21.08.2013 Views

een betere batterij - Technische Universiteit Eindhoven

een betere batterij - Technische Universiteit Eindhoven

een betere batterij - Technische Universiteit Eindhoven

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

MATRIX<br />

KWARTAALBLAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN<br />

STUDENTEN KRIJGEN MEER KEUZEMOGELIJKHEDEN<br />

HET ONTSTAAN VAN ZIEKTES IN BEELD<br />

ONZICHTBARE EN DRAADLOZE COMMUNICATIE<br />

JAARGANG 10<br />

WINTER / 2003<br />

Onderzoek naar<br />

<strong>een</strong> <strong>betere</strong> <strong>batterij</strong>


Colofon<br />

<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

<strong>Eindhoven</strong><br />

Communicatie Service<br />

Centrum<br />

Postbus 513<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

homepage: http://www.tue.nl<br />

e-mail: matrix@tue.nl<br />

Hoofdredactie<br />

Drs. Han Konings<br />

Telefoon (040) 247 33 30/<br />

247 29 61<br />

Telefax (040) 245 60 33<br />

Informatie over adverteren<br />

H&J Uitgevers<br />

Telefoon (010) 451 55 10<br />

Telefax (010) 451 53 80<br />

Medewerkers aan dit nummer<br />

Merijn van den Berg<br />

Chris van de Graaf<br />

Joep Huiskamp<br />

Corine Legdeur<br />

Paula van de Riet<br />

Cora van den Berg<br />

Foto’s en illustraties<br />

Ernst Bode<br />

Dick de Jager<br />

Vincent van den Hoogen<br />

OGC<br />

Bart van Overbeeke<br />

Rob Stork<br />

Basisvormgeving<br />

Proforma,<br />

grafisch ontwerp & advies, bno<br />

Vormgeving<br />

Onnink Grafische Comm. bv,<br />

Oudenbosch<br />

Druk<br />

E.M. de Jong, Baarle-Nassau<br />

Redactieadviesgroep<br />

Mr.drs. B.C. Donders<br />

Drs. W.F. Gaasendam<br />

Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen<br />

Ir. J. Schlangen<br />

Prof.dr.ir. H.C.A. van Tilborg<br />

Prof.dr. L.H.J. Verhoef<br />

Matrix wordt gemaakt door<br />

het Communicatie Service<br />

Centrum<br />

van de TU/e en verschijnt vier<br />

keer per jaar. Het blad wordt<br />

(na schriftelijk verzoek)<br />

kosteloos toegezonden aan<br />

TU/e-ingenieurs en aan <strong>een</strong><br />

scala van andere, externe<br />

relaties.<br />

Gehele of gedeeltelijke<br />

overname van artikelen uit<br />

Matrix is all<strong>een</strong> toegestaan<br />

na overleg met de redactie<br />

en met bronvermelding. Voor<br />

het gebruik van de foto’s of<br />

andere illustraties is toestemming<br />

van de maker nodig.<br />

Het eerstvolgende nummer<br />

van Matrix verschijnt<br />

in maart 2004.<br />

2<br />

ISSN 1380-247X<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

TU/e-CONGRESTIP<br />

Innovatieve bouwprocessen<br />

Herman Assink<br />

(22)<br />

Datum:<br />

18 maart 2004.<br />

Plaats:<br />

TU/e-auditorium.<br />

Inhoud:<br />

Dit lustrumsymposium van de ontwerpersopleiding ADMS<br />

(Architectural Design Management Systems) heeft als subtitel<br />

‘Overleven in laagconjunctuur door inzet van nieuwe strategieën’.<br />

De centrale vraag is hoe men binnen verslechterende<br />

economische omstandigheden verantwoord met risico’s omgaat,<br />

zonder de innovatie binnen bouw-ontwerpprocessen (zoals bijvoorbeeld<br />

voor het duurzaam bouwen) de das om te doen.<br />

Doelgroep:<br />

Bouwkundigen, architecten, onderzoekers, ontwerpers en ondernemers<br />

in <strong>een</strong> bouwkundige of civiele omgeving.<br />

Organisatie:<br />

Ontwerpersopleiding ADMS van de TU/e in samenwerking met<br />

Euroforum.<br />

Meer informatie:<br />

Mw. L. Lokker van Euroforum, tel. (040) 297 48 33.<br />

Inschrijven kan onder andere via www.adms.tue.nl.<br />

ingenieur-in-spe<br />

Derdejaars student Industrial Design. Is penningmeester van<br />

Tuna Ciudad de Luz. Heeft op het Ichthus College in Enschede<br />

gezeten.<br />

Toekomstig beroep: Ik wil ontwerper worden in <strong>een</strong> klein<br />

ontwerpbureau. Ik vind het contact met de uiteindelijke<br />

gebruiker van je product belangrijk.<br />

Leukste moment van het afgelopen jaar: Ik heb samen met<br />

<strong>een</strong> studiegenoot <strong>een</strong> korte tekenworkshop gegeven.<br />

Daardoor gingen de deelnemers meer met elkaar samenwerken.<br />

Beste TU/e-docent: Prof.dr. Lou Feijs, die elektrotechnische<br />

vakken geeft. Hij weet voor veel mensen tijd vrij te maken en<br />

geeft erg verhelderend les.<br />

Wat wil je graag veranderen: Beginnende studenten moeten<br />

eerder aanvoelen waar ze aan beginnen, zodat ze zeker zijn van<br />

hun studiekeuze en daardoor gemotiveerder en zelfstandiger.<br />

Favoriete muziek: Cake, The Police & The Red Hot Chili Peppers.<br />

Belangrijkste in je omgeving: Momenteel de Tuna Ciudad de<br />

Luz, <strong>een</strong> studentenvereniging die Spaanse muziek maakt. Hier<br />

besteed ik veel tijd aan en het zijn goede vrienden geworden.


Op de cover:<br />

Laboratoriumopstelling<br />

van<br />

<strong>batterij</strong>enonderzoek op<br />

de TU/e.<br />

Lees verder op pagina 16.<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

4<br />

12<br />

26<br />

inhoud<br />

SAMENWERKING<br />

Het ontstaan van ziektes in beeld<br />

36<br />

38<br />

Stel je voor dat medici <strong>een</strong> tumor kunnen ontdekken nog voor de symptomen<br />

zich hebben geopenbaard. En dat ze dan precies op die plek <strong>een</strong><br />

medicijn kunnen toedienen. Toekomstmuziek? Niet meer, dankzij molecular<br />

imaging, <strong>een</strong> booming onderzoeksveld waar verschillende disciplines,<br />

instellingen en bedrijven in samenwerken.<br />

ONDERWIJS<br />

Studenten krijgen meer keuzemogelijkheden<br />

De student centraal. Daar gaat het om in de zogenaamde flexibele bachelor,<br />

<strong>een</strong> systeem waarbij studenten zelf <strong>een</strong> deel van hun opleiding invullen.<br />

Hoe het er precies uit gaat zien, wordt onderzocht aan de faculteit<br />

<strong>Technische</strong> Natuurkunde aan de TU/e.<br />

ONDERZOEK<br />

Onzichtbare en draadloze communicatie<br />

Met veel elektronica en kilometers kabel kan inmiddels veel worden gedaan.<br />

Maar we willen het breedbandig, met behoud van bewegingsvrijheid,<br />

draadloos, veilig en zonder elektronica en draadjes in het zicht. Hoe technici<br />

deze onzichtbare en draadloze omgeving vol met ‘communicatie-naarbehoefte’<br />

gaan maken, wordt onderzocht aan de faculteit Elektrotechniek.<br />

LOOPBAAN<br />

Ingenieur in rails. Bijna heel zijn werkzame leven brengt hij tot nu<br />

toe door in één van de meest besproken bedrijven van de afgelopen<br />

jaren: de NS. Maar deze oud-werktuigbouwkundestudent ziet het als<br />

<strong>een</strong> uitdaging <strong>een</strong> bijdrage te leveren aan het reizen per spoor. En<br />

hij geniet als hij vanuit zijn kantoor op Utrecht Centraal de treinen af<br />

en aan ziet rijden. Dr.Ir. Leo van Dongen over de NS, onderhoud, Het<br />

Huwelijk en onderhandelen met <strong>een</strong> miljard in de achterzak.<br />

CULTUUR<br />

Religie en levensbeschouwing. Praten over levensbeschouwing<br />

en religie is op de TU/e beslist g<strong>een</strong> taboe. Na de schokkende<br />

gebeurtenissen van ‘nine eleven’ is er op de universiteit niet all<strong>een</strong><br />

meer discussie met de moslims, ook vraagt menig student zich af<br />

waar de Nederlandse cultuur nu eigenlijk voor staat.<br />

en verder in dit nummer<br />

• TU/e in de pers / 7 • In gesprek met prof.dr Emile Aarts, wetenschapsdirecteur<br />

Philips Research / 8 • Nieuws bedrijfsleven / 11 • Van start, technostarters<br />

TU/e-origine / 14 • Nieuws over onderwijs / 15 • Nieuws over onderzoek<br />

/ 20 • Nieuws over continuing education / 21 • Prof.ir. Jouke Post, hoogleraar<br />

Bouwtechnisch ontwerpen /22 • Ontwerper in opleiding / 31 • Scheiden bij de<br />

bron / 32 • Nieuws over ontwerpen / 35 • Willem van Einthoven, alumnivereniging<br />

van Biomedische Technologie / 40 • Op stage, TU/e-student in buitenland / 41 •<br />

Agenda en servicerubriek / 42<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

3


SAMENWERKING<br />

Het ontstaan van<br />

ziektes in beeld<br />

Stel je voor dat medici <strong>een</strong> tumor kunnen ontdekken nog voor de symptomen<br />

zich hebben geopenbaard. En dat ze dan precies op die plek <strong>een</strong> medicijn<br />

kunnen toedienen. En dat ze al na enkele dagen kunnen zien of de behandeling<br />

werkt. Toekomstmuziek? Niet meer, dankzij molecular imaging, <strong>een</strong> booming<br />

onderzoeksveld waar verschillende disciplines, instellingen en bedrijven in<br />

samenwerken. Zo ook de TU/e, de <strong>Universiteit</strong> Maastricht, Philips Medical<br />

Systems en Organon.<br />

4 M A T R I X / 4 / 2 0 0 3


‘Ik vergelijk de opkomst van molecular<br />

imaging met de revolutie die de computer<br />

heeft veroorzaakt in de jaren zestig.’ Dr.<br />

Sjaak Deckers van Philips Medical Systems<br />

(PMS) raakt gelijk enthousiast als hij over<br />

zijn vakgebied begint. ‘De zieners uit die<br />

tijd voorspelden dat er over tien, twintig<br />

jaar heel veel veranderd zou zijn. Diezelfde<br />

gedrevenheid zie je nu in het veld van<br />

molecular imaging. De komende tien jaar<br />

zal er ontzettend veel gebeuren, met <strong>een</strong><br />

grote impact op de gezondheidszorg.’<br />

‘Medici hebben al veel ziekteprocessen<br />

ontrafeld’, vult prof.dr. Klaas Nicolay aan.<br />

Hij is hoofd van de groep Biomedische<br />

NMR aan de faculteit Biomedische Technologie<br />

(BMT) van de TU/e. ‘Ze gaan<br />

daarbij steeds meer naar het ontstaan van<br />

ziektes kijken. Molecular imaging is <strong>een</strong><br />

middel om de ziekteprocessen op moleculair<br />

niveau zichtbaar te maken. De laatste<br />

jaren is dit onderzoek in <strong>een</strong> stroomversnelling<br />

geraakt, mede door grote vorderingen<br />

in veel verschillende vakgebieden.<br />

Het onderzoek is vooral gericht op kanker<br />

en hart- en vaatziektes - de twee meest<br />

voorkomende doodsoorzaken in het westen<br />

- en neurologische aandoeningen als<br />

Alzheimer en Parkinson.’<br />

Molecular imaging brengt het ziekteproces<br />

dus in <strong>een</strong> heel vroeg stadium in<br />

beeld. ‘Kanker bijvoorbeeld begint met <strong>een</strong><br />

aantal fouten in <strong>een</strong> cel’, legt Deckers uit.<br />

‘Voorh<strong>een</strong> werkten medici met traditionele<br />

medische afbeeldingstechnieken, waarmee<br />

ze <strong>een</strong> gezwel pas konden zien als <strong>een</strong><br />

raar plekje van <strong>een</strong> paar millimeters op<br />

bijvoorbeeld <strong>een</strong> röntgenfoto. Met molecular<br />

imaging kunnen we al veel eerder<br />

Prof.dr.<br />

Klaas Nicolay<br />

onderzoekt<br />

ziekteprocessen<br />

op moleculair<br />

niveau.<br />

MOLECULAR IMAGING, EEN BOOMING<br />

ONDERZOEKSGEBIED<br />

Met <strong>een</strong> MRI-scan<br />

kunnen weefsels<br />

zichtbaar gemaakt<br />

worden.<br />

individuele processen in de cel aanwijzen<br />

waar het mis is.’<br />

Dat kan door het inspuiten van <strong>een</strong> specifiek<br />

stofje, <strong>een</strong> contrastvloeistof. Dat<br />

wordt door het bloed rondgepompt en<br />

hecht zich aan de afwijkende cellen die<br />

afgebeeld moeten worden. Het stofje, en<br />

daarmee de beoogde cellen, kunnen dan<br />

vervolgens zichtbaar worden gemaakt met<br />

verschillende imaging technieken.’<br />

Dertigduizend genen<br />

Er zijn tot nu toe enkele tientallen contrastvloeistoffen<br />

ontwikkeld, die zich<br />

hechten aan verschillende soorten cellen.<br />

‘Een mens heeft ongeveer dertigduizend<br />

genen, die de codes bevatten van zo’n 250<br />

duizend eiwitten’, legt Deckers uit. ‘Daar<br />

kan allemaal iets mis mee zijn, maar we<br />

kunnen natuurlijk niet 250 duizend contrastvloeistoffen<br />

maken. Daarom werken<br />

we met componenten van stofjes, zeg<br />

maar moleculaire legoblokjes. Die kunnen<br />

we variëren afhankelijk van de component<br />

van het ziekteproces dat we bloot willen<br />

leggen.’<br />

Om de contrastvloeistoffen in het lichaam<br />

zichtbaar te maken zijn er verschillende<br />

afbeeldingstechnieken. Denk aan röntgen/CT,<br />

ultrasound, magnetic resonance<br />

imaging (MRI) of nuclear imaging. ‘Er is<br />

nog g<strong>een</strong> ideale techniek gevonden’, zegt<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

5


Dr. Sjaak Deckers: ‘De oorspronkelijke fout in <strong>een</strong><br />

gen opsporen en repareren is echt spectaculair.’<br />

Deckers, ‘iedere techniek heeft z’n voor- en<br />

nadelen. Met <strong>een</strong> MRI-scan kun je zachte<br />

weefsels prachtig zichtbaar maken. Niet<br />

voor niets is de Nobelprijs voor de Geneeskunde<br />

dit jaar uitgereikt aan onderzoekers<br />

in dit veld. De MRI-beelden hebben <strong>een</strong><br />

goede resolutie, maar de gevoeligheid is<br />

niet geweldig. De radioactieve stofjes voor<br />

nuclear imaging zijn veel gevoeliger, maar<br />

moeilijk om te maken, en de resolutie van<br />

de beelden is minder dan bij MRI. CT of<br />

röntgenstraling levert ook hele scherpe<br />

plaatjes op, maar de straling is schadelijk,<br />

en het is moeilijk om de contrastvloeistoffen<br />

af te beelden. Ultrasound is <strong>een</strong> stuk<br />

goedkoper, maar heeft ook <strong>een</strong> beperkte<br />

beeldkwaliteit.’<br />

Het bijzondere voordeel van ultrasound<br />

is dat je <strong>een</strong> geneesmiddel in de contrastvloeistof<br />

kunt m<strong>een</strong>emen en dit kunt<br />

laten exploderen in het lichaam, precies<br />

op de plaats des onheils. ‘Daarmee sla je<br />

twee vliegen in één klap. Theragnostic<br />

wordt dat al genoemd, diagnose en therapie<br />

tegelijk. Dat is <strong>een</strong> mooi doel dat we<br />

nastreven’, aldus Deckers. ‘De volgende<br />

stap, gentherapie, is echt spectaculair: de<br />

oorspronkelijke fout in <strong>een</strong> gen opsporen<br />

en repareren. Met molecular imaging<br />

zouden we kunnen controleren of dit goed<br />

verlopen is. Bij patiënten met taaislijmziekte<br />

bijvoorbeeld is er sprake van één<br />

6 M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

FOTOS: BART VAN OVERBEEKE<br />

foutje op één van de vele genparen in het<br />

menselijk lichaam. De holy grail van veel<br />

onderzoekers is precies dit foute gen te<br />

kunnen repareren.’<br />

Nicolay voegt toe: ‘Ook om het effect van<br />

<strong>een</strong> behandeling te zien is molecular imaging<br />

<strong>een</strong> goed middel. Na <strong>een</strong> chemotherapie<br />

bijvoorbeeld kan de dokter al na <strong>een</strong><br />

paar dagen zichtbaar maken of de kankercellen<br />

afsterven en of de therapie succesvol<br />

zal zijn. Normaal moet <strong>een</strong> patiënt<br />

daar maanden op wachten.’<br />

Niet all<strong>een</strong><br />

Molecular imaging is <strong>een</strong> heel multidisciplinair<br />

vakgebied. ‘Drie traditionele disciplines<br />

zijn erbij betrokken’, legt Nicolay<br />

uit. ‘In de eerste plaats is dat biologie en<br />

geneeskunde, die aangeven welke moleculaire<br />

component <strong>een</strong> sleutelrol speelt<br />

in het ziekteproces. Ten tweede is dat<br />

scheikunde en biomedische technologie,<br />

waar de contraststoffen gemaakt worden<br />

die <strong>een</strong> specifieke interactie aangaan met<br />

de componenten die je wilt afbeelden.<br />

En tenslotte het veld van imaging, om de<br />

afbeeldingstechnieken te optimaliseren,<br />

kwantitatief en kwalitatief. Uit ieder beeld<br />

moet ten slotte betrouwbare informatie af<br />

te leiden zijn.’<br />

Onderlinge samenwerking, in de vorm<br />

van afstemming van de verschillende<br />

vakgebieden, bestaat al langer. Iedere<br />

discipline doet onderzoek op zijn eigen<br />

gebied, maar de uitkomsten worden aan<br />

de ander doorgegeven. ‘Dit onderzoek kun<br />

je gewoon niet all<strong>een</strong> doen’, aldus Nicolay.<br />

‘Samenwerking is bovendien nodig omdat<br />

er wereldwijd al grootschalig onderzoek<br />

naar molecular imaging wordt gedaan.<br />

Vooral de Verenigde Staten zijn groot hierin.<br />

Daar zijn zeker vijf universiteiten die<br />

er voor miljoenen dollars speciale centra<br />

voor hebben ingericht.’<br />

Een officiële samenwerking ontstond eerder<br />

dit jaar in de vorm van <strong>een</strong> consortium<br />

tussen de faculteit BMT, Philips Medical<br />

Systems, de <strong>Universiteit</strong> van Maastricht<br />

(UM) en geneesmiddelenfabrikant Organon.<br />

‘Dat was vanwege de subsidieaanvraag<br />

uit de pot van aardgasbaten. Binnenkort<br />

horen we of we mogen rekenen<br />

op de miljoenen euro’s die we hebben<br />

aangevraagd.’<br />

Het consortium zal zich specifiek richten<br />

op hart- en vaatziektes. Bij BMT gaat het<br />

onderzoek vooral over de ontwikkeling<br />

van contrastmiddelen en MRI-technieken<br />

voor molecular imaging. ‘Voor onze faculteit<br />

is molecular imaging <strong>een</strong> belangrijk<br />

speerpunt’, vertelt Nicolay. ‘Het is in al<br />

onze divisies terug te vinden. Er zullen op<br />

termijn zo’n dertig AIO’s mee bezig zijn,<br />

inclusief die van Maastricht.’


Een voorbeeld van de bijdrage van BMT<br />

aan de samenwerking is het onderzoek<br />

naar aderverkalking. ‘We proberen de<br />

ontstekingsprocessen daarvan in <strong>een</strong><br />

heel vroeg stadium in beeld te krijgen.<br />

Daarvoor werken we sinds kort met proefdiermodellen.<br />

Er mogen g<strong>een</strong> proeven op<br />

mensen gedaan worden. Daarom wordt<br />

molecular imaging op proefdieren en op<br />

cellijnen getest. Dat zijn gekweekte menselijke<br />

cellen die echt in leven kunnen<br />

worden gehouden. Het onderzoek met<br />

proefdieren staat nog helemaal aan het<br />

begin, maar de testen in de cellijnen zijn<br />

tot nu toe veelbelovend.’<br />

Klinische druk<br />

BMT heeft veel interactie met onderzoekers<br />

van het Cardiovascular Research<br />

Institute Maastricht (Carim) van de UM.<br />

‘Hun rol is vooral het genereren van vragen<br />

vanuit medische hoek’, zegt Nicolay.<br />

‘Ze geven aan wat er binnen <strong>een</strong> ziekteproces<br />

belangrijk is om af te beelden. En<br />

TU/e in de pers<br />

‘UNIVERSITAIR ONDERZOEK<br />

NAAR MICRO-ELEKTRONICA HAD<br />

GEEN WETENSCHAPPELIJK NUT.’<br />

Prof.dr. JOCHEN JESS,<br />

emeritus hoogleraar faculteit<br />

Elektrotechniek, in het artikel<br />

‘De godfather van CAD’, in<br />

het TECHNISCH WEEK-<br />

BLAD van 17 oktober 2003.<br />

‘ELKE WERKPLEK MOET STRAKS<br />

INVESTEREN IN EXTRA LICHT,<br />

EEN RELATIEF KLEINE INVESTE-<br />

RING DIE VEEL OPBRENGT.’<br />

Prof.dr. TON BEGEMANN,<br />

hoogleraar Praktische verlichtingskunde<br />

in het artikel<br />

‘Nieuwe tl-buis tegen indutten<br />

in tijd van baas’, in de<br />

TELEGRAAF van 14 oktober<br />

2003.<br />

‘DE NIEUWE TELECOMWET IS<br />

EEN BORDUURWERK MET ALS<br />

BASIS DE OUDE WET WAAROVER<br />

DE NIEUWE HEEN IS<br />

GEWEVEN.’<br />

Prof.mr.dr. JAN SMITS,<br />

hoogleraar Recht en Techniek,<br />

in het artikel ‘TU/e-hoogleraar<br />

Smits: nieuwe telecomwet<br />

is fröbelwerk’, in het<br />

EINDHOVENS DAG-<br />

BLAD van 19 september 2003.<br />

‘THE STUDENTS ARE SO WELL<br />

TRAINED THAT SOME PROFES-<br />

SORS FIND IT HARD TO GRASP<br />

WHAT THEIR RESEARCH IS ABOUT.’<br />

Dr.ir. FONS SAUREN, opleidingsdirecteur<br />

Biomedische<br />

Technologie, in het artikel<br />

‘Europe chips in for training’,<br />

ze laten ons weten waar de prioriteiten<br />

liggen. Zo zit er voortdurend klinische<br />

druk achter het onderzoek. Wij laten er<br />

dan vervolgens onze technologische kennis<br />

op los.’<br />

De UM heeft altijd veel aandacht gehad<br />

voor onderzoek naar hart- en vaatziektes.<br />

Er zijn al fraaie resultaten gehaald, bijvoorbeeld<br />

in het onderzoek naar celdood<br />

in het hart. ‘Er is onlangs <strong>een</strong> proefschrift<br />

hierover verschenen’, zegt prof.dr. Jos<br />

Smits van Farmacologie (UM). ‘We hebben<br />

al veel ervaring met onderzoek naar<br />

ischemische hartziektes, dat wil zeggen<br />

ziektes ontstaan door <strong>een</strong> afsluiting van<br />

het bloedvat, meestal <strong>een</strong> slagader. Het<br />

onderzoek binnen de huidige samenwerking<br />

sluit aan op wat wij al jaren doen.’<br />

Philips Medical Systems op haar beurt<br />

begeeft zich op haar klassieke terrein:<br />

imaging. PMS maakt al jaren apparaten<br />

waarmee je dingen in het lichaam<br />

zichtbaar kunt maken, zoals MRI-scanners,<br />

nucleaire camera’s en ultrasound<br />

berichten uit landelijke en regionale bladen<br />

in NATURE, vol. 425 van 18<br />

september 2003.<br />

‘ELKE VORM VAN DUURZAME<br />

ENERGIE IS DE MOEITE VAN HET<br />

ONDERZOEKEN WAARD.’<br />

Prof.dr. NIEK LOPES<br />

CARDOZO, hoogleraar<br />

aan de faculteit <strong>Technische</strong><br />

Natuurkunde, in het artikel<br />

‘G<strong>een</strong> voetbal maar kernfusie’,<br />

in de VOLKSKRANT<br />

van 8 november 2003.<br />

‘NET ALS DE DECANEN HECHT<br />

HET CVB VEEL WAARDE AAN DE<br />

VERWEVENHEID VAN ONDER-<br />

ZOEK EN ONDERWIJS.’<br />

Ing. AMANDUS LUNDQVIST,<br />

voorzitter CvB, in het artikel<br />

instrumenten. Vanwege de verwachte<br />

impact van molecular imaging op de<br />

gezondheidszorg heeft Philips besloten<br />

veel te investeren op dit gebied. PMS wil<br />

zich vooral richten op de verbetering en<br />

ontwikkeling van imaging technieken en<br />

nieuwe apparaten.<br />

De samenwerkende partijen hebben hoge<br />

verwachtingen van het onderzoek.<br />

Deckers: ‘Er zitten momenteel zo’n dertig<br />

contrastmiddelen in de laatste testfase. De<br />

komende jaren zullen er tientallen middelen<br />

vrijgegeven worden, daar ben ik van<br />

overtuigd.’<br />

Nicolay heeft zijn hoop gevestigd op de<br />

grote pot met subsidie. ‘Als die er niet<br />

komt, gaat het onderzoek hier op de TU/e<br />

op veel kleinere schaal verder, daar zit<br />

niks anders op. Maar als we de subsidie<br />

krijgen, kunnen we echt groot worden.<br />

Ik verwacht dat er veel uit zal komen, dat<br />

het heel belangrijk gaat worden voor de<br />

gezondheidszorg. En dat is toch de belangrijkste<br />

drijfveer voor ons onderzoek.’<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

