele vlam; houtpellets de branderpot is geblokkeerd door branderpot uit zijn houder en maak de gaten erin<br />
stapelen op in de<br />
branderpot en/of het<br />
kijkvenster hangt vol roet.<br />
asrestanten.<br />
vrij.<br />
2. Branderpot zit niet goed op zijn<br />
plaats.<br />
Kijk na of de branderpot goed op zijn plaats zit.<br />
3. Brandstof van slechte kwaliteit. Gebruik enkel standaard houtpellets. Zorg ervoor<br />
dat de brandstof droog is en geen vocht kan<br />
opnemen waar ze opgeslagen ligt.<br />
4. Dichtingen aan de<br />
verbrandingskamerdeur of aan de<br />
reinigingsdeksels zijn kapot.<br />
Contacteer een technicus.<br />
5. Rookgaskanalen of –buizen<br />
gedeeltelijk geblokkeerd door vliegas.<br />
Reinig de rookgaskanalen of –buizen.<br />
Vuur gaat uit. 1. Opslagcontainer is leeg. Hervul opslagcontainer.<br />
2. De verbrandingsluchttoevoer naar<br />
de branderpot is geblokkeerd door<br />
asrestanten.<br />
Reinig brander.<br />
3. Pelletreservoir bevat te veel stof. Leeg het pelletreservoir en reinig het vijzelkanaal<br />
met een stofzuiger.<br />
25
Fout: Oorzaak: Oplossing:<br />
4. Vijzel geblokkeerd. 1. Trek de voedingskabel uit en beweeg de<br />
vijzelmotor voor- en achteruit, of: 2. Leeg het<br />
pelletreservoir en reinig het vijzelkanaal met een<br />
stofzuiger, of: 3. Contacteer een technicus.<br />
Pelletkachel schakelt uit<br />
na ongeveer 30 minuten.<br />
26<br />
5. Rookgasventilator defect. Contacteer een technicus.<br />
1. Rookgassen hebben de<br />
werkingstemperatuur niet bereikt.<br />
Controleer of er genoeg houtpellets in de<br />
branderpot zitten. Druk de ontstekingstoets<br />
opnieuw.<br />
2. Brander niet op goede plaats. Reinig brander.<br />
Rookgas ontsnapt. 1. Stroomonderbreking. Verlucht de ruimte.<br />
2. Rookgasbuizen of schouw erg vuil. Reinig de rookgasbuizen of schouw.<br />
13. Typeplaat: voorbeelden
Figuur 22: Vervangonderdelen <strong>440.08</strong> – <strong>441.08</strong><br />
27
14. Lijst vervangonderdelen<br />
28<br />
<strong>440.08</strong>-C <strong>440.08</strong>-C <strong>441.08</strong>-ST <strong>441.08</strong>-ST<br />
Volledige verbrandingskamerdeur zwart 10 0544008005300 0544008005300 0544008005300 0544008005300<br />
Deurscharnier 11 0544008005274 0544008005274 0544008005274 0544008005274<br />
Glaspaneel vooraan 12 0544008005301 0544008005301 0544008005301 0544008005301<br />
Glaspaneel binnenin 13 0544008005302 0544008005302 0544008005302 0544008005302<br />
Dichtingsstrip, glaspaneel 10x4 0040210040005 0040210040005 0040210040005 0040210040005<br />
Dichtingsstrip, verbrandingskamerdeur 0040080800005 0040080800005 0040080800005 0040080800005<br />
Reservoirdeksel zwart 1 0544008006124 0544008006124 0544008006124 0544008006124<br />
Deksel rechts geëmailleerd 9 0544008006125 0544008006125 0544008006125 0544008006125<br />
Deksel geëmailleerd 14 0544008006195 0544008006195 0544008006195 0544008006195<br />
Dichting reservoirdeksel 1m 3 0544008005929 0544008005929 0544008005929 0544008005929<br />
Zijwand links 5 0544008006123 0544008006123 0544008006123 0544008006123<br />
Zijwand rechts 6 0544008006122 0544008006122 0544008006122 0544008006122<br />
Voorwand keramisch karmozijnrood 7 0544008006101 --- --- ---<br />
Voorwand keramisch notenbruin 7 --- 0544008016101 --- ---<br />
Stenen voorwand zandsteen 7 --- --- 0544108006101 ---<br />
Stenen voorwand speksteen antiekeffect 7 --- --- --- 0544108016101<br />
Bovenpaneel geëmailleerd 42 0544008006193 0544008006193 0544008006193 0544008006193<br />
Buitenframe 41 0544008006107 0544008006107 0544008006107 0544008006107<br />
Beschermrooster 2 0544008005093 0544008005093 0544008005093 0544008005093<br />
Branderpot inox 15 0544008006700 0544008006700 0544008006700 0544008006700<br />
