21.08.2013 Views

Promoveren? - Technische Universiteit Eindhoven

Promoveren? - Technische Universiteit Eindhoven

Promoveren? - Technische Universiteit Eindhoven

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Promoveren</strong>?<br />

1


Voorwoord<br />

Dit informatieboekje is bestemd voor vierjarige promovendi verbonden aan de<br />

<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> (TU/e) en voor diegenen die overwegen promovendus<br />

te worden. Het is een uitgave van de Promovendi Vereniging <strong>Eindhoven</strong><br />

(PromoVE) en de Dienst Personeel en Organisatie (DPO) van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

<strong>Eindhoven</strong>.<br />

Boekjes zijn te verkrijgen bij de P-adviseurs van iedere faculteit, het kantoor van<br />

PromoVE of het Bureau Promoties en Plechtigheden:<br />

PromoVE<br />

Hoofdgebouw 0.24, postvak 30<br />

Postbus 513<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

Telefoon: 040 – 247 5009<br />

E-mail: promove@tue.nl<br />

Website: www.tue.nl/promove<br />

Bureau voor Promoties en Plechtigheden<br />

Hoofdgebouw 0.13<br />

Postbus 513<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

Telefoon: 040 – 247 5505/5520<br />

Telefax: 040 – 2454175<br />

E-mail: penp@ tue.nl<br />

Voor opmerkingen over de inhoud graag wenden tot de Promovendi Vereniging<br />

<strong>Eindhoven</strong>, e-mail adres promove@tue.nl. Deze tekst is ook te vinden op internet via<br />

de homepage van PromoVE (www.tue.nl/promove).<br />

Tekstverzorging: Karin Gradussen en Ellen Verheijen, november 1994.<br />

Herziening: Anneloes Meijnders, Niels Noordhoek en Jeroen Jonkers,<br />

november 1996.<br />

Tweede herziening: Niels Noordhoek en Martijn Klabbers, oktober 1999.<br />

Derde herziening: Dirk-Jan Voorn en Dié Gijsbers, november 2004<br />

3


Inhoudsopgave<br />

I. Algemene informatie over het promovendi-stelsel<br />

§ 1. Wat is een promovendus 4<br />

§ 2. Wat zijn de taken van de promovendus? 5<br />

§ 3. Status en positie van de promovendus/OiO 5<br />

II. Fasen die je als promovendus doorloopt<br />

§ 4. Een fictief voorbeeld 7<br />

III. De keuze voor een promotieplaats<br />

§ 5. Wie is er geschikt voor een promotie? 8<br />

§ 6. Waarom kies je voor een promotie? 8<br />

IV. Planning en begeleiding<br />

§ 7. Het Opleidings- en BegeleidingsPlan 9<br />

§ 8. De onderzoeksopzet / het onderzoeksplan 9<br />

§ 9. De begeleiding 10<br />

§ 10. Het volgen van onderwijs 10<br />

§ 11. Het Studenten Service Centrum (STU) 10<br />

V. De rechtspositie en arbeidsvoorwaarden<br />

§ 12. Dienstverband 12<br />

§ 13. Beoordeling 12<br />

§ 14. Salaris 13<br />

§ 15. Vergoeding van reis- en verhuiskosten 13<br />

§ 16. Verhuisplicht 14<br />

§ 17. Ziektekosten 14<br />

§ 18. Pensioen 14<br />

§ 19. Verlenging 15<br />

§ 20. Werkloosheidsuitkering 15<br />

§ 21. Problemen en geschillen 15<br />

VI. Procedures en regels rond het promoveren<br />

§ 22. Het drukken van het proefschrift 16<br />

§ 23. Het ISBN-nummer en de TU/e-CIP-gegevens 16<br />

§ 24. De Promotie 16<br />

VII. Financiën rond het promoveren<br />

§ 25. Onderzoekskosten 18<br />

§ 26. Reisbeurzen 18<br />

§ 27. Promotiekosten 19<br />

VIII. Op zoek naar een baan<br />

§ 28. Het Studenten Service Centrum (STU) 20<br />

§ 29. EUFLEX 20<br />

§ 30. Ingenieurs Uitzend Combinatie (IUC) 21<br />

IX. Diversen<br />

§ 31. De mentor/vertrouwenspersoon 23<br />

§ 32. Sport 23<br />

§ 33. Ouder- en zwangerschapsverlof 24<br />

4


§ 34. Woonruimte 24<br />

§ 35. Bestuurswerk 24<br />

X. Promovendi-organisaties<br />

§ 36. Over het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) 25<br />

§ 37. Over de Promovendi Vereniging <strong>Eindhoven</strong> (PromoVE) 25<br />

XI. Bijlagen<br />

§ 38. Waar kan ik wat vinden? 26<br />

§ 39. Onderzoeksscholen 27<br />

§ 40.Opleidings- en BegeleidingsPlan 27<br />

§ 41. Procedures rond de werkloosheidsuitkering 29<br />

XII. Referenties<br />

5


I. Algemene informatie over het promovendi-stelsel<br />

§1. Wat is een promovendus<br />

De promovendus is als functiebenaming voortgekomen uit de universitaire functieordening<br />

(UFO) van 2003. Voorheen werden de promovendi AiO’s genoemd, wat staat<br />

voor Assistent in Opleiding. In het oude stelsel waren er twee soorten AiO’s: de<br />

tweejarige AiO’s en vierjarige AiO’s. De tweejarige AiO verbonden aan de <strong>Technische</strong><br />

<strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> zal verder niet behandeld worden in dit informatieboekje.<br />

Meer informatie hierover is te vinden bij het Stan Ackermans instituut.<br />

De vierjarige promovendi worden opgeleid tot zelfstandig onderzoeker. Zij ronden<br />

hun onderzoek na vier jaar af met een promotie. Er bestaat de mogelijkheid om part<br />

time te promoveren: met een vierdaagse werkweek kun je in vijf jaar promoveren.<br />

Een variant op de vierjarige promovendus is de OiO: de Onderzoeker in Opleiding.<br />

OiO’s zijn promovendi die worden gefinancierd via de zogenaamde “tweede geldstroom”,<br />

door niet-commerciële stichtingen zoals NWO (Nederlandse organisatie voor<br />

Wetenschappelijk Onderzoek). NWO heeft een aantal stichtingen onder zich die elk<br />

een vakgebied omvatten, zoals FOM (Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der<br />

Materie), STW (Stichting voor de <strong>Technische</strong> Wetenschappen), SMC (Stichting<br />

Mathematisch Centrum) of het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der<br />

Zee). OiO’s zijn meestal formeel in dienst van een dergelijke stichting, maar worden<br />

aangenomen door een universiteit (zij worden niet benoemd door de stichting maar<br />

door de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>). Net als de promovendi werken zij bij een<br />

vakgroep. Het aantal OiO’s is over de loop van de jaren sterk gedaald omdat de arbeidscontracten<br />

veelal bij de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> ondergebracht worden,<br />

waardoor het verschil tussen OiO’s en promovendi in de praktijk is verdwenen.<br />

Het promotie-stelsel vloeit voort uit de twee-fasenstructuur. Wie de Bachelor-Master<br />

(BA-MA) heeft doorlopen, heeft een afgeronde academische opleiding en mag zich<br />

naast drs, ir of mr ook Master of Science noemen (M.Sc.). Voor de zogenaamde<br />

tweede fase zou eerst een apart stelsel worden opgezet, dat een meer wetenschappelijke<br />

verdieping van de studie zou moeten bieden. Uiteindelijk is besloten om de<br />

tweede fase te combineren met de oude promotieplaatsen van de Wetenschappelijke<br />

Assistenten. Na de universitaire functie ordening (UFO) van 2003, is de functie van<br />

promovendus ontstaan. Gevolg hiervan is dat de promovendus een tijdelijk dienstverband<br />

van vier jaar aan de universiteit krijgt als westenschappelijk medewerker. Omdat<br />

de promovendus deels in opleiding blijft is vastgelegd dat binnen 3 maanden na de<br />

aanstelling aan de instelling een opleidings- en begeleidingsplan (OBP) gemaakt dient<br />

te worden. Hierin geven de promotor en de promovendus een opleidingstraject aan<br />

dat gedurende het promotietraject gevolgd gaat worden. Regels rond de aanstelling als<br />

promovendus zijn te vinden in de CAO Nederlandse <strong>Universiteit</strong>en (1 jan. 2004 - 31<br />

aug. 2004) met name artikelen 4.3, 4.4 en 15.16 onder vermelding van ‘Bijzondere<br />

bepalingen voor assistenten in opleiding’.<br />

In deze brochure wordt alleen over vierjarige promovendi gesproken, tenzij anders<br />

vermeld.<br />

6


§2. Wat zijn de taken van de promovendus?<br />

Een promovendus houdt zich met drie dingen bezig:<br />

1. het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en communiceren van kennis<br />

(bijv. op congressen of in wetenschappelijke tijdschriften). Het onderzoek behoort<br />

uit te monden in een proefschrift;<br />

2. het geven van onderwijs (of het verrichten van andere werkzaamheden, zoals<br />

commissies of bestuurswerk, zie §35);<br />

3. het volgen van opleiding/cursussen.<br />

Onderzoek<br />

Van deze drie taken is de eerste de belangrijkste; deze geeft de nodige ervaring die<br />

een zelfstandig onderzoeker nodig heeft. Invulling van deze taak is afhankelijk van het<br />

vakgebied. Als je wilt weten wat het inhoudt om in een bepaald vakgebied werkzaam te<br />

zijn, vraag dat dan aan medewerkers in dat specifieke vakgebied.<br />

Onderwijs<br />

Voor de tweede taak is een bij CAO gesteld maximum van per jaar 25% van het<br />

dienstverband, dus een totale duur van een jaar. De faculteiten van de TU/e hanteren<br />

echter een minimum van 10 %. Behalve het geven van onderwijs, kan dit ook inhouden<br />

dat de promovendus stagiaires of afstudeerders begeleidt. Voor OiO’s is een<br />

wettelijk maximum 10% van het dienstverband, maar zij worden in veel gevallen<br />

vrijgesteld van het geven van onderwijs.<br />

Opleiding<br />

Het volgen van onderwijs is niet alleen een verplichting, maar ook een recht. Daarnaast<br />

is mogelijk dat een deel van het onderwijs binnen het kader van een onderzoeksschool<br />

gevolgd wordt. De te volgen opleidingen kunnen zowel binnen als buiten het<br />

onderwerp van de promotie vallen. In het OBP kunnen de gewenste opleidingen<br />

aangegeven worden. Vraag bij de sollicitatie altijd naar het cursusprogramma en naar<br />

wat er van je wordt verwacht op dit punt. In de praktijk zal het zwaartepunt van het<br />

volgen van onderwijs in de eerste twee jaar van het promotietraject liggen en die van<br />

het geven van onderwijs in het derde en, in mindere mate, het laatste jaar.<br />