Dr.ir. Fons Sauren<br />

‘CvB wijst Twents model ook<br />

af’, in de CURSOR van 13 november<br />

2003.<br />

M A T R I X / 3 / 2 0 0 3 7


Emile Aarts<br />

is deeltijdhoogleraar<br />

aan<br />

de TU/e.<br />

8<br />

IN GESPREK<br />

FOTO’S: BART VAN OVERBEEKE<br />

EMILE AARTS,<br />

WETENSCHAPSDIRECTEUR<br />

BIJ PHILIPS RESEARCH<br />

‘Ik geloof geloof écht in deze<br />

nieuwe wereld’<br />

Met Ambient Intelligence lijkt <strong>een</strong> vakgebied te zijn ontstaan dat ver over de<br />

grenzen van de traditionele ingenieur h<strong>een</strong> gaat. Een prikkelende wereld voor prof.<br />

dr. Emile Aarts, Scientific Program Manager (wetenschapsdirecteur) bij Philips<br />

Research en als hoogleraar verbonden aan de faculteit Wiskunde en Informatica.<br />

Deze oprichter van HomeLab staat met twee benen in ‘zijn’ nieuwe wereld.<br />

‘Ambient Intelligence is <strong>een</strong> hot topic, zelfs zo hot dat het<br />

in het Innovatieplatform van Balkenende <strong>een</strong> rol speelt.<br />

Aan de andere kant is het mede bepalend in de toekomst<br />

van de High Tech Campus, en uiteraard in de relatie met<br />

onze ‘zusteruniversiteit’, de TU/e. We noemen de universiteit<br />

zo omdat het de intimiteit tussen ons aangeeft. We<br />

zijn heel blij dat ook de TU/e dit onderwerp als speerpunt<br />

van onderzoek heeft gekozen.’<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

Het is politiek meestal niet verstandig om te spreken<br />

over datgene waar je vol van bent, zei Aarts nog aan het<br />

begin van het interview. Maar als het om zijn troetelkindje<br />

Ambient Intelligence gaat, lapt hij deze wijsheid aan zijn<br />

laars. Met <strong>een</strong> twinkeling in zijn ogen en achteroverleunend<br />

in zijn stoel op de vijfde verdieping van het kantoor<br />

op de High Tech Campus legt hij uit: ‘Het begon met <strong>een</strong><br />

aantal observaties die we vijf, zes jaar geleden deden. Op


de eerste plaats is er in de technologie <strong>een</strong> ontwikkeling<br />

die bekend staat als de Wet van Moore. Iemand van Intel<br />

becijferde in de jaren zeventig dat de ontwikkelingen<br />

zodanig zijn dat de integratiedichtheid van elektronica op<br />

<strong>een</strong> chip elke achttien maanden verdubbelt. Dat is nog<br />

steeds zo. En het blijkt ook op te gaan voor de bandbreedte<br />

bij communicatie en de hoeveelheid geheugen op <strong>een</strong><br />

chip. Het energieverbruik wordt sinds kort gehalveerd in<br />

zo’n zelfde termijn.<br />

De belangrijkste observatie was echter dat elektronica<br />

inmiddels zo klein en krachtig kan worden gemaakt dat je<br />

het kunt laten opgaan in de omgeving van mensen. In je<br />

kleding, in de muren, in het meubilair, in je auto – overal<br />

waar je het wil kan elektronica worden opgeborgen en<br />

kan software bewerkingen uitvoeren die iets slims of iets<br />

aardigs voor de mens betekenen.’<br />

Bungeejump-touw<br />

Technologie kan ons kortom heel veel leveren. Maar wat<br />

willen we? ‘Dat is wel <strong>een</strong>s verwoord als dat mensen<br />

bereid zijn heel veel te investeren in belevenissen. Denk<br />

aan de vakantie-industrie, de vermaakindustrie, maar ook<br />

het uiten van creativiteit en zelfexpressie. Mensen hechten<br />

ook veel waarde aan het met elkaar in contact staan,<br />

het hebben van <strong>een</strong> goed gevoel en het hebben van <strong>een</strong><br />

belevenis. Ik herken mezelf ook wel in dat beeld. Je zult<br />

me niet aan bungeejump-touw zien hangen, maar van<br />

kunstuitingen op het gebied van nieuwe media kan ik<br />

enorm genieten. Daar geef ik ook geld aan uit.’<br />

De volgende stap was het koppelen van behoeften en<br />

technologische mogelijkheden. Een proces waarmee Philips<br />

in volle gang is. ‘We willen de technologische kant, de<br />

mogelijkheid om intelligentie te integreren in kantoren,<br />

publieke ruimtes, huis en auto, en de menselijke kant bij<br />

elkaar brengen. De omgeving merkt de mens op en past<br />

zich aan. We werken aan <strong>een</strong> omgeving waar technologie<br />

zich op de achtergrond bevindt, vaak onzichtbaar, maar<br />

die wel die functionaliteit en sfeer creëert waar de gebruiker<br />

op dat moment behoefte aan heeft. Van deze wereld<br />

hebben we besloten dat we hem aan de mensen willen<br />

aanreiken. We hebben het tot Ambient Intelligence,<br />

omgevingsintelligentie, gedoopt.’<br />

Aarts: ‘De Europeaan loopt<br />

niet zo warm voor technologie,<br />

maar wel voor sociale<br />

contacten, expressiviteit of<br />

het bewaren van cultureel<br />

erfgoed.’<br />

Europese Commissie<br />

Om dit te bereiken volgt Philips <strong>een</strong> tweesporenbeleid<br />

zoals de wetenschapper zegt. ‘Enerzijds moet het voor de<br />

firma leiden tot <strong>een</strong> nieuwe visie op consumentenelektronica.<br />

Dat betekent het evangeliseren van je ideeën. We<br />

hebben er ook in vroeg stadium Philips Design bij betrokken<br />

omdat zij <strong>een</strong> hele mooie kijk op dingen hebben.<br />

Het tweede spoor is de conclusie dat je dit in de wereld<br />

niet all<strong>een</strong> kan doen. Daarom is het als open initiatief<br />

gelanceerd.<br />

We zijn met de Europese Commissie gaan praten, waar<br />

we dit concept, waarbij de mens centraal staat, als typisch<br />

Europees hebben aangereikt. In Amerika zou je met<br />

defensie of economische voordelen veel beter scoren. In<br />

Azië zou je ver komen met <strong>een</strong> arbeidsproductiviteitgroei<br />

dankzij technologie. In Europa is dat anders. De Europeaan<br />

loopt eigenlijk helemaal niet zo warm voor technologie,<br />

maar wel voor sociale contacten, expressiviteit of het<br />

bewaren van cultureel erfgoed. Dit is onderzocht in <strong>een</strong><br />

studie waarbij wereldwijd 14.000 mensen zijn geïnterviewd.’<br />

De EU bleek op dat moment op zoek naar <strong>een</strong> nieuw<br />

thema voor onderzoekssubsidies. Het resultaat is dat er in<br />

de komende jaren 3,7 miljard euro in dit gebied zal worden<br />

geïnvesteerd. Dit gebeurt onder de naam Ambient<br />

Intelligence. ‘Dat is dus <strong>een</strong> relatief succes te noemen.<br />

Maar het geeft ook verantwoordelijkheid, omdat het belastinggeld<br />

is uit de zak van Europeanen.’<br />

Gericht op de mens<br />

Uit de mond van Aarts klinkt het bijna magisch: Ambient<br />

Intelligence. En dat moet het ook <strong>een</strong> beetje zijn. Het<br />

is ver weg, maar ook dichtbij. Het is de techniek van<br />

morgen, maar kan vandaag al gemaakt worden. Het is<br />

de paradox van hightech. Maar bovenal is de technologie<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3 9


1 0<br />

IN GESPREK<br />

gericht op de mens. ‘Het centraal stellen van de mens zit<br />

in dit bedrijf verankerd. Dat was al zo bij Anton en Gerard.<br />

Altijd hebben we gezocht naar toepassingen die nuttig<br />

waren voor mensen. Maar ook het hele sociale beleid<br />

eromh<strong>een</strong> met de huisvesting van werknemers en hun<br />

leven buiten het bedrijf draaide om de mens.’<br />

Ook Philips Research richt zich als instelling steeds meer<br />

op de mens. ‘We hebben ons heel lang afgesloten van de<br />

buitenwereld. Dat was niet goed. Ik spreek met studenten<br />

die hier nog nooit zijn geweest en die niet <strong>een</strong>s weten<br />

waar deze campus ligt. We hebben de mentaliteit gehad<br />

om zo weinig mogelijk naar buiten te brengen. Dat beleid<br />

is volledig omgegooid en nu laten we alles naar buiten<br />

gaan. Dat is <strong>een</strong> goede ontwikkeling.’<br />

Intelligente spiegel<br />

Eén van de eerste producten die uit HomeLab (<strong>een</strong> huisvan-de-toekomst<br />

op het terrein van de High Tech Campus<br />

waar nieuwe technologieën worden gemaakt en getest<br />

door proefpersonen) is gekomen is <strong>een</strong> intelligente spiegel.<br />

Deze wordt al in Amerika aan <strong>een</strong> grote hotelketen<br />

geleverd. ‘Een hotelkamer is vaak klein. Mensen willen er<br />

<strong>een</strong> tv, maar dat is <strong>een</strong> grote zwarte doos. Als je <strong>een</strong> plat<br />

beeldscherm hebt dat je aan de muur kunt hangen, dan<br />

bespaar je veel ruimte. Maar als de tv uit staat, is het <strong>een</strong><br />

groot zwart gat. Wanneer het dan <strong>een</strong> spiegel is, dan voegt<br />

dat wat toe aan de sfeer in <strong>een</strong> kamer. Op deze spiegels<br />

komen veel grappige varianten. Wij zijn bijvoorbeeld<br />

bezig met <strong>een</strong> spiegel op het toilet. Hierop kun je informatie<br />

van het huisgezin zien of je laat er <strong>een</strong> boodschap<br />

voor de bewoners van het huis achter.’<br />

Technologie dus, die gewoon leuk is. Het is bijna vloeken<br />

in de kerk. Vaak wordt gedacht in andere kwalificaties om<br />

met technologie aan de slag te gaan. Zoals economische<br />

vooruitgang of uiterst nuttige toepassingen op het gebied<br />

van gezondheid en welzijn. ‘Ja, ik geloof wel dat, buiten<br />

de game-industrie, het feit dat technologie gewoon leuk<br />

is, is onderbelicht. Dat komt omdat het veel geld kost<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

Emile Aarts: ‘We hebben de<br />

mentaliteit gehad om zo weinig<br />

mogelijk naar buiten te brengen.<br />

Dat is nu volledig omgegooid.’<br />

iets te ontwikkelen en dit dus gerechtvaardigd moet zijn.<br />

Producten zie je daarom vaak eerst in <strong>een</strong> professionele<br />

omgeving. Pas als blijkt dat ze goedkoop kunnen worden<br />

geproduceerd en de consument ze echt wil hebben, worden<br />

ze breder geïntroduceerd. Deze cycli worden overigens<br />

steeds korter.’<br />

Meerdere malen per week loopt Aarts door het HomeLab,<br />

de verwezenlijking van de Ambient Intelligence-droom.<br />

‘Als ik daar ben, denk ik soms: verdorie, er moeten meer<br />

nieuwe dingen worden getoond, de innovatiesnelheid is<br />

te laag. Ik ben daarin gewoon ongeduldig. Maar áls er<br />

iets nieuws is, kan ik daar heel enthousiast over worden.<br />

Recent hebben we in de badkamer nieuwe concepten<br />

rond licht geïnstalleerd. Dat is geweldig. Een badkamer<br />

is <strong>een</strong> heel privé plekje waar mensen met zichzelf bezig<br />

zijn. Met licht kun je dan heel veel doen. We hebben <strong>een</strong><br />

spiegel gemaakt die in staat is om je er mooier te laten<br />

uitzien. Je eigenwaarde neemt hierdoor toe. Je kunt zeggen:<br />

we maken onszelf daarmee maar iets wijs. Anderzijds<br />

functioneer je zo goed als je eigenwaarde dit toelaat.<br />

Iets anders is de badkuip waarin je in schijnwerpers van<br />

licht kunt zitten. Dat is heel glamorous. Dat vind ik erg<br />

leuk. Ik hoef zelf niet in de schijnwerpers, maar ik zie<br />

voor mijzelf wel sfeerverlichting in de badkamer.’<br />

Aan lager wal geraakt<br />

Voor HomeLab wordt gezocht naar <strong>een</strong> nieuw soort ingenieur.<br />

‘We kwamen tot de conclusie dat we moeten werken<br />

in multidisciplinaire teams. Niet <strong>een</strong> team met <strong>een</strong><br />

psycholoog, <strong>een</strong> wiskundige en elektrotechnicus, maar<br />

juist mensen die dat allemaal hebben en die met elkaar<br />

kunnen praten en elkaar begrijpen. We zochten dus naar<br />

de wiskundige die in het weekend in <strong>een</strong> band speelt,<br />

of de industrieel ontwerper die precies weet hoe de programmeertaal<br />

html in elkaar zit. En die mensen zijn er<br />

opmerkelijk veel. De faculteit Industrial Design ligt heel<br />

dicht bij wat wij zoeken, we waren er om die reden heel<br />

blij mee dat ze werd opgericht. De eerste studenten zijn<br />

al in HomeLab geweest waar ze hebben gekeken naar de<br />

interactieve spiegels.’<br />

Aarts zegt zijn beperkingen te kennen, maar lijkt desalniettemin<br />

heel hongerig naar nieuwe kennis en toepassingen.<br />

‘Ik ben van origine theoretisch fysicus. Ik ben<br />

in mijn huidige functie dus aan lager wal geraakt, zoals<br />

mijn vrienden dat noemen. Ook de psychologische kant<br />

van technologie is niet mijn vakgebied en ik heb het daarom<br />

wel <strong>een</strong>s fout, dat geef ik ruiterlijk toe. Maar ik geloof<br />

écht in de nieuwe wereld van Ambient Intelligence.’


edrijfsleven<br />

nieuws<br />

TU/e-HOOGLERAAR WINT<br />

KONINKLIJKE/SHELL PRIJS<br />

Prof.dr. Niek Lopes Cardozo, hoogleraar aan de<br />

faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde heeft in november<br />

de Koninklijke/Shell prijs 2003 ontvangen.<br />

Lopes Cardoza heeft de prijs, honderdduizend<br />

euro en <strong>een</strong> beeldje, gekregen voor zijn werk op<br />

het gebied van plasmafysica en kernfusie bij het<br />

FOM-instituut voor Plasmafysica in Nieuwegein.<br />

De jury van de Shell prijs roemt Lopes Cardozo’s<br />

inzet om met de ‘Fusion Read Show’ middelbare<br />

scholieren bewust te maken van de energieproblematiek.<br />

De onderzoeker wil met de show laten<br />

zien wat kernfusie is en jongeren met kleine<br />

proefjes enthousiast maken voor natuurkunde.<br />

NEW VENTURE<br />

De oprichters van Mammoth Foundations BV,<br />

<strong>een</strong> beginnend bedrijf gericht op <strong>een</strong> nieuwe<br />

manier voor het maken van funderingen, zijn<br />

onlangs in de prijzen gevallen bij de ondernemingsplanwedstrijd<br />

New Venture, <strong>een</strong> competitie<br />

die zich richt op beginnende bedrijven.<br />

Voorwaarde om te mogen deelnemen is dat de<br />

onderneming iets nieuws op de markt brengt<br />

ofwel op <strong>een</strong> nieuwe manier inspeelt op <strong>een</strong><br />

bestaande behoefte. Een eis waaraan Mammoth<br />

Foundations ruim voldoet. De ondernemers<br />

in spé, Martijn van den bouwhuijsen en Twan<br />

Hendriks, ontvingen <strong>een</strong> bedrag van vijfduizend<br />

euro. Bij de innovatieve funderingswijze van<br />

Mammoth Foundations is veel minder mankracht<br />

nodig dan bij de huidige funderingstechnieken.<br />

En het resultaat is ook nog nauwkeuriger. De<br />

kosten zijn lager en het leggen van het fundament<br />

gaat sneller.<br />

SUPRAPOLIX<br />

Enkele maanden geleden werd het één jaar oude<br />

bedrijf Suprapolix in Londen gehuldigd als de<br />

meest veelbelovende spin-off van <strong>een</strong> Europese<br />

universiteit.Suprapolix BV is voortgekomen uit<br />

de onderzoeksgroep van prof.dr. Bert Meijer,<br />

hoogleraar Macromoleculaire en Organische<br />

Chemie bij de faculteit Scheikundige Technologie<br />

van de TU/e. Het doel van Suprapolix is om de<br />

kennis die men heeft ontwikkeld op het gebied<br />

van supramoleculaire polymeren (kunststof)<br />

commercieel te vermarkten. Suprapolix werkt<br />

nauw samen met de TU/e en DSM. Het product<br />

dan Suprapolix op de markt wil brengen, heet<br />

SupraB. SupraB is bedoeld om materiaalei-<br />

Prof.dr. Niek Lopes Cardozo.<br />

genschappen van bepaalde kunststoffen te<br />

optimaliseren. Daarbij moet gedacht worden aan<br />

bijvoorbeeld coatings of shampoo. Suprapolix<br />

gaat het materiaal niet zelf produceren, maar<br />

stelt haar kennis en expertise ter beschikking om<br />

bedrijven te helpen SupraB in hun productieproces<br />

in te passen.<br />

BEDRIJVEN GEZOCHT<br />

De Systeem Architectuur en Netwerk (SAN)groep<br />

van de TU/e heeft <strong>een</strong> project uitgevoerd<br />

waarmee technieken worden ontwikkeld om<br />

analyses van software-ontwerpen uit te voeren.<br />

De technieken richten zich op ontwerpen die beschreven<br />

zijn in de Unified Modelling Language<br />

(UML). Voor <strong>een</strong> software-ontwerp berekent <strong>een</strong><br />

tool in korte tijd <strong>een</strong> aantal kengetallen die inzicht<br />

geven in de kwaliteit dit ontwerp. Een voorbeeld<br />

van zo’n kengetal is het aantal inconsistenties<br />

dat in het ontwerp is aangetroffen. Deze<br />

Ondernemen en Technologie<br />

FLEXIBELE MULTIMEDIA EN INNOVATIES<br />

FOTO: ERNST BODE<br />

analyse van <strong>een</strong> ontwerp voorspelt de kwaliteit<br />

van het uiteindelijke systeem. Bij enkele bedrijven<br />

is reeds <strong>een</strong> aantal analyses uitgevoerd<br />

op behoorlijk grote ontwerpen. Per 1 november<br />

2003 is <strong>een</strong> vervolgproject gestart om deze<br />

bevindingen verder uit te werken. De SAN-groep<br />

(contactpersoon dr. Michel Chaudron) is hiervoor<br />

naarstig op zoek naar bedrijven die UMLontwerpen<br />

ter analyse beschikbaar willen stellen.<br />

Voor meer informatie over het onderzoek of<br />

deelname hieraan, kunt u contact opnemen met<br />

dr. Michel Chaudron, tel. 040-2474449/2478309<br />

of e-mail m.r.v.chaudron@tue.nl.<br />

Kijk op: www.win.tue.nl/~mchaudro.<br />

HOOGWAARDIGE KENNISTRANS-<br />

FER NAAR MKB<br />

Het Embedded Systems Institute, waarvan de<br />

TU/e <strong>een</strong> van de oprichters is, en de Brabantse<br />

Ontwikkelings Maatschappij (BOM) slaan de<br />

handen in<strong>een</strong> om de opgedane kennis uit projecten<br />

ter beschikking te stellen aan het MKB.<br />

De BOM promoot de innovatieve kracht van het<br />

MKB in Noord-Brabant en ziet het vakgebied<br />

embedded systemen als speerpunt voor nieuwe<br />

business. Het Embedded Systems Institute heeft<br />

als doel het vakgebied van embedded systemen<br />

vorm en inhoud te geven. Door middel van<br />

onderzoeksprojecten wordt kennis opgedaan<br />

over het vakgebied. Een dergelijk project wordt<br />

georganiseerd aan de hand van <strong>een</strong> concrete<br />

probleemstelling van <strong>een</strong> hightech bedrijf.<br />

Kennisinstellingen en industrie participeren in<br />

deze projecten. Het Embedded Systems Institute<br />

wil stimuleren dat MKB-bedrijven ook deelnemen<br />

aan projecten waarvan de probleemstelling<br />

aansluit bij de kernactiviteiten van het bedrijf.<br />

Ook dit collegejaar organiseert de TU/e weer de lezingenreeks ‘Ondernemen en Technologie’,<br />

bedoeld voor mensen uit het bedrijfsleven. Op donderdag 22 januari geeft<br />

prof.dr. Lynda Hardman, hoogleraar bij de faculteit Wiskunde en Informatica <strong>een</strong><br />

lezing over flexibele multimedia op het internet. Op donderdag 11 maart geeft prof.dr.<br />

Ruth Oldenziel van de faculteit Technologie Management <strong>een</strong> lezing getiteld ‘Innovaties<br />

in de achteruitkijkspiegel’. De lezingen vinden plaats van 17.00 tot 18.15 uur.<br />

Voor meer informatie en aanmelding kan men contact opnemen met het Communicatie<br />

Service Centrum, telefoon (040) 247 2278, e-mail csc@tue.nl of men kan zich<br />

aanmelden via www.tue.nl/csc/lezingenreeks. Toegang is gratis.<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3 1 1


1 2<br />

ONDERWIJS<br />

DE FLEXIBELE BACHELOR<br />

Studenten krijgen meer<br />

keuzemogelijkheden<br />

De student centraal. Daar gaat het om in de zogenaamde<br />

flexibele bachelor, <strong>een</strong> systeem waarbij studenten zelf<br />

<strong>een</strong> deel van hun opleiding invullen. Hoe het er precies uit<br />

gaat zien, wordt onderzocht aan de faculteit <strong>Technische</strong><br />

Natuurkunde aan de TU/e. Opleidingsdirecteur prof.<br />

dr. Fons de Waele doet dit bij voornoemde faculteit.<br />

‘Het wordt <strong>een</strong> ingrijpende operatie, maar ik ben ervan<br />

overtuigd dat het onderwijs er echt beter van wordt.’<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

Met het major-minor systeem hoopt de TU/e<br />

aantrekkelijker te worden voor aankomende<br />

studenten.<br />

Het zijn termen die de afgelopen jaren<br />

veel werden gehoord in onderwijsland:<br />

flexibele bachelor, brede bachelor, majorminor.<br />

Vele scenario’s waren denkbaar om<br />

vorm te geven aan <strong>een</strong> aantal uitgangspunten<br />

waarover wèl over<strong>een</strong>stemming<br />

bestaat: de student moet de mogelijkheid<br />

hebben <strong>een</strong> deel van bachelor zelf in te<br />

vullen, het liefst buiten de eigen faculteit.<br />

En in het verlengde hiervan: studenten<br />

moeten breed opgeleide ingenieurs worden<br />

die weten wat er te koop is in de<br />

wereld.


