200 Bedieningshandleiding ULTRA-CUT™ - Victor Technologies ...

Ultra-cUt 200
4. De werkkabel van de plasma-stroomvoorziening (zie OPMERKING) is aangesloten op de snijtafel via het
enkele steraardepunt.
OPMERKING
Sluit de werkkabel NIET rechtstreeks aan op de aardpen. Rol overtollige aardingskabels of voedingskabels
NIET op. Snij ze op de juiste lengte af en maak de terminals naar behoeven klaar.
5. Zorg ervoor dat de werkkabel en aardingskabels naar behoren zijn aangesloten. De werkkabel moet een
degelijke verbinding hebben met de snijtafel. De werk- en aardaansluitingen moeten vrij zijn van roest, vuil,
vet, olie en verf. Slijp of schuur ze het indien nodig tot blank metaal. Gebruik sluitringen om de verbindingen
stevig te houden. Het gebruik van elektrische verbindingensamenstellingen wordt eveneens aanbevolen.
6. Het chassis van de plasma-stroomvoorziening wordt aangesloten op de aarding van het stroomvoorzieningssysteem
zoals vereist door de elektriciteitsvoorschriften. Indien de plasmastroomvoorziening zich dicht in de
buurt van de snijtafel bevindt (zie OPMERKING) is een tweede aardpen meestal niet nodig; het zou zelfs
schadelijk kunnen zijn vanwege de kans op ringstromen van de aarde die storingen zullen veroorzaken.
Wanneer de plasmastroomvoorziening ver van de aardpen afstaat en interferenties worden geconstateerd,
kan installatie van een tweede aardpen vlakbij de plasmastroomvoorziening uitkomst brengen. Het chassis
van de plasmastroomvoorziening moet in zo’n geval op de aardpen worden aangesloten.
OPMERKING
Indien mogelijk verdient het aanbeveling om de plasmastroomvoorziening op een afstand van 20 – 30
voet (6,1 – 9,1 m) van de snijtafel te plaatsen.
7. De plasma-besturingskabel moet worden afgeschermd en de afscherming mag uitsluitend aan de zijde van
de snijmachine worden aangesloten. Aansluiting van de afscherming aan beide zijden zal leiden tot kringstromen
van de aarde welke meer interferenties zal kunnen veroorzaken dan bij een aansluiting zonder enige
afscherming.
Een aarding creëren
1. Voor de creatie van een degelijke aarding met weinig weerstand moet u een met koper beklede aardpen
van 1/2 inch (12 mm) diameter of grotere, tenminste 6 - 8 voet (1,8 – 2,4 m) in de grond slaan opdat de pen
over het grootste deel van de lengte ervan rechtstreeks in aanraking komt met de vochtige grond. Afhankelijk
van de locatie kan een grotere diepte nodig zijn om een lagere aardingsweerstand te verkrijgen (zie
OPMERKING). Aardpennen zijn gewoonlijk 10 voet (3,0 m) lang en kunnen aan elkaar worden gelast om
grotere lengtes te krijgen. Plaats de pen zo dicht mogelijk in de buurt van de werktafel. Breng een aarddraad
1/0 AWG (Europa: 50 mm2) of groter aan tussen de aardpen en het steraardepunt op de snijtafel.
OPMERKING
Idealiter zal een goed geïnstalleerde aardpen een weerstand hebben van drie ohm of minder.
Voor het testen van een goede aarding verwijzen wij naar het volgende schema. Idealiter zal de lezing op
de multimeter als volgt zijn.
INSTALLATIE 3-10 Handleiding 0-5133NL