Bekleding verbrandingskamer links 17 0544008007407 0544008007407 0544008007407 0544008007407<br />
Bekleding verbrandingskamer rechts 19 0544008007406 0544008007406 0544008007406 0544008007406<br />
Bekleding verbrandingskamer achter links 18 0544008007405 0544008007405 0544008007405 0544008007405<br />
Bekleding verbrandingskamer achter rechts 16 0544008007408 0544008007408 0544008007408 0544008007408<br />
Pelletvalschacht 20 0544008007132 0544008007132 0544008007132 0544008007132<br />
Trekkeerschot 21 0544008005751 0544008005751 0544008005751 0544008005751<br />
Stiftsleutel 6 mm 0544008007531 0544008007531 0544008007531 0544008007531<br />
Voetje 22 0082000105000 0082000105000 0082000105000 0082000105000<br />
Voedingskabel 0544008007523 0544008007523 0544008007523 0544008007523<br />
Voedingskabelset 0544008007501 0544008007501 0544008007501 0544008007501<br />
Kabel vijzelmotor 0544008007503 0544008007503 0544008007503 0544008007503<br />
Ontsteking 350 W 25 0544008007202 0544008007202 0544008007202 0544008007202<br />
STB 24 0544008007506 0544008007506 0544008007506 0544008007506<br />
Rookgasventilator 26 0544008006808 0544008006808 0544008006808 0544008006808<br />
Vijzelmotor 27 0544008007502 0544008007502 0544008007502 0544008007502<br />
Vijzel 28 0544008007090 0544008007090 0544008007090 0544008007090<br />
Vijzelsteun onderaan 30 0544008007047 0544008007047 0544008007047 0544008007047<br />
Vijzelsteun bovenaan 40 0544008005942 0544008005942 0544008005942 0544008005942<br />
Motorplaat 29 0544008007031 0544008007031 0544008007031 0544008007031<br />
Bodemtemperatuursensor 31 0544008007543 0544008007543 0544008007543 0544008007543<br />
Vlamtemperatuursensor 32 0544008007511 0544008007511 0544008007511 0544008007511<br />
Rookgasthermosensor 33 0544008007540 0544008007540 0544008007540 0544008007540<br />
Kamertemperatuursensor 34 0544008007505 0544008007505 0544008007505 0544008007505<br />
Deurcontactschakelaar 35 0544008007525 0544008007525 0544008007525 0544008007525<br />
Stekkerset --- --- --- ---<br />
Verbindingskabel centrale<br />
--- --- --- ---<br />
eenheid/bedieningspaneel<br />
Volledige besturingseenheid 36 0544008007507 0544008007507 0544008007507 0544008007507<br />
Bedieningspaneel 8 0544008007508 0544008007508 0544008007508 0544008007508<br />
Reservebatterij 37 CR 2032 CR 2032 CR 2032 CR 2032<br />
Zekering T 0,315 A --- --- --- ---<br />
Zekering T 3,15 A --- --- --- ---<br />
Volledige dichtingsset 0544008005011 0544008005011 0544008005011 0544008005011<br />
Dichtingsset voor reinigingsopeningen 0544008005012 0544008005012 0544008005012 0544008005012<br />
Warmtewisselaar 38 0544008006000 0544008006000 0544008006000 0544008006000<br />
Achterwand 39 0544008007257 0544008007257 0544008007257 0544008007257<br />
Aslade 43 0544008005650 0544008005650 0544008005650 0544008005650<br />
Cover scharnier 44 0544008005179 0544008005179 0544008005179 0544008005179<br />
Handgreep 45 0544008007581 0544008007581 0544008007581 0544008007581
15. Elektrisch plan<br />
29
30<br />
Nr.: Omschrijving bekabeling<br />
3 Netaansluiting / netfilter<br />
5 Elektrische ontsteking<br />
6 Vijzelmotor<br />
7 Rookgasventilator<br />
8/9 STB<br />
35/36 Rookgastemperatuursensor<br />
37/38 Vlamtemperatuursensor<br />
39/40 Kamertemperatuursensor<br />
41/42 Bodemvlamtemperatuursensor<br />
43/44 Deurcontactschakelaar<br />
48-50 Toerental rookgasventilator<br />
F1 Zekering T 3,15A ontsteking, rookgasventilator, vijzelmotor<br />
F2 Zekering T 3,15A reserve<br />
F3 Zekering T 0,315A bedieningspaneel
16. Garantie<br />
Algemeen<br />
Haas+Sohn voorziet de koper van een garantie<br />
binnen de wettelijke context. De garantie van twee<br />
