200 Bedieningshandleiding ULTRA-CUT™ - Victor Technologies ...

Ultra-cUt 200
a) De wisselstroomindicator op het frontpaneel gaat niet branden en de pompen en ventilatoren starten
niet.
b) Ongeveer 10 seconden na de inschakeling van de elektrische voeding zal de gelijkstroomindicator op
het frontpaneel tweemaal flitsen om aan te geven dat dit een Ultracut is.
c) Onmiddellijk hierna zullen de Temp-, Gas-, DC- (gelijkstroom) & Status-indicatoren de CCM-firmwareversie
flitsen. Voorbeeld, voor versie 4.1 zullen ze 4 keer flitsen, gevolgd door een pauze en
daarna nog één flits.
d) Tegelijkertijd zullen de DMC & DPC, zowel de Groene als Rode LEDs eveneens hun firmwareversie
flitsen.
e) Na het knipperen van de CCM-firmwareversie op het frontpaneel zal de CCM de communicatie met
de DMC & DPC tot stand brengen. Zodra de communicatie een feit is zullen de groene LEDs ononderbroken
branden en moeten de rode LEDs uit zijn.
4. Bij de inschakeling van de spanning en terwijl alle elementen van de stappen 2 (of 3) plaatsvinden startte de
TSC 3000 Windows XP hetgeen ongeveer 2 ¼ minuut vergt. Na nog eens 15 sec. Zal de toepassing starten
en verschijnt het Home-scherm.
5. Nu moet u het snij- (en plasma markerings-) proces selecteren. Zie ook de secties 4.05, 4.06 en 4.07 voor stapvoor-stap
instructies voor de selectie van een Nieuw, Onlangs gebruikt of te Creëren aangepast proces.
6. Tijdens de processelectie zult u het “slijtdelen toorts” scherm bereiken. Indien u op dit punt de correcte
slijtdelen niet heeft geïnstalleerd en “Plasma” niet reeds uitgeschakeld is, moet u de Plasma Enable SW
uitschakelen (disable). Installeer de slijtdelen, zet de Plasma Enable SW op “Enable” (inschakelen).
a) De koelpomp en ventilator starten om het toortskoelsysteem te voeden. De “Gas”-indicator” op het
frontpaneel knippert tot de juiste koelvloeistofstroming is gemeten. Dit duurt gewoonlijk een paar
seconden. Zie stap 2.d. voor gedetailleerde informatie.
7. Op het scherm volgend op de Slijtdelen toorts vinden we een tabel met aanbevolen CNC- en THC- (Toorts
Hoogtecontrole) instellingen. Met de “Show Marking / Show Cutting” Toon markering / Toon snijden) knop
kunt u de snij- en markeringsinstellingen afwisselen. Voer de aanbevolen waardes in voor de besturing van
de snijtafel en van de hoogtecontrole.
a) Indien u de voorkeur geeft aan andere instellingen voor het snijden, kunt u een “aangepast” proces
creëren waar u de CNC/THC-instellingen kunt wijzigen indien u dit wenst. Momenteel is het wijzigen
van de CNC/THC-instellingen voor het markeren niet toegestaan. Een aangepast proces zal de
snijstroom of gasdrukwaarden niet hoeven te veranderen tenzij u dit wenst. U kunt de aanpassingen
ook gebruiken om de aanbevolen CNC/THC-instellingen te wijzigen.
8. Zet de processelectie voort tot u het snijmonitor-scherm bereikt.
a) Ontluchting van de gassen voor het starten van het geselecteerde proces. Afhankelijk van uw leidinglengte
en het type slijtdeel kan dit even duren.
Voor verschillende leidinglengtes zijn verschillende spoeltijden ingesteld om tijd over te laten om de leidingen
volledig onder druk te zetten en alle koelvloeistof die tijdens het vervangen in de slijtdelen terechtkomt te
verwijderen. Verzeker u ervan dat tijdens de setup de juiste leidinglengte werd geselecteerd, de fabrieksinstelling
is ingesteld op de maximale leidinglengte en kan langer zijn dan noodzakelijk.
9. Wanneer de spoeling is voltooid bent u klaar om het snijden te starten.
a) Indien u wenst te markeren moet u de “Go to Marking” Ga naar markeren) knop indrukken. Op het
scherm ziet u de aanbevolen CNC/THC-instelling. De groene pijl brengt u terug naar de snijmonitorsetup
voor markering.
b) Om terug te keren naar de snijmonitor moet u de “Got to Cutting” (Ga naar snijden) knop indrukken.
Net als bij markering brengt deze knop u naar het CNC/THC-scherm, maar nu worden de
snij-instellingen getoond.
Handleiding 0-5133NL 4-11 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER