21.08.2013 Views

De som van al het delen - Universiteit Utrecht

De som van al het delen - Universiteit Utrecht

De som van al het delen - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Openbare les<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong><br />

uitgesproken bij de aanvaarding <strong>van</strong> <strong>het</strong> ambt <strong>van</strong> hoogleraar<br />

in de Ontwikkelingsbiologie aan de <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong><br />

op 9 november 2006<br />

Sander J.L. <strong>van</strong> den Heuvel


Inhoudsopgave<br />

3. <strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong><br />

5. <strong>De</strong> vroege geschiedenis<br />

6. Over genen en eiwitten<br />

8. Modelsystemen en genetica<br />

10. Het begin <strong>van</strong> ons celdelingonderzoek<br />

17. <strong>De</strong> toekomst en rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> ons onderzoek<br />

22. Samengevat<br />

22. Onderwijs en onderzoek in Nederland<br />

26. Dankwoord<br />

colofon<br />

Uitgave: © Sander <strong>van</strong> den Heuvel, november 2006<br />

Lay-out: Pieter <strong>van</strong> den Heuvel<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong><br />

Mijnheer de Rector Magnificus,<br />

Dames en Heren,<br />

Terwijl ik spreek, de komende drie kwartier, gaat<br />

er iets ongelooflijks gebeuren. En dit blijft doorgaan<br />

tijdens de receptie, de rest <strong>van</strong> de avond en uw<br />

verdere leven. Het is bijna te <strong>al</strong>gemeen om bij stil<br />

te staan, maar miljoenen <strong>van</strong> uw bouwsteentjes, uw<br />

cellen, zijn zich binnen uw lichaam op dit moment<br />

in tweeën aan <strong>het</strong> <strong>delen</strong>. Daarbij ont<strong>van</strong>gt elke nieuw<br />

gevormde cel een volledige kopie <strong>van</strong> uw persoonsgegevens,<br />

uw erfelijke materia<strong>al</strong>.<br />

We zijn hier voornamelijk met volwassenen die niet<br />

meer groeien, <strong>al</strong>thans niet in de lengte, en <strong>al</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>delen</strong> <strong>van</strong> uw cellen is nodig om cellen te ver<strong>van</strong>gen<br />

die zijn verloren, bijvoorbeeld in uw huid, darm of<br />

bloedbaan. Nog veel belangrijker is <strong>het</strong> dat cellen<br />

<strong>delen</strong> tijdens de ontwikkeling, <strong>van</strong>af de vroege<br />

ontwikkeling totdat de groei voltooid is. Onze zoon<br />

Alex bijvoorbeeld, is zes jaar en hard aan <strong>het</strong> groeien<br />

en wij <strong>al</strong>s ouders hopen toch wel op zo’n 20 biljoen<br />

geslaagde celdelingen dit jaar. En zijn jongere broertje<br />

Martin <strong>van</strong> 22 maanden mag hem daarin best<br />

overtreffen.<br />

3<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong><br />

<strong>delen</strong>


4 5<br />

Al die celdelingen zijn nodig omdat we ontstaan uit<br />

één enkele cel, een bevruchte eicel, die door <strong>delen</strong><br />

en groeien de ongeveer honderd biljoen cellen <strong>van</strong><br />

een volwassen mens oplevert. Honderd biljoen is<br />

onvoorstelbaar veel, een 10 met 14 nullen. Om u een<br />

idee te geven: stel dat onze cellen zo groot zouden<br />

zijn <strong>al</strong>s suikerkorreltjes, dan zouden wij zo groot<br />

zijn <strong>al</strong>s de Domtoren. U kunt zich misschien net zo<br />

min voorstellen hoeveel suikerkorreltjes er gaan in<br />

de Domtoren. Om u wat te helpen heb ik wat korreltjes<br />

suiker naast de toren neergelegd. Kijkt u maar<br />

eens goed <strong>al</strong>s u straks buiten komt.<br />

Nu gaat <strong>het</strong> in de ontwikkeling niet <strong>al</strong>leen om de<br />

juiste aant<strong>al</strong>len, <strong>het</strong> geheel is veel groter dan de<br />

<strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong>. Daarvoor moet de celdeling<br />

perfect worden afgestemd op de andere ontwikkelingsprocessen<br />

zo<strong>al</strong>s de vorming <strong>van</strong> weefsels en<br />

organen, en <strong>het</strong> speci<strong>al</strong>iseren <strong>van</strong> cellen in uiteenlopende<br />

richtingen, waarbij de een zenuwcel wordt,<br />

de ander spiercel, of één <strong>van</strong> de andere, meer dan<br />

200 verschillende soorten cellen <strong>van</strong> ons lichaam.<br />

Wanneer de 100den biljoenen celdelingen foutloos<br />

worden uitgevoerd, en in de juiste b<strong>al</strong>ans met deze<br />

andere processen, dan is de <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong> een<br />

complete mens. Als je beschouwt wat daar <strong>al</strong>lema<strong>al</strong><br />

bij komt kijken is <strong>het</strong> inderdaad “ongelooflijk” dat<br />

<strong>het</strong> meest<strong>al</strong> goed gaat.<br />

Helaas gaat <strong>het</strong> niet <strong>al</strong>tijd goed. Wanneer cellen die<br />

eigenlijk moeten stoppen met <strong>delen</strong> blijven doorgaan<br />

kan er kanker ontstaan. En wanneer delingsprocessen<br />

misgaan in de vroege ontwikkeling kunnen<br />

geboorteafwijkingen optreden.<br />

Daarmee heb ik eigenlijk de vraagstelling <strong>van</strong> ons<br />

onderzoek aangegeven. In de eerste plaats willen we<br />

beter begrijpen welke regulatiemechanismen ervoor<br />

zorgen dat cellen <strong>delen</strong> in de juiste aant<strong>al</strong>len, op de<br />

juiste plaats en in de juiste richting tijdens de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> mens en dier. In de tweede plaats willen<br />

we onze inzichten vert<strong>al</strong>en in <strong>het</strong> beter begrijpen<br />

<strong>van</strong> de fouten die kunnen optreden in de delingsprocessen<br />

waardoor ziekten of ontwikkelingsstoornissen<br />

ontstaan.<br />

In de komende 40 minuten wil ik u graag uitleggen<br />

hoe we tot ons onderzoek zijn gekomen, hoe we <strong>het</strong><br />

willen voortzetten en hoe <strong>het</strong> aansluit bij actuele<br />

vragen uit de maatschappij en kliniek. Tenslotte wil<br />

ik kort kijken naar <strong>het</strong> universitaire onderwijs en<br />

onderzoek in Nederland.<br />

<strong>De</strong> vroege geschiedenis<br />

Ons onderzoek is natuurlijk gebaseerd op de bevindingen<br />

<strong>van</strong> voorgangers. Ik geef u even een historische<br />

canon <strong>van</strong> feiten die u moet kennen. Onze voorgangers<br />

komen uit twee verschillende richtingen:<br />

<strong>het</strong> celdelingonderzoek, een vrij jong veld, en de<br />

ontwikkelingsbiologie, die zo oud is <strong>al</strong>s de weg naar<br />

Rome. Of eigenlijk, de weg naar Athene, want de<br />

Griekse filosoof Aristoteles wordt <strong>al</strong>gemeen gezien<br />

<strong>al</strong>s de eerste ontwikkelingsbioloog. Zijn werken <strong>van</strong><br />

ongeveer 350 voor Christus beschrijven een groot<br />

aant<strong>al</strong> opmerkelijke observaties en speculaties, waar<br />

de westerse wereld zo’n 2000 jaar lang weinig aan<br />

toe te voegen had. Dat veranderde in de 17 de eeuw<br />

door de ontwikkeling <strong>van</strong> de microscoop, onder<br />

andere door onze landgenoot Antoni <strong>van</strong> Leeuwenhoek.<br />

Daarmee werden voor <strong>het</strong> eerst cellen gezien,<br />

zelfs de zeer kleine zaadcellen waarin <strong>som</strong>migen een<br />

piepklein mensje meenden te ontdekken.<br />

Een doorbraak was de ontwikkeling <strong>van</strong> de “cel<br />

theorie”, toegeschreven aan de Duitsers Schwann<br />

en Schleiden. Zij zagen <strong>al</strong>s eerste in dat de cel de<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong>


