Meer aandacht voor aansluiting - Technische Universiteit Eindhoven
Meer aandacht voor aansluiting - Technische Universiteit Eindhoven
Meer aandacht voor aansluiting - Technische Universiteit Eindhoven
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MATR IX<br />
KWARTAALBLAD V AN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN<br />
SCP-DIRECTEUR PAUL SCHNABEL OVER WETENSCHAP<br />
NAVIGATIESYSTEEM VOOR MOTORRIJDERS<br />
PUBLICATIE IN NATURE OVER ONDERZOEK NANOMOTOREN<br />
JAARGANG 13<br />
ZOMER / 2006<br />
<strong>Meer</strong> <strong>aandacht</strong><br />
<strong>voor</strong> <strong>aansluiting</strong>
<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong><br />
<strong>Eindhoven</strong><br />
Communicatie Service<br />
Centrum<br />
Postbus 513<br />
5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />
homepage: http://www.tue.nl<br />
e-mail: matrix@tue.nl<br />
Hoofdredactie<br />
Drs. Han Konings<br />
Telefoon (040) 247 33 30/<br />
247 29 61<br />
Telefax (040) 245 60 33<br />
Informatie over adverteren<br />
H&J Uitgevers<br />
Telefoon (010) 451 55 10<br />
Telefax (010) 451 53 80<br />
Medewerkers aan dit nummer<br />
Cora van den Berg<br />
Chris van de Graaf<br />
Jim Heirbaut<br />
Joep Huiskamp<br />
Ivo Jongsma<br />
Paula van de Riet<br />
Marianne Vincken<br />
Antoinette van der Vorst<br />
Eindredactie en coördinatie<br />
Communicatiebureau<br />
Corine Legdeur<br />
Foto’s en illustraties<br />
Rien Eelkema<br />
Vincent van den Hoogen<br />
OGC<br />
Bart van Overbeeke<br />
Basisvormgeving<br />
Proforma,<br />
grafisch ontwerp & advies, bno<br />
Vormgeving<br />
Onnink Grafische Comm. bv,<br />
Oudenbosch<br />
Druk<br />
E.M. de Jong, Baarle-Nassau<br />
Redactieadviesgroep<br />
Mr.drs. B.C. Donders<br />
Drs. W.F. Gaasendam<br />
Ir. S. Knols-Jacobs<br />
Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen<br />
Prof.dr. L.H.J. Verhoef<br />
Matrix wordt gemaakt door het<br />
Communicatie Service Centrum<br />
van de TU/e en verschijnt vier<br />
keer per jaar. Het blad wordt<br />
(na schriftelijk verzoek)<br />
kosteloos toegezonden aan<br />
TU/e-ingenieurs en aan een<br />
scala van andere, externe<br />
relaties.<br />
Gehele of gedeeltelijke<br />
overname van artikelen uit<br />
Matrix is alleen toegestaan<br />
na overleg met de redactie en<br />
met bronvermelding. Voor het<br />
gebruik van de foto’s of andere<br />
illustraties is toestemming van<br />
de maker nodig.<br />
Het eerstvolgende nummer van<br />
Matrix verschijnt<br />
in september 2006.<br />
2<br />
Colofon<br />
ISSN 1380-247X<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />
TU/e -CONGRESTIP<br />
Meet & Match, poort naar high tech start<br />
Yvette<br />
Koeken<br />
(21)<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
Datum:<br />
Donderdag 14 september 2006, van 15.30 – 18.30 uur.<br />
Plaats:<br />
Grote Zaal in Kennispoort op TU/e-campus.<br />
Inhoud:<br />
Vanuit hun eigen ervaring en verschillende invalshoeken<br />
gaan twee sprekers in op de uitdagingen waar (startende)<br />
bedrijven <strong>voor</strong> staan. Aansluitend kunt u kennismaken met<br />
een aantal kennisintensieve/high tech starters in de regio<br />
Zuidoost-Brabant. Vijf jonge ondernemers geven een korte<br />
bedrijfspresentatie.<br />
Doelgroep:<br />
(Nieuwe) startende ondernemers en gevestigde (middelgrote)<br />
bedrijven die zoeken naar nieuwe contacten in de regio als<br />
mogelijke partner, leverancier, klant, coach of investeerder.<br />
Organisatie:<br />
Kamer van Koophandel Oost-Brabant, TU/e en Stichting<br />
Incubator3+.<br />
<strong>Meer</strong> informatie en aanmelden:<br />
www.kennispoort.nl<br />
ingenieur-in-spe<br />
Vierdejaars studente Biomedische Technologie. Heeft<br />
op het Gertrudiscollege in Roosendaal gezeten. Is sinds<br />
september penningmeester en hoofdredacteur in het bestuur<br />
van studievereniging Protagoras.<br />
Toekomstig beroep? Medisch ingenieur.<br />
Wat is het leukste moment van afgelopen jaar?<br />
De besturendag bij Bavaria, het uitje met leden, de<br />
bestuurskamer van de buren overhoop halen en nog vele<br />
andere leuke dingen!<br />
Wie vind jij de beste TU/e-docent? Dr.ir. Marcel Brekelmans,<br />
hij geeft duidelijk en gestructureerd college en als je vragen<br />
hebt kun je altijd bij hem terecht.<br />
Wat wil je graag veranderen aan de TU/e? Ik zou graag zien<br />
dat studenten de universiteit niet als ‘school’ zien, maar als<br />
een onderdeel van hun dagelijks leven. De campus moet veel<br />
levendiger worden en hier<strong>voor</strong> moet geluisterd worden naar<br />
de studenten.<br />
Wat is je favoriete muziek? Incubus, Stained, Live, meestal<br />
luister ik 3FM,<br />
Belangrijkste in je omgeving? Mijn familie en vrienden.
Op de cover:<br />
De TU/e spant zich in om<br />
de <strong>aansluiting</strong> vwo-TU<br />
te verbeteren, zoals met<br />
een werkweek <strong>voor</strong> scholieren<br />
bij Scheikundige<br />
Technologie.<br />
Lees verder op pagina 4.<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
8<br />
12<br />
30<br />
inhoud<br />
IN GESPREK<br />
De dominantie van de bètawetenschappen<br />
ONDERWIJS<br />
26<br />
40<br />
De waarde van onderzoek in de natuurwetenschappen is grotendeels onvergelijkbaar<br />
met de prestaties van alfa- of gammawetenschappers, zegt prof.<br />
dr. Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Toch is<br />
de financiering <strong>voor</strong> de laatstgenoemden steeds meer geschoeid op de leest<br />
van bètavakgebieden, volgens hem.<br />
In kaart brengen van een uniek bouwsysteem<br />
ALUMNI<br />
Hoogtepunten van vijftig jaar TU/e<br />
In de <strong>Eindhoven</strong>se wijk Lievendaal gaan ruim tweehonderd Polynormwoningen<br />
tegen de vlakte. Hiermee dreigde alle kennis verloren te gaan over<br />
dit unieke bouwsysteem van de in 1982 overleden oud-hoogleraar van de<br />
TU/e Alexandre Horowitz. Derdejaars studenten onderzochten en documenteerden<br />
de oude huizen tot in het kleinste detail.<br />
Ter ere van het vijftigjarig bestaan van de TU/e worden er allerlei festiviteiten<br />
georganiseerd. Een verslag van twee hoogtepunten: de alumnidag op 21<br />
april en de diesviering, in het bijzijn van Koningin Beatrix, op 27 april.<br />
DE VONK<br />
Onderzoeker pur sang/ Jan Carmeliet komt uit een familie waar de<br />
onderzoekersmentaliteit in de genen zit. Hij studeerde in 1985 af als<br />
burgerlijk ingenieur-architect aan de KU Leuven. Voordat hij in 2001 als<br />
deeltijdhoogleraar Bouwfysica in <strong>Eindhoven</strong> benoemd wordt, maakt hij<br />
in Delft als postdoc al kennis met de Nederlandse universitaire wereld.<br />
VAN START<br />
Een film kijken terwijl je onderweg bent/ Zijn vrouw maakte hem<br />
attent op het saaie uitzicht in de trein en wiskundige dr.ir. Xiaogang<br />
Mao vond een oplossing. Niet <strong>voor</strong> de trein, wel <strong>voor</strong> het uitzicht in de<br />
metro en op de rolbanen van vliegvelden: een film die in jouw snelheid<br />
met je meegaat. Kijken terwijl je beweegt. Het bedrijf HowTech van de<br />
Chinees Mao heeft hiermee een unieke technologie in handen.<br />
en verder in dit nummer<br />
• TU/e in de pers / 7 • Nieuws over bedrijfsleven / 11 • Op stage, TU/e<br />
student in het buitenland / 14 • Nieuws over onderwijs / 15 • Onderzoek<br />
nanomotoren / 16 • Blik naar de toekomst / 20 • Nieuws over onderzoek/ 24<br />
• Nieuws over alumni / 29 • Hoogtepunten in een gouden jubileumjaar / 3o<br />
• Embedded Systems Institute/ 34 • Samenwerking ASML-TU/e / 36 •<br />
TomTom <strong>voor</strong> motorrijders /38 • Ingenieur in drukwerk / 42 • Nieuws<br />
over ontwerpen / 44 • Ontwerper in opleiding /45 • Herbestemming van<br />
De Zwarte Doos / 46 • Agenda en service-rubriek /50<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6 3
FOTO’S BART VAN OVERBEEKE<br />
4<br />
XXXXXXXXXXX<br />
BELEID<br />
Verschillende faculteiten ontplooien<br />
activiteiten <strong>voor</strong> middelbare scholieren,<br />
zoals masterclasses, werkweken<br />
en digitaal studeren, met<br />
als doel leerlingen beter<br />
<strong>voor</strong>bereid aan een<br />
universitaire studie te<br />
laten beginnen. Sinds<br />
kort zijn ze gebundeld<br />
in het Pre University<br />
College (PUC). De<br />
TU/e en scholen uit<br />
de regio nemen samen<br />
de verantwoordelijkheid<br />
om de overgang naar de<br />
universiteit zo soepel mogelijk<br />
te laten verlopen.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6
HET PRE UNIVERSITY COLLEGE VAN START<br />
De <strong>aansluiting</strong> tussen<br />
vwo en universiteit kan beter<br />
‘Je moet het zo zien’, zegt ir. Lex Lemmens,<br />
opleidingsdirecteur van Technologie<br />
Management en <strong>voor</strong>zitter van de stuurgroep<br />
van het PUC, ‘vroeger was de HBS-b<br />
prima afgestemd op een universitaire opleiding.<br />
Tegenwoordig is dit het vwo, het<br />
<strong>voor</strong>bereidend wetenschappelijk onderwijs.<br />
Er zijn in het vwo veel dingen veranderd,<br />
omdat de wetten veranderd zijn, de maatschappij<br />
veranderd is, de leerlingen veranderd<br />
zijn, etc. Ook in het wetenschappelijk<br />
onderwijs is veel veranderd maar niet vanwege<br />
dezelfde wetten en verschijnselen. Op<br />
een gegeven moment hebben scholen en<br />
universiteit geconstateerd dat er een kloof<br />
aan het ontstaan was waar beide kanten<br />
niet happy mee waren. Dat is toen besproken<br />
door prof.dr.ir. Hans van Duijn, rector<br />
magnificus van de TU/e, tijdens een bijeenkomst<br />
met rectoren van de middelbare<br />
scholen in de regio.’<br />
Van Duijn: ‘Snel na mijn aantreden in<br />
april 2005 als rector werd mij duidelijk<br />
dat er binnen de TU/e allerlei op zichzelf<br />
staande activiteiten worden ondernomen<br />
om de <strong>aansluiting</strong> tussen het vwo en onze<br />
bacheloropleidingen zo goed mogelijk te<br />
laten verlopen. Tegelijkertijd bleken de<br />
instromende vwo-leerlingen toch in veel<br />
gevallen <strong>aansluiting</strong>sproblemen te ervaren.<br />
Bovendien krijgen leerlingen in<br />
de bovenbouw van het vwo steeds meer<br />
vrijheid om individuele leerwegen en<br />
vakkenpakketten te kiezen. Daardoor<br />
nemen de verschillen tussen eerstejaars<br />
studenten toe. Wij zijn daar nog onvoldoende<br />
op ingespeeld. Verder bespeurde ik<br />
bij vwo-scholen en binnen de universiteit<br />
een grote bereidheid om samen verbeteringen<br />
te realiseren. Na overleg met rectoren<br />
uit het vwo heb ik de conclusie getrokken<br />
om samen met vwo-scholen systematisch<br />
na te gaan welke van onze activiteiten effectief<br />
zijn, welke aanvullingen nodig zijn en<br />
op welke wijze we de bestaande en nieuwe<br />
activiteiten tot een samenhangend en ef-<br />
Xxxxx: ‘Xxxxxx xxxx xxxx xxxxxxxxx xxxxx xxxxxx xxxx xxxxxxxxxx xxxxx xxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxxx<br />
fectief pakket kunnen smeden. Om dat<br />
pakket een gezicht te geven presenteren we<br />
dit onder de vlag ‘Pre University College’<br />
(PUC). Het PUC heeft twee doelen: enerzijds<br />
vwo-leerlingen met bètatalent motiveren<br />
<strong>voor</strong> technisch-wetenschappelijke<br />
opleidingen en hen - zowel inhoudelijk als<br />
qua studiehouding - optimaal op dit type<br />
opleiding <strong>voor</strong>bereiden. Anderzijds willen<br />
we de beginfase van onze opleidingen beter<br />
laten aansluiten op hetgeen leerlingen in<br />
het vwo hebben geleerd en ons meer focussen<br />
op de verschillen tussen leerlingen. Ik<br />
beschouw het echt als een speerpunt van<br />
mijn beleid als rector om aan de verwezenlijking<br />
van deze doelen de komende jaren<br />
effectieve bijdragen te leveren. En gelukkig<br />
proef ik daar<strong>voor</strong> in het vwo en binnen de<br />
universiteit het nodige enthousiasme. Ik<br />
ben optimistisch gestemd over de uiteindelijke<br />
resultaten.’<br />
Insteek<br />
Er vonden bij de verschillende faculteiten<br />
al <strong>aansluiting</strong>sactiviteiten plaats. Maar<br />
om efficiënter te kunnen werken en witte<br />
vlekken te kunnen opsporen en die dan<br />
te vullen met zinvolle activiteiten, is het<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6 5
XXXXXXXXXXX<br />
BELEID<br />
PUC opgericht en ondergebracht bij het<br />
Studenten Service Centrum. Dr. Karen Ali<br />
heeft er de leiding en is als zodanig ook betrokken<br />
bij het PUC. Ali: ‘Er zijn natuurlijk<br />
altijd <strong>aansluiting</strong>sproblemen als leerlingen<br />
gaan studeren. Het is tenslotte een heel andere<br />
manier van leven dan toen ze nog op<br />
school zaten. Maar hoewel veel veranderingen<br />
- tweede fase, studiehuis, profielkeuzes<br />
- juist bedoeld waren om de <strong>aansluiting</strong> te<br />
verbeteren, werkt het in de praktijk toch<br />
minder dan beoogd. Leerlingen kunnen<br />
een heleboel dingen beter dan vroeger<br />
- mondeling en schriftelijk rapporteren,<br />
informatie verzamelen en ordenen - maar<br />
qua kennis en zeker qua oefening zijn er<br />
hiaten en daar willen we wat aan doen.’<br />
Stuurgroep<strong>voor</strong>zitter Lex Lemmens vult<br />
aan: ‘Nadrukkelijk nemen we afstand van<br />
opmerkingen in de pers waarin kreten als<br />
‘reparatielesjes’ en ‘TU <strong>Eindhoven</strong> geeft<br />
vwo wiskundeles’ <strong>voor</strong>kwamen. Onze<br />
insteek is: hoe pak je het probleem aan<br />
dat talenten van het vwo die naar het wo<br />
komen, het het eerste jaar toch erg moeilijk<br />
hebben. We zeggen dus niet dat het alleen<br />
de verantwoordelijkheid van de scholen is.<br />
We gaan samen kijken wat we eraan kunnen<br />
doen.’<br />
Bètaprofielscholen<br />
Omdat er in de exacte vakken grote veranderingen<br />
op stapel staan, zullen universiteiten<br />
hierop moeten inspelen. Scholen<br />
mogen binnen zekere grenzen kiezen<br />
welke wiskundeonderdelen ze onderwijzen,<br />
en ook in de invulling van het nieuwe<br />
bètavak ‘Natuur, Leven en Technologie’ zul-<br />
6 M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
len scholen gaan verschillen. Aankomende<br />
studenten hebben dus niet allemaal<br />
dezelfde <strong>voor</strong>kennis. ‘Als je dan nog niet<br />
nagedacht hebt over mogelijke problemen<br />
bij de <strong>aansluiting</strong>, dan heb je een groot<br />
probleem’, zegt Lemmens. ‘Als mens ben ik<br />
het liefste lui, dat zijn alle mensen volgens<br />
mij, dus zou ik willen dat iemand anders<br />
het probleem oplost. Maar als opleidingsdirecteur<br />
vind ik dat je de verantwoordelijkheid<br />
over hoe mensen in die opleiding<br />
terecht komen niet uit de weg kunt gaan.<br />
Natuurlijk hebben de middelbare scholen<br />
ook een verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid<br />
<strong>voor</strong> het goed terechtkomen<br />
van studenten maken we met zijn allen<br />
waar. We reageren op wat er gebeurt om te<br />
zorgen dat die zaken goed op elkaar aangesloten<br />
zijn.<br />
Als wij roepen samenwerken, staan<br />
<strong>voor</strong>al de bètaprofielscholen, ook wel<br />
Universumscholen genoemd, <strong>voor</strong>aan<br />
om mee te mogen doen. Sterker nog, ze<br />
staan er al <strong>voor</strong>dat we dat roepen,’ zegt<br />
Lemmens.<br />
Die scholen noemen zich zo om te benadrukken<br />
dat ze leerlingen die een bètastudie<br />
willen gaan doen, optimaal daarop <strong>voor</strong>bereiden.<br />
Ze krijgen van het Platform Bèta<br />
Techniek een financiële bijdrage <strong>voor</strong> de<br />
activiteiten die ze op dat gebied ontplooien.<br />
Ook de universiteit krijgt geld uit dat potje<br />
maar het College van Bestuur vindt het<br />
belang van goede <strong>aansluiting</strong>activiteiten zo<br />
groot, dat de universiteit ook uit eigen middelen<br />
bijdraagt aan de kosten van het PUC.<br />
Ook andere dan de bètaprofielscholen,<br />
die zelf financieel bijdragen, willen graag<br />
Scholieren aan het werk tijdens een masterclass.<br />
meedoen. In totaal zijn ongeveer twintig<br />
scholen van Maastricht tot Middelburg bij<br />
een of andere activiteit van het PUC betrokken.<br />
Daarnaast is er een hele grote kring<br />
van scholen die graag willen samenwerken,<br />
maar vanwege een aantal praktische problemen<br />
nog niet mee kunnen doen. Die<br />
verwachten wel van het PUC dat het materiaal<br />
in een tweede cyclus ook <strong>voor</strong> hen<br />
beschikbaar komt.<br />
Wat zijn de activiteiten van het PUC? Ali:<br />
‘Onze activiteiten zijn veelal vraaggestuurd.<br />
We kijken samen met scholen naar hun<br />
behoeften en ontwikkelen dan samen lesmateriaal.’<br />
Er is met een vijftal scholen uit<br />
de regio een collegereeks opgezet: ‘Op de<br />
golven van de wetenschap’. Twee middagen<br />
krijgen de leerlingen op de TU/e de wis- en<br />
natuurkunde van golven bijgebracht, de<br />
overige vier middagen staan golven in toepassingen<br />
- een reactor, een radarsysteem,<br />
oceanen en de atmosfeer, de bloedsomloop<br />
- centraal. Alle bestaande en nieuwe<br />
masterclasses <strong>Technische</strong> Natuurkunde<br />
en Elektrotechniek, Software Engineering,<br />
<strong>Technische</strong> Wiskunde en Technologie<br />
Management zijn in het PUC ondergebracht.<br />
Ook de werkweek <strong>voor</strong> scholieren<br />
zoals Scheikundige Technologie die al jaren<br />
organiseert, vond een plek in het PUC.<br />
Lemmens: ‘Het enthousiasme waarmee<br />
goede docenten, die het toch al druk hebben,<br />
’s avonds weer een les <strong>voor</strong>bereiden<br />
toont aan dat het initiatief ook aan de TU/e<br />
breed gedragen wordt.’<br />
Wiskundemodule<br />
Verder zijn er de Scholierenlabs - laboratoria<br />
of technieklokalen die door groepjes<br />
scholieren gebruikt kunnen worden om<br />
experimenten te doen waar de school de<br />
apparatuur en/of de kennis niet <strong>voor</strong> heeft<br />
- en de Profielwinkel, die leerlingen hulp<br />
biedt bij hun profielwerkstukken in de<br />
vorm van een bezoek aan de bibliotheek,<br />
een gesprek met een deskundige, of het<br />
doen van een experiment. Extra uitdagingen<br />
biedt het PUC aan excellente leerlingen.<br />
Die kunnen een collegereeks lopen<br />
aan de TU/e en er tentamen in doen. Als<br />
ze slagen en na hun eindexamen dat vak<br />
kiezen, hoeven ze dat examen niet opnieuw<br />
te doen. Ook kunnen leerlingen die hun<br />
keuze al gemaakt hebben via het project ‘digitaal<br />
proefstuderen’ inzicht krijgen of het<br />
de juiste keuze is.<br />
Een nieuwe activiteit speciaal gericht op de
variatie in wiskunde<strong>voor</strong>kennis is Wortel<br />
TU/e (√TU/e). Lemmens: ‘Toen ik zelf<br />
naar de universiteit ging had ik nog niets<br />
geleerd over integreren en differentiëren,<br />
maar we begonnen op de universiteit gewoon<br />
opnieuw. Wat is een getal? Wel in een<br />
moordend tempo. Het is te gemakkelijk<br />
om te zeggen dat het allemaal slechter<br />
geworden is.’ Hij wil er maar mee zeggen<br />
dat <strong>aansluiting</strong>sactiviteiten van alle tijden<br />
zijn. ‘Leerlingen van nu missen de routine,<br />
ze oefenen niet meer genoeg. Dat is misschien<br />
al terug te voeren op veranderingen<br />
in het basisonderwijs, waar ze geen tafels<br />
maar rekenstrategieën leren. Dat wil de<br />
universiteit misschien niet, maar daar<br />
moet de universiteit zich wel aan aanpassen.<br />
Daar is √TU/e <strong>voor</strong>, een project waar<br />
we veel plezier van hopen te hebben. Als<br />
de leerlingen hier komen dan hebben ze<br />
TU/e in de pers<br />
berichten uit landelijke en regionale bladen<br />
‘DOOR TE PRIEGELEN OP KLEINE<br />
TOETSEN VOEL IK ME ERNSTIG<br />
TEKORT GEDAAN. VAN DIE<br />
KLEINE VINGERBEWEGINGEN<br />
KRIJGEN WE ENGE ZIEKTEN,<br />
ZOALS RSI.’<br />
Dr.ir. JOEP FRENS, onderzoeker<br />
aan de faculteit Industrial<br />
Design, in het artikel<br />
‘Fotocamera zonder toeters<br />
en bellen’ in het<br />
EINDHOVENS DAGBLAD<br />
van 19 april 2006.<br />
‘ALS DRIE MILJARD MENSEN OP<br />
AARDE BELLEN OF INTERNET-<br />
TEN MET DRIE MILJARD MEN-<br />
SEN AAN DE ANDERE KANT, DAN<br />
KUN JE JE VOORSTELLEN DAT ER<br />
WAT AAN BITS OVER DE LIJNEN<br />
VLIEGT.’<br />
Prof.ir. TON KOONEN,<br />
hoogleraar Breedbandtelecommunicatietechnologie,<br />
in het artikel ‘De<br />
homo zappiens is in opmars’<br />
in het EINDHOVENS<br />
DAGBLAD van 4 april 2006.<br />
‘UNIVERSITEITEN MOETEN ZICH<br />
NIET TE VEEL LATEN LEIDEN<br />
DOOR DE POLITIEKE EN MAAT-<br />
SCHAPPELIJKE WENSEN EN BE-<br />
HOEFTEN VAN VANDAAG.’<br />
Prof.dr.ir. HANS VAN<br />
DUIJN, rector magnificus,<br />
in het artikel ‘TU/e: meer<br />
vrijheid <strong>voor</strong> onderzoek’<br />
in het EINDHOVENS<br />
DAGBLAD van 28 april<br />
2006.<br />
‘NEDERLAND KAN ZICH IN DE<br />
