200 Bedieningshandleiding ULTRA-CUT™ - Victor Technologies ...
200 Bedieningshandleiding ULTRA-CUT™ - Victor Technologies ...
200 Bedieningshandleiding ULTRA-CUT™ - Victor Technologies ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>200</strong><br />
<strong>ULTRA</strong>-CUT <br />
PLASMASNIJSYSTEEM<br />
AUTOMATISCHE GASBESTURING<br />
<strong>Bedieningshandleiding</strong><br />
Rev. AD Datum : 25 november <strong>200</strong>9 Handleiding # 0-5133NL<br />
Operationele kenmerken:
WIJ BEDANKEN U VOOR HET<br />
GETOONDE VERTROUWEN!<br />
Hartelijk gefeliciteerd met uw nieuwe Thermal Dynamics product. We<br />
zijn er trots op u als klant te hebben en we streven ernaar om u de beste<br />
service en betrouwbaarheid in de sector te bieden. Wij ondersteunen dit<br />
product met onze uitgebreide garantie en wereldwijde servicenetwerk.<br />
Bel 1-800-426-1888 voor de dichtstbijzijnde distributeur of servicecentrum<br />
of bezoek onze website: www.thermal-dynamics.com.<br />
Deze bedieningshandleiding is ontworpen om u te instrueren over het<br />
juiste gebruik en de werking van uw Thermal Dynamics product.<br />
Uw tevredenheid met dit product en de veilige werking ervan is het<br />
uiteindelijke doel waarna wij streven. Daarom verzoeken wij u even de<br />
tijd te nemen om de hele bedieningshandleiding, en vooral de veiligheidsvoorschriften,<br />
goed door te lezen. Dit zal u helpen om de potentiële<br />
gevaren van het werken met dit product te vermijden.<br />
U VERKEERT IN GOED<br />
GEZELSCHAP!<br />
U VERKEERT IN GOED GEZELSCHAP!<br />
Thermal Dynamics is een wereldwijd gedistribueerd merk van handmatige<br />
en geautomatiseerde Plasmasnijproducten voor Thermadyne<br />
Industries Inc.<br />
Wij onderscheiden ons van onze concurrenten met marktleidende, betrouwbare<br />
producten die de tand des tijds hebben doorstaan.<br />
Wij zijn trots op de technische innovatie, concurrerende prijzen, uitstekende<br />
leveringskarakteristieken, hoogwaardige klantenservice en<br />
technische ondersteuning, samen met onze excellentie in verkoop en<br />
marketing expertise.<br />
Maar bovenal zijn we vastbesloten om technologisch geavanceerde<br />
producten te ontwikkelen om binnen de lasindustrie een veiligere<br />
werkomgeving te creëren.
WAARSCHUWINGEN<br />
Zorg ervoor dat u deze hele Handleiding evenals de veiligheidsvoorschriften van uw werkgever<br />
goed leest en begrijpt voordat u de apparatuur installeert, gebruikt of onderhoudt. Hoewel de<br />
informatie in deze Handleiding het beste oordeel van de fabrikant weerspiegelt zal deze laatste<br />
geen verantwoordelijkheid voor het gebruik ervan aanvaarden.<br />
Stroomvoorziening van het plasmasnijsysteem, Ultra-Cut ® <strong>200</strong><br />
<strong>Bedieningshandleiding</strong> Nr. 0-5133NL<br />
Uitgegeven door:<br />
Thermadyne Corporation<br />
82 Benning Street<br />
West Lebanon, New Hampshire, USA 03784<br />
(603) 298-5711<br />
www.thermal-dynamics.com<br />
© Copyright <strong>200</strong>9 van<br />
Thermadyne Corporation<br />
Alle rechten voorbehouden<br />
De gehele of gedeeltelijke reproductie van dit werk zonder voorafgaande schriftelijke<br />
toestemming van de uitgever is verboden.<br />
De uitgever aanvaardt geen en verwerpt bij dezen elke aansprakelijkheid jegens enige<br />
partij voor alle verlies of schade veroorzaakt door een fout of omissie in deze Handleiding,<br />
ongeacht of deze fout het gevolg is van nalatigheid een ongeluk of andere<br />
oorzaken heeft.<br />
Gedrukt in de Verenigde Staten van Amerika<br />
Licentie onder U. S. Patent No 5.070.227<br />
Oorspronkelijke publicatiedatum: 14 mei <strong>200</strong>9<br />
Herzieningsdatum: 25 november <strong>200</strong>9<br />
Registreer de volgende informatie voor garantiedoeleinden:<br />
Plaats van aanschaf: ___________________________________<br />
Aankoopdatum :______________________________________<br />
Serienummer stroomvoorziening #:_______________________________<br />
Serienummer toorts #:_______________________________________
This page intentionally blank
INHOUDSOPGAVE<br />
SECTIE 1: ALGEMENE INFORMATIE .......................................................................................1-1<br />
1.01 Opmerkingen, aanmaningen tot opletten en waarschuwingen ......................1-1<br />
1.02 Belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen ................................................1-1<br />
1.03 Publicaties......................................................................................................1-2<br />
1.04 Verklaring van overeenstemming ..................................................................1-4<br />
1.05 Garantieverklaring ..........................................................................................1-5<br />
SECTIE 2: SPECIFICATIES........................................................................................................2-1<br />
2.01 Algemene beschrijving van het systeem ........................................................2-1<br />
2.02 Stroomvoorziening plasma-apparaat .............................................................2-1<br />
2.03 Remote boogontsteking .................................................................................2-1<br />
2.04 Gasbesturingsmodule ....................................................................................2-1<br />
2.05 Precisietoorts voor plasmasnijden .................................................................2-1<br />
2.06 Specificaties en elektrische vereisten ............................................................2-2<br />
2.07 Layout systeemcomponenten ........................................................................2-2<br />
2.08 Afmetingen stroomvoorziening ......................................................................2-3<br />
2.09 Achterpaneel stroomvoorziening ...................................................................2-4<br />
2.10 Gasspecificaties .............................................................................................2-4<br />
2.11 Gastoepassingen ...........................................................................................2-5<br />
2.12 XTTM-300 Toortsspecificaties .......................................................................2-6<br />
SECTIE 3: INSTALLATIE ............................................................................................................3-1<br />
3.01 Installatievereisten .........................................................................................3-1<br />
3.02 Layout van het systeem .................................................................................3-2<br />
3.03 Identificatie kabels & leidingen .......................................................................3-3<br />
3.04 Opheffen van de stroomvoorziening ..............................................................3-4<br />
3.05 De afdekking van de aansluitingen verwijderen .............................................3-4<br />
3.06 Aansluiting van de werk- en pilootkabel en negatieve leidingen ....................3-8<br />
3.07 Aardaansluitingen ..........................................................................................3-9<br />
3.08 Aansluiting van de koelvloeistofslangen ......................................................3-12<br />
3.09 Aansluiting besturingskabels voor CNC, remote boogontsteking<br />
en DMC-3000 ..............................................................................................3-13<br />
3.10 Aansluiting TSC-3000 kabel en DMC-3000 glasvezelkabel op CCM ..........3-14<br />
3.11 Instelling switches op de bedienings- besturingsmodule .............................3-16<br />
3.12 Aansluitingen hoogtebesturing ....................................................................3-18<br />
3.13 Installatie van de DMC-3000 gasverdeelstukbesturing ...............................3-18<br />
3.14 Installatie van de DMC-3000 gasdrukbesturing ...........................................3-22<br />
3.15 Installatie van de glasvezelkabel van CCM naar DMC-3000. ......................3-25<br />
3.16 Installatie glasvezelkabel van DMC-3000 naar DPC-3000 ..........................3-28<br />
3.17 Installatie van de TSC-3000 touchscreen besturing ....................................3-30<br />
3.18 Installatie remote boogontsteking ................................................................3-31<br />
3.19 Aansluiting van de toorts .............................................................................3-40<br />
3.20 Installatie slijtdelen van de toorts .................................................................3-41<br />
3.21 De installatie voltooien .................................................................................3-44
INHOUDSOPGAVE<br />
SECTIE 4: GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER .....................................................................4-1<br />
4.01 Bedieningspaneel stroomvoorziening ............................................................4-1<br />
4.02 Opstartvolgorde .............................................................................................4-2<br />
4.03 TSC-3000 Navigatiefuncties ..........................................................................4-2<br />
4.04 TSC-3000 UITSLUITEND eerste setup .........................................................4-3<br />
4.05 TSC-3000 Een nieuw proces selecteren .......................................................4-4<br />
4.06 TSC-3000 Een onlangs gebruikt proces selecteren ......................................4-5<br />
4.07 TSC-3000 Een aangepast proces creëren ....................................................4-6<br />
4.08 Back-up en herstel van aangepaste processen. ............................................4-8<br />
4.09 Gebruiksstappen ..........................................................................................4-10<br />
4.10 Selectie van het gas.....................................................................................4-12<br />
4.11 Statuscodes van de stroomvoorziening .......................................................4-14<br />
4.12 DMC-3000 statuscodes ...............................................................................4-17<br />
4.13 DPC-3000 statuscodes ................................................................................4-19<br />
SECTIE 5: ONDERHOUD ...........................................................................................................5-1<br />
5.01 Algemeen onderhoud ....................................................................................5-1<br />
5.02 Reinigingsprocedure extern koelvloeistoffilter ...............................................5-1<br />
5.03 Reinigingsprocedure intern koelvloeistoffilter ................................................5-2<br />
5.04 Koelvloeistofvervangingsprocedure ...............................................................5-2<br />
SECTIE 6: VERVANGING SAMENSTELLEN EN ONDERDELEN .............................................6-1<br />
6.01 Vervanging stroomvoorziening ......................................................................6-1<br />
6.02 Layout van het systeem .................................................................................6-2<br />
6.03 Aanbevolen gastoevoerslang .........................................................................6-2<br />
6.04 Leidingen en kabels .......................................................................................6-3<br />
6.05 Externe vervangingsonderdelen stroomvoorziening ...................................6-10<br />
6.06 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-11<br />
6.07 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-12<br />
6.08 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-13<br />
6.09 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - frontpaneel ...........................6-14<br />
6.10 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - frontpaneel ...........................6-15<br />
6.11 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-16<br />
6.12 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - achterpanee .........................6-17<br />
6.13 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-18<br />
6.14 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening ................................................6-19<br />
6.15 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-20<br />
6.16 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening ................................................6-21<br />
6.17 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-22<br />
6.18 DFC-3000 Vervanging automatisch gasbesturingssysteem ........................6-23<br />
6.19 DMC-3000 Vervangingsdelen gasbesturingsmodule ..................................6-24<br />
6.20 DPC-3000 Vervangingsdelen gasbesturingsmodule ...................................6-25<br />
6.21 TSC-3000 Touchscreen besturing op afstand en intern ..............................6-26<br />
6.22 Remote boogontsteking (RAS-1000) vervangingsonderdelen ....................6-27<br />
6.23 Remote boogontsteking (RAS-1000) vervangingsonderdelen ....................6-28<br />
6.24 Bedienings- en besturingsmodule type 2 - vervangingsdelen .....................6-29
INHOUDSOPGAVE<br />
SECTIE 7: TOORTSONDERHOUD ............................................................................................7-1<br />
7.01 Verwijdering van de slijtdelen ........................................................................7-1<br />
7.02 O-Ring smering ..............................................................................................7-2<br />
7.03 Slijtage van de onderdelen ............................................................................7-2<br />
7.04 Installatie toortsslijtdelen ................................................................................7-3<br />
7.05 Probleemoplossing koelvloeistoflekkage ......................................................7-5<br />
BIJLAGE 1: Schakelschema remote boogontsteking ................................................................. A-1<br />
BIJLAGE 2: Printplaat-layout DMC-3000 ................................................................................... A-2<br />
BIJLAGE 3: Printplaat-layout DPC-3000 .................................................................................... A-3<br />
BIJLAGE 4: Printplaat-layout TSC-3000 .................................................................................... A-4<br />
BIJLAGE 5: Printplaat-layout CCM-ingang / uitgang .................................................................. A-5<br />
BIJLAGE 6: Printplaat-layout CCM CPU ................................................................................... A-6<br />
BIJLAGE 7: CNC ....................................................................................................................... A-8<br />
CNC-functies ......................................................................................................... A-8<br />
CNC-Ingangs- / uitgangsbeschrijvingen ............................................................... A-9<br />
Vereenvoudigd CNC-circuit ................................................................................ A-11<br />
CNC-aansluitingen .............................................................................................. A-12<br />
BIJLAGE 8: Schakelschema, CE 400V stroomvoorziening ..................................................... A-14<br />
BIJLAGE 8: Schakelschema, CE 400V stroomvoorziening (vervolg). ..................................... A-16<br />
BIJLAGE 9: Schakelschema, DFC-3000 automatisch gasboxsysteem .................................. A-18<br />
BIJLAGE 10: Publicatiegeschiedenis ..................................................................................... A-20
SECTIE 1:<br />
ALGEMENE INFORMATIE<br />
1.01 Opmerkingen, aanmaningen tot opletten<br />
en waarschuwingen<br />
In deze bedieningshandleiding worden opmerkingen, aanmaningen<br />
tot opletten en waarschuwingen gebruikt om belangrijke informatie te<br />
onderstrepen. Deze hoogtepunten zijn als volgt ingedeeld:<br />
Handleiding 0-5133NL<br />
OPMERKING<br />
Een handeling, procedure, of achtergrondinformatie die<br />
speciaal dient te worden benadrukt of die nuttig is voor<br />
een efficiënte werking van het systeem.<br />
LET OP!<br />
Een procedure die, indien niet goed opgevolgd, schade<br />
aan de apparatuur kan veroorzaken.<br />
WARNING<br />
Een procedure die, indien niet goed opgevolgd, schade<br />
aan de apparatuur kan veroorzaken.<br />
1.02 Belangrijke<br />
veiligheidsvoorzorgsmaatregelen<br />
WAARSCHUWINGEN<br />
HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN PLASMABOOGAP-<br />
PARATUUR KAN GEVAARLIJK ZIJN EN RISICO’S VOOR DE<br />
GEZONDHEID MET ZICH MEE BRENGEN.<br />
Het plasmaboogsnijden creëert intense elektrische en<br />
magnetische emissies die kunnen interfereren met de<br />
goede werking van pacemakers, gehoorapparaten of<br />
andere elektronische medische apparaten. Personen die<br />
werkzaam zijn in de buurt van plasmaboogsnijapparaten<br />
moeten zich bij hun medische zorgverlener en de fabrikant<br />
van de medische apparatuur informeren over eventuele<br />
gevaren. Om mogelijke verwondingen te voorkomen moet<br />
u alle waarschuwingen, veiligheidsvoorzorgsmaatregelen<br />
en instructies goed lezen en begrijpen alvorens de apparatuur<br />
in gebruik te nemen. Bel 1-603-298-5711 of uw<br />
plaatselijke distributeur als u vragen hebt.<br />
GASSEN EN DAMPEN<br />
De tijdens het plasmasnijden vrijgekomen gassen en dampen kunnen<br />
gevaarlijk zijn en risico’s voor de gezondheid met zich mee brengen.<br />
• Houd alle dampen en gassen uit de ademzone. Houd uw hoofd<br />
buiten de lasrookpluim.<br />
ultra-cut <strong>200</strong><br />
• Gebruik een ademhalingsapparaat (met eigen luchttoevoer)<br />
als de ventilatie onvoldoende is om alle dampen en gassen te<br />
verwijderen.<br />
• De aard van de dampen en gassen afkomstig van de plasmaboog<br />
is afhankelijk van het gebruikte soort metaal, van de coatings<br />
op het metaal en de verschillende processen. U moet erg voorzichtig<br />
zijn bij het snijden of lassen van alle metalen die één of<br />
meer van de volgende stoffen zouden kunnen bevatten:<br />
Antimonium Chroom Kwik<br />
Arsenicum Kobalt Nikkel<br />
Barium Koper Selenium<br />
Beryllium Lood Zilver<br />
Cadmium Mangaan Vanadium<br />
• Lees altijd de veiligheidsinformatiebladen (MSDS bladen) die<br />
met het materiaal dat u gebruikt dienen te worden verstrekt.<br />
Deze MSDS bladen zullen u informeren over de aard en hoeveelheid<br />
van de dampen en gassen die gevaarlijk voor uw<br />
gezondheid zouden kunnen zijn.<br />
• Voor informatie over de wijze waarop u de aanwezigheid van<br />
dampen en gassen op uw werkplek kunt meten, verwijzen<br />
wij naar punt 1 van Subsectie 1.03, Publicaties, in deze handleiding.<br />
• Gebruik speciale apparatuur, zoals watertafels of snijtafels met<br />
afzuiging omlaag, om dampen en gassen op te vangen.<br />
• Gebruik de plasmatoorts niet in een gebied waar zich brandbare<br />
of explosieve gassen of materialen bevinden.<br />
• Fosgeen is een giftig gas dat wordt gegenereerd uit de dampen<br />
van gechloreerde oplosmiddelen en schoonmaakmiddelen.<br />
Verwijder alle bronnen van deze dampen.<br />
• Dit product, indien gebruikt voor het lassen of snijden, produceert<br />
dampen of gassen welke chemische stoffen bevatten<br />
waarvan het in de staat Californië bekend is dat ze aangeboren<br />
afwijkingen, en in sommige gevallen kanker, kunne veroorzaken.<br />
(California Health & Safety Code § 25249.5 et seq.<br />
ELEKTRISCHE SCHOKKEN<br />
Elektrische schokken kunnen verwondingen veroorzaken of zelfs<br />
dodelijk zijn. Het plasmaboogproces gebruikt en produceert elektrische<br />
hoogspanningsenergie. Deze elektrische energie kan ernstige of fatale<br />
schokken veroorzaken bij de bediener of anderen op de werkplek.<br />
• Raak nooit onderdelen aan waarop elektrische spanning kan<br />
staan of die elektrisch “heet” zijn.<br />
• Draag droge handschoenen en kleding. Isoleer u van het wer<br />
stuk of andere delen van het lascircuit.<br />
• Repareer of vervang alle versleten of beschadigde onderdelen.<br />
• Extra zorg moet in acht worden genomen wanneer de werkplek<br />
vochtig of nat is.<br />
• Installeer en onderhoud de apparatuur volgens de NEC code.<br />
Zie punt 9 in subsectie 1.03, Publicaties.<br />
• Ontkoppel de stroomvoorziening voordat u onderhoud of<br />
reparaties uitvoert.<br />
•<br />
Lees en volg alle instructies in de <strong>Bedieningshandleiding</strong> op.