FOTO: ROB STROK<br />

Op dit moment speelt de bachelor zich<br />

voornamelijk af binnen de faculteiten.<br />

Studenten volgen <strong>een</strong> uitgekiend onderwijsprogramma<br />

waarin ze weinig te kiezen<br />

hebben, al zijn er wel wat verschillen<br />

per faculteit.<br />

Het toekomstige model voor de bachelor<br />

heet major-minor, wat staat voor <strong>een</strong> verplicht<br />

deel major en <strong>een</strong> gekozen gedeelte<br />

minor. De minor beslaat daarbij <strong>een</strong> zesde<br />

deel van de driejarige bachelor. Dat komt<br />

neer op <strong>een</strong> halfjaar studie, <strong>een</strong> behoorlijke<br />

tijd dus.<br />

Ooit werd er gesproken over <strong>een</strong> systeem<br />

waarbij studenten op alle faculteiten<br />

konden ‘shoppen’ om <strong>een</strong> pakket samen<br />

te stellen. Maar volgens prof.dr. Fons<br />

de Waele zou dat juist <strong>een</strong> verlies aan<br />

kwaliteit van het onderwijs zijn. ‘Ik kan<br />

niet voor alle faculteiten spreken, maar<br />

ik denk niet dat dit zal gaan gebeuren.<br />

Je kunt niet <strong>een</strong> student zomaar wat<br />

vakjes laten plukken. Dan heeft het vakkenpakket<br />

g<strong>een</strong> gezicht. Een minor moet<br />

herkenbaar zijn, zeker met het oog op de<br />

toekomst van de student. En het pakket<br />

moet ook niet al te ver van het hoofdvak<br />

af liggen. Niet <strong>een</strong> hoofdvak natuurkunde<br />

en bijvak Egyptische mythologie. Eerder<br />

natuurkunde met wiskunde, of met werktuigbouwkunde.’<br />

Welke minors zich in de aandacht van<br />

studenten kunnen verheugen moet de toekomst<br />

uitwijzen. ‘Er zullen verschillende<br />

minors worden gemaakt en daaruit kiezen<br />

ze. Daarbij is het mogelijk dat er met de<br />

beste bedoelingen minors zijn bedacht die<br />

nauwelijks worden gekozen. Dan moet je<br />

er mee stoppen.’<br />

Doorstroom<br />

Het is dus de faculteit die <strong>een</strong> aantal<br />

minoropleidingen zal aanbieden. Dit kunnen<br />

er vijf of tien zijn. In overleg met<br />

andere faculteiten wordt gekeken hoe<br />

<strong>een</strong> minor zinvol kan worden ingericht.<br />

Hierbij wordt gesproken over ‘diepgaande,<br />

duurzame en profilerende minors die<br />

ruimere doorstroommogelijkheden bieden<br />

tot aanpalende masteropleidingen of<br />

bepaalde interfacultaire masters’.<br />

Studenten kunnen zich middels de minor<br />

dus voorbereiden op keuzes die ze na de<br />

bachelor gaan maken, zoals masteropleidingen<br />

die door verschillende faculteiten<br />

samen worden aangeboden en die kennis<br />

van meerdere vakgebieden vragen.<br />

Ook moet het gemakkelijker worden op<br />

andere technische universiteiten in te stro-<br />

Prof.dr. Fons de Waele:<br />

‘Een academicus<br />

kijkt verder dan zijn<br />

eigen toko. Dat willen<br />

we met dit systeem<br />

bereiken.’<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

men, zoals is vastgelegd in het zogenaamde<br />

Sectorplan Wetenschap & Technologie, <strong>een</strong><br />

over<strong>een</strong>komst tussen de drie technische<br />

universiteiten. Hierin spreken zij af alles te<br />

doen de doorstroming tussen de TU’s zonder<br />

studievertraging te laten verlopen.<br />

Associaties<br />

Het ligt voor de hand dat er bij het samenstellen<br />

van minors clusters van faculteiten<br />

ontstaan die veel met elkaar delen en dus<br />

veel studenten van elkaar over de vloer krijgen.<br />

De zogenaamde associaties. De Waele:<br />

‘Associaties moeten <strong>een</strong> voertuig zijn om<br />

zaken gemakkelijker te laten verlopen.<br />

Deze indeling is faciliterend, het is om de<br />

richting aan te geven. Het zijn g<strong>een</strong> rigide<br />

verbanden. Er zal dynamiek in zitten.’<br />

Met het systeem van major-minor hoopt<br />

de TU/e aantrekkelijker te worden voor<br />

aankomende studenten. Als hen wordt<br />

gevraagd waar ze op het gebied van hun<br />

opleiding behoefte aan hebben, geven<br />

ze vaak aan <strong>een</strong> brede opleiding te willen<br />

volgen. Er bestaat de angst voor <strong>een</strong><br />

fuik, <strong>een</strong> opleiding die steeds smaller en<br />

specialistischer wordt en waarbij de student<br />

almaar meer mogelijkheden om van<br />

andere vakgebieden te proeven, ziet wegvallen.<br />

In hoeverre dit angstbeeld conform<br />

de werkelijkheid is, is de vraag, maar dat<br />

<strong>een</strong> studentenleven zich niet enkel binnen<br />

de muren van één faculteit moet afspelen,<br />

daarover zijn onderwijsgevenden en studenten<br />

het <strong>een</strong>s.<br />

‘De gedachte is dat studenten soms wat<br />

verkokerd worden opgeleid en dat is niet<br />

wat je van <strong>een</strong> academicus verwacht. Een<br />

academicus kijkt verder dan zijn eigen<br />

toko. Dat willen we met dit systeem bereiken.<br />

Daarom zien we studenten ook graag<br />

naar het buitenland of andere laboratoria<br />

vertrekken. Als ze all<strong>een</strong> hier blijven,<br />

wordt zoals het hier gaat de norm. Als je<br />

buiten je grenzen kijkt, kun je anderen en<br />

jezelf veel beter beoordelen.’<br />

Toch blijft het mogelijk voor studenten om<br />

<strong>een</strong> minor te doen binnen het eigen vakgebied.<br />

‘Als studenten zich volledig in het<br />

vakgebied willen verdiepen en daarin in<br />

willen uitblinken, moeten ze die mogelijkheid<br />

krijgen’, m<strong>een</strong>t De Waele.<br />

Een onderzoekje onder studenten aan de<br />

<strong>Universiteit</strong> van Twente bevestigt het beeld<br />

dat ze behoefte hebben aan keuzemogelijkheden.<br />

Met het systeem van majorminor<br />

krijgen ze echter nog meer keuzemogelijkheden<br />

dan het halfjaar buiten<br />

de eigen faculteit. ‘Als je nu als hoofdvak<br />

natuurkunde kiest en daarna <strong>een</strong> minor in<br />

scheikunde doet, zou het best zo kunnen<br />

zijn dat je later doorstroomt in <strong>een</strong> master<br />

scheikunde. Binnen de master zijn namelijk<br />

nog mogelijkheden om de kennis op<br />

het gewenste niveau te krijgen.’<br />

Volgens De Waele is er in het bedrijfsleven<br />

grote vraag naar studenten die tijdens hun<br />

studie van meerdere vakgebieden kennis<br />

hebben genomen. ‘Het werkveld vraagt<br />

breed opgeleide ingenieurs. Wij hebben<br />

op deze faculteit <strong>een</strong> raad van advies die<br />

bestaat uit mensen uit de industrie. Aan<br />

hen hebben we gevraagd wat bruikbare<br />

minors zouden zijn. Op die vraag hadden<br />

ze zeker wel antwoorden. Bijvoorbeeld <strong>een</strong><br />

natuurkundige die weet hoe <strong>een</strong> elektrisch<br />

circuit in elkaar zit.’<br />

<strong>Eindhoven</strong>s profiel<br />

Parallel met de invoering van majorminor<br />

loopt het harmoniseren van de<br />

onderwijsstructuur. Prof.dr. Hans van<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3 1 3


1 4<br />

ONDERWIJS<br />

Duijn, plaatsvervangend decaan van de<br />

faculteit Wiskunde en Informatica, zal<br />

zich hier in de komende tijd namens de<br />

universiteit mee bezig houden.<br />

Het College van Bestuur van de TU/e<br />

streeft naar <strong>een</strong> bachelor met <strong>een</strong> jaarindeling<br />

die bestaat uit zes blokken. De verhouding<br />

tussen theoretisch en praktisch<br />

werk moet zijn 3:2. Het onderwijs aan de<br />

TU/e moet <strong>een</strong> herkenbaar gezicht krijgen<br />

en hiertoe wil de universiteit dat de clusters<br />

van faculteiten <strong>een</strong> aantal gem<strong>een</strong>schappelijke<br />

vakken definiëren. Dit wordt<br />

het <strong>Eindhoven</strong>s profiel genoemd. Hoe de<br />

harmonisatie er uiteindelijk uit zal zien,<br />

wordt de komende tijd onderzocht.<br />

Het plan is om de harmonisering en<br />

van start<br />

Drivetrain Innovations BV<br />

intro<br />

TRANSMISSIES EN AANDRIJFLIJNEN VOOR AUTOMOTIVE<br />

Wat is het belang van DTI in de branche? verkopen van kennis en licenties van innova-<br />

In de automotive branche is de laatste jaren tieve transmissie- en aandrijflijnconcepten<br />

het zeer belang tevreden van de met aandrijflijn de nieuwe en huisstijl met name die die <strong>een</strong> hoge toegevoegde waarde (voor de<br />

van samen de transmissie met ontwerpbureau sterk toegenomen. Keja Donia Het in consument) combineren met lage investe-<br />

is Amsterdam namelijk gebleken werd ontwikkeld. dat door het Het gebruik beeldringskosten (voor de producent). De toege-<br />

van merk nieuwe heeft transmissietechnologieën volgens hem het voordeel zoals van voegde waarde zit hem vooral in <strong>een</strong> hoge<br />

de de Continu <strong>een</strong>voud. Variabele ‘Het is Transmissie hoogwaardige (CVT) grafische en mate van comfort in combinatie met <strong>een</strong> V.l.n.r. Roëll van Druten, Alex Serrarens en Bas Vroemen<br />

hybride vormgeving. aandrijvingen Het is doorzichtig, in combinatie je hoeft met de er laag brandstofverbruik. In 2002 heeft DTI met, in glas, het logo van hun bedrijf.<br />

verbrandingsmotor niets aan uit te leggen, zeer grote hoeft brandstof- niet te puzen<br />

voor ieder transmissiemarktsegment, met<br />

emissiebesparingen zelen, het is g<strong>een</strong> esoterisch mogelijk zijn. symbool. De CVT Di name voor de personenwagenindustrie, <strong>een</strong> het voordeel van de <strong>een</strong>voud.<br />

heeft zeer nu tevreden <strong>een</strong> marktaandeel met de nieuwe van huisstijl twintig pro- die aantal transmissieconcepten ontwikkeld ‘Het tien is hoogwaardige tot vijftien medewerkers grafische zijn, waarcent<br />

samen in Japan met ontwerpbureau en dat zal in de Keja komende Donia tien in en vastgelegd middels patentaanvragen. vormgeving. onder projectmanagers, Het is doorzichprojectengineers,<br />

jaar Amsterdam naar verwachting werd ontwikkeld. verdubbelen. Het Verder beeld- Parallel hieraan zijn de eerste businesstig, onderzoekers, je hoeft er niets AIO’s aan en uit niet te vergeten<br />

heeft merk Toyota heeft drie volgens verschillende hem het voordeel hybrides van to- businesscontacten gelegd met Original te leggen, commerciële hoeft niet en financiële te puz- medewerkers.<br />

ontwikkeld de <strong>een</strong>voud. en ‘Het op de is markt hoogwaardige gezet, en grafische de Equipment Manufacturers (OEMs) in Europa, zelen, DTI het zal is <strong>een</strong> g<strong>een</strong> zeer esoterisch kennisintensief bedrijf zijn<br />

andere vormgeving. autofabrikanten Het is doorzichtig, proberen te je volgen hoeft er Japan en Korea waarbij de interesses voor symbool. met hoogopgeleide Di zeer tevreden medewerkers, met geves-<br />

in niets deze aan groeiende uit te leggen, markt. hoeft In Europa niet is te <strong>een</strong> puzze- de verschillende innovaties zijn gepeild. de nieuwe tigd in de huisstijl regio <strong>Eindhoven</strong>. die samen<br />

trend len, ingezet het is g<strong>een</strong> tot het esoterisch automatiseren symbool. van Di de zeer Begin 2003 is met één Europese OEM en met ontwerpbureau Keja Donia<br />

gangbare tevreden handgeschakelde met de nieuwe huisstijl versnellingsbak. die samen met één Japanse toeleverancier het eerste in Amsterdam Wanneer is werd DTI opgericht? ontwik-<br />

De met verwachting ontwerpbureau is dat rond Keja Donia 2010 het in EuroAmster- concrete projectvoorstel opgesteld, waarbij keld. DTI Het is in beeldmerk 2001 opgericht heeft en aangemeld als<br />

pesedam marktaandeel werd ontwikkeld. van dit Het soort beeldmerk ‘slimme’ heeft naar verwachting begin 2004 gestart zal volgens V.O.F. hem bij de het KvK. voordeel Medio van 2003 zijn Drivet-<br />

transmissies volgens hem boven het voordeel de vijfentwintig van de <strong>een</strong>voud. pro- worden.<br />

de <strong>een</strong>voud. rain Innovations ‘Het is hoogwaar- BV, de holding DTI Group<br />

cent ‘Het zal is liggen. hoogwaardige grafische vormgeving.<br />

dige en grafische drie persoonlijke vormgeving. BV’s opgericht.<br />

Het is doorzichtig, je hoeft er niets aan uit Hoe denkt u dat uw bedrijf er over vijf<br />

Waaruit te leggen, bestaan hoeft niet de activiteiten te puzzelen, van het DTI? is g<strong>een</strong> jaar uit ziet?<br />

Drivetrain esoterisch Innovations symbool. Di BV zeer (DTI) tevreden is <strong>een</strong> inno- met de In 2008 hopen we onze eerste transmisvatie-<br />

nieuwe en kennisbureau huisstijl die samen op het met gebied ontwerpbu- van sie concept (de ‘Zero Inertia’ transmissie)<br />

transmissies reau Keja Donia en aandrijflijnen in Amsterdam voor werd automoont- als massaproduct op de markt te zien. Op<br />

tivewikkeld. toepassingen. Het beeldmerk Het doel heeft van DTI volgens is het hem dat moment zullen we waarschijnlijk met<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

de major-minor-structuur vanaf 2007<br />

over de hele universiteit in te voeren,<br />

maar voor die tijd moet nog veel worden<br />

gedaan. De faculteit Natuurkunde loopt<br />

voorop met major-minor. De Waele: ‘Wij<br />

willen bij Natuurkunde het systeem al<br />

per september 2004 invoeren. Daarom<br />

zijn er nu al levendige discussies. Wij<br />

moeten nu dus de ruimte voor de minor<br />

vrijmaken in ons curriculum. Dat betekent<br />

snijden in de opleiding. Dat is<br />

lastig. Maar men is er enthousiast over<br />

en gebruikt deze overgang om nog <strong>een</strong>s<br />

heel kritisch naar de studie te kijken.<br />

En ik geloof echt dat het verlies van <strong>een</strong><br />

halfjaar, waarin je studenten kwijt bent,<br />

wordt overtroffen door de winst die je<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

boekt in de vorm van beter opgeleide<br />

studenten.’ Het nieuwe systeem zal van<br />

docenten en begeleiders meer vergen dan<br />

nu het geval is. ‘Je kunt je voorstellen dat<br />

je voor studenten die <strong>een</strong> minor aan deze<br />

faculteit komen doen <strong>een</strong> speciaal vak<br />

moet maken om ze op niveau te krijgen.<br />

Bijvoorbeeld als <strong>een</strong> student Bouwkunde<br />

<strong>een</strong> minor Natuurkunde wil doen. Dat<br />

kan <strong>een</strong> hoop extra werk geven.’<br />

Op alle niveaus wordt op dit moment<br />

gediscussieerd over de onderwijsvernieuwingen<br />

die op stapel staan. De komende<br />

jaren moeten uitwijzen in welke richting<br />

het major-minor-onderwijs aan de TU/e<br />

zich beweegt.<br />

DTI is opgericht door drie specialisten in het vakgebied: dr.ir.<br />

Roëll van Druten, dr. ir. Alex Serrarens en dr.ir. Bas Vroemen.<br />

Zij hebben alledrie werktuigbouwkunde gestudeerd aan de TU/<br />

e. Op dit moment heeft DTI één medewerker, één promovendus<br />

en twee afstudeerders in dienst. Daarnaast heeft DTI <strong>een</strong> agent<br />

in Japan en werkt het bedrijf samen met TNO-Automotive in Delft<br />

en de TU/e- sectie Control Systems Technology. Meer<br />

informatie over DTI is te vinden op www.dtinnovations.nl


onderwijs<br />

nieuws<br />

CREATECH 2003<br />

In de ontwerpwedstrijd van dit jaar moesten<br />

studenten in vijftien teams <strong>een</strong> vaartuig maken<br />

dat ballen uit het water kan vissen om ze op kleur<br />

gesorteerd in twee verschillende bakken te deponeren.<br />

Samenwerken in <strong>een</strong> multidisciplinair<br />

team, iets maken met je handen <strong>een</strong> raar apparaat<br />

bouwen, zijn redenen van studenten om deel te<br />

nemen aan de wedstrijd. Natuurkundestudent<br />

Merlijn Jacobs had voor het bouwen uitgerekend<br />

hoe groot de schroef en het oppervlak van het<br />

roer moeten zijn. Zijn team heeft gekozen voor<br />

<strong>een</strong> voortstuwing met <strong>een</strong> motor en besturing<br />

met <strong>een</strong> roer. Een tweede, lichtere motor drijft<br />

de lopende band aan die de ballen uit het water<br />

gaat vissen. Het geheel komt op <strong>een</strong> catamaranconstructie<br />

te staan met twee drijvers. In de<br />

strijd om <strong>een</strong> zo licht mogelijke constructie koos<br />

het team van werktuigbouwkundestudent Martijn<br />

Leegwater voor <strong>een</strong> glasvezelconstructie om de<br />

ballen op te pikken. Bij de finale bleek veel uitval<br />

in de robotboten vanwege het water. Dat was <strong>een</strong><br />

bemoeilijkende factor dit jaar.<br />

TRANSPARANTE ETALAGEPOP<br />

De faculteit Biomedische Technologie heeft <strong>een</strong><br />

transparante etalagepop voorzien van <strong>een</strong> aantal<br />

sensoren. Zij wordt ‘Miepie’ genoemd. Wie de<br />

sensoren aanraakt, start <strong>een</strong> filmpje. De filmpjes<br />

gaan over onderwerpen waar <strong>een</strong> toekomstige<br />

student BMT in zijn studie mee te maken kan<br />

krijgen. Miepie wordt ingezet in de studievoorlichtingsactiviteiten<br />

van de faculteit Biomedische<br />

Technologie.<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

Een van de opstellingen bij Createch 2003.<br />

TECHNIEKPROMOTIE MET LEGO<br />

De vrijwilligers van de <strong>Eindhoven</strong>se stichting<br />

Techniekpromotie (met onder andere studenten<br />

van de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde) toeren<br />

langs basisscholen en voortgezet onderwijs<br />

om <strong>een</strong> circusachtige show te presenteren met<br />

spectaculaire experimenten uit de natuurkunde<br />

en scheikunde. De nieuwste activiteit is de organisatie<br />

en coördinatie van de First Lego League<br />

in Nederland. Het thema van de wedstrijd luidt<br />

dit jaar ‘A mission to Mars’. De teams van maximaal<br />

tien deelnemers krijgen acht weken de tijd<br />

om van Lego <strong>een</strong> robot te maken die Mars moet<br />

gaan verkennen. Behalve de bekende bouwelementen<br />

van (technisch) lego hebben de jonge<br />

bouwers de beschikking over sensoren, elektromotoren,<br />

computers en software. De stichting<br />

Techniekpromotie heeft op de publieksdag van de<br />

TU/e <strong>een</strong> Scienceshow laten zien. De stichting kan<br />

ook shows op maat maken en scholen kunnen er<br />

gastlessen van TU/e-docenten aanvragen.<br />

STUDENTEN GEVEN TU/e<br />

EEN ZEVEN<br />

Studenten beoordelen de opleidingen van de<br />

TU/e gemiddeld met <strong>een</strong> ruime zeven. Daarmee<br />

staat <strong>Eindhoven</strong> op de vierde plaats in de lijst van<br />

EK Programmeren<br />

de Nederlandse universiteiten. Dat blijkt uit de<br />

Studiekeuze-Informatie 2003, die zich voor het<br />

oordeel van de studenten baseert op enquêtes van<br />

de afgelopen drie jaar. De database Studiekeuze-<br />

Informatie vormt de basis voor de Keuzegids<br />

Hoger Onderwijs. Uit het gegevensbestand blijkt<br />

dat relatief kleine opleidingen zowel bij studenten<br />

als deskundigen beter scoren dan grote. De universiteiten<br />

van Twente, Wageningen, Maastricht<br />

en <strong>Eindhoven</strong> worden door de studenten als beste<br />

beoordeeld. De opleidingen werden beoordeeld<br />

op inhoud, samenhang, arbeidsmarktvoorbereiding,<br />

docenten en de mate waarin studenten<br />

wordt geleerd zelf te denken. Het oordeel van<br />

de deskundigen, gebaseerd op de visitatierapporten<br />

van de HBO-raad en de VSNU, laat <strong>een</strong><br />

vergelijkbaar beeld zien. Bovenaan hun ranglijst<br />

staat de <strong>Universiteit</strong> van Maastricht, gevolgd door<br />

Twente en daarna de universiteiten van Tilburg en<br />

<strong>Eindhoven</strong>.<br />

DUALE OPLEIDING<br />

SCHEIKUNDIGE TECHNOLOGIE<br />

Vijftien studenten zijn in oktober begonnen aan<br />

<strong>een</strong> nieuwe, duale opleiding tot scheikundig ingenieur<br />

aan de TU/e. De studenten, die allemaal<br />

al <strong>een</strong> baan hebben in de chemie, kunnen binnen<br />

drie jaar de ir-titel halen. De ing-titel (HTO)<br />

hadden ze al. De opleiding is <strong>een</strong> initiatief van<br />

de Vereniging van de Nederlandse Chemische<br />

Industrie (VNCI), de faculteit Scheikundige<br />

Technologie van de TU/e en de stichting<br />

Vakopleiding procesindustrie (VAPRO). Het<br />

nieuwe aan de opleiding is dat studenten kunnen<br />

werken én leren. Studeren kan op de werkplek, via<br />

internet of tijdens colleges. Colleges en praktijk<br />

zijn op elkaar afgestemd. Zo’n vijftien bedrijven<br />

‘leveren’ de studenten, waaronder Shell, Akzo<br />

Nobel, Dow Benelux en Organon.<br />

TEAMS TU/e EINDIGEN IN DE MIDDENMOOT<br />

Twee teams van <strong>Eindhoven</strong>se studenten hebben zich gekwalificeerd voor het Europees<br />

kampioenschap programmeren, dankzij <strong>een</strong> vijfde en achtste plaats. Er waren<br />

in totaal acht programmeeropgaven voor de teams. Iedere opgave had <strong>een</strong> eigen<br />

kleur. Bij <strong>een</strong> oplossing kreeg <strong>een</strong> team <strong>een</strong> ballon in die kleur aan het bureau,<br />

zodat de anderen wisten dat die opdracht te doen was. Het team Kipi bestaat uit<br />

drie eerstejaars van de faculteit Wiskunde en Informatica. In het Zweedse Lund heeft<br />

inmiddels het kampioenschap plaatsgevonden. Er deden in totaal 48 teams mee, de<br />