6 7<br />

bouwsteen is <strong>van</strong> <strong>al</strong>le levende wezens en in zekere<br />

mate een eenheidje op zichzelf. Volgens de anekdote<br />

kwam deze doorbraak voort uit een gesprek tijdens<br />

de koffie na de ma<strong>al</strong>tijd, tussen twee onderzoekers<br />

waar<strong>van</strong> de één planten- en de ander dierlijke cellen<br />

bestudeerde. Dus aan mijn collega Scheres zeg ik:<br />

“we moeten eens wat vaker koffie drinken”. Schleiden<br />

en Schwann geloofden nog dat cellen spontaan<br />

werden gevormd, <strong>al</strong>s een soort krist<strong>al</strong>len. Dat beeld<br />

veranderde in de daarop volgende decennia, zo<strong>al</strong>s<br />

weergegeven in 1855 door Virchow <strong>al</strong>s: “Omnis cellula<br />

e cellula”: Alle cellen komen <strong>van</strong> cellen. Oftewel:<br />

cellen ontstaan niet spontaan maar worden gevormd<br />

uit bestaande cellen. Daarmee was de bestudering<br />

<strong>van</strong> celvermenigvuldiging door deling begonnen.<br />

Intussen was er ook een serieuze vorm <strong>van</strong> “vergelijkende<br />

embryologie” ontwikkeld. <strong>De</strong> eicel <strong>van</strong><br />

zoogdieren werd gezien en dat bevestigde dat ook de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> zoogdieren, waaronder de mens,<br />

begint met een bevrucht eitje!<br />

Tegen <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de 19 de eeuw begonnen ontwikkelingsbiologen<br />

ook veranderingen te induceren<br />

om te begrijpen “hoe” de ontwikkeling tot stand<br />

komt. Maar de achterliggende mechanismen bleven<br />

onbekend. Daarvoor moest eerst de genetica worden<br />

ontwikkeld, en dat begon met de erfelijkheidstheorie<br />

<strong>van</strong> Gregor Mendel, rond 1900 herontdekt door onze<br />

landgenoot Hugo de Vries.<br />

Over genen en eiwitten<br />

Ik kan nu beter eerst wat achtergrond geven voordat<br />

mijn betoog te ingewikkeld wordt. Dus familie,<br />

graag even opletten. Ons erfelijke materia<strong>al</strong> is ons<br />

DNA. Dat is aanwezig in vrijwel iedere lichaamscel,<br />

verdeeld in 46 porties die we chromo<strong>som</strong>en noemen.<br />

U weet wel: 23 chromo<strong>som</strong>en <strong>van</strong> vader en 23<br />

<strong>van</strong> moeder. Ieder chromosoom kan gezien worden<br />

<strong>al</strong>s een buitengewoon lange cassetteband, zo’n<br />

ouderwetse CD. Wanneer deze DNA cassetteband<br />

wordt afgespeeld krijgen we geen muziekstukken<br />

maar eiwitten. Ieder stukje <strong>van</strong> een norm<strong>al</strong>e cassetteband<br />

met de code voor een sonate, bluesnummer<br />

of rapsong, is te vergelijken met een stukje DNA met<br />

de informatie voor één eiwit, of een serie soortgelijke<br />

eiwitten. Zo’n stukje DNA wordt een “gen”<br />

genoemd. Bij een norm<strong>al</strong>e cassette is <strong>het</strong> <strong>al</strong> mooi <strong>al</strong>s<br />

je 20 muziekgenen hebt, maar ons DNA bevat zo’n<br />

25.000 verschillende genen. Dat is de informatie<br />

voor de aanmaak <strong>van</strong> enorm veel eiwitten die ons<br />

vorm en stevigheid geven en onze levensprocessen<br />

uitvoeren. Sommige <strong>van</strong> die eiwitten kunnen iets<br />

opbouwen, afbreken of veranderen, en dan noemen<br />

we ze enzymen.<br />

Sinds we dit <strong>al</strong>lema<strong>al</strong> weten kunnen we de vraag stellen:<br />

welke genen zorgen ervoor dat ontwikkelingsprocessen<br />

goed verlopen? Omdat de genen <strong>al</strong>leen<br />

informatie bevatten en processen niet zelf uitvoeren<br />

is de vervolgvraag onmiddellijk: wat zijn dan de<br />

eiwitten die door deze genen worden aangemaakt en<br />

hoe werken die eiwitten <strong>al</strong>lema<strong>al</strong> samen om levensprocessen<br />

goed te laten verlopen? In vergelijking<br />

met dit soort puzzels is <strong>het</strong> zoeken naar een speld in<br />

een hooiberg echt kinderspel. Vergelijkt u <strong>het</strong> liever<br />

met een legpuzzel <strong>van</strong> 25.000 verschillende stukjes.<br />

Ieder stukje kan één keer maar ook duizenden<br />

keren voorkomen en u moet de puzzel oplossen in<br />

<strong>het</strong> donker met losse handen. En eigenlijk is dat nog<br />

steeds simpel in vergelijking tot de vraag: wat voor<br />

samenspel <strong>van</strong> eiwitten regelt de celdeling tijdens de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> mens en dier?<br />

Om dit soort vragen te beantwoorden moeten<br />

onderzoekers <strong>al</strong>lerlei trucs uit de kast h<strong>al</strong>en. Twee<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong>


8 9<br />

daar<strong>van</strong> wil ik <strong>van</strong>daag benadrukken: <strong>het</strong> gebruik<br />

<strong>van</strong> modelsystemen en <strong>het</strong> genetisch ontrafelen. Ik<br />

z<strong>al</strong> nu verdergaan met de meer recente geschiedenis,<br />

om deze methoden uit te leggen.<br />

Modelsystemen en Genetica<br />

Sinds <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de 19de eeuw is <strong>het</strong> mogelijk<br />

chromo<strong>som</strong>en in dierlijke cellen te zien. Althans,<br />

ze zijn tijdelijk zichtbaar in een gedeelte <strong>van</strong> de<br />

celdelingscyclus dat M-fase heet. Tijdens de M fase<br />

worden de chromo<strong>som</strong>en uit elkaar getrokken door<br />

een netwerk <strong>van</strong> eiwitkabels en vervolgens splitst<br />

de cel zich in tweeën. Van de rest <strong>van</strong> de celdeling is<br />

niets te zien. Echter, die fase tussen de celsplitsingen<br />

is net zo belangrijk, want daarin moet een cel<br />

beslissen óf ze wil gaan <strong>delen</strong>, voldoende groeien en<br />

<strong>het</strong> hele DNA verdubbelen, zodat in de uiteindelijke<br />

deling beide dochtercellen weer een volledige set <strong>van</strong><br />

46 chromo<strong>som</strong>en krijgen.<br />

Hoe dit <strong>al</strong>lema<strong>al</strong> wordt gereguleerd en uitgevoerd<br />

is nog steeds niet bekend, maar sinds een jaar of<br />

30 beginnen we stukjes <strong>van</strong> de puzzel in te vullen.<br />

In een heel spannende tijd kwamen resultaten <strong>van</strong><br />

onderzoek uit volledig verschillende modelsystemen<br />

plotseling bij elkaar.<br />

Eén <strong>van</strong> die modelsystemen is de gist waarmee <strong>al</strong><br />

sinds tijden brood en bier wordt bereid. Dit eencellige<br />

wezentje lijkt in veel opzichten op onze<br />

lichaamscellen. En zo<strong>al</strong>s de koks en bierbrouwers<br />

onder u weten, die gistcellen gaan onder de juiste<br />

omstandigheden heel snel groeien en <strong>delen</strong>. Welke<br />

genen daar voor nodig zijn kun je vinden door willekeurig<br />

veranderingen aan te brengen in hun erfelijke<br />

materia<strong>al</strong>. Je kunt ze bijvoorbeeld bestr<strong>al</strong>en, of een<br />

smerig stofje erbij gooien dat hun DNA beschadigt.<br />

Gistcellen die stoppen in een specifieke stap <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

delingsproces hebben een verandering opgelopen<br />

in een gen dat nodig is om de deling voort te zetten.<br />

Door die verandering op te sporen, kun je dat celdelingsgen<br />

vinden. Dit is <strong>het</strong> principe <strong>van</strong> genetisch<br />

onderzoek, een methode die uitstekend geschikt is<br />

om de functies <strong>van</strong> genen te ontdekken. Lee Hartwell<br />

paste deze methode systematisch toe op bakkersgist<br />

en vond 32 genen die in <strong>al</strong>lerlei verschillende stappen<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> celdelingproces nodig zijn 1 . Paul Nurse<br />

deed soortgelijke experimenten in een andere gist 2 ,<br />

en inmiddels zijn in beide gisten honderden celdelingsgenen<br />

bekend. <strong>De</strong> meeste aandacht ging naar<br />

een gen dat bep<strong>al</strong>end is voor meerdere overgangen<br />

in <strong>het</strong> delingsproces. Daar kom ik zo dadelijk op<br />

terug.<br />

Een heel ander soort onderzoek bestudeerde de<br />

rijping <strong>van</strong> eicellen <strong>van</strong> de kikker en de eerste<br />

delingen na de bevruchting. In die kikkereitjes was<br />

een mysterieuze factor aangetroffen die celdeling<br />

kan induceren, en die steeds weer actief en inactief<br />

werd 3 . Dus de grote vraag was: wat is deze “Maturation<br />

Promoting Factor” (MPF)? Intussen ontdekte<br />

Tim Hunt dat in vroege embryo’s <strong>van</strong> de zee-egel<br />

een eiwit steeds heel sterk wordt aangemaakt en dan<br />

snel weer afgebroken. Voordat cellen gaan <strong>delen</strong><br />

hoopt <strong>het</strong> op, en <strong>al</strong>s de deling bijna klaar is verdwijnt<br />