TOEKOMST NIET MEER TOT EEN<br />
KENNISECONOMIE REKENEN<br />
ALS KENNIS EN KUNDE OVER<br />
INFORMATICA EEN IMPORT-<br />
ARTIKEL WORDT.’<br />
Prof.dr.ir. JAN FRISO<br />
GROOTE, hoogleraar<br />
Informatica, mede-auteur van<br />
het artikel ‘Informatica komt<br />
niet met strik om de haven<br />
allemaal verschillende ontbrekende vaardigheden.<br />
Een extra vak geven werkt niet,<br />
dan verveelt de helft zich. Maak je een<br />
<strong>aansluiting</strong>svak met alle wiskunde erin,<br />
dan hebben ze delen al gehad, dat vinden<br />
ze saai. Het idee was om iets aan te bieden<br />
waarmee per student heel gericht hiaten<br />
opgespoord en opgevuld kunnen worden.<br />
Dat hebben we in een elektronische leeromgeving<br />
geregeld. Die toetst een opgave,<br />
geeft hints, verwijst terug naar de basisstof<br />
en toetst opnieuw. Toen kwam het idee op<br />
om datzelfde instrument ook al vóór de zomervakantie<br />
op school te gebruiken.’ √TU/e<br />
is een modulaire aanpak die door de faculteit<br />
Wiskunde en Informatica ontwikkeld<br />
is, maar alle faculteiten hebben er invloed<br />
op en <strong>voor</strong>deel van. Hier blijkt meteen dat<br />
de centrale aanpak zinvol is. Zelfs veel instromende<br />
hbo-ers die vaak een heel andere<br />
van Rotterdam binnen’ in de<br />
AUTOMATISERINGS-<br />
GIDS van 10 maart 2006.<br />
‘ER BESTAAN IN NEDERLAND<br />
OVERSPANNEN VERWACHTIN-<br />
GEN OVER HET MAATSCHAP-<br />
PELIJK OF ECONOMISCH BENUT-<br />
TEN VAN WETENSCHAPPELIJK<br />
KENNIS.’<br />
Prof.dr.ir. HARRY<br />
LINTSEN, hoogleraar aan<br />
de faculteit Technologie<br />
Management, in het artikel<br />
‘Succes is niet te koop’ in het<br />
NRC HANDELSBLAD van<br />
18 maart 2006.<br />
‘MET TWINTIG UUR COLLEGE<br />
REPAREER JE NIET DE ACHTER-<br />
STAND DIE IN JAREN MIDDEL-<br />
BARE SCHOOL IS OPGEBOUWD.’<br />
Prof.dr. MARK PELETIER,<br />
hoogleraar Variationele<br />
Methoden, in het artikel<br />
‘Reparatielesje’ wiskunde<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />
opleiding achter de rug hebben, kunnen er<br />
gebruik van maken.<br />
De scholen en de leerlingen vinden de activiteiten<br />
nuttig blijkens de vele positieve<br />
e-mails van leerlingen en docenten. Die laatsten<br />
vinden het behalve nuttige activiteiten<br />
ook zaken die een rol kunnen spelen bij de<br />
studiekeuze. ‘Zo hebben we een instrument<br />
ontwikkeld dat daadwerkelijk leerlingen<br />
helpt bij het maken van een studiekeuze.<br />
Maar het is expliciet geen wervingsinstrument,<br />
dat houden we gescheiden’, zegt Ali.<br />
‘Maar we stralen natuurlijk wel uit dat een<br />
technische studie leuk is, dus als er hierdoor<br />
studenten naar onze universiteit komen,<br />
zijn ze welkom. En als onze inspanningen<br />
ertoe bijgedragen hebben dat leerlingen<br />
beter beslagen ten ijs komen in Groningen,<br />
Nijmegen of aan een hbo-opleiding, dan vinden<br />
we dat ook prima.’<br />
Mark Peletier<br />
<strong>voor</strong> studenten’ in DE<br />
VOLKSKRANT van 9 maart<br />
2006.<br />
‘MONUMENTEN DIE WE MOETEN<br />
GEBRUIKEN ALS ANTIEK EN<br />
MUSEUMSTUKKEN KUNNEN WE<br />
NIET GEBRUIKEN.’<br />
Ir. HERMAN RIKHOF,<br />
projectleider huisvestingsplan<br />
‘Campus 2020’ in de CURSOR<br />
van 18 mei 2006.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
7
XXXXXXXXXXX<br />
IN GESPREK<br />
Paul Schnabel<br />
onderstreept<br />
het belang van<br />
alfa- en gammawetenschappen.<br />
FOTO’S: BART VAN OVERBEEKE<br />
PROF.DR. PAUL SCHNABEL,<br />
DIRECTEUR VAN HET SOCIAAL<br />
EN CULTUREEL PLANBUREAU<br />
De dominantie van de<br />
bètawetenschappen<br />
De waarde van onderzoek in de natuurwetenschappen is grotendeels onvergelijkbaar met<br />
de prestaties van alfa- of gammawetenschappers, zegt prof.dr. Paul Schnabel, directeur<br />
van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Toch is de financiering <strong>voor</strong> de laatstgenoemden<br />
steeds meer geschoeid op de leest van bètavakgebieden, zegt hij. En dat zorgt <strong>voor</strong> een<br />
scheuring binnen alfa- en gammawetenschappen. Schnabel over die scheuring en over het<br />
nut van wetenschap.<br />
‘De bètawetenschappen zijn niet nationaal gebonden.<br />
Ze bedienen zich wel van de Engelse taal, maar de echte<br />
taal is die van de modellen, formules en berekeningen’,<br />
vertelt Paul Schnabel op zijn kantoor van het Sociaal en<br />
Cultureel Planbureau in Den Haag. ‘Het model van de<br />
natuurwetenschappen is al 250 jaar heel succesvol. Er<br />
is sprake van een bovennationale gemeenschap van wetenschappers,<br />
die met elkaar samenwerken, maar elkaar<br />
ook kunnen beoordelen. Dat leidt tot een versnelling van<br />
de wetenschappen en laat duidelijk zien wie zich aan het<br />
8 M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
<strong>voor</strong>front van die wetenschappen bevindt. Beloningen en<br />
nieuwe onderzoeken worden daarop afgestemd.’<br />
Het model is volgens de wetenschapper, die ook verbonden<br />
is aan de <strong>Universiteit</strong> Utrecht, ook succesvol geweest<br />
<strong>voor</strong> afgeleide wetenschappen zoals de medische, maar<br />
daar ziet hij wel al de grenzen van de internationale<br />
profilering. ‘Er zijn bij<strong>voor</strong>beeld landen waar huisartsgeneeskunde<br />
niet bestaat. Nederland is juist heel prominent<br />
op dit gebied. Dat geeft soms spanning omdat ook huisartsgeneeskundigen<br />
steeds meer internationaal moeten
publiceren, onderzoeksresultaten die in Nederland van<br />
belang zijn, zijn dat <strong>voor</strong> andere landen niet altijd. Zo’n<br />
publicatie kun je dus niet vergelijken met een publicatie<br />
van een wiskundige waar wereldwijd interesse <strong>voor</strong><br />
bestaat. Lastiger en gevaarlijker is dat de internationale<br />
publicatiecheck ertoe leidt dat er <strong>voor</strong>al onderwerpen<br />
worden gekozen die internationaal aanslaan, maar die de<br />
afstand tussen de wetenschap en de Nederlandse huisartsenpraktijk<br />
groter maken.’<br />
Aan de alfa- en gammakant ziet Schnabel dat bij<strong>voor</strong>beeld<br />
de psychologie zich steeds meer beweegt richting bèta.<br />
‘Dan kom je onderzoek tegen dat niet zozeer te maken<br />
heeft met het denken en voelen van mensen, maar bij<strong>voor</strong>beeld<br />
met gestandaardiseerde meetinstrumenten die<br />
je overal kunt toepassen. Dat geeft een abstrahering van<br />
de realiteit waarin de hulpverlening actief is.’<br />
In zijn eigen vakgebied, de sociologie, ziet hij ook twee<br />
stromingen: een internationale, sterk academische trend<br />
die maatschappelijk vrijwel zonder invloed is, en de mensen<br />
die over hun eigen samenleving willen schrijven en<br />
die proberen te beïnvloeden, zegt Schnabel. ‘Het Sociaal<br />
en Cultureel Planbureau hoort daar per definitie bij, maar<br />
de collega’s die ook academische ambities hebben moeten<br />
zorgen dat ze ook internationaal blijven publiceren.<br />
Anders hebben ze geen kans op de universiteit.’<br />
Beperkte wereld<br />
Het probleem <strong>voor</strong> de alfa- en gammawetenschappen is<br />
volgens de directeur van SCP dat in de wetenschappelijke<br />
wereld de druk steeds toeneemt om alles te organiseren<br />
zoals dat in de bètawetenschappen is gedaan. ‘Het gaat<br />
dan om internationale tijdschriften met een duidelijke<br />
rangorde. Onderzoek moet gebeuren in internationale<br />
Schnabel: ‘De internationale<br />
publicatiecheck leidt ertoe dat<br />
er <strong>voor</strong>al onderwerpen worden<br />
gekozen die internationaal<br />
aanslaan.’<br />
programma’s en in teams van onderzoekers. Alle weten-<br />
schappen worden daar steeds meer op beoordeeld en<br />
gefinancierd, terwijl de alfa- en gammawetenschappen<br />
zich daar maar ten dele en soms zelfs helemaal niet <strong>voor</strong><br />
lenen. De delen van bij<strong>voor</strong>beeld de psychologie, de sociologie<br />
of de taalkunde die het best bij de bèta-tradities<br />
passen, hebben wel de beste kansen op financiering van<br />
onderzoek en dus worden die lijnen van onderzoek ook<br />
steeds dominanter. Voor het SCP als instituut is dat geen<br />
probleem, maar als onze medewerkers terug willen naar<br />
de universiteit voelen ze het verschil. Een mooi boek<br />
schrijven telt niet meer – het gaat om artikelen. Terwijl de<br />
monografie in veel vakgebieden een belangrijke vorm is.<br />
Dat wordt ten onrechte gemarginaliseerd.’<br />
Er wordt in Nederland te snel en te veel verwacht van<br />
bèta-onderzoek, zegt Schnabel. ‘Terwijl het vaak toch<br />
erg ver verwijderd is van de praktijk. Men vergeet ook<br />
wel eens dat een wetenschappelijke doorbraak nog geen<br />
doorbraak in de richting van een bruikbaar product of<br />
een maatschappelijke oplossing is. <strong>Technische</strong> ontwikkelingen<br />
worden ondergewaardeerd. De overheid heeft<br />
ook lang gedacht dat dit een verantwoordelijkheid van de<br />
bedrijven was.’<br />
Een ander bewijs van de hoge verwachtingen rond bètaonderzoek<br />
ziet hij in de vijftig miljoen die de drie technische<br />
universiteiten hebben gekregen <strong>voor</strong> het oprichten<br />
van de federatie. Het verbaast Schabel. ‘Het gaat daar<br />
altijd om bedragen die wij ons in de sociale wetenschappen<br />
niet kunnen <strong>voor</strong>stellen. Dat is overigens altijd zo<br />
geweest en ik ga er niet over klagen, maar je wordt wel<br />
beoordeeld naar de maatstaven die <strong>voor</strong> grote investeringen<br />
gelden. Je ziet het ook bij ons: van alle planbureaus<br />
zijn wij het meest sociaal-wetenschappelijk en we zijn<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
9
IN GESPREK<br />
dus ook het kleinste en het armst. Dat lijkt hand in hand<br />
te gaan. Het nieuwe Milieu- en Natuurplanbureau is drie<br />
keer zo groot.<br />
Verwondering<br />
Onlangs hield Paul Schnabel een rede tijdens de lustrumdiesviering<br />
van de <strong>Universiteit</strong> Utrecht. Het ging over<br />
verwondering en verlichting in de wetenschap. ‘De basis<br />
van wetenschap is de verwondering’, is zijn conclusie.<br />
‘Gerard ’t Hooft, onze Nobelprijswinnaar, zei onlangs in<br />
een interview: ‘Toen ik een jaar of drie was, zag ik een<br />
driewieler. Ik hoefde er niet op te zitten, maar ik vroeg<br />
me wel af waarom dat ding wielen heeft: wat maakt het<br />
wiel zo handig?’ Het is een beetje bizar om die vraag op je<br />
derde te stellen, maar daar ben je Nobelprijswinnaar <strong>voor</strong>.<br />
Het zijn deze vragen die <strong>voor</strong>bijgaan aan de evidenties,<br />
die vertellen wat wetenschap is. Als je de wielen beter<br />
wil maken, dan ben je met techniek bezig. Maar de vraag<br />
wat rollen precies is en hoe dat werkt, is wetenschap. Het<br />
antwoord op de vragen is bijzonder complex, maar zelfs<br />
alleen de vraag is al verpletterend.’<br />
Wetenschap is die verwondering die je laat zoeken naar<br />
een antwoord op vragen, definieert de professor. ‘Die<br />
verwondering kan zijn om iets wat geen probleem is:<br />
waarom is een wiel zo handig? Een andere verwondering<br />
is die <strong>voor</strong>tkomt uit de praktijk, zoals onderzoek naar<br />
aids. Bij het wiel is de praktijk opgelost en is er een theoretisch<br />
vraagstuk, bij aids is er een praktisch en maatschappelijk<br />
vraagstuk waar<strong>voor</strong> onderzoek nodig is om er<br />
greep op te krijgen. Wat is hier aan de hand? Hoe ontstaat<br />
de ziekte? Wat kunnen we eraan doen? De eerste twee<br />
vragen zijn beantwoord, de derde vraag nog maar heel<br />
gedeeltelijk.’<br />
De paradox die Schnabel ziet ontstaan, is dat er tegen-<br />
1 0 M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
Schnabel: ‘Een mooi<br />
boek schrijven geldt<br />
niet meer – het gaat<br />
om artikelen.’<br />
woordig wel veel geld beschikbaar wordt gesteld <strong>voor</strong> de<br />
tweede vraag; die van maatschappelijke problemen. ‘Maar<br />
tegelijkertijd moet dat met de geest van ’T Hooft, iemand<br />
die gewend is door te denken en vanuit de eigen vraagstellingen<br />
zaken te ontwikkelen. Dat is riskant omdat<br />
je helemaal niet weet of je het vraagstuk kunt oplossen,<br />
terwijl de gever van het geld hoopt op doorbraaktechnologieën.<br />
Maar wetenschap kan die garantie niet geven. De<br />
samenleving verwacht vaak te veel resultaat - ze wil oplossingen<br />
kopen. Het is dan ook niet vreemd dat veel stimuleringsprogramma’s<br />
op het grensvlak van wetenschap en<br />
praktijk minder opleveren dan men verwacht of hoopt.<br />
Nuttig<br />
Er wordt dus volgens de directeur van het Sociaal en<br />
Cultureel Planbureau in de beoordeling van wetenschap<br />
te snel gedacht aan oplossingen. ‘De nutvraag wordt in<br />
wetenschap vaak gesteld, terwijl je nog helemaal niet kan<br />
weten wanneer iets nuttig zal zijn. Je ziet dat heel mooi<br />
in de farmacie; er worden geneesmiddelen ontwikkeld<br />
<strong>voor</strong> een specifiek probleem. Die blijken soms dan daar<strong>voor</strong><br />
niet te werken, maar <strong>voor</strong> een andere ziekte juist<br />
heel geschikt te zijn Bijna alle geneesmiddelen in de<br />
psychiatrie bij<strong>voor</strong>beeld zijn toevalstreffers en bijna alle<br />
pogingen om systematisch een psychofarmacon te ontwikkelen<br />
zijn bij mijn weten mislukt. Daarin zie je dat de<br />
nutbepaling heel moeilijk is. Wetenschap bestaat grotendeels<br />
uit doodlopende weggetjes, maar heel soms blijkt er<br />
aan de zijkant plotseling nog een tuinhekje te zitten, dat<br />
toegang geeft tot een nieuw en onbekend gebied. Dat is<br />
niet te <strong>voor</strong>spellen. Daarom moet er altijd ruimte blijven<br />
<strong>voor</strong> wetenschap wat geen direct nut heeft. Als je al weet<br />
welk nut kennis moet hebben, dan zit je al op het niveau<br />
van techniek: je hoeft het alleen nog maar te maken.<br />
Moeilijk genoeg overigens, hoor.’<br />
Het is <strong>voor</strong> Schnabel soms moeilijk om uit te leggen wat<br />
wetenschappelijk onderzoek in zijn vakgebied oplevert;<br />
wat het nut is. ‘We krijgen er meer kennis door, maar dat<br />
is lastig te kwantificeren. Het is eigenlijk net als met veel<br />
producten; het wordt als vanzelfsprekend genomen dat<br />
we een bijzonder klein en licht apparaatje als de mobiele<br />
telefoon gebruiken. Het is een deel van de omgeving<br />
geworden en valt nauwelijks nog op. In de sociale wetenschappen<br />
gebeurt dat met kennis. Onze kennis wordt een<br />
deel van het gewone discours. Mensen spreken gemakkelijk<br />
over sociale cohesie, over stigma, over charisma, over<br />
begrippen als bureaucratie en technocratie. Een idioom<br />
dat onmiskenbaar uit de sociale wetenschappen komt.<br />
Men beseft vaak niet dat het denken is gebaseerd op<br />
kennis en inzichten die er vroeger niet waren. Dat is de<br />
praktische waarde van mijn vakgebied, naast te laten zien<br />
natuurlijk hoe de samenleving in elkaar zit en wat sociale<br />
processen zijn.’
edrijfsleven<br />
nieuws<br />
UNIPARTNERS DOET<br />
ONDERZOEK BIJ AGIO CIGARS<br />
Agio Cigars is één van de toonaangevende<br />
sigarenproducenten in West-Europa met bekende<br />
merken als Mehari’s, Panter, Balmoral en<br />
de Huifkar. Jaarlijks produceert men ongeveer<br />
750 miljoen sigaren. De afzet vindt <strong>voor</strong>namelijk<br />
plaats via eigen verkooporganisaties in<br />
Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en Italië.<br />
Het hoofdkantoor van Agio is gevestigd in Duizel.<br />
Kwaliteit staat zeer hoog in het vaandel bij Agio.<br />
Op verschillende punten in het proces wordt de<br />
kwaliteit van de sigaar gemeten aan de hand van<br />
bepaalde controles. UniPartners had al eerder<br />
een onderzoek gedaan naar de effectiviteit van<br />
het kwaliteitscontroleproces en kwam met de<br />
aanbeveling om de ingangcontroles bij Agio over<br />
te laten aan de leveranciers.<br />
In het vervolgonderzoek heeft de TU/e-student<br />
die het onderzoek uitvoerde een uitgebreide<br />
oriëntatie bij Agio en de toeleveranciers uitgevoerd.<br />
Ook heeft de student het productieproces<br />
en de daarbijbehorende kwaliteitscontroles bij<br />
de leveranciers onderzocht. Hierbij lag de nadruk<br />
op de match tussen de wensen vanuit Agio met<br />
betrekking tot de kwaliteit en de mogelijkheden<br />
hiertoe bij de toeleveranciers. Op basis hiervan is<br />
een adviesrapport opgesteld. Naar aanleiding van<br />
het onderzoek is er een proces opgestart wat,<br />
door een nog intensievere samenwerking, in de<br />
toekomst dient te leiden tot het laten vervallen<br />
van de ingangscontroles omdat deze controles bij<br />
de leveranciers al zijn uitgevoerd.<br />
TWEE TON VOOR PROJECTEN<br />
MET STAD<br />
De gemeente <strong>Eindhoven</strong> draagt ongeveer tweehonderdduizend<br />
euro bij aan zeven projecten<br />
waarbij de gemeente en TU/e samenwerken. Deze<br />
komen <strong>voor</strong>t uit het convenant dat zij samen in<br />
2003 ondertekenden en waarin afspraken werden<br />
gemaakt over meer onderlinge samenwerking.<br />
De gemeente geeft met de activiteiten haar grote<br />
stedenbeleid meer vorm en inhoud. De TU/e<br />
doet van haar kant zo meer kennis en ervaring<br />
op het gebied van onderwijs en onderzoek op.<br />
Eén van de projecten luistert naar de naam<br />
‘Belevingskaarten’. Er worden kaarten van de<br />
stad opgesteld, waarop bij<strong>voor</strong>beeld te zien is<br />
welke straten of wijken als veilig worden ervaren<br />
en door wie. Ook komen in de kaarten zaken aan<br />
de orde als de relatie tussen groen<strong>voor</strong>ziening<br />
of architectuurbeleving en de sfeer in een wijk.<br />
Het project maakt deel uit van het totaalproject<br />
‘Stadsatlas’, waarin allerlei aspecten van de stad<br />
in kaarten worden gebundeld. Met de Stadsatlas<br />
hoopt de gemeente meer inzicht te krijgen in wat<br />
de burger van de stad nu eigenlijk vindt van zijn<br />
omgeving.<br />
Een tweede <strong>voor</strong>beeld is het project ‘Cityplan<br />
<strong>Eindhoven</strong>’. Daarin schrijven dr. Hans Schippers<br />
en prof.dr.ir Harry Lintsen van de TU/e-faculteit<br />
Technologie Management een publicatie over<br />
het roemruchte Cityplan uit de jaren zestig van<br />
de vorige eeuw. Daarin had een deel van de -<br />
soms historische- bebouwing in de binnenstad<br />
moeten sneuvelen, wat destijds aanleiding was<br />
tot hevige protesten. Naast de publicatie opent<br />
het Van Abbemuseum eind oktober tijdens de<br />
European Design Week een tentoonstelling over<br />
deze thematiek. Dan is er een gedeeltelijke<br />
reconstructie van de spraakmakende tentoonstelling<br />
uit 1969 over het Cityplan in het Van<br />
Abbemuseum.<br />
ONDERZOEK NAAR<br />
STRIPLAKKEN MET<br />
INNOVATIEVOUCHER<br />
PTG <strong>Eindhoven</strong>, voluit Polymer Technology Group<br />
<strong>Eindhoven</strong> BV, <strong>voor</strong>heen het Kunstoffenhuis,<br />
helpt bedrijven helpt bij het testen van onder<br />
andere kunststof materialen en coatings. Naast<br />
contractonderzoek voert PTG/e ook projecten<br />
uit <strong>voor</strong> ondernemers met een innovatievoucher.<br />
PTG/e heeft recent een onderzoek afgerond <strong>voor</strong><br />
Wiltec BV, een bedrijf dat zich specialiseert in<br />
verfspuitapparatuur. ‘Het bedrijf wilde weten<br />
welke striplak zich het best laat verwijderen van<br />
diverse ondergronden’, vertelt research fellow<br />
drs. Gabrielle van Benthem. ‘We hebben dus een<br />
Project met innovatievoucher<br />
Drs. Gabrielle van Benthem met op de achtergrond<br />
de testapparatuur <strong>voor</strong> de lakken.<br />
groot aantal striplakken getest op adhesie en<br />
veroudering.’<br />
Om de duurzaamheid van het materiaal te testen<br />
werd een verouderingsopstelling gebruikt. Met<br />
verschillende soorten lampen werd de blootstelling<br />
aan binnen- en buitenlicht nagebootst. Of de<br />
striplakken zich gemakkelijk lieten verwijderen<br />
is daarna handmatig getest. ‘We hebben ook<br />
aangegeven wat ons verder nog opviel aan het<br />
materiaal’, zegt Van Benthem. ‘Bij bepaalde<br />
striplakken zagen we bij<strong>voor</strong>beeld belletjes<br />
ontstaan. We hebben aangeven welke chemische<br />
processen er spelen en welke vervolgstappen<br />
het bedrijf eventueel kan ondernemen. Dat is de<br />
toegevoegde waarde van onze toegepast-wetenschappelijke<br />
achtergrond.’<br />
Contactpersoon bij het PTG/e is ir. Jan van<br />
den Oever, telefoon 040-247 5435, e-mail<br />
info@ptgeindhoven.nl. Voor meer informatie over<br />
PTG/e: www.ptgeindhoven.nl.<br />
PROTOTYPES VOOR TRIPOD AUTOAANPASSINGEN<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />
De Gemeenschappelijke <strong>Technische</strong> Dienst (GTD) van de TU/e ontwerpt prototypes <strong>voor</strong> wetenschappers<br />
aan de universiteit, maar ook <strong>voor</strong> het Midden- en Kleinbedrijf. Vijf jaar geleden ontwikkelde de<br />
GTD een trekbank <strong>voor</strong> Tripod Autoaanpassingen, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het aanpassen<br />
van auto’s en busjes <strong>voor</strong> gehandicapten. Met de trekbank test het bedrijf de nieuwe bevestigingspunten<br />
<strong>voor</strong> de gordels die moeten voldoen aan de keuringseisen van de Rijksdienst <strong>voor</strong> het Wegverkeer<br />
(RDW). Naast de trekbank ontwikkelde de GTD ook de bijbehorende elektronica, software en krachtmeetcellen.<br />
Eind vorig jaar meldde Tripod zich opnieuw bij de GTD met een innovatievoucher. Deze keer bestond de<br />
opdracht uit het optimaliseren van de software, onder andere op het gebied van gebruikersvriendelijkheid.<br />
Jovita Moerel was betrokken bij het project. Zij benadrukt dat er veel tijd wordt gestoken in het afstemmen<br />
van het programma van eisen met de opdrachtgever. Moerel geeft aan dat de GTD prototypes<br />
ontwikkelt die uniek zijn. Dat bewijst de toegevoegde waarde van de GTD. De GTD is betrokken bij vijf<br />
à tien innovatievoucherprojecten per jaar. Contactpersoon bij de GTD is ir. Wim Peters, telefoon 040-247<br />
3651, e-mail w.p.c.peters@tue.nl. Voor meer informatie over de GTD: www.tue.nl/gtd.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6 1 1
1 2<br />
XXXXXXXXXXX<br />
ONDERWIJS<br />
In de <strong>Eindhoven</strong>se wijk Lievendaal gaan ruim tweehonderd Polynormwoningen<br />
tegen de vlakte. Hiermee dreigde alle kennis verloren te gaan over dit unieke<br />
bouwsysteem van de in 1982 overleden oud-hoogleraar van de TU/e Alexandre<br />
Horowitz. Als een speciaal onderwijsproject onderzocht en documenteerde een<br />
groep derdejaars studenten van de faculteit Bouwkunde de vijftig jaar oude<br />
huizen tot in het kleinste detail. Eén woning werd volledig uit elkaar geschroefd<br />
en is inmiddels weer opgebouwd op het TU/e-terrein.<br />
In kaart brengen van een<br />
uniek bouwsysteem<br />
Polynorm. De meeste mensen zal het<br />
niet veel zeggen. Maar in de wereld van<br />
de bouwtechniek is het een klassieker,<br />
vertelt universitair docent en projectleider<br />
ir. Guus Timmermans. ‘Het is een soort<br />
Citroën DS onder de woningen’, aldus de<br />
docent. ‘Alleen was het bij Polynorm niet<br />
de vormgeving die het zo uniek maakte,<br />
maar de techniek.’ Het eind jaren veertig<br />
ontwikkelde stalen bouwsysteem kwam<br />
volledig uit de fabriek. Woningen kwamen<br />
als Meccanodozen aan op de bouwplaats<br />
en hoefden daar alleen nog gemonteerd<br />
te worden. Zonder dat er ook maar iets<br />
van mortel, beton of stucwerk bij kwam<br />
kijken - behalve <strong>voor</strong> de fundering dan.<br />
De bedenker van dit alles was Alexandre<br />
Horowitz. Deze man, die zowel werktuigbouwkundige<br />
als elektrotechnicus<br />
was, had eerder bij Philips de Philishave<br />
bedacht. Eind jaren veertig zag hij echter<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
brood in de woningbouw en richtte hij<br />
het bedrijf Polynorm op. In 1958 werd<br />
Horowitz hoogleraar bij de faculteit<br />
Werktuigbouwkunde aan de toen nog<br />
prille TU/e.<br />
‘De Polynormwoningen staan model<br />
<strong>voor</strong> het naoorlogse ideaal van volledige<br />
industrialisatie van het bouwproces’, staat<br />
in het nieuwe boek over Polynorm, dat<br />
onlangs werd uitgegeven. ‘Een productieproces<br />
dat volledig onder controle te<br />
brengen is, onafhankelijk van weer en<br />
wind. Fabriekswoningen zijn bovendien<br />
op een afgesproken tijd en tegen een afgesproken<br />
prijs leverbaar.’ De praktijk zag er<br />
echter anders uit dan het ideaalbeeld dat<br />
Horowitz <strong>voor</strong> ogen had.<br />
Monnikenwerk<br />
De 212 huizen in Lievendaal zijn - op<br />
tachtig inmiddels al afgebroken exem-<br />
De Polynormwoningen<br />
in de <strong>Eindhoven</strong>se wijk<br />
Lievendaal.<br />
Guus Timmermans liet derdejaars studenten het<br />
systeem van de Polynormwoningen in kaart brengen.<br />
plaren na, die ooit stonden in het stadje<br />
Bunschoten - de enige Polynormwoningen<br />
die ooit gebouwd zijn. Toen de sloopplannen<br />
een paar jaar terug vorm kregen,<br />
klopte de Stichting Wederopbouwerfgoed<br />
<strong>Eindhoven</strong> aan bij de TU/e. Alle kennis<br />
over het systeem dreigde door de sloop<br />
verloren te gaan. Er was vrijwel geen documentatie<br />
meer. ‘Het is maar zo’n vijftig<br />
jaar geleden, maar van het hele systeem<br />
is geen tekening meer te vinden’, aldus<br />
Timmermans.<br />
Timmermans gebruikte het Polynormwijkje<br />
als basis <strong>voor</strong> twee derdejaarsprojecten.<br />
Vierentwintig studenten brachten het<br />
systeem in het herfsttrimester van 2005<br />
van A tot Z in kaart. ‘Dat was monnikenwerk’,<br />
merkt de docent op. Het systeem telt<br />
enkele honderden soorten componenten<br />
- beugeltjes, lipjes, dragers, strippen, kozijnen,<br />
enzo<strong>voor</strong>ts, die allemaal nauwkeurig<br />
opgemeten en in AutoCAD getekend zijn.<br />
Ook waren de studenten verantwoordelijk<br />
<strong>voor</strong> het ontwerp van een demontageplan.<br />
Hoe de woningen uit elkaar gehaald<br />
moesten worden, was namelijk totaal<br />
onbekend. Proefondervindelijk moesten<br />
ze bepalen wat de juiste volgorde was. In<br />
FOTO’S: BART VAN OVERBEEKE
het afgelopen wintertrimester verrichtte de<br />
groep onderzoek aan de systeembouwwoningen.<br />
Allerlei aspecten werden onder de<br />
loep genomen. Hoe goed was de isolatie?<br />
Hoe sterk waren de dragers? Hoe was de<br />
staalkwaliteit? Hoe zijn de arbeidsomstandigheden<br />
tijdens het sloopproces? En: wat<br />
<strong>voor</strong> herbestemming had je de woningen<br />
nog kunnen geven? Dat leverde mooie<br />
ideeën op, vertelt Timmermans, die eigen-<br />
lijk net iets te laat kwamen. Zoals het plan<br />
om twee woningen samen te voegen tot<br />
één atelierwoning, waarbij de helft bestaat<br />
uit één hoge ruimte van vloer tot dak,<br />
<strong>voor</strong>zien van een glasgevel over de gehele<br />
hoogte. Verder vergeleek een afstudeerder<br />
het systeem met de huidige staalbouwsystemen.<br />
En binnenkort gaat een andere<br />
afstudeerder onderzoeken waarom het systeem<br />
uiteindelijk geen succes werd.<br />
Enkele redenen daar<strong>voor</strong> kunnen al aangewezen<br />
worden. De belangrijkste ervan,<br />
denkt Timmermans, is het feit dat de 212<br />
woningen dik drie maanden te laat klaar<br />
waren. Erg vreemd is dat niet, want het<br />
bleek ontzettend arbeidsintensief te zijn<br />
om de stalen woningen in elkaar te schroeven,<br />
doordat alles ongemonteerd op de<br />
bouwplaats kwam. De montage van een<br />
enkele woning vergde duizenden handelingen.<br />
En, ook belangrijk, waarschijnlijk<br />
waren de woningen niet goedkoper dan<br />
traditioneel gebouwde huizen. ‘Als het<br />
echt goedkoper was geweest, dan waren<br />
ze er wel mee doorgegaan’, denkt de projectleider.<br />
Toen Polynorm in 1953 geen<br />
overheidssteun meer kreeg, zei het bedrijf<br />
de woningbouw vaarwel. De geestelijk<br />
vader van het systeem, Horowitz, werd<br />
ontslagen.<br />
Maatvoering<br />
Het feit dat het bouwsysteem niet echt<br />
van de grond gekomen is, wil niet zeggen<br />
dat het geen goede eigenschappen had.<br />
Het was bij<strong>voor</strong>beeld ongekend nauwkeurig<br />
qua maatvoering; alles paste precies<br />
in elkaar. ‘Er kwam geen pur-schuim of<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
1 3
1 42<br />
ONDERWIJS<br />
kitspuit aan te pas’, weet Timmermans.<br />
Verder waren de woningen <strong>voor</strong>zien van<br />
een vijf centimeter dikke laag isolatie en<br />
een dampremmend materiaal om condensatie<br />
in de spouwmuren te <strong>voor</strong>komen;<br />
twee volstrekt nieuwe zaken in die tijd. En<br />
in de holle muren konden gemakkelijk<br />
leidingen weggewerkt worden. Ook uniek:<br />
de dragers waren gemaakt van koudgewalst<br />
plaatstaal. Daardoor was het gewicht<br />
van de woningen erg laag: tachtig kilo per<br />
kuub woning, tegen vijfhonderd <strong>voor</strong> een<br />
woning van baksteen. Maar het meest opmerkelijke<br />
van het Polynormsysteem was<br />
wel het feit dat het een volledig integraal<br />
systeem was, rechtstreeks uit de fabriek.<br />
Van draagstructuur tot gevelafwerking en<br />
0p stage<br />
Vivian Roode ging vanuit de faculteit Biomedische<br />
Technologie <strong>voor</strong> een stage naar Shenyang, China.<br />
Daar werkt ze bij het bedrijf Neusoft Medical<br />
Systems. Uit data van een 3D CT-scan isoleert ze<br />
het hart.<br />
keukeninrichting aan toe. Bouwtechnisch<br />
was het dus uniek, maar hoe was het<br />
om in zo’n ‘Meccanohuis’ te wonen? Het<br />
is nooit in detail onderzocht, maar een<br />
interactieve dvd-documentaire, gemaakt<br />
door studenten van de Hogeschool <strong>voor</strong><br />
de Kunsten Utrecht, werpt er wel een licht<br />
op. De bewoners vonden bij<strong>voor</strong>beeld de<br />
strips tussen de wandplaten aan de binnenkant<br />
onhandig: je kon er zo moeilijk<br />
overheen behangen. Binnen in de stalen<br />
huizen deed de radio het niet. Op zolder<br />
werd het gloeiend heet, onder het stalen<br />
dak. Wat er bij een bewoner toe leidde dat<br />
de op zolder opgeborgen kerstkaarsen als<br />
één grote aaneengesmolten klomp kaarsvet<br />
weer van zolder kwamen. En het huis had<br />
ervaringen van een TU/e-student in het buitenland<br />
Analyseren van beelden<br />
NeuSoft is het grootste softwarebedrijf<br />
van China. NeuSoft Medical<br />
heeft een alliantie met Philips op<br />
het gebied van CT-scanners. Roode<br />
werkt op de softwareafdeling die<br />
niet onder de alliantie valt. Een<br />
compleet Chinese omgeving dus. Ze<br />
is er bezig met de analyse van beelden<br />
uit scanners. ‘Voor de analyse<br />
maak ik eerst een statistisch model<br />
uit een training-set van harten. Met<br />
dat model ga ik op zoek naar een<br />
vergelijkbare vorm - het hart dus -<br />
in de nieuwe beelden. Dit zou beter<br />
en preciezer moeten werken dan de<br />
huidige segmentatiemethode die<br />
in het werkstation van NeuSoft is<br />
geïmplementeerd.’<br />
Roode zocht geen stageplaats<br />
bij een bedrijf in Europa, omdat<br />
ze al veel van het continent heeft<br />
gezien en ook met veel verschillende<br />
Europeanen samenwerkte.<br />
Ze wilde dus een niet-westers<br />
land, zoveel mogelijk verschil met<br />
Nederland en met voldoende technische<br />
ontwikkeling. ‘Dan kom je<br />
al gauw bij Azië. Toen ik hoorde<br />
van een samenwerking van mijn<br />
faculteit Biomedische Technologie<br />
met een universiteit in Shenyang,<br />
de NorthEastern University, en dat<br />
daar ook een Chinees bedrijf bij<br />
betrokken is, heb ik gevraagd of ik<br />
daar stage kon lopen. Noordoost<br />
China is precies wat ik wilde:<br />
volop in ontwikkeling en nog<br />
zonder heel veel andere buitenlanders.<br />
Van veel mensen die op<br />
stage zijn geweest, hoor ik dat ze<br />
<strong>voor</strong>al optrokken met de andere<br />
internationale studenten. Alle<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
Roode (rechts)<br />
met haar Chinese<br />
collega’s.<br />
vrienden die ik hier heb opgedaan<br />
zijn Chinees en ik heb dan ook het<br />
gevoel dat ik China ‘echt’ heb leren<br />
kennen, <strong>voor</strong>zover dat kan in vier<br />
maanden.’<br />
Hard werken<br />
De studente is geslaagd in<br />
haar opzet, want de plek waar<br />
ze nu verblijft, lijkt in niets op<br />
Nederland. ‘Alles is anders; de<br />
stad, het eten, de manier van<br />
leven, prioriteiten ten opzichte van<br />
familie et cetera. Specifiek <strong>voor</strong><br />
onderwijs en werkvloer is het volgende:<br />
het educatieve systeem is<br />
gericht op theoretische kennis en<br />
hard werken. Inzicht, snel en praktisch<br />
een probleem analyseren<br />
(‘helikopterview’) en in een groep<br />
samen kunnen werken zijn nog een<br />
veel eigenaardige geluidjes, zoals dat van<br />
de ijzeren trapleuning. Toch waren de bewoners<br />
tevreden; velen bleven er tientallen<br />
jaren wonen.<br />
Binnenkort zijn de Polynormwoningen<br />
echt verleden tijd. Eén exemplaar overleeft<br />
de sloop. Vier studenten hebben namelijk<br />
een woning weer in elkaar gezet, in de koepel<br />
op het TU/e-terrein, bij de entree aan<br />
de Insulindelaan. Bezoekers kunnen daar<br />
zelf bekijken hoe ingenieus het systeem in<br />
elkaar zit. Guus Timmermans hoopt dat de<br />
stalen woning nog ‘minstens tien jaar’ kan<br />
blijven staan in de koepel.<br />
Alexandre Horowitz bleef hoogleraar aan<br />
de TU/e tot 1974. Met de bouwwereld liet<br />
hij zich echter niet meer in.<br />
beetje een ondergeschoven kindje.<br />
Dynamische discussies en brainstormen<br />
zijn niet erg wijdverbreid.<br />
De bedrijfsstructuur is hiërarchisch,<br />
samen met directe collega’s doelen<br />
bespreken en een tijdsplanning<br />
opstellen, zorgt nog <strong>voor</strong> problemen<br />
en kost erg veel energie.’<br />
In sociaal opzicht heeft Roode het<br />
enorm naar haar zin met haar collega’s<br />
en de mensen die ze ontmoet:<br />
‘Soms bellen of mailen onbekende<br />
medewerkers van het bedrijf met<br />
de mededeling dat ze graag af willen<br />
spreken. Vaak hebben ze mij en<br />
mijn Nederlandse collega in de bus<br />
gezien of gewoon alleen van ons<br />
bestaan gehoord. Ze willen gewoon<br />
vrienden maken. Daar komen vaak<br />
heel verrassende ontmoetingen<br />
van.’
onderwijs<br />
nieuws<br />
ONDERZOEK DOEN IN DE<br />
EFTELING<br />
Acht eerstejaars studenten <strong>Technische</strong><br />
Natuurkunde wilden de versnellingen meten die<br />
een mens in een achtbaan ondergaat. En waar<br />
kan dat beter dan in de Python in de Efteling.<br />
Daar<strong>voor</strong> schaften ze een meetapparaatje aan en<br />
bouwden ze zelf een instrument. De studenten<br />
bonden de meetapparatuur vast aan een stoeltje<br />
van de Python. Laptops werden opengeklapt<br />
en de meetprogramma’s gestart. De beide<br />
meetinstrumenten zonden de data vanuit de<br />
rondrazende Python draadloos naar de laptops.<br />
Toen het begon te regenen deden de studenten<br />
nog een aardige ontdekking: dan is de Python<br />
anderhalve seconde sneller, omdat tussen de<br />
wielen en baan een dunne waterfilm ontstaat die<br />
de wrijving verlaagt. De Efteling is zeer geïnteresseerd<br />
in de resultaten van de metingen. Deze<br />
kunnen dienen als onafhankelijk vergelijkingsmateriaal<br />
<strong>voor</strong> allerlei veiligheidsaspecten.<br />
FORS COLLEGEGELD VOOR TE<br />
TRAGE STUDENTEN<br />
Het College van Bestuur van de TU/e wil, wanneer<br />
in Nederland het leerrechtensysteem<br />
ingevoerd is, het collegegeld <strong>voor</strong> studenten<br />
die geen leerrechten meer hebben, verhogen<br />
naar 8150 euro. Dat staat in het concept-<br />
Instellingsplan 2006-2009. Volgens college<strong>voor</strong>zitter<br />
ing. Amandus Lundqvist is in 3TU-verband<br />
tot deze maatregel besloten. De verhoging moet<br />
studenten stimuleren tijdig klaar te zijn met<br />
de opleiding. Zoals het er nu uitziet, krijgen<br />
studenten <strong>voor</strong> zowel de master als de bachelor<br />
een jaar leerrechten méér dan de duur van de<br />
opleiding. Overigens is de genoemde 8150 euro<br />
gebaseerd op het huidige prijspeil. De maatregel<br />
zal echter waarschijnlijk pas in augustus 2010<br />
kunnen worden ingevoerd, omdat tot die tijd een<br />
wettelijk maximum geldt <strong>voor</strong> het collegegeld<br />
van tweemaal het wettelijk bepaalde collegegeld.<br />
Het daadwerkelijke nieuwe bedrag zal dus<br />
hoger liggen dan 8150 euro.<br />
GEEN PUNTENEIS VOOR<br />
HONOURSPROGRAMMA<br />
Eerstejaars studenten die in hun tweede jaar willen<br />
meedoen aan het honoursprogramma van de<br />
TU/e, hoeven geen minimaal cijfergemiddelde te<br />
hebben. Verder is het maximum aantal deelnemers<br />
teruggeschroefd van tachtig naar veertig.<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />
De meetapparatuur<br />
wordt aan<br />
de stoeltjes in<br />
de Python<br />
vastgemaakt.<br />
De ontwikkelaars van het programma gingen<br />
eerder nog uit van een minimaal puntengemiddelde<br />
van 7,5. Volgens beleidsmedewerker ir.<br />
Ingrid Hijman blijkt echter dat dit criterium geen<br />
garantie is dat je de juiste studenten selecteert.<br />
Deelnemers aan het programma, dat overigens<br />
bovenop het reguliere bachelorstudiepakket<br />
komt, moeten wel hun propedeuse in een jaar gehaald<br />
hebben. Waar eerder het aantal van tachtig<br />
deelnemers werd genoemd, gaat Hijman nu uit<br />
van maximaal veertig.<br />
PLUIM VOOR ONDERWIJS BIJ<br />
BOUWKUNDE<br />
De internationale visitatiecommissie die begin<br />
april het onderwijs van de faculteit Bouwkunde<br />
onder de loep nam, liet in een eerste reactie weten<br />
positief gestemd te zijn. De Belgische commis-<br />
Project in Turkije<br />
OP EXPEDITIE IN<br />
ONDERAARDSE STEDEN<br />
sie<strong>voor</strong>zitter Herman Neuckermans (KU Leuven)<br />
roemde de sterke betrokkenheid van zowel docenten<br />
als studenten. De algemene mening over<br />
de bachelor- en masteropleidingen was positief.<br />
Al vond de commissie dat de afstudeerscriptie<br />
<strong>voor</strong> verbetering vatbaar is. Het portfolio-onderwijs<br />
dat in de master wordt toegepast, kreeg een<br />
goed oordeel. Men deed de aanbeveling dit ook<br />
door te voeren in de bachelor. Ook de afronding<br />
van de bachelor met een multidisciplinair project<br />
werd uitstekend genoemd. Over praktische zaken<br />
als de bereikbaarheid van docenten hadden studenten<br />
hun tevredenheid kenbaar gemaakt aan<br />
de commissieleden. Op het punt van de internationalisering<br />
constateerde men dat de faculteit<br />
hierbij een behoedzame maar realistische koers<br />
volgt. Voor wat betreft Installatietechnologie,<br />
waarbij dit collegejaar de instroom in de bachelor<br />
werd stopgezet, stelt de commissie <strong>voor</strong> om deze<br />
opleiding nieuw leven in te blazen.<br />
Het zijn opmerkelijke uitstapjes die studievereniging<br />
Flux, de studievereniging van<br />
bouwfysica, maakt. Dit jaar ging de reis<br />
naar de streek Cappadocië in het oosten<br />
van Turkije. De studenten deden<br />
er metingen in onderaardse steden; grotwoningen die verbonden zijn door stelsels van gangen.<br />
De studenten hadden hun zinnen gezet op de streek van het tufsteen, een relatief zachte steen die<br />
in formaties de indruk van een maanlandschap geeft. Het gebied is ontstaan door uitbarstingen<br />
van vulkanen. Door langzame verwering en de verschillende gesteentetypen die elk anders en met<br />
een andere snelheid eroderen, is een grillig landschap ontstaan. In grotten in het gebied zijn in de<br />
loop van de tijd kerken gebouwd, maar ook zijn gevluchte christenen er in de eerste eeuwen van<br />
onze jaartelling begonnen met het graven van ruimtes waar ze zich konden beschermen tegen oorlogszuchtige<br />
Arabieren. Ze bouwden daarbij overigens <strong>voor</strong>t op ruimtes die door volkeren <strong>voor</strong> hen<br />
zijn gemaakt. Vermoed wordt dat er enkele tientallen steden onder het gebied zijn gebouwd, waar<br />
tienduizenden mensen konden leven. In deze aardedonkere wereld deden studenten van de faculteit<br />
Bouwkunde onderzoek naar comfort en akoestiek van de ruimtes. Anderen hielden zich bezig met<br />
de fresco’s en weer anderen deden metingen aan de zonsverduistering die eind maart in het gebied<br />
waar te nemen was.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
1 5
1 6<br />
ONDERZOEK<br />
ONDERZOEK GEPUBLICEERD IN TOONAANGEVEND BLAD NATURE<br />
Samenwerking tussen<br />
Groningen en <strong>Eindhoven</strong><br />
op het gebied van<br />
nanomotoren<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
Het onderzoek naar<br />
moleculaire motoren van<br />
de groep van prof.dr. Ben<br />
Feringa, scheikundige<br />
aan de Rijksuniversiteit<br />
Groningen, bereikte onlangs<br />
een <strong>voor</strong>lopig hoogtepunt.<br />
In een publicatie in Nature<br />
liet men weten aangetoond<br />
te hebben dat motortjes op<br />
nanoschaal een <strong>voor</strong>werp van<br />
een honderdste millimeter<br />
groot kunnen <strong>voor</strong>tbewegen.<br />
Zonder de samenwerking met<br />
de specialisten op het gebied<br />
van vloeibare kristallen van<br />
de groep van TU/e-hoogleraar<br />
dr. Dick Broer en dr.ir. Kees<br />
Bastiaansen, was dit niet<br />
mogelijk geweest.