ultra-cut <strong>200</strong><br />
BRAND EN EXPLOSIES<br />
Brand en explosies kunnen worden veroorzaakt door hete slakken,<br />
vonken, of de plasmaboog.<br />
• Zorg ervoor dat er geen brandbaar of ontvlambaar materiaal op<br />
de werkplek is. Al het materiaal dat niet kan worden verwijderd<br />
moet worden beschermd.<br />
• Ventileer alle ontvlambare of explosieve dampen van de werkplek.<br />
• Snijd of las niet op containers die mogelijk brandstoffen hebben<br />
bevat.<br />
• Zorg voor een brandwacht wanneer u werkt in een gebied waar<br />
brandgevaar bestaat.<br />
• Bij het snijden van aluminium werkstukken onder water of bij<br />
gebruik van een watertafel kan zich waterstofgas vormen dat<br />
eronder blijft hangen. SNIJ GEEN aluminiumlegeringen onder<br />
water of op een watertafel, tenzij het waterstofgas kan worden<br />
geëlimineerd of afgevoerd. Opgesloten waterstofgas dat ontstoken<br />
wordt zal een explosie veroorzaken.<br />
LAWAAI<br />
Lawaai kan leiden tot permanent gehoorverlies. Plasmaboogprocessen<br />
kunnen geluidsniveaus creëren die de veiligheidsgrenzen overschrijden.<br />
U moet uw oren beschermen tegen lawaai om een permanent<br />
verlies van het gehoor te voorkomen.<br />
• Ter bescherming van het gehoor tegen hard lawaai moet u<br />
beschermende oordopjes en/of oorkappen dragen. Bescherm<br />
anderen op de werkplek.<br />
• U moet het geluidsniveau meten om er zeker van te zijn dat de<br />
decibels (geluid) de veilige niveaus niet overschrijden.<br />
• Voor informatie over het meten van het lawaai verwijzen wij naar<br />
punt 1 van subsectie 1.03, Publicaties, in deze handleiding.<br />
PLASMABOOGSTRALEN<br />
Plasmaboogstralen kunnen letsel aan uw ogen en brandwonden op<br />
de huid veroorzaken. Het plasmaboogproces produceert bijzonder<br />
helder ultraviolet en infrarood licht. Deze boogstralen zullen uw ogen<br />
beschadigen en uw huid verbranden als u ze niet goed beschermt.<br />
• Draag daarom altijd een lashelm of -schild om uw ogen mee<br />
te beschermen. Draag ook altijd een veiligheidsbril met zijbescherming,<br />
een veiligheidsbril of andere oogbescherming.<br />
• Draag lashandschoenen en geschikte kleding om uw huid tegen<br />
de straling van de boog en vonken te beschermen.<br />
• De helm en veiligheidsbril moeten altijd in goede staat worden<br />
gehouden. Vervang gebarsten, gebroken of vuile lenzen.<br />
• Bescherm anderen in het werkgebied tegen de boogstralen.<br />
Gebruik beschermende cabines, schermen of afschermingen.<br />
• Gebruik de in de volgende tabel aanbevolen tinten volgens<br />
ANSI / ASC Z49.1:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Minimale beschermende Aanbevolen<br />
Boogstroom tint Nr. . tint Nr.<br />
Minder dan 300* 8 9<br />
300 - 400* 9 12<br />
400 - 800* 10 14<br />
* Deze waarden gelden indien de werkelijke boog<br />
duidelijk zichtbaar is. De ervaring heeft aangetoond dat<br />
lichtere filters kunnen worden gebruikt wanneer de boog<br />
achter het werkstuk is verborgen<br />
LOODWAARSCHUWING<br />
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood of kan chemische<br />
stoffen produceren waarvan in de staat Californië bekend<br />
is dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere erfelijke schade<br />
kunnen veroorzaken. Was de handen na hantering ervan.<br />
(California Health & Safety Code § 25249.5 et seq.)<br />
1.03 Publicaties<br />
Raadpleeg de volgende normen of hun laatste herzieningen voor<br />
meer informatie:<br />
1.<br />
2.<br />
3.<br />
4.<br />
5.<br />
6.<br />
7.<br />
8.<br />
OSHA, SAFETY AND HEALTH STANDARDS, 29CFR 1910,<br />
(OSHA, v E i L i g H E i D S- EN g E z O N D H E i D S N O R m E N, 29CFR 1910) bES-<br />
CHikbAAR bij D E Su p E R i N T E N D E N T vAN D O C u m E N T E N, u.S. gO v E R N m E N T<br />
pR i N T i N g OFFiCE, WA S H i N g T O N, DC 20402<br />
ANSi ST A N D A R D z49.1, SAFETY iN WELDiNg AND CuTTiNg,<br />
(vEiLigHEiD bij LASSEN EN S N i j D E N), bESCHikbAAR bij D E AmERikAANSE<br />
WE L D i N g SOCiETY, 550 NW LEjE u N E RO A D, miA m i, FL 33126<br />
NiOSH, SAFETY AND HEALTH iN ARC WELDiNg AND<br />
gAS WELDiNg AND CuTTiNg, (vEiLigHEiD EN g E z O N D H E i D bij<br />
bOOgLASSEN EN A u T O g E E N LASSEN EN S N i j D E N), bESCHikbAAR bij D E<br />
Su p E R i N T E N D E N T O F DO C u m E N T S, u. S. gO v E R N m E N T pR i N T i N g OFFiCE,<br />
WA S H i N g T O N, DC 20402<br />
ANSi ST A N D A R D z87.1, SAFE pRACTiCES FOR OCCupATiON<br />
AND EDuCATiONAL EYE AND FACE pROTECTiON (vEiLigE<br />
m E T H O D E N v O O R p R O F E S S i O N E L E EN EDuCATiEvE O O g- EN gELAATSbES-<br />
C H E R m i N g), bESCHikbAAR bij AmERiCAN NA T i O N A L ST A N D A R D S iNSTiTuTE,<br />
1430 bR O A D W A Y, NEW YO R k, NY 10018<br />
ANSi ST A N D A R D z41.1, STANDARD FOR mEN’S SAFETY-TOE<br />
FOOTWEAR (ST A N D A A R D v O O R v E i L i g H E i D S S C H O E i S E L m E T STALEN N E u S<br />
v O O R m A N N E N), bESCHikbAAR bij D E AmERiCAN NAT i O N A L STA N D A R D S<br />
iNSTiTuTE, 1430 bR O A D W A Y, NEW YO R k, NY 10018<br />
ANSi ST A N D A R D z49.2, FiRE pREvENTiON iN THE uSE OF CuT-<br />
TiNg AND WELDiNg pROCESSES, (bR A N D p R E v E N T i E bij S N i j- EN<br />
L A S p R O C E S S E N), b E S C H i k b A A R b i j AmE R i C A N NAT i O N A L STA N D A R D S<br />
iNSTiTuTE, 1430 bR O A D W A Y, NEW YO R k, NY 10018<br />
AWS ST A N D A R D A6.0, WELDiNg AND CuTTiNg CONTAiNERS<br />
WHiCH HAvE HELD COmbuSTibLES, (HET LASSEN EN S N i j D E N<br />
vAN C O N T A i N E R S D i E b R A N D b A R E mATERiALEN HEbbEN bEvAT), bESCHikbAAR<br />
bij AmERiCAN WEL D i N g SOCiETY, 550 NW LEjE u N E ROA D, miA m i,<br />
FL 33126<br />
NFpA STANDARD 51, OXYgEN-FuEL gAS SYSTEmS FOR WELDiNg,<br />
CuTTiNg AND ALLiED pROCESSES, (bRANDSTOF-zuuRSTOF<br />
Handleiding 0-5133NL
9.<br />
gASSYSTEmEN v O O R H E T LASSEN, S N i j D E N EN vER WANTE pROCESSEN), bES-<br />
CHikbAAR bij D E NA T i O N A L Fi R E pR O T E C T i O N ASSOCiATiON, bATTER YmARCH<br />
pA R k, Qu i N C Y, mA 02269<br />
NFpA ST A N D A R D 70, NATiONAL ELECTRiCAL CODE, (NA T i O N A L E<br />
ELEkTRiCiTEiTSCODE), bESCHikbAAR bij D E NAT i O N A L FiR E pRO T E C T i O N<br />
ASSOCiATiON, bATTER YmARCH pA R k, Qu i N C Y, mA 02269<br />
10. NFpA ST A N D A R D 51b, CuTTiNg AND WELDiNg pROCESSES<br />
(SNij- EN LASpROCESSEN), bESCHikbAAR bij DE NATiON A L FiR E pR O T E C T iO N<br />
ASSOCiATiON, bATTER YmARCH pA R k, Qu i N C Y, mA 02269<br />
11. CgA pAmpHLET p-1, SAFE HANDLiNg OF COmpRESSED gASES<br />
iN CYLiNDERS (DE vEiLigE H A N T E R i N g vAN SAmENgEpERSTE gASSEN iN<br />
C i L i N D E R S), bESCHikbAAR bij D E COmpRESSED gAS ASSOCiATiON, 1235<br />
jE F F E R S O N DAviS Hi g H W A Y, Su i T E 501, AR L i N g T O N, vA 22202<br />
12. CSA ST A N D A R D W117.2, CODE FOR SAFETY iN WELDiNg AND<br />
CuTTiNg (REgELS v O O R D E vEiLigHEiD bij H E T LASSEN EN S N i j D E N), bE-<br />
SCHikbAAR bij D E CANADiAN ST A N D A R D S ASSOCiATiON, ST A N D A R D S SALES,<br />
178 REXDALE bO u L E v A R D, REXDALE, ON T A R i O, CA N A D A m9W 1R3<br />
13. NWSA bOEkjE, WELDiNg SAFETY bibLiOgRApHY (vEiLig LASSEN<br />
b i b L i O g R A F i E), bESCHikbAAR bij D E NA T i O N A L E WE L D i N g SuppLY ASSOCiA-<br />
T i O N, 1900 ARC H STREET, pH i L A D E L p H i A, pA 19103<br />
14. AmERiCAN WE L D i N g SOCiETY ST A N D A R D AWSF4.1, RECOmmENDED<br />
SAFE pRACTiCES FOR THE pREpARATiON FOR WELDiNg<br />
AND CuTTiNg OF CONTAiNERS AND pipiNg THAT HAvE<br />
HELD HAzARDOuS SubSTANCES (AA N b E v O L E N v E i L i g H E-<br />
i D S p R O C E D u R E S v O O R H E T v O O R b E R E i D E N vAN H E T LASSEN EN S N i j D E N<br />
vAN C O N T A i N E R S EN L E i D i N g E N D i E gEvAARLijkE STOFFEN HEbbEN bEvAT),<br />
bESCHikbAAR bij D E AmERiCAN WE L D i N g SOCiETY, 550 NW LEjE u N E<br />
RO A D, miA m i, FL 33126<br />
15. ANSi STANDARD z88.2, pRACTiCE FOR RESpiRATORY pROTEC-<br />
TiON (mAATREgELEN v O O R D E b E S C H E R m i N g vAN D E A D E m H A L i N g S O Rg<br />
A N E N), bESCHikbAAR bij AmERiCAN NAT i O N A L STA N D A R D S iNSTiTuTE,<br />
1430 bR O A D W A Y, NEW YO R k, NY 10018<br />
11. Brochure GCA P-1, LA MANIPULATION SANS RISQUE DES GAZ<br />
COMPRIMÉS EN CYLINDRES, disponible auprès de l’Association<br />
des Gaz Comprimés (Compressed Gas Association), 1235 Jefferson<br />
Davis Highway, Suite 501, Arlington, VA 22202<br />
12. Norme CSA W117.2, CODE DE SÉCURITÉ POUR LE SOUDAGE<br />
ET LA COUPE, disponible auprès de l’Association des Normes<br />
Canadiennes, Standards Sales, 178 Rexdale Boulevard, Rexdale,<br />
Ontario, Canada, M9W 1R3<br />
13. Livret NWSA, BIBLIOGRAPHIE SUR LA SÉCURITÉ DU SOUDAGE,<br />
disponible auprès de l’Association Nationale de Fournitures de<br />
Soudage (National Welding Supply Association), 1900 Arch Street,<br />
Philadelphia, PA 19103<br />
14. Norme AWSF4.1 de l’Association Américaine de Soudage, RECOM-<br />
MANDATIONS DE PRATIQUES SURES POUR LA PRÉPARATION À<br />
LA COUPE ET AU SOUDAGE DE CONTENEURS ET TUYAUX AYANT<br />
RENFERMÉ DES PRODUITS DANGEREUX , disponible auprès de<br />
la American Welding Society, 550 N.W. LeJeune Rd., Miami, FL<br />
33126<br />
15. Norme ANSI Z88.2, PRATIQUES DE PROTECTION RESPIRATOIRE,<br />
disponible auprès de l’American National Standards Institute, 1430<br />
Broadway, New York, NY 10018<br />
Handleiding 0-5133NL<br />
ultra-cut <strong>200</strong>
ultra-cut <strong>200</strong><br />
1.04 Verklaring van overeenstemming<br />
Fabrikant: Thermal Dynamics Corporation<br />
Adres: 82 Benning Street<br />
West Lebanon, New Hampshire 03784<br />
V.S.<br />
De in deze handleiding beschreven apparatuur voldoet aan alle toepasselijke aspecten en voorschriften van de "laagspanningsrichtlijn" (<strong>200</strong>6/95/EG) en<br />
de nationale wetgeving voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn.<br />
De in deze handleiding beschreven apparatuur voldoet aan alle toepasselijke aspecten en voorschriften van de "EMC-richtlijn" (Europese Raad Richtlijn<br />
89/336/EEG) en de nationale wetgeving voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn.<br />
Elk afzonderlijk onderdeel van de apparatuur heeft een uniek serienummer dat de beschrijving, onderdelen gebruikt om een eenheid mee samen te<br />
stellen en de datum van fabricage bevat.<br />
Nationale norm en technische specificaties<br />
Het product is ontworpen en vervaardigd in overeenstemming met een aantal normen en technische vereisten. Zoals:<br />
* CSA (Canadian Standards Association) norm C22.2 nummer 60 voor booglasapparatuur.<br />
* UL (Underwriters Laboratory) norm 94VO (test van de ontvlambaarheid van alle gebruikte printplaten).<br />
* CENELEC EN50199 EMC-productnorm voor booglastoestellen<br />
* ISO/IEC 60974-1 (BS 638-PT10) (EN 60 974-1) (EN50192) (EN50078) norm, van toepassing op plasma snij-apparatuur en bijbehorende<br />
accessoires.<br />
* Voor omgevingen met een verhoogd risico van elektrische schokken, zullen stroomvoorzieningen voorzien van het S merk voldoen aan de<br />
EN50192 norm, indien gebruikt in combinatie met de handtoortsen met blootgesteld mondstuk, indien uitgerust met goed geïnstalleerd<br />
afstandsstuk.<br />
* Bij de productie-eenheid wordt een uitgebreide keuring van het productontwerp uitgevoerd als onderdeel van het routine ontwerp- en<br />
fabricageproces. Dit om te verzekeren dat, indien gebruikt volgens de instructies in deze handleiding en aanverwante industrie-normen<br />
het product veilig is en zal presteren overeenkomstig de specificaties. Strenge tests zijn een onderdeel van het fabricageproces om te<br />
waarborgen dat het vervaardigde product voldoet aan alle specificaties van het ontwerp of die zelfs overtreft.<br />
Thermal Dynamics is al meer dan 30 jaar actief in de fabricage van producten als deze en zal excellentie blijven bereiken in deze<br />
productiesector.<br />
Verantwoordelijke vertegenwoordiger van de fabrikant: Steve Ward<br />
Operations Director<br />
Thermadyne Europe<br />
Europa Building<br />
Chorley N Industrial Park<br />
Chorley, Lancashire,<br />
England PR6 7BX<br />
Handleiding 0-5133NL
1.08 Garantieverklaring<br />
Handleiding 0-5133NL<br />
ultra-cut <strong>200</strong><br />
BEPERKTE GARANTIE: Thermal Dynamics® Corporation (hierna "Thermal") garandeert dat haar producten vrij zullen zijn van materiaal-<br />
of fabricagefouten. Bij alle eventuele nalatigheden in overeenstemming met deze garantie binnen de onderstaande op de Thermal<br />
producten van toepassing zijnde vermelde termijn, zal Thermal, na hieromtrent te zijn geïnformeerd en na te hebben geconstateerd dat<br />
het product is opgeslagen, geïnstalleerd, bediend en onderhouden in overeenstemming met de specificaties, instructies, aanbevelingen<br />
van Thermal en de erkende standaardpraktijk van de bedrijfstak en dat het niet onderworpen is geweest aan misbruik, reparatie,<br />
verwaarlozing, wijziging of ongeval, dergelijke defecten corrigeren door geschikte reparatie of vervanging, naar volledig goeddunken<br />
van Thermal, van alle onderdelen of delen van het product welke Thermische zal hebben bepaald defect te zijn.<br />
DEZE GARANTIE IS EXCLUSIEF EN VERVANGT ALLE GARANTIE VAN VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN<br />
BEPAALD DOEL.<br />
BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID: Thermal zal in geen geval aansprakelijk zijn voor bijzondere of gevolgschade zoals, maar niet<br />
beperkt tot, beschadiging of verlies van gekochte of vervangingsgoederen, of claims van klanten van de distributeur (hierna: "Koper") voor<br />
dienstonderbreking. De hier uiteengezette remedies van de Koper zijn exclusief en de aansprakelijkheid van Thermal met betrekking<br />
tot een contract, of alles daarmee in verband gedaan, zoals de uitvoering of de breuk ervan, of van de productie, verkoop, levering,<br />
wederverkoop of het gebruik van alle goederen gedekt of geleverd door Thermal, hetzij voortvloeiend uit het contract, nalatigheid, strikte<br />
onrechtmatige daad of uit enige garantie of anderszins, zal, tenzij hier uitdrukkelijk anders voorzien, niet méér bedragen dan de prijs<br />
van de goederen waarop deze aansprakelijkheid is gebaseerd.<br />
DEZE GARANTIE VERVALT BIJ GEBRUIK VAN VERVANGENDE ONDERDELEN OF ACCESSOIRES WELKE DE VEILIGHEID OF<br />
PRESTATIES VAN ENIG THERMAL PRODUCT KUNNEN AANTASTEN.<br />
DEZE GARANTIE IS ONGELDIG BIJ VERKOOP VAN HET PRODUCT DOOR NIET-GEAUTORISEERDE PERSONEN.<br />
De beperkte garantieperiodes voor dit product bedragen: Een maximum van drie (3) jaar vanaf de datum van verkoop aan een erkende<br />
distributeur en een maximum van twee (2) jaar vanaf de datum van verkoop door deze distributeur aan de koper, en met verdere<br />
beperkingen op deze periode van twee (2) jaar (zie onderstaande grafiek).<br />
Onderdelen Arbeidskosten<br />
AutoCut© en UltraCut© Stroomvoorzieningen en onderdelen 2 jaar 1 jaar<br />
Toorts en leidingen<br />
XTTM-300 / XTTM-301 Toorts (exclusief slijtdelen) 1 jaar 1 jaar<br />
Reparatie/vervanging onderdelen 90 dagen 90 dagen<br />
Claims voor reparaties of vervangingen onder garantie uit hoofde van deze beperkte garantie moeten binnen dertig (30) dagen na de<br />
reparatie worden ingediend door een erkende Thermal Dynamics ® reparatiefaciliteit. Geen transportkosten van welke aard dan ook<br />
zullen worden betaald uit hoofde van deze garantie. Transportkosten voor het verzenden van producten naar een erkend centrum voor<br />
reparaties onder garantie zijn voor rekening van de klant. Alle goederen worden voor risico en kosten van de klant retourgezonden.<br />
Deze garantie vervangt alle voorgaande Thermal garanties.<br />
Geldig vanaf 19 augustus <strong>200</strong>5
SECTIE 2: SPECIFICATIES<br />
2.01 Algemene beschrijving van het systeem<br />
Een typische Ultra-Cut ®<strong>200</strong> systeemconfiguratie omvat::<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Eén stroomvoorziening<br />
Remote boogontsteking<br />
Gasbesturingsmodule<br />
Ventielsamenstel voor toorts<br />
Precisietoorts voor plasmasnijden<br />
Set van verbindingsleidingen<br />
De componenten worden tijdens de installatie verbonden.<br />
2.02 Stroomvoorziening plasma-apparaat<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
De stroomvoorziening levert de benodigde stroom voor de snijwerkzaamheden. De stroomvoorziening controleert<br />
ook de systeemprestaties en zorgt voor de koeling en circulatie van de koelvloeistof voor de toorts en<br />
leidingen.<br />
2.03 Remote boogontsteking<br />
Dit apparaat produceert een tijdelijke HF-impuls om de pilootboog mee te ontsteken. De pilootboog creëert<br />
een pad voor de overdracht van de hoofdboog naar het werkstuk. Wanneer de hoofdboog is gevormd gaat de<br />
pilootboog uit.<br />
2.04 Gasbesturingsmodule<br />
Met deze module kunt u op afstand de gasselectie, de verschillende druk- en vloeistofwaarden en de snijstroom<br />
instellen.<br />
2.05 Precisietoorts voor plasmasnijden<br />
De toorts brengt de gecontroleerde stroom via de hoofdboog over naar het werkstuk om het metaal mee te<br />
snijden.<br />
Handleiding 0-5133NL 2-1 SPECIFICATIES
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
2.06 Specifications & Electrical Requirements<br />
