Vector - Technische Universiteit Eindhoven
Vector - Technische Universiteit Eindhoven
Vector - Technische Universiteit Eindhoven
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Jaargang 5, voorjaar 2009<br />
VECTOR<br />
Z A K E L I J K M A G A Z I N E v A N d E T E c H N I S c H E U N I v E R S I T E I T E I N d H o v E N<br />
Zonnecellen met<br />
een hoger rendement<br />
In gesprek met Willem Hendrik Gispen<br />
Revolutionaire nieuwe stal<br />
Sneller en goedkoper bouwen
2<br />
Colofon<br />
<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong><br />
TU/e Innovation Lab<br />
Horsten 1<br />
5612 AX <strong>Eindhoven</strong><br />
Telefoon (040) 247 4822<br />
e-mail: innovationlab@tue.nl<br />
internet: www.tue.nl/ondernemen<br />
Hoofdredactie<br />
Drs. Han Konings<br />
Telefoon (040) 247 3330/<br />
247 29 61<br />
e-mail: J.L.Konings@tue.nl<br />
Medewerkers aan dit nummer<br />
Cora van den Berg<br />
Chris van de Graaf<br />
Ingrid Magilsen<br />
Paula van de Riet<br />
Eindredactie en coördinatie<br />
Communicatiebureau Corine Legdeur<br />
e-mail: corine@legdeurcommunicatie.nl<br />
Foto's en illustraties<br />
Rien Meulman, OGC, Bart van Overbeeke<br />
Vormgeving<br />
Onnink Grafische Communicatie BV,<br />
Oudenbosch<br />
Druk<br />
E.M. de Jong, Baarle-Nassau<br />
<strong>Vector</strong> is een uitgave van het TU/e<br />
Innovation Lab, organisatie voor innovatiestimulering,<br />
kennis- en technologietransfer<br />
en business development<br />
van de TU/e en van TU/e Innovation<br />
Lab BV, incubator van de <strong>Technische</strong><br />
<strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>. <strong>Vector</strong> verschijnt<br />
vier maal per jaar en wordt<br />
kosteloos toegezonden aan zakelijke<br />
relaties van de TU/e om hen te informeren<br />
over projecten en initiatieven op het<br />
gebied van onderzoeksprojecten met<br />
het grotere bedrijfsleven, innovatieprojecten<br />
met het MBK en ontwikkelingen<br />
met betrekking tot starters en spin-off<br />
activiteiten.<br />
Het eerstvolgende nummer van <strong>Vector</strong><br />
verschijnt in juni 2009.<br />
ISSN-nummer 1872-1729<br />
Hebt u vragen of opmerkingen of wenst<br />
u <strong>Vector</strong> niet meer te ontvangen, mail<br />
dan naar innovationlab@tue.nl.<br />
Naast onderwijs en onderzoek rekent<br />
de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong><br />
ook kennisvalorisatie tot één van haar<br />
kerntaken. Kennis die op de universiteit<br />
aanwezig is, moet op een snelle<br />
en efficiënte wijze kunnen worden uitgedragen<br />
richting bedrijfsleven. Met<br />
de titel <strong>Vector</strong>, die is meegegeven aan<br />
het zakelijke magazine van de TU/e,<br />
hoopt de TU/e dat streven op een<br />
bondige manier tot uitdrukking<br />
te brengen. <strong>Vector</strong> staat tenslotte<br />
voor ‘de lijn die doorgetrokken kan<br />
worden, die opschaalbaar is …’<br />
De lijn, de vector, die ontspringt vanuit<br />
de kennisbron aan de universiteit<br />
zal in toenemende mate worden<br />
doorgetrokken naar de buitenwereld;<br />
we noemen dat vanuit de TU/e ‘Het<br />
Vermogen om Kennis aan het Werk<br />
te zetten’.<br />
53e Dies Natalis<br />
Datum: 24 april vanaf 15.30 uur.<br />
Plaats: Paterskerk te <strong>Eindhoven</strong>.<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9<br />
Inhoud: Het centrale thema van de 53e<br />
Dies Natalis van de TU/e is polymeren. In<br />
vier korte en inspirerende voordrachten<br />
zal de TU/e de ontwikkelingen op het<br />
technologiegebied polymeren schetsen<br />
samen met hun maatschappelijke relevantie<br />
en de rol die de TU/e daarin speelt.<br />
De voordrachten zullen worden gehouden<br />
door Amandus Lundqvist, voorzitter van<br />
het College van Bestuur, Feike Sijbesma,<br />
CEO van DSM en de hoogleraren Han<br />
Meijer en René Janssen.<br />
Betrokken bij...<br />
Daarnaast zal rector magnificus Hans<br />
van Duijn een eredoctoraat uitreiken aan<br />
professor Samuel Stupp, directeur van<br />
het ‘Institute for BioNanotechnology in<br />
Medicine’ aan de Northwestern University<br />
in Chicago.<br />
Doelgroep: Iedereen die geïnteresseerd<br />
is in de universiteit en in het bijzonder<br />
interesse heeft in het onderzoeksgebied<br />
polymeren is van harte welkom.<br />
Meer informatie en aanmelden: Afdeling<br />
Promoties en Plechtigheden,<br />
tel. 040-2475520 en via penp@tue.nl.<br />
Paul ter Heegde studeerde werktuigbouwkunde<br />
aan de <strong>Universiteit</strong> Twente en volgde vervolgens<br />
een opleiding tot octrooigemachtigde. In<br />
die functie was hij werkzaam voor Van Doorne’s<br />
Transmissie (VDT) in Tilburg. Na de overname van<br />
VDT door Bosch werd hij groepsdirecteur Business<br />
Development bij de Belgische multinational Bosal,<br />
een grote producent van uitlaten. Sinds 2000<br />
werkt Ter Heegde bij de Brabantse Ontwikkelings<br />
Maatschappij (BOM) als directeur Participatie.<br />
Betrokkenheid bij de TU/e: De BOM heeft al vele jaren een Starterscentrum in het<br />
Eutechpark op het terrein van de TU/e. Hier zitten we dicht bij de technostarters waarin<br />
wij graag investeren. Er is een sterke samenwerking met het TU/e Innovation Lab. Ook<br />
trekken we samen op binnen Incubator3+, een samenwerkingsverband van een groot<br />
aantal partijen binnen de regio.<br />
Opvallend bedrijf in de regio: Mijn vroegere werkgever Bosch VDT. Dit bedrijf toont aan<br />
dat door vertrouwen van investeerders en een ontwikkelingstraject van vele jaren een<br />
hoogwaardig technologisch product succesvol vanuit Nederland op de wereldmarkt kan<br />
worden gezet. De continu variabele transmissie wordt inmiddels wereldwijd door een<br />
groot aantal automerken toegepast.<br />
Belangrijk voor de economie: Nederland zal zich weer sterker moeten richten op daadwerkelijke<br />
industriële activiteit, maar dan op een vernieuwende wijze. Het imago van<br />
technologie en industrie moet daarom worden versterkt. De onderwijsinstellingen nemen<br />
hierin nu het voortouw en boeken al enig succes. De interesse voor technische opleidingen<br />
neemt weer toe.<br />
Nederland over vijftien jaar: Elektrisch aangedreven auto’s zullen steeds meer het<br />
straatbeeld bepalen. Kleine en middelgrote ondernemingen worden de belangrijkste dragers<br />
van de economie.
Alle seinen staan op rood groen!<br />
Ja, dat woord is bewust doorgestreept. Het is waar dat veel ondernemers<br />
rode cijfers schrijven. Het klopt ook dat herstel nog<br />
even op zich laat wachten. Maar vergeet niet waar we vandaan<br />
komen. Nederland is relatief sterk de crisis ingegaan en dat<br />
geldt zeker voor Noord-Brabant. We kunnen er zelfs nog sterker<br />
en gezonder uitkomen. Want temidden van de dalende winsten<br />
staan alle seinen op groen voor kennisvalorisatie. Voor het<br />
eerst behoort Brainport volgens het Amerikaanse Intelligent<br />
Community Forum (ICF) wereldwijd tot de top 7 van regio’s waar<br />
het beste wordt samengewerkt tussen bedrijfsleven, overheden<br />
en kennisinstellingen. Eerder kwamen we niet verder dan<br />
de top 21. En nóg fraaier nieuws: de TU/e is nummer één als<br />
het gaat om de grootste wetenschappelijke output in samenwerking<br />
met de industrie. De beste van 350 research universiteiten<br />
ter wereld, volgens het Leidse Center for Science and<br />
Technology Studies (CWTS)!<br />
Het zegt alles over het kennisniveau in onze regio. Dat is namelijk<br />
hoog, heel hoog. Daarom is het extra belangrijk om die<br />
kennis ook in tijden van crisis vast te houden. Het kan niet zo<br />
zijn dat gekwalificeerde R&D-medewerkers noodgedwongen<br />
moeten afvloeien en de know-how uiteindelijk naar Azië en<br />
Oost-Europa verdwijnt. Dit is een van de belangrijkste speer-<br />
4<br />
6<br />
INHOUD<br />
I N G E SPR E K<br />
Valorisatie, een primaire taak<br />
voor de universiteit<br />
Willem Hendrik Gispen, lid van de Raad van Toezicht<br />
van de TU/e, pleit voor een belangrijke rol van<br />
universiteiten in de maatschappij.<br />
SAM E NWE RK I NG M ET G ROOTB E DRIJ F<br />
OTB Solar<br />
De TU/e en OTB Solar werken al tien jaar samen aan<br />
zonnecellen met een hoger rendement.<br />
punten van de Brabants-Zeeuwse<br />
Werkgeversvereniging (BZW). Als<br />
we op korte en middellange termijn<br />
kennis en vakmanschap in dit gebied<br />
kunnen behouden, versterken we op<br />
lange termijn de positie van Noord-<br />
Brabant als internationale Brainport.<br />
En wat is daar voor nodig? In de<br />
eerste plaats het besef van de Brabantse ondernemers wat kennis<br />
voor hen kan doen, want dat besef is er nog niet genoeg.<br />
Daarnaast bepleit de BZW het loslaten van het maximum per<br />
bedrijf in het kader van de WBSO-regeling: de subsidie voor<br />
speur- en ontwikkelingswerk. En verder zijn er tal van andere<br />
maatregelen om het kennisniveau en de economische spin-off<br />
ervan te stimuleren. Er ligt inmiddels een duidelijke brug tussen<br />
het bedrijfsleven en de kennisleveranciers. Maar die brug móet<br />
sterker. Daar zet de BZW hard op in. Alle seinen staan op groen.<br />
Die kans moeten we met beide handen aangrijpen.<br />
Peter Swinkels,<br />
voorzitter Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging<br />
SAM E NWE RK I NG M ET M KB<br />
Revolutionaire nieuwe stal<br />
DLV ontwikkelde samen met de TU/e een nieuw type<br />
stal die goedkoper en flexibeler is en beter voor de<br />
dieren.<br />
STARTE RS<br />
Sneller en goedkoper bouwen<br />
Twee afstudeerders van de TU/e ontwikkelden een<br />
funderingsbalk die sneller en gemakkelijker kan<br />
worden geproduceerd en geplaatst.<br />
Ontwerper-in-opleiding /8 • Wetenswaardigheden /10 • TU/e en maatschappij/16 • Hoe gaat het met.../17<br />