jaar begint op de dag van de eigenlijke overdracht.<br />
De factuur wordt gebruikt als bewijs.<br />
Garantierichtlijnen<br />
Wanneer er zich een defect voordoet aan uw<br />
kachel binnen de garantieperiode van twee jaar,<br />
zal Haas+Sohn dit defect verhelpen binnen een<br />
zo kort mogelijke termijn, eventueel door het<br />
defecte onderdeel te vervangen. Opzegging van<br />
de contractuele prijsverlaging is uitgesloten, voor<br />
zover deze uitsluiting niet in strijd is met<br />
wetgeving. Enkel vervangonderdelen die<br />
uitdrukkelijk toegestaan of geleverd zijn door de<br />
producent mogen gebruikt worden.<br />
We willen er graag op wijzen dat onze<br />
klantendiensten ook beschikbaar zijn na het<br />
verlopen van de garantieperiode.<br />
Wij behouden ons het recht voor om technische<br />
wijzigingen aan te brengen.<br />
Haas+Sohn verleent geen garantie voor schade<br />
of defecten aan toestellen of onderdelen ervan<br />
die veroorzaakt zijn door:<br />
- Veranderingen aan het aangekochte goed die<br />
te wijten zijn aan normale slijtage (vuurvaste<br />
steen, vermiculiet, verbrandingsrooster,<br />
glaskeramiek en dichtingen etc.), onheus gebruik<br />
(bv. oververhitting), overbelasting, verwaarlozing<br />
en wijzigingen zonder de toestemming van<br />
Haas+Sohn vallen niet onder de garantie.<br />
- Fouten in de installatie en aansluiting van het<br />
toestel, onvoldoende of te veel schouwtrek,<br />
verkeerd uitgevoerd herstellingswerk of<br />
dergelijke, veranderingen aan het<br />
verwarmingsapparaat, of het<br />
rookgasbuizenwerk (kachelbuis en schouw),<br />
gebruik van ongeschikte brandstoffen, onheus<br />
gebruik; overbelasting van het toestel (zie<br />
fabriekshandleiding), slijtage aan de onderdelen<br />
van ijzer of vuurvaste steen die direct aan het<br />
vuur zijn blootgesteld, in zoverre dat ze niet<br />
worden gedekt door de garantie, onheuse<br />
behandeling, onvoldoende zorg, het gebruik van<br />
ongeschikte reinigingsmiddelen.<br />
Klachten<br />
Met klachten kunt u terecht bij uw specialistverdeler.<br />
Daar moet u het type- en<br />
fabricagenummer van uw kachel opgeven. U<br />
vindt deze informatie op het typeplaatje van uw<br />
kachel (op de achterzijde van de kachel).<br />
Richtlijnen om vervangonderdelen te<br />
bestellen<br />
Wanneer u vervangonderdelen bestelt, vragen wij<br />
u het volledige type- en fabricagenummer van uw<br />
kachel op te geven. U vindt deze informatie op het<br />
typeplaatje van de kachel (achteraan) en op de<br />
eerste pagina van deze handleiding. Wanneer<br />
daar geen type- of fabricagenummer staat, geef ze<br />
daar dan op, dan heeft u deze belangrijke<br />
informatie altijd bij de hand.<br />
Gelieve ook op de tekeningen en tabellen in deze<br />
handleiding te letten. Daar vindt u de juiste<br />
omschrijvingen van de vereiste<br />
vervangonderdelen.<br />
Let op! Het verwarmingsapparaat mag niet<br />
worden gewijzigd!<br />
Enkel vervangonderdelen die uitdrukkelijk door<br />
de producent zijn toegelaten of geleverd mogen<br />
worden gebruikt.<br />
Indien nodig, neem contact op met uw specialistverdeler.<br />
31
Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor wijzigingen die zijn aangebracht na het ter perse gaan van<br />
deze instructies.<br />
Wij behouden ons het recht voor om wijzigingen aan te brengen.<br />
32<br />
HAAS+SOHN ARDEA nv<br />
OFENTECHNIK GMBH<br />
Urstein Nord 67 Eernegemsestraat 34<br />
A-5412 Puch 8211 Aartrijke<br />
Tel.: 0043 (0) 662 44955-0 Tel.: 0032 (0) 50 82 04 80<br />
Fax: 0043 (0) 662 44955 210 F 0032 (0) 50 20 18 03<br />
Email: office@haassohn.com Email: info@ardea.eu<br />
http://www.haassohn.com www.ardea.eu | www.haassohn.be