Ultra-Cut <strong>200</strong> Specificaties & ontwerpkenmerken<br />
Max nullastspanning (U0) 380 V gelijkstroom<br />
Minimale uitgangsstroom 10 A<br />
Max uitgangsstroom <strong>200</strong> A<br />
Uitgangsspanning 60 - 230 V gelijkstroom<br />
Nominale bedrijfscyclus<br />
Omgevingstemperatuur voor<br />
nominale bedrijfscyclus<br />
100% @ <strong>200</strong> A, 180 V, (32 kW)<br />
104°F (40°C)<br />
Werkingsgebied 14°F tot 122°F (-10°C tot + 50°C)<br />
Arbeidsfactor 0,70 @ <strong>200</strong> A gelijkstroomuitgang<br />
Koeling Geforceerde lucht (Klasse F)<br />
Ultra-Cut <strong>200</strong> stroomvoorziening<br />
Opgenomen vermogen Stroom<br />
Spanning Freq. 3-Fasen 3-Fasen Zekering (A)<br />
Draad (AWG –<br />
Amerikaanse diktemaat)<br />
(volt) (Hz) (kVA) (A) 3-Fasen 3-Fasen<br />
208 60 46 130 160 #2<br />
230 60 49 125 150 #2<br />
400 50 53 77 100 #2 1<br />
400 (CE) 50 54 77 100 #2 1<br />
Voeding Aanbevolen groottes (zie opmerking)<br />
460 60 59 75 90 #2 1<br />
600 50/60 52 51 70 #8<br />
Lijnspanningen met aanbevolen circuitbescherming en draadgroottes<br />
Gebaseerd op de National Electric Code en de Canadian Electrical Code<br />
2.07 Layout systeemcomponenten<br />
Primaire<br />
stroomvoorziening<br />
CNC<br />
Touchscreen<br />
besturing<br />
W<br />
Art # A-09124<br />
Ultra-Cut<br />
stroomvoorziening<br />
Retour pilootboog<br />
Negatief<br />
Toevoer koelvloeistof<br />
Retour koelvloeistof<br />
Besturingskabel<br />
P Besturingskabel K<br />
V<br />
Glasvezel<br />
Aardkabel alleen<br />
bij bovenop de<br />
PS gemonteerde<br />
DMC<br />
Maximale lengte 38,1 m<br />
F<br />
L<br />
F<br />
DMC-3000<br />
Gasconsole<br />
Maximale lengte 53,3 m<br />
Plasmagas H<br />
Glasvezel L<br />
Schermgas Q<br />
Voorstroom<br />
Besturingskabel<br />
Waterscherm<br />
Markering<br />
Werkkabel<br />
Maximale lengte 53,3 m<br />
Remote<br />
boogontsteking<br />
Maximale lengte 30,5 m<br />
Afscherming<br />
Toevoer koelvloeistof<br />
Retour koelvloeistof<br />
Afscherming<br />
Plasmagas<br />
Schermgas<br />
DPC-3000 Positioneringsslang<br />
Gasbesturing<br />
Toorts<br />
Werkstuk<br />
SPECIFICATIES 2-2 Handleiding 0-5133NL<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
R<br />
S<br />
T<br />
U<br />
O<br />
Retour pilootboog<br />
I<br />
J<br />
G
2.08 Afmetingen stroomvoorziening<br />
41.25 inch<br />
1050 mm<br />
Art # A-07182<br />
33 inch<br />
840 mm<br />
37.75 inch<br />
960 nm<br />
27 inch<br />
680 mm<br />
27.5 inch<br />
700 mm<br />
433 lb / 196 kg<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Handleiding 0-5133NL 2-3 SPECIFICATIES
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
2.09 Achterpaneel stroomvoorziening<br />
Connector<br />
gasbesturingconsole<br />
CNC-connector<br />
Connector remote<br />
boogontsteking<br />
Koelvloeistofaansluitingen<br />
Filter koelvloeistof<br />
Koelvloeistoftank<br />
2.10 Gasspecificaties<br />
Klem pilootboog (POS)<br />
Paneel vermogenschakelaars<br />
RETURN SUPPLY<br />
Klem werkkabel<br />
Toortsklem (neg)<br />
Aansluitklemmen<br />
netvoeding<br />
Wisselstroomlamp<br />
Art # A-04794<br />
Aardklemmen<br />
Afdekking klemmen<br />
Steunpaneel<br />
afdekking klemmen<br />
Kabelbeugel<br />
De klant zal voor alle gassen en drukregelaars zorgen. De gassen moeten van hoge kwaliteit zijn. Drukregelaars<br />
moeten tweetraps zijn en binnen 3 meter van de gasconsole worden geïnstalleerd.<br />
SPECIFICATIES 2-4 Handleiding 0-5133NL
MATERIAAL<br />
GEBRUIK<br />
30A SNIJDEN<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Ultra-Cut 300 stroomvoorziening: Druk- en stromingswaarden en kwaliteitsvereisten van de gebruikte gassen<br />
Gas Kwaliteit Minimale druk Stroming<br />
O2(zuurstof)<br />
N2(stikstof)<br />
Perslucht of lucht uit<br />
een fles<br />
H35 (argon-waterstof)<br />
H35 = 35% waterstof<br />
en 65% argon<br />
99,5% Zuiver (vloeibaar<br />
wordt aanbevolen)<br />
99,5% zuiver (vloeibaar<br />
wordt aanbevolen)<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
2.12 XTTM-300 Toortsspecificaties<br />
A. Toortsafmetingen<br />
19.00"<br />
482,68 mm<br />
15.50"<br />
393,78 mm<br />
6.30"<br />
160,10 mm<br />
Toortshuls<br />
Montagebuis<br />
3.54"<br />
89,87 mm<br />
2.74"<br />
69,55 mm<br />
1.57"<br />
39,96 mm<br />
Art # A-04897<br />
2.25"<br />
57,15 mm<br />
2.0"<br />
50,8 mm<br />
2.39"<br />
60,81 mm<br />
1.49"<br />
37,8 mm<br />
SPECIFICATIES 2-6 Handleiding 0-5133NL
B. Lengtes toortsleidingen<br />
C. Toortsdelen (algemene delen)<br />
Art # A-04741<br />
Schermgasmondstuk<br />
Samengestelde gasleidingen<br />
Lengte<br />
Voet Meter<br />
10 3,05<br />
15 4,6<br />
25 7,6<br />
50 15,2<br />
75 22,8<br />
100 30,4<br />
125 38,2<br />
150 45,7<br />
175 53,3<br />
Schermgasdiffusor<br />
Schermgasdiffusorkap<br />
D. Delen - Op hun - Plaats (PIP)<br />
Mondstuk<br />
Plasmagasdiffusor<br />
Elektrode<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Handleiding 0-5133NL 2-7 SPECIFICATIES<br />
Patroon<br />
De toorts is ontworpen voor gebruik met een stroomvoorziening die de retourstroom van de koelvloeistof<br />
meet om te bevestigen dat alle toortsonderdelen op hun plaats zijn. Bij een ontbrekende retourstroom van de<br />
koelvloeistof naar de stroomvoorziening zal de stroomvoorziening de toorts niet van stroom voorzien. Lekkage<br />
van de koelvloeistof uit de toorts wijst er tevens op dat toortsdelen ontbreken of onjuist zijn geïnstalleerd.<br />
E. Type koeling<br />
Een combinatie van een gasstroom door de toorts en koeling met vloeistof.<br />
F. XTTM-300 Specificaties van de toorts (met Ultra-CutTM 300 stroomvoorziening)<br />
Technische specificaties van de XT-300 toorts<br />
voor gebruik met Ultra-Cut <strong>200</strong> stroomvoorziening<br />
Omgevingstemperatuur<br />
104° F<br />
40° C<br />
Bedrijfscyclus 100% @ <strong>200</strong> A<br />
Maximale stroom 300 A<br />
Spanning (Vpiek) 500 V<br />
Boogontstekingsspanning 10 kV<br />
Stroom<br />
Tot <strong>200</strong> A, gelijkstroom,<br />
negatieve polariteit<br />
Gasspecificaties XT-300 Toorts<br />
Plasmagassen:<br />
Perslucht, zuurstof, stikstof, H35<br />
Schermgassen:<br />
Perslucht, zuurstof, stikstof,<br />
water<br />
Bedrijfsdruk 125 psi ± 10 psi<br />
8,6 bar ± 0,7 bar<br />
Maximale inlaatdruk 135 psi/9,3 bar<br />
G. Plasmastroomvoorziening gebruikt met:<br />
• Thermal Dynamics Ultra-Cut ® 300
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
SPECIFICATIES 2-8 Handleiding 0-5133NL
3.01 Installatievereisten<br />
Elektrische stroomvoorziening<br />
SECTIE 3: INSTALLATIE<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Het elektriciteitsnet en de gas- en watervoorzieningssystemen moeten voldoen aan de plaatselijke veiligheidsnormen.<br />
Deze overeenstemming moet door gekwalificeerd personeel worden gecontroleerd.<br />
Ultra-Cut <strong>200</strong> stroomvoorziening<br />
Opgenomen vermogen Stroom<br />
Spanning Freq. 3-Fasen 3-Fasen Zekering (A)<br />
Draad (AWG –<br />
Amerikaanse diktemaat)<br />
(volt) (Hz) (kVA) (A) 3-Fasen 3-Fasen<br />
208 60 46 130 160 #2<br />
230 60 49 125 150 #2<br />
400 50 53 77 100 #2 1<br />
Voeding Aanbevolen groottes (zie opmerking)<br />
400 (CE) 50 54 77 100 #2 1<br />
460 60 59 75 90 #2 1<br />
600 50/60 52 51 70 #8<br />
Lijnspanningen met aanbevolen circuitbescherming en draadgroottes<br />
Gebaseerd op de National Electric Code en de Canadian Electrical Code<br />
LET OP!<br />
De waarden voor de zekeringen en bedradingen dienen alleen ter referentie. De installatie moet voldoen aan<br />
nationale en lokale codes voor de gebruikte types en wijzen van bedrading.<br />
Gastoevoer<br />
De klant moet zelf voor alle gassen en drukregelaars zorgen. De gassen moeten van hoge kwaliteit<br />
zijn. De drukregelaars moeten tweetraps zijn en zo dicht mogelijk bij de gasconsole zijn geïnstalleerd.<br />
Verontreinigd gas kan één of meer van de volgende problemen veroorzaken:<br />
• Lagere snijsnelheid<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Slechte snijkwaliteit<br />
Slechte snijprecisie<br />
Kortere levensduur van de slijtdelen.<br />
Verontreiniging door olie of vet afkomstig van de perslucht of van de lucht uit de fles kan in<br />
combinatie met zuurstof brand veroorzaken.<br />
Vereisten van het koelsysteem<br />
De koelvloeistof moet tijdens de installatie aan het systeem worden toegevoegd. De vereiste hoeveelheid hangt<br />
af van de lengte van de toortsleidingen. Thermal Dynamics adviseert het gebruik van haar koelvloeistoffen<br />
7-3580 en 7-3581 (voor lage temperaturen).<br />
Cat. Nummer en mengsel Mengsel Beschermt tot<br />
7-3580 "Extra-Cool ' 25 / 75 10° F / -12° C<br />
7-3581 'Ultra-Cool' 50 / 50 -27° F / -33° C<br />
7-3582 'Extreme Cool' Concentraat* -76° F / -60° C<br />
Karakteristieken van de koelvloeistof<br />
* Voor menging met DI Cool 7-3583<br />
Handleiding 0-5133NL 3-1 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3.02 Layout van het systeem<br />
Zie sectie 3.05 voor aardaansluitingen en aardkabels<br />
Primaire<br />
stroomvoorziening<br />
CNC<br />
Touchscreen<br />
besturing<br />
W<br />
Art # A-09124<br />
Ultra-Cut<br />
stroomvoorziening<br />
Retour pilootboog<br />
Negatief<br />
Toevoer koelvloeistof<br />
Retour koelvloeistof<br />
Besturingskabel<br />
P Besturingskabel K<br />
V<br />
Glasvezel<br />
Aardkabel alleen<br />
bij bovenop de<br />
PS gemonteerde<br />
DMC<br />
Maximale lengte 38,1 m<br />
F<br />
L<br />
F<br />
DMC-3000<br />
Gasconsole<br />
Maximale lengte 53,3 m<br />
Plasmagas H<br />
Glasvezel L<br />
Schermgas Q<br />
Voorstroom<br />
Besturingskabel<br />
Waterscherm<br />
Markering<br />
Werkkabel<br />
Maximale lengte 53,3 m<br />
Remote<br />
boogontsteking<br />
Maximale lengte 30,5 m<br />
Afscherming<br />
Toevoer koelvloeistof<br />
Retour koelvloeistof<br />
Afscherming<br />
Plasmagas<br />
Schermgas<br />
DPC-3000 Positioneringsslang<br />
Gasbesturing<br />
Toorts<br />
Werkstuk<br />
INSTALLATIE 3-2 Handleiding 0-5133NL<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
R<br />
S<br />
T<br />
U<br />
O<br />
Retour pilootboog<br />
I<br />
J<br />
G
3.03 Identificatie kabels & leidingen<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
F<br />
F1<br />
G<br />
I<br />
J<br />
K<br />
L<br />
14<br />
37<br />
H, Q,<br />
R, T, U<br />
S,V<br />
16 pin<br />
O<br />
P, W<br />
14/11<br />
Groen<br />
Rood<br />
#8 AWG kabel<br />
#1 AWG kabel<br />
Groen<br />
Rood<br />
Groen / Geel # 4 AWG (16 mm2)<br />
Groen / Geel 1/0 (50 mm2)<br />
1/0 kabel (1/0 (50 mm)<br />
2<br />
Retour pilootboog, van<br />
stroomvoorziening naar<br />
boogontsteking<br />
Negatieve leiding, van<br />
stroomvoorziening naar<br />
boogontsteking<br />
Koelvloeistoftoevoerleiding,<br />
van stroomvoorziening naar boogontsteking<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Handleiding 0-5133NL 3-3 INSTALLATIE<br />
Art # A-09125_AB<br />
Retourleiding koelvloeistof,<br />
stroomvoorziening naar boogontsteking<br />
Besturingskabel, van stroomvoorziening<br />
naar boogontsteking<br />
Aardkabel<br />
Aardkabel, van remote<br />
boogontsteking naar aarde<br />
Afgeschermd toortsleidingensamenstel,<br />
van remote boogontsteking naar toorts<br />
Plasmagasleiding, van toortsventiel<br />
naar toorts<br />
Schermgasleiding, van toortsventiel<br />
naar toorts<br />
Besturingskabel, vanuit de stroomvoorziening<br />
Glasvezelkabel,<br />
van stroomvoorziening<br />
naar DMC-3000<br />
Voor gebruik met DFC-3000<br />
S - Besturingskabel, van<br />
DMC-3000 naar DPC-3000<br />
V - TSC-3000 naar PS<br />
Werkkabel<br />
P-CNC-kabel (14 draads)<br />
W-CNC-Communicatiekabel (11 draden)
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3.04 Opheffen van de stroomvoorziening<br />
WAARSCHUWINGEN<br />
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Voordat u de eenheid verplaatst moet u de<br />
netvoeding uitschakelen en de voedingskabels loskoppelen. VALLENDE APPARATUUR kan ernstig<br />
persoonlijk letsel en schade aan de apparatuur veroorzaken. Gebruik alle vier hijsogen wanneer u<br />
hijsriemen gebruik om de stroomvoorziening mee op te heffen.<br />
Gebruik een heftruck, kraan of takel om de unit van de transportpallet te tillen, zoals afgebeeld. Houd de stroomvoorziening<br />
stabiel en verticaal. Til hem niet hoger op dan nodig om hem van de pallet vrij te maken. Zorg ervoor<br />
dat alle panelen en schroeven goed bevestigd zijn voordat u met het opheffen begint.<br />
Art # A-04796<br />
Zet de stroomvoorziening op een stevige, vlakke ondergrond. De installateur kan de stroomvoorziening vastzetten<br />
op de vloer of op een ondersteunende armatuur met bevestingsbeugels door de horizontale delen van de pootjes<br />
van de stroomvoorziening.<br />
3.05 De afdekking van de aansluitingen verwijderen<br />
De primaire voedingskabel moet worden geleverd door de eindgebruiker en worden aangesloten op de stroomvoorziening.<br />
Verwijder de afdekking van de aansluitingen aan de achterzijde van de stroomvoorziening. Wees voorzichtig bij<br />
het verwijderen van dit paneel, er is een aarddraad verbonden met de binnenzijde ervan. U moet deze draad<br />
niet losmaken.<br />
INSTALLATIE 3-4 Handleiding 0-5133NL
Afdekking van de<br />
aansluitingen (verwijderd)<br />
Art # A-04797<br />
Aansluitpaneel<br />
Controleer / regel de ingangsspanningsconfiguratie voor 208/230 V en 460V systemen<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
1. De 208/230 V en 460 V stroomvoorziening bevat een spanningsconfiguratieplaatje waarvan de stand overeen<br />
moet stemmen met de primaire ingangsspanning. Verwijder het linker zijpaneel van de stroomvoorziening<br />
en identificeer het spanningsconfiguratieplaatje. De ingangsspanningsconfiguratie is die zichtbaar aan de<br />
bovenzijde van het plaatje.<br />
2. Indien nodig kunt u de jumper rechtsboven op het plaatje loskoppelen, het plaatje dan verwijderen en weer<br />
terugplaatsen met de juiste ingangsspanning afgebeeld aan de bovenzijde ervan.<br />
3. Plaats de jumper terug. Plaats het zijpaneel van de stroomvoorziening terug.<br />
Handleiding 0-5133NL 3-5 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Omvormermodule<br />
208/230 V / 460 V<br />
Plaatje ingangsspanning<br />
(Afgebeeld in 460 V stand)<br />
Art # A-04856<br />
1. Trek de connector los<br />
Verbind de ingangsspanningskabels en de aardkabels van het systeem<br />
2. Verwijder de bouten.<br />
3. Keer het plaatje om.<br />
4. Plaats het plaatje terug.<br />
5. Plaats de connector terug.<br />
1. Pel voorzichtig een stukje van de buitenmantel van de primaire ingangskabel af om de afzonderlijke draden<br />
bloot te leggen. Pel een stukje van de isolatie van de afzonderlijke draden af. Leid de kabel omhoog via de<br />
leidingklemmen onderop het achterpaneel, vervolgens door het steunpaneel van de aansluitingenafdekking<br />
aan de achterzijde van de stroomvoorziening.<br />
2. Plaats de blootgelegde uiteinden van de 3 fasendraden in de aansluitklemmen L1, L2 en L3.<br />
3. Sluit de afzonderlijke kabels aan zoals afgebeeld. Sluit het aardsnoer van de voedingskabel aan op de aardklem.<br />
LET OP!<br />
De doorzichtige afdekking van de aansluitingen mag niet worden verwijderd.<br />
4. Indien noodzakelijk moet u een aardkabel (F1) door de laatste opening in het steunpaneel van de aansluitingenafdekking,<br />
naast de voedingskabel, trekken. Sluit de kabel aan op de aardklem op het achterpaneel<br />
van de stroomvoorziening Raadpleeg de sectie Aardaansluitingen voor alle details en procedures voor een<br />
correcte aarding van het systeem.<br />
INSTALLATIE 3-6 Handleiding 0-5133NL
Art # A-07659_AB<br />
Aansluitpaneel<br />
naar remote boogontsteking<br />
PILOT WORK TORCH<br />
naar remote boogontsteking<br />
Afdekking aansluitingen<br />
AC INPUT<br />
L1 L2 L3<br />
Voedingskabel<br />
Aardklem<br />
Aardkabel systeem<br />
Aarde voedingskabel<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Steunpaneel afdekking<br />
aansluitingen<br />
System Ground Cable<br />
Kabelbeugel<br />
Handleiding 0-5133NL 3-7 INSTALLATIE<br />
L1<br />
L2<br />
L3
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3.06 Aansluiting van de werk- en pilootkabel en negatieve leidingen<br />
1. Haal de uiteinden van de werk- en pilootkabel en de negatieve leidingen omhoog door de kabelbeugel<br />
aan de onderkant van de achterwand en vervolgens door de openingen in het steunpaneel van de<br />
aansluitingenafdekking<br />
2. Zie de tekening. Sluit de leidingen aan zoals afgebeeld. Zet ze stevig vast. Trek ze niet te strak aan.<br />
LET OP!<br />
De doorzichtige afdekking van de aansluitingen mag niet worden verwijderd.<br />
Piloot<br />
Toorts<br />
Werkstuk<br />
PILOT WORK TORCH<br />
Art # A-07660_AB<br />
Afdekking aansluitingen<br />
Werkleiding<br />
Pilootleiding - naar<br />
remote boogontsteking<br />
Aansluitpaneel<br />
INSTALLATIE 3-8 Handleiding 0-5133NL<br />
AC INPUT<br />
L1 L2 L3<br />
Toortsleiding - naar remote boogontsteking<br />
naar snijtafel<br />
Steunpaneel afdekking<br />
aansluitingen<br />
Detailtekening leidingaansluiting<br />
Kabelbeugel<br />
3. Installeer de afdekking van de aansluitingen weer terug op de stroomvoorziening. Draai de hardware goed<br />
met de hand vast. Trek ze niet te strak aan.