• Van belang en agenda/18.<br />
12<br />
14<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
4<br />
IN GESPREK<br />
Prof.dr. Willem<br />
Hendrik Gispen,<br />
lid van de Raad<br />
van Toezicht TU/e<br />
Valorisatie, een primaire<br />
taak voor de universiteit<br />
Sinds november 2008 is prof.dr. Willem Hendrik Gispen (1943) lid van de Raad van Toezicht<br />
van de TU/e. Gispen was rector magnificus aan de <strong>Universiteit</strong> Utrecht van 2001 tot 2007. Hij is<br />
sinds 1991 lid van de KNAW (Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen) en heeft<br />
eredoctoraten aan vijf buitenlandse universiteiten. Hij had als rector kennisvalorisatie in zijn<br />
portefeuille en zat aan verschillende bestuurstafels waar innovatie het hoofdonderwerp was.<br />
De eerste kennismaking met de TU/e is hem uitstekend bevallen,<br />
vertelt Gispen. De gebouwen, de mensen, het werk – hij<br />
was ervan onder de indruk. Boeiend is het verschil tussen de<br />
algemene universiteit, die hij zo goed kent, en een technische<br />
universiteit. Bij de laatste staat onderzoek dichter bij de praktijk;<br />
de vertaalslag naar de toepassing zit in het denken van de<br />
ingenieur opgesloten. ‘Hoe fundamenteel ook, het onderzoek<br />
heeft een vector richting de toepassing.’<br />
De <strong>Universiteit</strong> Utrecht (UU) – voor veertig jaar zijn thuisbasis<br />
– heeft in het bedrijfsleven relaties met multinationals over de<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9<br />
hele wereld. In <strong>Eindhoven</strong> ziet hij dat er ook nog een regionaal<br />
netwerk is. ‘De ingenieur staat dichter bij het product en deelt<br />
dit makkelijk met het midden- en kleinbedrijf. De TU/e is daarmee<br />
betekenisvoller voor Noord-Brabant dan een algemene<br />
universiteit voor de locale Kamer van Koophandel.’ Wat niet wil<br />
zeggen dat UU en het bedrijfsleven elkaar niet kennen, voegt<br />
Gispen er snel aan toe. ‘Ondernemerschap is met de komst van<br />
mevrouw Van Rooy als collegevoorzitter sterk aangezet.’<br />
Waarom zou een universiteit zich met ondernemerschap bezighouden?<br />
‘Ondernemerschap aanmoedigen betekent dat de
universiteit zich er rekenschap van geeft dat ze kennis genereert<br />
die bruikbaar is voor de maatschappij. Voor de samenleving is<br />
het van belang dat er mensen worden afgeleverd die weten hoe<br />
je de schoorsteen moet laten roken.’ Aan algemene universiteiten<br />
klinkt nog vaak de discussie dat te nauwe relaties met het<br />
bedrijfsleven het onderzoek ‘verdunt’ en de academische vrijheid<br />
in gevaar brengt. ‘Je moet hier genuanceerd mee omgaan’,<br />
stelt Gispen die na zijn emeritaat als honorair universiteitshoogleraar<br />
een statige kamer in het centrum van Utrecht kreeg<br />
aangeboden. ‘Je moet je namelijk realiseren dat het begrip academie<br />
een economisch gebruik van kennis niet uitsluit. Sterker<br />
nog, het is een verantwoordelijkheid.’<br />
Midden in de samenleving<br />
Gispen verklaart nader: ‘Het begrip academie begint natuurlijk<br />
bij Plato. Studenten moesten bij hem door een poort waarboven<br />
– vrij vertaald – stond: ‘als je niets van wiskunde weet, heb<br />
je hier niets te zoeken’. Dat was de eerste hobbel. Vervolgens<br />
genoot men onderwijs, in een charismatische relatie tussen<br />
leraar en leerling. Dit onderwijs had twee doelen. Het eerste<br />
was de vermeerdering van de disciplinaire kennis. Ten tweede<br />
werden deze mensen opgeleid voor het functioneren in de polis,<br />
zeg maar de samenleving. Van meet af aan is die universiteit<br />
dus een speler in de samenleving. Als je dat naar vandaag<br />
vertaalt, kun je zeggen dat een nood in onze samenleving het<br />
ondernemerschap is. Dat kun je daarom probleemloos als verantwoordelijkheid<br />
van de Academia bestempelen. We zijn door<br />
de eeuwen heen die positionering van de universiteit midden in<br />
de samenleving regelmatig kwijtgeraakt – maar we hebben hem<br />
weer gevonden, geloof ik.’<br />
Cultuurvalorisatie<br />
Valorisatie is dus een primaire taak van de universiteit, een<br />
vanzelfsprekendheid. Hij gaat hierin zelfs nog een stap verder.<br />
Aangezien ook cultuur een belangrijke waarde is in de samenleving,<br />
heeft de Academia ook hierin een verantwoordelijkheid.<br />
Dat is ook de reden dat Gispen na zijn rectoraat het voorzitterschap<br />
van de stichting Academisch Erfgoed aanvaardde. De<br />
stichting is een club van vijf universiteiten die een museum<br />
en een collectie hebben. Die collectie moet worden bewaakt,<br />
ontsloten en ‘op alle mogelijke manieren toegankelijk gemaakt<br />
voor publiek’. ‘Ik vind dat belangrijk omdat het een primaire<br />
taak is van de universiteit om als cultuurdrager voor de omgeving<br />
te fungeren. De academische wereld waarin men vragen<br />
stelt, kritisch is en analyseert moet op het snijvlak van maatschappij<br />
en samenleving voor haar directe omgeving prominent<br />
aanwezig zijn. Dat kan met festivals, exposities, lezingen, studie,<br />
Studium Generale, of door aan te sluiten bij het cultuurbeleid<br />
van het stad. Er zijn tal van mogelijkheden.’<br />
Academisch erfgoed<br />
Wat heeft cultuur aan universiteit en samenleving te bieden?<br />
‘Ik wil niet in dat bildungs-ideaal van Humboldt gaan zitten,<br />
of de Laat-Romanticus uithangen, maar ik zie gewoon wat cultuur<br />
en ontwikkeling oplevert. Voorbeeld. Ik ben een verwoed<br />
vogelaar – de vorige rector in <strong>Eindhoven</strong> was dat overigens ook.<br />
Sommige mensen zien een zwarte vlek, wat een spreeuw of<br />
merel kan zijn, ze weten het niet. Wanneer je nu weet dat het<br />
een merel is, je herkent zijn zang en je weet dat deze dieren<br />
ongelofelijk mooi kunnen imiteren, dan verrijkt dat het leven. Zo<br />
zijn er mensen die gedichten kunnen opzeggen. Het stilstaan bij<br />
zo’n gedicht, de woorden kunnen proeven, de gedachte van zo’n<br />
werk vastpakken – wanneer je dat in je wetenschappelijke werk<br />
kunt meenemen, dan maakt dat het rijker. En dit is precies wat<br />
het betekent om een academicus te zijn. Dit zijn en dit uitdragen<br />
is voor mij een belangrijke – zo niet dé belangrijkste – pijler van<br />
een universiteit in de samenleving.’ Zijn betoog over cultuur is<br />
overigens makkelijk uit te leggen, zegt Gispen. ‘Het is ook niet<br />
nieuw, en ik weet dat rectoren het allemaal onderschrijven.<br />
Wat niet wil zeggen dat er geen universiteiten zijn waar het<br />
academisch erfgoed onder druk staat omdat het geld kost dit te<br />
onderhouden en te ontsluiten. First things first, zegt men dan.<br />
Maar daarmee zegt men ook dat het geen hoge prioriteit heeft,<br />
dat het geen kerntaak van de universiteit is. En dát zal ik te allen<br />
tijde weerspreken.’<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9
6<br />
Xxxxxxxxx<br />
SAMENWERKING GROOTBEDRIjf<br />
Een hoger rendement<br />
voor zonnecellen<br />
Heel snel zeer dunne lagen aanbrengen op zonnecellen<br />
voor betere antireflectiecoatings en een hoger rendement.<br />
De TU/e en OTB Solar uit <strong>Eindhoven</strong> werken hierin al jaren<br />
samen. De machine die hieruit is ontstaan heeft het snelste<br />
depositieproces in de wereld. ‘Als we het voor elkaar krijgen om<br />
met dezelfde machine andere laagjes te deponeren, is dat echt<br />
belangrijk voor ons bedrijf.’<br />
OTB Solar, gevestigd vlakbij <strong>Eindhoven</strong><br />
Airport, ontwikkelt en produceert machines<br />
voor zonnecellenfabrikanten. Geen<br />
slechte markt, want de zonnecellen-<br />
industrie is booming. Het bedrijf telt<br />
ongeveer 250 man. ‘We werken met een<br />
groot aantal toeleveranciers die componenten<br />
leveren die wij assembleren’,<br />
vertelt dr. Paul Breddels, CEO van OTB<br />
Solar. ‘En met het depositieproces dat is<br />
uitgedacht door de TU/e.’<br />
De samenwerking met de TU/e loopt<br />
Foto’s: Bart van Overbeeke<br />
Een detail van de DEPx,<br />
de snelste machine<br />
voor antireflectiecoating<br />
in de wereld.<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9<br />
al bijna tien jaar. De vakgroep Plasma<br />
en Materials Processing van prof.dr.ir.<br />
Richard van de Sanden had een methode<br />
voor een snelle depositie ontwikkeld om<br />
zeer dunne lagen op de zonnecel aan te<br />
brengen. Het patent hierop kwam in handen<br />
van OTB Solar.<br />
Het bedrijf heeft er een volautomatische<br />
machine van gemaakt, de DEPx, de snelste<br />
machine voor antireflectiecoating in<br />
de wereld. ‘Met een kleine footprint’, zegt<br />
Breddels. ‘De nieuwste versie is slechts<br />
2,5 bij 7 meter. In de industrie is dat belangrijk.<br />
Eén van onze grootste klanten<br />
heeft er twintig van staan. Hoe minder<br />
oppervlakte hij daarvoor nodig heeft, hoe<br />
beter.’<br />
Met behulp van deze machine en met de<br />
kennis in OTB om machines te integreren,<br />
ontwikkelden ze een volledig inline concept<br />
van wafer tot zonnecel, de Linex.<br />
Deze lijn van zeventig meter lang heeft één<br />
à twee DEPx-machines en produceert 1400<br />
tot 1500 cellen per uur.<br />
De Linex scoort vooral hoog op snelheid<br />
van de depositie. ‘Bij de nieuwste generatie<br />
gaan er 2400 wafers per uur doorheen,<br />
alweer bijna twee keer zo veel als bij de<br />
vorige. En dat willen we alleen nog maar<br />
verder verhogen.’<br />
Industrialisatie<br />
De contacten tussen het bedrijf en de<br />
TU/e bestonden in de beginjaren met<br />
name uit wetenschappelijk advies. ‘De
engineering deden de mensen van OTB’,<br />
vertelt Van de Sanden. ‘Die konden met<br />
de onderzoeksresultaten aanpassingen<br />
aan de machine doen om het commercieel<br />
te maken. In de industrie moet zo’n<br />
machine non-stop blijven draaien, anders<br />
dan op de universiteit.’<br />