De Groningers hebben al jaren ervaring met het ontwerpen<br />
van moleculen waarvan een onderdeel als een<br />
propeller kan ronddraaien. Bij de meest recente versie<br />
werkt de motor als volgt. Het molecuul (ter grootte van<br />
ongeveer één nanometer) bestaat uit een bovenhelft en een<br />
onderhelft, verbonden door een dubbele binding. Onder<br />
invloed van uv-licht roteert de bovenste helft van het<br />
molecuul circa 180 graden ten opzichte van de onderste<br />
helft. Hierbij wordt een zogenaamd stereo-isomeer gevormd<br />
van het oorspronkelijke molecuul. Onder invloed<br />
van warmte wordt de rotatie van het molecuul doorgezet<br />
totdat de oorspronkelijke toestand weer wordt bereikt.<br />
Onder continue bestraling wordt een overmaat aan stereo-isomeer<br />
gevormd. Als de lichtbron wordt uitgezet<br />
krijgt men langzaam een overmaat van de oorspronkelijke<br />
vorm terug.<br />
Vloeibare kristallen<br />
De werking als motor moge duidelijk zijn, één enkel<br />
molecuul maakt echter nog niet veel klaar. Daar<strong>voor</strong> zijn<br />
grote aantallen nodig. Uit de coproductie tussen de RUGen<br />
TU/e-wetenschappers is nu een goede manier aan het<br />
licht gekomen om de arbeid van de moleculaire motoren<br />
naar de schaal van de dagelijkse dingen te krijgen: namelijk<br />
het oplossen van een paar procent van de ‘motormoleculen’<br />
in vloeibare kristallen, of ‘liquid crystals’ (LC). Dit<br />
zijn vloeibare materialen waarin de staafvormige moleculen<br />
geordend liggen. In een normaal vloeibaar kristal<br />
wijzen die moleculaire staafjes gemiddeld in dezelfde<br />
richting. De motormoleculen oefenen een zodanige invloed<br />
uit op het vloeibare kristal dat de vloeibaar kristal<br />
moleculen zich in een helix (spiraal) ordenen. Als men<br />
nu de helix-as parallel legt aan het oppervlak, hetgeen kan<br />
door het substraat op een speciale manier te prepareren,<br />
ontstaat er een golfpatroon in het oppervlak. Dit patroon<br />
wordt veroorzaakt doordat de moleculaire staafjes door<br />
de moleculaire helix afwisselend parallel en loodrecht<br />
aan het oppervlak liggen waarmee de oppervlaktespanning<br />
fluctueert met een periodiciteit die overeenkomt<br />
met een halve rotatie van de helix. Immers de moleculen<br />
loodrecht op het oppervlak geven een lagere oppervlaktespanning<br />
dan die daar parallel aan liggen. Doordat de<br />
‘motormoleculen’ van de ene isomere vorm in de andere<br />
overgaan tijdens de bestraling verandert ook de invloed<br />
die zij uitoefenen op het vloeibaar kristal. Het gaat zelden<br />
zo ver dat de helix verandert van draairichting. Dus<br />
van een helix die initieel links om draait wordt de spoed<br />
(de afstand tussen twee opeenvolgende windingen-red.)<br />
tijdens bestraling groter totdat deze oneindig is. De helixstructuur<br />
is dan weg en alle moleculen wijzen weer dezelfde<br />
richting uit. Bij verdere bestraling ontstaat er weer<br />
een helix, nu rechtsomdraaiend waarbij de spoed weer<br />
steeds kleiner wordt. De verandering van de spoed gaat<br />
echter ook gepaard met een rotatie van de richting van het<br />
golfpatroon. Dat dit gebeurt is in eerste instantie niet zo<br />
logisch maar heeft te maken met het feit dat de moleculen<br />
het energetisch gemakkelijker vinden om een kleine<br />
schuine rotatie te ondergaan in het vlak van de film en<br />
dan met andere moleculen een nieuwe helix te vormen<br />
dan om de bestaande helices in zijn geheel af te winden.<br />
Wat nu fascinerend is, is dat het golfpatroon in het vloeibare<br />
kristal in staat is kracht uit te oefenen op <strong>voor</strong>werpen<br />
die in het oppervlak zijn aangebracht. Dus <strong>voor</strong>werpen<br />
die vele malen groter zijn dan de moleculaire motoren,<br />
de primaire oorzaak van de rotatie. Doordat de moleculen<br />
draaien, roteert uiteindelijk ook een macroscopisch <strong>voor</strong>werp,<br />
zoals een glasstaafje. De motoren brengen het grote<br />
object dus indirect in beweging.<br />
De vloeibare kristallen zijn een specialisme van prof.<br />
dr. Dick Broer, dr.ir. Kees Bastiaansen en PhD-studente<br />
Blanca Serrano Ramon van de groep Polymeertechnologie<br />
van de faculteit Scheikundige Technologie. Broer is daarnaast<br />
werkzaam bij Philips Research, dat deze ontwikkelingen<br />
met grote belangstelling volgt. Hij vertelt: ‘De<br />
Groningse groep van Ben Feringa is al jaren bezig met<br />
het maken van motoren op moleculaire schaal. Toen ze<br />
daar <strong>voor</strong> het eerst de zelforganisatie in vloeibare kristallen<br />
waarnamen, hebben ze ons benaderd. Onze groep<br />
heeft de experts op het gebied van vloeibare kristalmaterialen.’<br />
Spiegelvorm<br />
In dit proces is de vorm van het motormolecuul zeer belangrijk.<br />
Daarop is de hele werking als motor gebaseerd.<br />
Als de flap van rechts naar links is geklapt, en zo het<br />
molecuul verandert in zijn spiegelvorm, wil het eigenlijk<br />
onder invloed van de temperatuur terug naar de beginpositie.<br />
Dit gaat echter nauwelijks, doordat een ander deel<br />
FOTO: RIENK EELKEMA<br />
Op deze beelden is te<br />
zien dat een glasstaafje<br />
door de moleculaire<br />
motors aan het draaien<br />
wordt gebracht.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
1 7
1 8<br />
ONDERZOEK<br />
De <strong>Eindhoven</strong>se onderzoekers Blanca Serrano Ramon, Kees Bastiaansen (midden)<br />
en Dick Broer.<br />
van het molecuul fysiek in de weg zit. Daarop is het molecuul<br />
ontworpen. De flap moet nu wel naar beneden en<br />
de cyclus voltooien. Universitair hoofddocent dr.ir. Kees<br />
Bastiaansen: ‘De Groningers hebben zo wel tientallen verschillende<br />
soorten motormoleculen onderzocht. Daarbij<br />
was de eis aan de structuur dat de flap niet eenvoudig<br />
terug kon klappen en dat het molecuul zonder problemen<br />
weer terug veranderd kon worden.’<br />
De moleculaire motoren vallen binnen een klasse van<br />
materialen die al bij toevoeging van een paar procent de<br />
vloeibare kristallen in een helixstructuur ordenen. ‘Ze<br />
hebben helical twisting power’, legt Broer uit. ‘Hierbij<br />
moet je je geen lange ononderbroken helix <strong>voor</strong>stellen<br />
zoals bij dna het geval is. Elk molecuul is iets gedraaid<br />
ten opzichte van het vorige, zodat op grotere schaal een<br />
helix ontstaat.’ Broer vergelijkt de structuur met een liggende<br />
wenteltrap; de as van de helix ligt evenwijdig aan<br />
het oppervlak. De staart van het molecuul veroorzaakt een<br />
lagere oppervlaktespanning. Hierdoor krijgt de doorsnede<br />
van het vloeistofoppervlak een sinusvorm: toppen en<br />
dalen.<br />
Marangoni-effect<br />
Broer: ‘De dalen van de sinus -de gebiedjes met lagere<br />
oppervlaktespanning- willen zich uitbreiden. Dat is het<br />
belangrijke Marangoni-effect: de natuur streeft altijd naar<br />
zo laag mogelijke energie. Deze gebiedjes worden dus<br />
ook groter. Let wel dat we het hierbij steeds over gemiddelden<br />
hebben van grote aantallen moleculen. Ook in<br />
de gebieden met lage oppervlaktespanning zijn niet alle<br />
moleculen hetzelfde gericht, maar wel de meeste.’ Het<br />
Marangoni-effect was de belangrijkste bijdrage van de<br />
TU/e-chemici. Dat was indirect verantwoordelijk <strong>voor</strong> het<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
in beweging zetten van het grotere object. De vloeibare<br />
kristallen zorgen <strong>voor</strong> een uitvergroting van het effect van<br />
de moleculaire motoren.<br />
Met de vinding van de moleculaire motoren is <strong>voor</strong> het<br />
eerst arbeid op moleculaire schaal omgezet in bruikbare<br />
arbeid op macroschaal. Toepassingen kan je echter pas op<br />
langere termijn verwachten, zo vertelt Broer. ‘Je zou de<br />
motortjes kunnen integreren in vloeistoftoepassingen op<br />
microschaal of er biosensoren mee kunnen maken. De<br />
nanomotortjes kunnen in de verre toekomst wellicht een<br />
nanopomp aandrijven <strong>voor</strong> het toedienen van medicijnen<br />
of andere medische toepassingen. De arbeid is natuurlijk<br />
als eerste toepasbaar te maken in zeer kleine devices.’<br />
Eenmaal in het lichaam is het aansturen met behulp van<br />
uv-licht niet altijd een optie. ‘We hebben daarom ook motortjes<br />
ontwikkeld die hun energie halen uit chemische<br />
reacties’, aldus de Groningse promovendus drs. Rienk<br />
Eelkema. ‘Dat heeft wel als nadeel dat er afvalstoffen worden<br />
gevormd, die het systeem negatief zouden kunnen<br />
beïnvloeden.’ Slijtage hebben de nanomotoren nog niet<br />
vertoond. Eelkema: ‘Een normale motor vertoont pas slijtage<br />
bij tienduizenden omwentelingen en zover zijn we<br />
nog niet gegaan. Het uv-licht zou de moleculen kunnen<br />
beschadigen, maar dat hebben we gelukkig ook nog niet<br />
waargenomen.’<br />
Met de reuzenstap die nu is gezet, is het onderzoek nog<br />
lang niet beëindigd. Er zijn nog vragen en uitdagingen<br />
genoeg. Promovenda Blanca Serrano Ramon richt zich<br />
puur op de zelforganisatie van de vloeibare kristallen en<br />
het toepassen ervan <strong>voor</strong> het maken van structuren in de<br />
informatie- en communicatietechnologie. Zij probeert de<br />
afstand tussen de geultjes te verkleinen tot bijna moleculaire<br />
afmetingen om daarna het materiaal te bevriezen.<br />
Broer: ‘Verder vragen we ons af hoe snel we een relatief<br />
groot object met het principe van de moleculaire propeller<br />
kunnen laten draaien. Maar ook hoe groot we het<br />
hoogteverschil ten gevolge van de helix-ordening kunnen<br />
maken. Nu zitten we rond de dertig nanometer. En<br />
zouden we ooit de vloeistof kunnen verlaten om dezelfde<br />
trucs uit te halen met een vaste stof, een polymeer? Ik<br />
ben benieuwd.’<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE
TUSSEN DROOM EN REALITEIT LIGT<br />
DE PASSIE VOOR TECHNIEK<br />
Met 45.000 medewerkers in 50 landen, waarvan ruim 9000 in Nederland, is Atos Origin één van 's werelds meest gerenommeerde<br />
IT dienstverleners. Bij de afdeling Technical Automation staat de ontwikkeling van hoogwaardige technische software centraal. Hier<br />
ondersteunen ruim 250 specialisten unieke technologische ontwikkelingen bij toonaangevende organisaties. Is techniek jouw passie?<br />
Dan nodigen we je graag uit <strong>voor</strong> een gesprek.<br />
Atos Origin Technical Automation (Utrecht en Veldhoven) zoekt:<br />
Technisch Software Engineers<br />
(starter of ervaren)<br />
Je ontwikkelt technische systemen, embedded en real time software <strong>voor</strong><br />
high-tech fabrikanten op het gebied van elektronica, medical, wafersteppers<br />
en copiers, ruimtevaartorganisaties, transportondernemingen en telecombedrijven.<br />
Je hebt een echte 'doe' mentaliteit en je beschouwt het als een uitdaging om<br />
jezelf in verschillende technische vraagstukken te verdiepen.<br />
Discover your true potential at Atos Origin.<br />
Wij bieden<br />
Een stimulerende omgeving <strong>voor</strong> professionele en persoonlijke groei. Uitdagende<br />
projecten, dikwijls op locatie. Zelfstandigheid en prima arbeids<strong>voor</strong>waarden.<br />
Wij vragen<br />
Bèta-achtergrond, bij<strong>voor</strong>beeld een studie Elektrotechniek, Wiskunde of Informatica,<br />
<strong>Technische</strong> Natuurkunde, Sterrenkunde. Een sociale en werklustige houding.<br />
Atos Origin Technical Automation, De Run 1121, 5503 LB Veldhoven,<br />
tel 040 258 68 06, www.atosorigin.com/careers
XXXXXXXXXXX<br />
VOORUITBLIK<br />
Kiezen <strong>voor</strong> het heden met een<br />
blik naar de toekomst<br />
De toekomst. Een tijd <strong>voor</strong><br />
plannen en verwachtingen,<br />
hopes and dreams. Dat wat<br />
nog komen gaat en dat zoveel<br />
kansen biedt. Nu de TU/e haar<br />
gouden jubileumfeest viert,<br />
wordt er volop teruggeblikt<br />
en <strong>voor</strong>uitgekeken. Vol<br />
verwachting. In dit artikel is het<br />
woord aan de nieuwelingen:<br />
eerstejaars studenten van de<br />
TU/e. Hoe zien zij hun toekomst,<br />
die van hun vakgebied en van<br />
de universiteit? Over dromen,<br />
Big City en het belang van een<br />
stabiele basis.<br />
2 0 M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
‘TECHNIEK IS OVERAL’<br />
Matthijs Kwak (19),<br />
eerstejaars student<br />
Industrial Design<br />
Voor een technische studie kiezen, dat<br />
heeft te maken met hoe je in elkaar zit,<br />
aldus Matthijs Kwak (19) uit <strong>Eindhoven</strong>,<br />
student Industrial Design aan de TU/e.<br />
Een van zijn wensen <strong>voor</strong> de toekomst<br />
is dat er meer mensen aan de slag gaan<br />
met techniek en er hun werk van maken.<br />
Maar dat is moeilijk denkt hij. ‘En toch is<br />
dat raar. Techniek is overal en dat zal over<br />
honderd jaar nog steeds zo zijn. Het is<br />
belangrijk dat techniek steeds zichtbaarder<br />
wordt in de maatschappij. Kijk naar<br />
de Phileas bij<strong>voor</strong>beeld, de bus die nu<br />
in <strong>Eindhoven</strong> rijdt en die straks zonder<br />
chauffeur zal moeten gaan werken. Dat is<br />
een technisch hoogstandje dat iedereen<br />
ziet. Dat zal in de toekomst misschien<br />
meer leerlingen ertoe bewegen <strong>voor</strong> techniek<br />
te kiezen.’<br />
Zelf koos Kwak <strong>voor</strong> Industrial Design,<br />
aan de TU/e een vrij jonge studie. ‘Ik hou<br />
van creativiteit, techniek en teamwork. Na<br />
een bezoek aan de open dag hier dacht ik:<br />
dit is het! Het past helemaal bij me.’<br />
Een eigen bedrijf beginnen is zijn grootste<br />
toekomstwens. ‘Heel graag zou ik<br />
dat in het buitenland doen. Italië bij<strong>voor</strong>beeld,<br />
dat is helemaal te gek. Maar<br />
ik ga kijken naar de mogelijkheden.<br />
Als er straks meer werk blijkt te zijn in<br />
Nederland, dan kies ik daar<strong>voor</strong>.’<br />
Wat betreft de komende ontwikkelingen<br />
in zijn vakgebied denkt Kwak dat<br />
gebruiksvriendelijkheid en vormgeving<br />
een steeds grotere rol zullen gaan spelen.<br />
‘Heel veel producten die nu op de markt
zijn, zijn veel te ingewikkeld in gebruik.<br />
Denk aan een videorecorder waar je eerst<br />
twintig pagina’s gebruiksaanwijzing <strong>voor</strong><br />
moet doorspitten. De producten die we<br />
maken moeten functioneel zijn. We moeten<br />
niet bang zijn functionaliteiten toe te<br />
voegen of juist weg te laten.’<br />
‘EERST EEN STABIELE<br />
BASIS’<br />
Ruben Tip (18),<br />
eerstejaars student<br />
Werktuigbouwkunde<br />
Geen clustering van studies door de drie<br />
samenwerkende TU’s, niet nog meer<br />
studies erbij, niet de zwaarte van de<br />
studie aanpassen en zeker niet de studie<strong>voor</strong>waarden<br />
strenger maken. Ruben Tip<br />
(18), eerstejaars Werktuigbouwkunde uit<br />
<strong>Eindhoven</strong> heeft een duidelijke mening.<br />
Over waar het technisch onderwijs naartoe<br />
moet, over de ontwikkelingen in zijn vakgebied<br />
en over waar hij zelf zal zijn over<br />
tien jaar. ‘Dan heb ik een mooie baan met<br />
deze studie als goede basis, plezier in mijn<br />
werk, prettige collega’s en huisje-boompjebeestje.<br />
Want dat hoort er toch ook bij.’<br />
Bij Werktuigbouw heeft Tip het prima<br />
naar zijn zin. Dat ‘zijn’ universiteit samenwerkt<br />
met de twee andere technische<br />
universiteiten van Nederland vindt hij een<br />
goede ontwikkeling. ‘Maar ik hoop wel dat<br />
de universiteiten allemaal hun eigen kerndivisies<br />
blijven houden in de toekomst.<br />
Het zou zonde zijn als studies geclusterd<br />
worden en op bepaalde universiteiten verdwijnen.’<br />
Zelf wil Tip straks aan de slag in een groot<br />
bedrijf, op termijn wellicht als leidinggevende.<br />
‘Ik wil <strong>voor</strong> mezelf eerst een<br />
stabiele basis vormen in mijn werk en dan<br />
leiding gaan geven. Ik vind dat er nu teveel<br />
mensen zijn in leidinggevende functies<br />
die beslissingen nemen zonder dat ze een<br />
goede technische basis hebben.’<br />
De werktuigbouwer zal volgens de student<br />
altijd blijven bestaan. ‘Bijna alles dat we<br />
in het dagelijks leven gebruiken, daar<br />
heeft een werktuigbouwer naar gekeken.<br />
We zullen altijd nodig blijven. Dat maakt<br />
dit vak ook zo mooi: dat wat je maakt is<br />
tastbaar, zichtbaar. En je kunt je kennis zo<br />
letterlijk in praktijk brengen.’<br />
‘TU/e ZAL<br />
INTERNATIONALER<br />
WORDEN’<br />
Eigenlijk wilde ze Geneeskunde gaan studeren.<br />
Omdat ze het leuk vindt om mensen<br />
te helpen. Maar vanwege de kans op<br />
uitloting had ze een tweede keus achter de<br />
hand: Wiskunde aan de TU/e. Daarbij besloot<br />
ze ook te gaan <strong>voor</strong> de mogelijkheid<br />
tot dubbele propedeuse en koos ze naast<br />
Wiskunde <strong>voor</strong> <strong>Technische</strong> Informatica.<br />
Inmiddels zijn we zo’n acht maanden verder<br />
en studeert Marlous Theunissen (17)<br />
uit Asten fulltime <strong>Technische</strong> Informatica.<br />
‘Die studie bleek zo leuk dat ik er nu<br />
helemaal <strong>voor</strong> ga. Ik zie daar ook mijn toekomst<br />
in, geneeskunde is van de baan.’<br />
‘Over tien jaar? Dan ben ik afgestudeerd en<br />
werk ik bij een bedrijf, Océ bij<strong>voor</strong>beeld.<br />
Misschien ga ik na een paar jaar werkervaring<br />
dan wel in het buitenland werken, dat<br />
lijkt me leuk. Daarnaast hoop ik dan ook<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
Marlous Theunissen<br />
(17), eerstejaars<br />
studente <strong>Technische</strong><br />
Informatica<br />
2 1
2 2<br />
XXXXXXXXXXX<br />
VOORUITBLIK<br />
een leuke partner te hebben.’ Het motto<br />
van Theunissen is ‘pluk de dag’. ‘Je moet<br />
niet te lang stilstaan bij het verleden, dat is<br />
geweest. Waar het om draait is het heden,<br />
de dingen waar je mee bezig bent. Wat de<br />
toekomst brengt dat zie ik wel.’<br />
De toekomst van de TU/e ziet de studente<br />
wel zonnig in. ‘Ik denk dat de universiteit<br />
steeds internationaler zal worden. Volgens<br />
mij zullen er meer buitenlandse studenten<br />
komen en misschien worden de bacheloropleidingen<br />
op den duur wel in het Engels<br />
gegeven. Dat zie je nu al bij de masters,<br />
waar veel buitenlandse studenten zitten. Ik<br />
denk dat dat een belangrijke ontwikkeling<br />
zal zijn de komende tijd.’<br />
Zelf pikt Theunissen het nodige mee van<br />
die internationale kant van de TU/e. ‘Ik wil<br />
graag mijn Engels verbeteren en mijn culturele<br />
kennis van andere landen bijschaven.<br />
Ik probeer dan ook deel te nemen aan<br />
zoveel mogelijk activiteiten die daarmee<br />
te maken hebben. Dat is goed <strong>voor</strong> mijn<br />
ontwikkeling en ik kan het later gebruiken<br />
in mijn werk.’<br />
‘EINDHOVEN WORDT DE<br />
BIG CITY’<br />
Jaco Prins (19),<br />
eerstejaars student<br />
Bouwkunde<br />
Zelf ziet hij zich later werken als uitvoerder<br />
bij een groot bouwbedrijf. Maar zijn<br />
studiebegeleiders zien zijn toekomst op<br />
dit moment meer in de architectuur. Jaco<br />
Prins (19), eerstejaars Bouwkunde aan de<br />
TU/e heeft dus nog een keuze te maken.<br />
Maar dat het iets in de bouwkunde wordt,<br />
dat is zeker. Zijn studie is zijn hobby geworden,<br />
zegt hij. En dat vindt hij mooi.<br />
Prins heeft geen ‘zachte g’, in tegenstelling<br />
tot de meerderheid van de TU/e-studenten.<br />
Hij komt oorspronkelijk uit Zwolle<br />
maar koos bewust <strong>voor</strong> de <strong>Eindhoven</strong>se<br />
universiteit. ‘Omdat Delft meer op prestige<br />
gericht is en hier de Brabantse gezelligheid<br />
heerst.’ Maar Prins is een van de<br />
weinigen uit het noorden die die keuze<br />
maakte. Daarin ziet hij ook nog wel werk<br />
<strong>voor</strong> de TU/e, <strong>voor</strong> de toekomst. ‘Ik was<br />
de enige van mijn eindexamenklas die<br />
naar <strong>Eindhoven</strong> ging. De TU/e heeft nog<br />
te weinig bereik in het noorden en dat is<br />
jammer. Ik heb alles zelf moeten ontdek-<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
ken. Veel mensen weten niet eens dat er in<br />
<strong>Eindhoven</strong> ook een technische universiteit<br />
is. De TU/e moet zich meer profileren en<br />
in de rest van Nederland en in het buitenland<br />
werken aan haar imago. Daar heeft<br />
ze recht op. Bovendien: iedereen weet<br />
het, de Randstad slibt dicht. Het centrum<br />
van Nederland wordt steeds groter en<br />
<strong>Eindhoven</strong> wordt daarin belangrijker. Hier<br />
ontstaat veel. Het is de Big City van de<br />
toekomst.’<br />
‘UNIVERSITEIT<br />
VERDIENT HET OM NOG<br />
GROTER TE WORDEN’<br />
Ilse van der Heijden<br />
(19), eerstejaars<br />
studente <strong>Technische</strong><br />
Natuurkunde<br />
Als ze de keuze moet maken tussen verleden,<br />
heden of toekomst kiest ze <strong>voor</strong> het<br />
heden. ‘Maar altijd met een blik naar de<br />
toekomst. Ik geloof dat je moet doen wat<br />
je nu leuk vindt, maar je moet daarbij wel<br />
naar de consequenties ervan kijken.’<br />
Ilse van der Heijden (19) uit <strong>Eindhoven</strong><br />
staat aan het begin van een hopelijk lange<br />
carrière in de technische natuurkunde.<br />
Afgelopen september startte ze met die<br />
studie aan de TU/e. Een keuze die ze weloverwogen<br />
maakte. Maar Van der Heijden<br />
is iemand die nooit stil zit en ze heeft nog<br />
veel meer plannen. ‘Het zal mij niets verbazen<br />
als dit niet mijn laatste studie is. Ik hou<br />
ervan om creatief bezig te zijn en zou dat<br />
ook in mijn werk willen stoppen. Dus wie<br />
weet doe ik nog wel een andere opleiding<br />
in die richting.’<br />
De studente ziet de TU/e als één van de<br />
middelpunten van <strong>Eindhoven</strong> als kennisstad.<br />
‘Die rol zou de universiteit in de toekomst<br />
nog meer moeten uitdiepen’, vindt<br />
ze. ‘En hopelijk is de instelling over een<br />
aantal jaar nog bekender in Europa. Het is<br />
een prima universiteit die het verdient nóg<br />
groter te worden.’<br />
Waar ziet Van der Heijden zichzelf over<br />
pak ‘m beet tien jaar? ‘Ik wil zoveel mogelijk<br />
van de wereld zien, hoef niet zonodig<br />
in Nederland te blijven. Ik zie mezelf wel<br />
terechtkomen in een internationaal bedrijf<br />
waarbij ik in het buitenland ga wonen. Ik<br />
zal altijd op zoek zijn naar uitdagingen en<br />
nieuwe dingen, ik vind het niets om mijn<br />
hele leven met één ding bezig te zijn. En als<br />
ik wat ouder ben dan maak ik mijn droom<br />
misschien nog wel waar: een pensionnetje<br />
beginnen in een mooi zuidelijk land. Iets<br />
van jezelf hebben, dat lijkt me heerlijk.’