3.07 Aardaansluitingen<br />
Aardpen<br />
Remote boogontsteking<br />
(RAS-1000)<br />
Snijmachine / snijbank<br />
Snijtafel<br />
1/0<br />
Aardkabel<br />
(F1)<br />
Toorts<br />
1/0<br />
Aardkabel geleverd<br />
door de klant<br />
0 tot 10 voet (0 - 3 m) Ideaal<br />
20 voet (6 m) Maximum<br />
Steraardepunt op snijtafel<br />
DPC-3000 Gasbesturing<br />
primaire locatie<br />
TSC-3000<br />
remote<br />
(F)<br />
# 4 AWG<br />
aarde<br />
(F)<br />
A. Elektromagnetische interferentie (EMI)<br />
TSC-3000 Intern<br />
Stroomvoorziening<br />
1/0 Werkkabel<br />
1/0 Aardkabel<br />
Steraardepunt<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Opmerking: De DMC-3000 gasbesturing<br />
kan bovenop de stroomvoorziening worden<br />
gemonteerd. In dat geval moet hij<br />
rechtstreeks naar de stroomvoorziening<br />
worden geaard met # 4 AWG aarde, (F).<br />
Deze alternatieve locatie vereist aarding van<br />
de stroomvoorziening naar de steraarde met<br />
1/0 aardkabel (F1).<br />
Art # A-09128<br />
Het ontsteken van de pilootboog genereert een bepaalde hoeveelheid elektromagnetische interferentie (EMI),<br />
gewoonlijk RF-ruis genoemd. Deze RF-ruis kan interfereren met andere elektronische apparatuur, zoals CNCcontrollers,<br />
afstandsbedieningen, hoogte-controllers, enz. Om de RF-interferentie te minimaliseren moet u zich<br />
bij het installeren van gemechaniseerde systemen aan de volgende aardingsprocedures houden:<br />
B. Aarding<br />
1. Het aardingstype waaraan de voorkeur wordt gegeven is een enkelpunts- of “ster” aarding. Het enkele punt,<br />
gewoonlijk op de snijtafel, wordt met een 1/0 AWG (Europees 50 mm2) draad of groter verbonden met een<br />
goede aarding (weerstand van minder dan 3 ohm; een ideale aardingsweerstand is 1 ohm of minder). Zie<br />
paragraaf ‘C’, Een aarde creëren. De aardpen moet zo dicht mogelijk bij de snijtafel worden geplaatst, idealiter<br />
op minder dan 10 voet (3,0 m), maar niet verder dan 20 voet (6,1 m) van de snijtafel.<br />
OPMERKING<br />
Alle aarddraden moeten zo kort mogelijk zijn. Lange draden zullen een hogere weerstand tegen<br />
RF-frequenties hebben. Draad met een kleinere diameter heeft een hogere weerstand tegen RFfrequenties;<br />
draad met een grotere diameter verdient dus aanbeveling.<br />
2. Aarding van op de snijtafel gemonteerde onderdelen (CNC-besturingen, hoogte-controllers, plasma-afstandsbedieningen,<br />
enz.) moet overeenstemmen met de aanbevelingen van de fabrikant voor draadgrootte, type<br />
en aansluitpunt-locaties.<br />
Wij bevelen voor de componenten van Thermal Dynamics (behalve de remote boogontsteking en de gasbesturingsmodule)<br />
een draad van minimaal 10 AWG (Europa 6 mm2) of een platte kopervlecht met een<br />
doorsnede van 10 AWG of groter, verbonden met het snijtafelframe. De remote boogontsteking gebruikt een<br />
1/0 aarddraad en de gasbesturingsmodule moet een draad gebruiken van minimaal # 4 AWG. Het aansluitpunt<br />
moet op schoon blank metaal worden gemaakt; roest en verf zullen slechte verbindingen veroorzaken.<br />
Voor alle onderdelen kunt u draden gebruiken met een diameter die groter is dan het aanbevolen minimum,<br />
hetgeen de bescherming tegen geluidshinder kan verbeteren.<br />
3. Het frame van de snijmachine wordt vervolgens met behulp van een draad van 1/0 AWG (Europa: 50 mm2)<br />
of groter verbonden met het steraardepunt.<br />
Handleiding 0-5133NL 3-9 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
4. De werkkabel van de plasma-stroomvoorziening (zie OPMERKING) is aangesloten op de snijtafel via het<br />
enkele steraardepunt.<br />
OPMERKING<br />
Sluit de werkkabel NIET rechtstreeks aan op de aardpen. Rol overtollige aardingskabels of voedingskabels<br />
NIET op. Snij ze op de juiste lengte af en maak de terminals naar behoeven klaar.<br />
5. Zorg ervoor dat de werkkabel en aardingskabels naar behoren zijn aangesloten. De werkkabel moet een<br />
degelijke verbinding hebben met de snijtafel. De werk- en aardaansluitingen moeten vrij zijn van roest, vuil,<br />
vet, olie en verf. Slijp of schuur ze het indien nodig tot blank metaal. Gebruik sluitringen om de verbindingen<br />
stevig te houden. Het gebruik van elektrische verbindingensamenstellingen wordt eveneens aanbevolen.<br />
6. Het chassis van de plasma-stroomvoorziening wordt aangesloten op de aarding van het stroomvoorzieningssysteem<br />
zoals vereist door de elektriciteitsvoorschriften. Indien de plasmastroomvoorziening zich dicht in de<br />
buurt van de snijtafel bevindt (zie OPMERKING) is een tweede aardpen meestal niet nodig; het zou zelfs<br />
schadelijk kunnen zijn vanwege de kans op ringstromen van de aarde die storingen zullen veroorzaken.<br />
Wanneer de plasmastroomvoorziening ver van de aardpen afstaat en interferenties worden geconstateerd,<br />
kan installatie van een tweede aardpen vlakbij de plasmastroomvoorziening uitkomst brengen. Het chassis<br />
van de plasmastroomvoorziening moet in zo’n geval op de aardpen worden aangesloten.<br />
OPMERKING<br />
Indien mogelijk verdient het aanbeveling om de plasmastroomvoorziening op een afstand van 20 – 30<br />
voet (6,1 – 9,1 m) van de snijtafel te plaatsen.<br />
7. De plasma-besturingskabel moet worden afgeschermd en de afscherming mag uitsluitend aan de zijde van<br />
de snijmachine worden aangesloten. Aansluiting van de afscherming aan beide zijden zal leiden tot kringstromen<br />
van de aarde welke meer interferenties zal kunnen veroorzaken dan bij een aansluiting zonder enige<br />
afscherming.<br />
Een aarding creëren<br />
1. Voor de creatie van een degelijke aarding met weinig weerstand moet u een met koper beklede aardpen<br />
van 1/2 inch (12 mm) diameter of grotere, tenminste 6 - 8 voet (1,8 – 2,4 m) in de grond slaan opdat de pen<br />
over het grootste deel van de lengte ervan rechtstreeks in aanraking komt met de vochtige grond. Afhankelijk<br />
van de locatie kan een grotere diepte nodig zijn om een lagere aardingsweerstand te verkrijgen (zie<br />
OPMERKING). Aardpennen zijn gewoonlijk 10 voet (3,0 m) lang en kunnen aan elkaar worden gelast om<br />
grotere lengtes te krijgen. Plaats de pen zo dicht mogelijk in de buurt van de werktafel. Breng een aarddraad<br />
1/0 AWG (Europa: 50 mm2) of groter aan tussen de aardpen en het steraardepunt op de snijtafel.<br />
OPMERKING<br />
Idealiter zal een goed geïnstalleerde aardpen een weerstand hebben van drie ohm of minder.<br />
Voor het testen van een goede aarding verwijzen wij naar het volgende schema. Idealiter zal de lezing op<br />
de multimeter als volgt zijn.<br />
INSTALLATIE 3-10 Handleiding 0-5133NL
LET OP!<br />
Er moeten geen andere aansluitingen worden gemaakt op de geteste aardpen.<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Bij deze test wordt ervan uitgegaan dat de neutrale pool van de 115 of 230 V wisselstroombron wordt aangesloten<br />
op de aarding van de voorziening.<br />
NEUTRAAL<br />
Aarding<br />
NEUTRALE<br />
SONDE<br />
ELEKTRISCH HEET<br />
ELEKTRISCH<br />
HETE<br />
SONDE<br />
WAARSCHUWING<br />
Wees zeer voorzichtig. Bij deze test<br />
wordt elektrische spanning gebruikt.<br />
100W gloeilamp*<br />
* Kann als Ersatz * u kunt de gloeilamp<br />
vervangen met een 100w weerstand<br />
Gebruik 100 ohm voor 115 V wisselstroom.<br />
Gebruik 500 ohm voor 230 V wisselstroom.<br />
Testen van de aarde<br />
Aardpen waarvan alle<br />
andere aansluitingen<br />
zijn verwijderd<br />
Bij 115 V wisselstroom lijn:<br />
3V wisselstroom = 3 ohm<br />
1V wisselstroom = 1 ohm<br />
Bij 230 V wisselstroom lijn:<br />
1,5 V wisselstroom = 3 ohm<br />
0,5 V wisselstroom = 1 ohm<br />
Art # A-07252<br />
2. engtes van de aardpen van meer dan 20 - 30 voet (6,1 – 9,1 m) zullen over het algemeen niet leiden tot<br />
een grotere efficiëntie van de aardpen. Een pen met een grotere diameter en dus een groter oppervlak kan<br />
daarentegen wel helpen. Soms zal het constant bevochtigen van de grond rondom de pen met wat water<br />
ook helpen. Het toevoegen van zout aan de grond door bevochtiging met zout water zal de weerstand eveneens<br />
verminderen. U kunt ook een chemisch aardpen proberen. Bij toepassing van deze methodes zult<br />
u periodiek de aardingsweerstand moeten controleren om u ervan te verzekeren dat de aarding nog steeds<br />
goed functioneert.<br />
D. Passage van de toortsleidingen<br />
1. Om de RF-interferentie te minimaliseren moet u de toortsleidingen zover mogelijk van alle CNC-componenten,<br />
aandrijfmotoren, besturingskabels of primaire voedingsleidingen houden. Indien noodzakelijk moeten kabels<br />
in een hoek over de toortsleidingen lopen. Laat in zones met elektrische spanning de plasmabesturing of<br />
andere besturingskabels niet parallel aan de toortsleidingen lopen.<br />
2. Houd de toorts en leidingen schoon. Vuil en metalen deeltjes zullen energie laten lekken, hetgeen startproblemen<br />
en verhoogde kans op RF-interferentie veroorzaakt.<br />
Handleiding 0-5133NL 3-11 INSTALLATIE<br />
VAC
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3.08 Aansluiting van de koelvloeistofslangen<br />
1. Sluit de via de kleurcodes herkenbare koelvloeistofslangen aan op de koelingsaansluitingen op het<br />
achterpaneel van de stroomvoorziening De toevoerlijn (out) is groen gemarkeerd en de retourlijn (in)<br />
rood.<br />
elvloeistofaansluitingen<br />
Art # A-04800<br />
COOLANT<br />
RETURN SUPPLY<br />
ROOD<br />
GROEN<br />
RETURN SUPPLY<br />
Naar remote<br />
boogontsteking<br />
INSTALLATIE 3-12 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3.09 Aansluiting besturingskabels voor CNC, remote boogontsteking en<br />
DMC-3000<br />
1. Sluit een uiteinde van iedere kabel aan op de stroomvoorziening.<br />
2. Sluit het andere uiteinde van de CNC-kabel aan op het CNC-apparaat.<br />
3. De afscherming van de CNC-kabel moet op de aarde worden aangesloten.<br />
naar DMC-3000<br />
naar CNC-besturing<br />
Naar remote boogontsteking<br />
RETURN SUPPLY<br />
Art # A-09129<br />
Handleiding 0-5133NL 3-13 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3.10 Aansluiting TSC-3000 kabel en DMC-3000 glasvezelkabel op CCM<br />
1. Verwijder de plastic dop in de CCM met de naam GCM/DCM aan de achterzijde van de stroomvoorziening.<br />
naar TSC-3000<br />
Glasvezel naar<br />
DMC-3000<br />
LET OP!<br />
RETURN SUPPLY<br />
Art # A-09134<br />
Vermijd het knikken, verdraaien of verfrommelen van de glasvezelkabel. De kabel kan beschadigd<br />
raken indien geforceerd in korte bochten.<br />
2. Verwijder de buitenste dunne moer van de kabelwartel op het ene eind van de glasvezelkabel (L) voor<br />
de verbinding tussen het CCM-deel van de stroomvoorziening en de DMC-3000.<br />
3. Haal de steker en draden van de glasvezelkabel door de opening waaruit u de plastic dop “GCM/DCM”<br />
heeft verwijderd en laat de dunne moer weer terugglijden over de glasvezelkabel.<br />
4. Zet de dunne moer vast op de kabelwartel zodat zowel aan de binnen- als buitenzijde beide moerzijden<br />
strak tegen het bladmetaal aanliggen.<br />
5. Steek de glasvezelkabel in de printplaat als onderstaand afgebeeld. Verzeker u ervan dat de blokkeerlipjes<br />
vastgeklikt zijn.<br />
INSTALLATIE 3-14 Handleiding 0-5133NL
Glasvezelkabelcontact<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Dunne moer<br />
om de kabelwartel<br />
mee vast te zetten<br />
Art # A-09136<br />
6. Controleer de uitlijningspen en sluit daarna de TSC-3000 kabel (V) aan op de achterzijde van de CCM<br />
zoals onderstaand afgebeeld.<br />
TSC-3000 Kabel<br />
DCM-3000<br />
glasvezelkabel<br />
Art # A-09137<br />
Handleiding 0-5133NL 3-15 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3.11 Instelling switches op de bedienings- besturingsmodule<br />
Vergelijk de bedienings- en besturingsmodule met de tekening. Volg de aanwijzingen in deze sectie voor een<br />
module met een externe afdekking van de aansluitingen.<br />
Verwijder de rechterzijde van de stroomvoorziening. Stel de switches op de CCM (Bedienings- Controlemodule)<br />
in als weergegeven in de tekening. U vindt alle details met betrekking tot de switch-instellingen en aansluitingen<br />
in de Bijlage.<br />
LET OP!<br />
De printplaten in de bedienings- en besturingsmodule zijn gevoelig voor statische elektriciteit. Ontlaad alle in<br />
uw lichaam of de in omgeving opgehoopte statische stroom voordat u de printplaten aanraakt.<br />
O<br />
N<br />
SW1 SW3 SW4 SW5 SW8<br />
1 2 3 4 1 2 1 2 1 2 1 2 3 4 1 2<br />
SW-1-1: Auto Pilot Restart. 1 = AAN = auto-piloot functie ingeschakeld.<br />
1 = UIT = auto-piloot functie uitgeschakeld (fabrieksinstelling).<br />
SW-1-2: Pilot Delay 2 = UIT, 3 = UIT, 4 = UIT: 0 seconde (fabrieksinstelling).<br />
SW-1-3: Pilot Delay 2 = AAN, 3 = UIT, 4 = UIT: 0,1 seconde<br />
SW-1-4: Pilot Delay 2 = UIT, 3 = AAN, 4 = UIT: 0,2 seconde<br />
2 = AAN, 3 = AAN, 4 = UIT: 0,4 seconde<br />
2 = UIT, 3 = UIT, 4 = AAN: 0,8 seconde<br />
2 = AAN, 3 = UIT, 4 = AAN: 1,0 seconde<br />
2 = UIT, 3 = AAN, 4 = AAN: 1,5 seconde<br />
2 = AAN, 3 = AAN, 4 = AAN: 2,0 seconden<br />
SW-3: Gas-voorstroomtijd 1 = UIT, 2 = UIT: 2 seconden<br />
1 = AAN, 2 = UIT: 4 seconden<br />
1 = UIT, 2 = AAN: 6 seconden<br />
1 = AAN, 2 = AAN: 8 seconden<br />
SW-4: Nastroomtijd 1 = UIT, 2 = UIT: 10 Seconden (fabrieksinstelling).<br />
1 = AAN, 2 = UIT: 20 seconden<br />
1 = UIT, 2 = AAN: 5 seconden<br />
1 = AAN, 2 = AAN: 0 seconden<br />
SW-5-1: Mondstukbescherming Gereserveerd voor fabrieksgebruik.<br />
SW-5-2: Buiten plaat Gereserveerd voor fabrieksgebruik.<br />
Future Use<br />
INSTALLATIE 3-16 Handleiding 0-5133NL<br />
O<br />
N<br />
Active only when<br />
SW-1-1 is set to ON.<br />
SW 8-1: Piloottijd UIT = kort (85 ms) (fabrieksinstelling).<br />
AAN = lang (3 s)<br />
* SW 8-3 tot Firmware<br />
SW 8-2: Remote stroom UIT = uitgeschakeld (fabrieksinstelling).<br />
AAN = (remote analoge stroombesturing)<br />
V3.5 gereserveerd<br />
voor fabrieksgebruik<br />
*SW 8-3: Nieuwe poging auto-overdracht UIT = ingeschakeld tot 3 pogingen (fabrieksinstelling).<br />
AAN = uitgeschakeld<br />
Art # A-09166<br />
SW 8-4: Remote markering UIT = uitgeschakeld (fabrieksinstelling).<br />
AAN = remote markering SW ingeschakeld bij TB3-1&2
LET OP!<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
De printplaten in de bedienings- en besturingsmodule zijn gevoelig voor statische elektriciteit. Ontlaad alle in<br />
uw lichaam of in de omgeving opgehoopte statische stroom voordat u de printplaten aanraakt.<br />
SW6<br />
SW12<br />
SW-6: OK-to-Move: Contactsluiting, 120 V wisselstroom @ 1 A (fabrieksinstelling) of<br />
V gelijkstroom (16-18 V gelijkstroom @ tot 100 mA)<br />
SW-11: Analoge stroombesturing B = van gasbesturing (fabrieksinstelling) of A = remote analoge bron.<br />
Stand A vereist dat SW-8-2 op AAN staat.<br />
SW-12-1/2/3/4: Verdeelde boogsignaal All = UIT = 50:1 (fabrieksinstelling)<br />
SW13: Auto-gas switch-standen<br />
SW13<br />
SW11<br />
1 = AAN = 16.6:1<br />
2 = AAN = 30:1<br />
3 = AAN = 40:1<br />
4 = AAN = 25:1<br />
1 2 3 4<br />
Slechts 1 per keer.<br />
Art # A-09167<br />
SW13 (Let op! De posities 3-4 worden nog niet gebruikt)<br />