‘Wat wij van de TU/e meekrijgen is fundamentele<br />
kennis’, voegt Breddels toe.<br />
‘Over plasmafysica, het karakteriseren van<br />
zonnecellen. Zo hebben wij ons hoofd vrij<br />
voor de industrialisatie van het proces.’<br />
Passivatie<br />
De processen die de vakgroep bestudeert<br />
gaan vooral over de meest geschikte<br />
materialen voor de plasmadepositie.<br />
‘Siliciumnitride bijvoorbeeld geeft de<br />
blauwe kleur aan zonnecellen’, legt Van<br />
de Sanden uit. ‘Silicium is van zichzelf<br />
metaalachtig zilver van kleur. De blauwe<br />
kleur is voor antireflectie en passivatie.<br />
Dat is het vermogen om defecten te repareren.<br />
Een goede passivatie geeft een<br />
hoger rendement. Als we werken met siliciumnitride<br />
hebben de zonnecellen een<br />
rendement van vijftien procent, weer drie<br />
procent hoger dan met titaanoxide, dat<br />
tot voor de eeuwwisseling werd gebruikt.’<br />
Passivatie is een interessant fundamenteel<br />
probleem voor de wetenschappers.<br />
Van de Sanden: ‘Bij ons in de groep wer-<br />
ken er vier mensen aan. We kunnen snel<br />
switchen tussen materialen, en onderzoeken<br />
waarom iets wel of niet mogelijk is.<br />
In een bedrijf kan dat niet zo flexibel en<br />
kleinschalig.’<br />
De nieuwste generatie machine is doorontwikkeld<br />
door OTB, aan de hand van<br />
de eerste machine. ‘Veel zaken hadden<br />
de wetenschappers al bestudeerd, zodat<br />
de ontwikkeling vlot liep’, geeft Breddels<br />
aan. Beide partijen zijn ervan overtuigd<br />
dat het mogelijk moet zijn om met andere<br />
laagjes te coaten, bijvoorbeeld<br />
siliciumoxide, zonder dat het design<br />
van de machine moet veranderen. ‘Met<br />
siliciumoxide lijkt het te gaan lukken’,<br />
zegt Breddels enthousiast. ‘En dat is niet<br />
niks. Het kost een paar miljoen om zo’n<br />
machine te ontwerpen. Nu hoeven we alleen<br />
een nieuw laagje te ontwerpen. Dat<br />
is echt belangrijk voor ons bedrijf.’<br />
OTB heeft momenteel vijftig machines in<br />
de markt staan. ‘Dat aantal willen we de<br />
komende twee jaar verdubbelen. Onze<br />
omzet is met sprongen vooruit gegaan de<br />
laatste vier jaar. Dit jaar moeten we nog<br />
even afwachten, met de huidige economische<br />
situatie. Tegelijk is het extra belangrijk<br />
om nieuwe machines te maken voor<br />
als de dip weer voorbij is. In de cyclische<br />
industrie zie je dan vaak extra veel vraag<br />
ontstaan. We hebben daarom niet bezuinigd<br />
op ons R&D-budget.’<br />
De concurrenten van OTB zitten vooral in<br />
Duitsland, de klanten met name in Azië.<br />
‘In China groeit de zonnecellenindustrie<br />
als kool, ook vanwege de eigen behoefte<br />
aan energie. Wij zijn in China daarom heel<br />
actief.’<br />
Innoveren<br />
Richard van de Sanden (l) en Paul Breddels bij de DEPx-machine.<br />
In de regio <strong>Eindhoven</strong> zal het niet zozeer<br />
gaan om de productie van zonnecellen,<br />
maar om de kennis daarvoor, stelt Van<br />
de Sanden. ‘Daarin moeten we innove-<br />
ren. Het is nu de tijd voor <strong>Eindhoven</strong> om<br />
equipment te maken voor groene energie.<br />
Zeker in deze economische periode,<br />
waarin veel hoogopgeleid personeel ‘beschikbaar’<br />
is.’<br />
De zonnecellenindustrie heeft een ongekend<br />
groeipotentieel, in tegenstelling<br />
tot bijvoorbeeld de halfgeleiderindustrie.<br />
‘De industrie moet zich nog bijna volledig<br />
ontwikkelen’, zegt Breddels. ‘Daar kun je<br />
bijhoren, of niet. Als je twee of drie jaar<br />
wacht ben je te laat.’<br />
‘Als universiteit is het ook belangrijk om<br />
een voorsprong te hebben’, stelt Van de<br />
Sanden. ‘Voor promovendi en studenten<br />
is het bovendien ontzettend leuk om te<br />
werken aan een thema dat maatschappelijk<br />
relevant is. Dat geeft een enorme<br />
motivatie.’<br />
Zelf is Van de Sanden trots dat zijn groep<br />
jarenlang heeft meegewerkt aan de DEPxmachine.<br />
‘Je legt je ziel en zaligheid erin,<br />
dan is het mooi dat het bij OTB Solar nu<br />
een succes is.’<br />
Gezamenlijke roadmap<br />
OTB en de TU/e hebben voor de komende<br />
jaren een gezamenlijke roadmap, waarin<br />
de rollen zijn verdeeld. ‘Daar kunnen we<br />
zeker drie jaar verder mee. Maar ondertussen<br />
komen er ongetwijfeld nieuwe<br />
ideeën bij.’ Zoals het idee om niet langer<br />
silicium te gebruiken, maar glas. ‘Dat<br />
zou wel eens heel interessant kunnen<br />
worden, zeker als we de huidige machine<br />
daarvoor kunnen blijven gebruiken’,<br />
vertelt Breddels. ‘Silicium is een duur<br />
materiaal, glas is veel goedkoper. Dat is<br />
heel aantrekkelijk, zeker als het gaat om<br />
grote oppervlaktes, zoals in de Nevada<br />
woestijn, waar ongelooflijk veel megawatts<br />
worden opgewekt. Het idee zit nu<br />
in de brainstormfase, maar het zaadje is<br />
al geplant. Ook daar kunnen we de hulp<br />
van de TU/e goed bij gebruiken.’<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9
8<br />
ONTWERPER IN OPLEIDING<br />
Ir. Krishnan Seetharaman was na zijn masterstudie Microelectronics<br />
and Microsystems aan de <strong>Technische</strong> Universität Hamburg-Harburg<br />
op zoek naar een geschikte vervolgopleiding. Seetharaman: ‘De<br />
programma’s van de TU/e vond ik erg interessant, omdat de nadruk er op<br />
technologisch ontwerpen ligt.’ Vorig jaar begon hij aan de postdoctorale<br />
ontwerpersopleiding Design and Technology of Instrumentation (DTI).<br />
Kleiner dan het<br />
kleinste stofdeeltje<br />
Bij de tweejarige postdoctorale opleidingen<br />
vormt de ontwerpopdracht in het<br />
tweede jaar een belangrijk onderdeel van<br />
de studie. Deze ontwerpopdracht wordt<br />
in nauwe samenwerking met een bedrijf<br />
uitgevoerd. Vaak voert de ontwerper in<br />
opleiding het grootste deel van deze opdracht<br />
ook binnen het bedrijf uit.<br />
Seetharaman voerde zijn onderzoek<br />
uit bij NXP in Nijmegen. In zijn ontwerpproject<br />
richtte hij zich op Micro-<br />
ElektroMechanische Systemen (MEMS).<br />
Dat zijn hele kleine apparaatjes die<br />
bijvoorbeeld op een chip zitten. Daar<br />
werken ze als actuatoren, minimotortjes<br />
of als sensoren. MEMS-sensoren kunnen<br />
bijvoorbeeld druk, temperatuur of<br />
versnelling meten. Denk aan de negatieve<br />
versnelling bij een botsing om een airbag<br />
in werking te stellen, of de versnelling<br />
van je hand om de afstandbediening van<br />
een Wii-spelcomputer te besturen.<br />
Kwetsbaar klein<br />
MEMS zijn zo enorm klein, 10 -6 m, dat je<br />
een microscoop nodig hebt om ze te zien.<br />
Seetharaman: ‘Je kunt je voorstellen dat<br />
deze kleine apparaatjes enorm kwetsbaar<br />
zijn. Zelfs het kleinste stofdeeltje<br />
is veel groter dan het apparaatje en kan<br />
het beschadigen. Je zult de MEMS dus<br />
moeten beschermen. Dat gebeurt in een<br />
clean room als de MEMS nog op een<br />
wafer zitten.’ Seetharamans project heet<br />
‘Front-End Capping of MEMS Devices’. De<br />
‘capping’ is een beschermende laag over<br />
de MEMS. Deze capping wordt laag voor<br />
laag gevormd. Seetharaman: ‘Eerst vorm<br />
je een basislaag, een soort mal, voor de<br />
definitieve laag. Vervolgens haal je deze<br />
mal weg en vorm je als het ware een dak<br />
over de MEMS met een dun luchtlaagje<br />
ertussen.’<br />
Vervuiling<br />
Het project, dat in maart 2009 is afgerond,<br />
duurde een jaar. ‘De eerste twee<br />
maanden heb ik me ingewerkt en gepland<br />
wat er moest gebeuren. Het ontwerpproces<br />
zelf duurde zes maanden en<br />
de testfase nog eens drie maanden’,<br />
vertelt Seetharaman. ‘Het belangrijkste<br />
onderdeel van het project ging over hoe<br />
de capping gemaakt kon worden. Een<br />
kleiner onderdeel ging over het gebruikte<br />
materiaal. Je kunt niet alle materialen gebruiken<br />
in de clean room’, legt hij uit, ‘elk<br />
materiaal geeft een bepaalde hoeveelheid<br />
vervuiling in de clean room. Ik heb<br />
polymeren geprobeerd en andere goed<br />
isolerende materialen, zoals een dunne<br />
film silicium nitride.’<br />
Begeleiding<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9<br />
Zijn begeleider vanuit NXP, dr.ir. Peter<br />
Magnée, zorgde dat Seetharaman zijn<br />
weg kon vinden bij het bedrijf. ‘Het was<br />
prettig om bij NXP een ontwerpproject te<br />
doen. Er werken heel kundige mensen’,<br />
vertelt Seetharaman. ‘Mijn begeleider<br />
op de TU/e is dr. Richard Nötzel. Hij<br />
hielp me verder als ik vastzat met een<br />
vraagstuk. Bij DTI krijg je een opleiding<br />
van negen maanden waarbij je zelf vakken<br />
mag kiezen. Ik wist halverwege de<br />
opleiding waar mijn ontwerpproject over<br />
zou gaan. Daar heb ik mijn vakken op<br />
aangepast. Het ontwerpproject zelf duurt<br />
een jaar. Ten slotte loop je nog een stage<br />
van drie maanden. Ik ga naar Singapore<br />
om stage te lopen bij Systems on Silicon<br />
Manufacturing (SSMC). Dit is tegenwoordig<br />
een Joint venture tussen NXP en<br />
Taiwan Semiconductor Manufacturing<br />
Company (TSMC), en voorheen tussen<br />
Philips, TSMC en de overheid van<br />
Singapore. Na afloop kan ik op zoek gaan<br />
naar een geschikte baan.’<br />
Reizen<br />
Oorspronkelijk komt Seetharaman uit<br />
Chennai, ofwel Madras, een stad aan de<br />
‘De samenwerking<br />
met de mensen<br />
in het bedrijf<br />
is perfect’<br />
Zuidkust van India, in de buurt van Sri<br />
Lanka. Het leven in Nederland vindt hij<br />
erg prettig. ‘Mensen zijn open. Ik heb hier<br />
wel Nederlandse les gevolgd, maar iedereen<br />
is bereid om Engels met je te praten.’<br />
In zijn vrije tijd is hij vooral een reiziger.<br />
‘Ik heb de afgelopen twee jaar bijna alle<br />
steden in Nederland en België gezien.<br />
Met het reizen en met de opleiding heb ik<br />
mijn horizon kunnen verbreden.’