§3. Status en positie van de promovendus/OiO<br />

De promovendus behoort tot het wetenschappelijk personeel van de universiteit en<br />

heeft als zodanig dezelfde rechten en plichten als het andere tijdelijk wetenschappelijk<br />

personeel. Deze rechten en plichten komen in grote lijnen overeen met die van de<br />

stichting waaraan de OiO is verbonden. Zo is bijvoorbeeld de regeling voor<br />

werkloosheidskering gelijk, maar er zijn ook verschillen. Naast genoemde verschillen<br />

tussen promovendi en OiO’s in §1 zijn er nog drie verschillen t.a.v. de formele status.<br />

OiO’s die in dienst zijn van NWO zijn ambtenaar, maar OiO’s die in dienst zijn van<br />

andere stichtingen niet. Het feit dat OiO’s geen dienstverband hebben met de TU/e<br />

7


etekent dat op OiO’s niet automatisch allerlei universitaire regelingen van toepassing<br />

zijn, met name waar het gaat om vergoeding van onderzoekskosten en promotiekosten.<br />

Hiervoor zijn ze aangewezen op de stichting, waar ze in dienst zijn. Het<br />

tweede verschil is vooral van belang voor de verzekering van ziektekosten. Promovendi<br />

moeten zich particulier verzekeren, terwijl OiO’s niet in dienst van NWO gebruik<br />

kunnen maken van het ziekenfonds. Voor meer informatie over ziektekosten, zie §17.<br />

Het derde verschil betreft het geven van onderwijs. OiO’s worden vaak vrijgesteld van<br />

het geven van onderwijs. Welke regeling wel en welke niet van toepassing is op de OiO<br />

is belangrijk om vooraf uit te zoeken, omdat het niet altijd duidelijk is wie er voor iets<br />

verantwoordelijk is: de TU/e of de stichting. Gevolg kan zijn dat de OiO tussen wal en<br />

schip belandt.<br />

8


II. Fasen die je als promovendus doorloopt<br />

§4. Een fictief voorbeeld<br />

Om je een idee te geven, welke fasen je als promovendus doorloopt, volgt nu een<br />

fictief voorbeeld. Dit voorbeeld is gebaseerd op ervaringen van promovendi.<br />

Mijn naam is Lara Varant en ik ben in Augustus 2004 gepromoveerd na vier jaar lang<br />

promovendus geweest te zijn. Ik wilde mijn specialisme in een bepaald vakgebied wat verder<br />

uitdiepen en daarom koos ik voor promoveren. In vier jaar is er heel wat gebeurd. De eerste<br />

maanden waren ingrijpend. Opeens werkte ik vijf dagen in de week en kreeg ik te maken<br />

met allemaal nieuwe mensen op een faculteit. O ja, ik moest natuurlijk eerst worden<br />

aangenomen. Ik had weliswaar niet veel concurrentie, maar de eisen die gesteld werden<br />

waren hoog. Uiteindelijk was ik zeer blij dat ik het toch geworden was. Ik moest eerst de<br />

TU/e leren kennen, want ik kwam uit Delft. Het terrein van de TU/e leek eerst wel een<br />

doolhof, maar na een paar weken kon ik de gebouwen redelijk goed van elkaar onderscheiden.<br />

Niet dat ik die gebouwen ook van binnen heb bekeken, want ik bracht veel tijd door in<br />

de onderzoeksruimte bij de faculteit Elektrotechniek. Aan het feit dat ik vier jaar lang met<br />

hetzelfde bezig zou zijn, moest ik eerst wel even wennen, maar het onderwerp van mijn<br />

onderzoek was dermate boeiend, dat ik daar snel overheen was. De buitenlandse conferenties<br />

(en bijbehorende vakanties) hielpen daar zeker bij. Bovendien heb je veel vrijheid in het<br />

werk en het gaf me een goed gevoel om met mijn ‘eigen’ onderzoek bezig te zijn. Om het<br />

onderzoek in goede banen te leiden en er voor te zorgen dat de voortgang werd bewaakt,<br />

werd er in het begin van mijn dienstverband een Opleidings- en BegeleidingsPlan (OBP)<br />

opgesteld. Dit plan kreeg later nadere invulling en werd per jaar, waar nodig, bijgesteld. Na<br />

ongeveer een jaar was er een formele beoordeling. Ik vond het op zich prettig dat er samen<br />

met mij gekeken werd hoe de zaken er voor stonden en om zo te weten dat ik op de goede<br />

weg zat. Na het tweede jaar had ik even een inzinking, ik zag het onderzoek niet meer zo<br />

zitten en zat vast. De vrijheid in het project werd me op dat moment teveel. Ik hoorde van<br />

andere promovendi dat zij ook een moment van vertwijfeling hebben gehad. Ik ben toen met<br />

mijn begeleider gaan praten en samen zijn we er gelukkig uitgekomen. In deze periode heb<br />

ik veel gehad aan andere promovendi bij de TU/e, gewoon voor een stukje steun en herkenning.<br />

Later begreep ik dat ik toen meer eigen verantwoordelijkheid ben gaan nemen. Wat ik<br />

ook lastig vond, was de verdeling van onderzoek doen, les geven en onderwijs volgen. Ik moest<br />

dit echt in de gaten houden anders ging het onderwijs volgen ten koste van mijn onderzoek.<br />

Na het derde jaar begon ik uit te kijken naar het einde van mijn promotie. Het viel me op<br />

dat er een hoop regeltjes waren, die ik toen moest volgen om er voor te zorgen, dat ik op tijd<br />

kon promoveren: een datum een half jaar voor je promotie vaststellen, geld regelen etc. Ik<br />

heb deze vier jaar ervaren als een investering in mezelf en ben er trots op dat ik de proeve<br />

van bekwaamheid voor zelfstandig onderzoeker heb doorstaan en nu ben gepromoveerd.<br />

9


III. De keuze voor een promotieplaats<br />

§5. Wie is er geschikt voor een promotie?<br />

Een succesvol afgeronde studie aan een universiteit is één van de voorwaarden om te<br />

gaan promoveren. Dit betekent meestal dat je moet solliciteren naar een dienstverband<br />

als promovendus. Als je hiervoor kiest, moet je je afvragen of jij met je capaciteiten<br />

en beperkingen wel geschikt bent voor de functie van promovendus. De volgende<br />

beschrijving past wellicht goed bij een geschikte kandidaat. In de voorafgaande studiejaren<br />

heb je meer dan gemiddelde studieresultaten behaald. Je bent vooral nieuwsgierig<br />

naar de ontwikkeling van theorie en je wilt daaraan bijdragen. Je bent niet gauw<br />

tevreden met een antwoord en bent meer gericht op resultaten op langere termijn<br />

dan op snelle antwoorden. Je bent in staat jouw werk goed te overzien en te organiseren.<br />

Ook door de haast onvermijdelijke eenzame en saaie perioden van het onderzoek<br />

laat je je dankzij je doorzettingsvermogen niet uit het veld slaan. Een onderzoeksbaan<br />

is geen baan van negen tot vijf. Er zijn promotieplaatsen waar het onderzoek kan<br />

worden uitgevoerd met een gemiddelde inzet van 40 uur per week, maar ook dan<br />

moet je bereid zijn in bepaalde perioden over te werken. De financiële beloning is<br />

zeker in het begin van je promotietraject iets lager dan in het bedrijfsleven en dat kan<br />

voor sommigen een bezwaar zijn. Het is ook de vraag of promotiewerk te combineren<br />

is met het krijgen en verzorgen van kinderen. Op zich biedt een promotieplaats erg<br />

veel vrijheid, maar binnen het ene onderzoek zal dat gemakkelijker te regelen zijn,<br />

dan binnen het andere. <strong>Promoveren</strong> is een veeleisende baan en kost dus veel tijd en<br />

energie.<br />

§6. Waarom kies je voor een promotie?<br />

Er zijn verschillende redenen waarom iemand promovendus wil worden. Na je<br />

promotie kan je meer kansen hebben op de arbeidsmarkt omdat je over een bredere<br />

theoretische basis beschikt en al over enige ervaring beschikt. Of misschien wil je je<br />

nog niet helemaal binden aan een werkgever. Daar staat tegenover dat je vier tot vijf<br />

jaar ouder bent en sommige bedrijven willen juist jonge academici. Wanneer je aan<br />

een universiteit wilt werken is de opleiding tot zelfstandig onderzoeker in de vorm van<br />

een promotie onontbeerlijk. Belangrijk is in ieder geval dat je interesse hebt in het<br />

doen van onderzoek en het verdiepen in een specialisatie.<br />

10


IV. Planning en begeleiding<br />

Een heikel punt in het promovendusschap is de planning en begeleiding. Het onderzoek<br />

is weliswaar een proces dat veel vrijheid vraagt, maar dat hoeft niet te betekenen<br />

dat je lange tijd stuurloos moet ploeteren. Om wat meer houvast te geven aan het<br />

onderzoek zijn er een aantal voorzieningen ingesteld.<br />

§7. Het Opleidings- en BegeleidingsPlan<br />

Een belangrijk document voor iedere promovendus is het Opleidings- en<br />

BegeleidingsPlan (OBP). Dit dient binnen drie maanden na het ingaan van het<br />

dienstverband te zijn opgesteld. In een OBP worden de voornaamste zaken rond de<br />

werkzaamheden vastgelegd. Het betreft met name:<br />

· de onderzoeksopzet,<br />

· afspraken over de begeleiding en<br />

· het te volgen onderwijs.<br />

Mochten er in de loop van het dienstverband problemen ontstaan, dan geeft het OBP<br />

houvast. Het is daarom van groot belang om duidelijke afspraken te maken en die in<br />

het OBP vast te leggen. Het opstellen van dit plan is een cruciaal moment. Een<br />

uitwerking van de onderdelen van het OBP vind je in §40. Drie onderdelen uit de<br />

globale taakomschrijving van het OBP komen in de volgende paragrafen aan de orde.<br />