Handleiding 0-5133NL 3-17 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3.12 Aansluitingen hoogtebesturing<br />
De aansluitstrip heeft een ARC (boog) volt (-) aansluiting naar de negatieve TORCH (toorts) uitgangsklem<br />
van de stroomvoorziening en een ARC (boog) volt (+) aansluiting naar de positieve WORK (werkstuk) uitgangsklem<br />
van de stroomvoorziening. Deze dienen voor de hoogtebesturing die moet worden aangesloten<br />
op de volledige niet-verdeelde boogspanning. Op de aansluitstrip vinden we tevens 120 V wisselstroom<br />
(120,0) en 24 V wisselstroom (24, 0) aansluitingen. Let op! De twee nullen zijn niet gemeenschappelijk. De<br />
toegestane stroomstoot is 100ma @ 120 V wisselstroom en 1A @ 24 V wisselstroom.<br />
OPMERKING<br />
In het achterpaneel is boven het J55-GCM contact een extra opening aangebracht voor de bedrading van de<br />
klant. Ten opzichte van de CCM Art # zal A-08404 dit gewoonlijk de plaats zijn voor de extra bedrading (en snoerontlasting)<br />
van de klant voor de aansluitingen naar de hoogtebesturing enz.<br />
3.13 Installatie van de DMC-3000 gasverdeelstukbesturing<br />
De DMC-3000 gasbesturing moet op een passende plek waar hij gemakkelijk voor de systeemoperator toegankelijk<br />
is worden geïnstalleerd. De unit moet op een vlak, horizontaal oppervlak worden gemonteerd. Bij montage<br />
van de module op een basis die kan trillen of bewegen moet de installateur de module goed stevig op de basis<br />
vastzetten.<br />
De module moet zover mogelijk van de boogontsteking worden geplaatst om elektromagnetische interferentie<br />
te vermijden. De besturingskabel mag in hetzelfde spoor als de kabels van de boogontsteking worden gelegd.<br />
De module komt compleet met pootjes om het bodempaneel boven het montageoppervlak te houden. Het<br />
bodempaneel heeft ventilatiegaten; de ruimte tussen het bodempaneel en het montageoppervlak moet open<br />
blijven om de ventilatielucht de module in te laten stromen. Ook de louvers op het achterpaneel van de module<br />
mogen niet worden geblokkeerd om de passage van de ventilatielucht niet te verhinderen.<br />
INSTALLATIE 3-18 Handleiding 0-5133NL<br />
4
Montage-afmetingen<br />
DMC-3000 zijaanzicht<br />
Voorbereiding<br />
Art # A-09138<br />
13.60 in<br />
[345.6 mm]<br />
DMC-3000 bovenzijde<br />
7.08 in<br />
[179.8 mm]<br />
5.00 in<br />
[127.0 mm]<br />
.30 in<br />
[7.62 mm]<br />
1. Verwijder de schroeven waarmee de afdekking op de module is bevestigd.<br />
Verwijder 2 schroeven<br />
11.44 in<br />
[290.6 mm]<br />
12.18 in<br />
[309.4 mm]<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Draai twee schroeven los of verwijder ze<br />
2. Verwijder de afdekking voorzichtig van de module en let op voor de aangesloten bedradingsbundel die<br />
is verbonden met J1. Verwijder de bedradingsbundel en zet de afdekking weg.<br />
Handleiding 0-5133NL 3-19 INSTALLATIE<br />
Art # A-09139
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Verwijdering van de afdekking<br />
Art # A-09140<br />
3. Sluit alle slangen en kabels aan op de achterzijde van de DMC-3000 uitgezonderd de glasvezelkabel die<br />
we later zullen behandelen. Vermijd het verdraaien van reeds in de unit aangebrachte fittings door er<br />
een sleutel op te plaatsen voordat u de slangaansluiting erop vastdraait.<br />
OPMERKING<br />
Art # A-09141<br />
Bij vervanging van bestaande fittings in de basis: moet u, voor een veilige afsluiting, een dichtingsmiddel op de<br />
schroefdraad van de fittings aanbrengen, overeenkomstig de instructies van de fabrikant. Gebruik geen Teflon<br />
tape als schroefdraaddichtingsmiddel, daar kleine deeltjes van de tape af kunnen breken en de kleine luchtpassages<br />
in de toorts blokkeren.<br />
OPMERKING<br />
Alle gasfittingen zijn ¼ inch en de luchtfitting is 3/8 inch.<br />
4. Sluit de aardkabel aan op de achterzijde van de DMC-3000 getoond in de vorige tekening.<br />
INSTALLATIE 3-20 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
5. Sluit de besturingskabel van de stroomvoorziening aan op J56 aan de voorzijde van de DMC-3000 als<br />
onderstaand afgebeeld. Iets verderop zullen we de glasvezelkabel behandelen.<br />
Art # A-09142<br />
Handleiding 0-5133NL 3-21 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3.14 Installatie van de DPC-3000 gasdrukbesturing<br />
De DPC-3000 gasbesturing moet op een passende plek dicht bij de toorts, zoals bijvoorbeeld de snijbank, worden<br />
geïnstalleerd. De unit moet op een vlak, horizontaal oppervlak worden gemonteerd. Bij montage van de module<br />
op een basis die kan trillen of bewegen moet de installateur de module goed stevig op de basis vastzetten.<br />
De module moet zover mogelijk van de boogontsteking worden geplaatst om elektromagnetische interferentie<br />
te vermijden.<br />
De besturingskabel mag in hetzelfde spoor als de kabels van de boogontsteking worden gelegd.<br />
De module komt compleet met pootjes om het bodempaneel boven het montageoppervlak te houden. Het<br />
bodempaneel heeft ventilatiegaten; de ruimte tussen het bodempaneel en het montageoppervlak moet openblijven<br />
om de ventilatielucht de module in te laten stromen. Ook de louvers op het achterpaneel van de module<br />
mogen niet worden geblokkeerd om de passage van de ventilatielucht niet te verhinderen.<br />
De module wordt ook geleverd met niet-metalen montageringen voor isolatie. Deze ringen moeten in alle vier<br />
montagesleuven worden aangebracht om de module op te heffen om het contact van metaal met metaal tussen<br />
de module en het montageoppervlak te vermijden.<br />
Montage-afmetingen<br />
DPC-3000 zijaanzicht<br />
10.90 in<br />
[276.86 mm]<br />
Art # A-09143<br />
DPC-3000 bovenzijde<br />
6.64in<br />
4.00 in<br />
[168.7mm]<br />
[101.6 mm]<br />
.30 in<br />
[7.62mm]<br />
10.45 in<br />
[265.4 mm]<br />
11.00 in<br />
[279.4 mm]<br />
INSTALLATIE 3-22 Handleiding 0-5133NL
Voorbereiding<br />
1. Verwijder de schroeven waarmee de afdekking op de module is bevestigd.<br />
Verwijder 2 schroeven<br />
Draai twee schroeven los of verwijder ze<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
2. Verwijder de afdekking voorzichtig van de module en let op voor de aangesloten bedradingsbundel die<br />
is verbonden met J4. Verwijder de bedradingsbundel en zet de afdekking weg.<br />
Verwijdering van de afdekking<br />
Handleiding 0-5133NL 3-23 INSTALLATIE<br />
Art # A-09144<br />
Art # A-09145
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3. Sluit alle slangen en kabels aan op de achterzijde van de DPC-3000, uitgezonderd de glasvezelkabel die<br />
we later zullen behandelen. Vermijd het verdraaien van reeds in de unit aangebrachte fittings door er<br />
een sleutel op te plaatsen voordat u de slangaansluiting erop vastdraait<br />
Sluit de glasvezelkabel later pas aan<br />
Art # A-09146<br />
4. Verbind de slangen van de voorzijde van de DMC-3000 zoals afgebeeld met de toorts.<br />
OPMERKING<br />
De schroefdraad van één van de fittingen met de groeven is linksom terwijl de andere normaal rechtsom is .<br />
BLOKKEER DE<br />
VENTILATIEOPENING<br />
NIET<br />
INSTALLATIE 3-24 Handleiding 0-5133NL<br />
Art # A-09147
3.15 Installatie van de glasvezelkabel van CCM naar DMC-3000.<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
1. Verwijder de buitenste dunne moer van de kabelwartel op het eind van de glasvezelkabel (L) die aangesloten<br />
is op de CCM.<br />
LET OP!<br />
Vermijd het knikken, verdraaien of verfrommelen van de glasvezelkabel. De kabel kan beschadigd<br />
raken indien geforceerd in korte bochten.<br />
2. Zorg ervoor dat de kabel ongeveer 2,5 cm (1 inch, zie hieronder) uit de kabelwartel steekt en draai de<br />
grote moer met de ronde kop met de hand goed vast.<br />
3. Haal de steker en draden van de glasvezelkabel door de opening zoals afgebeeld en laat de dunne moer<br />
daarna weer terugglijden over de glasvezelkabel.<br />
Art # A-09148<br />
Handleiding 0-5133NL 3-25 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
4. Zet de dunne moer vast op de kabelwartel zodat zowel aan de binnen- als buitenzijde beide moerzijden<br />
strak tegen het bladmetaal aanliggen.<br />
Art # A-09149<br />
5. Steek de glasvezelkabel in de printplaat als onderstaand afgebeeld. Verzeker u ervan dat de blokkeerlipjes<br />
vastgeklikt zijn.<br />
Steek glasvezelkabel van/naar<br />
DPC-3000 hierin<br />
Vóór<br />
Steek glasvezelkabel van/naar<br />
CCM hierin<br />
Art # A-09150<br />
INSTALLATIE 3-26 Handleiding 0-5133NL
Na<br />
Art # A-09151<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Handleiding 0-5133NL 3-27 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3.16 Installatie glasvezelkabel van DMC-3000 naar DPC-3000<br />
1. Verwijder de buitenste dunne moeren van de kabelwartel aan beide zijden van de glasvezelkabel (L)<br />
voor de verbinding tussen de DCM-3000 en de DPC-3000.<br />
LET OP!<br />
Vermijd het knikken, verdraaien of verfrommelen van de glasvezelkabel. De kabel kan beschadigd<br />
raken indien geforceerd in korte bochten.<br />
2. Zorg ervoor dat de kabel ongeveer 2,5 cm 1 inch uit de kabelwartel steekt en draai de grote moer met de<br />
ronde kop met de hand goed vast.<br />
3. Haal de steker en draden van de glasvezelkabel waar aangegeven door de opening aan de achterzijde van<br />
iedere module (DMC-DPC) en laat de dunne moer daarna weer terugglijden over de glasvezelkabel.<br />
Art # A-09153<br />
Glasvezel voor DMC-3000 komt hier<br />
Steek glasvezelkabel hierin<br />
Art # A-09152<br />
4. Zet elk van de dunne moeren vast op de kabelwartels zodat de zijden van beide moeren van binnen en<br />
van buiten strak tegen het bladmetaal aan liggen.<br />
5. Steek de glasvezelkabel in de printplaat als onderstaand afgebeeld voor de DMC-3000. Verzeker u ervan<br />
dat de blokkeerlipjes vastgeklikt zijn.<br />
INSTALLATIE 3-28 Handleiding 0-5133NL
Steek glasvezelkabel van/naar DPC-3000 hierin<br />
Art # A-09154<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6. Steek de glasvezelkabel in de printplaat als onderstaand afgebeeld voor de DPC-3000. Verzeker u ervan<br />
dat de blokkeerlipjes vastgeklikt zijn.<br />
Steek glasvezelkabel van/naar DPC-3000 hierin<br />
Art # A-09155<br />
7. Plaats de afdekkingen weer terug en controleer of de bedradingsbundels zijn aangesloten. Voer de<br />
stappen 1 en 2 in de subsecties 3.13 en 3.14 in omgekeerde volgorde uit.<br />
Handleiding 0-5133NL 3-29 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3.17 Installatie van de TSC-3000 touchscreen besturing<br />
Montage-afmetingen<br />
1.11 in<br />
[28.2 mm]<br />
2.35 in<br />
[59.69 mm]<br />
5.58 in<br />
[141.7 mm]<br />
.25 in<br />
[6.35 mm]<br />
Voorbereiding<br />
TSC-3000 bovenzijde<br />
10.83 in<br />
[275.0 mm]<br />
11.80 in<br />
[299.7 mm]<br />
12.45 in<br />
[316.2 mm]<br />
TSC-3000 zijaanzicht<br />
6.99 in<br />
[177.5 mm]<br />
Art # A-09156<br />
1. Kies een schone, droge, goed geventileerde plaats en passende werkruimte rondom alle onderdelen. Lees<br />
de veiligheidsvoorzorgsmaatregelen aan het begin van deze handleiding nogmaals door om er zeker van<br />
te zijn dat de locatie aan alle veiligheidsvereisten voldoet. De montagebeugels van de TSC-3000 maken<br />
montage op of onder een horizontaal oppervlak en links of rechts van een verticaal oppervlak mogelijk.<br />
Bepaal welke het best functioneert voor bescherming tegen bewegende apparatuur en rondvliegende<br />
deeltjes enz.<br />
2. Wanneer u de unit eenmaal op een vlak oppervlak heeft vastgezet moet u de communicatiekabel (“V”<br />
welke in subsectie 3.10 reeds is aangesloten op de CCM) en de aardkabel (“F”) aansluiten op de achterzijde<br />
van de unit.<br />
Aardkabel naar/van<br />
steraardepunt op<br />
snijtafel<br />
Art # A-09157<br />
Communicatiekabel naar/van<br />
achterzijde CCM- stroomvoorziening.<br />
INSTALLATIE 3-30 Handleiding 0-5133NL
3.18 Installatie remote boogontsteking<br />
Keuze van de locatie<br />
Kies een schone, droge, goed geventileerde plaats en passende werkruimte rondom alle onderdelen.<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Lees de veiligheidsvoorzorgsmaatregelen aan het begin van deze handleiding nogmaals door om er zeker van<br />
te zijn dat de locatie aan alle veiligheidsvereisten voldoet.<br />
De verbindingskabels en -slangen worden aangesloten op de boogontsteking. Rondom de boogontsteking moet<br />
voldoende ruimte beschikbaar zijn voor deze verbindingen zonder dat ze afgeknepen worden.<br />
Montage-afmetingen<br />
De niet getoonde hoogte is 7,375 inch (187 mm).<br />
304.80mm<br />
12.00”<br />
Kast van boogontsteking<br />
12.70mm<br />
.50”<br />
Art # A-07961<br />
203.20mm<br />
8.00”<br />
6.35mm<br />
D.250”<br />
3 PLAATSEN<br />
37.77mm<br />
1.49”<br />
50.80mm<br />
2.00”<br />
OPMERKING<br />
190.83mm<br />
7.51”<br />
266.70mm<br />
Handleiding 0-5133NL 3-31 INSTALLATIE<br />
10.50”
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Installatie<br />
De remote boogontsteking moet op een geschikte plek in de buurt van de toortskop worden geïnstalleerd. Bij<br />
montage van de boogontsteking op een snijbank of andere basis die kan trillen of bewegen moet u de boogontsteking<br />
veilig op de basis vastzetten.<br />
1. Draai de onderste schroeven waarmee de kap op de boogontsteking is bevestigd, los, maar verwijder<br />
ze niet. Verwijder de bovenste schroeven waarmee de kap op de boogontsteking is bevestigd.<br />
OPMERKING<br />
Een aarddraad verbindt de kap met de basis van de boogontsteking. U mag deze kabel niet verwijderen.<br />
2. Verwijder de kap van de boogontsteking.<br />
Bovenste schroeven (4 per zijde)<br />
Onderste schroeven<br />
Art # A-07029<br />
Kap<br />
Aarddraad<br />
3. Plaats de boogontsteking op een vlak, horizontaal montageoppervlak.<br />
INSTALLATIE 3-32 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
4. Gebruik voorgeboorde gaten in ten minste twee van de pootjes aan de onderzijde van de boogontsteking<br />
om hem veilig op het montageoppervlak te bevestigen.<br />
Ingangsaansluitingen<br />
Minimaal 2<br />
Art # A-04749<br />
1. Zie de tekeningen. Sluit de ingangen naar de boogontsteking als volgt aan.<br />
• toevoer- en retourslangen van de koelvloeistof (van de stroomvoorziening) De slangen en connectors<br />
hebben een kleurencode: rood voor retour en groen voor toevoer.<br />
Art # A-04750<br />
Toevoer- en retourslangen koelvloeistof (van de stroomvoorziening)<br />
Handleiding 0-5133NL 3-33 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Art # A-04751<br />
Groen<br />
Toevoer koelvloeistof (groen)<br />
Retour koelvloeistof (rood)<br />
Retour koelvloeistof (rood)<br />
INSTALLATIE 3-34 Handleiding 0-5133NL<br />
Rood
Negatieve kabel van stroomvoorziening.<br />
Bij aansluiting van de<br />
negatieve kabel moet u<br />
ervoor zorgen dat contact maakt met<br />
het koperen plaatje.<br />
Koperplaatje<br />
Art # A-04752_AB<br />
Negatieve kabel (van achterpaneel stroomvoorziening).<br />
Piloot retourkabel<br />
van stroomvoorziening<br />
Art # A-04753<br />