v E c T o R / 41 / 2 0 0 89<br />
Foto: Bart van Overbeeke
1 0<br />
Wetenswaardigheden<br />
TU/e BOVENAAN IN<br />
ONDERZOEK MET INDUSTRIE<br />
De TU/e creëert van de 350 grootste<br />
researchuniversiteiten ter wereld procentueel<br />
de grootste wetenschappelijke output in<br />
samenwerking met de industrie. In een<br />
wereldranking, opgesteld door het Leidse<br />
Center for Science and Technology Studies<br />
(CWTS), staat de TU/e met een score van<br />
10,5 procent van de publicaties bovenaan.<br />
De TU/e is ‘vanzelfsprekend trots en blij’<br />
met de positie aan de top van de lijst, laat<br />
CvB-woordvoerder Peter van Dam weten.<br />
‘Deze positie bevestigt de unieke, hechte<br />
R&D-samenwerking tussen de TU/e en de<br />
hightechindustrie in Brainport <strong>Eindhoven</strong> en<br />
de rest van Nederland.’ Vooral in de gebieden<br />
elektrotechniek, natuurkunde en chemische<br />
technologie heeft de TU/e een opmerkelijk<br />
sterke samenwerking met het bedrijfsleven.<br />
Van de wetenschappelijke publicaties op het<br />
gebied van elektrotechniek komt meer dan<br />
een kwart tot stand in samenwerking met<br />
ondernemingen. Voor natuurkunde is dat 14,7<br />
procent en voor chemische technologie 13,7<br />
procent. Het is volgens de CWTS-onderzoekers<br />
de eerste keer dat bekeken wordt welke<br />
Het College van Bestuur bood haar medewerkers<br />
een traktatie aan om topranking te vieren.<br />
universiteiten het meeste bijdragen aan de<br />
wetenschappelijke kennis van bedrijven. Ze<br />
namen voor hun onderzoek data uit het Web<br />
Een van de Valorisation<br />
Grants gaat naar het<br />
onderzoek naar<br />
interactieve led-lampen.<br />
of Science voor de jaren 2002 tot en met 2006<br />
onder de loep en bekeken voor alle publicaties<br />
welke partijen erbij betrokken waren. Web<br />
of Science verzamelt de publicaties van<br />
ongeveer veertienduizend wetenschappelijke<br />
tijdschriften. Op plaatsen twee tot en met vier<br />
in de ranking, die eind januari is gepubliceerd,<br />
staan drie universiteiten uit Japan. De TU Delft<br />
staat op plaats vijf, met een percentage van<br />
8,3. Daarmee komt de Delftse universiteit in<br />
de lijst van Europese ranglijsten op plaats<br />
twee. De Technical University of Denmark, een<br />
partneruniversiteit van de TU/e, staat op plek<br />
drie in de Europese lijst.<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
ACHT VALORISATION GRANTS<br />
VOOR TU/e’ERS<br />
De TU/e heeft opnieuw opvallend goed<br />
gescoord bij de meest recente ronde van de<br />
Valorisation Grants van Technologiestichting<br />
STW. Van de in totaal zestien Grants haalden<br />
TU/e’ers er maar liefst acht binnen. Het gaat<br />
om zes voorstellen van 25.000 euro en twee<br />
subsidies van 200.000 euro. Hiermee werd<br />
tachtig procent van de ingediende voorstellen<br />
van de TU/e gehonoreerd. Het voorstel van dr.<br />
Philip Ross van Industrial Design werd als beste<br />
beoordeeld in de categorie ‘fase-1’. Hij krijgt<br />
25.000 euro voor een haalbaarheidsonderzoek<br />
naar het opzetten van een productielijn voor<br />
interactieve led-lampen. Ook de faculteit<br />
Scheikundige Technologie scoort goed met drie<br />
honoreringen: prof.dr. Jaap Schouten is zelfs<br />
de eerste die in één ronde als hoofdaanvrager<br />
twee voorstellen gehonoreerd krijgt. De<br />
subsidies uit ‘fase-2’ (200.000 euro voor het<br />
verder ontwikkelen een idee) gaan binnen<br />
de TU/e naar prof.dr. Philip de Goey van<br />
Werktuigbouwkunde voor een op restenergie<br />
draaiend airconditioningsysteem voor in de<br />
auto en naar dr.ir. Faas Moonen van Bouwkunde<br />
voor een slimme funderingsmethode.<br />
LOGISTIEK VRAAGSTUK VOOR<br />
UNIPARTNERS EINDHOVEN<br />
UniPartners <strong>Eindhoven</strong> is een academisch<br />
adviesbureau gelieerd aan de TU/e. De stichting<br />
wordt gerund door TU/e studenten en richt zich<br />
op vraagstukken uit het bedrijfsleven.<br />
Recent heeft UniPartners <strong>Eindhoven</strong> een project<br />
uitgevoerd voor ADT Fire & Security, die de<br />
grootste leverancier is van elektronische brand-<br />
en beveiligingsoplossingen in Europa met<br />
vestigingen in verschillende Europese landen.<br />
De logistieke efficiëntie van een Belgisch<br />
magazijn is geanalyseerd door twee studenten<br />
van de masteropleiding Logistiek. Zij hebben<br />
in vier maanden tijd een kwalitatief onderzoek<br />
verricht naar de inrichting, de ondersteunende<br />
systemen en het werkproces van het magazijn.<br />
Daarnaast is er kwantitatief onderzoek verricht<br />
naar de voorraad en goederenstroom binnen het<br />
magazijn. Zij hebben verschillende ‘quick wins’<br />
opgesteld voor ADT Fire & Security, waarmee<br />
enerzijds direct voordeel behaald wordt en<br />
anderzijds een aantal structurele oplossingen<br />
Foto: Bart van Overbeeke
Foto: Bart van Overbeeke<br />
voor de lange termijn worden geleverd. ADT<br />
Fire & Security start naar aanleiding van dit<br />
onderzoek met verbeterprojecten binnen het<br />
magazijn.<br />
Voor meer informatie: www.unipartners.nl/<br />
eindhoven.<br />
EINDHOVEN UNIVERSITy<br />
BUSINESS CLUB<br />
Steeds meer promovendi en studenten van<br />
de TU/e zoeken het ondernemerschap op.<br />
Ze willen graag hun idee of product op de<br />
markt verkopen. Studenten Joep van Putten<br />
(vierdejaars Werktuigbouwkunde), Jan Belon<br />
(vierdejaars Industrial Design) en Ralf Coolen<br />
(vierdejaars <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde) willen<br />
daarom een businessclub voor ondernemende<br />
TU/e-studenten en alumni oprichten, de<br />
<strong>Eindhoven</strong> University Business Club.<br />
Het drietal doet momenteel onderzoek naar de<br />
belangstelling en behoefte onder studenten,<br />
alumni en starters om zich te verenigen. Zij<br />
voeren het voorwerk uit in samenspraak met<br />
vijftien tot twintig geestverwanten die aan<br />
de TU/e het vak ondernemen volgden of al<br />
een eigen bedrijf op de campus hebben. De<br />
businessclub zou als platform kunnen dienen<br />
voor ondernemers en starters, een plek waar<br />
ze ervaringen kunnen uitwisselen en van elkaar<br />
kunnen leren. Van Putten, Belon en Coolen<br />
willen de businessclub vooral laagdrempelig<br />
houden. Het is de bedoeling dat studenten<br />
elkaar helpen, in aanvulling op de begeleiding<br />
die startende ondernemers al krijgen vanuit de<br />
TU/e.<br />
Vlnr: joep van Putten, Ralf Coolen en jan Belon.<br />
CONTINUING EDUCATION<br />
TiasNimbas wil echte leiders leren kennen<br />
TiasNimbas Business School, die post gra-<br />
duate onderwijs verzorgt voor de TU/e en de<br />
UvT, wil graag een expertisecentrum worden<br />
voor alles wat met leiderschap te maken<br />
heeft. Het gaat om de drie poten onderzoek,<br />
onderwijs en ‘ervaringsleren’ ofwel leren in<br />
de praktijk. Prof.dr. Jan de Vuijst is enkele<br />
maanden geleden aangetrokken als direc-<br />
teur van het nieuwe Competence Centre for<br />
Organisational Leadership. De Vuijst is on-<br />
middellijk in gesprek gegaan met bedrijven,<br />
(internationale) universiteiten en overheden<br />
en is enthousiast geworden over de moge-<br />
lijkheden. Jacobs University in Bremen is een<br />
van de eerste partners geworden.<br />
‘Wij zoeken ‘founding fathers’ die met ons de<br />
kar willen trekken. TiasNimbas merkt dat er<br />
veel behoefte is aan een punt waar kennis en<br />
ervaring over leiderschap samenkomen. We<br />
bieden een plek waar ruimte is om iets in de<br />
praktijk te leren zonder dat het meteen grote<br />
gevolgen heeft. Ook willen we een centraal<br />
punt van waaruit onderzoek gedaan kan wor-<br />
den’, vertelt de Vuijst.<br />
De Vuijst is part-time hoogleraar bij<br />
TiasNimbas en heeft daarnaast een orga-<br />
nisatieadviesbedrijf in Den Haag met veel<br />
aandacht voor coaching. In zijn visie op bege-<br />
leiding van ‘leiders’ gaat het erom mensen te<br />
leren inzien hoe ze reageren op situaties en<br />
vandaar uit leren werken met de eigen talen-<br />
ten. ‘Coaching gaat niet over het veranderen<br />
van mensen, maar om mensen op de juiste<br />
plaats te krijgen. Een bedrijf mag best vinden<br />
dat iemand niet bij ze past.’<br />
‘Ik ben een voorstander van het idee dat je<br />
moet roeien met de riemen die je hebt, je<br />
moet alleen eerst ervaren wat die riemen<br />
zijn. Een leider moet zich bewust zijn van zijn<br />
mogelijkheden en onmogelijkheden en ook<br />
van zijn eigen visie op leiderschap. Er is een<br />
verschil tussen een manager en een leider.’<br />
‘Ik denk niet dat iemand die alleen multimil-<br />
jonair wil worden leider moet zijn van een<br />
groot bedrijf. Als leider loop je met ongeremd<br />
narcisme op den duur vast’, stelt hij. ‘We<br />
weten dat bedrijven met een grote diversiteit<br />
in de organisatie – qua culturen, mannen en<br />
vrouwen, oud en jong – meer winst maken.<br />
Om de redenen daarvoor helder te krijgen<br />
Foto: OGC<br />
laat ik in één van mijn trainingen mensen op<br />
zoek gaan naar een bepaalde persoon, laten<br />
we zeggen Achmed, die in een koffiehuis zit.<br />
Die moeten ze vinden en naar zijn mening<br />
vragen over een probleem. Het is leerzaam<br />
om te zien wat voor weerstanden je dan bij<br />
jezelf tegenkomt. Uiteindelijk blijkt dat de-<br />
genen met de beste leiderschapskwaliteiten<br />
open staan voor mensen die anders zijn dan<br />
zij.’<br />
De beste leiders<br />
‘Een echte leider kan leidinggeven in elke<br />
omgeving. We kijken naar hoe je moet om-<br />
gaan met een omgeving die je niet aanstaat.<br />
In een vervelende situatie kunnen mensen<br />
echt gaan groeien. Dit soort ervaringen kun<br />
je in eerste instantie goed oefenen met simu-<br />
laties. Daar word je als leider betrouwbaar<br />
door.’<br />
Volgens De Vuijst komen de beste leiders<br />
bovendrijven in moeilijke tijden. ‘Kijk maar<br />
naar de militaire geschiedenis. Of de auto-<br />
industrie van dit moment. Er is veel behoefte<br />
aan techniek voor kleine auto’s in Amerika,<br />
waar het slecht gaat met de auto-industrie.<br />
Met Fiat in Italië gaat het ook niet goed, maar<br />
dit bedrijf heeft voorstellen ontwikkeld om te<br />
kunnen beantwoorden aan de behoefte aan<br />
de techniek waar zij zo goed in zijn. Fiat gaat<br />
nu in de VS de markt op. De beste onderne-<br />
mingen concentreren zich in slechte tijden<br />
niet op bezuinigen maar op vooruitkijken’,<br />
zegt hij tenslotte.<br />
De eerste programma’s van het nieuwe cen-<br />
trum beginnen in maart bij TiasNimbas in<br />
Tilburg en Jacobs University in Bremen.<br />
Meer informatie: www.tiasnimbas.edu.<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9 1 1
1 2<br />
SAMENWERKING MKB<br />
Revolutionaire nieuwe stal<br />
Als adviesbureau op het gebied van bouw, milieu en techniek in de agrarische sector is DLV<br />
altijd op zoek naar nieuwe en betere oplossingen. Samen met de TU/e heeft dit bedrijf met<br />
een innovatievoucher een revolutionair nieuw type stal ontwikkeld voor rundvee en later<br />
verder aangepast voor varkens. De boogstal is twintig procent goedkoper en wordt gebouwd<br />
met vijftig procent minder materiaal dan traditionele stallen. Hij is beter voor de dieren en<br />
bovendien verplaatsbaar en flexibel op te bouwen.<br />
De vruchtbare samenwerking met de TU/e is gegroeid sinds een<br />
toevallige ontmoeting met prof.dr.ir. Jos Lichtenberg, expert in<br />
innovatieve bouw(materialen) en een stage van ir. Roel Gijsbers,<br />
nu promovendus bij Bouwkunde. Projectleider Jos de Groot van<br />
DLV: ‘Wij kregen een vraag van een boer die moest verhuizen<br />
vanwege veranderingen in het bestemmingsplan. Hij wilde<br />
goedkoop en goed bouwen op zijn nieuwe locatie. Liefst wilde<br />
hij ook iets wat esthetisch in te passen was in het landschap.<br />
Wij waren op dat moment aan het kijken naar nieuwe constructiemethodes<br />
voor stallen en kwamen uiteindelijk terecht<br />
bij technieken die in de glastuinbouw worden gebruikt. Roel<br />
Gijsbers heeft dat toen voor ons uitgezocht.’<br />
Modulair<br />
Gijsbers bekeek de stallen die al op de markt waren en luisterde<br />
naar de wensen van rundveehouders. ‘De boogstal werd een variant<br />
van een modulair samenstelbaar bouwsysteem dat bestaat<br />
uit stalen vakwerkspanten in een boogvorm en een dakdekking<br />
van foliemateriaal’, verduidelijkt Gijsbers. ‘Het unieke van het<br />
systeem is dat het flexibel in gebruik is – de overspanning kan<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9<br />
variëren van 25 tot 50 meter en de stal is maximaal 11 meter<br />
hoog. Verschillende samenstellingen zijn mogelijk met een beperkt<br />
aantal componenten, je kunt achttien varianten bouwen<br />
met maar vijftien onderdelen. Er is vooral vraag naar de grotere<br />
typen. Door de ronde vorm lijkt de stal kleiner in het landschap.’<br />
De Groot: ‘De TU/e deed het technische voorwerk. Wij hebben<br />
het concept daarna in samenwerking met Roel in ongeveer een<br />
jaar verder ontwikkeld. De lichte, koele, goed geventileerde stallen<br />
bleken een bijzonder goed effect op de koeien te hebben.<br />
Zowel ’s zomers als ’s winters is het binnenklimaat aangenaam<br />
voor de dieren en ook voor de boer. We hadden daar niet zo<br />
bij stilgestaan, maar het is natuurlijk logisch dat een koe meer<br />
melk geeft als ze zich prettig voelt. Momenteel wordt dit bijkomende<br />
effect op het welzijn van de dieren verder onderzocht.’<br />
DLV ging in zee met kassenbouwer Van der Hoeven om het concept<br />
verder in de praktijk uit te werken.<br />
Minder hokjes<br />
Volgens De Groot past een project als dit goed in de stijl van<br />
DLV. ‘Wij zoeken voortdurend voor onze klanten naar praktisch
inpasbare oplossingen. Daarom sprak de regeling met de<br />
innovatievouchers ons meteen aan. We hebben bij het laatste<br />
voucherproject samengewerkt met de TU/e om problemen met<br />
de conditionering van koelbewaarplaatsen voor aardappelen te<br />
onderzoeken. Roel Gijsbers is onze contactpersoon geworden,<br />
we bellen hem als we raakvlakken zien voor het uitwerken van<br />
nieuwe ideeën. Het grote voordeel van het werken met de TU/e<br />
is dat men daar minder in de hokjes denkt waarin wij denken.<br />
Er is meer expertise dan wij in huis hebben, bijvoorbeeld op<br />
het gebied van isolatiemateriaal. Bij DLV hebben we 25 projectleiders<br />
die voortdurend bezig zijn met projecten op allerlei<br />
manieren in goede banen te leiden, en niet met het ontwikkelen<br />
van kennis.’<br />
Aanpassen voor varkens<br />
In een volgend project werd de boogstal ook aangepast voor<br />
varkens. Dit moest een dichte geïsoleerde stal worden – die<br />
voor runderen wordt vaak opengezet – met vergaande conditionering<br />
van het binnenklimaat. Varkens hebben voortdurend<br />
een temperatuur van twintig graden nodig, koeien kunnen alles<br />
tussen de nul en twintig graden hebben. Voor het doorontwikkelen<br />
kreeg DLV steun van de Europese Unie en het ministerie van<br />
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dit jaar wordt het demoproject<br />
gebouwd. Dit type boogstal krijgt een foliedak van meerdere<br />
lagen om goede isolatie te waarborgen. Daarvoor zijn eerst<br />
verschillende manieren om het dak op te bouwen getest om te<br />
komen tot de meest geschikte en praktisch haalbare oplossing.<br />
Ook is gekeken naar de mogelijkheden van warmteterugwinning<br />
voor deze stal. Dat bleek wel haalbaar, maar voorlopig waren er<br />
nog te veel onzekerheden mee gemoeid.<br />
Volgens Gijsbers worden er nu nog steeds verbeteringen aangebracht<br />
in het systeem. ‘De boogstal blijkt ook goed bruikbaar<br />
als snel op te zetten gemeenschapsgebouw in rampgebieden,<br />
bijvoorbeeld te gebruiken als medische post of centrale keuken.<br />
De eisen voor de opvang van vluchtelingen en voor het huis-<br />
vesten van varkens blijken vreemd genoeg bijna dezelfde. De<br />
boogstal kan klimatologisch heel efficiënt extremen opvangen.<br />
Koeien kunnen op hete dagen binnen in de schaduw staan.<br />
Tijdens het bouwen zag je op een zomerdag de bouwvakkers<br />
ook even binnen in de schaduw uitpuffen. En van een rundveeboer<br />
hoorde ik dat hij ’s winters in zijn t-shirt in de stal staat; zo<br />
wordt de winterzon toch benut. Hij was zo enthousiast over zijn<br />
nieuwe stal dat hij het zowat van de daken schreeuwde’, aldus<br />
Gijsbers.<br />
De dakconstructie en het ventilatiesysteem van de boogstal.<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9 1
1 4<br />
STARTERS<br />
Sneller en<br />
goedkoper bouwen<br />
Het heet een conservatieve sector te zijn, de bouw. Toch zien twee afgestudeerden van de<br />
faculteit Bouwkunde er goede kansen. Met een innovatieve funderingsbalk gaan ir. joost<br />
Huijgen (25) en ir. Gijs Schalkwijk (27) op zoek naar een partner die toegang heeft tot de<br />
markt. Het bedrijf: B-Invented. De innovatie: B-Smart, funderingsmallen die veel sneller<br />
en gemakkelijker kunnen worden gelegd.<br />
Het onderzoek naar de nieuwe funderingsbalk<br />
begint bij de huidige<br />
opleidingsdirecteur van de faculteit<br />
Bouwkunde, dr.ir. Faas Moonen. Hij<br />
heeft ongeveer tien jaar geleden een<br />
methode bedacht om funderingsbalken<br />
goedkoper en makkelijker te produceren<br />
en plaatsen. In de jaren erna ontwikkelden<br />
afstudeerders het idee verder<br />
door. Twee jaar geleden kwamen Huijgen<br />
en Schalkwijk ermee in aanraking. Ze<br />
volgden het vak Ondernemerschap van<br />
hoogleraar Leo Verhoef en schreven een<br />
ondernemingsplan voor de funderingsbalk.<br />
‘We zijn gaan praten met mensen<br />
in de bouw en die bleken stuk voor stuk<br />
enthousiast’, vertelt Huijgen, bouwtechnisch<br />
ontwerper. Zijn compagnon<br />
is constructief ontwerper. Nadat ze het<br />
vak hadden afgerond, leek het idee té<br />
kansrijk om te laten liggen. Ze maakten<br />
er hun afstudeeronderzoek van en er<br />
volgden tal van onderzoeken die allemaal<br />
aantonen dat hun technologie uitvoerbaar<br />
is en dat het voor bouwers veel<br />
voordelen oplevert.<br />
Bewerkelijk proces<br />
Bij de bouw van bijvoorbeeld een woonhuis<br />
gaan heipalen de grond in tot deze<br />
op een draagkrachtige laag stuiten,<br />
meestal op een diepte van ruim tien<br />
meter. Op deze palen rust de funderingsbalk<br />
met daarop de vloer. De balk ligt op<br />
een diepte van 80 centimeter. De funderingsbalk<br />
is een betonnen balk met wapeningsstaal<br />
erin voor de versteviging.<br />
Het wordt meestal op de bouwplaats<br />
gemaakt door schotten te plaatsen (van<br />
hout, metaal of piepschuim), daarin het<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9<br />
staal te vlechten en als laatste er het<br />
beton in te storten. Dit is een bewerkelijk<br />
proces. Er komen ook veel krachten vrij,<br />
wanneer het beton wordt gestort van<br />
een hoogte van enkele meters. Al met<br />
al zijn er zo’n twintig stappen nodig om<br />
een traditionele fundering te realiseren,<br />
bij huidige EPS (piepschuim)-systemen<br />
zijn het er iets minder. Deze manier van<br />
funderen heeft veel nadelen. Huijgen:<br />
‘Wanneer je twintig bewerkingen laat<br />
uitvoeren door verschillende partijen,<br />
loop je grote risico’s. Zo moeten bedrijven<br />
vaak op elkaar wachten, je weet niet<br />
welke kwaliteit men levert, je weet niet<br />
wie een fout heeft gemaakt wanneer er<br />
problemen ontstaan en het weer moet<br />
meewerken omdat er niet altijd gebouwd<br />
kan worden. Kortom: er zijn veel onzekerheden.’<br />
Dit alles zorgt ervoor dat het<br />
nu een week tot anderhalve week duurt<br />
om een funderingsbalk te realiseren.<br />
Elementen<br />
‘Wij maken van die twintig stappen op<br />
de bouwplaats, vier of vijf bewerkingen’,<br />
stelt de jonge ondernemer. ‘De rest<br />
doen we in de fabriek, waar we industrieel<br />
de elementen maken die we op de<br />
bouwplaats alleen nog maar hoeven te<br />
koppelen.’ B-Invented legt de fundering<br />
daarmee een stuk sneller: ‘Wij kunnen<br />
het in een halve dag.’ Hier zullen veel<br />
bouwers erg blij mee zijn. Vaklui, zoals<br />
staalvlechters, worden schaars. Het is<br />
dus niet vervelend wanneer je die niet<br />
meer nodig hebt voor de fundering. Er<br />
moet veel gebouwd worden en dit proces<br />
duurt meestal erg lang. Versnelling<br />
is dus gewenst. Ook is de bouw een<br />
kostbare zaak, wat tot gevolg heeft dat<br />
bijvoorbeeld nieuwe woningen voor<br />
starters op de huizenmarkt vrijwel onbetaalbaar<br />
zijn. Met deze vinding kunnen<br />
de kosten omlaag.<br />
B-Invented heeft een proces vormgegeven<br />
om op de bouwplaats zo snel mogelijk<br />
de funderingsbalk te assembleren.<br />
‘Wij leggen de<br />
fundering in<br />
een halve dag<br />
in plaats van<br />
een week’<br />
Op de bouwkavel is aangegeven waar de<br />
hoeken van de woning komen. Er komt<br />
van de fabriek een vrachtwagen met elementen<br />
die op de heipalen worden gelegd<br />
en op een eenvoudige manier aan<br />
elkaar worden gekoppeld. Vervolgens<br />
stort je er beton bij om het geheel te<br />
koppelen en de gewenste sterkte te<br />
geven, en de funderingsbalk is klaar. De<br />
balk bestaat uit een buitenkant van EPS<br />
(de mal van piepschuim) en een kern van<br />
EPS. Ertussen zit staal (zie afbeelding).<br />
Deze mal kan in de fabriek zo lang gemaakt<br />
worden als je maar wilt. De restricties<br />
voor de lengte worden gevormd<br />
door het transport en handelbaarheid.<br />
Waarschijnlijk is een balk van vijf meter
nog handelbaar, verwacht Huijgen. De BV<br />
B-Invented is samen met de TU/e inmiddels<br />
opgericht en de vinding is zover ontwikkeld<br />
dat het werkt. Nu is het dus tijd<br />
om de markt te betreden. De bouw staat<br />
bekend als een sector die niet snel verandert,<br />
maar er is een grote groep van bedrijven<br />
die zeker innovatief bezig is, weet<br />
Huijgen. ‘We gaan nu op zoek naar een<br />
partner. Het zou goed zijn wanneer deze<br />
kennis heeft van de markt en toegang<br />
heeft tot klanten. Wij zullen dan als R&Dbedrijf<br />
samen met de partner de productie<br />
van B-Smart verzorgen.’ Een steun in<br />
de rug zijn de aanmoedigingsprijzen die<br />
B-Invented heeft gekregen. In 2006 won<br />
het tot twee keer toe de eerste prijs bij<br />
New Venture, een wedstrijd voor jonge<br />
ondernemers met een innovatief idee. De<br />
eerste prijs was voor de productomschrijving<br />
tijdens de eerste ronde. In de tweede<br />
ronde werd de eerste prijs behaald met<br />
Overbeeke<br />
van<br />
Gijs Schalkwijk (l) en joost Huijgen met<br />
Bart<br />
de door hen ontwikkelde funderingsbalk. Foto:<br />
een haalbaarheidsonderzoek op zowel<br />
technisch als commercieel gebied. Ook<br />
heeft het bedrijf een STW Valorisation<br />
Grant aangevraagd. Die is tweemaal toegekend.<br />
De eerste was 25.000 euro, de<br />
tweede zelfs 200.000 euro. Onlangs won<br />
het bedrijf de Innovation Award 2009,<br />
een prestigieuze onderscheiding voor de<br />
meest in het oog springende innovatie op<br />
het gebied van duurzaamheid.<br />
www.b-invented.com<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9 1
1 6<br />
TU/e en maatschappij<br />
BLOEDSTROOMMETINGEN<br />
HELPEN ARTS BIj DIAGNOSE<br />
Promovendus Marcel van ’t Veer ontwikkelde<br />
een methode om hartspecialisten te helpen de<br />
juiste diagnose te stellen bij onder meer ader-<br />
verkalking. Door gebruik te maken van thermo-<br />
dynamica kan hij de bloedstroom in een krans-<br />
slagader meten. Die bloedstroom zegt iets over<br />
de ernst van de vernauwing van het bloedvat.<br />
Dit is ook handig bij kleine haarvaatjes waar<br />
een hartfilmpje geen zicht op geeft. In de medi-<br />
sche wereld worden diagnoses vaak gesteld op<br />
basis van de anatomie van het lichaam van de<br />
patiënt. Een cardioloog ziet op een hartfilmpje<br />
bijvoorbeeld een vernauwing van een bloedvat.<br />
Door het onderzoek van Van ‘t Veer is het nu<br />
mogelijk processen in het hart te meten, zodat<br />
een arts meer waarden heeft om de juiste di-<br />
agnose te stellen. Van ‘t Veer verrichtte onder-<br />
zoek op drie afzonderlijke afdelingen van het<br />
Catharina-ziekenhuis in <strong>Eindhoven</strong>, te weten<br />
cardiologie, cardiochirurgie en vaatchirurgie.<br />
Zijn promotie bestaat uit enkele losstaande<br />
onderzoeken. Een belangrijk onderzoek was<br />
dat naar de bloedstroom in kransslagaders.<br />
Juist met dit onderzoek komt de brugfunctie<br />
die een medisch ingenieur vervult tussen een<br />
technische universiteit en een niet-academisch<br />
ziekenhuis, goed naar voren. Bij de faculteit<br />
Biomedische Technologie is eerst het idee uit-<br />
gewerkt dat met behulp van thermodynamica<br />
een medisch proces gemeten kan worden.<br />
Het idee is dat de bloedstroomsnelheid in een<br />
kransslagader bepaald kan worden met behulp<br />
van een infuus. De ingespoten zoutoplossing<br />
krijgt een lagere temperatuur dan het bloed.<br />
Door menging van bloed en infuusvloeistof zal<br />
de temperatuur in het bloedvat dalen, dit<br />
Unit040 Ontwerp, een ontwerpbureau be-<br />
staande uit vijf voormalige ID-studenten, is<br />
in de prijzen gevallen met ‘het Wonderboek’,<br />
een pratend fotoalbum voor dementerenden.<br />
Ze wonnen de Award voor het beste ontwerp<br />
binnen de subsidieregeling Innovatieve Acties<br />
Brabant, voor innovatie in de zorg. Het idee<br />
voor een fotoalbum met audio in plaats van<br />
tekst ontstond al toen de ontwerpers nog<br />
proces wordt thermodilutie genoemd. De<br />
mate van warmtedaling geeft dan precies de<br />
hoeveelheid bloed weer die door het bloedvat<br />
stroomt. Cruciaal is dat de temperatuur ín de<br />
kransslagader gemeten wordt. Hiervoor is een<br />
sensor van RADI Medical Systems gebruikt.<br />
Verder is in samenwerking met dit bedrijf een<br />
speciale infusiecatheter ontwikkeld. Aan de<br />
TU/e gebruikte Van ‘t Veer een kunststof hart-<br />
model. Om de veiligheid te testen, waren ook<br />
in-vivoproeven noodzakelijk. Deze vonden in<br />
Maastricht plaats. De techniek is nu zo ver dat<br />
het kan worden toegepast om de functionaliteit<br />
van haarvaatjes bij mensen met haarvatproble-<br />
men te onderzoeken. Van ’t Veer is eind vorig<br />
jaar aangenomen als medisch ingenieur in het<br />
Catharina-ziekenhuis.<br />
KUNST EN TECHNIEK<br />
VOOR SCHOLIEREN<br />
Er bestaan vele initiatieven om meer scholieren<br />