TU/e-teams eindigden als achttiende en <strong>een</strong>entwintigste, in de middenmoot.<br />

M MA TA RT IR X I / X / 1 4 / / 2 2 0 0 0 31 1 75


1 6<br />

ONDERZOEK<br />

ONDERZOEK NAAR EEN BETERE BATTERIJ<br />

De draagbare<br />

toekomst<br />

Het is mogelijk <strong>een</strong> mobiele<br />

telefoon te maken waarmee<br />

filmpjes worden afgespeeld, of <strong>een</strong><br />

polshorloge waarop je spelletjes<br />

doet. Hiervoor is veel elektriciteit<br />

nodig. Maar de prestaties die<br />

<strong>batterij</strong>en leveren, lopen altijd<br />

achter bij de toepassingen die<br />

technici bedenken. Daarom wordt<br />

veel onderzoek gedaan naar<br />

het ver<strong>betere</strong>n van <strong>batterij</strong>en.<br />

Zoals door prof.dr. Peter Notten,<br />

hoogleraar aan de faculteit<br />

Scheikundige Technologie van de<br />

TU/e en werkzaam bij het NatLab.<br />

‘Uiteindelijk draait het hele leven om energie’,<br />

zegt Notten. ‘Je kunt hier op verschillende<br />

niveaus naar kijken. Bijvoorbeeld<br />

naar biologische systemen, die all<strong>een</strong><br />

blijven draaien als ze worden gevoed door<br />

energie. Je kunt op <strong>een</strong> hoger abstractieniveau<br />

kijken naar <strong>een</strong> kunstenaar die<br />

<strong>een</strong> schilderij maakt. Hiervoor is creatieve<br />

energie nodig. Hetzelfde geldt voor onderzoekers.<br />

En ook voor de maatschappij is<br />

energie noodzakelijk.’<br />

Twee kernwoorden bij het gebruik van<br />

energie in de vorm van elektriciteit zijn op<br />

dit moment mobiliteit en portability, ofwel<br />

draagbaarheid. Deze twee begrippen zijn<br />

nu en de komende decennia heel belangrijk,<br />

zegt de onderzoeker.<br />

‘De noodzaak van mobiliteit is evident: de<br />

mens verplaatst zich steeds meer en moet<br />

daarbij ‘gevoed’ worden met energie. Draagbaarheid<br />

kun je op verschillende manieren<br />

bereiken. Je hebt energie aan boord van<br />

<strong>een</strong> mobiele telefoon, laptop of auto nodig.<br />

FOTO’S: BART VAN OVERBEEKE<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

Dat kan door brandstofcellen of <strong>batterij</strong>en.<br />

Brandstofcellen zijn relatief nieuw hoewel<br />

het concept al heel oud is. Batterijen ken-<br />

nen we al heel lang, maar de laatste tien jaar<br />

hebben zich op dat terrein heel belangrijke<br />

ontwikkelingen voorgedaan.’


Batterijenonderzoek aan de TU/e<br />

Ontwikkelingen die vooral liggen op het<br />

gebied van <strong>een</strong> steeds hogere energiedichtheid.<br />

Maar die is volgens Notten evoluti-<br />

De betrokken partijen bij dit onderzoek<br />

Het onderzoek onder de paraplu van het nationale stimuleringsprogramma E.E.T. (Ecologie-Economie-Technologie)<br />

vindt plaats met verschillende partners: het Philips Natuurkundig Laboratorium,<br />

de TU/e, Eurandom en Shell. Aan de TU/e wordt vooral gewerkt op het gebied van materiaalonderzoek:<br />

waterstofopslagverbindingen en nikkelelektrodes. Maar ook zijn mensen bezig met <strong>batterij</strong>modellering<br />

en preshaped <strong>batterij</strong>en. Alle TU/e’ers zijn afkomstig uit de groep Anorganische<br />

Chemie en Katalyse van de faculteit Scheikundige Technologie.<br />

Shell Amsterdam is geïnteresseerd in waterstofopslagmaterialen, omdat zij <strong>een</strong> energiedrager<br />

moeten hebben voor het geval de olie opraakt. Waterstof ligt hierbij erg voor de hand. Eurandom<br />

is bij het project betrokken omdat de onderzoekers daar bedreven zijn in het hanteren van<br />

de complexe <strong>batterij</strong>modellen. De wiskundigen van het instituut helpen bij het optimaliseren van<br />

de modellen gebaseerd op fysisch-chemische grondslag. In totaal zijn ongeveer twintig mensen<br />

betrokken bij de onderzoeken. Volgens Notten is dat is de kracht van dit onderzoek. ‘In je <strong>een</strong>tje<br />

kun je leuke dingen doen, maar met <strong>een</strong> grotere groep kun je <strong>een</strong> verscheidenheid aan onderwerpen<br />

oppakken.’<br />

onair, niet revolutionair – de vooruitgang<br />

wordt met relatief kleine stappen geboekt,<br />

maar toch is de energiedichtheid in tien<br />

jaar tijd verdubbeld.<br />

Een tweede ontwikkeling waar Notten op<br />

doelt, is <strong>batterij</strong>en zo te bewerken dat ze<br />

‘verstandig’ worden gebruikt. Bijvoorbeeld<br />

door het verouderen sterk te vertragen.<br />

Notten werkt bij Philips Research (het<br />

NatLab) in <strong>Eindhoven</strong>, in de groep Portable<br />

Energy. Aan de TU/e bekleedt hij de leerstoel<br />

Elektrochemische Energie Opslag. In<br />

beide functies houdt hij zich bezig met <strong>batterij</strong>en<br />

en brandstofcellen. ‘Ze hebben met<br />

elkaar gem<strong>een</strong> dat ze elektriciteit opslaan in<br />

de vorm van chemische energie. Als je om<br />

elektrische energie vraagt, wordt chemische<br />

energie weer omgezet in elektrische energie.<br />

In <strong>batterij</strong>en zit die chemische energie<br />

opgeslagen in de elektrodes. Bij brandstofcellen<br />

heb je <strong>een</strong> elektrode die heel dun<br />

kan zijn en daar zit <strong>een</strong> container aan vast<br />

waarin de chemische energie zit opgeslagen.<br />

Dat kan waterstofgas of methanol zijn<br />

dat wordt geoxideerd, ‘verbrand’, aan de<br />

elektrode.’<br />

In kleine apparaten worden vooral <strong>batterij</strong>en<br />

gebruikt. Er zijn drie soorten. De<br />

nikkel-cadmium is de oudste. De tweede,<br />

de nikkel-metaal-hydride, bestaat uit <strong>een</strong><br />

nikkelelektrode en <strong>een</strong> hydride-elektrode<br />

(scheikundige verbinding van waterstof met<br />

één ander element, red.) De energiedichtheid<br />

kan veertig tot vijftig procent hoger<br />

zijn dan bij de nikkel-cadmium-<strong>batterij</strong>. Als<br />

laatste is er de lithium<strong>batterij</strong>. Deze zit op<br />

dit moment in veel mobiele telefoons en<br />

laptops. Voordeel hiervan is dat de energiedichtheid<br />

per gewichts<strong>een</strong>heid gunstiger is<br />

dan die van de andere twee typen, waardoor<br />

mobiele telefoons <strong>een</strong> laag gewicht houden.<br />

De cadmium<strong>batterij</strong> heeft zijn langste tijd<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3 1 7


1 8<br />

ONDERZOEK<br />

gehad. Hij is weliswaar herlaadbaar en gaat<br />

daarom langer mee dan niet-herlaadbare,<br />

maar het cadmium in de <strong>batterij</strong> is erg<br />

schadelijk en dient uit het milieu te worden<br />

gehouden. Vandaar dat het onderzoek<br />

van Notten zich vooral richt op de twee<br />

andere typen.<br />

Materialen<br />

In het multidisciplinaire onderzoek van<br />

Notten wordt gewerkt aan <strong>batterij</strong>materialen,<br />

technologie en modellering, en <strong>batterij</strong>management.<br />

Het onderzoek naar <strong>batterij</strong>materialen is<br />

bezig met bijvoorbeeld waterstofopslagmaterialen<br />

in nikkel-metaal-hydride. ‘Nu kijken<br />

we of we de materialen lichter kunnen<br />

maken waardoor het de concurrentie met<br />

lithiumsystemen aankan. Op dit gebied<br />

boeken we grote vooruitgang. We gebruiken<br />

nu magnesium als waterstofdrager dat<br />

ongeveer vier keer meer energie kan bevatten<br />

per gewichts<strong>een</strong>heid. Deze materialen<br />

zouden interessant kunnen zijn voor <strong>batterij</strong>en,<br />

maar ook als opslagmateriaal voor<br />

brandstofcellen. Er zitten nog nadelen aan<br />

zoals de hoge kosten en korte levensduur,<br />

maar we denken dat hier mogelijkheden<br />

zijn’, aldus Notten.<br />

Waterstof wordt ook gebruikt als brandstof<br />

voor brandstofcellen. ‘Die kun je in de<br />

toekomst grootschalig in auto’s gaan toepassen<br />

als vervanging van de benzinetank.<br />

Maar dat moet veilig gebeuren.’ Je kunt<br />

waterstof onder druk (500-700 atmosfeer)<br />

m<strong>een</strong>emen, maar je kunt het ook opslaan<br />

in <strong>een</strong> vaste stof. Die opslag onder lage<br />

druk heeft uiteindelijk geleid tot de uitvinding<br />

van Nikkel-Metaal-Hydride (NiMH)<br />

<strong>batterij</strong>.<br />

Ontwerpvrijheid<br />

Een ander onderzoek is dat naar nieuwe<br />

<strong>batterij</strong>technologieën. Er zijn eigenlijk<br />

maar twee verschijningsvormen voor de<br />

<strong>batterij</strong>: ze zijn cilindrisch of ze zijn rechthoekig.<br />

Vrijwel altijd wordt de vorm van<br />

het product aangepast aan de vorm van de<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

<strong>batterij</strong>en. ‘Wij hebben het omgedraaid en<br />

gekeken of het niet mogelijk is de <strong>batterij</strong><br />

<strong>een</strong> vorm te geven die wordt ingegeven<br />

door het product. Dat levert dus veel ontwerpvrijheid<br />

op en heeft geleid tot wat<br />

wij noemen ‘preshaped’ <strong>batterij</strong>en. In het<br />

NatLab hebben we <strong>een</strong> voorbeeld gemaakt<br />

van <strong>een</strong> halve buis die zou kunnen worden<br />

gebruikt in <strong>een</strong> elektrisch scheerapparaat<br />

of elektrische tandenborstel.’<br />

Het klinkt logisch. Waarom is dit nog niet<br />

eerder gedaan? ‘Je kunt je voorstellen dat<br />

je als <strong>batterij</strong>enproducent g<strong>een</strong> zin hebt<br />

om voor elk product <strong>een</strong> andere <strong>batterij</strong> te<br />

maken. Het is veel gemakkelijker om van<br />

<strong>een</strong> zelfde vorm miljarden exemplaren te<br />

produceren. Maar vanuit productontwikkeling<br />

zou dit zeer wenselijk kunnen zijn in<br />

de toekomst.’<br />

Om <strong>batterij</strong>en te ver<strong>betere</strong>n is het essentieel<br />

om precies te weten wat er in de <strong>batterij</strong><br />

gebeurt. ‘Als je bijvoorbeeld <strong>een</strong> <strong>batterij</strong><br />

bij hogere stroom oplaadt, kan de capaciteit<br />

snel naar beneden gaan. We moeten<br />

dus modellen hebben die daar rekening<br />

mee houden. Dat is belangrijk, want je<br />

denkt dat je met <strong>een</strong> laptop acht uur kunt<br />

werken, maar na vijf uur raakt de stroom<br />

op. Vaak is niet helemaal duidelijk waarom<br />

<strong>een</strong> <strong>batterij</strong> zich gedraagt zoals zij doet.<br />

Wij willen dat precies weten’, zegt Notten.<br />

De onderzoekers willen met hun modellen<br />

de spanning, de temperatuur en de<br />

inwendige gasdruk van <strong>een</strong> <strong>batterij</strong> simuleren.<br />

‘Het zijn verschillende stappen die<br />

we zetten om erachter te komen wat er<br />

gebeurt. Het begint met het beschrijven<br />

van de chemische processen. Daarna<br />

maken we wiskundige vergelijkingen die<br />

de thermodynamica en kinetica beschrij-<br />

Een deel van de<br />

opstelling van<br />

het <strong>batterij</strong>enonderzoek<br />

aan<br />

de TU/e.<br />

ven. Vervolgens moeten die vergelijkingen<br />

op <strong>een</strong> goede manier aan elkaar worden<br />

gekoppeld. Dan moeten we de parameters<br />

voeden met waarden. Sommige liggen vast<br />

door het ontwerp, hiervoor moet je zijn bij<br />

de <strong>batterij</strong>fabrikant, andere waarden meten<br />

we zelf. Vervolgens kun je simulaties uitvoeren<br />

die zo dicht mogelijk bij de karakteristieken<br />

van echte <strong>batterij</strong>en liggen. Als<br />

ze niet gelijk zijn, moet je optimaliseren.<br />

Met al deze stappen zijn we in ons onderzoek<br />

bezig. Wij willen modellen maken die<br />

gebaseerd zijn op echte fysisch-chemische<br />

eigenschappen van de natuur. Daarmee<br />

proberen we te begrijpen hoe zo’n <strong>batterij</strong><br />

functioneert. We willen als het ware in de<br />

<strong>batterij</strong> kijken.’<br />

De resultaten van het onderzoek van Notten<br />

hebben gediend als startpunt voor <strong>een</strong><br />

project waarvoor <strong>een</strong> aanvraag voor onderzoeksgeld<br />

inmiddels is gehonoreerd voor<br />

<strong>een</strong> periode van vier jaar.<br />

Eind 2002 kwam <strong>een</strong> boek uit over het <strong>batterij</strong>modelleringsonderzoek.<br />

De titel is Battery<br />

Management Systems, Design by Modelling<br />

en is geschreven door Henk Jan Bergveld,<br />

Wanda S. Kruijt en Peter H.L. Notten. Het is<br />

voor mensen die willen weten hoe deze energiesystemen<br />

kunnen worden gecombineerd<br />

met andere energiesystemen. Bijvoorbeeld in<br />

draagbare elektronica en auto’s. Het is denkbaar<br />

dat de energie die nu wordt weggegooid<br />

met remmen, kan worden omgezet in elektriciteit<br />

die in <strong>batterij</strong>en later weer gebruikt<br />

kan worden. De energiestromen binnen <strong>een</strong><br />

voertuig kan men simuleren met de modellen<br />

waaraan Notten werkt.


The Embedded Systems Institute (ESI) is a research<br />

center and a center of expertise for embedded<br />

systems. It does industrial research in the area of<br />

complex, software-controlled systems. The research<br />

projects at the ESI are driven by problems from indu-<br />

Research Fellows are candidates with industrial or<br />

academic backgrounds.<br />

Candidates with industrial backgrounds must have<br />

experience in embedded systems architecting and<br />

design, and they preferably hold PhD degrees.<br />

Academic candidates must hold PhD degrees in<br />

one of the disciplines that are relevant to embedded<br />

systems, and they have actively shown interest<br />

in embedded systems and industrial applications.<br />

Examples of relevant disciplines are software<br />

engineering, control theory, systems engineering,<br />

and digital electronics.<br />

Research Fellows are people with the ambition<br />

to become internationally recognized experts in<br />

embedded systems.<br />

The Research Fellows have the challenge and the<br />

opportunity to work actively in a new field that<br />

still has to be shaped. By participating in ESI<br />

research projects they keep in touch with the latest<br />

developments. In the projects they often use their<br />

expertise and experience to guide and coach<br />

other team members. Because the ESI depends on<br />

these projects for the buildup of its expertise, the<br />

Research Fellows play an active role in the selection<br />

of new research projects.<br />

Research Fellows transfer their expertise to<br />

others.<br />

They give presentations at conferences, they<br />

publish in journals, and they give courses and<br />

seminars. People with academic backgrounds can<br />

stry and are carried out in teams in which researchers<br />

from the ESI, from industry, and from universities<br />

closely cooperate. To extend its own research<br />

staff the ESI is now hiring Research Fellows.<br />

Embedded Systems<br />

The Embedded Systems Institute is looking for<br />

Research Fellows<br />

find it attractive to combine a 4/5 position as ESI<br />

Research Fellow with a 1/5 position as part-time<br />

professor at a university.<br />

Research Fellows like to work in teams.<br />

They especially enjoy working on problems that<br />

are at the cutting edge betw<strong>een</strong> industrial applications<br />

and scientific research. They like to work<br />

in multidisciplinary teams with experts from<br />

different technological disciplines. They like to listen<br />

to others, and they know that sharing of expertise<br />

and experience is essential in teamwork. As a<br />

collective, the Research Fellows are responsible for<br />

setting up and structuring the newly evolving field<br />

of embedded systems.<br />

How to apply<br />

The ESI website (www.embeddedsystems.<br />

nl) contains all kinds of information about<br />

the institute and its projects.<br />

The scientific director of the Embedded Systems<br />

Institute (martin.rem@embeddedsystems.nl) may<br />

be contacted for more information about the job<br />

contents.<br />

The managing director of the ESI (marloes.van.<br />

lierop@embeddedsystems.nl) can give information<br />

about benefits and conditions associated<br />

with the positions.<br />

Applications and inquiries can be e-mailed to<br />

office@embeddedsystems.nl.<br />

The ESI is reachable by telephone at +31 (0)40<br />

247 4720.<br />

The Embedded Systems Institute is a foundation that is financially sponsored by its seven founders (Océ,<br />

ASML, Philips, TNO, the universities of <strong>Eindhoven</strong>, Delft, and Twente) and by the Netherlands Ministry of<br />

Economic Affairs. The ESI is located at the university campus in <strong>Eindhoven</strong>. It was founded in 2002. Besides<br />

its own staff of around 15 people, some 50 guest researchers work at the ESI. These numbers are expected<br />

to grow to 30 and 150 within a few years. The ESI offers competitive salaries and is flexible in its modes of<br />

appointment. Employees of the ESI can use the childcare facilities at the university campus.<br />

INSTITUTE


onderzoek<br />

nieuws<br />

OPWARMING IN KERKBANKEN<br />

De huidige verwarmingssystemen die in kerken<br />

gebruikt worden, verwarmen het hele luchtvolume<br />

in <strong>een</strong> kerk wat <strong>een</strong> droge lucht veroorzaakt<br />

die schade toebrengt aan bijvoorbeeld<br />

orgels en houtsnijwerken. Ir. Dionne Neilen,<br />

promovenda bij de capaciteitsgroep Fysische<br />

Aspecten van de Gebouwde Omgeving (FAGO)<br />

van de faculteit Bouwkunde, doet onderzoek<br />

naar <strong>een</strong> systeem voor (lokale) kerkbankverwarming.<br />

Zij is bijna anderhalf jaar bezig<br />

met het onderzoek dat deel uitmaakt van het<br />

Europese project ‘Friendly Heating’. In de<br />

Dolomieten in Italië staat <strong>een</strong> kerk die voor het<br />

onderzoek als case-studie wordt gebruikt. Het<br />

bleek echter dat er te veel onbekende parameters<br />

waren. Daarom is ervoor gekozen <strong>een</strong><br />

opstelling te maken in de klimaatkamer van<br />

FAGO. Met behulp van proefpersonen is <strong>een</strong><br />

week lang onderzoek gedaan. In 2005 hoopt<br />

Neilen <strong>een</strong> systeem ontwikkeld te hebben dat<br />

comfortabel is en niet teveel schade veroor-<br />

Plaggenhutten in Glaumbaer.<br />

Gesteld<br />

‘In overdrachtelijke zin doet <strong>een</strong> echoput vaak<br />

niet onder voor <strong>een</strong> klankbord.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Argumented<br />

Force Feedback to Facilitate Target Acquisition<br />

in Human-Computer Interaction’ van Hilde<br />

Keuning)<br />

‘Metalen zijn net als mensen, het zijn de onvolkomenheden<br />

die ze interessant maken.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Strain Gradient<br />

Crystal Plasticity Based on Dislocation<br />

Densities’ van Rens Evers)<br />

2 0 M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

Proefpersonen in de kerkbanken in de<br />

klimaatkamer van FAGO.<br />

zaakt aan het kerkgebouw en het interieur.<br />

Het onderzoek is recent veelvuldig in de media<br />

ter sprake gekomen: onder andere Omroep<br />

MEETEXPEDITIE NAAR IJSLAND<br />

‘Positief aan het feit dat de universiteit steeds<br />

meer lijkt op <strong>een</strong> fastfood restaurant is dat daar<br />

in ieder geval <strong>een</strong> minimale kwaliteitsnorm gehanteerd<br />

wordt.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Generalized<br />

Processor Sharing Queues’ van Miranda van<br />

Uitert)<br />

‘Es ist einfach, etwas kompliziert darzustellen,<br />

aber er ist kompliziert, es einfach darzustellen.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Ein neuer<br />

Weg zur geberlosen Feldorientatierung der<br />

Asynchronenmachine’ van Felix Blaschke)<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

Brabant, Vara Laat en VPRO-radio besteedden<br />

aandacht aan het onderzoek.<br />

QUANTUM DOTS<br />

Quantum dots zijn heel kleine stukjes halfgeleidersmateriaal.<br />

Zo klein dat de fysische verschijnselen<br />

die zich hierin afspelen onderhevig<br />

zijn aan de wetten van de kwantummechanica.<br />

Dr.ir. Frank de Groote heeft tijdens zijn promotie-onderzoek<br />

opgehelderd wat er precies<br />

gebeurt in deze quantum dots. Van dit type homogene<br />

quantum dots kunnen in de toekomst<br />

lasertjes worden gemaakt. Ze hebben <strong>een</strong><br />

aantal voordelen ten opzichte van gewone halfgeleiderlasers<br />

die bijvoorbeeld in de cd-speler<br />

zitten. Een homogene quantum dot laser is zeer<br />

efficiënt en energiezuinig, want alle quantum<br />

dots zenden licht uit bij dezelfde golflengte.<br />

Bovendien hebben ze <strong>een</strong> grote kleurstabiliteit.<br />

Onderzoeker De Groote verwacht dat op <strong>een</strong><br />

termijn van vijf tot tien jaar de eerste lasertjes<br />

op basis van deze homogene quantum dots<br />

ter beschikking zullen komen. Het onderzoek<br />

Negen studenten en drie docenten van de afstudeerrichting FAGO (Fysische Aspecten van de Gebouwde<br />

Omgeving) van de faculteit Bouwkunde hebben in oktober <strong>een</strong> meetonderzoek gedaan naar de comfort-<br />

en gezondheidsaspecten in zogenaamde plaggenhutten in IJsland. Plaggen zijn stukken afgestoken<br />

gras- of heidegrond. In IJsland worden die gebruikt om hutten van te maken. Tot veertig jaar terug<br />

woonde de bevolking in deze onderkomens. De TU/e-delegatie is afgereisd naar het plaggenhuttencomplex<br />

in het gehucht Glaumbaer. Tientallen hutten worden beheerd door <strong>een</strong> museam. In de hutten<br />

hebben de bouwkundigen metingen gedaan aan de temperatuur, wind, energiegebruik en –verbruik,<br />

stoffigheid, akoestiek en de lucht. Ook historisch onderzoek is aan bod gekomen. De bedoeling is dat<br />

de meetresultaten worden verwerkt in <strong>een</strong> aantal wetenschappelijke publicaties. De informatie kan<br />

ook gebruikt worden voor rondleidingen in het museum. Bovendien wil men de objecten op de werelderfgoedlijst<br />

van UNESCO krijgen, waarmee alle informatie over de plaggenhutten van belang is.<br />

‘Grote problemen kan men het beste oplossen<br />

als ze nog klein zijn.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Network Dynamics<br />

and Innovation’ van Charmianne Lemmens)<br />

‘De menselijke geest volgt de fysica in zoverre<br />

dat bij beide <strong>een</strong> neiging bestaat tot oppervlakkigheid.’<br />

(Stelling bij het proefschrift ‘Stream Function<br />

Approach for Determining Optimal Surface<br />

Currents’ van Geran Peeren)


is uitgevoerd in de groep Halfgeleiderfysica<br />

van de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde en<br />

werd gesubsidieerd door de NWO-stichting<br />

Fundamenteel Onderzoek der Materie.<br />

VIDI-SUBSIDIE VOOR TU/e’ERS<br />

Vier TU/e’ers hebben de zogeheten VIDI-subsidie<br />

van de Nederlandse organisatie voor<br />

Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) toegekend<br />

gekregen. Zij krijgen maximaal 600.000 euro om<br />

gedurende vijf jaar <strong>een</strong> eigen onderzoekslijn te<br />

ontwikkelen. Dr. Remco van der Hofstad van de<br />

faculteit Wiskunde & Informatica onderzoekt <strong>een</strong><br />

nieuwe wiskundige benadering van complexe,<br />

ruimtelijke structuren als polymeren, internet<br />

en ziekteverspreiding. Op detailniveau is bekend<br />

hoe dergelijke structuren zich gedragen.<br />

Van der Hofstand gaat het gedrag op globaal<br />

niveau bekijken. Dr.ir. Servaas Kokkelmans van<br />

de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde houdt zich<br />

bezig met het ontwikkelen van <strong>een</strong> nieuwe theoretische<br />

aanpak die het terrein van de sterke<br />

interacties in quantumgassen verkent. Deze<br />

theorie moet <strong>een</strong> verklaring gaan geven voor<br />

nieuwe verschijnselen als superfluïditeit. Dr.<br />

Bert van Rietbergen onderzoekt aan de faculteit<br />

Biomedische Technologie de verzwakking van<br />

botten door osteoporose (botontkalking). Door<br />

beeldvormende technieken te combineren met<br />

technieken voor computersimulatie wil hij de<br />

veranderingen in botsterkte tijdens osteoporose<br />

en haar behandeling nauwkeurig kunnen volgen<br />

en voorspellen. Dr. Nico Sommerdijk, even<strong>een</strong>s<br />

van de faculteit Biomedische Technologie, probeert<br />

de groei van kalk te sturen met behulp<br />

van organische moleculen. Zo kan kalk gebruikt<br />

worden als botvervanger.<br />

HOOGLERAREN ROEMEN TU/e-<br />

ONDERZOEK<br />

Aan zo’n dertienhonderd hoogleraren werd<br />

door het adviesbureau IOWO gevraagd de<br />

beste opleiding op hun vakgebied aan te<br />

wijzen, waarbij ze hun eigen universiteit niet<br />

mochten noemen.<br />

Uit het onderzoek kwam naar voren dat van de<br />

drie technische universiteiten in Nederland, de<br />

TU/e het beste onderzoek in huis heeft. Over<br />

het bachelor-mastersysteem zijn de hoogleraren<br />

beduidend minder positief: één op de drie<br />

vindt het stelsel g<strong>een</strong> verbetering van het onderwijs.<br />

De resultaten van het onderzoek zijn<br />

terug te vinden in het themanummer ‘Studeren’<br />

van Elsevier, dat begin oktober verschenen is.<br />

continuing education<br />

Cursussen voor academici<br />

STATISTICUS VERBETERT<br />

RENDEMENT CLAUSCENTRALE<br />

Harrie Hover, teamleider van het technisch<br />

administratief bureau van de Clauscentrale in<br />

Maasbracht, heeft de komende jaren zijn handen<br />

vol. Hij werkt aan <strong>een</strong> statistisch model om de<br />

prestaties van de centrale te bewaken. Het model<br />

moet zorgen voor <strong>een</strong> aanzienlijke besparing in<br />

brandstofkosten, hogere betrouwbaarheid en<br />

beschikbaarheid, en verbetering van de milieuvriendelijkheid<br />

van de centrale.<br />

Het model is voor Hover tegelijk afstudeerproject<br />

voor zijn Master of Industrial Statistics and<br />

Quality Engineering, <strong>een</strong> titel die hij binnen <strong>een</strong><br />

jaar hoopt te behalen bij TU/e Postgraduate<br />

School.<br />

De opleiding is wel direct van toepassing op<br />

Hovers rekenopdrachten, zaken die hij signaleert<br />

kan hij tussentijds ver<strong>betere</strong>n. Zo heeft Hover<br />

vorig jaar <strong>een</strong> groot bedrag weten te besparen<br />

door statistische analyse van de hoeveelheden<br />

hulpstoffen die nodig zijn bij de bereiding van<br />

proceswater.<br />

‘Het uiteindelijke model zal groot en ingewikkeld<br />

moeten worden, want het moet in alle situaties<br />

te gebruiken zijn en met alle variabelen rekening<br />

houden’, legt Hover uit. ‘We zullen het model inzetten<br />

om vroegtijdig informatie over de toestand<br />

van de twee opwek<strong>een</strong>heden van de centrale te<br />

verkrijgen. Wanneer uit metingen blijkt dat het<br />

gedrag afwijkt van wat het model voorspelt dan<br />

kunnen we onmiddellijk <strong>een</strong> onderdeel vervangen<br />

of schoonmaken’.<br />

‘Je gebruikt het model als <strong>een</strong> simulatie van het<br />

echte proces. Je speelt met het model omdat de<br />

bedrijfsvoering het niet toelaat om met het proces<br />

te spelen. Aan de hand van proeven met het<br />

model kun je de meest economische werkwijze<br />

bepalen en die vervolgens in de echte centrale<br />

realiseren’.<br />

Kwaliteitspredikaat<br />

Het gaat bij Essent om enorme hoeveelheden<br />

energie, dus zelfs <strong>een</strong> kleine verbetering van<br />

de efficiëntie kan veel geld opleveren. ‘Tot nu<br />

toe keek de directie vooral naar de techniek, en<br />

kocht bijvoorbeeld <strong>betere</strong> machines. De leiding<br />

was zich niet zo bewust van de voordelen die <strong>een</strong><br />

gehaaide procesbewaking kan opleveren. Maar<br />

dat is snel aan het veranderen’, zegt Hover.<br />

Aanleiding voor Hover om aan de opleiding te beginnen<br />

was dan ook het feit dat de Clauscentrale<br />

vastliep bij het behalen van het ISO 9002 kwaliteitspredikaat.<br />

Met statische technieken kon<br />

men toen niet op de juiste manier aantonen dat<br />

de centrale aan de kwaliteitsnorm voldeed. Dat<br />

kwam onder meer omdat in de standaardwerkwijze<br />

lange stationaire perioden voor metingen<br />

gebruikt worden, terwijl die er nauwelijks<br />

meer zijn. De beide opwek<strong>een</strong>heden van de<br />

Clauscentrale vangen de pieken en dalen in de<br />

vermogensvraag op.<br />

Zijn huidige opdracht valt dus niet mee. ‘Hoe<br />

weet ik zeker dat ik mijn elektriciteit met zo weinig<br />

mogelijk brandstof en milieuoverlast maak,<br />

dat is de vraag waar ik me mee bezighoud’, zegt<br />

Hover. ‘Je gebruikt statistiek als je niet meer gemakkelijk<br />

natuurkundig kunt bepalen hoe je processen<br />

zich precies afspelen. Het gaat all<strong>een</strong> om<br />

ingangs- en uitgangsparameters, van wat daartussen<br />

gebeurt hoef je niet alles te begrijpen’.<br />

‘Ik heb tijdens mijn opleiding <strong>een</strong> wat bredere<br />

kijk gekregen op kwaliteitsbewaking. Ik zie<br />

steeds meer gebieden die voor verbetering vatbaar<br />

zijn. In de toekomst zou ik dan ook graag<br />

per vestiging van Essent <strong>een</strong> kwaliteitsafdeling<br />

willen’.<br />

De totale Master’s opleiding Industrial Statistics<br />

and Quality Engineering bestaat uit dertien modules<br />

(met enige keuzemogelijkheden) en duurt<br />

twee jaar. Cursisten moeten rekening houden<br />

met ongveer 1600 uur werk, inclusief aanwezigheid,<br />

studie en de uitvoering van <strong>een</strong> eindproject.<br />

Naast de volledige Master’s opleiding<br />

kunnen ook deelcertificaten worden gehaald in<br />

Quality Assurance, Quality Engineering en Risk<br />

Management.<br />

Voor meer informatie:<br />

info@postgraduateschool.tue.nl.<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3 2 1


FOTO: VINCENT VAN DEN HOOGEN<br />

2 2<br />

DE VONK<br />

‘Bouwen is niet<br />

voor de eeuwigheid’<br />

Sinds 1998 is Jouke Post hoogleraar Bouwtechnisch Ontwerpen. Post is directielid<br />

van XX Architecten in Delft en voorstander van het genuanceerd omgaan met de<br />

levensduur van <strong>een</strong> gebouw (‘bouw niet voor de eeuwigheid, maar houd rekening<br />

met de feitelijke gebruiksduur’). Zijn eigen gebruiksduur houdt hij op peil door<br />

hard te lopen. In november liep hij voor de tweede keer de New Yorkse marathon.<br />

‘Ik ben onder het sterrenbeeld tweeling geboren en ik ben<br />

ook de helft van <strong>een</strong> echte tweeling. Mijn geboorteplaats<br />

is Abcoude. Mijn grootvader, de kunstschilder Folkert<br />

Post, had daar na <strong>een</strong> leven lang rondtrekken met <strong>een</strong><br />

woonboot zijn eerste huis gekocht. Mijn ouders vonden<br />

er in de oorlog tijdelijk onderdak. Vanaf mijn vijfde heb<br />

ik in Scheveningen gewoond, mijn vader werkte er voor<br />

de gebouwendienst van de PTT. We woonden in <strong>een</strong> oud<br />

seinhuis, helemaal vrijstaand en vlak bij het strand. Vanuit<br />

mijn slaapkamer kon ik de zee zien. Ik ben in mijn werk<br />

ook vaak bezig met huizen die dat vrije aspect hebben. In<br />

het toeristenseizoen meed ik het strand, maar verder was<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

ik er vaak te vinden. Als jongetje hield ik van knutselen.<br />

Ik heb ooit <strong>een</strong> uiterst krakkemikkige zeilwagen gebouwd<br />

waarmee ik lekker over de boulevard scheurde. Ik ben<br />

redelijk beschermd opgegroeid. Mijn moeder wilde haar<br />

vijf kinderen graag bij zich in de buurt houden. Dus waren<br />

we g<strong>een</strong> lid van <strong>een</strong> hockeyvereniging of <strong>een</strong> voetbalclub,<br />

maar hadden we thuis wel <strong>een</strong> paardje en <strong>een</strong> zeilboot.<br />

Later ging ik naar de HBS-B aan het Van Maerlantlyceum<br />

in Den Haag. Ik tekende veel. Wiskunde en natuurkunde<br />

gingen me goed af, maar scheikunde vond ik <strong>een</strong> lastig en<br />

onlogisch vak. Ik had ook allerlei baantjes, onder andere<br />

bij <strong>een</strong> fotograaf.


PROF.IR. JOUKE POST (58)<br />

HOOGLERAAR BOUWTECHNISCH ONTWERPEN<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3 2 3


2 4<br />

DE VONK<br />

Bouwen was me met de paplepel ingegoten: mijn vader<br />

had aan de TH Delft gestudeerd en hij was in zijn werk<br />

met gebouwen bezig. De keuze voor bouwkunde lag<br />

voor de hand. Ik voelde me met<strong>een</strong> thuis aan de TH,<br />

ook al pendelde ik op mijn scooter h<strong>een</strong> en weer tussen<br />

Scheveningen en Delft.<br />

Het was de tijd dat de studentenmacht begon door te<br />

breken. We eisten als eerstejaars dat we dag en nacht in<br />

het oude faculteitsgebouw aan de Nieuwe Laan mochten<br />

doorbrengen.Het werd <strong>een</strong> combinatie van atelier en<br />

woonplek, waar je weken kon blijven.<br />

We wilden ook ‘voor de samenleving bouwen’. Ik was<br />

zelf g<strong>een</strong> marxist, maar ik had te maken met <strong>een</strong> grote<br />

club studenten die dat wel was. Een aantal van hen kom<br />

ik nog wel <strong>een</strong>s tegen. Die zijn nu adviseur of manager.<br />

Ik was de eerste bouwkundige die afstudeerde op <strong>een</strong><br />

rapport in plaats van op <strong>een</strong> ontwerp. Het rapport ging<br />

over stadsvernieuwing. Ik ben wel als architect afgestudeerd,<br />

maar ik was toen eigenlijk meer <strong>een</strong> onderzoeker.<br />

Het was <strong>een</strong> vreemde tijd. De hele universitaire<br />

structuur leek in te storten Ook de decaan van de faculteit<br />

hield het niet meer vol. Coryfeeën als Aldo van Eijk,<br />

Rietveld, Bakema en Herman Hertzberger waren er nog<br />

wel, maar ze kwamen nauwelijks meer aan bod. Er verdw<strong>een</strong><br />

<strong>een</strong> stuk klassieke architectuur uit de opleiding.<br />

Sommige hoogleraren kwamen onze afstudeergroep, die<br />

we ‘werkgroep N.V.’ noemden, hun diensten aanbieden.<br />

We mochten hun kamer gebruiken en kregen allerlei<br />

voorzieningen in de schoot geworpen. Er zijn overigens<br />

nauwelijks bekende architecten uit die generatie gekomen.<br />

We hadden weinig bagage. Jaren later heb ik nachten<br />

en weekenden doorgewerkt om <strong>een</strong> inhaalslag op<br />

het gebied van ontwerpen en architectuur te maken.<br />

Door onze betrokkenheid bij de maatschappij rolden we<br />

de stadsvernieuwing in. Twee avonden per week spreekuur<br />

voor de bewoners en wijkvergaderingen met de gebruikelijke<br />

schreeuwers. Vaak kon je na <strong>een</strong> presentatie opnieuw<br />

beginnen. Ik heb nog steeds voordeel van die ervaring.<br />

Ik heb geleerd dat je alle partijen serieus moet nemen en<br />

moet zorgen voor draagvlak, wil je je plannen realiseren.<br />

Nog tijdens mijn studie kreeg ik <strong>een</strong> interessant baantje<br />

bij de Nationale Woningraad, de koepelorganisatie van<br />

FOTO: VINCENT VAN DEN HOOGEN<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

Post: ‘Sommige renovatieprojecten<br />

waren regelrecht waanzinnig.’<br />

woningbouwcoöperaties. Een dag in de week tufte ik met<br />

mijn Daf naar Amsterdam. Ik was assistent van de directie<br />

en mocht bij allerlei vergaderingen aanwezig zijn. Het was<br />

<strong>een</strong> leerzame tijd. Toen ik afgestudeerd was, kreeg ik <strong>een</strong><br />

baan als projectleider in de stadsvernieuwing. Van de ene<br />

op de andere dag was ik bezig met veertig grote projecten.<br />

Ik zag er nog steeds uit als <strong>een</strong> recalcitrante student met<br />

<strong>een</strong> grote baard en was absoluut niet op status uit. Ik kreeg<br />

wel <strong>een</strong> dienstauto, omdat ze mijn Dafje niet zo’n goed idee<br />

vonden.<br />

Ik reed het hele land door om bouwvergaderingen te leiden<br />

en projecten af te ronden of op te starten.<br />

Dat duurde van 1971 tot 1973. Het was de tijd van democratisering<br />

en verhitte discussies tussen politici en oproerkraaiers<br />

in rokerige zaaltjes. Ik herinner me nog <strong>een</strong><br />

autoritje naar zo’n bij<strong>een</strong>komst met Jan Schäfer, die later<br />

staatssecretaris voor Volkshuisvesting in het kabinet Den<br />

Uyl werd.<br />

Dertig jaar later<br />

De situatie in veel stadsvernieuwingswijken is nu natuurlijk<br />

heel anders dan we dertig jaar geleden dachten. In de<br />

beginperiode draaide het om idealisme. Ik zat met veel<br />

immigrantengroepen om tafel en dat waren altijd prima<br />

gesprekken. We hebben echter in ons land te lang volgehouden<br />

dat het aantal immigranten in de wijken wel<br />

meeviel en dat er g<strong>een</strong> echte problemen waren. Niet alles<br />

wat uit idealisme tot stand komt, is per se goed. Sommige<br />

renovatieprojecten waren regelrecht waanzinnig. Ik heb<br />

ooit op <strong>een</strong> congres in Spanje <strong>een</strong> lezing gehouden over<br />

stadsvernieuwing. Die Spanjaarden snapten er niets van<br />

dat we oude gebouwen helemaal uit elkaar pulkten, <strong>een</strong><br />

paar stenen wanden lieten staan en er dan weer hout<br />

inbouwden. In de loop der jaren raak je van lieverlede<br />

steeds technischer georiënteerd. De denkwijze van ons<br />

bureau XX is ondermeer op basis van onze ervaring in<br />

die wijken ontstaan. Gebouwen worden in den regel nog<br />

steeds ‘voor de eeuwigheid’ neergezet, terwijl de feitelijke<br />

gebruiksduur vaak niet meer dan tientallen jaren bedraagt.<br />

Hoeveel panden ondergaan niet de ene na de andere verbouwing?<br />

Zet gewoon <strong>een</strong> flexibel gebouw neer voor <strong>een</strong><br />

maximaal aantal jaren en houd daar bij de bouw rekening<br />

mee, onder andere in de materiaalkeuze. Dat voorkomt<br />

enorm veel sloopafval.<br />

Na twee en <strong>een</strong> half jaar Woningraad ben ik les gaan geven<br />

aan de TU Delft en sloot ik me aan bij <strong>een</strong> startend architectenbureau.<br />

Die combinatie van theorie en praktijk houdt<br />

nog steeds mijn scope breed.


2 6<br />

ONDERZOEK<br />

Over het huis van de toekomst kan ieder<strong>een</strong><br />

vrijelijk de fantasie laten gaan. Centraal staat<br />

altijd <strong>een</strong> woning waarin we zijn omgeven<br />

met alle genoegens die communicatie biedt.<br />

Met veel elektronica en kilometers kabel<br />

kan inmiddels veel worden gedaan. Maar<br />

we willen het breedbandig, met behoud<br />

van bewegingsvrijheid, draadloos, veilig en<br />

zonder elektronica en draadjes in het zicht.<br />

Hoe technici deze onzichtbare en draadloze<br />

omgeving vol met ‘communicatie-naarbehoefte’<br />

zullen maken, wordt onderzocht<br />

aan de faculteit Elektrotechniek.<br />

Onzichtbare en<br />

draadloze communicatie<br />

Het is <strong>een</strong> bekend probleem, dat van de laatste kilometer<br />

glasvezel naar de huizen. De glasvezelkabels, met hun<br />

enorme capaciteit voor dataverkeer, liggen al in de oceanen,<br />

over land, rond steden en in <strong>een</strong> enkele woonwijk.<br />

Het zijn snelwegen voor data. Maar de individuele gebruiker<br />

kan de snelweg pas betreden als deze reist via <strong>een</strong> bospaadje<br />

(coaxkabel of telefoonlijn) en <strong>een</strong> verharde dorpsstraat<br />

(kabel in de straat). De capaciteit bij de gebruiker is<br />

hierdoor vele malen kleiner dan wanneer de data direct via<br />

<strong>een</strong> supersnelle glasvezelkabel tot hem komt.<br />

Een belangrijk bezwaar voor de aanleg van deze laatste<br />

kilometer glasvezel naar de huizen is dat de straten simpelweg<br />

moeten worden opengebroken. Zelfs in <strong>een</strong> project<br />

als Kenniswijk blijkt het moeilijk aanbieders te vinden die<br />

bereid zijn te gaan graven, nog voordat ze verzekerd zijn<br />

van voldoende eindgebruikers.<br />

Een ander probleem is de glasvezelkabel die wordt<br />

gebruikt. De zogenaamde single-mode glasvezel heeft de<br />

doorsnede van <strong>een</strong> mensenhaar en is goed voor <strong>een</strong> capaciteit<br />

van duizenden gigabytes per seconden. Genoeg om<br />

de ene helft van de wereldbevolking met de andere helft<br />

te laten communiceren. Maar het is <strong>een</strong> kwetsbare kabel<br />

die voor aanleg en onderhoud precisieapparatuur, hooggeschoolde<br />

vakmensen en dure connectoren vraagt.<br />

Multi-mode kabel<br />

Een alternatief is het gebruik van multi-mode glasvezelkabel.<br />

Deze dikkere kabel heeft beduidend minder capaciteit<br />

dan de single-mode. Daarom wordt aan de faculteit Elek-<br />

M A T R I X / 4 3 / 2 0 0 3<br />

trotechniek onderzocht hoe ondanks de beperking toch<br />

vele breedbanddiensten kunnen worden gebundeld, waarbij<br />

juist nuttig gebruik wordt gemaakt van de vele modi die<br />

de kabel geleidt.<br />

Deze bundelingtechnieken en de manier waarop <strong>een</strong> effectief<br />

breedbandig toegangsnetwerk kan worden gemaakt,<br />

worden onderzocht in <strong>een</strong> aantal projecten in het IOP<br />

Generieke Communicatie, waarvoor de basis is gelegd<br />

aan de TU/e. IOP staat voor innovatiegerichte onderzoeksprogramma,<br />

door het ministerie van Economische Zaken<br />

beschikbaar gestelde subsidie. In dit IOP zullen de komende<br />

acht jaar tientallen onderzoekers werken, aan diverse<br />

universiteiten in Nederland.<br />

Prof.ir. Ton Koonen, hoogleraar breedbandige communicatie<br />

bij de Electro-Optical Communication Systems<br />

Group, leidt het onderzoek. ‘Of multi-mode optische<br />

vezel de oplossing is, kan ik nu nog niet zeggen. We doen<br />

onderzoek dat op termijn door de industrie kan worden<br />

gebruikt, maar als we nu al wisten dat dit de oplossing is,<br />

dan zouden wij ons er niet mee bezighouden. Dan kon het<br />

bedrijfsleven het zelf doen. Wel liggen binnen kantoren<br />

deze kabels al voor bijvoorbeeld snelle computernetwerken<br />

en daar heeft het zich bewezen. We moeten kijken hoe<br />

we dit bruikbaar en goedkoop kunnen maken voor allerlei<br />

breedbandige diensten zodat het interessant wordt breedband<br />

naar de huizen te brengen. Hoe de multi-mode kabel<br />

hierin toe te passen, wordt onderzocht in samenwerking<br />

met de universiteit van Twente.’<br />

Het tweede onderzoek geleid door Koonen speelt zich af


FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

binnen de woning. Daar moet de kabel worden aangesloten<br />

op <strong>een</strong> breedbandige infrastructuur die onzichtbaar en<br />

draadloos is, zoals het steeds populairdere wireless LAN.<br />

Het onderzoek van Koonen spitst zich toe op <strong>een</strong> netwerk<br />

van multi-mode kabel om vele draadloze antennes<br />

te voeden.<br />

Vanuit <strong>een</strong> centrale in het huis wordt het dataverkeer geregeld.<br />

Van deze centrale lopen kabels naar antennestations<br />

die in verbinding staan met tal van applicaties. Een optie is<br />

om radiosignalen door multi-mode optische vezel naar de<br />

antennestations te vervoeren. Deze vezel is aantrekkelijk<br />

vanwege het eerdergenoemde installatiegemak, maar de<br />

bandbreedte is beperkt.<br />

Belangrijk hierbij is de manier waarop de centrale in staat<br />

is alle verschillende signalen te ontvangen en verzenden.<br />

Hoe beter de centrale met verschillende informatie kan<br />

omgaan, hoe <strong>een</strong>voudiger de antennestations kunnen zijn<br />

die ze verzenden.<br />

‘Op dit moment gebruikt elke antenne elektronica om de<br />

hoogfrequente radiogolven op te wekken. Dat is erg duur.<br />

De oplossing zou zijn: één doos waarin de golven worden<br />

opgewekt en verzonden naar de antennes.’ Er wordt<br />

gestreefd naar <strong>een</strong> bandbreedte van tientallen megabits<br />

per seconde per antenne, genoeg om bijvoorbeeld televisie<br />

mee te kijken.<br />

Ook wordt gezocht naar <strong>een</strong> alternatief voor de breekbare<br />

glasvezel. Deze kan worden gevonden in <strong>een</strong> polymeervezel.<br />

Koonen: ‘Deze plastic vezel breekt niet, is rekbaar<br />

en mensen kunnen het zelf aanleggen. Het heeft wel <strong>een</strong><br />

slechtere bandbreedte tot gevolg dan de single-mode glasvezel,<br />

maar daarvoor hebben we <strong>een</strong> oplossing bedacht.<br />

Hiervan maken we <strong>een</strong> opstelling om te demonstreren.’<br />

Het onderzoek naar plastic vezelnetwerken voor breedbandige<br />

draadloze communicatie wordt gedaan in samenwerking<br />

met de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft.<br />

Zender-ontvangers<br />

Een derde onderzoek dat met de IOP-gelden wordt gedaan<br />

is dat van dr.ir. Johan van der Tang, als universitair docent<br />

aan de faculteit Elektrotechniek werkzaam in de Mixed-<br />

Signal Microelectronics Group. In het huis van toekomst<br />

zal alles draadloos worden verzonden. Dit geldt zowel voor<br />

toepassingen als televisie en internet, maar ook applicaties<br />

die weinig dataverkeer nodig hebben, moeten goedkoop en<br />

<strong>een</strong>voudig worden aangesloten op het netwerk.<br />

Voorbeelden die Van der Tang noemt, zijn <strong>een</strong> zender-<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

2 7


ONDERZOEK<br />

2 8<br />

Dr.ir. Johan van der Tang: ‘Zender-ontvangers moeten het leven<br />

gemakkelijk maken.’<br />

tje dat vertelt dat <strong>een</strong> raam openstaat, één die melding<br />

maakt van <strong>een</strong> bezoeker aan de voordeur of <strong>een</strong> sensor die<br />

aangeeft dat er <strong>een</strong> ruit is gesneuveld. Nog talloze toepassingen<br />

zijn te bedenken. Het onderzoek van Van der Tang<br />

richt zich op deze zender-ontvangers met <strong>een</strong> maximale<br />

capaciteit van 1 kilobyte per seconde.<br />

Chip kleiner dan <strong>een</strong> contactlens<br />

Belangrijk hierbij is dat ze g<strong>een</strong> <strong>batterij</strong>en nodig hebben.<br />

‘Het woord onthaasten is hierop van toepassing. Het moet<br />

het leven voor mensen gemakkelijk maken. Dus als ik<br />

honderdvijftig zender-ontvangers in mijn huis heb, wil ik<br />

niet elke ochtend alle <strong>batterij</strong>en vervangen. Het is dus van<br />

belang dat ze hun energie halen uit bijvoorbeeld tempera-<br />

IOP-subsidie:<br />

IOP’s staan voor innovatiegerichte onderzoeksprogramma’s.<br />

Met deze subsidies wil de overheid <strong>een</strong> brug slaan tussen<br />

bedrijfsleven en de onderzoekswereld. IOP is <strong>een</strong> subsidieregeling<br />

van het ministerie van Economische Zaken. Senter voert<br />

ze uit. Gesubsidieerd worden onderzoeken die aansluiten bij<br />

de lange-termijn-behoeftes van het bedrijfsleven. IOP richt<br />

zich hierbij op specifieke onderzoeksterreinen op het gebied<br />

van technologie. Op dit moment lopen er onderzoeken naar<br />

beeldverwerking, elektrische vermogenstechniek, generieke<br />

communicatie, genomics, industriële eiwitten, mens-machine<br />

interactie en precisietechnologie. Het IOP Generieke Communicatie<br />

van de TU/e heeft <strong>een</strong> looptijd van twee keer vier jaar.<br />

Hiervoor is <strong>een</strong> bedrag van zeven miljoen euro beschikbaar.<br />

In totaal zullen ruim dertig aio’s en postdocs werkzaam zijn<br />

aan het onderzoek, dat wordt gedaan in samenwerking met<br />

de universiteiten van Twente en Delft. Voordat het project van<br />

start ging, is <strong>een</strong> lang traject afgelegd. In 2000 ontstonden de<br />

eerste plannen voor het onderzoek naar breedbandige communicatie<br />

in de directe omgeving van de gebruiker.<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

tuursverschillen in de ruimte of uit zonne-energie.’<br />

Op twee manieren wordt onderzoek gedaan naar deze zender-ontvangers.<br />

De ultieme doelstellingen is het ontwikkelen<br />

van <strong>een</strong> chip die nog kleiner is dan <strong>een</strong> contactlens,<br />

zeer goedkoop is te produceren en die g<strong>een</strong> randapparatuur<br />

nodig heeft om te functioneren. Het dingetje moet op<br />

<strong>een</strong> muur geplakt kunnen worden en met grote betrouwbaarheid<br />

in staat zijn informatie door te geven aan <strong>een</strong><br />

antenne, die deze informatie weer naar <strong>een</strong> huiscentrale<br />

transporteert. De lat voor dit onderzoek ligt erg hoog, zegt<br />

de onderzoeker. ‘Als we in onze missie slagen, wordt het<br />

zo gemakkelijk zender-ontvangers te plaatsen dat er zeker<br />

heel veel toepassingen zullen komen die we nu nog niet<br />

kunnen bedenken.’<br />

In de tweede tak van de het onderzoek wordt bekeken wat<br />

op dit moment de beste bestaande standaard is voor zender-ontvangers.<br />

Er zijn twee types: <strong>een</strong> actieve en <strong>een</strong> passieve.<br />

De actieve is in staat veel informatie te verzenden,<br />

maar deze heeft veel energie nodig. De passieve heeft g<strong>een</strong><br />

<strong>batterij</strong>en nodig, maar het vermogen is erg laag. Van der<br />

Tang bekijkt hoe <strong>een</strong> zender-ontvanger kan worden ontwikkeld<br />

die goede eigenschappen van beide combineert.<br />

Een probleem hierbij is dat kristal nodig is om absolute<br />

frequentie-referenties te krijgen. Dit kristal is duur en Van<br />

der Tang gaat op zoek naar manieren om het signaal, zonder<br />

gebruik te maken van zo’n kristal, door ontvangers te<br />

laten begrijpen.<br />

Heeft <strong>een</strong> huis <strong>een</strong>maal honderden zendertjes dan is met<br />

de veelheid aan informatie veel te winnen. Van der Tang:<br />

‘Met alle data die binnenkomen zou je kunnen bekijken<br />

hoe je het meest zuinig met energie moet omgaan. Bijvoorbeeld<br />

door het combineren van gegevens over de<br />

aanwezigheid van mensen in de ruimte en het gebruik van<br />

licht of verwarming. Maar ook op het gebied van veiligheid<br />

kunnen ze van dienst zijn.’ Het onderzoek naar draadloze<br />

zenderontvangers wordt gedaan in nauwe samenwerking<br />

met Philips Research <strong>Eindhoven</strong>, Philips Research Engeland<br />

en Philips Semiconductors.<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE


Cum Laude genieten<br />

Culinair genieten op academisch niveau. Dat is<br />

wat u op de eerste etage van het hoofdgebouw<br />

van de TU/e mag verwachten. In de sfeervolle<br />

ambiance van de University Club kunt u rekenen<br />

op de meest smakelijke culinaire hoogstandjes. Voor<br />

<strong>een</strong> informele lunch met collegae, <strong>een</strong> zakelijk diner<br />

met<br />

relaties of gewoon voor <strong>een</strong> goed glas en <strong>een</strong> even goed<br />

gesprek. Kom uw smaak <strong>een</strong>s op de proef stellen in de<br />

University Club.<br />

U bent van maandag t/m vrijdag van 09.00 uur tot<br />

21.00 uur van harte welkom. Voor speciale gelegenheden<br />

openen wij op uw verzoek ook in het weekend de deuren.<br />

Den Dolech 2 5612 AZ <strong>Eindhoven</strong> • Telefoon 040 - 2475550 • Fax 040 - 2475551


ontwerper in opleiding<br />

Gerrit Oosterhuis<br />

Ir. Gerrit Oosterhuis (25) studeerde Bodem, water en atmosfeer<br />

aan de Wageningen <strong>Universiteit</strong>. Oosterhuis is tijdens zijn<br />

afstudeeropdracht en stage geïnteresseerd geraakt in het ontwerpen<br />

en ontwikkelen van meetmethoden en instrumenten.<br />

Daarom is hij op 1 februari 2002 met de SAI-opleiding Design<br />

and Technology of Instrumentation (DTI) gestart. Zijn ontwerpopdracht<br />

voert hij uit bij MARIN, <strong>een</strong> hydrodynamisch onderzoeksinstuut<br />

voor de scheepsbouw. Voor onderzoek worden<br />

schepen op modelschaal (1:20 tot 1:40) nagebouwd.<br />

Oosterhuis: ‘Er bestaan schepen met <strong>een</strong> speciaal type aandrij-<br />

vingen, de zogenaamde 'podded propellers' ofwel pods. Het<br />

bestaande ontwerp voor de modelbouw voldeed niet goed, ik<br />

heb <strong>een</strong> nieuw ontwerp gerealiseerd. Er moest <strong>een</strong> aandrijving<br />

worden gevonden die voldoende vermogensdichtheid heeft<br />

(voldoende Watts per kubieke meter) en nauwkeurig genoeg<br />

loopt voor de experimenten. Ook moet <strong>een</strong> aantal metingen<br />

kunnen worden uitgevoerd aan het model zonder verstoring<br />

door de aandrijving.’<br />

Oosterhuis hoopt het ontwerpproject bij Marin te kunnen<br />

voortzetten met <strong>een</strong> promotie op het proefontwerp.<br />

ONTWERPEN<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3 3 1<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE


3 2<br />

ONDERZOEK<br />

Scheiden zo dicht<br />

mogelijk bij de bron<br />

In het jaar 2025 moet de totale<br />

wereldbevolking kunnen beschikken over<br />

veilig drinkwater en hygiënische sanitaire<br />

voorzieningen. Om dat te bereiken,<br />

moet er veel veranderen aan de manier<br />

waarop we met ons (afval)water omgaan.<br />

Annelies Balkema deed onderzoek naar<br />

duurzame afvalwaterzuivering, waarop<br />

zij in november promoveerde aan de<br />

faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde. Zij is<br />

van mening dat men zuiniger moet zijn<br />

met water en minder achteloos alles door<br />

het riool moet spoelen.<br />

Na haar afstudeeronderzoek naar de zuivering<br />

van industrieel afvalwater heeft<br />

Balkema zich toegelegd op huishoudelijk<br />

afvalwater. ‘Industrieel afvalwater is heel<br />

specifiek en dat hoort eigenlijk meer<br />

bij de processen van de industrie thuis.<br />

Wereldwijd geeft huishoudelijk afvalwater<br />

met ziektekiemen veel grotere gezondheidsproblemen.<br />

Giftige stoffen zitten<br />

er niet zoveel in, dus je kunt het water<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

hergebruiken. Voor het bewerken van<br />

huishoudelijk afvalwater zijn zeer veel<br />

verschillende systemen. Dit project gaf<br />

me de gelegenheid om alle technieken<br />

<strong>een</strong>s naast elkaar te zetten en op de verschillende<br />

eigenschappen te vergelijken.’<br />

Nieuw aan het onderzoek van Balkema<br />

is de breedte van haar aanpak. Ze heeft<br />

<strong>een</strong> computermodel opgesteld dat <strong>een</strong><br />

groot aantal systemen vergelijkt, van heel<br />

kleine op huishoudniveau tot heel grote<br />

voor <strong>een</strong> complete stad. Daarnaast kijkt<br />

het model naar <strong>een</strong> groot aantal indicatoren:<br />

Wat voor afvalwater krijg je, wat kun<br />

je daarmee, kun je het hergebruiken of<br />

is het afval, wat zijn de kosten, wat is het<br />

ruimtegebruik en welke sociale factoren<br />

spelen <strong>een</strong> rol? ‘In het model heb ik 26<br />

technologieën meegenomen voor afvalwaterzuivering’,<br />

vertelt Balkema. ‘Plus


FOTO: OGC<br />

nog allerlei keuzemogelijkheden in het<br />

huishouden. Dat resulteerde in zo’n tien<br />

miljoen mogelijkheden. Om het model<br />

toegankelijk te houden, heb ik de data<br />

losgemaakt van het model, omdat de data<br />

per situatie en locatie kunnen variëren.<br />

Het model is <strong>een</strong> gereedschap dat je helpt<br />

bij het maken van keuzes. Het ordent je<br />

gedachten en haalt aandachtspunten naar<br />

boven.’<br />

Behalve afvalwaterzuivering heeft Balkema<br />

ook gekeken naar het watergebruik<br />

in het huishouden. Een watermeter die<br />

met de computer kan worden uitgelezen,<br />

registreerde zeer gedetailleerd het dagverbruik<br />

van enkele huishoudens. ‘Dat was<br />

bijna gênant, want je kunt er iemands<br />

leefpatroon uit aflezen: wanneer hij naar<br />

de wc gaat, douchet, thee of koffie zet.<br />

Daaruit kwam naar voren dat mensen die<br />

werken en dus overdag niet thuis zijn,<br />

prima uit de voeten kunnen met <strong>een</strong> simpel<br />

opslagvat voor regenwater om de wc<br />

door te spoelen. Ik heb zelf bij mij thuis<br />

zo’n systeem gebouwd, met wat doe-hetzelfspullen<br />

van de Praxis. Buiten staat<br />

<strong>een</strong> regenton van 350 liter die ik met <strong>een</strong><br />

tuinslang op de stortbak heb aangesloten.<br />

Ik kan vrijwel het hele jaar mijn wc doorspoelen<br />

met regenwater. Slechts <strong>een</strong> paar<br />

keer per jaar, bij lange droogteperiodes,<br />

moet ik nog kraanwater gebruiken.’<br />

Huishoudelijk afvalwater kunnen in drie<br />

stromen onderscheiden worden: grijs,<br />

bruin en geel water. Het grijze water komt<br />

van de douche en de wasmachine en<br />

afhankelijk van de definitie soms ook uit<br />

de keuken. Het bevat zeep, stofdeeltjes,<br />

haren en wat ziektekiemen. Dit water is<br />

goed voor hergebruik. Uit de wc en eventueel<br />

uit de keuken komt zwart water,<br />

de samenvoeging van bruin (poep) en<br />

geel (urine) water. ‘Dat moet je echt goed<br />

zuiveren omdat er veel ziektekiemen<br />

in zitten. Een urine-separatie toilet kan<br />

poep en urine van elkaar scheiden. Urine<br />

bevat nauwelijks ziektekiemen en is zeer<br />

geschikt als meststof voor de landbouw,<br />

omdat het veel stikstof en fosfaten bevat.<br />

Juist om die reden wil je het ook uit de<br />

afvalstroom halen: urine is verantwoor-<br />

Annelies<br />

Balkema bij<br />

<strong>een</strong> zuiveringsinstallatie<br />

die<br />

onder meer werkt<br />

met planten.<br />

BALKEMA REGISTREERDE HET<br />

DAGVERBRUIK IN HUISHOUDENS<br />

VOOR HAAR ONDERZOEK<br />

delijk voor circa zeventig procent van het<br />

stikstof en vijftig procent van het fosfaat<br />

in het huishoudelijk afvalwater.’<br />

Urine scheiden aan de bron is dus het<br />

devies. Technisch is dat goed mogelijk,<br />

maar in de praktijk stuit het op bezwaren.<br />

‘Het is nogal ingrijpend voor mensen als<br />

je ze <strong>een</strong> ander type toilet geeft. In Zweden<br />

loopt <strong>een</strong> aantal projecten met urineseparatie<br />

toiletten. Zo’n toilet heeft twee<br />

vakjes: voorin moet je plassen en achterin<br />

poepen. Die toiletten hebben ze geplaatst<br />

in <strong>een</strong> ‘eco-dorp’, maar de bewoners hebben<br />

de toiletten laten vervangen door<br />

gewone exemplaren. Ze vonden het vervelend<br />

om hun bezoek telkens te moeten<br />

uitleggen hoe het toilet werkt. Als je altijd<br />

met je bezoek aan het praten bent over<br />

je toilet, dan heb je het op <strong>een</strong> gegeven<br />

moment wel gehad.’<br />

Begeleiding<br />

Uit diverse onderzoeken blijkt dat de sociale<br />

kant van nieuwe sanitaire technieken<br />

extra aandacht nodig heeft. De gebruiker<br />

heeft begeleiding nodig, iets dat in grotere<br />

projecten beter is te organiseren, vindt<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

3 3


ONDERZOEK<br />

Balkema. ‘In Duitsland is <strong>een</strong> project met<br />

vacuümtoiletten in driehonderdvijftig huizen.<br />

Dat is <strong>een</strong> schaal waarop je iemand<br />

kunt aannemen die het hele systeem<br />

begeleidt en verzorgt. De gebruikers hebben<br />

<strong>een</strong> alternatief systeem, maar ze hoeven<br />

er zelf niets aan te doen.’<br />

Een vacuümtoilet gebruikt minder dan<br />

één liter water per spoeling. Het afval<br />

wordt via <strong>een</strong> relatief dunne vacuümbuis<br />

afgezogen naar <strong>een</strong> centraal punt waar het<br />

wordt vergist. De afvoerbuis, <strong>een</strong> plastic<br />

pijp met <strong>een</strong> diameter van ongeveer tien<br />

centimeter, is veel kleiner dan <strong>een</strong> regulier<br />

riool. In combinatie met <strong>een</strong> ‘grinder’<br />

(<strong>een</strong> maalmachine) zou je zelfs je groenafval<br />

erdoor kunnen afvoeren, maar dat<br />

hebben ze in Duitsland toch niet gedaan.<br />

De vergisting is gecombineerd met <strong>een</strong><br />

warmtekrachtsysteem, dat warm water en<br />

elektriciteit produceert. Het volume van<br />

het afval wordt zo verkleind tot <strong>een</strong> klein<br />

beetje slib dat je maar <strong>een</strong>s in de zoveel<br />

tijd hoeft af te voeren. Het overige afvalwater<br />

(douche, wasmachine, keukenwater)<br />

gaat door <strong>een</strong> apart riool en wordt apart<br />

gezuiverd. Die stroom is zo vloeibaar<br />

dat het niet hoeft te worden afgepompt.<br />

Andere toiletten die Balkema in haar<br />

computermodel heeft opgenomen, zijn<br />

het composttoilet en het ‘solar dry toilet’<br />

waarin de poep onder <strong>een</strong> soort zonnecollector<br />

droogt zodat ziektekiemen sterven<br />

en het volume afneemt.<br />

Het laatste toilet is all<strong>een</strong> toepasbaar in<br />

warme landen, het composttoilet is overal<br />

te gebruiken. Dus ook in Nederland. Toch<br />

zal het niet massaal aanslaan in ons land.<br />

‘Dat ligt aan de omgeving van de technologie,<br />

wat eigenlijk de kern was van mijn<br />

onderzoek’, zegt Balkema. ‘In Nederland<br />

is elk huis op de waterleiding aangesloten,<br />

dus hier is <strong>een</strong> composttoilet meer<br />

iets voor mensen die het per se willen.<br />

In Utrecht heeft <strong>een</strong> aantal mensen het<br />

project ‘Het groene dak’ opgezet, met <strong>een</strong><br />

biologische tuin, regenwatersystemen en<br />

<strong>een</strong> composttoilet. Met het composttoilet<br />

is het helemaal misgelopen. Uiteindelijk<br />

heeft de brandweer het ontruimd omdat de<br />

ammoniakdampen te hoog waren opgelopen.<br />

De oorzaak is onbekend. De bewoners<br />

zeggen dat het systeem niet goed was,<br />

de leverancier zegt dat de bewoners het<br />

verkeerd hebben gebruikt. Ze hadden nou<br />

ook niet het meest geavanceerde systeem,<br />

er zijn tegenwoordig geavanceerdere systemen<br />

die makkelijker in gebruik zijn. En<br />

ik denk dat de leverancier zich niet moet<br />

vergissen in de begeleiding die de mensen<br />

nodig hebben.’<br />

Betrokkenheid<br />

Balkema ziet decentralisatie als <strong>een</strong> globale<br />

trend in afvalwaterzuivering. ‘In de centrale<br />

systemen die we nu gebruiken, zijn<br />

afvalstromen uit industrie en huishouden<br />

vaak gemengd. Zuivering van huishoudelijk<br />

afvalwater op wijkniveau maakt het<br />

makkelijker om het water ook per wijk<br />

te hergebruiken. Je hebt dan <strong>een</strong> minder<br />

uitgebreid en goedkoper rioleringsstelsel<br />

nodig en de retourkanalen zijn korter. De<br />

bewoners raken op wijkniveau ook meer<br />

betrokken als er bijvoorbeeld <strong>een</strong> ‘wetland’<br />

in de wijk ligt, <strong>een</strong> natuurgebiedje waarvan<br />

de grond en de planten <strong>een</strong> zuiverende<br />

werking hebben. Het zuiveringsproces<br />

wordt weer zichtbaar. Het riool is nu <strong>een</strong><br />

soort trukendoos, je kunt er alles in weg<br />

spoelen: medicijnen, maandverband, het<br />

Lang leve het leven<br />

Bescherm het leven op aarde. Word donateur van het Wereld Natuur Fonds. 0900 9090900 (e 0,20/min)


ontwerpen<br />

nieuws<br />

GENTLEGUIDE,<br />

DE GENIALE GIDS<br />

Twee polsbandjes die <strong>een</strong> wandelaar met trilsignalen<br />

aangeven welke kant hij op moet. Vier<br />

studenten Industrial Design deden onderzoek<br />

naar <strong>een</strong> navigatiesysteem voor voetgangers.<br />

Een blindenstok die trilt bij <strong>een</strong> obstakel bestond<br />

al, evenals navigatiesystemen via <strong>een</strong><br />

personal digital assistant (PDA) of via <strong>een</strong><br />

koptelefoon. Een Amerikaans onderzoek naar<br />

methoden voor blindengeleiding wees uit dat<br />

haptische (met behulp van de tastzin) geleiding<br />

het best en prettigst werkt. Met dit idee gingen<br />

de vier studenten aan de slag. De GentleGuide<br />

die zij ontworpen hebben bestaat uit twee polsbandjes<br />

met trilmechanisme die draadloos worden<br />

bestuurd via <strong>een</strong> afstandsbediening. Een<br />

korte trilling links bijvoorbeeld betekent ‘ga<br />

linksaf’, <strong>een</strong> korte trilling rechts ‘ga rechtsaf’<br />

en <strong>een</strong> korte trilling op beide polsbandjes<br />

betekent ‘bestemming bereikt’. De studenten<br />

hebben hun ontwerp als congrespaper mogen<br />

presenteren op de internationale conferentie<br />

‘Mobile HCI (Human Computer Interaction)’ in<br />

het Italiaanse Udine. De volgende stap die de<br />

studenten willen onderzoeken is de integratie<br />

van het systeem in <strong>een</strong> mobiele telefoon met<br />

global positioning system (GPS) of met <strong>een</strong><br />

draadloos computernetwerk.<br />

BEURZENSYSTEEM<br />

VOOR TWAIO’S<br />

Nieuwe TWAIO’s (tweejarige assistenten in<br />

opleiding) die aan de TU/e <strong>een</strong> ontwerpersopleiding<br />

volgen aan het Stan Ackermans<br />

Instituut (SAI) krijgen vanaf 1 januari de status<br />

van student aan de TU/e. Ze worden dan ook<br />

betaald via <strong>een</strong> beurzensysteem en niet als<br />

<strong>een</strong> medewerker, zoals nu nog het geval is. Op<br />

dit moment wordt naar <strong>een</strong> bedrag gezocht<br />

dat het voor mensen aantrekkelijk maakt aan<br />

de TU/e <strong>een</strong> ontwerpersopleiding te komen<br />

volgen. Ook wordt er gekeken naar eventuele<br />

veranderingen voor vergunningsaanvragen van<br />

buitenlanders.<br />

OPENING WEEK VAN HET<br />

ONTWERP<br />

Studievereniging Lucid van de faculteit<br />

Industrial Design heeft de openingsact voor<br />

de Week van het Ontwerp gerealiseerd. Op 10<br />

oktober verrichtte de <strong>Eindhoven</strong>se wethouder<br />

Gentleguide wordt uitgetest door twee studenten van Industrial Design.<br />

Mary-Ann Schreurs de openingsact van de<br />

Week. Er is <strong>een</strong> apparaat ontwikkeld waarmee<br />

op <strong>een</strong> scherm beelden voorbij kwamen zoals<br />

bij <strong>een</strong> fruitautomaat. Gedurende dertig seconden<br />

kwamen drie beelden voorbij. Uiteindelijk<br />

bleven alle beelden stilstaan op het logo van<br />

de Week van het Ontwerp. Met veel voelbare<br />

geluidseffecten ging dit beeld over in <strong>een</strong><br />

groot ‘is geopend!’. Het is dit jaar de eerste<br />

keer geweest dat Industrial Design mee heeft<br />

gedaan met de organisatie van de Week van<br />

het Ontwerp.<br />

VIERDIMENSIONAAL ONTWERP<br />

Het P-spektakel (propedeuse-spektakel)<br />

van de faculteit Bouwkunde leidde tot ver-<br />

European contest for young scientists<br />

ZELFONTWORPEN BESTURINGSSYSTEEM<br />

schillende ideeën voor overkappingen van<br />

<strong>een</strong> fietsenstalling. Met behulp van rietjes<br />

maakten de studenten eerst <strong>een</strong> maquêtte<br />

van hun ontwerp. Enkele ontwerpen werden<br />

uitgekozen om de dag erna op ware grootte<br />

gebouwd te worden. Hiervoor mochten de studenten<br />

slechts gebruik maken van zeventien<br />

pvc-buizen en twaalf vierkante meter zeil. Het<br />

ontwerp van Mieke Verschoor was <strong>een</strong> van de<br />

ontwerpen die gekozen werd om uit te werken.<br />

De naam van het ontwerp ‘4D’ verwijst naar de<br />

vierde dimensie in het ontwerp: de dynamiek,<br />

omdat het ontwerp h<strong>een</strong> en weer kan bewegen.<br />

De test, waarbij de gemaakte overkapping aan<br />

de fietsenrekken voor Vertigo (het gebouw<br />

van de faculteit Bouwkunde) werd bevestigd,<br />

was met<strong>een</strong> <strong>een</strong> proef op de som, omdat het<br />

regende en behoorlijk waaide.<br />

Wim Cools, eerstejaars student <strong>Technische</strong> Informatica heeft tijdens de European Union<br />