PILOOT retourkabel (van achterpaneel stroomvoorziening).<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Handleiding 0-5133NL 3-35 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Uitgangsaansluitingen<br />
Art # A-04755<br />
Besturingskabel van achterpaneel stroomvoorziening.<br />
1. Zie de tekeningen. Sluit de uitgangen van de boogontsteking als volgt aan.<br />
OPMERKING<br />
De enkele zwarte draad van de nieuwere leidingen moet worden aangesloten op de piloot retouraansluiting. Er<br />
zijn geen binnenste afschermingsdraden.<br />
Art # A-04933<br />
Pilootleiding<br />
Detailtekening<br />
aansluiting pilootleiding<br />
Leiding interne afscherming.<br />
Detailtekening aansluiting<br />
interne afscherming<br />
Piloot retourkabel en leiding interne afscherming (van toortskabels)<br />
INSTALLATIE 3-36 Handleiding 0-5133NL
Art # A-04757<br />
Retour koelvloeistof fitting<br />
(rood gemarkeerd)<br />
Retour koelvloeistof<br />
(rood) van toorts<br />
Voor de duidelijkheid zijn<br />
sommige elementen verwijderd<br />
Toevoer koelvloeistof fitting<br />
(groen gemarkeerd)<br />
Toevoer koelvloeistof<br />
(groen) naar toorts<br />
Toevoer- en retourslangen koelvloeistof (van de toorts)<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Plaats de boogontstekingskap terug Verzeker u ervan dat de aarddraad niet klemraakt tussen de kap en<br />
de grondplaat.<br />
Bovenste schroeven (4 per zijde)<br />
Onderste schroeven<br />
Art # A-07029<br />
Kap<br />
Aarddraad<br />
De boogontsteking moet worden geaard; de aardterminal heeft het . Zie de voorgaande sectie voor gedetailleerde<br />
informatie over de aarding.<br />
Handleiding 0-5133NL 3-37 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
1 moer en 1 ring moeten<br />
op hun plaats blijven.<br />
Aardkabel<br />
Art # A-04758<br />
Toortsleidingen<br />
• Zet het afschermingsvlechtwerk van de toortsleiding vast met een klem op de poort van de remote<br />
boogontsteking, als afgebeeld.<br />
Art # A-04759<br />
Klem van de afscherming<br />
Afscherming toortsleidingen<br />
Koelvloeistof- en pilootleidingen<br />
naar toortsventielblok<br />
INSTALLATIE 3-38 Handleiding 0-5133NL
Aansluiting besturingskabel<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
1. Sluit de kabel van de remote boogontsteking aan op de connector van de remote boogontsteking.<br />
Art # A-04801<br />
COOLANT<br />
RETURN SUPPLY<br />
RETURN SUPPLY<br />
Achterpaneel stroomvoorziening<br />
Remote boogontsteking<br />
Remote boogontsteking –<br />
paneel ingangsaansluitingen<br />
Handleiding 0-5133NL 3-39 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3.19 Aansluiting van de toorts<br />
Sluit de toorts als volgt aan:<br />
Montagebuis<br />
O-Ring<br />
Toortskopconstructie<br />
Eindhuls toortsleidingen<br />
Groef voor O-Ring<br />
Pilootleiding<br />
Connector pilootleiding<br />
Leidingsafdekking<br />
Koelvloeistoftoevoer- en<br />
stroomvoorzieningsleiding (-)<br />
1. Leg de toortsleidingen uit op een schoon, droog werkoppervlak.<br />
Koelvloeistoftoevoer-,<br />
retour- en<br />
pilootleidingen<br />
Plasmagas Naar toortsventiel<br />
(schroefdraad linksom)<br />
Art # A-09198<br />
Schermgas<br />
(schroefdraad rechtsom)<br />
2. Blokkeer de eindhuls van de toortsleidingen. Trek ongeveer 18 inch (0,5 m) van de leidingen door de<br />
eindhuls.<br />
3. Verwijder de beschermende einddoppen van de montagebuis en leg ze weg.<br />
4. Installeer de O-ring in de groef op het bovenste uiteinde van de montagebuis.<br />
5. Installeer de montagebuis als volgt:<br />
a. Plaats de montagebuis tegen het eind van de leidingen zoals afgebeeld.<br />
b. Schuif de montagebuis omhoog over de leidingen naar boven.<br />
c. Druk het bovenste eind van de montagebuis in het onderste deel van de eindhuls van de toortsleidingen.<br />
Verzeker u ervan dat de O-ring op de buis in de bijpassende groef in de eindhuls van de<br />
toortsleidingen valt.<br />
d. Controleer of de montagebuis vrij in de eindhuls van de toortsleidingen kan draaien.<br />
6. Sluit de gas- en koelvloeistofleidingen aan op de toortskop.<br />
a. De toevoer- en retouraansluitingen naar de toortskop hebben verschillende lengtes.<br />
INSTALLATIE 3-40 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
b. De schroefdraden van de plasma- en secundaire gasaansluitingen naar de toortskop zijn onderling<br />
verschillend; de schroefdraad van de plasmagasaansluiting is linksom en die van de schermgasaansluiting<br />
is rechtsom.<br />
c. Blokkeer de aansluitingen van de toortskopleidingen; draai de fittings van de leidingen met een tang<br />
om de leidingen op de toortskop aan te sluiten. Trek ze niet te strak aan.<br />
LET OP!<br />
De gas- en koelvloeistofleidingen hebben drukfittingen. Gebruik op deze aansluitingen geen dichtingsmiddelen.<br />
Zet de gasleidingen geleidelijk aan onder druk. Controleer alle aansluitingen op lekken voordat u verder<br />
gaat. Wanneer er geen lekken zijn kunt u de gastoevoeren afsluiten en de installatie voortzetten.<br />
7. Sluit de pilootleiding aan op de toortskop. Druk de twee uiteinden van de connector krachtig samen.<br />
Schroef de plastic leidingafdekking/connector vast op de bijpassende toortskopconnector.<br />
8. Druk de toortskopconstructie omhoog om hem aan te sluiten op de montagebuis. Trek de leidingen voor<br />
zover nodig terug om ze goed door de montagebuis en eindhuls van de toortsleidingen te laten lopen.<br />
Blokkeer de toortskopconstructie en schroef de montagebuis in de toortskop.<br />
LET OP!<br />
Controleer of de leidingen niet verdraaien in de montagebuis. De leidingen moeten liggen zoals afgebeeld in<br />
de installatietekening.<br />
9. In het onderste deel van de montagebuis vindt u vier gaten met schroefdraad. Installeer in een van die<br />
gaten een Allen schroef om de toortskopconstructie mee vast te zetten op de montagebuis.<br />
10. Installeer de vereiste slijtdelen zoals afgebeeld op de volgende pagina’s. In de handleiding van de toorts<br />
vindt u tabellen met de correcte onderdelen die u, afhankelijk van het te snijden metaal en de gebruikte<br />
gassen, moet installeren.<br />
3.20 Installatie slijtdelen van de toorts<br />
Installeer de slijtdelen als volgt om een goede werking te garanderen. Deze stappen zullen u helpen u ervan te<br />
verzekeren dat de delen op correcte wijze op hun plaats zijn aangebracht.<br />
WAARSCHUWINGEN<br />
Installeer geen slijtdelen in een op de toortskop bevestigde patroon.<br />
Gebruik geen vreemde materialen in de slijtdelen en patroon.<br />
Alle onderdelen moeten zorgvuldig worden behandeld om beschadigingen<br />
die de prestaties zouden kunnen beïnvloeden, te voorkomen.<br />
Art # A-03887<br />
1. Controleer de passende snijtabel voor de juiste combinatie van delen voor het snijden.<br />
2. Alleen bij <strong>200</strong> A delen moet de schermgasmondstukdop op het schermgasmondstuk worden geschroefd.<br />
3. Voeg de slijtdelen samen.<br />
Handleiding 0-5133NL 3-41 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Schermgasmondstukdop<br />
Schermgasmondstuk<br />
Schermgasdiffusorkap<br />
Schermgasdiffusor<br />
INSTALLATIE 3-42 Handleiding 0-5133NL<br />
Mondstuk<br />
Plasmagasdiffusor<br />
Elektrode<br />
A B<br />
C<br />
Art # A-08303<br />
1 – Samenstel “A” alleen bij <strong>200</strong> A. 2 – Samenstel “B”. 3 – Monteer “B” op “C”. 4 – Monteer “A” op “B-C” samenstel.<br />
4. Plaats de samengevoegde slijtdelen in de patroon. Verzeker u ervan dat de grote O-ring op het toortsmondstuk<br />
volledig in de patroon valt. Wanneer enig deel van de O-ring uit de patroon steekt zijn de delen<br />
niet goed geplaatst.<br />
5. Blokkeer de patroonconstructie met het patroongereedschap, terwijl u het schermgasmondstuk (en, bij<br />
<strong>200</strong> A delen, de schermgasmondstukdop) op de patroonconstructie draait. Bij 300 A delen moet u nu<br />
de schermgasmondstukdop op het schermgasmondstuk schroeven. Wanneer de constructie volledig is<br />
samengesteld moet de schermgasdiffusorkap uit de voorzijde van het schermgasmondstuk of de schermgasmondstukdop<br />
naar buiten steken. Zonder deze protrusie zit het schermgasmondstuk niet goed vast<br />
op de patroonconstructie.<br />
6. Verwijder het patroongereedschap van de patroon. Monteer de patroonconstructie op de toortskop. De<br />
Speed Lok ring moet op zijn plaats klikken en de patroonconstructie moet de grote O-ring op de toortsconstructie<br />
raken.<br />
Toortskop<br />
0.063 - 0.083"<br />
(1.6 - 2.1 mm)<br />
protrusie<br />
Installatie samengestelde patroon op toortskop.<br />
Patroon<br />
O-Ring toortskop<br />
Art # A-08300_AB<br />
7. Bij gebruikmaking van ohmse toortshoogtemeting moet u de ohmse klem over de schermgasdiffusorkap<br />
schuiven.
55 – 100 A Samenstelling onderdelen<br />
Elektrode<br />
Plasmagasdiffusor<br />
Mondstuk<br />
Schermgasdiffusor<br />
Schermgasdiffusorkap<br />
1: Voeg de delen samen 2: Druk de patroon op de samengevoegde delen<br />
Bovenste O-ring<br />
op mondstuk<br />
3: Schroef het schermgasmondstuk op patroon<br />
Geen ruimte<br />
tussen delen<br />
Protrusie schermgasdiffusorkap<br />
0.063-0.083 inch (1,6 – 2,1 mm)<br />
Patroon bedekt<br />
bovenste O-ring<br />
op toortsmondstuk<br />
4: Controleer protrusie schermgasdiffusorkap<br />
Schermgasmondstuk<br />
Installatie samengestelde patroon op toortskop.<br />
Schermgasdiffusorkap<br />
Art # A-04873<br />
8. Bij gebruikmaking van ohmse hoogtemeting van de toorts moet u de geleider van de<br />
hoogtemeter met de ohmse klem verbinden.<br />
.<br />
Ohmse klem<br />
OPMERKING<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Handleiding 0-5133NL 3-43 INSTALLATIE<br />
A-03393<br />
Ohmse hoogtemeting wordt afgeraden bij gebruik van een waterscherm. Water op het blad zal het ohmse<br />
meetcircuit elektrisch storen.
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
3.21 De installatie voltooien<br />
1. Verwijder de dop van de koelvloeistoftank. Vul de koelvloeistoftank tot aan het afgebeelde niveau met<br />
Thermal Dynamics koelvloeistof. Het niveau van de koelvloeistof is zichtbaar in de transparante koelvloeistoftank.<br />
De vereiste hoeveelheid koelvloeistof hangt af van de lengte van de toortsleidingen.<br />
Karakteristieken van de koelvloeistof<br />
Cat. Nummer en mengsel Mengsel Beschermt tot<br />
7-3580 'Extra-Cool TM ' 25 / 75 10° F / -12° C<br />
7-3581 'Ultra-Cool TM ' 50 / 50 27° F / -33° C<br />
7-3582 'Extreme Cool TM ' Concentraat* -65° F / -51° C<br />
* voor menging met D-I Cool TM 7-3583<br />
Vulbereik<br />
Koelvloeistoftank<br />
COOLANT<br />
RETURN SUPPLY<br />
RETURN SUPPLY<br />
Art # A-04803<br />
INSTALLATIE 3-44 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
2. Nadat het volledige systeem is geïnstalleerd moet u controleren of de koelvloeistof als volgt door het<br />
systeem is gepompt (zie OPMERKING):<br />
OPMERKING<br />
Afhankelijk van de lengte van de toortsleidingen is het mogelijk dat het systeem meer koelvloeistof<br />
nodig heeft nadat u het de eerste keer heeft ingeschakeld.<br />
a. Zet de ON/OFF schakelaar op ON.<br />
b. Het is mogelijk dat het systeem na ongeveer 30 seconden wordt uitgeschakeld indien de leidingen<br />
niet volledig met koelvloeistof zijn gevuld.<br />
c. Zet de ON/OFF schakelaar op OFF.<br />
d. Zet na 10 seconden de ON/OFF schakelaar weer op ON.<br />
e. Herhaal de stappen ‘b’ t/m ‘d’ tot het systeem niet meer uit wordt geschakeld. Afhankelijk van de<br />
lengte van de toortsleidingen is het mogelijk dat deze opeenvolging drie tot vijf keer moet worden<br />
herhaald.<br />
f. Nadat het systeem ingeschakeld blijft moet u de pomp tien minuten laten draaien om goed alle lucht<br />
uit de koelleidingen af te blazen voordat u het systeem gaat gebruiken.<br />
3. Vul de tank bij en plaats de vuldop weer terug.<br />
4. Wacht tot de koelvloeistof uit de toorts loopt voordat u hem start. Verzeker u er voor het gebruik van dat<br />
er geen lekken zijn. Bij duidelijke lekken moet u de probleemoplossingen voor de koelvloeistoftank in de<br />
onderhoud sectie van deze handleiding raadplegen.<br />
Handleiding 0-5133NL 3-45 INSTALLATIE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
INSTALLATIE 3-46 Handleiding 0-5133NL
SECTIE 4: GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER<br />
4.01 Bedieningspaneel stroomvoorziening<br />
Wisselstroom-indicator<br />
Art # A-04862<br />
Temp-indicator<br />
Wisselstroom-indicator<br />
Gas-indicator<br />
Gelijkstroom-indicator<br />
Status-indicator<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Geeft aan dat de omvormers met wisselstroom worden gevoed wanneer de ON/OFF schakelaar in de ON<br />
stand staat. Wanneer de schakelaar de eerste keer op ON wordt gezet zal de indicator uit blijven tot de inschakelstroom<br />
cyclus is voltooid en de juiste spanning is bevestigd.<br />
TEMP-indicator: Normaal op OFF. De indicator komt op ON wanneer de interne temperatuursensoren<br />
hogere dan toegestane temperaturen meten. Laat de unit afkoelen voordat u verder gaat.<br />
GAS Indicator: Normaalgesproken op ON wanneer het gas stroomt. De indicator knippert wanneer de<br />
gasbesturing niet gereed is, zoals tijdens de spoelcyclus, of wanneer de gasbesturing niet in de RUN modus<br />
staat, of bij een communicatiefout. De indicator is uit (off) wanneer er geen verzoek om een gasstroom is.<br />
Gelijkstroom-indicator: Geeft aan dat de stroomvoorziening op dat moment gelijkstroomspanning<br />
genereert.<br />
Status-indicator: Toont de status van het systeem. Het aantal flitsen geeft de status aan. Zie de sectie<br />
Statuscode voor gedetailleerde informatie. Bij het starten van de stroomvoorziening zal de indicator flitsen om<br />
het herzieningsniveau van de in de CCM van het systeem geïnstalleerde besturingssoftware aan te geven.<br />
Handleiding 0-5133NL 4-1 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
4.02 Opstartvolgorde<br />
1. Sluit het systeem aan op de primaire voeding.<br />
2. Zet de ON/OFF schakelaar in de ON (omhoog) stand. De wisselstroom-indicator gaat na circa 5<br />
seconden branden (ON)<br />
Art # A-04812<br />
POWER<br />
3. Controleer de wisselstroom-indicator Wanneer de indicator brandt (ON), is het systeem gereed voor gebruik<br />
(de interne circuits worden nog op fouten gecontroleerd). Indien de indicator na een paar seconden niet gaat<br />
branden moet u controleren of iedere omvormer op correcte wijze is geconfigureerd voor de ingangsspanning<br />
en of alle drie de fasen aanwezig zijn.<br />
4.03 TSC-3000 Navigatiefuncties<br />
TERUG KNOP:<br />
TERUG NAAR DE<br />
VORIGE PAGINA<br />
SAMPLE<br />
System Status: IDLE<br />
TOONT OP ALLE<br />
SCHERMEN DE STATUS<br />
VAN HET SYSTEEM<br />
PAGINAKOPTEKST<br />
- +<br />
GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-2 Handleiding 0-5133NL<br />
I<br />
Art # A-09158<br />
VERMEERDERT/VERMINDERT<br />
DE GESELECTEERDE WAARDE<br />
O<br />
OFF<br />
O<br />
ON<br />
OFF<br />
SELECTIE NAVIGATIE: VERPLAATST<br />
DE CURSOR/SELECTIE OMHOOG EN<br />
OMLAAG OVER DE PAGINA OF ROLT<br />
TEKST IN DIALOG BOX VENSTER<br />
OK/VOLGENDE KNOP: BEVESTIGT<br />
DE KEUZES EN OPENT DE VOLGENDE<br />
PAGINA.