<strong>het</strong> weer. Vanwege dit cyclische gedrag werd <strong>het</strong><br />

“Cycline” genoemd 4 . Cyclines bleken niet <strong>al</strong>leen in<br />

de zee-egel voor te komen maar ook in kikkereitjes,<br />

samen met een klein enzympje dat Cycline-afhankelijke<br />

kinase wordt genoemd. In <strong>het</strong> Engels: Cyclin-<br />

<strong>De</strong>pendent Kinase, CDK. Al gauw bleek toen dat die<br />

MPF waarnaar zo hard werd gezocht een twee-eenheid<br />

is <strong>van</strong> Cycline samen met de cycline-afhankelijke<br />

kinase. En ook de meest belangrijke regelgenen<br />

<strong>van</strong> de celdeling in gist bleken Cycline-afhankelijke<br />

enzymen te maken.<br />

1.<br />

Hartwell, L. H., Culotti, J.,<br />

Pringle, J. R. & Reid, B. J. Genetic<br />

control of the cell division cycle<br />

in yeast. Science 183, 46-51<br />

(1974).<br />

2.<br />

Nurse, P., Thuriaux, P. & Na-<br />

smyth, K. Genetic control of the<br />

cell division cycle in the fission<br />

yeast Schizosaccharomyces pombe.<br />

Mol Gen Genet 146, 167-78<br />

(1976).<br />

3.<br />

Masui, Y. & Markert, C. L. Cyto-<br />

plasmic control of nuclear beha-<br />

vior during meiotic maturation<br />

of frog oocytes. J Exp Zool 177,<br />

129-45 (1971).<br />

4.<br />

E<strong>van</strong>s, T., Rosenth<strong>al</strong>, E. T.,<br />

Youngblom, J., Distel, D. & Hunt,<br />

T. Cyclin: a protein specified by<br />

matern<strong>al</strong> mRNA in sea urchin<br />

eggs that is destroyed at each<br />

cleavage division. Cell 33, 389-96<br />

(1983).<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong>


10 11<br />

5.<br />

Lee, M. G. & Nurse, P. Com-<br />

plementation used to clone a<br />

human homologue of the fission<br />

yeast cell cycle control gene cdc2.<br />

Nature 327, 31-5 (1987).<br />

Paul Nurse vond ook in de mens een Cycline-afhankelijk<br />

kinase, en zijn groep liet zien dat <strong>het</strong> menselijke<br />

eiwit in staat is gistcellen die hun CDK missen<br />

weer aan <strong>het</strong> <strong>delen</strong> te krijgen 5 . Eenzelfde enzym kan<br />

dus celdeling op gang brengen in gist, zee-egels,<br />

kikkers en onze eigen lichaamscellen. Voor deze<br />

geweldige ontdekkingen hebben Lee Hartwell, Paul<br />

Nurse en Tim Hunt in 2001 buitengewoon verdiend<br />

een Nobelprijs gekregen.<br />

Als u nog geen aantekeningen heeft gemaakt,<br />

schrijft u dan voor<strong>al</strong> de twee conclusies op. Met<br />

behulp <strong>van</strong> genetica in modelorganismen kunnen we<br />

levensprocessen ontcijferen. En, omdat bas<strong>al</strong>e processen<br />

zo<strong>al</strong>s celdeling, zozeer <strong>het</strong>zelfde verlopen <strong>van</strong><br />

gist tot mens, is <strong>het</strong> verstandig om zulke processen<br />

maar eerst in een goed modelsysteem te bestuderen.<br />

Het begin <strong>van</strong> ons celdelingonderzoek<br />

Na de klassieke oudheid, de verlichting en de geschiedenis<br />

<strong>van</strong> de vorige twee eeuwen, kom ik nu<br />

bij een stukje persoonlijk verleden en <strong>het</strong> begin <strong>van</strong><br />

ons eigen onderzoek. Als beginnend “postdoctor<strong>al</strong><br />

fellow” in <strong>het</strong> laboratorium <strong>van</strong> Ed Harlow, Professor<br />

aan Harvard Medic<strong>al</strong> School, zocht ik naar een<br />

grote vraag en een eigen “niche”. <strong>De</strong> samenhang<br />

tussen dierontwikkeling en celdeling leek me een<br />

terrein dat nog ontgonnen moest worden. Een terrein<br />

dat bovendien nieuwe inzichten kon geven in<br />

<strong>het</strong> ontstaan <strong>van</strong> kanker, ook geen onbelangrijke<br />

overweging.<br />

<strong>De</strong> gebruikelijke modellen waren niet geschikt om<br />

genetisch te ontrafelen hoe celdeling en ontwikkeling<br />

samen gaan. Geïnspireerd door <strong>het</strong> onderzoek<br />

<strong>van</strong> Nurse en Hartwell wilde ik voor<strong>al</strong> genetica<br />

kunnen gebruiken, maar je kunt geen ontwikkeling<br />

bestuderen in een eencellige gist. Wel in muizen en<br />

Caenorhabditis elegans<br />

zebravisjes, maar die waren <strong>al</strong>s modeldiertjes voor<br />

celdeling te ingewikkeld en <strong>al</strong>s genetisch systeem te<br />

langzaam. Al heel snel werd ik aangetrokken tot een<br />

modeldiertje dat simpel genoeg is voor <strong>het</strong> bestuderen<br />

<strong>van</strong> ingewikkelde processen: Caenorhabditis<br />

elegans, een wormpje dat nauwelijks zichtbaar is met<br />

<strong>het</strong> blote oog. Sinds de 70er jaren wordt dit wormpje<br />

in <strong>het</strong> laboratorium gebruikt, <strong>al</strong>s resultaat <strong>van</strong> een<br />

zoektocht <strong>van</strong> Sidney Brenner naar een modeldiertje<br />

waarin we zelfs de werking <strong>van</strong> <strong>het</strong> zenuwstelsel<br />

genetisch kunnen ontcijferen 6 .<br />

<strong>De</strong> voor<strong>delen</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> wormpje zijn inderdaad buitengewoon<br />

groot. In maar drie dagen ontwikkelt een<br />

bevruchte C. elegans eicel zich tot een volwassen<br />

beestje dat tot 1000 nakomelingen kan geven. En dat<br />

hele gezelschap past in een scha<strong>al</strong>tje met een doorsnede<br />

<strong>van</strong> maar vijf cm. Alle verschillende weefsels<br />

en organen worden gevormd uit minder dan duizend<br />

lichaamscellen, waar<strong>van</strong> er bijvoorbeeld 302<br />

zenuwcellen zijn en 115 spiercellen. Omdat C. elegans<br />

doorzichtig is, kunnen <strong>al</strong>le celdelingen tijdens de<br />

hele ontwikkeling worden gevolgd in levende beest-<br />

6.<br />

Brenner, S. The genetics of<br />

Caenorhabditis elegans.<br />

Genetics 77, 71-94 (1974).<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong>