Contest for Young Scientists de derde prijs gewonnen. Hij deed aan deze wedstrijd mee met<br />

zijn onderzoek naar <strong>een</strong> zelfontworpen besturingssysteem voor computers. Ergernis over<br />

besturingsprogramma’s en hobbyisme waren voor de student aanleiding <strong>een</strong> eigen besturingssysteem<br />

uit te denken en te maken. Het besturingssysteem heeft nog g<strong>een</strong> compleet<br />

pakket, maar er kunnen programma’s voor gemaakt worden. Cools werkt er aan verder en<br />

overweegt er anderen bij te betrekken.<br />

Cools houdt zich al lang bezig met besturingssytemen. Op zijn vijftiende heeft hij zijn eerste<br />

besturingssysteem gemaakt. Cools kwam bij de Europese wedstrijd terecht na <strong>een</strong> Nederlandse<br />

voorronde waar hij als eerste eindigde. Hij mocht daarom naar Boedapest voor de<br />

eindronde én naar de uitreiking van de Nobelprijzen.<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3 3 5


3 6<br />

LOOPBAAN<br />

Leo van Dongen<br />

verwacht dit jaar<br />

<strong>een</strong> punctualiteit<br />

van 83 procent.<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

Ingenieur<br />

in rails<br />

Bijna heel zijn werkzame leven brengt hij tot nu toe door in één van de<br />

meest besproken bedrijven van de afgelopen jaren: de NS. Maar deze oudwerktuigbouwkundestudent<br />

ziet het als <strong>een</strong> uitdaging <strong>een</strong> bijdrage te leveren aan<br />

het reizen per spoor. En hij geniet als hij vanuit zijn kantoor op Utrecht Centraal<br />

de treinen af en aan ziet rijden. Dr.ir. Leo van Dongen over de NS, onderhoud, Het<br />

Huwelijk en onderhandelen met <strong>een</strong> miljard in de achterzak.<br />

‘Bij NS is het werken in de schijnwerpers van de maatschappij.<br />

Ik doe dit al negentien jaar in verschillende<br />

functies. Het is <strong>een</strong> dienstverlenend bedrijf dat <strong>een</strong> zekere<br />

winst moet maken om zichzelf te kunnen bedruipen.<br />

Als werknemer van de NS heb je wel <strong>een</strong>s wat uit te leggen<br />

aan mensen. De consument eist basiskwaliteit. Hetzelfde<br />

verwacht je als je in de supermarkt <strong>een</strong> boodschap<br />

doet. Het product moet gewoon in het schap staan en je<br />

bent niet geïnteresseerd in alle logistiek die nodig is voor<br />

de bevoorrading. Het bijzondere bij NS daarentegen is dat<br />

de reizigers zich in het primaire productieproces bevinden.<br />

Daarom leggen wij, bijvoorbeeld met de huidige herfst-<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

campagne, uit wat we doen en wat er mis kan gaan. Het is<br />

beter vooraf te vertellen wat mensen wel en niet kunnen<br />

verwachten, dan achteraf met <strong>een</strong> verklaring te komen.<br />

Eind jaren negentig zijn we behoorlijk door het dal<br />

gegaan. De verzelfstandiging van het bedrijf, de opsplitsing<br />

in verschillende werkmaatschappijen, de discussie<br />

over concurrentie op en om het spoor en ook nog <strong>een</strong>s<br />

<strong>een</strong> forse groei van het aantal reizigers maakten het ons<br />

lastig. De spanning tussen overheid, politiek en NS was<br />

groot en de samenwerking verliep erg stroef. Inmiddels<br />

zijn met nieuwe wetgeving en concessies de rollen in de<br />

spoorbranche vastgelegd en verloopt de samenwerking


aanzienlijk beter. Ook de productkwaliteit neemt toe.<br />

Nieuwe dubbeldekkers stromen nog steeds in en de punctualiteit<br />

stijgt: in 2001 was dat net g<strong>een</strong> 80 procent en het<br />

laatste kwartaal zaten we op 85,9 procent. In de winter zal<br />

dat mogelijk iets minder zijn door bladeren, sneeuw en<br />

vorst. Toch verwacht ik dit jaar rond de 83 procent uit te<br />

komen.’<br />

Het Huwelijk<br />

‘Als beheerder van de vloot heb ik enige tijd geleden<br />

samen met mijn inkoopcollega de bestellingen gedaan<br />

voor 378 nieuwe dubbeldekkers, 150 intercityrijtuigen en<br />

de revisie van ruim 500 rijtuigen. Dat ging om orders ter<br />

waarde van ruim <strong>een</strong> miljard euro.<br />

Dergelijke projecten worden Europees aanbesteed en<br />

daarop schrijven leveranciers zich in. Op basis van analyses,<br />

ervaringen met oude projecten en referenties bepaal<br />

je <strong>een</strong> onderhandelingsstrategie en maak je afspraken<br />

over de begeleiding van het project. Dat was <strong>een</strong> leuke<br />

periode, ook al gingen we op dat moment door <strong>een</strong> dal.<br />

Maar als je werkt aan de toekomst en ziet dat je werk leidt<br />

tot verbetering, dan is dat <strong>een</strong> enorme uitdaging.’<br />

‘Ik ben adjunct directeur productie geweest bij NS Reizigers,<br />

de organisatie die de treinen rijdt. Daar heb ik<br />

mooie projecten gedaan. Eén ervan was het regelen van<br />

het treinverkeer rond het huwelijk van Willem Alexander<br />

en Maxima op 2 februari 2002. Een jaar eerder hadden<br />

we op Koninginnedag problemen met stagnerend treinverkeer<br />

en relletjes op Amsterdam CS.<br />

Wij waren er dus op gebrand om aan Het Huwelijk<br />

<strong>een</strong> goede bijdrage te leveren. Ik heb in overleg met de<br />

gem<strong>een</strong>te Amsterdam, Regiopolitie, ProRail, NedTrain en<br />

Van Dongen: ‘Als ik de bedrijfszekerheid<br />

van de vloot kan garanderen, dan heeft de klant<br />

daar direct plezier van.’<br />

Railverkeersleiding gekozen voor <strong>een</strong> aangepaste materieelomloop.<br />

We hebben van Amsterdam CS voor die dag<br />

<strong>een</strong> soort kopstation gemaakt, wat betekent dat treinen in<br />

Amsterdam stoppen en terugrijden in de richting waar<br />

ze vandaan komen. Voor de reizigers heeft dat slechts<br />

beperkte gevolgen. Het voordeel is dat je problemen veel<br />

beter kunt opvangen. Als er in <strong>een</strong> van de kwadranten iets<br />

gebeurt, blijven de andere treinen gewoon rijden. Vooraf<br />

afgestemde bijsturingscenario’s en vaste communicatielijnen<br />

hebben ook bijgedragen aan het succes.’<br />

‘Sinds 1 maart ben ik directeur van NedTrain Services<br />

waar meer dan drieduizend mensen werken. NedTrain<br />

onderhoudt het rollend materieel van de NS, maar<br />

bijvoorbeeld ook dat van railtransportbedrijf Railion,<br />

NoordNed en Syntus.<br />

Ook in deze functie kan ik <strong>een</strong> belangrijke bijdrage leveren<br />

aan de prestaties van NS. Als ik de bedrijfszekerheid<br />

van de vloot kan garanderen, dan heeft de klant daar<br />

direct plezier van. We doen het dagelijks onderhoud op<br />

grote emplacementen. Dat gaat om veiligheidscontroles,<br />

reiniging en kleine herstellingen. In de onderhoudsbedrijven<br />

komt materieel <strong>een</strong>s in de veertig tot zestig dagen<br />

binnen, dieseltreinen iets vaker. Daar worden remblokken<br />

verwisseld, deuren nagekeken en grote componenten,<br />

zoals draaistellen, elektromotoren en dieselmotoren, uitgebouwd<br />

voor revisie.<br />

Een trein rijdt gemiddeld 230.000 kilometer per jaar en<br />

<strong>een</strong> wielstel moet bijvoorbeeld iedere 1,2 miljoen kilometer<br />

worden gereviseerd. Als <strong>een</strong> trein binnenkomt weten<br />

we op basis van onderhoudsresearch welk onderhoud<br />

preventief moet worden verricht en stellen we vast wat er<br />

correctief moet worden gedaan. Nieuwe technieken zoals<br />

diagnosesystemen maken het ons daarbij steeds gemakkelijker<br />

en leiden tot aanpassingen van het onderhoudssysteem.<br />

Voor het lange termijn onderhoud hebben we<br />

fabrieken waar componenten worden gereviseerd.’<br />

Rol voor TU/e<br />

‘Ik ben in 1983 op de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong><br />

gepromoveerd en heb nog steeds <strong>een</strong> sterke affiniteit met<br />

het technisch onderwijs. Zo zit ik onder meer in de Raad<br />

van Opleidingen van het Koninklijk Instituut voor Ingenieurs.<br />

Het is van belang om via nevenfuncties te weten<br />

wat er buiten je directe werkomgeving gebeurt. Ik zie <strong>een</strong><br />

rol weggelegd voor de TU/e op het gebied van railvoertuigtechniek<br />

nu Delft er niets meer aan doet. De typische<br />

kenmerken van railtractie kunnen voor het Automotive<br />

Technology Centre van de TU/e <strong>een</strong> interessante verbreding<br />

opleveren. Vanuit NedTrain zou met de ervaring in<br />

constructie, beheer en onderhoud van rollend materieel<br />

<strong>een</strong> bijdrage kunnen worden geleverd in de vorm van<br />

gastcolleges en stageplaatsen.<br />

Ingenieurs bij NS komen overal vandaan. Dat mogen er<br />

wat mij betreft wel iets meer uit <strong>Eindhoven</strong> zijn.’<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3 3 7


3 8<br />

CULTUUR<br />

MOSLIMSTUDENTEN BLIJ MET STILTERUIMTE<br />

Praten over levensbeschouwing en religie is op de TU/e beslist g<strong>een</strong> taboe. Na<br />

de schokkende gebeurtenissen van ‘nine eleven’ is er op de universiteit niet<br />

all<strong>een</strong> meer discussie met de moslims, ook vraagt menig student zich af waar de<br />

Nederlandse cultuur nu eigenlijk voor staat. ‘Het toenemende aantal buitenlandse<br />

studenten met <strong>een</strong> uitgesproken mening over geloof is <strong>een</strong> prikkel voor de ‘gewone’<br />

student om zich ook <strong>een</strong>s af te vragen waar hij of zij nu zelf in gelooft’, aldus<br />

humanistisch studentenraadsvrouw Willemien Fraaije.<br />

Ruimte voor religie en<br />

levensbeschouwing<br />

De raadsvrouw doet dit werk nu al vijftien<br />

jaar en heeft het de laatste jaren steeds<br />

drukker gekregen. ‘Studenten die voor <strong>een</strong><br />

ingrijpende verandering staan, zoeken <strong>een</strong><br />

anker, iets om mee verder te kunnen’.<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

Hieruit moet niet afgeleid worden dat op<br />

de TU/e verder g<strong>een</strong> ruimte zou zijn voor<br />

religie. Dat is wel degelijk het geval. Sinds<br />

september 2001 is er <strong>een</strong> speciale Stilteruimte<br />

in De Hal. Het is de bedoeling dat<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

deze ruimte gebruikt wordt door ieder<strong>een</strong><br />

die de behoefte voelt om even <strong>een</strong> stil<br />

moment te beleven, te mediteren of te bidden.<br />

In de praktijk is de ruimte vooral voor<br />

de moslims <strong>een</strong> uitkomst, want twee van<br />

de vijf dagelijkse gebeden vallen tijdens<br />

kantooruren.<br />

Afgelopen maand is de Stilteruimte<br />

opnieuw geopend na <strong>een</strong> restyling door<br />

<strong>een</strong> groepje studenten van Industrial<br />

Design. Ze hebben hun werk goed gedaan.<br />

Veel gebruikers van de Stilteruimte tonen<br />

De Stilteruimte voor ieder<strong>een</strong> die de behoefte<br />

voelt om te bidden of <strong>een</strong> stil moment te beleven.


zich blij met de modernere, frissere aankleding.<br />

Student Elektrotechniek Mohamed<br />

Nacer en woordvoerder van multiculturele<br />

studentenvereniging Mosaic (één van de<br />

groepen gebruikers) is <strong>een</strong> van hen. ‘Wat<br />

mij betreft is de gezamenlijke Stilteruimte<br />

<strong>een</strong> prachtig voorbeeld van hoe het zou<br />

moeten met de integratie. De communicatie<br />

met de andere gebruikers (vertegenwoordigd<br />

door Willemien Fraaije en de studentenpastor<br />

Bert Jan van Haarlem, red.)<br />

is heel open; we werken al twee jaar samen<br />

en proberen elkaar te begrijpen’.<br />

Nacer was tijdens de opening van de Stilteruimte<br />

verrast door het aantal moslims<br />

dat kwam opdagen. ‘We hadden g<strong>een</strong><br />

overzicht van het aantal, want de moslims<br />

zijn vooral buitenlandse promovendi. De<br />

Stilteruimte is echt <strong>een</strong> ontmoetingspunt<br />

geworden voor moslims uit Indonesië,<br />

Egypte, Marokko, Palestina, Soedan, Irak,<br />

Turkije en Algerije. Voor sommigen is<br />

het <strong>een</strong> opluchting om even Arabisch te<br />

kunnen praten, ieder<strong>een</strong> praat de hele dag<br />

Engels of Nederlands en dat valt zeker in<br />

het begin niet mee. De ruimte is g<strong>een</strong> plek<br />

voor activiteiten, dus de ontmoeting zetten<br />

we elders voort. Momenteel, tijdens de<br />

Ramadan, komen er zo’n veertig mensen<br />

per dag bidden. Niet allemaal tegelijk,<br />

maar verspreid over de dag. Voor sommige<br />

moslimstudenten is de Stilteruimte zelfs<br />

het middelpunt van de universiteit, zeker<br />

voor degenen die voortdurend lange dagen<br />

maken’.<br />

Moslimvrouwen<br />

De moslimstudenten zijn ook bijzonder<br />

te spreken over de aangepaste wasruimte,<br />

waar ze zich kunnen wassen alvorens de<br />

gebedsruimte te betreden. Voorh<strong>een</strong> moest<br />

dat ergens bij <strong>een</strong> wasbak op <strong>een</strong> gang.<br />

All<strong>een</strong> de moslimvrouwen komen er wat<br />

bekaaid van af. Voor hen is er g<strong>een</strong> aparte<br />

voorziening, en het wordt onbetamelijk<br />

gevonden om samen met de andere sekse<br />

te bidden. Enkele actieve moslimvrouwen<br />

bidden op hun eigen kamers. Eén zelfs<br />

samen met <strong>een</strong> vrouwelijke collega uit de<br />

Oekraïne, die Grieks-katholiek is. Ze vast<br />

ook tijdens de Ramadan, maar dan wel<br />

in verband met advent. Mosaic overweegt<br />

bepaalde tijden achter de panelen in de<br />

Stilteruimte te reserveren voor zijn vrouwelijke<br />

gebruikers.<br />

De <strong>Eindhoven</strong>se Studentenkerk, <strong>een</strong> van<br />

de initiatiefnemers van de Stilteruimte,<br />

is <strong>een</strong> organisatie met <strong>een</strong> lange geschie-<br />

Een dienst in de studentenkapel<br />

van de Paterskerk.<br />

denis op de TU/e. Menig (oud)student<br />

trouwde in de studentenkapel van de<br />

Paterskerk in de binnenstad en bleef<br />

komen in de levendige oecumenische<br />

gem<strong>een</strong>schap die daar elke zondag bij<strong>een</strong>komt.<br />

‘Maar van het ESK kun je g<strong>een</strong> lid worden’,<br />

zegt studentenpastor Wim de Leeuw.<br />

‘Ik houd dan ook niet van wat ik geestelijke<br />

handtastelijkheid noem, het zieltjes<br />

winnen. Ik vind het niet okay om op de<br />

existentiële angst van jonge mensen te<br />

parasiteren. Wij willen <strong>een</strong> handreiking<br />

geven om te leven, niet meer of minder.<br />

Studenten benaderen levensbeschouwing<br />

en religie <strong>een</strong> beetje vanuit de supermarkt-gedachte:<br />

ze nemen wat ze kunnen<br />

gebruiken en lopen dan door.<br />

Ieder mens is religieus, maar dat is wat<br />

mij betreft niet het goede nieuws. Daar<br />

wil ik niet bij aanknopen, maar liever bij<br />

het leven zélf. Religie is bijbels gezien,<br />

<strong>een</strong> verwerpelijke escape van waar het<br />

eigenlijk om gaat, namelijk het leven hier<br />

en nu, van dag tot dag.’<br />

Het studentenpastoraat is ontstaan uit de<br />

wens van de kerken om present te zijn<br />

in het hoger onderwijs. ESK gaat uit van<br />

het oecumenische gedachtegoed en wordt<br />

grotendeels gefinancierd vanuit de kerken.<br />

De universiteit subsidieert bepaalde<br />

activiteiten. ESK biedt sinds kort <strong>een</strong><br />

stoomcursus christendom, voor mensen<br />

die niet religieus zijn opgevoed, ter informatie.<br />

Maar ook yoga of <strong>een</strong> weekend in<br />

<strong>een</strong> boeddhistisch klooster behoren tot de<br />

mogelijkheden.<br />

De vier studentenpastores van de ESK<br />

houden inloopspreekuren op de TU/e en<br />

de Fontys Hogescholen voor studenten<br />

die willen praten over wat ze meemaken<br />

of als ze vragen hebben. De Leeuw: ‘Wij<br />

zien <strong>een</strong> hoop <strong>een</strong>zaamheid en relatieproblemen.<br />

Dat is op de TU/e erger dan<br />

elders, vanwege de oververtegenwoordiging<br />

van mannen.’<br />

Mede-initiatiefnemer Mohamed Nacer<br />

(uit Marakech, vier jaar in Nederland):<br />

‘Als moslim moet ik altijd iets doen, bidden<br />

is niet genoeg. Ik zie het bijvoorbeeld<br />

als mijn plicht om Nederlands te leren,<br />

want hoe kan ik anders iets betekenen<br />

hier? Twee culturen kennen vind ik <strong>een</strong><br />

sterk punt. Ik vraag me all<strong>een</strong> wel <strong>een</strong>s af<br />

of de mensen hier idealen hebben. Daar<br />

ben ik niet achter’.<br />

Eigen manier<br />

Het Humanistisch Raadswerk probeert<br />

op haar eigen manier de mensen aan het<br />

denken te zetten. In januari is opnieuw<br />

<strong>een</strong> reeks ‘filosofische gesprekken’<br />

gepland over ‘De kunst van het reizen:<br />

weggaan en terugkomen’, aan de hand<br />

van de ideeën van de jonge filosoof Alain<br />

de Botton. ‘Mensen reizen steeds meer.<br />

Dat kunnen bepalende en verrijkende<br />

momenten in je leven zijn,’ aldus Willemien<br />

Fraaije. ‘Dichter bij huis zijn we<br />

ons niet meer zo bewust van de humanistische<br />

en christelijke achtergronden<br />

van onze cultuur, de bronnen van onze<br />

verworvenheden. Onze maatschappij is<br />

ergens op gebaseerd. De studenten van<br />

nu hebben meestal g<strong>een</strong> erfenis van hun<br />

ouders in religieuze zin. Articuleren waar<br />

je zelf voor staat, daarin is de islam voor<br />

ons <strong>een</strong> goede prikkel’.<br />

Voor meer informatie over de stilteruimte<br />

op de TU/e: www.tue.nl/stilteruimte.<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