§8. De onderzoeksopzet / het onderzoeksplan<br />

Het onderwerp voor een promotieplaats wordt doorgaans vooraf vastgesteld en pas<br />

nadat dat is gebeurd kunnen kandidaten naar de promotieplaats solliciteren. Je<br />

solliciteert dus niet alleen naar een plaats, maar ook naar een onderwerp. Het is dan<br />

altijd afwachten of er onderwerpen voorhanden zijn die je interesseren en waar je ook<br />

voldoende in thuis bent of kunt raken. Deze werkwijze is allereerst bedoeld om zeker<br />

te zijn van aansluiting bij lopend onderzoek en dus deskundigheid bij de begeleiding.<br />

Bovendien bespaart het de promovendus tijd, omdat hij/zij niet zelf een onderzoek op<br />

poten moet zetten. Dit voordeel blijkt in de praktijk beperkt, omdat de promovendus<br />

zich immers toch moet inwerken in het onderwerp en niet altijd de kans krijgt om<br />

een onderwerp te kiezen waar hij/zij al enigszins vertrouwd mee is. Bovendien kan de<br />

opzet in de uiteindelijke uitvoering sterk veranderen.<br />

Het is belangrijk om de onderzoeksopzet vooraf kritisch door te nemen en eventueel<br />

aan onafhankelijke derden voor te leggen. Waar de opzet erg globaal of tegenstrijdig is<br />

kan het zeer nuttig zijn om de bedoeling van de opstellers en/of de promotor te<br />

achterhalen en tijd te nemen voor het nader uitwerken van het onderwerp. In een<br />

klein aantal gevallen wordt men bij advertentie uitgenodigd om met een eigen<br />

onderzoeksopzet te komen. Het is in zulke gevallen handig om aansluiting te zoeken<br />

bij de onderzoeksprogrammas of zwaartepunten van de betreffende vakgroep en om<br />

een onderwerp uit te kiezen waar je al vertrouwd mee bent, bijvoorbeeld omdat je<br />

afgestudeerd bent op dat onderwerp.<br />

11


§9. De begeleiding<br />

Begeleiding tijdens het promotieonderzoek is belangrijk. Een promovendus heeft<br />

zelfs recht op begeleiding. Het is belangrijk om met een vaste frequentie contact te<br />

hebben met de begeleider en een bepaalde frequentie van begeleidingsgesprekken<br />

vast te leggen in het OBP. Dat geeft iets om op terug te vallen. Bovendien kan het<br />

nuttig zijn vooraf te informeren hoeveel promovendi de toekomstige promotor al<br />

heeft. Is dit aantal erg groot dan kan de omvang en kwaliteit van de begeleiding in<br />

gevaar komen. Ook kan het goed zijn om te gaan praten met mensen die bij je<br />

toekomstige promotor promoveren of zijn gepromoveerd, om in te schatten hoe jouw<br />

begeleiding in de praktijk zal uitpakken.<br />

Om te voorkomen dat de kwaliteit van de begeleiding in gevaar komt, wordt er meestal<br />

een tweede begeleider aangesteld: de co-promotor. Zo’n begeleider is vaak een<br />

universitair (hoofd)docent, die vermoedelijk iets beter beschikbaar en bereikbaar zal<br />

zijn. Wanneer de promotor het onderwerp van het proefschrift niet zo sterk beheerst<br />

is een aparte begeleider, die beter in het onderwerp thuis is, onontbeerlijk. Afspraken<br />

over een aparte begeleider en over omvang en vorm van de door hem of haar te<br />

verschaffen begeleiding, kunnen het beste al in het OBP worden vastgelegd.<br />

§10. Het volgen van onderwijs<br />

Als promovendus besteed je een deel van de tijd aan het volgen van cursussen. Dit kan<br />

als belastend ervaren worden, maar geeft je ook de ruimte om je te specialiseren in<br />

bepaalde vakken. Voor meer informatie over het onderwijs zie §2. De meeste<br />

onderzoeksgroepen of faculteiten zijn aangesloten bij netwerken of onderzoeksscholen,<br />

die het tweede fase onderwijs verzorgen. Zorg dat je daar in het begin van je<br />

promovendusschap informatie over opvraagt bij andere promovendi, die aangesteld<br />

zijn bij de onderzoeksgroep of faculteit. Voor een aantal algemene cursussen kun je<br />

informatie opvragen bij het STU (zie §11).<br />

§11. Het Studenten Service Centrum (STU)<br />

Studenten, promovendi en TwAiO’s kunnen bij het STU terecht met uiteenlopende<br />

vragen, vanaf het moment van eerste inschrijving tot 1 jaar na afstuderen c.q. promoveren.<br />

Het STU beschikt over een servicedesk en een infotheek en is gevestigd in het<br />

hoofdgebouw (HG 0.72). Bij de servicedesk kun je terecht met vragen over alle<br />

diensten die het STU biedt. Al naar gelang je vraag word je door de medewerkers van<br />

de servicedesk direct geholpen of wordt er een afspraak gemaakt met één van de<br />

adviseurs van het STU.<br />

Je kunt bij het STU terecht met vragen op het gebied van:<br />

· Studentenadministratie (in-/ uitschrijving, diploma)<br />

· Trainingen en individuele ondersteuning op het gebied van studievaardigheden,<br />

communicatieve, sociale, groeps- en presentatievaardigheden en solliciteren<br />

· Individuele begeleiding van studenten, promovendi en TwAiO’s in geval van<br />

studieproblemen, persoonlijke problemen en handicap (bijv. dyslexie)<br />

12


· Coördinatie Algemene Introductiedagen<br />

· Toelating studenten (HBO, buitenlandse studenten)<br />

· OWinfo, w.o. de studievoortgangs, aanmelden tentamens, adreswijzigingen, e.d.<br />

· Studiefinanciëring en beurzen<br />

· Klachtregistratie en –afhandeling<br />

· Opleidingsrelevante trainingen<br />

· International Relations Office<br />

In de infotheek van het STU is documentatie aanwezig over diverse studies en<br />

beroepen alsmede vacaturekranten en een vacaturewand. Daarnaast worden elk half<br />

jaar nieuwe activiteiten georganiseerd omtrent loopbaanadvisering en –begeleiding,<br />

zoals oefensollicitatiegesprekken met een recruiter, sollicitatietrainingen, zelfassessment<br />

trainingen, de workshop assessment center enz. Meer informatie<br />

hierover en voor het aanmelden voor een van de trainingen zie de website van STU<br />

(www.tue.nl/nl/diensten/stu).<br />

Naast verschillende trainingen op het gebied van studievaardigheden, communicatieve,<br />

sociale, groeps- en presentatievaardigheden en solliciteren biedt het STU ook de<br />

mogelijkheid voor individuele begeleiding bij verschillende vragen. De<br />

studentenadviseurs van het STU werken kortdurend en oplossingsgericht, waarbij het<br />

streven is een maximum aantal gesprekken van 5 per persoon (per vraag) te hanteren.<br />

Heb je interesse maak dan een afspraak met één van de studentenadviseurs via de<br />

servicedesk van het STU. Dit kun je doen door langs te komen of te bellen.<br />

De openingstijden van de servicedesk zijn op werkdagen van 8.30-17.00, ook tijdens de<br />

vakantieperiodes.<br />

Studenten Service Centrum,<br />

Hoofdgebouw 0.72,<br />

Tel. 040-2478015,<br />

Internet: www.tue.nl/nl/diensten/stu<br />

13


V. De rechtspositie en arbeidsvoorwaarden<br />

De op promovendi betrekking hebbende regelingen kunnen in het bestek van deze<br />

brochure slechts in hoofdlijnen worden beschreven. Meer informatie is verkrijgbaar<br />

bij de personeelsadviseur van je faculteit.<br />

§12. Dienstverband<br />

Een promovendus krijgt formeel een dienstverband voor vier jaar. Een dienstverband<br />

in deeltijd is ook mogelijk, zolang de totale tijd niet de 5 jaar overschrijdt. Verlenging<br />

van het dienstverband van vier jaar is mogelijk in gevallen waarbij daartoe naar het<br />

oordeel van de werkgever redelijkerwijs aanleiding bestaat. Verlenging geschiedt voor<br />

ten hoogste één jaar. Het salaris gedurende de verlenging is gelijk aan dat in het<br />

vierde jaar.<br />

Het is aan te raden verlenging aan te vragen, als je denkt je proefschrift niet op tijd af<br />

te hebben, anders moet je een werkloosheidsuitkering aanvragen. Je ontvangt overigens<br />

ook werkloosheidsuitkering als je niet aansluitend op je promotie een baan hebt.<br />

§13. Beoordeling<br />

Het wordt door de CAO voorgeschreven (art. 15.16 lid 3 van de CAO) dat de promovendus<br />

na het eerste jaar wordt beoordeeld. De faculteiten zijn echter vrij om vaker te<br />

beoordelen. Daarbij wordt, aan de hand van het verrichte werk in het verstreken jaar,<br />

bekeken of het waarschijnlijk is dat de promovendus binnen de gestelde tijd zal<br />

promoveren. Dit bepaalt of de promovendus door mag gaan met het onderzoek. Een<br />

positieve beoordeling brengt voor de vakgroep de inspannings-verplichting met zich<br />

mee om de promovendus tot promotie te brengen. Deze in de CAO vastgelegde<br />

inspanningsverplichting houdt in dat de vakgroep een duidelijke verantwoordelijkheid<br />

op zich neemt met betrekking tot de begeleiding, de financiële middelen en de andere<br />

omstandigheden die bepalend zijn voor het slagen van de promotie binnen de gestelde<br />

tijd.<br />

De beoordelings-procedure is nauwkeurig omschreven en garandeert dat de promovendus<br />

de kans heeft om zijn standpunt naar voren te brengen. Het is belangrijk om<br />

te weten dat de promovendus niet zelf bij het opmaken van de beoordeling aanwezig<br />

is. Er wordt over hem gesproken door de personeelsadviseur van de faculteit en de<br />

directe begeleider. Tijdens dit gesprek wordt een beoordelingsformulier ingevuld.<br />