12 13<br />

7.<br />

Sulston, J. E. & Horvitz, H. R.<br />

Post-embryonic cell lineages of<br />

the nematode, Caenorhabditis ele-<br />

gans. <strong>De</strong>v Biol 56, 110-56 (1977).<br />

8.<br />

Sulston, J. E., Schierenberg, E.,<br />

White, J. G. & Thomson, J. N.<br />

The embryonic cell lineage of the<br />

nematode Caenorhabditis elegans.<br />

<strong>De</strong>v Biol 100, 64-119 (1983).<br />

9.<br />

Fire, A. et <strong>al</strong>. Potent and specific<br />

genetic interference by double-<br />

stranded RNA in Caenorhabditis<br />

elegans. Nature 391, 806-811<br />

(1998).<br />

10.<br />

Meyerson, M. et <strong>al</strong>. A family of<br />

human cdc2-related protein kina-<br />

ses. Embo J 11, 2909-17 (1992).<br />

11.<br />

<strong>van</strong> den Heuvel, S. & Harlow, E.<br />

Distinct roles for cyclin-depen-<br />

dent kinases in cell cycle control.<br />

Science 262, 2050-4 (1993).<br />

jes. <strong>De</strong>ze diertjes ontwikkelen zich ook nog volgens<br />

een vast patroon. Dat heeft John Sulston in staat<br />

gesteld tot een krachtsinspanning waarin hij dit hele<br />

patroon <strong>van</strong> delingen heeft vastgelegd in een soort<br />

landkaart waarop elke celdeling op elk moment <strong>van</strong><br />

de ontwikkeling te vinden is 7, 8 . En <strong>al</strong>s <strong>al</strong>lerbelangrijkste,<br />

C. elegans is zeer geschikt voor genetisch<br />

onderzoek. Het is makkelijk om veranderingen aan<br />

te brengen in <strong>het</strong> DNA en mutanten op te pikken<br />

waarin specifieke processen misgaan. Inmiddels is<br />

<strong>het</strong> ook nog mogelijk geworden genen uit te zetten<br />

via een volledig nieuwe methode, RNA interferentie 9 .<br />

Twee collega C. elegans onderzoekers, Andy Fire en<br />

Craig Mello, hebben net een paar weken geleden een<br />

Nobelprijs in de medicijnen gekregen voor <strong>het</strong> ontdekken<br />

<strong>van</strong> deze methode. Drie <strong>van</strong> de grondleggers<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> C. elegans onderzoek, Sidney Brenner, John<br />

Sulston en Bob Horvitz waren vier jaar eerder <strong>al</strong> met<br />

eenzelfde Nobelprijs geëerd.<br />

Een geweldig model dus, C. elegans. Maar intussen<br />

was ik begonnen aan een postdoctora<strong>al</strong> onderzoek<br />

in een laboratorium waar geen C. elegans en ook geen<br />

genetica werd gebruikt. Mijn labgenoten hadden net<br />

een belangrijke ontdekking gedaan: de mens heeft<br />

niet één maar een hele serie <strong>van</strong> die CDK celdelingenzymen<br />

10 . Ik wilde de functies <strong>van</strong> die CDKs<br />

bestuderen in de mens, en daarnaast in mijn vrije<br />

tijd in de worm. Voor <strong>het</strong> eerste project koos ik een<br />

soort pseudo-genetica: ik bracht dominant-negatieve<br />

mutanten <strong>van</strong> de CDKs in weefselkweekcellen tot<br />

expressie en bestudeerde welk effect dat gaf op de<br />

celdeling. Dit onderzoek trok veel aandacht en werd<br />

gepubliceerd in <strong>het</strong> tijdschrift Science 11 .<br />

Intussen vond ik ook in de worm een familie <strong>van</strong><br />

CDK genen. In 1992 koste zo’n ontdekking nog een<br />

redelijke inspanning; sinds de ontcijfering <strong>van</strong> de<br />

volledige C. elegans DNA code in 1998 vind je die informatie<br />

binnen een paar seconden op <strong>het</strong> internet 12 .<br />

Maar CDK genen vinden was niet genoeg, ik moest<br />

ze ook kunnen uitzetten. Dit soort “omgekeerde<br />

genetica” begon net mogelijk te worden, door een<br />

methode ontwikkeld in <strong>het</strong> laboratorium <strong>van</strong> Ron<strong>al</strong>d<br />

Plasterk, op dat moment nog verbonden aan <strong>het</strong><br />

Nederlands Kanker Instituut in Amsterdam 13 . Een<br />

gastverblijf <strong>van</strong> een maand in <strong>het</strong> Plasterk lab was<br />

voldoende om wormstammen te vinden met een<br />

mobiel DNA element in drie <strong>van</strong> de vier worm CDK<br />

genen. Terug in Boston bleek <strong>het</strong> vervolg echter niet<br />

zo simpel en werd <strong>het</strong> duidelijk tijd te verhuizen naar<br />

een C. elegans omgeving.<br />

Een gelukkige ontwikkeling maakte dit mogelijk.<br />

Misschien dat <strong>het</strong> kwam door mijn publicatie in<br />

de “Internation<strong>al</strong> Worm Breeders Gazette”, een<br />

tijdschriftje waarmee wij worm-fokkers elkaar op de<br />

hoogte hielden 14 . Hoe dan ook, ik werd uitgenodigd<br />

een eigen groep te beginnen met een aanstelling <strong>al</strong>s<br />

assistant professor aan Harvard Medic<strong>al</strong> School. Het<br />

12.<br />

The C. elegans Sequencing Con-<br />

sortium. Genome sequence of<br />

the nematode C. elegans: a plat-<br />

form for investigating biology.<br />

Science 282, 2012-8 (1998).<br />

13.<br />

Zwa<strong>al</strong>, R. R., Broeks, A., <strong>van</strong><br />

Meurs, J., Groenen, J. T. &<br />

Plasterk, R. H. Target-selected<br />

gene inactivation in Caenorhab-<br />

ditis elegans by using a frozen<br />

transposon insertion mutant<br />

bank. Proc Natl Acad Sci U S A<br />

90, 7431-5 (1993).<br />

14.<br />

<strong>van</strong> den Heuvel, S.J.L., Tsai,<br />

L-H. & Harlow, E. The cdc2 gene<br />

family in C. elegans. Worm<br />

Breeder’s Gazette 12:85 (1993)<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong>


14 15<br />

lin-5<br />

15.<br />

Horvitz, H. R. & Sulston, J. E.<br />

Isolation and genetic characte-<br />

rization of cell-lineage mutants<br />

of the nematode Caenorhabditis<br />

elegans. Genetics 96, 435-454<br />

(1980).<br />

16.<br />

Lorson, M. A., Horvitz, H. R.<br />

& <strong>van</strong> den Heuvel, S. LIN-5 is a<br />

novel component of the spindle<br />

apparatus required for chromo-<br />

<strong>som</strong>e segregation and cleavage<br />

plane specification in Caenorhab-<br />

ditis elegans. J Cell Biol 148,<br />

73-86 (2000).<br />

mooiste daar<strong>van</strong> was dat men bereid was een soort<br />

“vroege sabbatic<strong>al</strong>” in te lassen, waarin ik de kneepjes<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> C. elegans vak kon leren in <strong>het</strong> laboratorium<br />

<strong>van</strong> Bob Horvitz, Professor aan MIT.<br />

Bob Horvitz bestudeerde ongeveer <strong>al</strong>le aspecten <strong>van</strong><br />

de biologie, beh<strong>al</strong>ve regulatie <strong>van</strong> celdeling. In een<br />

ver verleden had hij mutanten geïsoleerd waarin iets<br />

fout gaat in <strong>het</strong> celdelingpatroon, en die daarom<br />

“lineage abnorm<strong>al</strong>” oftewel “lin” mutanten werden<br />

genoemd 15 . Ik koos twee <strong>van</strong> die mutanten, lin-5<br />

en lin-6, die problemen toonden in een essentieel<br />

onderdeel <strong>van</strong> <strong>het</strong> celdelingsproces, respectievelijk<br />

de chromosoom scheiding en DNA replicatie.<br />

Tegelijkertijd misten ze, net <strong>al</strong>s kankercellen, ook<br />

een zogenaamd “checkpoint” dat deze processen<br />

afhankelijk <strong>van</strong> elkaar moet maken.<br />

Ik vond meer <strong>van</strong> dit soort mutaties en bestudeerde<br />

de lin-5 en lin-6 genen. Voor<strong>al</strong> lin-5 was buitengewoon<br />

interessant: <strong>het</strong> bleek een tot dan toe onbekend<br />

eiwit te maken dat nodig is om de tubulinekabels<br />

die de chromo<strong>som</strong>en uit elkaar trekken hun<br />

werk te laten doen 16 . Maar onverwachts vonden we<br />

nog een functie: <strong>het</strong> LIN-5 eiwit is ook nodig om cellen<br />

in twee ongelijke dochtercellen te laten splitsen.<br />

Hiermee kom ik bij een heel belangrijk aspect <strong>van</strong><br />

celdeling tijdens de ontwikkeling. Ik heb u verteld<br />

dat tijdens de ontwikkeling één enkele cel een groot<br />

aant<strong>al</strong> verschillende celtypes gaat vormen. Dit gebeurt<br />

onder andere door “asymmetrische celdeling”:<br />

daarbij deelt een cel zich in twee dochtercellen die<br />

verschillen <strong>van</strong> elkaar. Ze hebben precies <strong>het</strong>zelfde<br />