Ervaar de kick van TOPIC<br />
Uitdaging als<br />
arbeids<strong>voor</strong>waarde<br />
Ruim 120 gedreven technische software specialisten, die behoren tot de besten in hun vakgebied,<br />
werken bij TOPIC Software Group in Best aan de meest uitdagende en uiteenlopende projecten<br />
in de consumentenelectronica, medische systemen en professionele systemen. TOPIC onderscheidt<br />
zich door de persoonlijke benadering van medewerkers en opdrachtgevers en door de kwaliteit en<br />
professionaliteit van onze medewerkers. Met succes.<br />
TOPIC blijft groeien, daarom hebben wij volop uitdagingen <strong>voor</strong> technische software<br />
engineers, software designers en software architecten.<br />
Heb jij minimaal 2 jaar werkervaring in een aantal van de volgende ontwikkel-omgevingen:<br />
C, C++, C#, JAVA, Windows, UNIX, VxWorks, pSOS, QNX, UML, RUP, O.O., Yourdon, Hatley &<br />
Pirbhai, real-time en embedded software? En wil jij je blijven ontwikkelen in projecten en via ons<br />
Personal Improvement Program? Mail dan snel je motivatie met CV naar recruitment@topic.nl of bel<br />
eerst met Frank de Roo, manager recruitment, (0499) 336979.<br />
Voor meer informatie: WWW.TOPIC.NL
2 4<br />
onderzoek<br />
nieuws<br />
ONDERZOEKSSUBSIDIE<br />
VOOR MAARTEN MERKX<br />
Dr. Maarten Merkx, universitair docent<br />
aan de TU/e, heeft onlangs een ‘Young<br />
Investigator Grant’ toegewezen gekregen van<br />
het Human Frontier Science Program. Dit is<br />
een internationale organisatie die fundamenteel<br />
onderzoek naar de complexe mechanismen<br />
van het levende wezens stimuleert. Het<br />
onderzoeks<strong>voor</strong>stel van Merkx betreft een samenwerking<br />
met de Hebreeuwse <strong>Universiteit</strong><br />
van Jeruzalem. Het onderzoek richt zich op de<br />
manier waarop eiwitten de koperconcentratie<br />
in een cel bewaken. Het team krijgt jaarlijks<br />
driehonderdduizend euro, <strong>voor</strong> een periode<br />
van drie jaar.<br />
Maarten Merkx is universitair docent Protein<br />
Engineering aan de TU/e-faculteit Biomedische<br />
Technologie. Wie meer wil weten over het<br />
Human Frontier Science Program kan kijken op<br />
www.hfsp.org/.<br />
Gesteld<br />
‘If Van Gogh would have been Chinese, the<br />
world would not have had Potato Eaters.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Modelling<br />
Strategic Behaviour in Anticipation of<br />
Congestion’ van By Qi Han)<br />
‘Technologie beweegt, want een technische<br />
oplossing maakt altijd de weg vrij <strong>voor</strong> het volgende<br />
probleem.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Designing for Rich<br />
Interaction: Integrating Form, Interaction and<br />
Function’ van Joep Frens)<br />
FOTO: OGC<br />
Maarten Merkx<br />
heeft de ‘Young<br />
Investigator Grant’<br />
toegewezen<br />
gekregen.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
SLIM SCHUIVEN MET<br />
TREINSTELLEN<br />
Het Nederlandse spoorwegnet behoort tot de<br />
drukste van de wereld. Defecte treinstellen of<br />
draadbreuken op de ene plaats kunnen daardoor<br />
ONDERZOEKSPUBLICATIE OVER ARTIS<br />
‘Tijd is een oneindig begrip, dat met deadlines<br />
gedefinieerd kan worden.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Supramolecular<br />
Biomaterials’ van Patricia Dankers)<br />
‘Harmonie is de overeenkomst in het onderscheid.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Het Bouwkundig<br />
Contrapunt’ van Jan Francies Boelen)<br />
ook een stuk verderop vertragingen veroorzaken.<br />
Reden <strong>voor</strong> de NS om de hulp in te roepen van<br />
wiskundigen. Promovendus aan de faculteit<br />
Wiskunde en Informatica Gábor Maróti stelde<br />
een aantal modellen op om de materieelplanning<br />
van de spoorwegen te optimaliseren. Hij richtte<br />
TU/e-onderzoekster dr. Donna Mehos overhandigde recent het eerste exemplaar van haar boek<br />
‘Science and Culture for Members Only: The Amsterdam Zoo Artis in the Nineteenth Century’ aan Haig<br />
Balian, directeur van Artis. Volgens het onderzoek van historica Mehos blijkt dat Artis een significante<br />
rol speelde bij de opkomst van de culturele en wetenschappelijke ontwikkeling van Amsterdam in de<br />
negentiende eeuw. Bezoekers slenterden door de dierentuin, het natuurhistorisch museum of etnografisch<br />
museum. En ze bezochten er concerten van de belangrijkste orkesten uit die tijd in de exclusieve<br />
zoölogische sociëteit. De gegoede burgerij investeerde met private donaties in Artis en deed zo een<br />
poging om een cultuurwetenschappelijke samenleving te creëren die moest afstralen op Nederland<br />
en haar hoofdstad. Volgens Mehos, die het materiaal <strong>voor</strong> het boek al verzameld had <strong>voor</strong>dat ze aan<br />
de TU/e kwam werken, is er nog nooit op een dergelijke academische wijze naar de functie van Artis<br />
gekeken. Tien jaar na de start van Artis werden in meerdere Europese steden dierentuinen opgericht<br />
omwille van dezelfde reden.<br />
‘Mediteren kan worden gedefinieerd als: jezelf<br />
opzettelijk proberen te vervelen.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘Lipid-based<br />
Nanoparticles for Magnetic Resonance<br />
Molecular Imaging’ van Willem Mulder)<br />
‘Promoveren betekent in menig geval geduld<br />
kweken en wel meteen.’<br />
(Stelling bij het proefschrift ‘NMR Imaging of<br />
Curing Processes in Alkyd Coatings’ van Bart<br />
Erich)<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE
zich in zijn onderzoek op het toewijzen van<br />
materiaal zodat de NS hoge kwaliteit vervoer<br />
kan bieden met een efficiënte dienstregeling.<br />
De variabelen waren het type treinstel en het<br />
aantal treinstellen per trein. Hiermee kan<br />
worden geschoven, zolang maar voldoende<br />
zitplaatsen beschikbaar blijven. Ook moeten<br />
de operationele kosten niet de pan uitrijzen<br />
en mogen natuurlijk niet onnodig veel<br />
kilometers worden afgelegd. Als input <strong>voor</strong><br />
een op te stellen model diende een duidelijke<br />
praktijksituatie: de dienstregeling van de<br />
Nederlandse Spoorwegen. Een probleem<br />
dat naar voren kwam tijdens het onderzoek,<br />
was het onderhoud van treinstellen. Welke<br />
daar<strong>voor</strong> in aanmerking komen, wordt altijd<br />
pas een paar dagen van tevoren bekend.<br />
Hoewel de NS van elk treinstel het aantal<br />
afgelegde kilometers bijhouden, kunnen<br />
altijd onverwachte wijzigingen optreden in de<br />
planning. De promovendus onderzocht twee<br />
modellen op bruikbaarheid in de praktijk.<br />
FOTO: OGC<br />
Beide bleken wel op dezelfde oplossingen uit<br />
te komen, maar het zogenoemde ‘composition<br />
model’ kon dit veruit het snelste. Zelfs <strong>voor</strong><br />
het optimaliseren van de meest complexe<br />
problemen van NS Reizigers had het maar<br />
een paar uur nodig. De NS gebruiken het<br />
dan ook al een tijdje om een deel van de<br />
materieelplanning te bepalen.<br />
RUBICON-SUBSIDIE<br />
VOOR ONDERZOEKER<br />
WERKTUIGBOUWKUNDE<br />
De Nederlandse organisatie <strong>voor</strong><br />
Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft<br />
aan 32 jonge veelbelovende wetenschap-<br />
Voorraadbeheersing met wiskundig model<br />
KOSTEN BESPAREN DOOR BETER VOORSPELLEN<br />
Bedrijven maken regelmatig prognoses van<br />
de toekomstige vraag van hun klanten. Ze<br />
gebruiken deze <strong>voor</strong>spellingen om bij<strong>voor</strong>beeld<br />
hun <strong>voor</strong>raad- en productieniveaus te<br />
bepalen. Teveel <strong>voor</strong>raad of productie leidt<br />
tot hogere kosten, te weinig leidt tot minder<br />
omzet en wellicht misgelopen winst. Een betere<br />
<strong>voor</strong>spelmethode zorgt er<strong>voor</strong> dat men<br />
betere beslissingen kan nemen, wat tot flinke<br />
kostenbesparingen kan leiden. Op dit onderwerp<br />
is drs. Pim Ouwehand in mei gepromoveerd<br />
met zijn proefschrift ‘Forecasting with<br />
Group Seasonality’. Ouwehands onderzoek<br />
werkt met seizoensindices, reden waarom de<br />
methode Group Seasonal Indices (GSI) heet.<br />
De eerste stap was het doen van een empirische<br />
toets <strong>voor</strong> GSI aan de hand van data<br />
die hij van enkele Nederlandse groothandels<br />
kreeg. Ouwehand: ‘De eerste resultaten<br />
waren bemoedigend; er bleek een significante<br />
verbetering in de <strong>voor</strong>spelbaarheid mogelijk.<br />
Die verbetering varieerde van acht tot vijftig<br />
procent, afhankelijk van het soort product en<br />
het daarmee samenhangende vraagpatroon.<br />
Een verbetering van vijftig procent is wel<br />
aantrekkelijk <strong>voor</strong> bedrijven, maar van acht<br />
procent niet; een dergelijke verbetering is<br />
financieel niet interessant genoeg om het hele<br />
systeem om te gooien en aan te passen. Wat ik<br />
vervolgens wilde achterhalen, was <strong>voor</strong> welke<br />
type data GSI wél de meest geschikte methode<br />
is.’ Daar<strong>voor</strong> leidde Ouwehand een wiskundig<br />
model af, dat aangeeft <strong>voor</strong> welke soorten data<br />
de methode geschikt is. Als data zich volgens<br />
dit model gedragen, levert de GSI-methode<br />
pers een Rubicon-subsidie toegekend. Met de<br />
subsidie kunnen pas gepromoveerde onderzoekers<br />
ervaring opdoen in het buitenland.<br />
Dr.ir. Johan Hoefnagels van de capaciteitsgroep<br />
Mechanics of Materials van de faculteit<br />
Werktuigbouwkunde is de enige van de TU/e<br />
die in deze ronde tot de gehonoreerden behoort.<br />
Het onderzoeks<strong>voor</strong>stel van Hoefnagels<br />
luistert naar de naam ‘Ductility and<br />
adhesion of thin metal films on flexible substrates’.<br />
In de elektronica worden de geleidende<br />
metaalsporen steeds kleiner en Hoefnagels<br />
gaat onderzoeken hoe je het beste het mechanische<br />
gedrag van dunne metaallagen op<br />
plastic kunt meten. Met de subsidie gaat hij<br />
dit onderzoek uitvoeren aan de universiteit<br />
van Harvard in de Verenigde Staten. In totaal<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />
Dr. Pim Ouwehand.<br />
optimale <strong>voor</strong>spellingen. Na het ontwikkelen<br />
van het model deed Ouwehand een simulatieonderzoek.<br />
Daaruit bleek dat GSI in een aantal<br />
gevallen beter presteert dan de meest gebruikte<br />
methode; <strong>voor</strong>al naarmate de seizoenspatronen<br />
gelijker zijn, bij grotere hoeveelheden ruis, <strong>voor</strong><br />
grotere en meer homogene groepen, <strong>voor</strong> langere<br />
<strong>voor</strong>spelhorizons en als er minder historische<br />
data <strong>voor</strong>handen zijn. De uitkomsten van de<br />
simulatie vergeleek Ouwehand vervolgens met<br />
de praktijk, de data van de groothandels. Hoewel<br />
de resultaten niet slecht bleken, vielen ze hem<br />
toch tegen. Om de praktische toepasbaarheid van<br />
de methode te vergroten, zou hier nog aan gewerkt<br />
kunnen worden. Ouwehand: ‘In ieder geval<br />
hebben we aangetoond dat er wel degelijk beter<br />
te <strong>voor</strong>spellen valt en weten we ook onder welke<br />
<strong>voor</strong>waarden dit het geval is.’<br />
werden 91 onderzoeks<strong>voor</strong>stellen ingediend<br />
en elke aanvraag werd beoordeeld door een<br />
grote multidisciplinaire adviescommissie. De<br />
Rubicon-subsidie gaat <strong>voor</strong>af aan de Veni-subsidie<br />
en is bedoeld <strong>voor</strong> pas gepromoveerde onderzoekers.<br />
Deze groep mist volgens NWO vaak<br />
net de onderzoekservaring om een Veni-subsidie<br />
te krijgen. De Rubicon-subsidie vervangt<br />
de Talentsubsidie van NWO. Deze werd alleen<br />
toegekend aan jonge Nederlandse onderzoekers<br />
die een tijdje naar het buitenland gingen.<br />
Voor Rubicon komen nu ook buitenlandse wetenschappers<br />
in aanmerking die in Nederland<br />
ervaring komen opdoen. Deze keer betreft dat<br />
vijf buitenlanders.<br />
Voor meer informatie: www.nwo.nl/rubicon.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6 2 5
FOTO’S: VINCENT VAN DEN HOOGEN<br />
2 6<br />
DE VONK<br />
PROF.DR.IR. JAN CARMELIET (44)<br />
DEELTIJD HOOGLERAAR BOUWFYSICA<br />
Jan Carmeliet (1961) komt uit een familie waar de onderzoekersmentaliteit<br />
in de genen zit. Hij studeerde in 1985 af als burgerlijk ingenieur-architect<br />
aan de KU Leuven. Zeven jaar later promoveerde hij aan diezelfde<br />
instelling op een duurzaamheidsonderzoek. Voordat hij in 2001 als<br />
deeltijdhoogleraar Bouwfysica in <strong>Eindhoven</strong> benoemd werd, maakte hij in<br />
Delft als postdoc al kennis met de Nederlandse universitaire wereld. Vier<br />
dagen per week werkt hij nu in Leuven, één dag pendelt hij op en neer<br />
naar <strong>Eindhoven</strong>.<br />
Onderzoeker pur sang<br />
‘Zowel mijn vader als moeder komen uit een boerenfamilie.<br />
Mijn vader was een goede leerling op het Seminarie<br />
en mocht medicijnen studeren. Hij zou arts worden,<br />
maar na een studiereis in Belgisch Kongo kreeg hij bij<br />
terugkomst in Leuven een plaats aangeboden als onderzoeker.<br />
Hij is een paar jaar geleden als hoogleraar fysiologie<br />
met emeritaat gegaan. Dat mijn vader onderzoeker<br />
was, heeft op ons als kinderen een grote invloed gehad.<br />
Hij bracht een aantal malen een sabbatical in het buitenland<br />
door, en het gezin ging dan mee. Zo heb ik als jongetje<br />
een jaar in New York gewoond. Bij ons thuis waren<br />
ook vaak buitenlandse onderzoekers te gast. We hebben<br />
de internationale onderzoekssfeer met de paplepel<br />
binnengekregen. Het Belgische blad Knack heeft recent<br />
een artikel gepubliceerd waarin we als de onderzoeksfamilie<br />
Carmeliet worden geportretteerd.<br />
Mijn broer, mijn zus en ik zijn uiteindelijk ook alledrie in<br />
het onderzoek terecht gekomen. Het was overigens <strong>voor</strong>af<br />
niet mijn bedoeling dat ik die kant op zou gaan. Op de<br />
middelbare school koos ik <strong>voor</strong> de richting Latijn/Grieks;<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
ik was veel met kunst en muziek bezig en ben nog steeds<br />
een gretige bezoeker van musea. Ik denk dat ik alle werken<br />
van Caravaggio intussen wel eens heb gezien, maar<br />
ik word niet moe ze telkens weer te gaan bekijken. Ik<br />
wilde graag architect worden en liet me inschrijven <strong>voor</strong><br />
de studie tot burgerlijk ingenieur-architect, zoals dat in<br />
Leuven heet. Na mijn afstuderen kreeg ik drie kansen.<br />
Mijn doctorstitel halen in de bouwfysica dan wel in het<br />
computer aided design, of architect worden. Ik heb een<br />
maand stage gelopen bij een architectenbureau, maar ik<br />
vond het werk veel te uitvoerend. Ik koos <strong>voor</strong> bouwfysica.<br />
Promotie<br />
In mijn promotieonderzoek heb ik de duurzaamheid van<br />
buitenbepleistering <strong>voor</strong> buitenisolatie van gebouwen<br />
onder de loep genomen en daarbij heb ik modellen uit de<br />
schademechanica toegepast. Vlaanderen en Nederland<br />
hebben verschillende bouwtradities. In Vlaanderen wordt<br />
<strong>voor</strong> de helft privé gebouwd. In Nederland ligt dat percen-
tage veel lager. Ik kwam er achter dat de soorten schades<br />
aan de bepleisteringen in Nederland en Vlaanderen<br />
vergelijkbaar waren. Maar omdat er in Nederland vaak in<br />
serie gebouwd wordt, kan één fout honderden schadegevallen<br />
veroorzaken, terwijl het in België beperkt blijft tot<br />
een individuele casus.<br />
Na mijn promotie in 1992 heb ik een jaar als postdoc aan<br />
de TU Delft gewerkt. Ik heb er veel geleerd over management<br />
van onderzoek en internationale contacten en ik<br />
heb er ook Nederland beter leren kennen. Een vriendin<br />
van een Delftse promovendus werkte aan een basisschool<br />
en nodigde me uit om een les te komen geven<br />
over België. Het leek me een goed idee om dat in de vorm<br />
van een interview te doen. De kinderen mochten vragen<br />
stellen en dat was heel verhelderend: ’Zijn alle rivieren<br />
in België vuil?’ ‘Eten jullie elke dag steak en friet?’ en<br />
‘Hebben jullie al betaalkaarten?’. Natuurlijk kwamen er<br />
ook Belgenmoppen los. Na afloop moesten de kinderen<br />
een verslag maken. Dat kreeg als titel ‘de Belg Jan’ en gelukkig<br />
<strong>voor</strong> mij was dat heel positief!<br />
<strong>Eindhoven</strong><br />
Na mijn jaar in Delft kreeg ik een aanstelling in Leuven.<br />
In 2001 ben ik gevraagd om een dag per week in de groep<br />
van Martin de Wit hoogleraar te worden, om de samenwerking<br />
tussen <strong>Eindhoven</strong> en Leuven op poten te zetten.<br />
In vijf jaar is die samenwerking flink gegroeid: we hebben<br />
de uitwisseling van masterstudenten, PhD-studenten<br />
en postdocs op gang kunnen brengen, we organiseren<br />
een internationale PhD-cursus. Ik vind het een positieve<br />
eigenschap dat Nederlanders gemakkelijk reizen en internationale<br />
contacten leggen. Een Vlaming blijft eigenlijk<br />
het liefst onder zijn kerktoren, dus die heeft wat meer<br />
stimulering nodig. Internationale netwerken zijn <strong>voor</strong> het<br />
onderzoek van wezenlijk belang. Zo begeleiden Martin de<br />
Wit en ik twee TU/e-studentes in Montreal bij hun stagewerk.<br />
Voor een afstudeerwerk hebben we kunnen regelen<br />
dat een TU/e-studente, die eveneens stage liep in Canada,<br />
haar metingen op het gebied van stromingsleer kan<br />
uitvoeren in de Koninklijke Militaire School in Brussel,<br />
waar hoogleraar Marc Geers van de <strong>Eindhoven</strong>se faculteit<br />
Werktuigbouwkunde weer zijn wortels heeft. Intussen<br />
heb ik ook in Leuven met de Canadese universiteit een<br />
samenwerkingsproject.<br />
Onderzoek<br />
In september gaat een internationaal strategisch basisonderzoeksproject<br />
rond Heat, Air and Moisture<br />
Engineering van start. Er is een budget van 2,6 miljoen<br />
euro en er gaan zowel in Leuven als in <strong>Eindhoven</strong> twee<br />
promovendi aan werken. In vier jaar tijd willen we informatie<br />
van onderzoekers van de universiteiten van<br />
Gent, <strong>Eindhoven</strong> en Leuven koppelen aan gegevens van<br />
het Wetenschappelijk en Technologisch Centrum <strong>voor</strong><br />
het Bouwbedrijf (WTCB) in België. Top down is het de<br />
afgelopen jaren niet gelukt om een onderzoekschool<br />
Bouwfysica van de grond te krijgen. Het lijkt er nu op dat<br />
die nu in zeker zin bottom up toch ontstaat.<br />
We willen de mechanische en fysische processen van<br />
materialen als baksteen, natuursteen, beton, hout on-<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
2 7
2 8<br />
DE VONK<br />
derzoeken en beter begrijpen. Die materialen zijn op<br />
verschillende schaal, van porie tot macroklimaat, gevoelig<br />
<strong>voor</strong> de invloeden van vocht, temperatuur en luchtkwaliteit<br />
en kunnen daardoor degraderen. Ons onderzoek<br />
heeft dus grote duurzaamheidseffecten. Bovendien kan<br />
het wetenschappelijk onderbouwd, gericht toepassen van<br />
geschikte materialen door architecten op de lange termijn<br />
veel kosten besparen. In <strong>Eindhoven</strong> zijn we zeer sterk in<br />
het koppelen van die verschillende modellen <strong>voor</strong> wat we<br />
multischaal-aspecten noemen. We maken gebruik van<br />
Whole Building Simulation, waarbij we proberen gebouwen<br />
te ontwerpen die energiezuinig zijn en weinig bijdragen<br />
aan de emissie van koolstofdioxide, zoals afgesproken<br />
in het verdrag van Kyoto. Tegelijkertijd speelt het aspect<br />
‘comfort’ natuurlijk ook een rol. Als onderzoekers en ontwerpers<br />
moeten we rekening houden met het overdragen<br />
van kennis aan de gebruiker, maar ik zie dat niet als enige<br />
taak <strong>voor</strong> universiteiten. De regie van die gebruiksaspecten<br />
is een maatschappelijke verantwoordelijkheid in een<br />
samenwerking met WTCB of TNO.<br />
Driehoek <strong>Eindhoven</strong>-Leuven-Aken<br />
Sinds enkele jaren stimuleren bestuurders de samenwerking<br />
binnen de driehoek <strong>Eindhoven</strong>, Leuven en Aken.<br />
In Leuven leeft dat idee in sommige faculteiten, zoals<br />
Elektrotechniek, wat meer dan in andere. Dat heeft er ongetwijfeld<br />
mee te maken dat de stimulator van die samenwerking,<br />
de <strong>voor</strong>malige rector Oosterlinck, uit de elektronicahoek<br />
kwam. Bouwkundehoogleraren zien echter<br />
ook de <strong>voor</strong>delen in van meer samenwerking. Er is <strong>voor</strong>al<br />
<strong>voor</strong>deel te halen uit het gezamenlijke gebruik van dure<br />
onderzoeksapparatuur. Gespecialiseerde high tech apparatuur<br />
is essentieel om goed onderzoek te kunnen doen.<br />
We hebben zojuist in Leuven een mobiele versie van een<br />
meetinstrument besteld, zodat we dat ook in de klimaat-<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
Carmeliet: ‘Ik bespeur in Leuven een grote<br />
goodwill ten opzichte van <strong>Eindhoven</strong>.’<br />
kamer in <strong>Eindhoven</strong> kunnen opstellen. Bi-diplomering<br />
vind ik ook interessant, naast het uitwisselen van docenten.<br />
Ik bespeur in Leuven een grote goodwill ten opzichte<br />
van <strong>Eindhoven</strong>. Nu komt het er op aan om goodwill om<br />
te zetten in concrete bestuurlijke steun om daadwerkelijk<br />
<strong>voor</strong>nemens uit te voeren, ook wat betreft het aanstellen<br />
van <strong>Eindhoven</strong>aren in Leuven.<br />
Onderwijs<br />
Mijn zoon is nu derdejaars student Elektrotechniek aan<br />
de TU/e. Hij had interesse in toepassingsgericht projectwerk<br />
en ik heb hem geadviseerd dat hij daar<strong>voor</strong> beter in<br />
<strong>Eindhoven</strong> dan in Leuven terecht kon.<br />
De ingenieursopleiding in Leuven begint nog steeds met<br />
drie algemene semesters, waarin naast projectonderzoek<br />
toch meer nadruk ligt op zware, theoretische basisvakken.<br />
De studenten merken zo in het begin minder van het<br />
typische ingenieurskarakter. Hij heeft het in <strong>Eindhoven</strong><br />
naar zijn zin en is goed ingeburgerd. In Vlaanderen<br />
komen studenten gewoonlijk ieder weekend naar huis;<br />
hij blijft vaak in <strong>Eindhoven</strong>. Omdat ik zelf betrokken ben<br />
bij de ingenieursopleiding in Leuven kan ik de verschillen<br />
redelijk inschatten. Wij kennen nog het jaarsysteem,<br />
dat <strong>voor</strong> veel studenten een stok achter de deur betekent.<br />
In Nederland hebben studenten veel vrijheid om hun tijd<br />
zelf in te delen. Daardoor is het risico van studieachterstand<br />
groter en dat vind ik een tekortkoming. Verder heb<br />
ik ervaren dat ik op een tentamen aan TU/e-studenten<br />
inzichtvragen kan <strong>voor</strong>leggen, maar geen wiskundige<br />
afleidingen. Dat laatste kan ik in Leuven wel doen. De<br />
organisatie van het onderwijs is in <strong>Eindhoven</strong> nogal dynamisch<br />
en dus aan veel veranderingen onderhevig.<br />
Loopbaan<br />
Ik ben geen echte loopbaanplanner. Mijn vader heeft me<br />
altijd <strong>voor</strong>gehouden: ‘Je moet kwaliteit leveren, goed publiceren,<br />
geduld hebben en dan komen de kansen wel.’<br />
Ik kwam er gaandeweg achter dat het onderzoeken mijn<br />
echte drijfveer is. Goed onderwijs geven hoort daar bij.<br />
Enerzijds om studenten <strong>voor</strong> de beroepspraktijk op te<br />
leiden, anderzijds om een nieuwe generatie onderzoekers<br />
<strong>voor</strong> te bereiden. Wat betreft die praktijk: een complete<br />
architect is iemand die ook structureel, mechanisch en<br />
fysisch goed kan nadenken. Ik heb laatst een studentenproject<br />
begeleid, waarbij studenten een fietsbrug moesten<br />
ontwerpen. Een ontwerp <strong>voor</strong> een mooie brug moet ook<br />
structureel in orde zijn: er schuilt schoonheid in het<br />
juiste ontwerp. Dat is de kracht van de ingenieursopleiding<br />
tot architect. Geef een student civiele techniek een<br />
stuk wit papier en hij is verloren. Een creatieve student<br />
architectuur heeft daar geen angst <strong>voor</strong>. De kracht zowel<br />
als het spanningsveld liggen in de combinatie creativiteit<br />
en technisch-wetenschappelijke kennis. Daarom moeten<br />
we er <strong>voor</strong> blijven waken dat er voldoende techniek in de<br />
bouwkundeopleiding blijft.’