Vervolgens wordt de beoordeling door de begeleiders met de promovendus besproken.<br />

Als hij/zij kennis heeft genomen van de inhoud van de beoordeling, dan kan het<br />

beoordelingsformulier getekend worden. Als de promovendus het met de beoordeling<br />

oneens is, kan hij/zij tegen de beoordeling schriftelijk bedenkingen indienen, dit moet<br />

echter wel binnen twee weken na het beoordelingsgesprek gebeuren. Zo niet dan<br />

wordt de beoordeling definitief vastgesteld. Een volledige beschrijving van de<br />

beoordelingsprocedure is te verkrijgen bij de personeelsadviseur van de faculteit. In de<br />

praktijk wordt deze procedure niet altijd gevolgd; er zijn faculteiten die alleen een<br />

formele beoordeling houden als de promovendus niet goed functioneert. Het is<br />

14


echter belangrijk om een gemotiveerd oordeel op papier vastgelegd te hebben, zoals<br />

de procedure eigenlijk wil, ook wanneer de beoordeling gunstig uitvalt. Bij latere<br />

moeilijkheden is er dan iets om op terug te vallen.<br />

Bij beëindiging van het dienstverband, eventueel bij tussentijdse beëindiging van het<br />

dienstverband, wordt een getuigschrift aan de promovendus uitgereikt. Hierin staat in<br />

elk geval een kort overzicht van het verrichte onderzoek en een opgave van de<br />

publicaties, een overzicht van het gevolgde onderwijs en een overzicht van de bijdragen<br />

die de promovendus aan het wetenschappelijk onderwijs heeft geleverd.<br />

Naast beoordelingen zijn faculteiten jaarlijks verplicht functioneringsgesprekken te<br />

houden. De functioneringsgesprekken zijn tweerichtingsverkeer en geven je naast<br />

inzicht in je eigen kwaliteiten de mogelijkheid eigen inzichten over de organisatie in<br />

te brengen. Deze gesprekken worden vaak geregeld door de personeelsadviseur of<br />

door je promotor. Mocht dat niet gebeuren, dan kun je zelf een<br />

functioneringsgesprek aanvragen.<br />

§14. Salaris<br />

In de nieuwere CAO’s hebben promovendi een eigen salarisschaal toegewezen<br />

gekregen (zie CAO Nederlandse <strong>Universiteit</strong>en).<br />

Tabel 4: Ontwikkeling promovendus salarisschaal<br />

Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling van de tredes in de promovendus salarisschaal.<br />

Let wel: de schaalbedragen in de kolommen 1/9/2004 en 1/9/2005 kunnen<br />

door salarisafspraken in navolgende CAO’s in de toekomst nog wijzigingen ondergaan.<br />

P 1/9/2003 1/3/2004 1/9/2004 1/9/2005<br />

0 1683 1702 1813 1867<br />

1 1793 1813 1867 2179<br />

2 1950 1971 2179 2283<br />

3 2258 2283 2283 2394<br />

§15. Vergoeding van reis- en verhuiskosten<br />

Voor vergoeding van reiskosten (woon-werkverkeer) geldt voor promovendi een<br />

regeling gelijk aan die van andere medewerkers. Verhuis je binnen een jaar van een<br />

woning buiten een straal van 30 km naar een woning binnen een straal van 30 km<br />

rond de TU/e dan kom je in aanmerking voor een verhuisvergoeding. Deze vergoeding<br />

bestaat uit een tegemoetkoming in de transport- en herinrichtingskosten en<br />

bedraagt maximaal Euro 2268,90. Deze vergoeding is onafhankelijk van of je<br />

verhuisplichtig bent.<br />

Er geldt ook de vergoeding kosten woon-werk verkeer. Deze bedraagt indien je op een<br />

reisafstand van meer dan 10 km woont 50% van de NS-kilometertarieven van een<br />

jaartrajectkaart 2e klasse. Indien je aantoonbaar gebruik maakt van het openbaar<br />

vervoer wordt deze vergoeding zelfs 75%. Deze vergoeding wordt verleend over<br />

15


maximaal 30 km. Ben je echter verhuisplichtig dan ontvang je deze vergoeding<br />

gedurende maximaal een jaar over de gehele reisafstand.<br />

§16. Verhuisplicht<br />

De meeste medewerkers, en promovendi dus ook, hebben geen verhuisplicht. Als het<br />

echter in het belang van je werk is, kan deze worden opgelegd. Dit dient dan schriftelijk<br />

te worden afgehandeld.<br />

§17. Ziektekosten<br />

Promovendi in dienst van de TU/e moeten zelf voor een ziektekostenverzekering<br />

zorgen. Je kunt in principe verzekeren waar je wilt, maar de TU/e heeft voor haar<br />

personeel een collectieve ziektekostenverzekering met de VGZ gesloten. Dat betekent<br />

dat iedereen die in dienst van de TU/e treedt een ziektekostenverzekering bij de<br />

VGZ kan afsluiten. Voorwaarde hiervoor is dat dit gebeurt per eerste gelegenheid van<br />

opzegging van en aansluitend aan een vorige ziektekostenverzekering.<br />

Voor de VGZ-verzekering wordt iedere promovendus na aanvang dienstverband<br />

verwezen naar de Dienst Personeel en Organisatie (DPO). Je kunt je verzekeren voor<br />

de wettelijk geregelde basiszorgverzekering. Daar bovenop kun je je bijverzekeren<br />

voor allerlei zaken waaronder de tandarts. De partner van een promovendus kan onder<br />

dezelfde voorwaarden meeverzekerd worden. Voor een vergoedingenoverzicht kun je<br />

terecht op de website van VGZ (www.vgz.nl). Als je tussen de 18 en 27 jaar bent, kun<br />

je een speciale voordelige aanvullende jongerenverzekering afsluiten, de JXV. Meer<br />

informatie over de collectieve ziektekostenverzekering en de premies van VGZ kun je<br />

vinden via de website van DPO.<br />

(http://w3.tue.nl/nl/diensten/dpo/arbeidsvoorwaarden/tue_arbeidsvoorwaarden/<br />

collectieve_verzekering_vgz/)<br />

§18. Pensioen<br />

Promovendi zijn onmiddellijk na indiensttreding deelnemer van de stichting ABP<br />

(Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds). Dit betekent dat ze premie betalen met het<br />

oog op het opbouwen van pensioenrechten en een uitkering in geval van invaliditeit.<br />

Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk de opgebouwde pensioenrechten “mee te<br />

nemen” naar een volgende werkgever.<br />

Voor meer pensioeninformatie: www.abp.nl<br />

§19. Verlenging<br />

Er zijn maar weinig regels die expliciet recht geven op verlenging van je dienstverband.<br />

Een van die regels is bijvoorbeeld als je zitting hebt gehad in <strong>Universiteit</strong>sraad.<br />

Ook als je onderzoek vertraagd is door externe of interne redenen (ziekte, vertraging<br />

bij dataverzameling, etc) kun je in samenspraak met je promotor een aanvraag<br />

indienen bij de directeur bedrijfsvoering van je faculteit. Het is verstandig om bij deze<br />

16


aanvraag helder aan te geven welke vertragende factoren mee hebben gespeeld en aan<br />

te geven dat je je proefschrift in deze verlengingsperiode kunt afronden.<br />

§20. Werkloosheidsuitkering<br />

Als je dienstverband als promovendus bijna ten einde is en er is geen betaald werk in<br />

het vooruitzicht, moet je je als werkzoekende in laten schrijven bij het Centrum Werk<br />

en Inkomen (CWI) bij jou in de buurt. Doe dat uiterlijk één dag nadat je werkloos bent<br />

geworden. Bij het CWI vraag je ook een WW-uitkering aan. De Uitvoeringsinstelling<br />

WerknemersVerzekeringen (UWV) beoordeelt vervolgens of je hiervoor in aanmerking<br />

komt.<br />

Indien je geen verlenging hebt aangevraagd, krijg je tegen het einde van het dienstverband<br />

een brief van de dienst P&O, waaraan je voorzien wordt van informatie omtrent<br />

de aanvraag van de uitkering. Als je wel een verlenging hebt gehad kan het zijn dat je<br />

deze informatie zelf bij de dienst P&O moet ophalen. In §41 kun je lezen hoe de<br />

procedure vervolgens verloopt. Het kan zijn dat je een verlenging van je contract moet<br />

aanvragen om in aanmerking te komen voor een werkloosheidsuitkering.<br />

Voor promovendi van buiten de EU geldt: je hebt in principe een werk- en verblijfsvergunning<br />

voor de duur van je dienstverband bij de TU/e. Dit betekent dat met het<br />

beëindigen van je dienstverband ook je werk- en verblijfsvergunning in Nederland<br />

vervalt en daarmee het recht op ( het aanvragen van) een werkloosheidsuitkering.<br />

Voor meer informatie: www.cwinet.nl en www.uwv.nl<br />

§21. Problemen en geschillen<br />

Het kan zijn dat er tijdens het onderzoek problemen ontstaan in de samenwerking<br />

met je begeleider of met je promotor. De makkelijkste manier is natuurlijk om deze<br />

zo snel mogelijk bespreekbaar te maken en binnen de begeleidingsgroep op te lossen.<br />

Is dat echter niet mogelijk dan kun je je problemen voorleggen aan andere promovendi<br />

of contactpersonen van PromoVE. Tegelijkertijd is het raadzaam om je problemen<br />

en communicatie met je begeleiders te documenteren voor zover je dat al niet<br />

deed. Dit is belangrijk om later beslissingen ook voor anderen inzichtelijk te maken<br />

indien dit noodzakelijk mocht blijken. Blijken de problemen onoverkomelijk geworden<br />

dan kun je altijd gebruik maken van de geschillenregeling van het promotiereglement.<br />

(www.tue.nl/promove/documents/university/promreg2004nederl.pdf)<br />

17


VI. Procedures en regels rond het promoveren<br />

§22. Het drukken van het proefschrift<br />

De TU/e kan aan de promovendus een vergoeding (75 euro) voor de drukkosten van<br />

het proefschrift verstrekken. De vergoeding wordt door de faculteit verstrekt. Voor<br />

het verkrijgen van deze vergoeding moet aan twee voorwaarden zijn voldaan.<br />

Ten eerste dient de promovendus aan de bibliotheek van de TU/e 15 exemplaren van<br />

het proefschrift te leveren. Deze worden vooral gebruikt voor ruil tegen proefschriften<br />

van andere universiteiten.<br />

Ten tweede dient de promovendus de TU/e toestemming te geven om een digitale<br />

versie van het proefschrift op de openbare Website van de TU/e te plaatsen.<br />

Alleen als aan beide bovengenoemde voorwaarden is voldaan zal de Bibliotheek aan de<br />

promovendus een schriftelijke verklaring hiervan geven. Hiermee kan de promovendus<br />

bij de faculteit de vergoeding aanvragen.<br />

Een promovendus die aantoonbaar een handelseditie uitbrengt bij een uitgever en<br />

daarbij de auteursrechten overdraagt aan de uitgever en daardoor niet aan de tweede<br />

voorwaarde kan voldoen, is wel verplicht aan de eerste voorwaarde te voldoen.<br />

In dit geval ontvang je hiervoor een vergoeding van 75 euro van de Bibliotheek.<br />

Meer informatie kun je vinden op de algemene paginas aangaande promoveren op de<br />

website van de TU/e (www.tue.nl/nl/diensten/diz/promoties_en_plechtigheden).<br />

§23. Het ISBN-nummer en de TU/e-CIP-gegevens<br />

Voor je proefschrift dien je een ISBN-nummer en de TU/e-CIP-gegevens te regelen<br />

via je faculteitsbilbiotheek.<br />

Het ISBN-nummer is bedoeld om volgens een internationale standaard uitgaven op<br />

het spoor te komen. Ieder ISBN-nummer is een uniek nummer. De aanvraagkosten<br />

van een ISBN-nummer bedragen € 7,50 en komen ten laste van de vakgroep/dienst of<br />

worden contant betaald.<br />

De TU/e-CIP-gegevens vormen een officiële titelbeschrijving, die door de auteur of de<br />

drukker van het boek bij voorkeur geplaatst dient te worden op de achterzijde van de<br />

titelpagina, in de regel op de onderste paginahelft. Zo wordt een uniforme citeerpraktijk<br />

en catalogusbeschrijving bereikt.<br />

Meer informatie kun je vinden op de website van de TU/e bibliotheek onder<br />

publicaties en specifiek onder “Proefschriften TU/e”.<br />

§24. De Promotie<br />

Promoties aan de TU/e worden administratief begeleid door het Bureau voor Promoties<br />

en Plechtigheden. Je dient tussen zes en negen maanden voor je promotiedatum<br />

contact op te nemen met dit bureau waarna gezamenlijk een actieprogramma voor<br />

het afsluitende promotietraject wordt opgesteld.<br />

Voor de promotie zelf bestaat er een “Promotiereglement TU/e”. Hierin staat<br />

uitgebreid de gehele promotieprocedure beschreven<br />

(www.tue.nl/nl/diensten/diz/promoties_en_plechtigheden).<br />

Het is van belang dat het in het reglement beschreven tijdspad nauwgezet wordt<br />

18


gevolgd. Dit tijdspad beslaat de laatste zes tot negen maanden van de promotie. Verder<br />

bevat het reglement informatie over de eisen waaraan de promotiecommissie en de<br />

promovendus moeten voldoen. Ook wordt het protocol van de plechtigheid beschreven.<br />

19


VII. Financiën rond het promoveren<br />

§25. Onderzoekskosten<br />

Een onderzoek brengt kosten met zich mee: er moet apparatuur worden aangeschaft,<br />

zoals computers, en er moeten vaak reizen worden ondernomen om materiaal te<br />

verzamelen of om congressen te bezoeken. De kosten kunnen hoog oplopen. Van een<br />

promovendus kan niet worden verlangd dat hij/zij die kosten uit eigen zak betaalt. In<br />

de praktijk zijn maar zelden vooraf bepaalde bedragen gereserveerd, met als gevolg dat<br />

de promovendus moet meedingen met andere medewerkers naar de beschikbare<br />

fondsen en “potjes”. Die zijn vaak ontoereikend, of zijn in de loop van het jaar al op.<br />

Het is het beste om vooraf bedragen te laten reserveren, met de mogelijkheid om het<br />

geld dat in een bepaald jaar niet is gebruikt, over te hevelen naar een volgend jaar. Is<br />

dit niet mogelijk, vanwege begrotingsrichtlijnen van de faculteit, of zijn de bedragen<br />

die men daarvoor beschikbaar wil stellen duidelijk onvoldoende, dan is het verstandig<br />

om in ieder geval duidelijk te maken om wat voor bedragen het gaat. Omdat je vaak in<br />

het begin nog geen idee hebt van hoeveel geld je per jaar nodig hebt, is het handig om<br />

elk jaar een eigen begroting op te stellen en deze in te dienen bij de vakgroep, voordat<br />

de vakgroepsbegroting voor het nieuwe jaar wordt vastgesteld.<br />

§26. Reisbeurzen<br />

Op de TU/e zijn verschillende mogelijkheden om geld voor een buitenlandse reis te<br />

verkrijgen. Allereerst heeft je eigen faculteit een budget waar je aanspraak op kunt<br />

maken. Verder is er nog de mogelijkheid een beurs te regelen via het STU (Studenten<br />

Service Centrum). Het STU verzorgt ook de communicatie met verschillende<br />

financierende instanties. Hierbij is het belangrijk je te realiseren dat je niet alleen als<br />

staf maar ook als student gefinancierd kan worden. Hierbij kunnen ook organisaties<br />

als NUFFIC, Socrates/Erasmus, IAESTE, AEGEE-<strong>Eindhoven</strong>, BEST, etc. uitkomst bieden.<br />

Buiten de TU/e zijn er ook enkele instituten en bedrijven die extra financiering<br />

kunnen verzorgen. Zo vallen er onder de beurzen die NWO uitreikt verschillende<br />

typen reis- en verblijfsbeurzen. Als je wilt weten hoe je een beurs bij NWO aan moet<br />

vragen, dan kun je bij de beleidsmedewerker onderzoek van de faculteit informatie<br />

opvragen of bij NWO te rade gaan (bij programma’s en subsidies op internet-pagina:<br />

www.nwo.nl).<br />

Mocht de financiering niet voor 100% lukken dan is er nog altijd de mogelijkheid extra<br />

kosten van reizen en stages van de belasting af te trekken. Hiervoor geldt een standaard<br />

dagvergoeding volgens een tarieflijst die bij de financiële administratie van je<br />

faculteit te verkrijgen is. Deze regeling heet de kostenaftrek inzake forfaitaire<br />

vergoeding Wetenschappelijk Onderzoek Buitenland (omschrijving Ministerie van<br />

Financien van 9 mei 1968, nr B68/5339).<br />

20


§27. Promotiekosten<br />

In §22 kun je terugvinden hoe de drukkosten en verzendkosten worden vergoed. De<br />

promotie-plechtigheid wordt volledig betaald door de TU/e. De receptie is wel voor<br />

eigen rekening en kan vanaf ongeveer 600 Euro worden verzorgd door de TU/ecatering.<br />

De onkostenregelingen leveren vaak minder op dan de kosten die je daadwerkelijk<br />

maakt. De vakgroep kan ook een gedeelte vergoeden van de kosten, maar dit gebeurt<br />

meestal niet omdat het budget van de vakgroep ontoereikend is. Meestal zijn derde<br />

geldstroom promovendi voor zowel onderzoekskosten als promotiekosten aangewezen<br />

op de stichting waarbij ze in dienst zijn. Verder zijn bepaalde kosten aftrekbaar van<br />

de belasting.<br />

21


VIII. Op zoek naar een baan<br />

Een aanstelling bij een bedrijf, instelling of instituut vinden gaat niet vanzelf. Natuurlijk<br />

dien je als kandidaat te voldoen aan de gestelde eisen, maar daarnaast kan het<br />

netwerken van groot belang zijn als je een baan wil vinden. Het onderhouden van<br />

contacten met collega’s die je ontmoet binnen je vakgebied of daarbuiten tijdens de<br />

duur van je promotie kan een goed opstapje zijn om ergens een ingang te krijgen.<br />

Daarnaast zijn sollicitatiecursussen en trainingen die aangeboden worden door het<br />

STU een perfecte mogelijkheid om je vaardigheden bij te spijkeren (www.tue.nl/stu).<br />

Als je al bijna klaar bent met je promotie of opleiding is het verstandig om je tijdig te<br />

oriënteren op een baan. Niet iedereen kan of wil doorstromen in het universitair<br />

onderzoek of onderwijs binnen zijn eigen groep. Belangrijk is om erachter te komen<br />

welke banen het beste bij jouw capaciteiten passen.<br />

Naast de vele internetpaginas (www.academictransfer.nl, www.intermediair.nl,<br />

www.carp.nl, www.jobnews.nl, www.monsterboard.nl, www.vacaturebank.nl, etc.) kun<br />

je ook op andere manieren ondersteund worden in het zoeken van een nieuwe baan.<br />

In de CAO staat vermeld dat iedere werknemer recht heeft op loopbaanbegeleiding<br />

(art. 4.1 lid 3 van de CAO). De TU/e is dus verplicht om toe te geven. Deze wordt<br />

ondersteund door verschillende diensten binnen en buiten de TU/e en door de<br />

aangeboden cursussen van het STU.<br />

§28. Het Studenten Service Centrum (STU)<br />

Het STU werd al eerder beschreven in §11 als aanbieder van verschillende cursussen<br />

en diensten. Het STU ondersteunt onder meer het zoeken naar een baan en doet dat<br />

op verschillende manieren. Naast de infotheek met diverse boeken beschikt het STU<br />

ook over een servicedesk, waar je terecht kunt met al je vragen. Al naar gelang de<br />

inhoud van je vraag kun je door de service desk medewerker direct worden geholpen<br />

of er wordt een afspraak gemaakt met één van de studentenadviseurs van het STU<br />

(zie ook §38). Op het gebied van solliciteren en loopbaanbegeleiding geeft het STU ook<br />

advies en cursussen.<br />

In deze training wordt onder meer aandacht besteed aan het schrijven van een<br />

sollicitatiebrief en het voeren van gesprekken. Dit laatste kun je oefenen met een<br />

recruiter uit de praktijk. Verder kun je bij het STU terecht voor het laten beoordelen<br />

van je sollicitatiebrief, om je sollicitatiegesprek voor te bereiden, voorlichting te<br />

krijgen over psychologisch tests of om een workshop assessment center te volgen.<br />

Wanneer je wilt werken in het buitenland en je hebt hier vragen over, kun je ook<br />

terecht bij het STU (www.tue.nl/nl/diensten/stu).<br />

§29. EUFLEX (<strong>Eindhoven</strong> University Flexibility)<br />

Een andere mogelijkheid om een baan te vinden is je aan te melden bij een uitzend-,<br />

detacherings- of een werving & selectiebureau. Hiervoor heeft de TU/e Euflex<br />

Employment Services opgezet, een bureau binnen de TU/e holding, dat voor interne<br />

vacatures op de TU/e kan intermediëren, en ook voor studenten en gepromoveerden<br />

(extern) werk zoekt. Euflex voert ook voor partners van de TU/e werving en selectie<br />

22


trajecten uit.<br />

Op het gebied van loopbaanbegeleiding is Euflex gespecialiseerd in het geven van een<br />

persoonlijk loopbaanadvies. Daarbij wordt op basis van je opgedane ervaring en je ambities<br />

op professionele wijze gekeken naar een goede aansluiting met een volgende<br />

baan. Hierbij wordt training gegeven in het schrijven van sollicitatiebrieven, sollicitatiegesprekken<br />

worden geoefend met recruiters uit de praktijk en assessment centers<br />

worden besproken en voorbereid. Verder wordt het hele sollicitatieproces op praktische<br />

wijze ondersteund met het doel om een baan te vinden die aansluit bij jouw<br />

wensen en capaciteiten.<br />

Deze begeleiding wordt in de meeste gevallen gefinancierd door je eigen faculteit. Als<br />

je interesse hebt in deze vorm van ondersteuning kun je het bespreken met de P&O<br />

afdeling van je faculteit.<br />

EUFLEX Employment Services vind je in de Traverse 0.20 of op internet op<br />

www.euflex.nl. e-mail: euflex@tue.nl, telefoon 040 – 247 8080.<br />

§30. INGENIEURS UITZENDCOMBINATIE<br />

WWW.IUC.NL<br />

Ingenieurs Uitzend Combinatie (IUC)<br />

Verder is het uitzendbureau IUC voor TU en HTS-ingenieurs, die pas afgestudeerd<br />

zijn of werkervaring hebben, zoals de promovendi. Personen worden door IUC voor<br />

maximaal een half jaar uitgezonden. Na een half jaar rolt er in 90% van de gevallen<br />

een vaste baan uit.<br />

IUC, IUC, IUC, Ingenieurs Ingenieurs Uitzendcombinatie<br />

Uitzendcombinatie, Uitzendcombinatie staat voor:<br />

- werven en selecteren van ingenieurs<br />

- uitzenden van ingenieurs<br />

- loopbaanbegeleiding van ingenieurs.<br />

Via www.iuc.nl www.iuc.nl is informatie beschikbaar aangaande:<br />

- openstaande vacatures<br />

- verkorte cv’s van de recent ingeschreven ingenieurs<br />

- de activiteiten van IUC Loopbaanbegeleiding (individuele outplacement, coaching,<br />

verzorgen van workshops (oa over solliciteren) en facilitaire van intervisiegroepen)<br />

- de maandelijkse test van uw technisch inzicht (de winnaar ontvangt 50 euro).<br />

Iedere ingenieur kan zich inschrijven bij het IUC.<br />

IUC Ingenieurs Uitzend Combinatie <strong>Eindhoven</strong> (www.iuc.nl/)<br />

Noordweg 62<br />

1200 AA Hilversum<br />

tel. 035- 6420806<br />

fax. 035 6420734<br />

e-mail: Hilversum@IUC.NL<br />

23


Costerweg 5<br />

6702 AA Wageningen<br />

tel. 0317-4266116.<br />

Fax. 0317-426885,<br />

e-mail: wageningen@IUC.NL<br />

24


IX. Diversen<br />

§31. De mentor/vertrouwenspersoon<br />

Op de TU/e is het initiatief opgepikt om een mentor voor promovendi aan te stellen.<br />

Dit zou iemand moeten zijn die op kan treden bij werk-gerelateerde problemen.<br />

Momenteel zijn de voorbereidingen voor het aanstellen van zo’n persoon aan de gang.<br />

Eventueel kunnen dit soort problemen ook met een adviseur van de STU worden<br />

behandeld.<br />

Het is ook de bedoeling dat er aan elke faculteit een mentor komt. Sommige faculteiten<br />

hebben er al één (bijvoorbeeld Natuurkunde), de meeste echter nog niet. Momenteel<br />

wordt een soortgelijke functie bekleed door de personeelsadviseur of een lid<br />

van de Vaste Commissie Wetenschap van de faculteit. Deze zou beschikbaar moeten<br />

zijn voor alle problemen waarmee promovendi geconfronteerd worden en vervult<br />

hiermee een soort ombudsfunctie. Hij/zij zou in ieder geval aanwezig moeten zijn bij<br />

de beoordeling van de promovendi, om er voor te zorgen dat de beoordelingsprocedure<br />

zorgvuldig verloopt.<br />

Er zijn op de TU/e twee vertrouwenspersonen bij wie je terecht kunt met problemen<br />

rond ongewenste omgangsvormen ((seksuele) intimidatie, agressie, geweld en<br />

discriminatie). Zij zijn aangesteld door het College van Bestuur en zijn er voor zowel<br />

studenten als medewerkers. Zij luisteren naar ervaringen, kunnen je adviseren over<br />

eventueel verder te nemen stappen en staan je terzijde bij het vinden van oplossingen.<br />

Voor problemen die niet met behulp van een vertrouwenspersoon kunnen worden<br />

opgelost, bestaat er een klachtencommissie ongewenste omgangsvormen. De<br />

vertrouwenspersoon kan op verzoek begeleiden indien een persoon overweegt een<br />

klacht in te dienen bij deze commissie.<br />

Ir. Ad Bossers Drs. Lonneke Keeris<br />

Traverse 1.07 Hoofdgebouw 0.60<br />

Tel 040-2472119 Tel 040-2472876/8015<br />

e-mail: a.f.m.bossers@tue.nl e-mail: e.g.j.keeris@tue.nl<br />

§32. Sport<br />

Promovendi kunnen lid worden van de Sectie Sport van de Stichting Studentenvoorzieningen<br />

<strong>Eindhoven</strong> (het SSE). Het lidmaatschap geeft recht op het deelnemen<br />

aan de lessen en andere activiteiten van de Sectie Sport, alsmede op het gebruik van<br />

haar accommodatie, het Studenten Sportcentrum gelegen op de campus. Promovendi<br />

hebben tijdens hun dienstverbandsperiode recht op dit lidmaatschap.<br />

Daarnaast kun je als promovendus vaak lid worden van studentensportverenigingen<br />

zoals volleybalvereniging Hajraa, zweefvliegvereniging ZES, waterpolovereniging<br />

Nayade, etc (www.essf.nl).<br />

25


§33. Ouder- en zwangerschapsverlof<br />

<strong>Promoveren</strong> is te combineren met zwangerschap. Een promovendus heeft het<br />

wettelijke recht op zwangerschaps- of bevallingsverlof (zestien weken). Verlenging van<br />

het dienstverband van drie maanden is mogelijk, maar dat moet wel aangevraagd<br />

worden.<br />

Ouderschapsverlof is, kort gezegd, het recht van ouders (m/v) van kinderen tot acht<br />

jaar om gedurende bijvoorbeeld zes maanden voor de halve tijd te gaan werken, tegen<br />

doorbetaling van 75% van het normale salaris. Voorwaarde hiervoor is dat de dienstbetrekking<br />

op zijn minst één jaar heeft geduurd. Promovendi kunnen verlenging<br />

aanvragen van het dienstverband ter grootte van het aantal uren dat het verlof heeft<br />

geduurd. Deze verlenging is niet gegarandeerd. Vooraf navragen of de verlenging van<br />

het dienstverband verleend zal worden is aan te raden. De gedetailleerde regeling voor<br />

ouderschapsverlof is te verkrijgen bij de personeelsadviseur.<br />

§34. Woonruimte<br />

Het is in principe niet mogelijk om gebruik te maken van woonruimte, aangeboden<br />

door Vestide, de studentenhuisvestingsstichting in <strong>Eindhoven</strong>. Wanneer je echter al in<br />

woonruimte van Vestide woont en je wordt promvendus aan de TU/e, dan is een<br />

overgangsperiode mogelijk.<br />

Er zijn in <strong>Eindhoven</strong> diverse bureaus die woonruimte beheren. Omdat de informatie<br />

hieromtrent nogal aan verandering onderhevig is wordt op de website van PromoVE<br />

de actuele informatie beschikbaar gesteld om promovendi optimaal te informeren<br />

aangaande het zoeken van woonruimte (www.tue.nl/promove).<br />

§35. Bestuurswerk<br />

Promovendi kunnen ook bestuurlijk werk doen als lid van bijvoorbeeld universiteitsraad,<br />

faculteitsraad of dienstcommissie, zij mogen hier echter niet toe verplicht<br />

worden (Zie CAO Nederlandse <strong>Universiteit</strong>en). Het bestuurlijk werk kan dan, bij wijze<br />

van compensatie, in mindering worden gebracht op de omvang van de onderwijstaak of<br />

wordt eventueel gecompenseerd door een verlenging van het dienstverband. Het<br />

strekt tot aanbeveling om voor het aanvaarden van een bestuurlijke taak over eventuele<br />

compensaties vooraf afspraken te maken.<br />

26


X. Promovendi-organisaties<br />

Er zijn voor promovendi een aantal netwerken; zoals op landelijk niveau het PNN<br />