DNA, maar kunnen verschillen in grootte en in elk<br />

gev<strong>al</strong> in samenstelling. Tijdens de deling worden<br />

bijvoorbeeld oranje eiwitten aan de ene dochtercel<br />

meegegeven en blauwe aan de andere. Het resultaat<br />

LIN-5 GPR-1/2 DNA<br />

is dat de twee nieuwgeboren cellen iets anders worden<br />

in <strong>het</strong> leven.<br />

Het grote belang <strong>van</strong> asymmetrische deling wordt<br />

pas sinds kort <strong>al</strong>gemeen begrepen en ik kom daar<br />

dadelijk op terug. In C. elegans is zelfs de <strong>al</strong>lereerste<br />

deling <strong>van</strong> <strong>het</strong> embryo een ongelijke deling. <strong>De</strong>ze deling<br />

is prachtig te volgen en te veranderen en dus een<br />

prima model voor asymmetrische deling.<br />

Daarmee werd de functie <strong>van</strong> LIN-5 in chromosoom<br />

scheiding en asymmetrische celdeling een belangrijke<br />

onderwerp <strong>van</strong> mijn groep. Monique Lorson en<br />

Ridgely Fisk pakten die vraagstelling aan, gevolgd<br />

door Day<strong>al</strong>an Srinivasan. We combineerden genetica<br />

met celbiologie, <strong>het</strong> “yeast two-hybrid” systeem<br />

en biochemie, en wisten <strong>al</strong>s een <strong>van</strong> de eersten in<br />

<strong>het</strong> C. elegans veld een doorbraak te bereiken door<br />

eiwitcomplexen op te zuiveren uit embryo’s en hun<br />

samenstelling te bep<strong>al</strong>en met behulp <strong>van</strong> massa<br />

spectrometrie 17 . Daarbij ontdekten we dat LIN-5<br />

samenwerkt met belangrijke schakelaars in de cel,<br />

de G eiwitten, en een nieuwe klasse <strong>van</strong> partners <strong>van</strong><br />

17.<br />

Srinivasan, D. G., Fisk, R. M.,<br />

Xu, H. & <strong>van</strong> den Heuvel,<br />

S. A complex of LIN-5 and<br />

GPR proteins regulates G protein<br />

sign<strong>al</strong>ing and spindle function in<br />

C elegans. Genes <strong>De</strong>v 17,<br />

1225-39 (2003).<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong>


16 17<br />

18.<br />

Boxem, M., Srinivasan, D. G. &<br />

<strong>van</strong> den Heuvel, S. The Caenorhab-<br />

ditis elegans gene ncc-1 encodes a<br />

cdc2-related kinase required for<br />

M phase in meiotic and mitotic<br />

cell divisions, but not for<br />

S phase. <strong>De</strong>velopment 126,<br />

2227-39 (1999).<br />

19.<br />

Boxem, M. & <strong>van</strong> den Heuvel,<br />

S. lin-35 Rb and cki-1 Cip/Kip<br />

cooperate in development<strong>al</strong><br />

regulation of G1 progression<br />

in C. elegans. <strong>De</strong>velopment 128,<br />

4349-59 (2001).<br />

20.<br />

Boxem, M. & <strong>van</strong> den Heuvel,<br />

S. C. elegans class B synt<strong>het</strong>ic<br />

multivulva genes act in G(1)<br />

regulation. Curr Biol 12,<br />

906-11 (2002).<br />

21.<br />

Koreth, J. & <strong>van</strong> den Heuvel,<br />

S. Cell-cycle control in Caenor-<br />

habditis elegans: how the worm<br />

moves from G1 to S.<br />

Oncogene 24, 2756-64 (2005).<br />

deze G-eiwitten. Onze resultaten sloten aan op die<br />

<strong>van</strong> andere systemen en identificeerden een volledig<br />

nieuwe rol <strong>van</strong> G eiwitten die onafhankelijk is <strong>van</strong><br />

sign<strong>al</strong>en tussen cellen. Die functie bleek essentieel<br />

te zijn voor de trekkracht <strong>van</strong> de tubuline-kabels en<br />

daardoor voor chromosoomscheiding en de regulatie<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> celdelingsvlak.<br />

Symmetrisch<br />

ymmetrisch Asymmetrisch<br />

Asymmetrische celdeling was een spannend nieuw<br />

onderzoeksveld. Maar onze oorspronkelijke vraag<br />

was: “hoe beslissen cellen wanneer ze beginnen met<br />

<strong>delen</strong>, of juist stoppen met <strong>delen</strong>, tijdens de ontwikkeling”.<br />

Een promovendus uit Nederland, Mike<br />

Boxem, pakte die vraag op doortastende wijze aan.<br />

Hij identificeerde verschillende celdelingmutanten<br />

en bracht de startmotor <strong>van</strong> de worm celdelingcyclus<br />

in kaart 18-20 . Net <strong>al</strong>s in de mens, bleek deze te bestaan<br />

uit kanker-gerelateerde eiwitten: specifieke CDKs<br />

en cyclines en eiwitten die deze CDKs juist remmen<br />

21 . We vonden ook nieuwe regelgenen, waar<strong>van</strong><br />

de meest interessante op dit moment verder wordt<br />

bestudeerd door Inge The in onze huidige groep.<br />

<strong>De</strong> vervolgvraag was: wat is de sleutel die de startmotor<br />

aanzet op de juiste tijd en de juiste plaats. En<br />

hoe wordt die motor ook op tijd weer afgezet? Hierin<br />

kreeg Mako Saito inzicht. Hij vond onder anderen<br />

een fosfatase en twee transcriptiefactoren die de<br />

CDK remmer Kip1 stimuleren 22 . Een signa<strong>al</strong>overdracht<br />

route die deze transcriptiefactoren reguleert<br />

was <strong>al</strong> bekend, en daarmee begrijpen we nu precies<br />

hoe een specifiek signa<strong>al</strong> <strong>van</strong> buiten de cel kan leiden<br />

tot celdeling.<br />

<strong>De</strong> toekomst en rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> ons onderzoek.<br />

<strong>De</strong> verhuizing naar <strong>Utrecht</strong> betekende een nieuw<br />

begin voor de groep. Daarbij is een deel <strong>van</strong> ons eerdere<br />

onderzoek voortgezet en zijn nieuwe projecten<br />

gestart. Aan de hand <strong>van</strong> een aant<strong>al</strong> voorbeelden,<br />

wil ik aangeven hoe belangrijk correct gereguleerde<br />

celdeling is voor onze ontwikkeling en gezondheid,<br />

en hoe ons onderzoek hierop aansluit.<br />

Laten we vooraan beginnen. Ons leven begint met de<br />

versmelting <strong>van</strong> een eicel en zaadcel, twee soorten<br />

cellen die worden gevormd via een bijzonder delingsproces:<br />

de “reductiedeling”. In de vrouw beginnen<br />

deze delingen heel vroeg in <strong>het</strong> leven, maar ze<br />

worden dan gestopt en <strong>van</strong>af de pubertijd wordt er<br />

per maand ééntje afgerond. Hoe langer een onrijpe<br />

eicel in de reductiedeling blijft hangen, hoe meer<br />

22.<br />

Saito, R. M., Perreault, A.,<br />

Peach, B., Satterlee, J. S. &<br />

<strong>van</strong> den Heuvel, S. The CDC-14<br />

phosphatase controls develop-<br />

ment<strong>al</strong> cell-cycle arrest in<br />

C. elegans. Nat Cell Biol 6,<br />

777-83 (2004).<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong>


18<br />

kans dat er iets fout gaat, bijvoorbeeld in de verdeling<br />

<strong>van</strong> de chromo<strong>som</strong>en.<br />

Onze studies in C. elegans hebben eiwitten geïdentificeerd<br />

die nodig zijn voor verschillende aspecten <strong>van</strong><br />

de reductiedeling. We bestuderen deze eiwitten <strong>al</strong>s<br />

onderdeel <strong>van</strong> ons vroege-embryo project, ik kom<br />

daar zo op terug. Ik ben enthousiast om ook betrokken<br />

te zijn in <strong>het</strong> project met Ellen <strong>van</strong> Binsbergen,<br />

die <strong>het</strong> effect <strong>van</strong> veroudering <strong>van</strong> eicellen in<br />

C. elegans bestudeert, onder begeleiding <strong>van</strong> Professor<br />

Pearson en Professor Lindhout, <strong>van</strong> de Medische<br />

Genetica <strong>van</strong> <strong>het</strong> UMC.<br />

Met de bevruchting begint de ontwikkeling. Als<br />

eerste met celdelingen zonder groei die “klievingen”<br />

worden genoemd. Daarbij wordt een klein b<strong>al</strong>letje<br />

<strong>van</strong> cellen gevormd, waar<strong>van</strong> de cellen aan de binnenkant<br />

<strong>al</strong>le verschillende weefsels en organen gaan<br />

vormen. <strong>De</strong>ze cellen zijn de embryon<strong>al</strong>e stamcellen<br />

die erg in de publiciteit staan. Omdat ze zich nog in<br />

<strong>al</strong>le richtingen kunnen ontwikkelen, worden deze<br />

stamcellen gezien <strong>al</strong>s de “holy grail” in de strijd<br />

tegen uitv<strong>al</strong> of verlies <strong>van</strong> cellen bij ziekte.<br />

Inderdaad liggen hier geweldige mogelijkheden,<br />

maar ook enorme uitdagingen. Hoe krijgen we die<br />

embryon<strong>al</strong>e stamcellen zover dat ze zich precies in<br />

de juiste richting speci<strong>al</strong>iseren? En dat ze op tijd<br />

stoppen met <strong>delen</strong>? <strong>De</strong> relatie tussen speci<strong>al</strong>iseren<br />

en <strong>delen</strong> is een belangrijke nieuw aspect <strong>van</strong> ons<br />

onderzoek.<br />

Cellen die zich volledig wijden aan een specifieke<br />

functie, we noemen dit “termina<strong>al</strong> differentiëren”,<br />

zijn meest<strong>al</strong> niet langer in staat zich te vermenigvuldigen.<br />

Waarom is dit zo? Kunnen we deze rem<br />

opheffen? Of een cel terug laten gaan, de-differenti-<br />

eren, in de richting <strong>van</strong> een stamcel? Dit zijn vragen<br />

waar Jerome Korzelius zich op richt, samen met<br />

Vincent Portegijs en hoofdvak student Teije Middelkoop.<br />

Als model bestuderen ze gedifferentieerde<br />

spiercellen, waarin we heel gericht celdelingsgenen<br />

aan kunnen zetten in combinatie met willekeurige<br />

mutaties. Dit is spannend maar ook risicodragend<br />

onderzoek waarin we de kracht <strong>van</strong> genetica in<br />

C. elegans maxima<strong>al</strong> gebruiken om een <strong>al</strong>gemeen proces,<br />

de koppeling tussen differentiatie en deling, te<br />

begrijpen. Uiteindelijk hopen we dat onze resultaten<br />

bij zullen dragen aan therapeutische toepassingen<br />

waarmee celdeling kan worden gestimuleerd of juist<br />

afgeschakeld.<br />

Vrij recent is gebleken dat ook in volgroeide weefsels<br />

stamcellen aanwezig zijn. <strong>De</strong>ze “volwassen stamcellen”<br />

hebben <strong>al</strong>s taak: cellen ver<strong>van</strong>gen die verloren<br />

zijn gegaan. Helaas zijn er maar heel weinig en we<br />

weten nauwelijks iets <strong>van</strong> deze cellen. Ook zijn er<br />

inmiddels kankerstamcellen gevonden, die een bron<br />

kunnen zijn <strong>van</strong> waaruit een tumor na behandeling<br />

teruggroeit. Tenminste een deel <strong>van</strong> dit soort laaggedifferentieerde<br />

stamcellen lijkt aanwezig te blijven<br />

door een uniek delingspatroon. <strong>De</strong> stamcel deelt<br />

daarbij asymmetrisch zodat een nieuwe stamcel<br />

wordt gevormd en tegelijkertijd een meer gespeci<strong>al</strong>iseerde<br />

cel. En dit kan steeds worden herha<strong>al</strong>d. Hoe<br />

kan een cel asymmetrisch <strong>delen</strong>?<br />

U heeft natuurlijk goed opgelet, en weet dat ik dit<br />

proces net heb beschreven. <strong>De</strong> <strong>al</strong>lereerste deling<br />

tijdens de ontwikkeling <strong>van</strong> ons proefdiertje is ongelijk<br />

en vormt een prachtig model voor asymmetrische<br />

deling. Daarom gaan de AIOs <strong>van</strong> <strong>het</strong> “embryo<br />

team”, Monique <strong>van</strong> der Voet, Christian Berends en<br />

binnenkort ook Matilde G<strong>al</strong>li op volle kracht verder<br />

dit delingsproces te karakteriseren. We gebruiken<br />

Spiercellen<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong><br />

19


20<br />

PAR-3 DNA P granules<br />

daarbij een groot aant<strong>al</strong> gea<strong>van</strong>ceerde technieken,<br />

wat mogelijk is dankzij samenwerkingen met verschillende<br />

speci<strong>al</strong>isten: Dr. Edwin Cuppen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

Hubrecht laboratorium, in <strong>het</strong> vinden <strong>van</strong> nieuwe<br />

lin-5 mutaties met behulp <strong>van</strong> high throughput sequencing,<br />

Professor Albert Heck in <strong>het</strong> zoeken naar<br />

nieuwe geassocieerde eiwitten en eiwit-modificaties<br />

met behulp <strong>van</strong> massa spectrometrie, en Marc Vid<strong>al</strong><br />

en Mike Boxem <strong>van</strong> <strong>het</strong> Dana Farber Cancer Institute<br />

in Boston met high throughput yeast two-hybrid<br />

an<strong>al</strong>yse.<br />

Het vroege embryo mist één aspect <strong>van</strong> asymmetrische<br />

deling. Binnen weefsels geven cellen elkaar<br />

veel sign<strong>al</strong>en door die bij de <strong>al</strong>lereerste delingen nog<br />

ontbreken. Marjolein Wildwater heeft daarom een<br />

tweede C. elegans modelsysteem opgezet, waarin ze<br />

<strong>het</strong> delingspatroon bestudeert <strong>van</strong> een soort stamcel<br />

in de huid tijdens de latere ontwikkeling. Ze heeft<br />

hierover een prachtig project ingediend, waar<strong>van</strong><br />

we hopen dat <strong>het</strong> wordt ondersteund met een Veni<br />

beurs.<br />

We hebben recent een nieuw eiwit gevonden dat<br />

samenwerkt met LIN-5. Het vergelijkbare eiwit in<br />

menselijke cellen heet ASPM, Abnorm<strong>al</strong> Spindle and<br />

Primary Microceph<strong>al</strong>ie-related. Het Aspm gen is vaak<br />

veranderd binnen families waarin primaire microcef<strong>al</strong>ie<br />

voorkomt, een ernstige storing in de groei <strong>van</strong><br />

de hersenen tijdens de ontwikkeling 23 . Hierbij gaat<br />

<strong>het</strong> waarschijnlijk ook weer om een soort stamcellen<br />

in de embryon<strong>al</strong>e hersenen die asymmetrisch<br />

moeten <strong>delen</strong> om de juiste hoeveelheden neuronen te<br />

vormen. Ik ben buitengewoon blij met de samenwerking<br />

met Professor Dick Lindhout, en Dr. Jacques<br />

Giltay die ons in contact hebben gebracht met<br />

Nederlandse patiënten. We bestuderen nu de functie<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> ASPM eiwit gelijktijdig in C. elegans, in menselijke<br />

cellen, en, in samenwerking met Professor Li<br />

Huei Tsai <strong>van</strong> MIT, in muizen modellen.<br />

Er is intussen zoveel bekend over C. elegans en andere<br />

systemen dat <strong>het</strong> eigenlijk niet meer mogelijk is om<br />

<strong>al</strong>le feiten te kennen en <strong>al</strong>le kennis te combineren.<br />

Daarom is <strong>het</strong> in toenemende mate nodig computers<br />

te gebruiken in <strong>het</strong> verwerken <strong>van</strong> gegevens en testen<br />