alumni<br />
nieuws<br />
WISKUNDE CD-ROM VOOR<br />
ALUMNI<br />
In de vorige editie van Matrix is melding<br />
gemaakt van de CD-rom die prof.dr.ir. Jan de<br />
Graaf van de faculteit Wiskunde & Informatica<br />
heeft gemaakt van de wiskundedictaten van<br />
1956-1982. In totaal 197 dictaten en het boek<br />
‘Algebra en Analyse’ van Ackermans en Van Lint<br />
staat op de CD-rom. Alles bij elkaar een kleine<br />
dertigduizend bladzijden wiskundige teksten<br />
in facsimile. Het <strong>Universiteit</strong>sfonds <strong>Eindhoven</strong><br />
is betrokken bij de distributie van de CD-rom<br />
en bestemt de opbrengst <strong>voor</strong> een aan de<br />
Wiskunde gerelateerd project.<br />
De CD-rom kunt u bestellen door storting van<br />
20 euro per CD op rekening 225360802 van het<br />
UFe, onder vermelding van Wiskunde CD, uw<br />
naam en adres.<br />
De CD wordt u toegestuurd.<br />
MEET&MATCH OP 13 OKTOBER<br />
Op vrijdag 13 oktober organiseert de TU/e, mede<br />
ter gelegenheid van haar vijftigjarig bestaan een<br />
Meet&Match evenement <strong>voor</strong> TU/e alumni en<br />
starters. Alumni, die met hun ervaring en achtergrond<br />
van onschatbare waarde zijn om starters<br />
te begeleiden, ontmoeten vijftien potentiële starters<br />
die in drie minuten tijd hun plan <strong>voor</strong>leggen.<br />
Vervolgens is er de tijd om elkaar beter te leren<br />
Gezocht<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />
Ir. Jan Smeekens, directeur van NV REDE, de<br />
regionale ontwikkelingsmaatschappij van de<br />
regio <strong>Eindhoven</strong>.<br />
kennen, waarbij een match kan ontstaan tussen<br />
starter en alumnus. Bent u geïnteresseerd om<br />
als TU/e-alumnus op 13 oktober van de partij<br />
te zijn, schrijf u dan nu in op www.50jaartue.nl/<br />
meetenmatch. Hier kunt u ook terecht <strong>voor</strong> meer<br />
informatie over het programma.<br />
Ir. Jan Smeekens, directeur van NV Rede, is zeer<br />
enthousiast over het initiatief: ‘Alumni van de<br />
TU/e kunnen veel betekenen <strong>voor</strong> de jonge<br />
lichting van (techno)starters vanuit de TU/e. Met<br />
hun netwerk, contacten, ervaring en soms ook<br />
financiële middelen kunnen zij starters in hetzelfde<br />
vakgebied en met dezelfde achtergrond<br />
enorm <strong>voor</strong>uit helpen. Ik roep collega alumni<br />
Van de onderstaande alumni zoeken wij een actueel adres. Kunt u ons hieraan<br />
helpen, dan kunt u de gegevens telefonisch (040 247 3490) of per e-mail<br />
(alumninet@tue.nl) aan ons doorgeven. Alvast hartelijk dank.<br />
Naam Studierichting Jaar van inschrijving<br />
Paul Oomen Bouwkunde 1992<br />
Edil Poulina Bouwkunde 1969<br />
D. Bohmermann Elektrotechniek 1993<br />
Birgitt Hepp Scheikundige Technologie 1993<br />
R.J.J.M. Hilgers Scheikundige Technologie 1992<br />
Hans Buitendijk <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde 1977<br />
W. van Dijk <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde 1968<br />
Frank Loevendie <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde 2001<br />
Jack Willems <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde 1979<br />
Michael Ludolph <strong>Technische</strong> Innovatiewetenschappen 1990<br />
Erik-Jan Raatgerink <strong>Technische</strong> Innovatiewetenschappen 1992<br />
Robert Spronken <strong>Technische</strong> Innovatiewetenschappen 1998<br />
Charlotte Vermaas <strong>Technische</strong> Innovatiewetenschappen 1997<br />
Edwin Steennis Werktuigbouwkunde 1993<br />
Kees Witziers Werktuigbouwkunde 1985<br />
van de TU/e dan ook van harte op om hieraan op<br />
13 oktober bij te dragen.’<br />
TWEE VEDERPRIJZEN<br />
VOOR TU/e’ERS<br />
Dit jaar worden er twee Vederprijzen uitgereikt<br />
aan twee personen die gelieerd zijn aan de<br />
TU/e: een aan dr.ir. Peter Baltus, werkzaam bij<br />
Philips en deeltijdhoogleraar aan de faculteit<br />
Elektrotechniek en aan dr.ir. Bart Morsink,<br />
promovendus bij prof.dr. Anton Tijhuis. De<br />
Vederprijzen worden toegekend aan mensen die<br />
zich verdienstelijk hebben gemaakt op het gebied<br />
van radio- of aanverwante wetenschappen<br />
of technieken. Baltus is alumnus van de faculteit<br />
Elektrotechniek en studeerde in 1985 cum laude<br />
af. Vanaf 1990 is hij volledig op het gebied van<br />
radiocommunicatie werkzaam. Sinds oktober<br />
2004 is hij deeltijdhoogleraar.<br />
ALUMNUS VAN DONGEN NEEMT<br />
AFSCHEID<br />
Eind maart heeft prof.dr.ir. Rini van Dongen,<br />
alumnus van de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde<br />
en hoogleraar aan die faculteit, afscheid genomen<br />
van de TU/e. De titel van zijn afscheidscollege<br />
was ‘Van golven die <strong>voor</strong>bijgaan’. Daarbij<br />
had hij het niet alleen over materie- en schokgolven<br />
die een centraal verbindend thema zijn<br />
geweest in zijn werk, maar ook over golven in de<br />
maatschappij, zoals de jaren zestig, de fusies in<br />
het hoger onderwijs en de files in het verkeer.<br />
Het boekje met het afscheidscollege is op te<br />
vragen bij het Communicatie Service Centrum,<br />
tel. 040 247 2278.<br />
Afscheidscollege<br />
31 maart 2006<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
prof.dr.ir. M.E.H. van Dongen<br />
van golven<br />
die <strong>voor</strong>bijgaan<br />
/ faculteit technische natuurkunde<br />
2 9
3 0<br />
ALUMNI<br />
Het hele jaar worden er<br />
evenementen, congressen<br />
en andere activiteiten<br />
georganiseerd ter ere<br />
van het vijftigjarig<br />
bestaan van de TU/e.<br />
Twee hoogtepunten in<br />
de festiviteiten zijn er al<br />
geweest: de alumnidag op<br />
21 april en de diesviering,<br />
in bijzijn van de koningin<br />
Beatrix op 27 april. Een<br />
impressie van twee<br />
bijzondere dagen.<br />
Hoogtepunten in een jubileumjaar<br />
Op 21 april kwamen zo’n<br />
twaalfhonderd oud-studenten<br />
van de universiteit bijeen om<br />
met elkaar te praten, te praten<br />
en te praten. En natuurlijk om te luisteren,<br />
onder meer naar enkele lezingen en een<br />
forumdiscussie met als thema ‘Health &<br />
Technology’. Het zou niet het eerste symposium<br />
zijn waarbij de verhalen te lang<br />
zijn, de techniek hapert en de discussie<br />
deels onverstaanbaar is. De alumnibijeenkomst<br />
was echter van de eerste tot de<br />
laatste minuut boeiend; een perfecte mix<br />
van informatie en amusement. De lezingen<br />
werden verzorgd door grote namen<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
op het gebied van gezondheid en technologie.<br />
Sprekers waren onder meer dr.ir.<br />
Gerard Kleisterlee, president van Philips,<br />
ir. Adriaan Sanders, executive vice president<br />
API/Organon, ir. Harry Jongeneelen,<br />
senior vice president van Unilever (allen<br />
alumni van de TU/e), en prof.dr.ir. Bart<br />
ter Haar Romeny, hoogleraar beeldanalyse<br />
aan de TU/e. Een glansrol was weggelegd<br />
<strong>voor</strong> prof.dr. Bert Meijer, hoogleraar in<br />
de organische chemie, die als gastheer<br />
de taak had de discussie in goede banen<br />
leiden. Die rol was hem op het lijf geschreven,<br />
al had hij zich onmiskenbaar ’s<br />
morgens <strong>voor</strong>genomen om als een Pietje<br />
Bell de vonken er vanaf te laten springen.<br />
Hierin slaagde hij zonder meer; geen alumnus<br />
zat te gapen, slapen of knikkebollen.<br />
Meijer citeerde wijlen Frits Philips, die<br />
als antwoord gaf wanneer hem werd gevraagd<br />
of de TU/e een Philips-school is: ‘De<br />
universiteit is helemaal geen school van<br />
Philips, we zijn juist aanvullend. De universiteit<br />
leidt ingenieurs op, wij professoren.’<br />
Conservatieve ingenieurs?<br />
Het was het begin van een discussie<br />
waarin de TU/e allerminst bang bleek<br />
zichzelf kritisch te beschouwen, hierbij<br />
een handje geholpen door onder andere
prof.dr.ir. Mathieu Weggeman, hoogleraar<br />
Innovatiemanagement. Hij betoogde dat<br />
een focus op ‘health & technology’ betekent<br />
dat je ook echt alleen maar dat moet<br />
doen, anders heeft het geen zin, dan is<br />
het geen focus. ‘Niet waar’, zei Kleisterlee.<br />
‘Wanneer je alleen maar dat onderwerp<br />
aanpakt, doe je gewoon één ding, dat is<br />
geen focus. Philips concentreert zich ook<br />
steeds meer op de technologie van de gezondheid<br />
en staat <strong>voor</strong> vergelijkbare keuzes<br />
als de TU/e.’<br />
Een aantal onderwerpen werd middels<br />
groene en rode papiertjes ter stemming<br />
<strong>voor</strong>gelegd aan het publiek. Bij<strong>voor</strong>beeld<br />
de vraag of een 3TU-fusie een goed plan<br />
is. In de inleiding van de vraag meldde<br />
gespreksleider Meijer dat ingenieurs bezig<br />
zijn met vernieuwing, maar dat ze in hun<br />
denken conservatief zijn. Dat zo’n negentig<br />
procent van de zaal <strong>voor</strong> een samengaan<br />
van de drie TU’s is, verbaasde hem dan<br />
ook. Hij legde zijn bevindingen <strong>voor</strong> aan<br />
TU/e-rector prof.dr.ir. Hans van Duijn,<br />
die vaststelde dat de zaal gevuld was met<br />
heel verstandige mensen die goeddeels<br />
niet meer aan de TU/e actief zijn. Veel<br />
tegenstanders van het samengaan zijn nog<br />
De diesviering vond plaats in de stadskerk Sint Cathrien.<br />
wel aan de universiteit verbonden. De losse<br />
toon, het verborgen venijn en de lach die<br />
volgde, waren tekenend <strong>voor</strong> de sfeer in de<br />
Blauwe Zaal. Vrij, open, niet te bang, maar<br />
bovenal alumni onder elkaar: spitsvondige,<br />
academische gezelligheid.<br />
Diesviering<br />
De laatste jaren is in de universitaire wereld<br />
kennisvalorisatie hét ‘buzz word’, maar<br />
donderdag 27 april, tijdens de viering van<br />
de vijftigste dies natalis, brak rector magnificus<br />
Van Duijn zeer nadrukkelijk een<br />
lans <strong>voor</strong> de academische vrijheid van de<br />
docent en de onderzoeker. ‘De keuze op<br />
welke onderzoeksgebieden we willen en<br />
kúnnen excelleren, wordt in belangrijke<br />
mate bepaald in wisselwerking met andere<br />
kennisinstellingen, het bedrijfsleven,<br />
subsidiërende wetenschapsorganisaties<br />
en een meesturende overheid’, aldus Van<br />
Duijn. Dat alles beperkt volgens hem de<br />
vrijheid van de universiteit, maar aan de<br />
TU/e staat bij de feitelijke invulling van de<br />
primaire taken de academische vrijheid<br />
<strong>voor</strong>op. Zo’n achthonderd genodigden,<br />
onder wie koningin Beatrix, woonden de<br />
viering bij in de Stadskerk Sint Cathrien.<br />
Tijdens de plechtige zitting werden officiële<br />
handelingen afgewisseld met klassieke<br />
muziek van Het Brabants Orkest en<br />
TU/e-alumnus Ralph Meulenbroeks op zijn<br />
‘viola da gamba’. Zo kregen na de diesrede<br />
drie buitenlandse topwetenschappers een<br />
eredoctoraat uitgereikt. Na het aanbieden<br />
van het boek ‘Gedreven door nieuwsgierig-<br />
FOTO’S: BART VAN OVERBEEKE<br />
Het ochtendprogramma<br />
van<br />
de alumnidag<br />
vond plaats in<br />
De Blauwe Zaal.<br />
heid’ aan koningin Beatrix, ging de stoet<br />
op weg naar het Muziekcentrum Frits<br />
Philips. Hetgeen bij het winkelend publiek<br />
verbaasde blikken opriep.<br />
Optreden van Bløf<br />
Op donderdagavond 27 april kon de hele<br />
<strong>Eindhoven</strong>se binnenstad uitdrukkelijk<br />
meegenieten van de verjaardag van de<br />
TU/e. Op de Markt was een podium verrezen<br />
van indrukwekkende afmetingen.<br />
Omstreeks half negen trapte daar de gelegenheidsformatie<br />
‘Het Harry Roumen<br />
Dans- en Showorkest’ af. De band -een<br />
combinatie van muzikanten van studentenverenigingen<br />
SSRE en ESC- bewees<br />
naamgever ir. Harry Roumen eer door<br />
hem een exemplaar te overhandigen van<br />
de opvallende trainingspakken waarin de<br />
band zich had gehesen.<br />
Na een ruim halfuur studentenmuziek<br />
was het de beurt aan Bløf. De <strong>Eindhoven</strong>se<br />
Markt stond nog maar zelden zo volgepakt<br />
als tijdens het optreden van de band.<br />
Zanger Paskal Jakobsen hield het op ‘tientot<br />
twaalfduizend man’. Tijdens het ruim<br />
anderhalf uur durende optreden was de<br />
sfeer fantastisch, ook al was verplaatsing<br />
in de mensenmassa bijna onmogelijk en<br />
moesten velen het dus even zonder bier<br />
stellen. Feestband Lijn 7 besloot de<br />
swingende avond.<br />
Wie foto’s van de diesviering wil zien, kan<br />
kijken op www.50jaartue.nl, klik links op<br />
‘Lustrum Fotogalerij’.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6 3 1
ALUMNI<br />
DIESVIERING EN ALUMNIDAG<br />
Foto-impressie<br />
Tijdens de alumnidag en de diesviering zijn veel foto’s gemaakt. Hieronder een keuze uit de foto’s van beide evenementen.<br />
Alumni vinden elkaar<br />
op de alumnidag.<br />
3 2 M A T R I X / 2 / 2 0 0 6
De professionals van PTS worden warm onthaald door onze opdrachtgevers. Met<br />
een goede reden, want met hun uitgebreide kennis van technische systeemontwikkeling<br />
leveren zij een essentiële bijdrage aan diverse R&D projecten. Wil jij<br />
ook die uitdagingen en oprechte waardering hebben? En ben je geïnteresseerd<br />
in een baan als (embedded) software engineer, designer, architect of test<br />
engineer? Dan komen wij graag met je in contact. Met jouw expertise kun je een<br />
belangrijke bijdrage leveren aan de allernieuwste ontwikkelingen op het gebied<br />
van bij<strong>voor</strong>beeld consumenten elektronica, beeldverwerking (3D graphics), de<br />
semiconductorindustrie en de medische technologie. Beschik je over kennis van:<br />
Windows-CE, (real time) Linux, .NET, Unix, C, C++, C#, Java of UML? Voeg dan<br />
de daad bij het woord en bel met Hetty Carmejoole, telefoon: 035 - 692 69 69 of<br />
stuur je sollicitatie naar info@pts.nl. Op onze website: www.pts.nl vind je alle<br />
informatie over onze werkzaamheden <strong>voor</strong> startende én ervaren professionals!<br />
PTS is een ICT dienstverlener op het gebied van technische systeemontwikkeling.<br />
Onze werkzaamheden vinden <strong>voor</strong>namelijk plaats in de hightech industrie.<br />
PTS Software bv, Eemnesserweg 26, 3741 GA Baarn Telefoon 035 - 692 69 69 Fax 035 - 691 34 16<br />
Science Park <strong>Eindhoven</strong> 5644, 5692 EN Son Telefoon 040 - 267 68 20<br />
info@pts.nl www.pts.nl
ONDERZOEK<br />
Het netwerk van het<br />
Embedded Systems Institute<br />
Het Embedded Systems Institute (ESI) spreidt haar<br />
vleugels uit. Het instituut dat, in nauwe samenwerking<br />
met industrie en universiteiten, toegepast onderzoek<br />
doet op het gebied van embedded systemen krijgt een<br />
steeds groter netwerk. Ook in het buitenland, waar<br />
samenwerkingen met universiteiten en industrie in de<br />
Verenigde Staten en Korea al van start zijn gegaan.<br />
‘We willen niet alleen de kennis ontwikkelen, maar ook<br />
zorgen dat deze in de praktijk wordt gebruikt.’<br />
Het bevorderen van industriële innovatie en academische<br />
excellentie op het gebied van embedded systems<br />
engineering. Dat is de missie van het Embedded Systems<br />
Institute (ESI) op het TU/e-terrein. Het ESI werd in 2002<br />
opgericht door de drie technische universiteiten, TNO,<br />
ASML, Océ en Philips. Het is een zelfstandig kennisinsti-<br />
3 4 M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
tuut met een uitgebreid onderzoeksprogramma, vaak gericht<br />
op een probleemstelling uit de industriële praktijk.<br />
‘Geavanceerde producten, zoals digitale televisie, auto’s<br />
of medische apparatuur, worden steeds complexer, met<br />
name door de <strong>voor</strong>tdurend groeiende rol van software’,<br />
zegt prof.dr. Ed Brinksma, algemeen en wetenschappelijk<br />
directeur van het ESI. ‘Daardoor hebben hightech<br />
bedrijven, onder druk van globalisering en concurrentie,<br />
grote behoefte aan snelle introductie van nieuwe kennis<br />
en technologie. Onze rol hierbij is kennis te ontwikkelen<br />
en ervaringen te systematiseren door de expertise van bedrijfsleven<br />
en academische wereld bijeen te brengen.’<br />
Het ESI baseert haar onderzoek op concrete industriële<br />
vraagstukken en vertaalt deze in grootschalige onderzoeksprojecten.<br />
Daarbij is sprake van intensieve samenwerking<br />
tussen ESI, industriële en academische partners.<br />
Laatstgenoemde zijn met name de drie technische universiteiten,<br />
maar ook de universiteiten in Amsterdam,<br />
Leiden, Nijmegen en Groningen. ‘Op de universiteiten<br />
liggen vaak delen van de oplossing’, zegt Brinksma.<br />
‘Alleen zijn deze bijna nooit getoetst op hun industriële<br />
toepasbaarheid. Wij voegen daarmee iets belangrijks toe<br />
aan de academische wereld: praktijkgestuurde vraagstelling<br />
en schaalgrootte van experimenten. Tegelijkertijd<br />
bieden wij de industriële R&D een academische inbreng.<br />
Dat maakt ons uniek. Ik ken geen enkel ander instituut<br />
dat zo werkt.’<br />
Op bezoek bij de ambassadeur in Zuid-Korea.
Momenteel draaien er vijf projecten bij ASML, Philips<br />
en Océ, met zo’n acht aio’s en postdocs per project. Drie<br />
nieuwe projecten zitten in de pijplijn. ‘Het groeit lekker’,<br />
zegt dr. ir. Frans Beenker, directeur Industriële<br />
Programma’s. ‘We hebben in een paar jaar body gekregen<br />
om een wezenlijke bijdrage te kunnen leveren. De projecten<br />
bewijzen duidelijke meerwaarde <strong>voor</strong> de bedrijven.’<br />
Meegroeien<br />
In het onderzoeksprogramma hanteert het ESI een aantal<br />
prioriteiten, ‘inhoudelijke thema’s waarop we willen uitblinken’,<br />
aldus Brinksma. ‘Hierbij gaat het om prestaties,<br />
de betrouwbaarheid en evolueerbaarheid van complexe<br />
hightech systemen. Met name dit laatste onderwerp krijgt<br />
vaak minder <strong>aandacht</strong>, zeker binnen de wetenschap. De<br />
ontwikkeling en aanschaf van high-tech systemen, zoals<br />
een MR-scanner van Philips, gaat gepaard met hoge kosten.<br />
Het spreekt <strong>voor</strong> zich dat zo’n systeem moet kunnen<br />
meegroeien met toenemende functionele en technische<br />
mogelijkheden. Dat stelt hoge eisen aan het ontwerp van<br />
zo’n systeem.’<br />
Nieuwe projecten moeten op zijn minst over één van de<br />
drie onderwerpen uit de ESI Research Agenda gaan. ‘De<br />
projectdoelstellingen komen tot stand middels intensieve<br />
analyse van de probleemstelling van de industriële partners.<br />
Als er voldoende overeenkomst tussen research<br />
agenda en industriële vraagstelling aanwezig is, kan in<br />
principe tot een onderzoeksproject worden overgegaan.’<br />
‘De vragen uit het bedrijfsleven zijn niet altijd even duidelijk<br />
geformuleerd’, voegt Beenker toe. ‘Soms is het<br />
werkelijke probleem achter de vraag veel complexer. We<br />
analyseren het probleem altijd uitgebreid, met oog op de<br />
langetermijn technologiestrategie van het bedrijf. Pas als<br />
de werkelijke vraagstelling zichtbaar is, starten we het<br />
project. Dat kan gerust een half jaar duren.’<br />
Open Innovatie<br />
Naast onderzoek doet het ESI ook aan verspreiding van<br />
kennis. ‘We bieden onze expertise aan in cursussen,<br />
seminars en workshops’, zegt dr.ir. Reinier van Eck, directeur<br />
Operations van het ESI. ‘Waar gevraagd, coachen<br />
en begeleiden we bedrijven in technologieontwikkeling.<br />
Dat is een goede manier om onze kennis en kunde door<br />
te sluizen naar het bedrijfsleven. Hierbij maken we<br />
intensief gebruik van de resultaten van onze industrieel-academische<br />
samenwerkingsprojecten. We waken<br />
er natuurlijk te allen tijde <strong>voor</strong> de vertrouwelijkheid van<br />
bedrijfsinformatie te schaden. Naast de resultaten uit de<br />
projecten brengen we daarbij ook ons netwerk in stelling.<br />
Dat is een vorm van open innovatie. Niet iedereen meer<br />
<strong>voor</strong> zich, maar het netwerk van kennis en ervaring breed<br />
beschikbaar stellen.’<br />
Om dat te stimuleren organiseert het ESI ook kenniscirkels,<br />
bijeenkomsten van mensen uit verschillende<br />
bedrijven maar met vergelijkbare problematiek. ‘Binnen<br />
Nederland, en nu ook internationaal, heeft het ESI netwerken<br />
van systeemarchitecten opgezet.’<br />
Dat het netwerk van het ESI zich ook wereldwijd uitbreidt<br />
blijkt uit de zich sterk ontwikkelende internationale contacten.<br />
‘We hebben eerder dit jaar een samenwerkingsovereenkomst<br />
getekend met het Embedded Software<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />
Vlnr: Reinier van Eck, Ed Brinksma en Frans Beenker,<br />
de directieleden van het ESI.<br />
Cooperative Research Center (ESCRC) in Daegu,<br />
Zuid Korea, een instituut vergelijkbaar met het onze.<br />
Daarnaast hebben we bij Samsung meerdere cursussen<br />
op het gebied van system performance gegeven.<br />
Buiten Europa hebben we ook goede contacten met het<br />
Amerikaanse Stevens Institute of Technology. Eén van<br />
de hoogleraren daarvan is als wetenschappelijk adviseur<br />
verbonden aan het ESI.’<br />
‘Het geven van cursussen aan onze industriële partners<br />
is niet voldoende’, volgens Beenker. ‘Onze ambitie is<br />
groter. We willen dat de kennis die wij aandragen écht<br />
wordt gebruikt. Dat gebeurt niet automatisch. Want<br />
hoe krijg je binnen een bedrijf honderden software engineers<br />
op een andere manier aan het werk? De laatste<br />
tijd gaan we doelbewust deze discussie aan met onze<br />
grote klanten. Onze missie omvat tenslotte ook het bevorderen<br />
van innovatie in het bedrijfsleven. We willen<br />
niet alleen kennis bieden aan bedrijven, maar ook zorgen<br />
dat ze die in de praktijk toepassen. Tegenwoordig<br />
pakken wij deze verantwoordelijkheid samen met het<br />
bedrijf op.’<br />
Wie meer wil weten over het ESI kan terecht op www.<br />
esi.nl. Ook geeft ESI een gratis newsletter uit. Indien u<br />
deze newsletter wilt ontvangen, kunt u dit doorgeven<br />
op telefoonnummer 040 – 2474720.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6 3 5
3 6<br />
SAMENWERKING MET GROOTBEDRIJF<br />
Besparingen op reserveonderdelen kunnen de service aan klanten<br />
van ASML verbeteren tegen veel lagere kosten. ASML is daar<strong>voor</strong> een<br />
samenwerking aangegaan met de TU/e. Op de faculteit Technologie<br />
Management (TM) zijn enkele slimme algoritmes ontwikkeld <strong>voor</strong> de<br />
<strong>voor</strong>raadbeheersing van reserveonderdelen. De algoritmes zijn inmiddels<br />
geïmplementeerd bij ASML. ‘Het is een zeer gelukkige match.’<br />
Slimme <strong>voor</strong>raadbeheersing<br />
van reserveonderdelen<br />
De samenwerking tussen ASML en de<br />
faculteit TM dateert uit 2001. Toen stapte<br />
het bedrijf op de universiteit af <strong>voor</strong> ondersteuning<br />
bij een logistiek probleem: de<br />
<strong>voor</strong>raadbeheersing van reserveonderdelen.<br />
‘Onze wafersteppers, waarmee onze<br />
klanten IC’s kunnen produceren, kosten<br />
miljoenen euro’s’, zegt dr.ir. Harrie de<br />
Haas, bij ASML verantwoordelijk <strong>voor</strong> de<br />
service logistieke organisatie. ‘Als zo’n machine<br />
stil valt, kost dat vreselijk veel geld.<br />
Daarom zijn wij als ASML nauw betrokken<br />
bij het onderhoud en de serviceverlening<br />
van de machines. We hebben bij de fabrieken<br />
van onze klanten servicekantoren en<br />
maga-zijnen staan. Op die manier proberen<br />
we de beschikbaarheid van de machines<br />
zo hoog mogelijk te houden.’<br />
ASML legt met de klant vast hoeveel tijd<br />
een machine minimaal beschikbaar moet<br />
zijn <strong>voor</strong> het draaien van productie, zegt<br />
De Haas. ‘De resterende tijd, een paar uren<br />
per week, mag de service organisatie gebruiken<br />
om eventuele storingen te verhel-<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
pen. Als er reserveonderdelen nodig zijn,<br />
moeten die ook binnen deze tijd beschikbaar<br />
zijn. De prijs van een reserveonderdeel<br />
<strong>voor</strong> de wafersteppers kan oplopen tot<br />
meer dan een miljoen euro. De <strong>voor</strong>raden<br />
aan reserveonderdelen van ASML bedragen<br />
tientallen miljoenen euro’s. Dan is een<br />
paar procent bezuinigen door slimme <strong>voor</strong>raadbeheersing<br />
al snel de moeite waard.’<br />
De vraag is dus hoe je het aantal reserveonderdelen<br />
optimaal kunt plannen tegen<br />
zo laag mogelijke kosten én zo hoog mogelijke<br />
beschikbaarheid <strong>voor</strong> de klant. ‘Dat<br />
is een complex wiskundig probleem, waar<strong>voor</strong><br />
wij de expertise niet in huis hebben.<br />
Daarom hebben we bij de TU/e aangeklopt.<br />
Daar hadden ze de oplossing niet op de<br />
plank liggen. Het bleek voldoende stof te<br />
zijn <strong>voor</strong> een promotieonderzoek. ASML<br />
neemt een deel van de financiering daarvan<br />
<strong>voor</strong> haar rekening.’<br />
In januari 2002 is een promovendus van<br />
start gegaan, onder leiding van dr.ir. Geert-<br />
Jan van Houtum, universitair hoofddocent<br />
Geert-Jan van<br />
Houtum (links)<br />
en Harrie de Haas<br />
bij Panalpina dat<br />
betrokken is bij de<br />
logistieke services<br />
van ASML.<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />
Operations Management bij de faculteit<br />
Technologie Management. Zijn capaciteitsgroep<br />
is wereldwijd gezien één van de<br />
leiders op het gebied van onderzoek naar<br />
<strong>voor</strong>raadbeheersing van reserveonderdelen.<br />
‘Dat vraagt om andere wiskundige<br />
formules dan gewone <strong>voor</strong>raadbeheersing’,<br />
legt Van Houtum uit. ‘Bij standaard <strong>voor</strong>raden<br />
gaat het om een afweging tussen<br />
beschikbaarheid en kosten van ieder item<br />
afzonderlijk. Bij reserveonderdelen staan<br />
de aparte onderdelen niet centraal, maar<br />
de beschikbaarheid van de machine, die<br />
zo veel mogelijk draaiende moet worden<br />
gehouden. Daar is een complexer wiskundig<br />
model <strong>voor</strong> nodig, dat de gehele<br />
<strong>voor</strong>raad in één keer optimaliseert tegen de<br />
gewenste beschikbaarheid van de machine.<br />
Een belangrijke stap in de oplossing van<br />
zo’n probleem zit hem in de juiste wiskundige<br />
formulering ervan.’<br />
Het promotieonderzoek heeft inmiddels<br />
vruchten afgeworpen. ‘Er zijn algoritmes<br />
uitgekomen waarmee wij al onze magazijnen<br />
in de wereld beter en sneller kunnen<br />
plannen’, zegt De Haas. ‘We kunnen snel<br />
zien hoeveel <strong>voor</strong>raad van reserveonderdelen<br />
er nodig is, afgewogen tegen de wensen<br />
van de klant. Een jaar geleden hebben we<br />
de algoritmes in gebruik genomen in onze<br />
service logistieke organisatie. De berekeningen<br />
van de gemiddelde wachttijd van de<br />
machine op reserveonderdelen blijken te<br />
kloppen met de wekelijks gemeten prestatie.<br />
Zo hebben we de <strong>voor</strong>raad van reserve-<br />
onderdelen kunnen verkleinen, precies<br />
zoals de onderzoekers hadden berekend.<br />
Daarnaast hebben we de beschikbaarheid<br />
aan onze klanten verbeterd, en hebben<br />
onze planners meer tijd om zich op andere<br />
zaken te concentreren.’<br />
Vorig jaar is er een tweede promotieonderzoek<br />
gestart in samenwerking met ASML.