(Promovendi Netwerk Nederland) en op universitair niveau PromoVE (Promovendi<br />

Vereniging <strong>Eindhoven</strong>). Op sommige faculteiten en binnen de onderzoekscholen zijn<br />

er ook weer andere netwerken voor promovendi opgezet.<br />

§36. Over het Promovendi Netwerk Nederland (PNN)<br />

Het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) is een vereniging van vertegenwoordigers<br />

van de plaatselijke promovendi verenigingen van alle universiteiten. De promovendi<br />

van de TU/e worden via PromoVE vertegenwoordigd.<br />

Het PNN behartigt de belangen van de promovendi door middel van lobby en acties ter<br />

verbetering van de algemene rechtspositie (bijv. salariëring en faciliteiten) en probeert<br />

door eigen initiatieven een betere invulling van het promotiestelsel te bereiken. In<br />

opdracht van het Promovendi Netwerk Nederland zijn tot dusver twee onderzoeken<br />

naar het functioneren van het promotiestelsel verricht. De onderzoeksrapporten zijn<br />

aangeboden aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen. Het lobbywerk bestaat<br />

uit het regelmatig contact opnemen met belangrijke kamerleden en gemiddeld drie<br />

keer per jaar is er een overleg met het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen.<br />

Het Promovendi Netwerk Nederland heeft zich in het verleden onder andere succesvol<br />

ingezet voor goede ADV-regelingen, bindingspremies en het oplossen van de<br />

wachtgeld-problematiek. Meer informatie is te vinden op de internetpaginas van het<br />

PNN (www.hetpnn.nl).<br />

§37. Over de Promovendi Vereniging <strong>Eindhoven</strong> (PromoVE)<br />

De Promovendi Vereniging <strong>Eindhoven</strong> (PromoVE) is een vereniging die de belangen<br />

behartigt van promovendi verbonden aan de TU/e. Daarnaast probeert PromoVE een<br />

platform te creëren dat ruimte biedt aan alle promovendi om voor hen specifieke<br />

informatie uit te wisselen en staat het individuele promovendi, die in moeilijkheden<br />

zitten, bij.<br />

Centraal in het uitwisselen van informatie staat de mailinglijst waar alle leden van<br />

PromoVE op staan. Veel recente en relevante informatie over de promotie is te vinden<br />

op de PromoVE internetpaginas (www.tue.nl/promove). Verder worden regelmatig<br />

vergaderingen belegd waarin actuele zaken worden besproken. Iedere promovendus<br />

die verbonden is aan de TU/e kan lid worden. Het lidmaatschap is gratis.<br />

Iedereen die al promovendus is of overweegt om promovendus te worden, kan met<br />

vragen of problemen terecht bij PromoVE; e-mail promove@tue.nl. Aanmelding als<br />

lid is mogelijk via de internetpaginas van PromoVE (www.tue.nl/promove/<br />

signup.html).<br />

27


XI. Bijlagen<br />

§38. Waar kan ik wat vinden?<br />

Voor informatie over je salarisstrook kun je terecht bij de salarisadministratie, Traverse<br />

1.17.<br />

Informatie over salarisschalen is bekend bij dienst P&O van de faculteit.<br />

Voor bovenstaande zaken en de regeling t.a.v. van de verhuisplicht/reiskostenvergoeding,<br />

informatie over verhuiskostenvergoeding, informatie over Ziektekostenverzekering,<br />

informatie over Pensioenregelingen en het “mee nemen van het<br />

pensioen” en informatie over werkloosheidsuitkering kun je terecht bij de<br />

personeelsafdeling van je eigen faculteit.<br />

Informatie over het drukken van je proefschrift kun je verkrijgen bij de Printservice.<br />

Informatie over werkloosheidsuitkering kun je vinden bij het UWV: www.uwv.nl<br />

Het Studenten Service Centrum (STU) vind je in het Hoofdgebouw, begane grond<br />

HG 0.72. Openingstijden Servicedesk (ook in de vakanties): maandag t/m vrijdag van<br />

08.30 tot 17.00 uur, tel. 040 - 247 8015, fax: 040 - 244 1692, e-mail: stu@tue.nl,<br />

internet: www.tue.nl/nl/diensten/stu<br />

Een beschrijving van de beoordelingsprocedure kun je vinden bij dienst P&O van de<br />

faculteit.<br />

De geldende CAO Nederlandse <strong>Universiteit</strong>en is te vinden bij dienst P&O van de<br />

faculteit en op www.vsnu.nl: werkgeversorganisatie.<br />

Het promotiereglement TU/e en informatie over aanverwante zaken kun je aanvragen<br />

bij het Bureau voor Promoties en Plechtigheden (tst. 5520/5505) of op internet<br />

(www.tue.nl/nl/diensten/diz/promoties_en_plechtigheden).<br />

De folder, die informatie geeft over o.a. arbeidsvoorwaarden, “TU/e-wegwijzer”, kun je<br />

krijgen bij dienst P&O van de faculteit.<br />

De folder “Aanvragen ISBN nummers” kun je vinden in de bibliotheek van de<br />

faculteit.<br />

Het Promovendi Netwerk Nederland is bereikbaar via het internet (www.hetpnn.nl).<br />

PromoVE is bereikbaar via www.tue.nl/promove of via post: PromoVE, Postbus 513,<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong>, HG 0.24, postal box 30.<br />

28


§39. Onderzoeksscholen<br />

Een onderzoeksschool is een zelfstandige organisatorische eenheid met een eigen<br />

budgetverantwoordelijkheid. In de onderzoeksschool wordt onderzoek van onderzoekers<br />

van 1 of meer universiteiten op één bepaald terrein gebundeld met het doel de<br />

kwaliteit van het onderzoek te verbeteren en samen tot een samenhangend<br />

onderzoeksprogramma te komen. Bovendien heeft de onderzoeksschool ten doel het<br />

opleidingsprogramma van promovendi en OiO’s te verbeteren. Dergelijke opleidingsprogramma’s<br />

kunnen de vorm hebben van cursussen en seminars en dergelijke<br />

waaraan promovendi uit de aangesloten universiteiten deelnemen. Een onderzoeksschool<br />

kan zowel binnen één universiteit worden opgericht als binnen meerdere<br />

universiteiten, soms ook samen met andere onderzoeksinstellingen, bijv. TNO. De<br />

school hoeft dus niet per definitie gevestigd te zijn in een gebouw, maar de activiteiten<br />

kunnen op verschillende plaatsen plaatsvinden.<br />

Een volledige lijst van Onderzoeksscholen in en verbonden aan de TU/e staat op de<br />

website weergegeven (www.tue.nl onder het kopje onderzoekscholen). Wil je meer<br />

informatie over onderzoeksscholen in de rest van Nederland, dan kun je in de<br />

Centrale Bibliotheek terecht.<br />

Naast de onderzoeksscholen zijn er ook technologische Topinstituten die zich verbonden<br />

hebben aan de TU/e. Deze zijn in het leven geroepen door diverse ministeries<br />

om onderzoek te verrichten dat relevant is voor R&D-intensieve sectoren in Nederland,<br />

zoals het Dutch Polymer Insitute (DPI) (www.polymers.nl) en het Netherlands<br />

Institute for Metals Research (NIMR) (www.nimr.nl).<br />

§40. Opleidings- en BegeleidingsPlan<br />

Hieronder volgt een samenvatting van diverse punten, die aan de orde moeten komen<br />

in een OBP. De globale opzet van het OBP en de voorbeelden komen uit het boekje<br />

“Kiezen voor de wetenschap, gids voor promovendi”, M.J.H. van der Weiden e.a.,<br />

1994.<br />

1. Doel dienstverband<br />

Aan het begin van het OBP volgt een algemeen gedeelte waarin naam, faculteit,<br />

vakgroep en begin- en einddatum van het dienstverband worden vermeld. Daarna<br />

wordt het doel van het dienstverband omschreven.<br />

De promotie heeft tot doel de verdere wetenschappelijke opleiding van de aan te<br />

stellen medewerker. Om dat doel te bereiken verbindt de universiteit zich de promovendus<br />

als zodanig aan te stellen en in het kader van een tevoren vastgesteld programma<br />

zorg te dragen voor opleiding en begeleiding. De promovendus verbindt zich<br />

de hem opgedragen taken uit te voeren en daaruit voortvloeiende verplichtingen na te<br />

komen. Na het eerste jaar vindt beoordeling plaats of, gezien de taakvervulling, het<br />

doel binnen de daarvoor gestelde termijn bereikt kan worden. Een negatieve conclusie<br />

leidt tot beëindiging van het dienstverband door de universiteit.<br />

29


2. Globale omschrijving van de taken<br />

De promotie kent drie taakelementen: onderzoek, opleiding, te verzorgen onderwijs.<br />

Aan onderzoek en opleiding tezamen zal gerekend per jaar tenminste 75 procent van<br />

de tijd van het dienstverband worden besteed.<br />

Voorbeeld<br />

Onderzoek (korte aanduiding onderzoekprogramma): Het ontwikkelen van meetmethoden<br />

en normen voor een databank betreffende het uitoefenen van maximale en<br />

optimale lichaamskrachten op gebruiksgoederen (0,7 fte van VF fysieke aspecten van<br />

mens- produktinteractie). Opleiding (korte aanduiding te volgen onderwijs): de<br />

omvang is ongeveer 400 s.l.u., zoveel mogelijk eerste half jaar uit vakgebieden:<br />

elektronische instrumentatie; multivariate analyse; onderzoeksmethodologie;<br />

biomechanica van spierkrachten; informatica van databank c.w. expertssystemen.<br />

Onderwijs (korte aanduiding te verzorgen onderwijs): niet gedurende het eerste jaar;<br />

in volgende jaren nader te bepalen: ergonomie- practica en -scripties.<br />

3. Verplichtingen m.b.t. rapportage<br />

Uit de in 2. genoemde taken vloeit de verplichting voort jaarlijks te rapporteren over<br />

de verrichte werkzaamheden en over (bijstelling van) het onderzoekprogramma.<br />