<strong>van</strong> hypothesen. Het is buitengewoon aantrekkelijk<br />

om modelering toe te voegen aan onze studies, in<br />

samenwerking met de leerstoelgroep Theoretische<br />

Biologie <strong>van</strong> Professor Paulien Hogeweg. Ontwikkelingsbiologie<br />

en Theoretische Biologie zijn recent<br />

verenigd, samen met de groepen <strong>van</strong> de hoogleraren<br />

Ben Scheres, Arie Verkleij en Johannes Boonstra,<br />

in <strong>het</strong> instituut Biocomplexiteit en Bioinformatica.<br />

Onze samenwerking kan <strong>het</strong> mogelijk maken een<br />

stukje biologie <strong>van</strong> de toekomst tot werkelijkheid te<br />

maken.<br />

23.<br />

Bond, J. et <strong>al</strong>. ASPM is a major<br />

determinant of cerebr<strong>al</strong> cortic<strong>al</strong><br />

size. Nat Genet 32, 316-20<br />

(2002).<br />

21<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong>


22<br />

Samengevat<br />

In een multidisciplinaire aanpak en een groot aant<strong>al</strong><br />

samenwerkingsverbanden, bestuderen wij drie<br />

verschillende beslissingen die <strong>delen</strong>de cellen moeten<br />

nemen tijdens de ontwikkeling:<br />

1. Doorgaan of stoppen?<br />

Een vraag die direct gerelateerd is aan kanker<br />

2. Gelijk of ongelijk?<br />

Oftewel: hoe wordt een asymmetrische “stamcel<br />

deling” uitgevoerd?<br />

3. <strong>De</strong>len of speci<strong>al</strong>iseren?<br />

Oftewel: wat is de relatie tussen differentiatie<br />

en proliferatie?<br />

Dit zijn <strong>al</strong>le drie fundamentele vragen met duidelijk<br />

klinische rele<strong>van</strong>tie.<br />

Onderwijs en onderzoek in Nederland<br />

Ik ben bijna aan <strong>het</strong> einde gekomen <strong>van</strong> mijn betoog.<br />

Door ons langdurige verblijf in Amerika kijk ik<br />

nog steeds een beetje <strong>al</strong>s buitenstaander naar <strong>het</strong><br />

Nederlandse onderwijs en onderzoek. Vanuit die<br />

positie wil ik nog graag wat indrukken weergeven.<br />

Laat ik beginnen met <strong>het</strong> meest positieve: ondanks<br />

<strong>het</strong> gemopper over onderwijs, ben ik zeer tevreden<br />

over de kw<strong>al</strong>iteit <strong>van</strong> onze studenten. Ik heb zelf <strong>het</strong><br />

geluk en genoegen gehad om binnen een paar <strong>van</strong><br />

de beste onderzoeksgroepen <strong>van</strong> Amerika te kunnen<br />

werken. In die omgeving zijn in Nederland opgeleide<br />

onderzoekers zeer gewild. Ondanks de verkorte studieduur<br />

lijken de studenten biologie en biomedische<br />

wetenschappen nu minstens zo goed opgeleid en<br />

meer gemotiveerd dan in mijn eigen tijd.<br />

Dit geldt ook voor de promovendi, oftewel de AIOs.<br />

Ik heb in Amerika zeven jaar lang deelgenomen aan<br />

<strong>het</strong> onderwijs <strong>van</strong> de graduate studenten <strong>van</strong> Harvard<br />

Medic<strong>al</strong> School. Zij behoren tot de beste promovendi<br />

<strong>van</strong> Amerika. Het niveau is hoog, maar niet hoger<br />

dan wat we hier in <strong>Utrecht</strong> h<strong>al</strong>en. Alle vier de AIOs<br />

in mijn groep zouden <strong>het</strong> graduate program <strong>van</strong><br />

Harvard Medic<strong>al</strong> School aan kunnen, en mogelijk<br />

zelfs excelleren. Dit moeten we zo houden. Bij <strong>al</strong>le<br />

plannen om tot een systeem te komen dat aansluit<br />

bij <strong>het</strong> buitenland moeten we er voor waken dat<br />

onze opleidingen ten minste op Nederlands niveau<br />

blijven.<br />

Ook de ambitie <strong>van</strong> de <strong>Universiteit</strong> <strong>van</strong> <strong>Utrecht</strong><br />

stemt me zeer positief. Met trots is deze universiteit<br />

opnieuw verkozen tot de beste universiteit <strong>van</strong><br />

Nederland en nummer zes <strong>van</strong> Europa. Het <strong>De</strong>partement<br />

Biologie, samen met <strong>het</strong> <strong>De</strong>partement Scheikunde,<br />

<strong>het</strong> <strong>Utrecht</strong>s Medisch Centrum en Hubrecht<br />

laboratorium, bieden een zeer sterke omgeving voor<br />

biomedisch onderzoek.<br />

Maar er zijn ook bedreigingen. Een eerste bedreiging<br />

is de financiering. Zo langzamerhand is iedereen in<br />

Nederland er<strong>van</strong> overtuigd dat er meer geld moet<br />

worden gestoken in onderwijs en onderzoek, dus ik<br />

beperk me hier tot <strong>het</strong> financieringsyteem. Dat heeft<br />

een groot voordeel ten opzichte <strong>van</strong> <strong>het</strong> Amerikaanse,<br />

aangezien de eerste geldstroom <strong>het</strong> mogelijk<br />

maakt langere termijn projecten op te zetten en een<br />

sterk onderwijsprogramma te combineren met onderzoek.<br />

In de juiste b<strong>al</strong>ans met fondsen gebaseerd<br />

op prestatie kan dit gunstig werken. <strong>De</strong> universitaire<br />

mid<strong>delen</strong> zijn nu echter te veel gericht op groepsleiders<br />

en bieden gedreven jonge onderzoekers weinig<br />

kans op zelfstandigheid. Dit stimuleert uitstroom<br />

naar <strong>het</strong> buitenland. Het is net <strong>al</strong>s in <strong>het</strong> voetb<strong>al</strong>, een<br />

prima jeugdopleiding garandeert geen succes in de<br />

eredivisie: daarvoor moet je jong t<strong>al</strong>ent kunnen aan-<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong><br />

23


24 25<br />

trekken en vasthouden. <strong>De</strong> structuur en financiële<br />

mid<strong>delen</strong> moeten dit ondersteunen.<br />

Ook de Hollandse regelneverij zie ik <strong>al</strong>s negatief. Alles<br />

moet voortdurend veranderen. Zelfs wanneer <strong>het</strong><br />

goed werkt, zo<strong>al</strong>s <strong>het</strong> “Veni, Vidi, Vici” programma. Ik<br />

heb destijds gestudeerd aan de “Faculteit Biologie”<br />

en een stage gelopen in de “vakgroep” Microbiologie.<br />

Inmiddels is dat volledig vernieuwd en heet<br />

<strong>het</strong> “<strong>De</strong>partement Biologie” en “leerstoelgroep”<br />

Microbiologie. Naast de faculteit en <strong>het</strong> departement<br />

zijn de leerstoelgroepen inmiddels ondergebracht<br />

in instituten, en onderzoekscholen, en masterprogramma’s,<br />

en graduate schools, en zwaartepunten<br />

met focus en massa en <strong>het</strong> Academisch Biomedisch<br />

Cluster. Intussen is er natuurlijk niemand die zijn<br />

onderzoek heeft omgegooid <strong>van</strong>wege <strong>al</strong>le nieuwe<br />

namen en constructies. Daarmee blijft dit <strong>al</strong>les een<br />

grootsch<strong>al</strong>ige academische oefening luchtkastelen<br />

bouwen en schuiven met labels. Natúúrlijk zijn interacties<br />

buitengewoon belangrijk, maar ze vast willen<br />

leggen in officiële structuren heeft geen enkele zin,<br />

<strong>het</strong> creëert opnieuw starheid en is een verspilling <strong>van</strong><br />

tijd en geld.<br />

Ook <strong>het</strong> onderwijs heeft te leiden onder de regeldruk<br />

<strong>van</strong> boven; elke derdejaarscursus moet nu passen<br />

in volledig vastgestelde blokjes <strong>van</strong> h<strong>al</strong>ve dagen.<br />