zover te krijgen dat ze kiezen voor een tech-<br />
nisch profiel en daarna een bèta-opleiding.<br />
Oud-studenten Industrial Design winnen prijs<br />
Foto: Rien Meulman<br />
Marcel van ‘t Veer in het<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9<br />
Catharinaziekenhuis te <strong>Eindhoven</strong>.<br />
studeerden aan de TU/e-faculteit Industrial<br />
Design, zegt Andrik Schrijver van Unit040.<br />
Dementiepatiënten hebben vaak veel be-<br />
hoefte aan het bekijken van foto’s, maar<br />
ze kunnen zich de verhalen erbij niet meer<br />
herinneren. Het Wonderboek is voorzien<br />
van slimme elektronica, die automatisch het<br />
juiste audiofragment afspeelt bij elke foto.<br />
Het opnemen van de verhaaltjes bij de foto’s<br />
Ingenieursbureau Arcadis zet onder de noemer<br />
‘Artcadia’ een prijsvraag in waarbij de com-<br />
binatie kunst en techniek centraal staat. De<br />
finale van deze wedstrijd voor scholieren van<br />
klas 2 van havo en vwo vond eind januari in het<br />
Auditorium van de TU/e plaats. Daar bepaalde<br />
de jury – met oud-directeur van Arcadis Douwe<br />
Kras als voorzitter – dat middelbare school<br />
Visser ‘t Hooft uit Leiden de hoofdprijs mee<br />
naar huis mocht nemen. De prijs bestond uit<br />
een reis voor tien leerlingen en twee docenten<br />
naar New Orleans, waar Arcadis bezig is de<br />
waterkeringen te verbeteren zodat de stad in<br />
het vervolg beter beschermd is tegen de gevol-<br />
gen van hoogwater. De groep uit Leiden had<br />
als toekomstvisie een ‘multifunctionele dijk’<br />
bedacht. Deze dijk beschermt niet alleen tegen<br />
water, maar is ook een energiecentrale met<br />
gecombineerde technieken van zonne-ener-<br />
gie, windenergie en getijdenenergie. Twaalf<br />
groepen scholieren presenteerden hun bonte<br />
ideeën. Deze twaalf vormden een selectie uit<br />
het totaal van 76 plannen die eerder werden<br />
ingediend. De prijsvraag, uitgevoerd door<br />
Holland Art Group, had als doel te laten zien<br />
dat techniek ‘leuk, fascinerend en leerzaam is<br />
en dat het in alle aspecten van de samenleving<br />
terug te vinden is.’<br />
gaat met een druk op de knop. Het boek wordt<br />
leeg aangeleverd, met slechts een sensor die<br />
bepaalt op welke pagina het album openligt,<br />
en een microfoontje om geluid op te nemen.<br />
Meer dan de eer houdt de prijs niet in, aldus<br />
Schrijver. De ontwerpers overwegen ook<br />
andere toepassingen van het Wonderboek,<br />
bijvoorbeeld als kinderboek.<br />
Meer informatie: www.unit40.nl.
HOE GAAT HET MET...<br />
MagnaView<br />
Het begon in 1998 met een vinding van TU/e-hoogleraar jack van Wijk. Hij maakte een<br />
visualisatie van de inhoud van de harde schijf van zijn computer, in de vorm van een<br />
boomstructuur. Dit programma (SequoiaView) is uitgegroeid tot MagnaView, een onderneming<br />
die informatie op een toegankelijke en aantrekkelijke wijze visualiseert.<br />
MagnaView begon als bedrijf met algemene programmatuur<br />
voor visualisatie van informatie, vertelt dr. Erik-Jan<br />
van der Linden, CEO van het bedrijf dat gevestigd is in het<br />
Multimediapaviljoen op de TU/e-campus. ‘Daarbij was de vraag:<br />
wat moet je duidelijk kunnen zien? Dat heeft zich in de loop van<br />
de jaren verbreed tot de vraag: hoe zorg je ervoor dat informatie<br />
zoveel mogelijk impact heeft in een organisatie? Dat doen we<br />
natuurlijk met visualisaties. Maar we kijken ook naar beweging<br />
en interactie. Het gaat wel nog steeds om managementinformatie:<br />
een docent die zijn klas moet managen, een accountmanager<br />
die zijn klanten bedient, een specialist voor zijn patiënten,<br />
tot aan het hoger management.’<br />
Drieduizend UNIX-stations<br />
Er zijn verschillende manieren waarop de producten van<br />
MagnaView bij de klanten komen. ‘We hebben een gebruiker op<br />
Stanford University. Hij is verantwoordelijk voor de 3000 UNIXstations<br />
die daar rond de lineaire deeltjesversneller staan. Hij<br />
wil weten: wat doen ze? Zijn ze vol, staan ze stil, hoe warm worden<br />
ze? Hij gebruikt nu onze software, die hij heeft gekocht in<br />
de webshop. Aan de andere kant doen we bijvoorbeeld projec-<br />
Dr. Erik-jan van der Linden (l) en<br />
ir. Roel Vliegen van MagnaView.<br />
ten waarin wij verantwoordelijk zijn voor het bouwen en onderhouden<br />
van een volledig benchmark-systeem voor een bedrijf.’<br />
MagnaView heeft klanten in zes landen: Nederland, Duitsland,<br />
Amerika, Spanje, Italië en Australië.<br />
Er zijn zeventien mensen werkzaam, samen goed voor elf volledige<br />
banen. Het bedrijf staat volledig op eigen benen. Van<br />
der Linden: ‘Software is een vloeibaar product; het past zich<br />
aan aan de behoefte van de gebruikers. Het legitimeert zichzelf<br />
doordat er vraag naar is. Wat wij dus nodig hebben zijn klanten.<br />
Geen investeerders, geen subsidies, maar betalende gebruikers.<br />
Bij hen kunnen we de producten toetsen, en daarmee wijzen<br />
zij ons de richting waarin het product gaat.’ Er is nog steeds<br />
een intensieve samenwerking tussen de faculteit Wiskunde &<br />
Informatica en de jonge onderneming. Van der Linden: ‘Sinds<br />
2005 hebben we acht stages en acht afstudeerders begeleid<br />
van de TU/e, Fontys en De <strong>Eindhoven</strong>se School (voormalig<br />
Grafisch Lyceum <strong>Eindhoven</strong>). Ook zijn er gezamenlijk drie artikelen<br />
gepubliceerd. Voor de TU/e levert de samenwerking goede<br />
afstudeeropdrachten op, voor hoogleraar Van Wijk wetenschappelijke<br />
publicaties en voor MagnaView stukken software die we<br />
in ons product gebruiken.’<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9 1<br />
Foto: Bart van Overbeeke
1 8<br />
van belang<br />
TU/e OPNIEUW OP HOGE POSITIE IN<br />
KEUZEGIDS HOGER ONDERWIjS<br />
In de Keuzegids Hoger Onderwijs 2009 scoort<br />
de TU/e voor het vijfde jaar op rij beter dan<br />
de technische universiteiten Delft en Twente.<br />
In het totaalklassement staat de TU/e op de<br />
vierde plaats.Tot nu toe was de ranking uitslui-<br />
tend gebaseerd op studentenoordelen over<br />
onder meer het studieprogramma, de docenten<br />
en de faciliteiten. Dit jaar is de studenttevre-<br />
denheid nog maar voor de helft bepalend.<br />
Nu wegen ook de hoeveelheid contacturen<br />
per opleiding mee, de slagingspercentages,<br />
gegevens over de grootte van werkgroepen en<br />
de oordelen van deskundigen in de accredita-<br />
tieprocedure. Van de drie technische univer-<br />
siteiten staat de TU/e op nummer 1 met een<br />
totaalscore van 63,5. Vooral de oordelen van<br />
deskundigen en de faciliteiten scoren hoog. De<br />
<strong>Universiteit</strong> Twente komt uit op 62,6, nummer<br />
6 in de totaallijst. Helemaal onderaan in die<br />
lijst staat de TU Delft (56,3). Delft scoort vooral<br />
slecht qua organisatie en faciliteiten.<br />
De redactie van de Keuzegids Hoger Onderwijs<br />
vergeleek dit jaar ruim vierhonderd universi-<br />
taire studies. De TU/e-opleidingen <strong>Technische</strong><br />
Wiskunde en Scheikundige Technologie halen<br />
de hoogste totaalscores: beide komen uit op<br />
72. Studenten klagen bij Wiskunde wel over<br />
de propedeuse, die men aan de zware kant<br />
vindt. Over de samenhang tussen theorie en<br />
praktijk is men juist zeer tevreden. Scheikunde<br />
scoort uitstekend wat betreft de faciliteiten en<br />
ook vinden de studenten dat ze goed worden<br />
voorbereid op de arbeidsmarkt. Aan de ene<br />
kant gebeurt dit door stages en aan de andere<br />
kant door veel aandacht voor wetenschappelijk<br />
onderzoek.<br />
BENOEMING HOOGLERAAR<br />
GOEDERENVERVOER EN LOGISTIEK<br />
Prof.dr. Peter de Langen (35) is door het<br />
College van Bestuur voor vier jaar benoemd tot<br />
hoogleraar bij de faculteit Industrial Engineering<br />
& Innovation Sciences, voorheen Technologie<br />
Management. Hij vervult daar sinds 1 januari<br />
2009 de nieuwe leerstoel Goederenvervoer en<br />
Logistiek. De provincie Noord-Brabant heeft een<br />
dusdanig bedrag gesubsidieerd, dat daarvan<br />
ook nog een promovendus voor vier jaar<br />
betaald kan worden. De nieuwe hoogleraar zal<br />
onderzoek doen naar ‘goederenvervoerstromen<br />
vanuit een breder logistiek perspectief’. Noord-<br />
Brabant speelt als achterland van de havens<br />
van Rotterdam en Antwerpen een belangrijke<br />
rol in de logistieke activiteiten van Nederland.<br />
De bekostiging van deze nieuwe leerstoel past<br />
in het initiatief van de provincie om hierover<br />
een visie op te stellen. De Langen studeerde<br />
en promoveerde aan de Erasmus <strong>Universiteit</strong><br />
Rotterdam. Sinds 2007 is hij werkzaam bij de<br />
strategieafdeling van Havenbedrijf Rotterdam.<br />
MINDER fIjNSTOf NA HET<br />
ROOKVERBOD<br />
Vier studenten van de Fysicawinkel, een<br />