Deze rapportage wordt door de promovendus uitgebracht aan zijn promotor/toezichthouder.<br />

Voorts kunnen de opleidingsresultaten worden getoetst. Er volgt een aanduiding<br />

over de manier waarop er gerapporteerd moet worden en de tijdstippen waarop.<br />

4. Begeleiding<br />

Hier wordt beschreven, wie de promotor is en het aantal uren per maand dat de<br />

promotor de voortgang van het promotie-onderzoek met de promovendus bespreekt.<br />

5. Beoordeling<br />

Onder dit punt wordt de beoordelingsprocedure behandeld. Na het eerste jaar vindt in<br />

ieder geval door hiervoren onder 4 genoemden, in aanwezigheid van de mentor, een<br />

beoordeling van de promovendus plaats. Beoordeling vindt plaats op grond van<br />

voortgang en resultaten in het eerste jaar. De rapportage genoemd onder 3. kan<br />

dienen als verslag van werkzaamheden.<br />

6. Bijstelling OBP<br />

Nadere invulling en eventueel bijstelling van het OBP vindt plaats na het eerste jaar<br />

voor de verdere duur van het dienstverband en zonodig van jaar tot jaar. Bijstellingen<br />

worden in bijlagen bij dit formulier vastgelegd.<br />

7. Getuigschrift<br />

Bij beëindiging van het dienstverband, ook tussentijds, wordt de promovendus door de<br />

directeur bedrijfsvoering een door het vakgroepbestuur opgesteld getuigschrift<br />

30


(gevolgd onderwijs; gegeven onderwijs; verricht onderzoek; eventuele publicaties)<br />

uitgereikt.<br />

8. Diploma<br />

De met goed gevolg doorlopen 4-jarige opleiding wordt gehonoreerd met een doctorsbul,<br />

volgens het promotiereglement.<br />

9. Mentor<br />

De mentor ziet toe op handhaving van de rechtspositie van de promovendus.<br />

10. Ondertekening<br />

Als laatste wordt het formulier (voorzien van een datum) ondertekend door de<br />

promovendus, de promotor, eventueel de toezichthouder en de voorzitter van de<br />

capaciteitsgroep.<br />

Bijlagen:<br />

· curriculum vitae<br />

· voorstel promotieproject, goedgekeurd door vakgroep<br />

· literatuur referenties<br />

Afschrift van door partijen ondertekend plan aan:<br />

· promovendus<br />

· promotor<br />

· evt. toezichthouder<br />

· voorzitter capaciteitsgroep<br />

· directeur bedrijfsvoering<br />

· college van bestuur<br />

Een voorbeeld van een OBP is te vinden op de website van PromoVE (www.tue.nl/<br />

promove).<br />

§41. Procedures rond de werkloosheidsuitkering<br />

(Bovenwettelijke) Werkloosheidsuitkering ingevolge de WW en de Bovenwettelijke<br />

Werkloosheidsregeling Nederlandse <strong>Universiteit</strong>en (BWNU)<br />

Einde dienstverband TU/e en werkloosheidsuitkering WW/BWNU<br />

Als er aansluitend op je dienstverband bij de TU/e een periode van (gedeeltelijke)<br />

onvrijwillige werkloosheid volgt, kun je onder voorwaarden aanspraak maken op een<br />

werkloosheidsuitkering op basis van de WW en de Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling<br />

Nederlandse <strong>Universiteit</strong>en (BWNU).<br />

Aanvraag WNU-uitkering<br />

Een Werkloosheidsuitkering vraag je aan bij het Centrum voor Werk en Inkomen<br />

31


(CWI) in je eigen gemeente. Dit doe je uiterlijk de eerste werkdag nadat je (gedeeltelijk)<br />

werkloos bent geworden. Wij adviseren je vier weken vóór het intreden van de<br />

werkloosheid een aanvraag in te dienen. Latere aanvraag kan vertraging in de uitbetaling<br />

van de uitkering tot gevolg hebben. Bij het CWI krijg je een gesprek over de<br />

aanvraag voor een uitkering.<br />

Om het dichtstbijzijnde CWI te vinden zie:<br />

www.cwinet.nl à adressen<br />

Voor meer informatie betreffende de aanvraag zie:<br />

www.cwinet.nl à werkzoekenden à uitkering aanvragen<br />

Beslissing op je aanvraag<br />

Het CWI zal je begeleiden bij het aanvragen van de WW-uitkering en de aanvraag<br />

doorsturen naar de UWV te Heerlen. De UWV bepaalt of je al dan niet recht hebt op<br />

een uitkering en streeft ernaar je binnen 4 weken te informeren over de beslissing op<br />

je aanvraag. Het aanvraagformulier van UWV bevat een werkgeversdeel, wat door de<br />

TU/e (je sectie P&O) ingevuld dient te worden.<br />

Belangrijk: Regeling sollicitatieplicht WW/BWNU<br />

Ook al voldoe je aan de ‘basiseisen’ voor een uitkering als arbeidsverleden en leeftijd,<br />

dan heb je nog niet automatisch recht op een uitkering.<br />

Een aanvullende eis is dat je er alles aan doet om werkloosheid te voorkomen of op te<br />

heffen. Wat dit ‘er alles aan doen’ inhoudt, staat omschreven in de ‘regeling sollicitatieplicht<br />

BWNU’.<br />

Het eerste dat je volgens deze regeling bij dreigende werkloosheid verplicht bent om<br />

te doen, is je laten inschrijven als werkzoekende bij het CWI in je woonplaats. Verder<br />

dien je concrete sollicitatieactiviteiten te verrichten vanaf het moment dat je weet, of<br />

waarop het je redelijkerwijs duidelijk kan zijn, dat je dienstverband eindigt. Dat is dus<br />

terwijl je nog werkt.<br />

Voor de invulling van de sollicitatieplicht wordt onderscheid gemaakt tussen degenen<br />

die dreigen werkloos te worden en degenen die al werkloos zijn.<br />

Concrete sollicitatieactiviteiten voorafgaand aan het recht op een WW/BWNU-uitkering<br />

Onder concrete sollicitatieactiviteiten wordt verstaan:<br />

- de inschrijving bij een uitzendbureau;<br />

- het versturen van een open of gerichte sollicitatiebrief;<br />

- een (spontaan) sollicitatiebezoek aan een werkgever;<br />

- het voeren van een sollicitatiegesprek en dergelijke.<br />

32


Een sollicitatieactiviteit moet altijd verifieerbaar zijn.<br />

Ook als je weet dat je slechts tijdelijk werkloos zult zijn omdat je een andere baan in<br />

het vooruitzicht hebt, wordt van je verwacht dat je je minstens één maand voor de<br />

werkloosheid inschrijft bij een of meerdere uitzendbureaus. Je moet dus actief op<br />

zoek gaan naar werk.<br />

Invulling sollicitatieplicht tijdens WW/BWNU-uitkering<br />

Dit houdt in dat je:<br />

- tenminste eenmaal per twee weken een vacaturebank raadpleegt;<br />

- minimaal één concrete sollicitatieactiviteit per week verricht; De eis tot het<br />

verrichten van één sollicitatieactiviteit per week, moet je zien als een minimuminspanningsvereiste.<br />

Dit betekent dat je je niet kunt beperken tot één sollicitatie<br />

activiteit als er zich meerdere passende mogelijkheden tot solliciteren voordoen;<br />

- ingaat op een verwijzing van het CWI naar een werkgever vanwege aldaar aanwezig<br />

passend werk.<br />

Wordt dit zonder gegronde reden nagelaten, dan wordt niet voldaan aan de sollicitatieplicht,<br />

ook niet als je al andere sollicitatieactiviteiten verricht hebt.<br />

Beoordelingscriteria sollicitatieplicht<br />

Voor de vaststelling of voldaan is aan de sollicitatieplicht wordt rekening gehouden met<br />

het begrip passende arbeid, de regionale arbeidsmarktsituatie, het aantal beschikbare<br />

vacatures, je eventuele medische beperkingen in het verrichten van arbeid, je leeftijd<br />

(in verband met functionele leeftijdseisen) en sociaal-economische omstandigheden<br />

waarmee je te maken hebt.<br />

Toetsing door de UWV<br />

Na de eerste betaling van de WNU-uitkering beoordeelt UWV USZO of je aan de<br />

sollicitatieplicht hebt voldaan. In eerste instantie gebeurt dit via een, per 4 weken,<br />

door jou in te vullen formulier. Het niet voldoen aan deze plicht kan consequenties<br />

voor je recht op uitkering hebben.<br />

Heb je vragen, neem dan contact op met je personeelsadviseur of met het CWI<br />

(internetlink: zie boven).<br />

33


XII. Referenties<br />

Het lidmaatschap van de belangenvereniging voor promovendi in <strong>Eindhoven</strong><br />

(PromoVE) staat open voor alle aan de <strong>Technische</strong> Universteit <strong>Eindhoven</strong> verbonden<br />

promovendi. PromoVE stelt zich als doel haar leden optimaal te informeren over alle<br />

zaken gerelateerd aan het promoveren aan de TU/e. Lidmaatschap is gratis en kan<br />

verkregen worden door registratie via de website van PromoVE (www.tue.nl/promove)<br />

of door het zenden van een e-mail naar promove@tue.nl.<br />

Boekje:”Kiezen voor de wetenschap, gids voor promovendi”, Weiden, J.H.M van der,<br />

Frijns P.H.A.M., Heijnen, G.W.H., Hout, J.F.M.J. van, Jochems, W.M.G., Schoorl, E.<br />

(1994), Hoger Onderwijs Reeks, Kiezen voor de wetenschap, gids voor promovendi,<br />

Wolters- Noordhoff).<br />

Boekje “Promotiereglement TU/e”, Service Bureau Auditorium Plus, TU/e. Deze is<br />

ook te vinden op de PromoVE internetpaginas: www.tue.nl/promove.<br />

CAO Nederlandse <strong>Universiteit</strong>en 1 sep 2003 - 31 aug 2004, VSNU, Utrecht, juli 1999,<br />

arbeidsvoorwaarden reeks (verlenging).<br />

34


Uitgave van PromoVE<br />

en Dienst Personeel en<br />

Organisatie<br />

mei 2005<br />

36

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!