4.04 TSC-3000 UITSLUITEND eerste setup<br />
Initiële handelingen - uitsluitend vereist voor eerste ingebruikneming.<br />
Wanneer de TSC 3000 wordt<br />
ingeschakeld verschijnt het<br />
Home-scherm. Bij een nieuwe<br />
installatie moet de eerste SETUP<br />
worden uitgevoerd. Druk op de<br />
SETUP knop (1). Voer het<br />
oorspronkelijk default<br />
WACHTWOORD 00000 (2) in.<br />
Selecteer taal en<br />
maateenheden<br />
Open SYSTEM UTILITY (3)<br />
Voer XT-300 leiding<br />
(DPC naar toorts) in;<br />
alleen 4’ momenteel<br />
toegestaan. Voer<br />
DFC 3000 leidinglengte<br />
in (DMC naar DPC)<br />
Utility Scherm 2 dient<br />
uitsluitend ter informatie.<br />
Toont ID's van apparaat en<br />
snijkaart, instelling opties en<br />
switches etc.<br />
Op het Utility scherm 3 (5)<br />
kunt u statistieken van de<br />
slijtdelen zien, Starts, Uren,<br />
Fouten.<br />
SETUP<br />
HOME<br />
UTILITY 1 van 3<br />
1a<br />
3<br />
UTILITY 2 van 3 UTILITY 3 van 3<br />
Terug naar Home-scherm<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Handleiding 0-5133NL 4-3 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER<br />
4<br />
1<br />
5<br />
WACHTWOORD INVOEREN/WIJZIGEN<br />
2<br />
Om het wachtwoord te veranderen moet u<br />
STEL WACHTWOORD IN indrukken en<br />
een nieuw wachtwoord van 5 tekens<br />
invoeren (1a).<br />
Druk op de groene pijl om het nieuwe<br />
wachtwoord te bevestigen en terug te keren<br />
naar het SETUP scherm (2).<br />
Enter<br />
Hoogtecontrole momenteel niet toegepast.<br />
SYSTEM UTILITY (3).<br />
Druk op groene pijl om te accepteren en<br />
verder te gaan (4)<br />
Art # A-09159
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
4.05 TSC-3000 Een nieuw proces selecteren<br />
Selecteer een nieuw standaardproces op materiaal; dikte; amperage (1) of voer proces # in met<br />
gebruikmaking van het pop-up numerieke toetsenbord (2).<br />
HOME<br />
2<br />
SELECTIE PROCESNUMMER<br />
Materiaal – rollen om te selecteren,<br />
Dikte – rollen om te selecteren,<br />
Bestätigen Sie, um<br />
Bevestigen en<br />
verdergaan (1).<br />
Selecteer proces op # (2) of op naam (3).<br />
Indien op naam, selecteer eerst<br />
procestype; beste snijwijze, snelste,<br />
MAX Pierce, etc.<br />
Druk vervolgens op om te<br />
bevestigen en verder te gaan naar<br />
slijtdelen toorts. (4).<br />
4<br />
1<br />
6<br />
SELECTIE MATERIAAL, DIKTE<br />
GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-4 Handleiding 0-5133NL<br />
3<br />
SELECTIE PROCES<br />
SLIJTDELEN TOORTS<br />
Bevestig dat de genoemde<br />
slijtdelen van de toorts in<br />
de toorts zijn geïnstalleerd.<br />
THC/CNC-instellingen (snijden)<br />
THC/CNC-instellingen (markeren)<br />
Ga naar de THC/CNCinstellingen<br />
voor snijden (5).<br />
5<br />
Afwisselen tussen Snij-<br />
en Markeren-instellingen (6).<br />
Verder naar procesmonitor (7).<br />
7<br />
PROCESMONITOR<br />
U bent nu klaar om het snijden te starten. De weergegeven Amps Demand waarde is de ingestelde<br />
uitgangsstroom, niet de werkelijke stroom.<br />
Zodra Start wordt toegepast zal de Procesmonitor de uitgangsspanning, de gasdrukken, de startstatus,<br />
de OK-to-Move en gas ingeschakeld signalen tonen. Hier kunt u kiezen tussen plasmamarkering met<br />
de geselecteerde slijtmiddelen en snijden.<br />
Art # A -09160
4.06 TSC-3000 Een onlangs gebruikt proces selecteren<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Het Home-scherm toont enkele van de meest recent gebruikte processen waarbij het laatst<br />
gebruikte proces is gemarkeerd. Selecteer het gemarkeerde proces door op de groene pijl te<br />
drukken of gebruik de pijl-omhoog/pijl-omlaag om een andere recent gebruikt proces te<br />
selecteren; druk vervolgens op de groene pijl.<br />
HOME<br />
Indien u de instellingen en slijtdelen reeds<br />
kent kunt u rechtstreeks naar Procesmonitor<br />
gaan met de SNIJ-MONITOR knop. (1a).<br />
THC/CNC-instellingen<br />
Controleer of u de<br />
juiste toortsslijtdelen<br />
heeft. (1)<br />
1a<br />
3<br />
1<br />
Gebruik TOON SNIJDEN & TOON<br />
MARKEREN om de weergave<br />
af te wisselen tussen snijden en<br />
markering instellingen.<br />
Verder naar snijmonitor (3).<br />
SLIJTDELEN TOORTS<br />
Ga naar THC/CNC-instellingen<br />
voor de aanbevolen<br />
toortshoogtecontrole en<br />
CNC-instellingen; (2)<br />
Art # A-09161<br />
Handleiding 0-5133NL 4-5 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER<br />
2<br />
SNIJMONITOR<br />
U bent nu klaar om het snijden te starten. De weergegeven Amps Demand waarde is de<br />
ingestelde uitgangsstroom, niet de werkelijke stroom.<br />
Zodra Start wordt toegepast zal de Procesmonitor de uitgangsspanning, de gasdrukken,<br />
e startstatus, de OK-to-Move en gas ingeschakeld signalen tonen. Hier kunt u kiezen tussen<br />
plasmamarkering met de geselecteerde slijtmiddelen en snijden.
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
4.07 TSC-3000 Een aangepast proces creëren<br />
We hebben ons zwaar ingespannen om de beste parameters voor ieder en snij- en markeringsproces te bepalen.<br />
Om verschillende redenen, zoals variaties in de materiaalsamenstelling, de prestaties van de snijtafel, de<br />
voorkeuren van de gebruiker enz., kunt u één of meer processen willen veranderen. Of wellicht wenst u dezelfde<br />
snijstroom en gasdrukwaarden te behouden maar andere THC/CNC-parameters, zoals snijsnelheid, boogspanning,<br />
doorboorhoogte enz. op te slaan. Dat zal eveneens als een “aangepast proces” worden behandeld.<br />
De creatie van een Aangepast proces start met een bestaand standaardproces. Daarvandaan kunt u de snijstroom<br />
en gasdrukwaarden aanpassen. De juiste waarden moeten door u worden bepaald en ingevoerd. Er zijn geen<br />
beperkingen op deze waarden; te grote veranderingen zal defecten kunnen veroorzaken.<br />
U kunt ook de waarden veranderen die zijn weergegeven op het THC/CNC-instellingen scherm. De THC/<br />
CNC-instellingen op de TSC-3000 dienen hier uitsluitend ter informatie. Zij zijn niet verbonden met de THC of<br />
CNC zodat u niet automatisch de instellingen in die inrichtingen zult veranderen. Maar, wanneer u de correcte<br />
waarden voor uw aangepaste (custom) proces bepaalt zult u die hier wellicht willen registreren.<br />
Het aangepast proces zal dezelfde naam als het basis standaardproces hebben maar zal automatisch een nieuw<br />
nummer ontvangen en de volledige naam met nummer zullen overal in het rood verschijnen.<br />
U kunt het gastype niet veranderen. Indien u een ander type gas wilt zult u een standaardproces moeten vinden<br />
dat het gewenste type gas gebruikt en zult u dat proces moeten veranderen.<br />
De eerste stap bestaat uit het selecteren van een standaardproces. U zult gewoonlijk een proces zoeken voor<br />
hetzelfde type metaal met dezelfde dikte die u wilt gaan snijden. Vanaf het Home-scherm kunt u een recent<br />
proces selecteren (sectie 4.06, een recentelijk gebruikt proces selecteren) of een nieuw proces (sectie 4.05, een<br />
nieuw proces selecteren).<br />
GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-6 Handleiding 0-5133NL
HOME<br />
SELECTIE MATERIAAL/DIKTE<br />
SELECTIE SNIJPROCES<br />
Aanpassing van een recent snijproces.<br />
Markeer het proces dat het dichtst in de<br />
buurt komt van dat welke u wenst te<br />
gebruiken en druk dan op de<br />
AANPASSING SNIJPROCESSEN knop.<br />
of<br />
Selecteer NIEUW SNIJPROCES<br />
en dan MATERIAAL & DIKTE.<br />
Selecteer de waarde die<br />
u wilt wijzigen met de<br />
pijlen omhoog/omlaag.<br />
Wijzig de waarde met<br />
+/- knoppen.<br />
Toon de lijst van<br />
te gebruiken slijtdelen.<br />
U moet de eventuele andere instellingen van<br />
de snelheid, boogspanning enz. hier invoeren.<br />
De wijzigingen van de THC/CNC-instelling<br />
dient uitsluitend ter referentie en zal niet de<br />
werkelijke THC- of CNC-instelling veranderen.<br />
Dat moet op de THC of CNC worden gedaan.<br />
SNIJMONITOR<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
SETUP VAN EEN AANGEPAST PROCES<br />
LIJST VAN TOORTSSLIJTDELEN<br />
AANGEPASTE THC/CNC-INSTELLINGEN<br />
Art # A -09162<br />
Wanneer u de Snijmonitor opent wordt het nieuwe aangepaste proces met de naam/numm<br />
er in het rood geladen. Na het afblazen van de lucht van het nieuwe proces bent u gereed<br />
om te snijden. Uw aangepaste proces zal in het rood in de onlangs uitgevoerde<br />
snijprocessen verschijnen.<br />
Handleiding 0-5133NL 4-7 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
4.08 Back-up en herstel van aangepaste processen.<br />
De gebruikers kunnen hun eigen aangepaste snijprocessen creëren. Deze kunnen verloren raken door het ongewenste<br />
wissen van de TDC 3000 of ze kunnen worden overgeschreven tijdens het updaten van programma’s.<br />
U kunt ze ook kwijtraken bij een vervanging van de DSC 3000. We bevelen een back-up aan van uw aangepaste<br />
processen bij iedere creatie van een nieuw proces. Voor de back-up zult u over een USB flashdrive moeten beschikken.<br />
Back-up van een aangepast proces:<br />
1. Bij de remoot gemonteerde DSC 3000 moet u de flashdrive in de USB poort aan de achterzijde steken. Bij<br />
gebruik van de in het frontpaneel van de plasmatoevoer gemonteerde TSC 3000 vindt u de USB poort aan<br />
de voorzijde onder de afdekking van doorzichtig plastic.<br />
2. Ga naar het Home-scherm. Selecteer SETUP. Voer het wachtwoord van 5 tekens in (00000 - tenzij u het heeft<br />
veranderd).<br />
3. Druk op “BackUp Custom>USB” knop<br />
4. Zeer snel, afhankelijk van het aantal aangepaste processen, zult u aan de onderzijde van het scherm het bericht<br />
“Copy to D:\TD\CustomFiles\Complete” kunnen lezen, waarna u de flashdrive kunt verwijderen.<br />
Art # A-09234<br />
Herstel van aangepaste processen:<br />
Tijdens de back-up van de bestanden (zie bovenstaand proces) zijn een map en submappen “TD” genaamd op<br />
uw flashdrive gecreëerd.<br />
U moet deze map met de submappen naar een veilige plek kopiëren. Meer dan één kopie wordt aanbevolen.<br />
Indien de noodzaak zich voor mocht doen om deze back-up te herstellen, dan moet u de volledige TD map in<br />
de root map (geen andere map) op een USB flashdrive zetten en die laatste in de USB poort op de TDC 3000<br />
steken<br />
1. Bij de remoot gemonteerde DSC 3000 moet u de flashdrive in de USB poort aan de achterzijde steken. Bij<br />
gebruik van de in het frontpaneel van de plasmatoevoer gemonteerde TSC 3000 vindt u de USB poort aan<br />
de voorzijde onder de afdekking van doorzichtig plastic.<br />
2. Ga naar het Home-scherm. Selecteer SETUP. Voer het wachtwoord van 5 tekens in (00000 - tenzij u het heeft<br />
veranderd).<br />
3. Druk op de “Herstel aangepast
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
4. Kort daarna, bijna onmiddellijk, wanneer er slechts een paar bestanden zijn, zult u onderop het scherm<br />
“Status: Kopieer naar .\Files\Custom/ Complete” waarna u de USB flashdrive kunt verwijderen.<br />
Aangepaste proces bestanden hernoemen<br />
U kunt de bestanden niet hernoemen zolang ze op de TSC 3000 staan, maar na een back-up op de flashdrive<br />
kunt u met een computer het bestand op de flashdrive hernoemen en een herstel uitvoeren om het hernoemde<br />
bestand weer terug te zetten op de TSC 3000.<br />
1. Gebruik Windows Explorer om de TD map in de root-map van de flashdrive te vinden. Daarna kunt u de<br />
map CustomFiles vinden en openen. Hier vindt u alle opgeslagen aangepaste processen.<br />
Art # A-09236<br />
2. Gebruik Windows hernoemen om de naam van het bestand te wijzigen in elke naam die u wenst. Verander<br />
de bestandsextensie (.cus) niet, net zo min als het nummer tussen haakjes! Wij raden aan om de naam niet<br />
te lang te maken vanwege het beperkte aantal karakters op één regel zichtbaar op het TSC 3000 scherm. Hier<br />
heb ik het bestand bovenin hernoemd.<br />
Art # A-09237<br />
3. U kunt nu de flashdrive met het hernoemde bestand weer in de TSC 3000 terugsteken en het bestandsherstel<br />
uitvoeren.<br />
4. Ga terug naar het Home-scherm U vindt nu de nieuwe bestandsnaam (John Doe’s) en de oude naam met<br />
hetzelfde nummer [20392]. Zij zijn hetzelfde proces en zullen beide functioneren. U kunt het bestand met de<br />
oude naam wissen indien u ze niet allebei wenst te zien.<br />
Handleiding 0-5133NL 4-9 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
4.09 Gebruiksstappen<br />
Ultracut met DFC 3000 met gebruik van de TSC 3000<br />
Het doel van deze sectie is het verklaren van de noodzakelijke stappen die een bediener moet volgen bij gebruik<br />
van de DFC 3000 met het TSC 3000 touchscreen bedieningspaneel voor een specifiek snijproces. U vindt her ook<br />
de te volgen stappen voor het vervangen van de slijtdelen van de toorts.<br />
OPMERKING<br />
Ook voor units zonder de TSC 3000 met de bediening ingebed in de snijtafelbesturing zullen de meeste stappen<br />
van toepassing blijven uitgezonderd die delen welke specifiek betrekking hebben op de TSC 3000. Voor die<br />
secties verwijzen we naar de documentatie van de snijtafelbesturing.<br />
Het wordt verondersteld dat de systeem-setup; taal en eenheden, leidinglengtes, enz. allemaal al door de installateur<br />
zijn uitgevoerd en dat het systeem bevestigd en klaar voor gebruik is.<br />
1. Voordat u de voeding inschakelt:<br />
a) moet u controleren of de vereiste gassen aangesloten zijn op de ingangen van de DMC 3000 en of de<br />
gassen zijn ingeschakeld en afgesteld op de vereiste inlaatdruk.<br />
b) moet u zich ervan verzekeren dat op de toorts een toortspatroon met slijtdelen is geïnstalleerd.<br />
Indien u niet weet welke slijtdelen u moet gebruiken het snijproces moet selecteren om de lijst van slijtdelen<br />
op de TSC 3000 te kunnen lezen, kunt u opstarten met Plasma Disabled (uitgeschakeld). In dit geval zullen<br />
de gebruikstappen verspringen naar stap 3.<br />
c) Zet de Plasma Enable SW op de TSC 3000 op ingeschakeld.<br />
2. Schakel op de hoofdschakelaar de driefasenstroom in (Plasma inschakelen op TSC 3000 op ON (aan). Schakel<br />
de stroomvoorziening ON/Off schakelaar op het frontpaneel op ON (aan).<br />
a) De wisselstroomindicator op het frontpaneel zal gaan branden en de ventilatoren van omvormers<br />
sullen na een initiële autocheck van 4-5 seconden starten.<br />
b) na nogmaals 5 seconden zal de DC (gelijkstroom) indicator tweemaal opflitsen om aan te geven dat<br />
dit een Ultracut is.<br />
c) Onmiddellijk hierna zullen de Temp-, Gas-, DC- (gelijkstroom) & Status-indicatoren de CCM-firmwareversie<br />
flitsen. Voorbeeld, voor versie 4.1 zullen ze 4 keer flitsen, gevolgd door een pauze en<br />
daarna nog één flits.<br />
d) Tegelijkertijd zullen de DMC & DPC, zowel de Groene als Rode LEDs eveneens hun firmwareversie<br />
op dezelfde wijze flitsen.<br />
e) Na de firmwareversie aanduiding en terwijl de CCM de communicatie met de gasbesturing tot stand<br />
brengt (stap e.), zullen de koelpompen en -ventilatoren starten om het systeem te “voeden”. De “Gasindicator”<br />
op het frontpaneel knippert tot de juiste koelvloeistofstroming is gemeten. Gewoonlijk vergt<br />
dit slechts een paar seconden maar bij problemen kan dit tot 4 minuten duren. Bij problemen met het<br />
voeden van het koelsysteem zal de Statusindicator de code 4-4 flitsen en zal de pomp stoppen tot u<br />
het probleem heeft verholpen en de voeding weer heeft ingeschakeld.<br />
OPMERKING<br />
Indien in stap e de communicatie niet tot stand is gebracht zal de gasindicator nu niet flitsen en zal ook de pomp<br />
na 15 sec. afslaan en code 4-2 tonen.<br />
f) Zodra de communicatie met de DFC componenten tot stand is gebracht zullen de groene vermogensindicatoren<br />
op zowel de DMC & DPC branden en zal de rode indicator uit zijn.<br />
g) Verder naar stap 4.<br />
3. Schakel op de hoofdschakelaar de driefasenstroom in (Plasma Enable op TSC 3000 uit (off)).<br />
GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-10 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
a) De wisselstroomindicator op het frontpaneel gaat niet branden en de pompen en ventilatoren starten<br />
niet.<br />
b) Ongeveer 10 seconden na de inschakeling van de elektrische voeding zal de gelijkstroomindicator op<br />
het frontpaneel tweemaal flitsen om aan te geven dat dit een Ultracut is.<br />
c) Onmiddellijk hierna zullen de Temp-, Gas-, DC- (gelijkstroom) & Status-indicatoren de CCM-firmwareversie<br />
flitsen. Voorbeeld, voor versie 4.1 zullen ze 4 keer flitsen, gevolgd door een pauze en<br />
daarna nog één flits.<br />
d) Tegelijkertijd zullen de DMC & DPC, zowel de Groene als Rode LEDs eveneens hun firmwareversie<br />
flitsen.<br />
e) Na het knipperen van de CCM-firmwareversie op het frontpaneel zal de CCM de communicatie met<br />
de DMC & DPC tot stand brengen. Zodra de communicatie een feit is zullen de groene LEDs ononderbroken<br />
branden en moeten de rode LEDs uit zijn.<br />
4. Bij de inschakeling van de spanning en terwijl alle elementen van de stappen 2 (of 3) plaatsvinden startte de<br />