3 9


FOTO:BART VAN OVERBEEKE<br />

40<br />

ALUMNI<br />

BMT’ers staan<br />

dicht bij de mensen<br />

De TU/e-faculteit Biomedische Technologie (BMT) en BMTstudentenvereniging<br />

Prothagoras willen graag in contact<br />

komen met afgestudeerden van de masteropleiding Biomedical<br />

Engineering, Medical Engineering en de opgeheven opleiding<br />

Werktuigbouwkundige Medische Technologie (WMT). Daarom is<br />

aan het begin van dit academisch jaar de BMT-alumnivereniging<br />

Willem van Einthoven opgericht. Zo’n twintig kersverse leden<br />

zetten zich in om hun oud-studiegenoten te bereiken.<br />

‘Wij hebben g<strong>een</strong> goed zicht op waar onze<br />

afgestudeerden precies terechtkomen. Dat<br />

is voor het onderwijs van belang én voor<br />

de studenten die hun richting nog moeten<br />

bepalen. Het zou interessant zijn om<br />

te zien waar onze afstudeerders precies<br />

blijven, ook gezien de samenwerking met<br />

de medische faculteit van de <strong>Universiteit</strong><br />

van Maastricht’, zegt penningmeester Koos<br />

Blankestijn, studieadviseur en beleidsmedewerker<br />

bij BMT.<br />

Volgens voorzitter Michiel Roersma werken<br />

veel BMT-afgestudeerden aan ontwikke-<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

lingen die heel dicht bij de mensen staan,<br />

<strong>een</strong> verschil met sommige andere technische<br />

richtingen. ‘Ikzelf heb mij bij Philips<br />

Personal Care jaren beziggehouden met<br />

producten voor tandverzorging en scheren.<br />

In dit soort vakgebieden is ieder<strong>een</strong><br />

eigenlijk ervaringsdeskundige. Jaargenoten<br />

van me werken bijvoorbeeld in ziekenhuizen,<br />

met apparaten waar veel mensen wel<br />

<strong>een</strong>s mee te maken krijgen in hun leven.<br />

En niet ieder<strong>een</strong> gaat in de biomedische<br />

technologie door. Ik ken iemand van BMT<br />

die nu bij TNO werkt aan de ontwikkeling<br />

van satellieten’. De alumnivereniging is<br />

vernoemd naar de wetenschapper Willem<br />

van Einthoven, die in 1903 het elektrocardiogram<br />

(ECG) uitvond. Dit is tot nu toe<br />

nog steeds het belangrijkste diagnostische<br />

in-strument in de cardiologie. Van Einthoven<br />

ontving in 1924 als eerste Nederlander<br />

de Nobelprijs voor geneeskunde.<br />

Potentiële leden<br />

BMT leverde in 2001 de eerste afgestudeerden<br />

af. WMT is <strong>een</strong> oudere afstudeerrichting<br />

van werktuigbouwkunde,<br />

waar zo’n vijftien jaar lang ingenieurs in<br />

de medische techniek werden opgeleid.<br />

Roersma is daar één van. Al met al moeten<br />

er <strong>een</strong> kleine honderd potentiële leden<br />

voor de alumnivereniging Willem van<br />

Einthoven zijn. Maar dat aantal neemt<br />

snel toe, momenteel studeren er ongeveer<br />

vijftig BMT’ers per jaar af. ‘Er is <strong>een</strong> verschil<br />

tussen BMT’ers en WMT’ers, maar<br />

we willen beide groepen graag aan ons<br />

binden’, aldus Blankestijn. Tot nu toe was<br />

er voor deze mensen g<strong>een</strong> specifieke vereniging.<br />

‘Ik denk wel dat er behoefte aan<br />

is’, vervolgt Roersma. ‘Je raakt het contact


met vakgenoten gemakkelijk kwijt als je<br />

voor <strong>een</strong> bedrijf met <strong>een</strong> bepaald product<br />

bezig bent. Het is interessant om je netwerk<br />

uit te breiden en om weer in contact<br />

te komen met de universiteit’.<br />

Onderzoekersstudie<br />

Volgens Roersma neemt de invloed van<br />

de techniek op de medische wereld hand<br />

over hand toe. Door weer met elkaar in<br />

contact te komen op de universiteit kunnen<br />

alumni de evolutie van het eigen<br />

vakgebied beter bijhouden. ‘Ik werk bijvoorbeeld<br />

aan heel nieuwe zaken in de<br />

huidmechanica sinds ik bij de universiteit<br />

weg ben. Ik zie <strong>een</strong> bepaalde verschuiving<br />

in het vakgebied. Technisch inhoudelijk<br />

veranderen dingen erg snel’. BMT is <strong>een</strong><br />

echte ‘onderzoekersstudie’, zegt Blankes-<br />

0p stage<br />

ervaringen van <strong>een</strong> TU/e-student in het buitenland<br />

Het gedrag van eiwitten onderzocht<br />

Peter Spijker, zesdejaars student Biomedische<br />

Technologie, verblijft momenteel voor het verrichten<br />

van zijn afstudeeronderzoek in de V.S. aan het<br />

befaamde California Institute of Technology (Caltech)<br />

in Pasadena, nabij Los Angeles.<br />

Ik ben gestationeerd bij de groep<br />

van professor William A. Goddard<br />

III, die werkt in het Beckman<br />

Institute. Via goede contacten van<br />

mijn afstudeerhoogleraar, prof.dr.<br />

Peter Hilbers, heb ik de mogelijkheid<br />

om mijn afstudeerwerk hier<br />

te verrichten. De groep van professor<br />

Goddard vormt het Materials<br />

and Process Simulation Center.<br />

Er wordt met behulp van computermodellen<br />

uitgebreid onderzoek<br />

gedaan naar materie. Van quantummechanische<br />

berekeningen via<br />

Moleculaire Dynamica tot Eindige<br />

Elementen Methoden. Allerlei processen<br />

worden onderzocht, maar<br />

met name katalytische processen<br />

en polymeersimulaties. De derde<br />

tijn. De faculteit heeft relatief veel eigen<br />

studenten die AIO worden, 75 procent van<br />

de groep afgestudeerden is gebleven. Dat is<br />

bij andere richtingen wel anders. Daarom<br />

werft de universiteit in de hele wereld<br />

AIO’s. Momenteel komt ongeveer vijftig<br />

procent van alle AIO’s aan de TU/e uit het<br />

buitenland. Nederlandse studenten zijn<br />

over het algem<strong>een</strong> meer geneigd om <strong>een</strong><br />

goed betaalde baan aan te nemen na hun<br />

afstuderen dan om op de universiteit te blijven<br />

werken voor <strong>een</strong> relatief klein salaris.<br />

‘Wij trekken <strong>een</strong> bepaald type studenten.<br />

Ze blijven vaak als AIO vanuit hun interesse<br />

in <strong>een</strong> specifiek onderzoek. Dat is ook<br />

de inzet van BMT: wij leiden mensen op tot<br />

onderzoeker’.<br />

De faculteit hoopt ook dat de alumnivereniging<br />

voor meer stageplaatsen buiten de<br />

sterke poot is de biocomponent in<br />

deze groep. Het gedrag van <strong>een</strong><br />

bepaald type eiwitten (G-proteins)<br />

wordt onderzocht. Van het vouwen<br />

van de eiwitten tot het bepalen van<br />

de affiniteit van a- en antagonisten.<br />

Mijn onderzoek bevindt zich, als<br />

BMT'er, in dat laatste gebied. Bij de<br />

grotere Moleculaire Dynamica modellen<br />

die hier in zwang zijn om<br />

aan de eiwitten te rekenen wordt<br />

altijd <strong>een</strong> klein stukje van het<br />

membraan dat het eiwit omhult<br />

meegenomen. Dit om het eiwit te<br />

stabiliseren. Maar aangezien alle<br />

simulaties op atoomniveau zijn,<br />

zijn dit nogal kostbare berekeningen<br />

ten aanzien van computercapaciteit.<br />

Het is echter zeer de vraag<br />

of die hoge detaillering (atoomniveau)<br />

wel noodzakelijk is.<br />

Op basis van atoommodellen van<br />

het celmembraan (met name de<br />

phospholipiden, het cholesterol<br />

en de membraaneiwitten) ga ik<br />

dit jaar proberen modellen van<br />

<strong>een</strong> hogere abstractie af te leiden,<br />

zonder daarbij al te veel in te leveren<br />

op de resultaten verkregen<br />

bij atoommodelsimulaties. Deze<br />

methodiek wordt in het Engels<br />

ook wel aangeduid met 'coarse<br />

graining'. Momenteel houd ik me<br />

vooral bezig met het ontwikkelen<br />

van de beschrijving van de krachtvelden<br />

van het phospholipide.<br />

Over <strong>een</strong> poosje hoop ik hetzelfde<br />

te kunnen doen voor het cholesterol<br />

en het membraaneiwit. Ook<br />

hoop ik nog voldoende simulaties<br />

te kunnen doen om aan te tonen<br />

dat <strong>een</strong> meer abstract model gelijke<br />

resultaten kan boeken als <strong>een</strong><br />

atoommodel, en dat er grote voordelen<br />

zijn omdat je met dezelfde<br />

computercapaciteit dan grotere<br />

systemen kan modelleren of simu-<br />

universiteiten in Nederland zal kunnen<br />

zorgen. ‘Stages bij andere universiteiten<br />

in Nederland en internationaal zijn g<strong>een</strong><br />

probleem’, vertelt Blankestijn. ‘Maar omdat<br />

we zo’n nieuwe richting op de universiteit<br />

zijn, weten bedrijven niet precies wat ze<br />

van onze studenten kunnen verwachten.<br />

Alumni kunnen bijdragen aan onze<br />

bekendheid bij bedrijven’.<br />

Alumnivereniging Willem van Einthoven<br />

wil graag input over de interesses en<br />

behoeftes van mensen in de biomedische<br />

R&D. Men wil <strong>een</strong> platform zijn, waar<br />

afgestudeerden in contact kunnen komen<br />

met de universiteit en de huidige studenten.<br />

Binnenkort wordt <strong>een</strong> speciale dag<br />

georganiseerd als kennismaking voor de<br />

nieuwe leden. Voor meer informatie: www.<br />

bmt.tue.nl/alumni.<br />

laties van grotere tijdschaal kunt<br />

draaien.<br />

Caltech, <strong>een</strong> van 's werelds technische<br />

topuniversiteiten, ligt<br />

temidden van woonhuizen. Een<br />

kleine maar mooie campus (1500<br />

studenten), waar je, als je niet<br />

oplet, zo aan voorbij gaat. Gesticht<br />

in 1891 is Caltech <strong>een</strong> van de oudste<br />

plaatsen aan de Amerikaanse<br />

westkust. Caltech ook bekend<br />

vanwege haar hoge aantal<br />

Nobelprijswinnaars. In totaal zijn<br />

er 29 werkzaam (geweest). Het is<br />

toponderzoek dat hier bedreven<br />

wordt en dat ademt het geheel<br />

ook uit.<br />

Wanneer ik begin augustus 2004<br />

vanuit Californië naar Nederland<br />

terugkeer, hoop ik veel geleerd te<br />

hebben en dit in toekomstig onderzoek<br />

te kunnen gebruiken.<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3 4 1


4 2<br />

service<br />

nieuws<br />

STUDIO’S VOOR STUDENTEN<br />

In de binnenstad van <strong>Eindhoven</strong>, in het nog<br />

te bouwen Catharinahuis, komen 54 studio’s<br />

voor jongeren en studenten. Het Catharinahuis<br />

moet verrijzen op het kruispunt van de Heuvel<br />

Galerie, de Rechtestraat en het Stratums<br />

Eind. In het complex worden winkels, horeca<br />

en wonen verenigd. Naast het toekomstige<br />

Catharinahuis, aan de Smalle Haven, zijn al<br />

42 appartementen voor dezelfde doelgroep<br />

gerealiseerd. In oktober hebben de gem<strong>een</strong>te<br />

<strong>Eindhoven</strong>, de TU/e, Fontys Hogescholen en<br />

woningstichting Hhvl <strong>een</strong> intentieover<strong>een</strong>komst<br />

getekend om hun streven naar meer studentenhuisvesting<br />

te onderstrepen. Het doel is de<br />

wachttijd voor <strong>een</strong> studentenkamer terug te<br />

brengen van de huidige anderhalf tot twee jaar<br />

naar zes maanden.<br />

MAAGDENBURGER BOLLEN<br />

HOUDEN STAND<br />

G<strong>een</strong> losschietende bollen, maar wel veel waterspektakel.<br />

Dat was het resultaat van de klassieke<br />

natuurkundeproef met de Maagdenbur-<br />

Alumni<br />

MATRIX ONTVANGEN?<br />

Afgestudeerde studenten die Matrix willen<br />

ontvangen, kunnen zich het beste aanmelden<br />

bij het alumninet van de TU/e. In de vragenlijst<br />

die u bij aanmelding invult, kan aangegeven<br />

worden dat u Matrix wilt ontvangen.<br />

Kijk op: www.alumni.tue.nl, klik op registratie.<br />

ger bollen die in september werd uitgevoerd<br />

in de haven van Maasbracht. Zelfs met twee<br />

sleepboten lukte het niet de halve bollen los te<br />

trekken. De <strong>Eindhoven</strong>se stichting Techniek-promotie<br />

had de proef georganiseerd op verzoek<br />

van Teleac. De bollen met <strong>een</strong> diameter van <strong>een</strong><br />

meter zijn speciaal voor het tv-programma gemaakt.<br />

Teleac heeft tv-opnames gemaakt voor<br />

de nieuwe wetenschapsquiz ‘Hoe?Zo!’. De quiz<br />

is eind oktober van start gegaan. De opnames<br />

uit Maasbracht zijn te zien op 1 januari 2004<br />

vanaf 21.00 uur op Nederland 1.<br />

ORIËNTATIEDAG EN<br />

VOORLICHTINGSDAG<br />

Voor scholieren die op zoek zijn naar <strong>een</strong> technische<br />

studie, maar nog niet precies weten<br />

welke opleiding bij hen past, organiseert de<br />

TU/e <strong>een</strong> eerste kennismaking. Op de oriëntatiedag<br />

kan <strong>een</strong> scholier zelf zijn programma<br />

samenstellen en korte presentaties volgen<br />

over de verschillende opleidingen van de TU/e.<br />

Er is ook informatie over studiebegeleiding,<br />

studiefinanciering en huisvesting. Op de uitgebreide<br />

informatiemarkt is te zien wat de TU/e<br />

te bieden heeft op het gebied van sport, cultuur<br />

en gezelligheid. Daarnaast is er voldoende tijd<br />

om te praten met studenten, docenten en afgestudeerden.<br />

Voor scholieren die meer willen<br />

weten over <strong>een</strong> of twee opleidingen, kan <strong>een</strong><br />

voorlichtingsdag meer geschikt zijn. Scholieren<br />

bezoeken uitgebreid <strong>een</strong> opleiding naar keuze.<br />

De oriëntatiedag vindt plaats op 31 januari, de<br />

voorlichtingsdag op 5 maart. Voor meer informatie:<br />

www.studieinfo.tue.nl of bel met het<br />

communicatie service centrum: (040) 247 4747.<br />

BNA-KUBUSPRIJS<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3<br />

FOTO: BRAM SAEYS<br />

Prof.ir. John Habraken heeft de BNA-kubusprijs<br />

2003 in de wacht gesleept, de jaarlijkse prijs<br />

van de Bond van Nederlandse Architecten. De<br />

mede-oprichter van de faculteit Bouwkunde<br />

van de TU/e en jarenlang hoogleraar aan het<br />

bekende MIT in Boston, heeft de prijs gekregen<br />

vanwege de manier waarop hij vorm geeft<br />

aan het begrip ‘vitale architectuur’. Habraken<br />

werkte vanaf 1967 als hoogleraar aan de TU/e<br />

en richtte daar mede de faculteit Bouwkunde<br />

op. Van 1965 tot 1975 was hij directeur van de<br />

Stichting Architecten Research (SAR). In 1975<br />

werd hij benoemd tot Head of the department of<br />

Architecture op het befaamde Massachussetts<br />

Institute of Technolog (MIT) in Boston.<br />

Habraken publiceerde bescheiden, maar is<br />

wel invloedrijk. Zijn meest recente boek is ‘the<br />

structure of the Ordinary’. In ‘Housing for the<br />

agenda<br />

9 januari, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Intreerede prof.dr.ir. S. de Bruin<br />

Meer informatie: www.agenda.tue.nl. De<br />

tekst van de intreerede is op te vragen bij het<br />

Communicatie Service Centrum, tel. (040)<br />

247 2278.<br />

16 januari, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Afscheidscollege prof.ir. J.A. Wisse van de<br />

faculteit Bouwkunde. Meer informatie: www.<br />

agenda.tue.nl. De tekst van het afscheidscollege<br />

is op te vragen bij het Communicatie<br />

Service Centrum, tel. (040) 247 2278.<br />

23 januari, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Intreerede prof.dr. S. Oei van de faculteit<br />

Biomedische Technologie. Meer informatie:<br />

www.agenda.tue.nl. De tekst van de intreerede<br />

is op te vragen bij het Communicatie<br />

Service Centrum, tel. (040) 247 2278.<br />

28 januari-13 februari, Hal<br />

Hoofdgebouw: Expositie van kunst gemaakt<br />

door studenten en TU/e-medewerkers.<br />

Openingstijden: werkdagen van 9.00 tot<br />

22.00 uur.<br />

31 januari, 10.30 – 15.30 uur, TU/eauditorium:<br />

Oriëntatiedag voor VWO-scholieren.<br />

Meer informatie: www.studieinfo.tue.nl.<br />

Zie ook elders op deze pagina.<br />

millions – John Habraken and the SAR’ (1960-<br />

2000) van Koos Bosma wordt helder uitgelegd<br />

waar het de hoogleraar om gaat; de relatie<br />

tussen het individu en de gem<strong>een</strong>schap staat<br />

centraal en de grote voordelen van de industrialisatie<br />

worden uit de doeken gedaan.<br />

UNILEVER RESEARCHPRIJS<br />

Ir. Martin van de Heuvel, in december 2002<br />

afgestudeerd aan de faculteit Werktuigbouwkunde,<br />

heeft in november de Unilever<br />

Researchprijs ontvangen voor zijn afstudeeronderzoek<br />

naar <strong>een</strong> automatische balancer<br />

unit in cd-spelers. De prijs omvat 2500 euro.<br />

Voor het balanceren van cd-romspelers wordt<br />

gebruikgemaakt van <strong>een</strong> automatische balanceer<br />

unit, <strong>een</strong> soort ballenbak die zorgt dat de<br />

inbalans die aanwezig is op de cd-rom gecompenseerd<br />

wordt en zelfs verdwijnt. Van den<br />

Heuvel heeft in kaart gebracht waar de ballen<br />

naar toe gaan om trillingen te kunnen verminderen.<br />

Hij heeft hiermee ook experimenten<br />

gedaan. Ook in de vakgroep Dynamica van<br />

prof.dr. Henk Nijmeijer wordt hiernaar nog<br />

steeds onderzoek gedaan.


4 februari, 11.45 – 13.00 uur,<br />

TU/e-auditorium: Lezing ‘De logica van<br />

kennis en kans’, door dr. Barteld Kooi<br />

van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is<br />

gepromoveerd op de logica van kennis en<br />

kans: op breinbrekers die gevoelsmatig<br />

niet altijd kloppen. SG-activiteit.<br />

6 februari, 16.00 uur, TU/eauditorium:<br />

Afscheidscollege prof.dr.ir.<br />

P. Schram van de faculteit <strong>Technische</strong><br />

Natuurkunde. Meer informatie: www.<br />

agenda.tue.nl.<br />

De tekst van het afscheidscollege is op<br />

te vragen bij het Communicatie Service<br />

Centrum, tel. (040) 247 2278.<br />

12 februari, 16.15-17.45 uur,<br />

TU/e-auditorium: Lezing van Jan Pronk,<br />

voormalig PvdA-minister voor Ontwikkeli<br />

ngssamenwerking over <strong>een</strong> actueel thema<br />

dat o.a via de website www.tue.nl/sg van<br />

Studium Generale bekendgemaakt wordt.<br />

Deze lezing is georganiseerd op initiatief<br />

van en in samenwerking met de<br />

Bestuurscommissie Techniek voor Ontwikk<br />

elingsproblematiek van de TU/e.<br />

FOTO: DICK DE JAGER<br />

Boek voor Beatrix<br />

13 februari, 16.00 uur, TU/eauditorium:<br />

Intreerede van prof.ir. F.<br />

Scheublin van de faculteit Bouwkunde.<br />

Meer informatie: www.agenda.tue.nl. De<br />

tekst van de intreerede is op te vragen bij<br />

het Communicatie Service Centrum, tel.<br />

(040) 247 2278.<br />

18 februari, 11.45-13.00 uur,<br />

TU/e-auditorium: Publiek debat over gentechnologie:<br />

‘Technologieën die de wereld<br />

veranderen’.<br />

In dit publiek debat, onder leiding van<br />

prof.dr. Bert Meijer (faculteit BMT en ST)<br />

staat gentechnologie centraal. Hoe gaat<br />

gentechnologie ons leven veranderen?<br />

Wat draagt de TU/e daaraan bij? Moeten<br />

we blij zijn met deze veelbelovende tech-<br />

Koningin Beatrix kreeg op 12 november het eerste<br />

exemplaar van de zevende aflevering van de serie<br />

‘Techniek in Nederland in de twintigste eeuw’. Het<br />

boek werd uitgereikt door Hans Linsen, voorzitter van<br />

het bestuur van de Stichting Historie der Techniek.<br />

TU/e-hoogleraar dr.ir. Harry Lintsen werd bij deze<br />

gelegenheid benoemd tot officier in de orde van<br />

Oranje-Nassau. Hij kreeg de onderscheiding voor<br />

zijn baanbrekend werk op het terrein van techniekgeschiedenis<br />

in Nederland. Zo was hij hoofdredacteur<br />

(vanaf 1988) van het zesdelig overzichtswerk<br />

‘Geschiedenis van de Techniek in Nederland. De<br />

wording van <strong>een</strong> moderne samenleving 1800-1890’.<br />

Dat werk kwam in 1995 gereed. Daarna heeft Lintsen<br />

samen met andere onderzoekers gewerkt aan de<br />

zevendelige serie ‘Techniek in Nederland in de twintigste<br />

eeuw’, waarvan de koningin het eerste deel<br />

ontving.<br />

FOTO: BART VAN OVERBEEKE<br />

Jan Pronk<br />

houdt <strong>een</strong><br />

lezing op<br />

de TU/e.<br />

nologie, of terughoudend zijn vanwege de<br />

risico’s?<br />

Gasten zijn: ethica Klasien Horstman,<br />

biomedisch technologen Maarten Markx<br />

en Mark Post en proteomics expert Albert<br />

Heck, organisator van het nationaal onderzoeksprogramma<br />

naar eiwitten, dat onderdeel<br />

uitmaakt van het Genomics-project.<br />

19 februari, TU/e-auditorium:<br />

Bedrijvendag van de TU/e. Meer informatie:<br />

www.wervingsdagen.nl.<br />

27 februari, 13.00 – 16.00 uur,<br />

TU/e-auditorium: HTO-middag, informatiebij<strong>een</strong>komst<br />

voor HTO-studenten. Meer<br />

informatie en aanmelden: www.studieinfo.<br />

tue.nl.<br />

5 maart, 10.00 – 17.00 uur, TU/<br />

e-auditorium: Voorlichtingsdag voor VWOscholieren.<br />

Meer informatie en aanmelden:<br />

www.studieinfo.tue.nl.<br />

12 maart, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Intreerede prof.dr. R. van Benthem<br />

van de faculteit Scheikundige Technologie,<br />

‘Coatings technologie: laat de toekomst<br />

uit de verf komen.’ Meer informatie: www.<br />

agenda.tue.nl. De tekst van de intreerede<br />

is op te vragen bij het Communicatie<br />

Service Centrum, tel. (040) 247 2278.<br />

19 maart, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Afscheidscollege prof.dr. T.<br />

Bemelmans van de faculteit Technologie<br />

Management. Meer informatie: www.<br />

agenda.tue.nl.<br />

De tekst van het afscheidscollege is op<br />

te vragen bij het Communicatie Service<br />

Centrum, tel. (040) 247 2278.<br />

26 maart, 16.00 uur, TU/e-auditorium:<br />

Intreerede prof.dr.ir. H. Poutré van de<br />

faculteit Technologie Management. Meer<br />

informatie: www.agenda.tue.nl. De tekst<br />

van de intreerede is op te vragen bij het<br />

Communicatie Service Centrum, tel. (040)<br />

247 2278.<br />

M A T R I X / 4 / 2 0 0 3 4 3


<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong><br />

Den Dolech 2<br />

Postbus 513<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

Telefoon (040) 247 91 11<br />

e-mail: voorlichting@tue.nl<br />

Internet: http://www.tue.nl<br />

Emile Aarts<br />

De Europeaan<br />

loopt niet zo<br />

warm voor<br />

technologie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!