onderdeel van de faculteit <strong>Technische</strong><br />
Subsidie-aanvragen Pieken in de Delta<br />
Van begin april tot half mei is het mogelijk om voor de volgende subsidieronde van Pieken in<br />
de Delta een aanvraag in te dienen. Met Pieken in de Delta (PiD) slaan het Rijk en de regio de<br />
handen ineen om de Zuidoost-Nederlandse economie te versterken. Het programma richt zich<br />
op drie sterke sectoren: high tech systemen & materialen, medische technologie & life sciences<br />
en food & nutrition. De programma’s zijn opgesteld door het ministerie van Economische zaken<br />
in samenwerking met het bedrijfsleven, kennisinstellingen, waaronder de TU/e, en de regionale<br />
overheden. Eerste ideeën voor een aanvraag kunnen uitgewerkt worden met het zogenaamde A4/<br />
Quickscanformulier. Dit formulier is te vinden op www.piekenindedelta.nl, klik op PID Zuidoost-<br />
Nederland onderaan de pagina. De medewerkers van PiD kunnen vervolgens advies geven of een<br />
subsidieaanvraag zinvol is. Meer informatie kan ook verkregen worden via tel. 040-2969464 of<br />
via pid_zuidoost@minez.nl.<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9<br />
Prof.dr. Peter de Langen.<br />
Foto Benoeming in<br />
Logistiek volgt nog<br />
Natuurkunde deden een fijnstofmeting in<br />
kroegen. Voor en na de invoering van het<br />
rookverbod maten ze hoeveel fijnstof er<br />
hing in zeven cafés aan het Stratumseind in<br />
<strong>Eindhoven</strong>. De metingen werden verricht met<br />
een fijnstofdeeltjesteller. Na ingang van het<br />
rookverbod werd twee keer gemeten, onder<br />
gelijke omstandigheden. De hoeveelheid<br />
fijnstof bleek in rookvrije zaken gemiddeld 75<br />
procent lager. De studenten hadden wel een<br />
afname verwacht, maar niet zo’n grote. Een<br />
van de conclusies was dat fijnstof lang blijft<br />
hangen. Vlak na het rookverbod bleek dat de<br />
afname heel gering was. Na een maand was<br />
er wél sprake van een significant verschil. Dat<br />
rooklucht verdwijnt is dus geen indicatie dat de<br />
schadelijke stoffen zijn verdwenen. Het helpt<br />
dus niet dat er een halve week wel en halve<br />
week niet mag worden gerookt. Een goede<br />
ventilatie maakt wel een groot verschil. Verder<br />
zijn de grootte van de zaak en het aantal gasten<br />
van invloed op de fijnstofresultaten. Eén van<br />
de cafés waar de metingen werden verricht is<br />
Altstadt. Daar werd een afname van tachtig<br />
procent waargenomen, een van de beste scores.<br />
ONDERZOEKSSAMENWERKING<br />
Eind 2008 ondertekenden prof.dr. H. Brinksma,<br />
(op dat moment nog) voorzitter van het be-<br />
stuur van het Embedded Systems Institute<br />
(ESI), en de leden van het 3TU.Dagelijks<br />
Bestuur (het bestuur van 3TU waarin de drie<br />
collegevoorzitters van de technische univer-<br />
siteiten zitting hebben) de samenwerkings
overeenkomst 3TU-ESI ‘Joint Research Unit for<br />
Embedded System Engineering’.<br />
Op basis van de gemeenschappelijke inbreng<br />
van de partners kan de kennisketen in de volle<br />
breedte worden aangepakt: van researchagen-<br />
dering, fundamenteel onderzoek en toegepast<br />
onderzoek tot kennisvalorisatie.<br />
MATH INSIDE OP 8 APRIL 2009<br />
In de Blauwe Zaal van het TU/e-auditorium<br />
vindt op 8 april vanaf 14.30 uur het symposium<br />
‘Math inside’ plaats. Veel problemen uit de<br />
technologie en de maatschappij laten zich for-<br />
muleren als een model. De ‘taal’ die hiervoor<br />
gebruikt wordt is wiskunde. Hoe verder men<br />
doordringt tot de kern van een vraagstuk hoe<br />
belangrijker een goede kennis van wiskunde<br />
is. De sprekers zullen ingaan op vraagstukken<br />
van bedrijven en niet zo zeer op de wiskunde<br />
erachter. Aanmelden voor het LIME-symposium<br />
kan tot 30 maart via lime@tue.nl.<br />
WAGENINGSE HOOGLERAAR<br />
WETENSCHAPPELIjK DIRECTEUR DPI<br />
Prof.dr. Martien Cohen Stuart is sinds 1 januari<br />
2009 de nieuwe wetenschappelijk directeur van<br />
het Dutch Polymer Institute (DPI). DPI is een<br />
publiek-private samenwerking voor onderzoek<br />
naar polymeren. Bij de onderzoeksprojecten van<br />
DPI zijn ongeveer tweehonderd onderzoekers<br />
betrokken, verspreid over diverse kennisinstel-<br />
lingen in de hele wereld. Het hoofdkwartier is<br />
gevestigd in Kennispoort op de TU/e-campus.<br />
DPI heeft het ruim twee jaar zonder weten-<br />
schappelijk directeur moeten stellen, voorna-<br />
melijk doordat lang onzeker was of het instituut<br />
voortgezet zou worden. Toen het Polymeren<br />
Innovatie Programma – dat loopt tot 2015 – eind<br />
vorig jaar door het ministerie van Economische<br />
Zaken werd goedgekeurd, kon DPI op zoek naar<br />
een nieuwe wetenschappelijk directeur. Cohen<br />
Stuart is hoogleraar fysische chemie en col-<br />
loïdkunde aan de Wageningen <strong>Universiteit</strong> en<br />
Researchcentrum.<br />
TU/e LANCEERT 1000-BANENPLAN<br />
VOOR BEHOUD KENNISECONOMIE<br />
De TU/e heeft een plan opgesteld om duizend<br />
tijdelijke banen te creëren voor technologische<br />
kenniswerkers. Door de economische crisis<br />
en ontslagen bij bedrijven dreigen kenniswer-<br />
kers voor de regio verloren te gaan. De TU/e<br />
wil ze binden met een tijdelijke aanstelling.<br />
Totaalkosten van het plan: honderd miljoen<br />
euro. Doel van het plan is niet alleen om inno-<br />
vatiekracht in de regio Brainport te behouden,<br />
de ambitie is zelfs om sterker uit de crisis te<br />
komen. De universiteit wil ervoor zorgen dat<br />
er, wanneer de economie weer aantrekt, vol-<br />
doende hoog gekwalificeerd personeel klaar<br />
staat om aan de vraag van bedrijven te voldoen.<br />
‘De universiteit maakt hiermee een gebaar,<br />
door dit op te pakken in samenwerking met<br />
het bedrijfsleven. Wij steken onze nek uit. Als<br />
deze kenniswerkers de technologische sector<br />
de rug toekeren, dan is het straks dubbel crisis<br />
voor Nederland’, aldus bestuurswoordvoerder<br />
Peter van Dam. Honderd miljoen per jaar kost<br />
het plan, dat beoogd is voor de periode tot en<br />
met 2013. Een kwart van het geld genereert<br />
de TU/e, nog een kwart moet van het bedrijfs-<br />
leven komen. Maar de grote sponsor is de<br />
Rijksoverheid: de Nederlandse regering zou<br />
vijftig miljoen euro per jaar moeten bijdragen.<br />
Het TU/e-plan is deze week ingediend bij de re-<br />
gering, als onderdeel van een groter plan dat is<br />
opgesteld vanuit de regio Brainport. Daarin zit<br />
ook een plan van kennisinstituut TNO voor de<br />
creatie van duizend werkplekken.<br />
AANVULLING ARTIKEL VORIGE EDITIE<br />
In het artikel ‘Crematorium gebruikt hitte van<br />
emissies’ in de wintereditie 2008 staat vermeld<br />
dat Crematorium Tilburg het eerste crematorium<br />
in Nederland was dat warmteterugwinning met<br />
buffer toepaste. Maar het was Crematorium De<br />
Boskamp in Assen die dit als eerste deed.<br />
Foto: Roman Signer, Prix Pictet 2008<br />
AGENDA<br />
6 april, 9.00 – 17.00 uur, TU/e-auditorium:<br />
Automotive Engineering Symposium<br />
2009. Meer informatie en aanmelden:<br />
www.ieee.tue.nl/symposium.<br />
8 april, 14.30 uur, TU/e -auditorium: Math<br />
inside. Voor meer informatie, zie elders op<br />
deze pagina.<br />
15 – 17 april, Zwarte Doos, TU/e-campus:<br />
Student Interaction Design and Research<br />
Conference georganiseerd door studiever-<br />
eniging Lucid van de faculteit Industrial<br />
Design. Thema van de conferentie is<br />
‘Flirting with the Future’. Meer informatie:<br />
www.flirtingwiththefuture.nl.<br />
22 april – 29 mei, Hal Hoofdgebouw TU/e,<br />
fototentoonstelling met een selectie van<br />
100 foto’s die genomineerd waren voor<br />
de Prix Pictet 2008. Deze internationale<br />
fotoprijsvraag focust op duurzaamheid,<br />
met in 2008 speciale aandacht voor het<br />
thema ‘water’.<br />
24 april, 15.30 uur, Paterskerk, Tramstraat<br />
37, <strong>Eindhoven</strong>: 53ste Dies Natalis van<br />
de TU/e met als thema Polymeren.<br />
Aansluitend is er vanaf 17.00 uur een<br />
receptie in het Sofitel Cocagne hotel,<br />
Vestdijk 47. Voor meer informatie: pag. 2.<br />
Aanmelden: www.tue.nl, ga naar agenda.<br />
3 juni, 15.00 uur, TU/e-auditorium:<br />
Uitreiking TU/e Academische Jaarprijzen<br />
2009. De posters van alle genomineerde<br />
afstudeer-, ontwerp- en promotieprojec-<br />
ten worden van 18 mei tot en met 5 juni<br />
2009 tentoongesteld in de hal van het<br />
Hoofdgebouw van de TU/e. Meer informa-<br />
tie: www.tue.nl, ga naar agenda.<br />
v E c T o R / 1 / 2 0 0 9 1
WILLEM HENDRIK GISPEN:<br />
‘Een economisch<br />
gebruik van<br />
kennis is een<br />
verantwoordelijkheid<br />
van de<br />
universiteit’<br />
TU/e Innovation Lab<br />
Horsten 1<br />
5612 AX <strong>Eindhoven</strong><br />
Telefoon (040) 247 48 22<br />
e-mail: innovationlab@tue.nl<br />
Internet: http://www.tue.nl