Daarmee sluit ons vak Ontwikkelingsbiologie en<br />

Genetica haarfijn aan bij <strong>het</strong> keuzevak Psycho<strong>som</strong>atiek<br />

in It<strong>al</strong>ië, maar ons eigen practicum kunnen we<br />

niet langer fatsoenlijk geven.<br />

Een derde en grootste bedreiging is dat overheid en<br />

<strong>Universiteit</strong>en in toenemende mate benadrukken dat<br />

onderzoek toegepast moet zijn en aan moet sluiten<br />

bij <strong>het</strong> bedrijfsleven. Daarbij gaat men er<strong>van</strong> uit dat<br />

gericht onderzoek z<strong>al</strong> leiden tot meer tastbare resultaten<br />

dan puur fundamenteel onderzoek. Voor <strong>het</strong><br />

gemak vergeet men dan dat echte doorbraken vrijwel<br />

<strong>al</strong>tijd voortkomen uit <strong>het</strong> fundamentele onderzoek<br />

en niet te voorzien zijn. Kijk bijvoorbeeld naar de<br />

Nobelprijs voor de medicijnen, de beste graadmeter<br />

voor <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> medische ontdekkingen. Van de<br />

laatste tien prijzen zijn er acht naar puur fundamenteel<br />

onderzoek gegaan, twee keer naar onderzoek in<br />

wormen en één naar celdeling in gist. Dit onderzoek<br />

heeft op grote scha<strong>al</strong> geleid tot nieuwe investeringen<br />

door de industrie, maar is destijds niet opgezet<br />

<strong>van</strong>wege zijn directe rele<strong>van</strong>tie voor de maatschappij<br />

of medische wetenschap.<br />

Interacties tussen universiteit en bedrijfsleven zijn<br />

mooi en kennisutilisatie nastrevenswaardig. Maar<br />

we moeten de zaak niet omdraaien en <strong>het</strong> bedrijfsleven<br />

<strong>het</strong> wetenschappelijk onderzoek laten bep<strong>al</strong>en.<br />

Toponderzoek is uiteindelijk wat <strong>het</strong> bedrijfsleven<br />

aantrekt en stimuleert, en met die lange termijn visie<br />

moet de overheid onderwijs en onderzoek financieren.<br />

Harvard en Stanford staan nog steeds aan de top.<br />

Maar ze zijn daar niet gekomen door regeltjes en<br />

structuren of onderzoekers te vertellen dat ze toegepast<br />

moeten denken. Ze zijn daar gekomen door<br />

kansen te bieden, af te rekenen op kw<strong>al</strong>iteit en <strong>van</strong>uit<br />

de hele wereld t<strong>al</strong>ent aan te trekken. Om verschillende<br />

redenen is <strong>het</strong> onderzoeksklimaat in Amerika<br />

op dit moment minder gunstig. In de komende jaren<br />

kan Nederland zijn positie in de wetenschappelijke<br />

wereld structureel verbeteren, door werkelijk te investeren<br />

in de kenniseconomie, beleid te voeren dat<br />

<strong>het</strong> binnenh<strong>al</strong>en <strong>van</strong> t<strong>al</strong>entvolle buitenlanders en terugh<strong>al</strong>en<br />

<strong>van</strong> get<strong>al</strong>enteerde Nederlanders bevordert,<br />

en jonge wetenschappers meer kansen te geven op<br />

zelfstandigheid. Leest u er gerust de partijprogramma’s<br />

nog even op na.<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong>


26 27<br />

Mijnheer de Rector Magnificus, Dames en Heren<br />

Dan wil ik nu graag mijn rede afsluiten met een<br />

woord <strong>van</strong> dank.<br />

Ik dank <strong>het</strong> College <strong>van</strong> Bestuur voor <strong>het</strong> gestelde<br />

vertrouwen.<br />

Ik ben de benoemingsadviescommissie zeer dankbaar<br />

dat ze mij hebben benaderd en geselecteerd.<br />

Daarbij wil ik met name de hoogleraren Ben Scheres,<br />

Ron<strong>al</strong>d Plasterk en Hans Bos danken voor de open<br />

gesprekken en de inspiratie die zij toen zijn geweest<br />

en voortdurend zijn gebleven. Ook de gesprekken<br />

met Professor Peter Weisbeek en Professor Rens<br />

Voesenek zijn zeer stimulerend geweest.<br />

Wetenschappelijk <strong>Utrecht</strong> heeft ons zeer warm<br />

ont<strong>van</strong>gen. Dat geldt in de eerste plaats voor <strong>al</strong>le medewerkers<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>De</strong>partement Biologie. Daarnaast<br />

ook voor een groot aant<strong>al</strong> groepsleiders en medewerkers<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> Hubrecht laboratorium, <strong>het</strong> <strong>Utrecht</strong><br />

Medisch Centrum en <strong>het</strong> <strong>De</strong>partement Scheikunde.<br />

Ik dank iedereen voor de contacten en samenwerkingen,<br />

en heb gelukkig een aant<strong>al</strong> <strong>van</strong> u kunnen noemen.<br />

Ik wil daar met name Professor René Medema<br />

en Dr. Rik Korswagen nog aan toevoegen, met dank<br />

voor <strong>al</strong> onze interacties.<br />

Een aant<strong>al</strong> vroegere mentoren en begeleiders hebben<br />

mogelijk een grotere invloed gehad dan zij beseffen.<br />

Mijn enthousiasme voor wetenschappelijk onderzoek<br />

en liefde voor genetica gaan terug naar mijn<br />

stage bij Professor Jan Tommassen, destijds in de<br />

groep <strong>van</strong> Professor Wiel Hoekstra. En ook Professor<br />

Peter <strong>van</strong> der Vliet is een grote wetenschappelijke<br />

inspiratie geweest. Van mijn promotor, Professor<br />

Alex <strong>van</strong> der Eb, en de hoogleraren in Amerika, Ed<br />

Harlow en Bob Horvitz heb ik veel geleerd en ik ben<br />

zowel hen, <strong>al</strong>s <strong>al</strong> mijn dagelijkse collega’s in hun<br />

laboratoria, zeer dankbaar.<br />

Ook <strong>al</strong>le medewerkers <strong>van</strong> mijn groep in Amerika<br />

ben ik zeer erkentelijk voor hun bijdragen. Even<strong>al</strong>s<br />

iedereen in mijn huidige groep, waar<strong>van</strong> ik de<br />

universitaire hoofddocent Dr. Adri Thomas apart<br />

wil noemen. Adri, ik heb buitengewoon veel geluk<br />

gehad dat jij bij de groep bent gebleven. Je verzorgt<br />

vrijwel <strong>al</strong> ons onderwijs en doet dat zo goed dat je<br />

zelfs tot “docent <strong>van</strong> <strong>het</strong> jaar” <strong>van</strong> de hele <strong>Universiteit</strong><br />

bent gekozen. Daarnaast kan ik <strong>al</strong>tijd een beroep<br />

op je doen, zelfs <strong>van</strong>daag weer <strong>al</strong>s ceremoniemeester.<br />

Ik dank jou en <strong>het</strong> hele team voor <strong>al</strong>le gezelligheid,<br />

en natuurlijk ook voor <strong>al</strong>le resultaten die nu in<br />

groten get<strong>al</strong>e gaan komen.<br />

Een transatlantische verhuizing, en een leven en<br />

laboratorium opnieuw beginnen na 13 jaar is niet<br />

niks. Voor<strong>al</strong> niet wanneer je terugkomt met twee<br />

kinderen waar<strong>van</strong> de jongste vier maanden is. Ik<br />

weet niet hoe we dit hadden kunnen doen zonder de<br />

hulp <strong>van</strong> onze familie. Mijn schoonouders hebben<br />

zowel onze kinderen <strong>al</strong>s Inge en mij <strong>van</strong>af de eerste<br />

dag opge<strong>van</strong>gen, en zijn tot op de dag <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag<br />

een grote steun gebleven. Ik dank jullie daar heel<br />

hartelijk voor.<br />

Ook mijn moeder is een grote steun geweest en ik<br />

dank ook haar en <strong>al</strong>le andere familieleden. Het is<br />

heerlijk dat onze kinderen nu met familie om zich<br />

heen opgroeien, en ook heerlijk dat ze af en toe een<br />

paar dagen uit logeren zijn. Ik dank mijn ouders<br />

natuurlijk ook voor <strong>al</strong>le jaren <strong>van</strong> goede zorgen, en<br />

vind <strong>het</strong> buitengewoon jammer dat mijn vader deze<br />

dag niet mee heeft mogen maken.<br />

<strong>De</strong> <strong>som</strong> <strong>van</strong> <strong>al</strong> <strong>het</strong> <strong>delen</strong>


28<br />

Lieve Inge, we hebben deze stap samen gewild en<br />

samen gemaakt. Heel traditioneel heb jij er toch veel<br />

meer voor moeten inleveren dan ik. Ik dank je voor<br />

<strong>al</strong> je steun en liefde en hoop dat de toekomst ook<br />

voor jou voldoende prikkels z<strong>al</strong> bevatten. En dan<br />

bedoel ik met die prikkels niet dat je me nu zelfs in<br />

een jurk mag bewonderen.<br />

Lieve Alex en Martin, jullie maken elke dag tot een<br />

feest. Af en toe word ik wel wat moe <strong>van</strong> <strong>al</strong> dat feesten,<br />

maar ik zou <strong>het</strong> voor geen geld willen missen.<br />

Ik dank u voor uw aandacht,<br />

Ik heb gezegd.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!