Dat gaat om service tools, gereedschappen<br />
om te analyseren wat er mis is aan een<br />
machine. ‘Dan heb je te maken met andere<br />
aspecten’, zegt De Haas. ‘Service tools<br />
worden niet verbruikt, maar gébruikt. De<br />
halfgeleidermarkt is heel cyclisch. Als je<br />
teveel investeert in de periode dat de markt<br />
aantrekt, draag je te hoge kosten in de onvermijdelijke<br />
downturn. De kosten van een<br />
service tool kunnen ook oplopen tot een<br />
paar ton. Dan loont het de moeite om te<br />
kijken of je met slimme algoritmes een betere<br />
beschikbaarheid kunt realiseren tegen<br />
lagere investeringskosten.’ Dit onderzoek<br />
is in oktober vorig jaar gestart. Resultaten<br />
worden in de komende jaren verwacht.<br />
Luxe situatie<br />
Het eerste promotieonderzoek heeft meer<br />
opgeleverd dan beide partijen hadden verwacht.<br />
‘De berekende planning en de werkelijkheid<br />
blijken goed overeen te komen’,<br />
zegt De Haas. ‘Dat moet je <strong>voor</strong>af maar<br />
afwachten.’ Voor de onderzoekers was het<br />
fantastisch dat ASML het algoritme heeft<br />
geïmplementeerd. ‘Wij kunnen een mooie<br />
wiskundige oplossing bedenken, maar of<br />
dat daadwerkelijk toegepast gaat worden is<br />
afhankelijk van de bedrijfscultuur’, zegt Van<br />
Houtum. ‘ASML is heel ver daarin, in vergelijking<br />
met andere bedrijven. De service<br />
logistieke organisatie is heel professioneel<br />
ingericht, met veel hoogopgeleide mensen.<br />
Een luxe situatie was het ook dat Harrie de<br />
Haas zelf een achtergrond heeft in het onderzoeksveld<br />
waarin wij werken. Zo konden<br />
we goed communiceren over alle achterliggende<br />
wiskundige aspecten. Dat maakte het<br />
een zeer gelukkige match. Ik vertel graag<br />
over dit project op wetenschappelijke congressen.<br />
En ik merk dat andere bedrijven<br />
steeds vaker enthousiast reageren als ik ze<br />
benader <strong>voor</strong> andere onderzoeken.’<br />
Het proefschrift over de reserveonderdelen<br />
komt eind dit jaar uit. De Haas is niet<br />
bang dat de twee Japanse concurrenten van<br />
ASML daar profijt van zullen trekken. ‘Het<br />
succes is afhankelijk van meer dan alleen<br />
een set toegepaste algoritmes die gepubliceerd<br />
wordt. Bovendien is zo’n wiskundig<br />
probleem heel erg op een bedrijf zelf toegespitst.<br />
Vooral in de halfgeleiderindustrie<br />
vraagt zoiets om <strong>voor</strong>tdurende aanpassingen.<br />
Tenslotte is de tijdsduur tussen start<br />
en implementatie al snel een paar jaar.<br />
Snelheid is heel belangrijk in deze wereld.<br />
Wij zijn tevreden als we onze concurrenten<br />
een paar jaar kunnen <strong>voor</strong>blijven.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
3 7
3 8<br />
SAMENWERKING MET MKB<br />
Wat willen motorrijders? Gemakkelijk de weg vinden staat vast hoog op het<br />
verlanglijstje. Motorrijder en derdejaarsstudent Industrial Design Bart Friederichs<br />
had een idee om dit beter <strong>voor</strong> elkaar te krijgen. Hij stapte af op de succesvolle en<br />
innovatieve maker van navigatiesystemen, TomTom. Voor het eindproject van zijn<br />
bacheloropleiding ontwikkelde Friederichs bij TomTom een systeem dat motorrijders<br />
bijna letterlijk op het lijf geschreven is.<br />
TomTom <strong>voor</strong><br />
motorrijders<br />
Mark de Graaf (links) en Bart Friederichs met de navigatiegordel<br />
<strong>voor</strong> TomTom. In de toekomst wordt de apparatuur draadloos.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6
STUDENT ONTWIKKELT TOEPASSING NAVIGATIESYSTEEM<br />
Friederichs vond de uitvoering van bestaande navigatiesystemen<br />
<strong>voor</strong> op de motor onhandig: een combinatie van<br />
een oortje en een klein scherm op het stuur. ‘Je kunt de<br />
aanwijzingen niet goed horen door het omgevingslawaai,<br />
waardoor je meer op het schermpje gaat kijken dan goed<br />
is <strong>voor</strong> je veiligheid. Dat moet anders kunnen, dacht ik.’<br />
Na veel uitproberen met verschillende haptische (geënt<br />
op de tast, gevoel) mogelijkheden zoals banden met tactoren<br />
op verschillende delen van het lichaam of de motor,<br />
kwam hij uit op een gordel om het middel. ‘Daarin zitten<br />
acht tactoren die alle informatie kunnen overbrengen<br />
die je nodig hebt om van A naar B te komen’, vertelt<br />
Friederichs. Zo laat de gordel weten wanneer er een afslag<br />
aankomt door eerst één keer aan de juiste kant te trillen,<br />
dan twee keer als je dichterbij komt en dan drie keer als je<br />
echt af moet slaan. Bij het naderen van een rotonde voel<br />
je een ronddraaiende beweging doordat alle tactoren achter<br />
elkaar even een trilsignaal geven. ‘Het resultaat is een<br />
complete haptische taal waar je met precisie op kunt reageren.<br />
Op de weg wil je niet weten welke kant je ongeveer<br />
uit moet, je moet het exact weten. Tegelijkertijd werkt het<br />
zo intuïtief dat er geen bewuste interpretatieslag plaatsvindt.’<br />
Met andere woorden, de cognitieve belasting is<br />
minimaal en de <strong>aandacht</strong> kan bij de weg blijven.<br />
Friederichs opteerde <strong>voor</strong> het verstrekken van zoveel<br />
mogelijk informatie via de gordel. Volgens hem hebben<br />
gebruikers binnen tien minuten door hoe de gordel<br />
werkt en is het schermpje <strong>voor</strong>taan alleen nodig als backup.<br />
Het was zijn bedoeling om een gebruiksvriendelijk<br />
apparaat te maken. ‘Ik wilde de mens centraal stellen.<br />
Denken over hoe iemand op een motor wil navigeren.<br />
Wat past er bij de situatie? Misschien zou je als je de weg<br />
niet weet het liefst iemand achterop hebben die je op je<br />
schouder tikt. TomTom past zich aan aan de mens en niet<br />
andersom.’<br />
De gebruikers van de vijf prototypes rapporteerden zelfs<br />
dat de haptische feedback van de gordel rustgevend<br />
werkte, ze hoefden niet te luisteren of te kijken naar het<br />
systeem. Dat is een <strong>voor</strong>deel op de motor, waarbij men<br />
toch al meer indrukken van de omgeving op zich af voelt<br />
komen dan in een auto.<br />
Samenwerkingscontract<br />
Friederichs is als aankomend industrieel ontwerper uiteraard<br />
met een specifieke opdracht op pad gestuurd. Het<br />
project was zijn eigen idee maar moest aan bepaalde<br />
<strong>voor</strong>waarden voldoen. Studenten Industrial Design<br />
werken in het derde jaar van de bacheloropleiding aan<br />
een concreet individueel project in een van de gebieden<br />
‘work’, ‘home’, ‘entertainment’ of ‘health’. ‘Het project<br />
moet de hele ontwerpcyclus in zich hebben en als het<br />
plan er ligt proberen we er een klant bij te zoeken,’ vertelt<br />
dr.ir. Mark de Graaf, programmamanager ‘work’.<br />
Het project van Friederichs valt onder ‘work’ vanwege de<br />
bestaande contacten van de groep met TomTom en de<br />
aanwezige expertise bij dit gebied. ‘Niet alle studenten<br />
werken met een klant van buiten de universiteit. Als we<br />
dat wel <strong>voor</strong> elkaar kunnen krijgen, komt er een nor-<br />
maal samenwerkingscontract met een bedrijf waarin<br />
bij<strong>voor</strong>beeld het intellectueel eigendom geregeld is en<br />
duidelijke afspraken gemaakt worden over kosten’, zegt<br />
De Graaf.<br />
De faculteit Industrial Design (ID) wil dus van te voren<br />
afspraken maken met bedrijven over het intellectueel<br />
eigendom. Daarbij ziet men het liefst dat het intellectueel<br />
eigendom bij het bedrijf terechtkomt onder redelijke<br />
condities <strong>voor</strong> alle partijen. Niet zelden worden er patenten<br />
aangevraagd vóór de publicatie van resultaten. ‘Het is<br />
wennen <strong>voor</strong> ons om hierover afspraken te maken, maar<br />
we merken dat het <strong>voor</strong> beide partijen positief werkt.<br />
Het bedrijf neemt zo’n project serieuzer en gaat meer<br />
bijdragen. Studenten voelen zich van hun kant extra uitgedaagd<br />
en gaan het ook beter doen’, aldus De Graaf.<br />
Volgens de programmamanager verruimen dit soort project<br />
de mogelijkheden <strong>voor</strong> de faculteit. ‘Deze projecten<br />
werken inspirerend. Je verkoopt als wetenschapper absoluut<br />
je ziel niet. Je creëert juist een rijkere situatie door<br />
partners erbij te halen. Op dit moment loopt deze faculteit<br />
<strong>voor</strong> op het gebied van de <strong>aandacht</strong> <strong>voor</strong> intellectueel<br />
eigendom in combinatie met onderwijs.’<br />
‘Het ontwerpproces heeft een hoog abstractiegehalte’,<br />
stelt De Graaf. ‘Je begint met het probleem abstract te<br />
benaderen. Bart moest nadenken over de haptische taal.<br />
Hij is niet begonnen met het product gordel, hij heeft<br />
gekeken naar waar op het lichaam een motorrijder het<br />
beste signalen zou kunnen ontvangen. Hij heeft een<br />
literatuurstudie gedaan naar psychofysische aspecten<br />
van haptische feedback, en onderzoek naar bestaande<br />
systemen verricht. Alleen het resultaat is praktisch.<br />
Echte creativiteit bloeit in het heen en weer springen tussen<br />
heel abstract naar heel concreet experimenteel. Dan<br />
gebeuren er spannende dingen.’<br />
Eigen idee<br />
‘Wij werken het liefst samen met iemand die een goed<br />
eigen idee heeft’, zegt Ingrid Halters, de coach van<br />
Friederichs bij TomTom. ‘Het beste is een project dat afgerond<br />
wordt, waar geen andere projecten vanaf hangen.<br />
De samenwerking met Bart ging erg goed, hij is nogal<br />
een hands-on persoon. De afspraken met de faculteit<br />
vinden wij niet schokkend.’<br />
En in de toekomst? Halters: ‘Het is goed mogelijk dat<br />
we zijn navigatiegordel op de markt gaan brengen, maar<br />
daar gaat nog een hoop marktonderzoek en ontwikkeling<br />
aan <strong>voor</strong>af. We moeten natuurlijk weten of zo’n product<br />
levensvatbaar is.’<br />
Friederichs heeft het concept ontwikkeld, de interactie<br />
van motorrijder en navigatiesysteem onderzocht en een<br />
demonstratiemodel gemaakt. ID’ers konden tot nu toe<br />
hun stage en individueel eindproject in een willekeurige<br />
volgorde doen; Friederichs gaat zijn idee nu verder ontwikkelen<br />
bij TomTom tijdens een stage waarin hij een en<br />
ander technisch uitwerkt. Hij wil de apparatuur bij<strong>voor</strong>beeld<br />
kleiner en draadloos proberen te maken. En na de<br />
stage? In ieder geval doorgaan als ontwerper, in een<br />
masteropleiding of anderszins.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6 3 9
4 0<br />
STARTERS<br />
Een film kijken<br />
terwijl je onderweg bent<br />
Zijn vrouw maakte hem attent op het saaie uitzicht in de<br />
trein en de Chinese wiskundige dr.ir. Xiaogang Mao vond<br />
een oplossing. Niet <strong>voor</strong> de trein, wel <strong>voor</strong> het uitzicht in<br />
de metro en op de rolbanen van vliegvelden: een film die<br />
in jouw snelheid met je meegaat. Kijken terwijl je beweegt.<br />
Het bedrijf HowTech van Mao heeft hiermee een unieke<br />
technologie in handen.<br />
De vinding van Mao heet SyncMovie<br />
System. Hij kan er korte films mee laten<br />
zien aan mensen die in beweging zijn.<br />
Bij<strong>voor</strong>beeld wanneer ze in de metro zitten,<br />
op een rolbaan op Schiphol staan, of<br />
door een winkelcentrum lopen. ‘We laten<br />
op displays de films zien. De beeldschermen<br />
zitten vast aan de muur en de film<br />
loopt mee met de kijker.’<br />
Een <strong>voor</strong>beeld is de metro. Op de muur<br />
van de tunnelbuis zijn over een lengte van<br />
tientallen meters schermen opgehangen.<br />
Aan het plafond hangen projectoren die<br />
de film afspelen. Een snelheidsmeter bepaalt<br />
de positie en snelheid van de trein.<br />
Die informatie wordt naar een centrale<br />
computer gestuurd die de beelden van de<br />
film projecteert in de snelheid van de trein.<br />
Hierdoor kun je als reiziger recht <strong>voor</strong>uit<br />
kijken, terwijl je de film in goede kwaliteit<br />
kunt volgen.<br />
Helemaal nieuw is het vertonen van film<br />
terwijl je beweegt niet. Een concurrerend<br />
Amerikaans bedrijf gebruikt hetzelfde con-<br />
M A T R I X / 1 / 2 0 0 6<br />
cept, maar met een totaal andere technologie.<br />
Zij projecteren plaatjes achter elkaar<br />
waardoor een schokkerig bewegend beeld<br />
ontstaat. Dat is vergelijkbaar met de boekjes<br />
waar in frames pagina na pagina achter<br />
elkaar zijn gezet. Wanneer je het boekje<br />
tussen duim en wijsvinger ‘afspeelt’ zie je<br />
een bewegend filmpje.<br />
Mao: ‘Hun oplossing is mechanisch; ze<br />
gebruiken honderden stills. Het nadeel<br />
daarvan is dat je alle beelden op de displays<br />
moet vervangen wanneer je een andere<br />
film wilt zien en als de snelheid van de<br />
trein verandert, krijg je de film op een onnatuurlijke<br />
snelheid te zien. Mijn oplossing<br />
zit in de software, wat als <strong>voor</strong>deel heeft dat<br />
je het op alle snelheden kan laten zien. En<br />
de beelden komen uit de computer, dus je<br />
kunt telkens andere filmpjes laten zien.’<br />
Uitzicht<br />
Het idee ontstond enkele jaren geleden<br />
dankzij een vraag van zijn vrouw. Zij werkt<br />
in Deventer en moest elke week met de<br />
Businessplannen: ondersteund door het TU/e Innovation Lab<br />
trein van <strong>Eindhoven</strong> naar het noorden. Ze<br />
vond het uitzicht wat saai en vroeg zich af<br />
of ze ook iets anders kon zien dan telkens<br />
hetzelfde uitzicht. Een film bij<strong>voor</strong>beeld.<br />
‘Ik ben gaan nadenken en kwam met het<br />
idee. Ik heb al wat ervaring met deze materie<br />
en wist dat het erg moeilijk is om bij<br />
daglicht films zichtbaar te maken. Maar<br />
ik bedacht dat het in de metro wel zou<br />
kunnen. Met het idee in mijn achterhoofd<br />
ben ik op het internet en bij patentbureaus<br />
gaan zoeken naar wat er al bestond. Alleen<br />
de Amerikanen bleken iets te hebben.’<br />
Voorts is hij aan de gang gegaan met<br />
het aanvragen van een patent, omdat de<br />
technologie de basis is van het bedrijf. Die<br />
kan niet onbeschermd op straat terecht<br />
komen. ‘Ik heb aanvragen ingediend in<br />
Europa, China en de Verenigde Staten.<br />
Daarna kon ik er pas met mensen over<br />
gaan praten.’<br />
Prototype<br />
Eén van de eersten met wie hij sprak, was<br />
zijn copromotor dr.ir. Stef van Eijndhoven<br />
van de faculteit Wiskunde en Informatica<br />
bij wie hij op dat moment bezig was met<br />
een promotieonderzoek. ‘Hij vond het<br />
erg interessant en heeft een student aan<br />
het project toegevoegd om een prototype<br />
van het systeem te maken. In augustus<br />
2005 was het klaar en enkele maanden<br />
later hebben we het op de Publieksdag<br />
van de TU/e laten zien. Je zag dat heel<br />
veel mensen grote interesse hadden in het<br />
How Tech wordt als startend bedrijf ondersteund door het Innovation Lab. Daardoor<br />
heeft HowTech de mogelijkheid om ook advies over andere aspecten van het zakendoen<br />
te ontvangen. HowTech krijgt onder meer de hulp van twee jonge bedrijfskundigen uit<br />
Groningen.<br />
Joost Meyboom: ‘In december kwam ik in gesprek met HowTech. Dat klikte en we hebben<br />
een vervolgafspraak gemaakt om te kijken wat we <strong>voor</strong> elkaar konden betekenen.<br />
Wij zagen meteen de mogelijkheden van het product en HowTech had nog mensen <strong>voor</strong><br />
de markering & sales nodig. Wij zijn businessplannen en marketingplannen gaan schrijven.<br />
Het is een heel intensief contact waar we bijna fulltime mee bezig zijn.’ Op Schiphol hangen over een lengte van vijftig meter twintig<br />
projectoren (blauw) die beelden laten lopen in de snelheid<br />
van de rolbaan.
FOTO’S: BART VAN OVERBEEKE<br />
beeldscherm; ze werden er echt naartoe<br />
getrokken. Dat was leuk, maar ook belangrijk;<br />
mensen moeten er toch naar willen<br />
kijken. Want potentiële klanten, bedrijven<br />
in reclame, zoeken toch naar manier om<br />
publiek te bereiken. Wanneer ik kan aantonen<br />
dat dit met deze vinding lukt, zullen<br />
ze interesse hebben in mijn product.’<br />
Rolbanen<br />
Op dit moment is Mao bezig met een project<br />
op Schiphol. Daarin wordt de technologie<br />
<strong>voor</strong> het eerst groot uitgevoerd. Over<br />
een lengte van vijftig meter hangen beeld-<br />
schermen langs de rolbanen waarop mensen<br />
staan of lopen. Op de beeldschermen<br />
staat een twintigtal projectoren gericht die<br />
de beelden laten lopen met de snelheid van<br />
de mensen die op de rolbanen staan. Met<br />
de ruim vijftig seconden die het duurt om<br />
langs het scherm te gaan, is er tijd genoeg<br />
<strong>voor</strong> het vertonen van een commercial.<br />
‘We maken op dit moment met Schiphol<br />
de laatste afspraken over de technologie<br />
en financiën en dan zouden we het begin<br />
juli kunnen gaan installeren. We zijn ervan<br />
overtuigd dat zo’n project op Schiphol veel<br />
andere klanten zal trekken.’<br />
Xiaogang Mao laat zien hoe het beeld (oranje)<br />
meebeweegt met zijn eigen beweging.<br />
Op dit moment werkt Mao alleen nog <strong>voor</strong><br />
HowTech, hij heeft zijn promotie achter de<br />
rug. Over de toekomst van het bedrijf is hij<br />
glashelder. ‘Het bedrijf zit nog in de startende<br />
fase, maar als het een succes wordt<br />
zullen we zeker de markten van Amerika<br />
en Azië gaan betreden. De Europese markt<br />
is volgens mij wat conservatief, dus ik zie<br />
in Azië nog betere kansen. De Chinese<br />
economie groeit snel en mensen zijn erg<br />
<strong>voor</strong>uitstrevend. We hebben ons ten doel<br />
gesteld om bij de Olympische Spelen in<br />
Beijing in 2008 met ons product op het<br />
vliegveld aanwezig te zijn.’<br />
M A T R I X / 4 / 2 0 0 5 4 1
LOOPBAAN<br />
Roel de Weerd<br />
is technisch<br />
directeur bij<br />
drukkerij De Jong<br />
in Baarle-Nassau.<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />
Ingenieur in drukwerk<br />
Hij noemt zichzelf een matige student en <strong>voor</strong> wetenschapper is hij zeker niet<br />
geschikt, zo zegt hij. De werkelijkheid is dat hij een studie aan de TU/e volbracht<br />
en vervolgens promoveerde bij de roemruchte prof.dr. Henk Buck. Toch vond hij<br />
zijn bestemming in het aansturen van mensen in het bedrijfsleven. Aan het woord<br />
dr.ir. Roel de Weerd.<br />
‘Ik wist op de middelbare school al snel dat ik chemische<br />
technologie wilde doen, al was dat zeker niet mijn beste<br />
vak. Ik wilde een concreet vak, iets wat me moeite zou kosten<br />
en waarmee ik op veel plaatsen terecht kon. Ik kwam<br />
uit bij de TU/e. Ik woonde in Oisterwijk, maar wilde niet<br />
op kamers. Ik zou me zou gaan onderdompelen in de<br />
festiviteiten, wat ongetwijfeld ten koste zou gaan van mijn<br />
studie.<br />
De universiteit bleek al moeilijk genoeg. Zelfstandig leren<br />
was niet aan mij besteed. Ik struikelde bijna over het vak<br />
mechanica - ik begreep er niks van. Pas na 2,5 jaar had ik<br />
mijn propedeuse. Een jaar later mijn kandidaats; ik had<br />
4 2 M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
de smaak te pakken. Ik wist dat ik bij Buck op organische<br />
chemie wilde afstuderen. Die man inspireerde me. Hij<br />
kon mensen boeien, ook al was het taaie kost, en hij was<br />
<strong>voor</strong>aanstaand binnen zijn vakgebied.<br />
Na mijn afstuderen in 1979 liep er een gebaand pad naar<br />
een laboratorium of een afdeling procestechnologie van<br />
Shell of DSM. Ik ben niet echt een wetenschapper, dus<br />
dat wilde ik niet. Daarom richtte ik me op een promotieonderzoek.<br />
Het is een raar verhaal <strong>voor</strong> iemand die geen<br />
wetenschapper is, ik weet het. Na een kortstondig promotie-avontuur<br />
in Amsterdam kwam ik weer terug bij Buck<br />
en hij heeft me een opdracht gegeven. Al snel kwamen
er mensen bij en <strong>voor</strong> ik het wist was ik projectleider en<br />
meer bezig met het aansturen van mensen dan met het<br />
doen van onderzoek. Het was geweldig leuk. Dankzij Buck<br />
wist ik dat ik in staat was met een groep mensen te werken<br />
en die goed te laten functioneren.’<br />
Chefje spelen<br />
‘Na mijn promotie ging ik toch de industrie in als procestechnoloog.<br />
Ik kwam er bij het bedrijf IFF (International<br />
Flavors & Fragrances-red.) weer achter dat ik leiding wilde<br />
geven. Die kans kreeg ik daar niet en stapte over naar het<br />
polymerenbedrijf van AKZO. Als 31-jarige kreeg ik een<br />
club van 140 man onder me. Ik werd <strong>voor</strong> de leeuwen geworpen.<br />
Daar deed ik ook mijn eerste managementcursus.<br />
Die materie is tot op de dag van vandaag boeiend.’<br />
‘Bij AKZO kreeg ik de pech dat BASF zich inkocht. Mijn<br />
mogelijkheden op een internationale carrière werden daarmee<br />
om zeep geholpen. Ik zou hoogstens naar Duitsland<br />
kunnen, en daar had ik helemaal geen zin in. Ik was dan<br />
op de chemische plant in Ludwigshafen terechtgekomen.<br />
Dat is zo groot, zo kolossaal. Daarbij wilde ik wel met<br />
Duitsers werken, maar niet vóór Duitsers werken. Ach, ik<br />
was jong.’<br />
‘Ik ging op zoek naar een kleinschaliger bedrijf en vond<br />
Drukkerij Em. de Jong in Baarle Nassau. Toen werkten<br />
hier 120 mensen, nu bijna vierhonderd. In 1990 kwam ik<br />
binnen als technisch directeur en dat ben ik nog steeds.<br />
Ik heb alle grote technologische en organisatorische ont-<br />
De Weerd: ‘De grafische industrie heeft het afgelopen<br />
decennium een revolutie doorgemaakt.’<br />
wikkelingen doorgemaakt. Als je ziet in welk tempo en in<br />
welke mate de automatisering van het bedrijfsproces heeft<br />
plaatsgevonden, kun je stellen dat binnen de grafische<br />
industrie het afgelopen decennium een revolutie heeft<br />
plaatsgehad. We hebben moeten omschakelen van een traditionele<br />
industrie naar een high tech industrie.’<br />
Drukproces<br />
‘Ik ben verantwoordelijk <strong>voor</strong> de techniek en de organisatie<br />
die nodig is om te drukken. Of je zetpillen maakt,<br />
luciferhoutjes of auto’s; het proces is hetzelfde. Je moet<br />
weten wat er ingaat, daar moet je controle op hebben. Je<br />
moet weten met welke parameters je het proces stuurt, en<br />
je moet controleren of het product eruit komt zoals je had<br />
<strong>voor</strong>speld.’<br />
‘Onze corebusiness is drukwerk <strong>voor</strong> retailers als Super<br />
de Boer, C1000, Edah, noem maar op. Daarbij doen we<br />
magazines, periodieken, boeken, brochures, visitekaartjes,<br />
bidprentjes, eigenlijk alles in offset. Wij beheersen het<br />
logistieke systeem als geen ander. We kunnen binnen<br />
een grote partij folders met een oplage van vier miljoen<br />
stuks variaties aanbrengen <strong>voor</strong> individuele winkeliers<br />
die bij<strong>voor</strong>beeld hun eigen adres op de <strong>voor</strong>kant van de<br />
folder willen hebben. En we krijgen het reclamedrukwerk<br />
ook nog op de juiste tijd op de juiste plaats. Dat doen we<br />
<strong>voor</strong> soms wel vijfhonderd verschillende winkeliers in één<br />
druklijn. Dat wij dit kunnen, is onze grootste kracht.’<br />
‘De markt <strong>voor</strong> offsetdrukken is al jaren een heel slechte.<br />
Er is in heel Europa een enorme overcapaciteit. Er zijn<br />
veel oude persjes in omloop en veel mensen gaan aan<br />
de slag. Die kunnen niet makkelijk overleven, maar ze<br />
kunnen het de markt wel moeilijk maken door met lage<br />
prijzen te stunten. Het is daarom al jaren onze uitdaging<br />
om met zo min mogelijk middelen zo veel mogelijk en zo<br />
goed mogelijk te produceren. Wij moeten het met name<br />
hebben van dienstverlening. Maar de klant is in deze<br />
markt wel verwend, want ze zijn gewend dat drukkerijen<br />
het vuur uit de sloffen lopen.<br />
Om te overleven maakten we de keuze <strong>voor</strong> groei. De afgelopen<br />
jaren hebben we daarom een aantal drukkerijen<br />
overgenomen. Dat brengen we niet allemaal in Baarle<br />
Nassau bijeen, want we moeten hier niet te groot worden.<br />
Het moet persoonlijk en overzichtelijk blijven.’<br />
‘Wij moeten alles in het werk stellen om gezond te blijven.<br />
We hebben een grote verantwoordelijkheid naar onze<br />
werknemers. Het is een familiebedrijf en medewerkers<br />
zijn erg loyaal. Daarom zouden we nooit kunnen saneren.<br />
Om dit te <strong>voor</strong>komen moeten we op de kosten letten. We<br />
zijn een zuinig en conservatief bedrijf. Om op dat kleine<br />
speelveld een gezond bedrijf te maken is elke dag weer<br />
heerlijk.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
4 3
ontwerpen<br />
nieuws<br />
RELAX & MEET<br />
Zitten, staan, hangen, liggen, lezen. Alles kan<br />
in zitelement ‘Relax & Meet’, wat bedenker<br />
Alexander Suma (26) betreft. Onlangs kreeg het<br />
betonnen object een plek naast De Zwarte Doos<br />
op het TU/e-terrein. De Bouwkundestudent<br />
deed de overdekte zitplaats cadeau aan de<br />
universiteit.Suma maakte het ontwerp <strong>voor</strong><br />
de stoel vorig jaar <strong>voor</strong> een internationale<br />
ontwerpwedstrijd van het Bureau International<br />
du Béton Manufacturé (BIBM), een belangenorganisatie<br />
van prefab-betonproducenten. En<br />
hij won de hoofdprijs, bestaande uit de daadwerkelijke<br />
productie van het winnende ontwerp<br />
en een geldbedrag van 750 euro. Het antracietkleurige<br />
meubel heeft nu <strong>voor</strong> vijf jaar een plek<br />
gekregen op de campus. Eén van de uitgangspunten<br />
van het ontwerp is dat je makkelijker<br />
vrijuit praat als je een eigen, beschermde<br />
omgeving hebt. En die omgeving biedt de Relax<br />
4 4 M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
& Meet stoel. Helaas zal er op de huidige<br />
plek niet vaak iemand in de buurt zijn om een<br />
gesprek mee aan te knopen. Suma ging er in<br />
zijn ontwerp vanuit dat er meerdere Relax &<br />
Meetzitobjecten bij elkaar zouden komen te<br />
staan. Inmiddels heeft het College van Bestuur<br />
besloten een tweede exemplaar van de stoel<br />
te plaatsen. Voor de zomervakantie moet het<br />
komen te staan bij het huidige exemplaar.<br />
Chess. Innoveren van chip tot internet.<br />
Chess zoekt <strong>voor</strong> de vestigingen Haarlem en Best:<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />
Het kunstobject<br />
Relax & Meet staat<br />
naast De Zwarte Doos<br />
op het TU/e-terrein.<br />
Suma studeert zowel Architectuur als<br />
Constructief Ontwerpen. Beide disciplines zijn<br />
terug te vinden in de stoel. Die zou door zijn<br />
vormgeving net zo goed een kunstobject als<br />
een zitelement kunnen zijn. Ook de constructie<br />
is doordacht: het zwaartepunt ervan ligt precies<br />
midden boven de voet. Verder dacht Suma<br />
ook aan de ergonomie. Door de spleet in het<br />
midden lig je niet op je ruggengraat.<br />
(Embedded) Software Architecten /<br />
(Java) Software Engineers / Projectleiders (m/v)<br />
Vakmensen met vertrouwen solliciteren: www.chess.nl
ontwerper in opleiding<br />
Jorien van der Peijl (26)<br />
Met een ontwerpopdracht bij Vitatron zit Jorien van der<br />
Peijl, nu tweedejaars cursiste van de postdoctorale opleiding<br />
User-System Interaction (USI), precies op haar plek.<br />
Na haar studie Biomedische Technologie aan de TU/e<br />
wilde Van der Peijl zich nog meer richten op het gebruik<br />
van techniek in de medische praktijk. Vitatron maakt<br />
pacemakers en heeft sinds kort zijn terrein verbreed<br />
naar implanteerbare apparaatjes die een patiënt met<br />
vage klachten continu kunnen monitoren. Van der Peijl is<br />
gevraagd een user interface te ontwerpen waarmee cardi-<br />
ologen allerlei data vanuit het geïmplanteerde apparaatje<br />
gemakkelijk en snel kunnen lezen en interpreteren.<br />
Van der Peijl: ‘Ik ben bij een cardioloog in een ziekenhuis<br />
gaan meelopen zodat ik kon zien hoe het er in de praktijk<br />
aan toe gaat. En ik ga conceptontwerpen maken die ik<br />
door cardiologen laat testen. Want het is heel belangrijk<br />
de gebruikers bij het ontwerpproces te betrekken. Tijdens<br />
de USI-opleiding leer je hoe je dat het beste kunt doen.’<br />
Na haar studie hoopt Van der Peijl een baan te vinden op<br />
het grensvlak van techniek en medische praktijk.<br />
ONTWERPEN<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6 4 5<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE
CULTUUR<br />
Binnenkort gaan de deuren van De Zwarte<br />
Doos open. Het restant van wat ooit T-laag<br />
heette, herbergt dan een echte bioscoopzaal<br />
met honderd stoelen, drie conferentiezalen met<br />
een capaciteit van respectievelijk 24, 28 en 35<br />
personen, en een café waarin zo’n honderdvijftig<br />
bezoekers passen. Dat aantal cafébezoekers<br />
stijgt nog als het terras buiten open gaat. Het<br />
terras krijgt een uniek uitzicht op de Dommel<br />
en op de nog aan te leggen kunstvijver.<br />
Voor de bioscoop,<br />
een congres en een pilsje naar<br />
De Zwarte Doos<br />
4 6 M A T R I X / 2 / 2 0 0 6
Volgens projectleider Joop Keij van Dienst<br />
Huisvesting wordt met de komst van De<br />
Zwarte Doos een belangrijke stap gezet om<br />
tegemoet te komen aan de wens van de<br />
TU/e om de campus te verlevendigen. Het<br />
belangrijkste onderdeel van het bouwproject<br />
is het café, dat de hele dag open zal zijn<br />
en zich <strong>voor</strong>al richt op studenten. Wat volgens<br />
Keij niet wil zeggen dat de bar van De<br />
Zwarte Doos een vervanger wordt <strong>voor</strong> de<br />
toog in de <strong>voor</strong>malige AOR. Keij: ‘We hebben<br />
vanaf het begin af aan duidelijk gesteld:<br />
we maken er geen bruin café van waar je<br />
tot in de vroege uurtjes kunt doorzakken.’<br />
De Zwarte Doos gaat ook de functie van<br />
congresfaciliteit vervullen. ‘We hadden al<br />
langer de wens om een beter geoutilleerde,<br />
zelfstandige congresaccommodatie te hebben.<br />
Zodat congresbezoekers bij<strong>voor</strong>beeld<br />
niet verloren lopen in het Auditorium’, vertelt<br />
Keij.<br />
Basic<br />
‘Van buiten lijkt het misschien klein, maar<br />
binnen is het zeer ruimtelijk’, vertelt de architect<br />
van het project, Zjak Hofman. ‘Dat<br />
komt <strong>voor</strong>al door de hoge plafonds’, legt hij<br />
uit. Een groot deel van het café, dat op de<br />
begane grond ligt, is ruim vier meter hoog.<br />
Net als de foyer op de eerste verdieping, die<br />
honderd man kan herbergen en dient als<br />
<strong>voor</strong>portaal <strong>voor</strong> de filmzaal. Ook de grote<br />
open traphal die de twee vloeren verbindt, is<br />
belangrijk <strong>voor</strong> de ruimtelijkheid, net als de<br />
glazen puien, die tot aan de vloer doorlopen.<br />
Hofman, parttime docent aan de faculteit<br />
Bouwkunde, haalde de ontwerpopdracht<br />
Naast de VU in<br />
Amsterdam is de<br />
TU/e de enige<br />
universiteit met<br />
een bioscoopzaal.<br />
Geschiedenis<br />
FOTO’S: BART VAN OVERBEEKE<br />
binnen nadat hij met twee studenten een<br />
vrijblijvende verkenning deed naar de<br />
mogelijkheden van het restant van T-laag.<br />
Wat hem betreft zijn hoogdravende architectonische<br />
verhalen niet op hun plaats bij<br />
dit project; de richting was van het begin<br />
af aan duidelijk. ‘De kwaliteit was al aanwezig<br />
en daar moet je gebruik van maken.<br />
Ht is een begrijpbaar ensemble van drie<br />
elementen – de zwarte doos, de witte schijf<br />
en de loopbrug. Dat hebben we alleen versterkt.<br />
Verder heeft het een heel industrieel<br />
karakter en dat moet het ook houden.’ Dus<br />
is de inrichting sober en is er veel beton<br />
te zien. En veel pijpen: luchtkanalen en<br />
buizen hangen gewoon in het zicht, aan het<br />
plafond. ‘Basic’, maar met een eigentijdse<br />
tint’, zo typeert de architect het interieur.<br />
Overdag moet de sfeer zo veel mogelijk<br />
T-laag werd in 1962 gebouwd als laboratoriumgebouw<br />
<strong>voor</strong> de faculteit Scheikundige Technologie<br />
(ST). Het was toen nog ongeveer vier keer zo<br />
lang als het gebouw dat er nu staat; het strekte<br />
zich uit tot bijna aan de Dorgelolaan. T-laag<br />
bood plaats aan zes grote en aan diverse kleine<br />
laboratoria. De <strong>voor</strong>zijde, het enige deel van het<br />
gebouw dat intact is gebleven, was vroeger de<br />
ontvangstruimte met een grote collegezaal. In<br />
1997 trok de faculteit ST eruit. TNO zat er daarna<br />
nog twee jaar in, maar toen ook die onderzoeksinstelling<br />
een nieuw onderkomen kreeg, kwam<br />
T-laag leeg te staan. In 2003 volgde het onvermijdelijke:<br />
sloop. Alleen het karakteristieke <strong>voor</strong>ste<br />
deel bleef overeind, om er een filmzaal in onder<br />
te brengen. In die tijd ontstaat in de projectgroep<br />
ook de naam De Zwarte Doos, gebaseerd op de<br />
karakteristieke zwarte kern van het gebouw.<br />
Buitenaanzicht van De Zwarte Doos, gezien vanaf het Limbopad.<br />
neutraal zijn, maar ‘s avonds moet het café<br />
een intieme sfeer uitademen. ‘Dat doe je<br />
<strong>voor</strong>al door met de verlichting te spelen’,<br />
legt Hofman uit.<br />
Bioscoop<br />
Het meest opmerkeljke element van de<br />
nieuwe <strong>voor</strong>ziening is de bioscoopzaal.<br />
Er is in Nederland slechts één andere<br />
universiteit met een vergelijkbare zaal, en<br />
dat is de Vrije <strong>Universiteit</strong> in Amsterdam,<br />
weet Corine Bolwerk, filmprogrammeur<br />
<strong>voor</strong> Studium Generale (SG). Zij doet<br />
momenteel de programmering van de<br />
films die SG vertoont in de Blauwe Zaal<br />
in het Auditorium. Straks zal ze zich gaan<br />
bezighouden met de filmkeuze <strong>voor</strong> De<br />
Zwarte Doos, in nauwe samenwerking met<br />
Plaza Futura. Dat is een zeer bijzondere<br />
constructie volgens Bolwerk. ‘<strong>Eindhoven</strong> is<br />
de eerste stad waarin zo’n samenwerking<br />
tussen een filmhuis en een universiteit<br />
plaatsvindt.’ De filmkeuze zal overigens<br />
niet veel gaan afwijken van de huidige programmering.<br />
De benadering en de filosofie<br />
blijven hetzelfde. ‘De meeste studenten<br />
die net gaan studeren kennen het gemiddelde<br />
bioscoopaanbod: veel Hollywood, veel<br />
mainstream’, aldus Bolwerk. ‘Wij proberen<br />
daar net iets andere geluiden en beelden<br />
naast te zetten; films die wat minder <strong>voor</strong>spelbaar<br />
zijn. Dat zijn <strong>voor</strong>al de meer toegankelijke<br />
arthouse-films. Onze doelstelling<br />
is niet het nieuwste van het nieuwste<br />
vertonen, we richten ons op spannend,<br />
boeiend en mooi. En dat kan ook een drie<br />
jaar oude film zijn.’ Pas in het volgende collegejaar<br />
gaan de eerste films draaien in De<br />
Zwarte Doos. De aanleiding hier<strong>voor</strong> is dat<br />
er in de zomermaanden geen filmprogrammering<br />
is. ‘We gaan full speed van start in<br />
september, bij het begin van het nieuwe<br />
collegejaar.’<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6 4 7
Machinekamer, controlekamer,<br />
torpedokamer.<br />
Wat is het zonder bovenkamer?<br />
Geavanceerde technologie staat of valt bij de kwaliteit van de mensen erachter.<br />
Met name bij krijgsmachtonderdelen als de marine, de luchtmacht en landmacht is het ontwikkelen<br />
van nieuwe technologieën sterk afhankelijk van hoog opgeleiden.<br />
Zonder bovenkamer geen torpedokamer bij<strong>voor</strong>beeld. Daarom hebben de marine, de landmacht en<br />
de luchtmacht in samenwerking met TNO iets in het leven geroepen. De HiTecMasterclass.<br />
Een post universitair programma van acht weken waarin je de kans krijgt om TNO en de krijgsmacht<br />
te leren kennen en kennis en vaardigheden uit kunt wisselen.<br />
Een uitwisselingsprogramma van bovenkamers zullen we maar zeggen.<br />
<strong>Meer</strong> weten? Kijk op www.hitecmasterclass.nl
5 0<br />
service<br />
nieuws<br />
STUDENTEN BIJ VPRO-QUIZ<br />
Een team van TU/e-studenten heeft in de<br />
universiteitsquiz van de VPRO, de UQ2006,<br />
glansrijk de equipe van de Radboud <strong>Universiteit</strong><br />
Nijmegen (RUN) verslagen. Ondanks de<br />
winst was het toch uitgesloten dat de TU/eploeg<br />
naar de finale ging. Dit doordat de<br />
universiteiten uit de eerste uitzending (Tilburg<br />
en Amsterdam) allebei al een hogere eindscore<br />
hadden dan de TU/e’ers. Het RUN-team wist<br />
de <strong>Eindhoven</strong>se vertegenwoordiging op twee<br />
van de vijf onderdelen te kloppen: algemene<br />
kennis en retorica. In de twee vakkennisrondes<br />
en in de doe-denkronde werd Nijmegen echter<br />
ruimschoots ingepakt door de drie <strong>Eindhoven</strong>se<br />
masterstudenten. Nadat alle vijf rondes<br />
doorlopen waren, stond er een duidelijk verschil<br />
op het scorebord: TU/e 104, RUN 73. Onlangs<br />
vond de finale plaats tussen Groningen en Delft.<br />
Het team van de RUG won de eerste wisselbeker.<br />
JAAP SCHOUTEN VOORZITTER<br />
HOOGEWERFF-FONDS<br />
TU/e-hoogleraar dr.ir. Jaap Schouten is sinds kort<br />
<strong>voor</strong>zitter van de stichting Hoogewerff-Fonds,<br />
die als doel heeft chemisch-technologisch onderzoek<br />
in Nederland te stimuleren. De stichting<br />
financiert twee deeltijdleerstoelen, waaronder<br />
de stoel ‘product-inspired chemical engineering’<br />
Automotive ondernemer van het jaar<br />
Het VPRO-team<br />
werd door het<br />
CvB onthaald met<br />
koffie en gebak.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
aan de TU/e. Verder geeft de stichting steun<br />
aan kleinschalige activiteiten zoals symposia<br />
en studiereizen, en kent ze af en toe prijzen toe<br />
aan mensen die uitblinken op het gebied van de<br />
chemische technologie.<br />
TWEE TU/e-TEAMS IN LAATSTE<br />
RONDE NEW VENTURE<br />
Twee teams van de TU/e hebben een plek veroverd<br />
in de laatste ronde van New Venture, een<br />
wedstrijd <strong>voor</strong> ondernemingsplannen. In totaal<br />
hebben 127 teams de haalbaarheid van hun<br />
innovatieve idee onderzocht. Tijdens de prijsuitreiking<br />
eind maart zijn de tien meest innovatieve<br />
en haalbare ideeën door Mark Rutte, staatsse-<br />
Het Britse Frost and<br />
Sullivan heeft het<br />
<strong>Eindhoven</strong>se researchbedrijf<br />
Drivetrain Innovations<br />
(DTI) uitgeroepen tot automotive<br />
ondernemer van het<br />
jaar. Dit omdat het bedrijf<br />
op vijf technologieën zeer<br />
innovatieve vindingen<br />
heeft gepatenteerd. Het<br />
Britse bedrijf dat adviseert<br />
in groeimarkten vindt<br />
Drivetrain Innovations<br />
pionierend op het gebied<br />
van technologie nodig <strong>voor</strong><br />
hybride auto’s.<br />
Op de foto vlnr de drie<br />
oprichters van DTI, Bas<br />
Vroemen, Alex Serrarens<br />
en Roëll Van Druten.<br />
cretaris van onderwijs, beloond met een cheque<br />
van duizend euro.De winnende ideeën behoren<br />
nu tot de tien finalisten waaruit in juni een beste<br />
plan wordt gekozen. Het eerste winnende project<br />
uit <strong>Eindhoven</strong> is Validus, een innovatief veiligheidslabel<br />
waarmee de echtheid van medicijnen<br />
geverifieerd kan worden. Teamleider is Robert<br />
Vrancken, student <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde. De<br />
tweede winnaar is Vakwerkfundering, een nieuwe<br />
funderingstechniek om fundering industrieel<br />
te produceren, van Bouwkundestudent Joost<br />
Huijgen.<br />
NIEUWE BOOT VOOR THÊTA<br />
De gloednieuwe boot (zeventien meter lengte)<br />
van studentenroeivereniging Thêta is recent<br />
door rector prof.dr.ir. Hans van Duijn gedoopt. De<br />
nieuwe boot luistert naar de naam ‘The golden<br />
jubilee’. Begeleid door een emmer water uit het<br />
<strong>Eindhoven</strong>s kanaal werd de nieuwe racejacht een<br />
behouden vaart toegewenst.<br />
De boot ter waarde van zo’n dertig mille is overigens<br />
al twee keer gebruikt. In maart nam een<br />
selectie van de beste Thêtanen, onder wie vier<br />
Olympiërs, op de Amstel deel aan de Heineken<br />
Vierkamp en de Head of the River. In het vervolg<br />
gaan <strong>voor</strong>al jonge en ambitieuze Thêtanen gebruikmaken<br />
van de moderne boot.<br />
ONDERZOEKER SCHENKT<br />
TU/e 25.000 DOLLAR<br />
Dr. Theo Hoeks, onderzoeker bij GE Plastics in<br />
Bergen op Zoom en winnaar van de GE Edison<br />
Award 2005, heeft de capaciteitsgroep Polymeer<br />
Technologie van TU/e-faculteit Scheikundige<br />
Technologie onlangs een geldbedrag van vijfentwintigduizend<br />
dollar geschonken. De winnaar<br />
van de Edison Award mag het bedrag schenken<br />
FOTO: BART VAN OVERBEEKE
aan een universiteit naar keuze. Hoeks is sinds<br />
oktober 2005 bezoekend wetenschapper bij<br />
de capaciteitsgroep van prof.dr. Piet Lemstra.<br />
Hij ontving de prijs en het daaraan verbonden<br />
geldbedrag <strong>voor</strong> zijn uitvinding van antistatisch<br />
Lexan, dat als basis dient <strong>voor</strong> Illuminex diffuse<br />
folies, één van GE’s nieuwste materiaalontwikkelingen,<br />
en <strong>voor</strong> een aantal andere toepassingen.<br />
Lexan trekt minimaal stof aan en behoudt<br />
daarbij eigenschappen als transparantie en<br />
hittebestendigheid. Ook ontwikkelde Hoeks<br />
twee nieuwe types Lexan <strong>voor</strong> gebruik in autoverlichting,<br />
die een betere balans bieden tussen<br />
de vloei-eigenschappen en hittebestendigheid<br />
en snellere cyclustijden en grotere productiviteit<br />
mogelijk maken. Daarnaast was hij mede-ontwikkelaar<br />
van het Lexan SLX-materiaal, een<br />
GE-product dat het mogelijk maakt om het dure<br />
uv-coatingproces te elimineren. Hoeks heeft<br />
in de vijftien jaar dat hij nu werkzaam is bij GE<br />
Plastics al meer dan vijfentwintig octrooien op<br />
zijn naam staan. De capaciteitsgroep Polymeer<br />
Technologie gaat zijn schenking gebruiken <strong>voor</strong><br />
de aanschaf van nieuwe apparatuur en zal er<br />
bestaande apparaten mee verbeteren, om zo<br />
verder onderzoek naar materiaaleigenschappen<br />
mogelijk te maken.<br />
SUPER TU/eSDAY BOUWKUNDE<br />
OVER BIJZONDER BOUWEN<br />
Van maandag 3 tot en met woensdag 5 juli zullen<br />
zo’n tweehonderd bouwkundigen deelnemen<br />
aan een internationaal congres over bijzondere<br />
en aanpasbare manieren van bouwen. Het<br />
driedaagse congres Adaptables2006 (www.<br />
adaptables2006.nl) is onderdeel van een breder<br />
programma dat de TU/e in het kader van haar<br />
vijftigste verjaardag organiseert. Dinsdag 4 juli<br />
is een Super TU/esday, een dag <strong>voor</strong> en door<br />
Nederlanders, vandaar Dutch Day. Naast een<br />
achttal lezingen, onder meer van de TU/e-alumni<br />
ir. Sjoerd Soeters en prof.dr.ir. Jo Coenen en eredoctor<br />
van de TU/e prof.ir. John Habraken, wordt<br />
agenda<br />
4 juli, 9.00 – 18.00 uur: Super TU/esday van<br />
de faculteit Bouwkunde. Voor meer informatie, zie<br />
elders op deze pagina en op www.50jaartue.nl/supertuesdays<br />
en www.adaptables2006.nl.<br />
4 september, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />
Opening van het academisch jaar.<br />
5 september: Super TU/esday van de faculteit<br />
Werktuigbouwkunde. Voor meer informatie, zie<br />
www.50jaartue.nl/supertuesdays.<br />
8 september, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />
Intreerede van prof.dr. Mark Peletier met de titel<br />
‘Variatie doet weten’. De tekst van de intreerede is<br />
op te vragen bij het Communicatie Service Centrum,<br />
tel. 040 247 2278.<br />
er ook een buitenexpositie Adaptables gehouden,<br />
die gratis toegankelijk is. Bekende kunstenaars<br />
laten hun visie zien op aanpasbaarheid en flexibiliteit.<br />
Onder die kunstenaars bevinden zich<br />
Jurgen Bey met zijn mobiele Blobpaviljoen en<br />
wiskundig kunstenaar Rinus Roelofs met ruimtelijke<br />
constructies. TU/e-studenten presenteren<br />
onder leiding van universitair docent ir. Arno<br />
Pronk een opblaasbare ring aan de karakteristieke<br />
TU/e-schoorsteen op vijftig meter hoogte.<br />
Nederlands is de voertaal tijdens deze Dutch Day.<br />
Het programma, dat van start gaat om 9.00<br />
uur en eindigt met een feestelijk diner in het<br />
DAF-museum vanaf 18.00 uur, wordt inclusief<br />
lunch en koffie/thee kosteloos aangeboden aan<br />
de Nederlandse bouwwereld. Voor deelname<br />
aan het diner bedragen de kosten 75 euro.<br />
Toegangskaarten worden na ontvangst van dit<br />
bedrag per e-mail verzonden. Belangstellenden<br />
kunnen zich <strong>voor</strong> de Super TU/esday aanmelden<br />
op de website www.DutchDay.nl. Na inschrijving<br />
wordt per e-mail een toegangskaart toegestuurd.<br />
Er zijn maximaal vierhonderd kaarten beschikbaar.<br />
WHERE INNOVATION STARTS<br />
Recent heeft de TU/e een brochure uitgebracht<br />
(‘Where innovation starts’) waarin verschillende<br />
onderzoeksgebieden van de TU/e over het voetlicht<br />
komen. Vijf wetenschappers vertellen over<br />
hun werk en hun ervaringen met het werkklimaat<br />
en de cultuur op de TU/e. In een kleine bijbehorende<br />
brochure staan feiten en cijfers van de TU/<br />
e vermeld. Heeft u interesse in deze brochure?<br />
Dan kunt u een mailtje sturen naar csc@tue.nl.<br />
14 september, 15.30 – 18.30 uur,<br />
Kennispoort: Meet & Match, bijeenkomst <strong>voor</strong><br />
startende ondernemers en (middelgrote) bedrijven.<br />
Voor meer informatie zie pagina 2 van deze editie en<br />
www.kennispoort.nl.<br />
22 september, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />
Intreerede van prof.dr. Remco van der Hofstad.<br />
De tekst van de intreerede is op te vragen bij het<br />
Communicatie Service Centrum,<br />
tel. 040 247 2278.<br />
1 oktober, hele dag, TU/e-terrein:<br />
Publieksdag van de TU/e. Voor meer<br />
informatie, zie www.tue.nl/publieksdag.<br />
Op 2 mei was premier Balkenende in <strong>Eindhoven</strong> in<br />
het kader van ‘Brainport Navigator’. Een van de hoogtepunten<br />
van deze ontmoeting was een dialoog met<br />
enkele technostarters van de TU/e. Op de foto met ir.<br />
Erik-Jan van der Linden van Dolphys Medical (links),<br />
burgemeester Sakkers (midden).<br />
BIJEENKOMST ‘WOMEN IN SCIENCE’<br />
De TU/e wil graag meer vrouwelijke wetenschappers<br />
in hogere functies benoemen. Daarom<br />
is het afgelopen najaar een internationale wervingscampagne<br />
gestart om vrouwelijk talent<br />
aan te trekken. De TU/e biedt vijf vrouwen een<br />
zogenaamde tenure track, waarin zij zes jaar<br />
lang worden begeleid op een groeipad van universitair<br />
docent naar associate professor.<br />
In het najaar 2006 worden de vijf vrouwelijke<br />
talenten officieel verwelkomd tijdens een<br />
feestelijke bijeenkomst met een gevarieerd programma.<br />
Het discussiethema is ‘vrouwen in de<br />
wetenschap’. De nadruk ligt op de vraag hoe je<br />
als universiteit deze vrouwen kunt stimuleren en<br />
behouden. Kijk <strong>voor</strong> meer informatie of aanmelding<br />
om deze bijeenkomst bij te wonen op www.<br />
tue.nl/women-in-science.<br />
M A T R I X / 2 / 2 0 0 6<br />
5 1
<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong><br />
Den Dolech 2<br />
Postbus 513<br />
5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />
Telefoon (040) 247 91 11<br />
e-mail: <strong>voor</strong>lichting@tue.nl<br />
Internet: http://www.tue.nl<br />
Jan Carmeliet<br />
Er schuilt<br />
schoonheid<br />
in het juiste<br />
ontwerp