TSC 3000 Windows XP hetgeen ongeveer 2 ¼ minuut vergt. Na nog eens 15 sec. Zal de toepassing starten<br />
en verschijnt het Home-scherm.<br />
5. Nu moet u het snij- (en plasma markerings-) proces selecteren. Zie ook de secties 4.05, 4.06 en 4.07 voor stapvoor-stap<br />
instructies voor de selectie van een Nieuw, Onlangs gebruikt of te Creëren aangepast proces.<br />
6. Tijdens de processelectie zult u het “slijtdelen toorts” scherm bereiken. Indien u op dit punt de correcte<br />
slijtdelen niet heeft geïnstalleerd en “Plasma” niet reeds uitgeschakeld is, moet u de Plasma Enable SW<br />
uitschakelen (disable). Installeer de slijtdelen, zet de Plasma Enable SW op “Enable” (inschakelen).<br />
a) De koelpomp en ventilator starten om het toortskoelsysteem te voeden. De “Gas”-indicator” op het<br />
frontpaneel knippert tot de juiste koelvloeistofstroming is gemeten. Dit duurt gewoonlijk een paar<br />
seconden. Zie stap 2.d. voor gedetailleerde informatie.<br />
7. Op het scherm volgend op de Slijtdelen toorts vinden we een tabel met aanbevolen CNC- en THC- (Toorts<br />
Hoogtecontrole) instellingen. Met de “Show Marking / Show Cutting” Toon markering / Toon snijden) knop<br />
kunt u de snij- en markeringsinstellingen afwisselen. Voer de aanbevolen waardes in voor de besturing van<br />
de snijtafel en van de hoogtecontrole.<br />
a) Indien u de voorkeur geeft aan andere instellingen voor het snijden, kunt u een “aangepast” proces<br />
creëren waar u de CNC/THC-instellingen kunt wijzigen indien u dit wenst. Momenteel is het wijzigen<br />
van de CNC/THC-instellingen voor het markeren niet toegestaan. Een aangepast proces zal de<br />
snijstroom of gasdrukwaarden niet hoeven te veranderen tenzij u dit wenst. U kunt de aanpassingen<br />
ook gebruiken om de aanbevolen CNC/THC-instellingen te wijzigen.<br />
8. Zet de processelectie voort tot u het snijmonitor-scherm bereikt.<br />
a) Ontluchting van de gassen voor het starten van het geselecteerde proces. Afhankelijk van uw leidinglengte<br />
en het type slijtdeel kan dit even duren.<br />
Voor verschillende leidinglengtes zijn verschillende spoeltijden ingesteld om tijd over te laten om de leidingen<br />
volledig onder druk te zetten en alle koelvloeistof die tijdens het vervangen in de slijtdelen terechtkomt te<br />
verwijderen. Verzeker u ervan dat tijdens de setup de juiste leidinglengte werd geselecteerd, de fabrieksinstelling<br />
is ingesteld op de maximale leidinglengte en kan langer zijn dan noodzakelijk.<br />
9. Wanneer de spoeling is voltooid bent u klaar om het snijden te starten.<br />
a) Indien u wenst te markeren moet u de “Go to Marking” Ga naar markeren) knop indrukken. Op het<br />
scherm ziet u de aanbevolen CNC/THC-instelling. De groene pijl brengt u terug naar de snijmonitorsetup<br />
voor markering.<br />
b) Om terug te keren naar de snijmonitor moet u de “Got to Cutting” (Ga naar snijden) knop indrukken.<br />
Net als bij markering brengt deze knop u naar het CNC/THC-scherm, maar nu worden de<br />
snij-instellingen getoond.<br />
Handleiding 0-5133NL 4-11 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
10. Vervanging slijtdelen toorts:<br />
Following a consumables change or inspection the system will initiate a purge of the gas. This serves two<br />
purposes:<br />
a) om de koelvloeistof die in de slijtdelen komt tijdens het verwijderen ervan, te verwijderen.<br />
b) indien het type gas is gewijzigd zal “Purge” (spoelen) het oude gas uit de lijnen verwijderd en met het<br />
nieuwe gas verplaatsen. Wanneer het type gas is veranderd van een brandstofgas als H35 naar een<br />
oxyderend gas als zuurstof of lucht, zal de spoeling een buffer van neutraal gas, stikstof, invoeren,<br />
zodat de H35 en zuurstof niet mengen.<br />
U kunt de slijtdelen vervangen door de stroom uit te schakelen of de “Plasma Disable” (uitschakelen) software<br />
te gebruiken.<br />
Wanneer u de stroomtoevoer uitschakelt zal het systeem zich niet herinneren welke gassen de laatste keer<br />
werden gebruikt en zal het een complete spoeling uitvoeren, inclusief een stikstof buffer, zelfs wanneer u<br />
de gastypes niet wijzigt.<br />
Met “Plasma Disable” (uitschakelen) zal het systeem onthouden wat de laatste keer werd gebruikt en zal<br />
het slechts de noodzakelijke hoeveelheid spoeling uitvoeren en waarschijnlijk tijd besparen.<br />
11. Gebruik “Plasma Disable” (uitschakelen).<br />
a) U kunt “Plasma Disable” (uitschakelen) gebruiken wanneer u de toortspatroon verwijdert om slijtdelen<br />
te vervangen of inspecteren. Plasma Disable (uitschakelen) stopt de koelpomp, schakelt alle<br />
gas solenoïden uit, verwijdert de stroom van de omvormer (stroomvoorziening) en pilootcircuits, en<br />
schakelt het ontstekingscircuit (HF) van de boogontsteking uit. Het zal geen stroom van de TSC 3000<br />
of de logische en communicatiecircuits van het systeem verwijderen zodat u geen lang opstartproces<br />
hoeft uit te voeren na het vervangen van de slijtdelen.<br />
b) Bij het omschakelen naar een proces met een ander type gas wenst u het wellicht te selecteren voordat<br />
u de plasma inschakelt omdat het anders eerst het oude proces zal spoelen en vervolgens, wanneer<br />
u het nieuwe gas wel selecteert het systeem wederom zal spoelen.<br />
c) indien u het gastype niet verandert is het wellicht handiger om de Enable (inschakelen) optie eerst te<br />
activeren om het spoelen te starten terwijl u het proces opent.<br />
12. De stroomtoevoer uitschakelen.<br />
a) Indien u ervoor kiest om de stroomtoevoer uit te schakelen om slijtdelen te vervangen of inspecteren,<br />
of om enige andere reden, zal het systeem zich niet herinneren wat u de laatste keer deed en zal dus<br />
de volledige startsequentie vanaf het begin, vanaf stap 1, weer uitvoeren.<br />
4.10 Selectie van het gas<br />
A. Plasmagassen<br />
1. Luchtplasma<br />
• Meestal gebruikt op ferro- of op koolstof gebaseerde materialen voor een goede kwaliteit en hogere<br />
snijsnelheden.<br />
• Luchtplasma wordt gewoonlijk gebruikt met een luchtscherm.<br />
• Voor gebruik van lucht als plasmagas wordt alleen schone, droge lucht aanbevolen. Alle olie of vochtigheid<br />
in de luchttoevoer zal de levensduur van de toortsdelen aanzienlijk reduceren.<br />
• Luchtplasma biedt acceptabele resultaten op non-ferro-materialen en beperktere lasbaarheid op ferromaterialen.<br />
GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-12 Handleiding 0-5133NL
2. Argon/waterstof (H35) plasma<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
• Aanbevolen voor gebruik op 3/4 inch (19 mm) en dikker roestvrij staal. Aanbevolen voor 1/2 inch (12<br />
mm) en dikkere, non-ferro materialen. Ar/H2 wordt gewoonlijk niet gebruikt voor dunnere non-ferro<br />
materialen omdat goedkopere gassen een vergelijkbare snijkwaliteit garanderen.<br />
• Slechte snijkwaliteit op ferro-materialen.<br />
• Levert hogere snijsnelheden en betere snijkwaliteit op dikkere materialen ter compensatie van de hogere<br />
kosten.<br />
• Een mengsel van 65% argon / 35% waterstof moet worden gebruikt.<br />
3. Zuurstof (O2) plasma<br />
• Zuurstof wordt aanbevolen voor het snijden van ferro-materialen.<br />
• Het biedt hogere snijsnelheden.<br />
• Het levert zeer gladde afwerkingen en minimaliseert de opeenhoping van nitride op het gesneden oppervlak<br />
(indien niet verwijderd kan de opeenhoping van nitride problemen creëren bij het leveren van<br />
kwaliteitslassen).<br />
4. Stikstof (N2) plasma<br />
• Verzorgt betere snijresultaten op non-ferro materialen als roestvrij staal en aluminium.<br />
• Het kan worden gebruikt in plaats van luchtplasma met een luchtscherm of kooldioxyde (CO2).<br />
• Verzekert een veel langere levensduur van de onderdelen dan met lucht.<br />
• Goede schone stikstof van laskwaliteit moet worden gebruikt.<br />
B. Schermgassen<br />
1. Persluchtscherm<br />
• Bij gebruik van luchtplasma wordt gewoonlijk een luchtscherm gebruikt.<br />
• Dit verbetert de snijkwaliteit op sommige ferro materialen.<br />
• Goedkoop – vermindert de bedrijfskosten.<br />
2. Stikstof (N2) scherm<br />
• Een stikstofscherm wordt meestal gebruikt met Ar/H2 (H35) plasma.<br />
• Het levert gladde afwerkingen op non-ferro materialen.<br />
• Bij gebruik met Ar/H2 plasma zal het de rookproductie kunnen verminderen.<br />
3. Waterscherm<br />
• Een waterscherm mag alleen bij gemechaniseerde toepassingen worden gebruikt – nooit met<br />
handsnijden!<br />
• Het wordt gewoonlijk met stikstof gebruikt.<br />
• Het levert zeer gladde snijoppervlakken.<br />
• Het verminder de rookproductie en hitteoverdracht op het werkstuk.<br />
• Het is efficiënt tot een maximale materiaaldikte van 3/4 inch (19,1 mm).<br />
• Kraanwater garandeert uiterst lage gebruikskosten.<br />
Handleiding 0-5133NL 4-13 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
4.11 Statuscodes van de stroomvoorziening<br />
Tijdens het opstarten en het gebruik zullen de circuits van de stroomvoorziening verschillende tests uitvoeren.<br />
Wanneer de circuits een status registreren die de aandacht van de bediener vereist, zal de statusindicator<br />
op het bedieningspaneel een 2-delige code flitsen om een codegroep en vervolgens een bepaalde omstandigheid<br />
binnen die groep te signaleren. De flitscode wordt na 4 seconden herhaald.<br />
Voorbeeld: De indicator flitst 4 maal; de status is in groep 4. Na 1,2 seconden zal de indicator 3 maal opflitsen;<br />
de statuscode is 4-3, wat aangeeft dat de koelvloeistof aan het oververhitten is. 4 seconden later zal<br />
de indicator de opeenvolging herhalen tot de omstandigheid zal zijn gecorrigeerd.<br />
Sommige omstandigheden zullen voor onbepaalde tijd actief kunnen blijven, terwijl andere omstandigheden<br />
slechts tijdelijk zijn. De stroomvoorziening vergrendelt tijdelijke omstandigheden; sommige tijdelijk omstandigheden<br />
kunnen het systeem doen uitschakelen. De indicator kan meerdere omstandigheden in een opeenvolging<br />
tonen; het is belangrijk dat u alle mogelijke weergegeven omstandigheden herkent.<br />
Opmerking<br />
Deze codes zijn van toepassing op systemen met Firmwareversies 2.4 of later. Wanneer de firmware van uw<br />
systeem een eerdere versie is, moet u uw distributeur contacteren voor updates.<br />
Code Bericht<br />
CCM-statuscode<br />
Oplossing / commentaar<br />
Plasma Enable (inschakelen) Off; externe E-Stop ingeschakeld of CCM<br />
1-1<br />
Systeem niet ingeschakeld of<br />
ingangsfase wisselstroom<br />
ontbreekt<br />
TB1-1&2 jumper ontbreekt; wisselstroomfase ontbreekt; geen spanning<br />
naar GCM <strong>200</strong>0 of 2010 gasbesturing, controleer of besturingskabel<br />
GCM is aangesloten, reset CP4 of CP5 stroomonderbreker in<br />
stroomvoorziening, zekering F19 doorgebrand in GCM.<br />
1-2 Storing pilootontsteking<br />
Piloot werd niet binnen 15 seconden ontstoken. Voorstroomdruk te hoog;<br />
defect boogontsteking<br />
1-3 Piloot verloren<br />
Piloot ging uit zonder uitschakelsignaal; voorstroomdruk te hoog;<br />
snijstroom te laag gezet voor slijtdelen.<br />
1-4 Overdracht verloren<br />
Boogoverdracht (>50 ms) daarna boog verloren terwijl START nog op ON<br />
staat. Doorslagspanning te hoog; stroom te laag ingesteld.<br />
1-5 Buiten de plaat Functie niet op correcte wijze ingeschakeld<br />
Overdracht van piloot- naar snijboog moet plaatsvinden binnen 85 ms<br />
1-6<br />
Piloot timed-out zonder<br />
overdracht<br />
(SW8-1 OFF) of 3 sec (SW8-1 ON). Doorslagspanning te hoog of holte in<br />
werkstuk onder de toorts; snijstroom te laag voor snijdelen;<br />
voorstroomdruk te laag.<br />
1-7 Mondstukbescherming Functie niet op correcte wijze ingeschakeld.<br />
1-8 Mogelijk kortgesloten toorts<br />
Mondstukspanning te dicht bij elektrodespanning gemeten.<br />
Plasmastroom/-druk te laag; plasmalek; snijstroom te hoog; kortgesloten<br />
toortsconstructie; slijtdelen versleten.<br />
1-9 Deelproces niet geconfigureerd Uitsluitend DFC 3000 – selecteer proces en verzenden naar DFC .<br />
1-10 Apparaat geblokkeerd Proces wordt geladen, wacht tot het klaar is.<br />
GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-14 Handleiding 0-5133NL
Code Bericht Oplossing / commentaar<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
2-1 Fase ontbreekt Zekering doorgebrand. Aansluiting op voedingskabel verbroken of losgeraakt.<br />
Omvormer(s) niet op correcte wijze geconfigureerd voor ingangsspanning; slechte<br />
2-2 Verkeerde ingangsspanning<br />
kwaliteit stroomvoorziening (onderspanning, onderbrekingen); onvoldoende<br />
capaciteit/bedrading ingangsvermogen leidt tot spanningsvallen; onderbroken of<br />
loszittende voedingskabelaansluitngen.<br />
2-3<br />
Oververhitting omvormer of<br />
pilootregulateur<br />
Ventilator functioneert niet; omgevingstemperatuur hoger dan 40°C (104°F);<br />
Luchtstroom geblokkeerd.<br />
2-4 Stroomvoorziening niet gereed Omvormer defect<br />
2-5<br />
Gelijkstroom uitgangsspanning<br />
laag<br />
Uitgangsstroom lager dan 60 V gelijkstroom; omvormer defect, kortgesloten<br />
uitgang; kortgesloten pilootregulateur (chopper); leesdraad (J6) CCM-spanning<br />
2-6 Primaire overstroom storing<br />
Overstroom gemeten in primair circuit van de omvormer, verwijder<br />
stroomvoorziening voor reset; defecte omvormer; stootspanning;<br />
2-7 Onverwachte stroom<br />
Stroom >20 A in gebruiks- of pilootleidingen vóór pilootontsteking; mogelijk<br />
kortgesloten toorts; defecte stroomsensor.<br />
2-8<br />
Onverwachte stroom in<br />
pilootcircuit<br />
Stroom > 5 A in pilootcircuit; foute of verkeerde slijtdelen; pilootleiding<br />
kortgesloten met negatief in toortsbuis; mogelijk kortgesloten toorts<br />
2-9<br />
Onverwachte stroom in<br />
werkleiding<br />
Stroom > 5A in werkleiding; kortsluiting naar chassis in RAS; negatieve leiding<br />
kortgesloten naar aarde.<br />
2-10 Uitgangsspanning te laag Snijstroom gemeten als hoger dan ?? % onder instelling.<br />
Indien GCM 1000: Besturingskabel niet aangesloten of Basic ID signaal open.<br />
Communicatiefout gasbesturing, GCM 2010 & <strong>200</strong>0: Vuil op glasvezeleinden of in connectoren, doorblazen met<br />
3-1 kan geen communicatie met schone droge lucht; glasvezel niet in connector geblokkeerd; knikken in glasvezel;<br />
gasbesturing tot stand brengen. defecten aan glasvezel; gasbesturingsprintplaat defect, vervangen. CCM defect,<br />
vervangen.<br />
3-2<br />
Antwoordfout<br />
gasbesturingscommunicatie,<br />
verbinding tot stand gebracht<br />
maar CCM ontving een antwoord<br />
op een procesverzoek.<br />
3-3 Gasdruk laag<br />
Gasbesturing beantwoordde niet binnen de toegestane tijd op CCM-signaal. Vuil<br />
op glasvezeleinden of in connectoren, doorblazen met schone droge lucht;<br />
glasvezel niet in connector geblokkeerd; knikken in glasvezel; defecten aan<br />
glasvezel. Mocht het probleem zich blijven voordoen dan is de<br />
gasbesturingsprintplaat waarschijnlijk defect en moet u de kaart vervangen.<br />
Bij GCM 1000, Plasma < 15 psi; druksoftware defect of losgekoppeld.<br />
Bij GCM2010_AG, GCM<strong>200</strong>0_AC of later - hetzij gasbesturing geüpdatet met<br />
19X2219_AG hetzij latere printplaat: Toevoer plasma of schermgas buiten bereik<br />
105-135 psi.<br />
Bij GCM2010_AG, GCM<strong>200</strong>0_AC of later - hetzij gasbesturing geüpdatet met<br />
19X2219_AG hetzij latere printplaat: toevoer plasma of schermgas buiten bereik<br />
105-135 psi; druksensor losgekoppeld of defect.<br />
3-4 Gasbesturing niet gereed Doorspoelen; niet in RUN modus; gasbesturing defect, vervang de printplaat.<br />
3-5<br />
Protocolfout<br />
gasbesturingsmodule<br />
Fout van de toepassing of firmware niet compatibel<br />
3-6<br />
Ongeldig stroombesturingsniveau<br />
van GCM<br />
CCM-statuscode<br />
De door de GCM verzonden uitgangsstroomniveaus lagen buiten het bereik<br />
van de stroomvoorziening, controleer de compatibiliteit van de firmware<br />
3-7<br />
De gasbesturing antwoordt met<br />
verkeerde opdrachtvolgordes<br />
Verkeerde CCM- en<br />
Controleer de compatibilieit van de firmware<br />
3-8 gasbesturingstype (Autocut-<br />
Ultracut)<br />
Installeer de correcte CCM- of gasbesturing voor het systeem<br />
3-9<br />
Fout antwoord<br />
gasbesturingscommunicatie<br />
Antwoord niet compatibel met verzoek; controleer compatibiliteit firmware<br />
3-10 DPC defect Controleer de DPC status-indicator op het specifieke probleem<br />
3-11 DPC ventielbesturing defect Controleer de DPC status-indicator op het specifieke probleem<br />
3-12 DMC defect Controleer de DMC status-indicator op het specifieke probleem<br />
Handleiding 0-5133NL 4-15 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Code Bericht<br />
CCM-statuscode<br />
Oplossing / commentaar<br />
4-1 Laag niveau koelvloeistof fout Controleer niveau koelvloeistof, vul bij naar behoeven.<br />
4-2<br />
Lage doorstroming koelvloeistof na<br />
inschakeling spoeling.<br />
Zonder snijden: < 0.7 gal/min, 15 sec lang;<br />
met snijden: doorstroming tussen 0.35 en<br />
0.7 gal/min, 3 sec. lang of onmiddellijk<br />
indien < 0.35 gal/min;<br />
Lek bij aanzuiging brengt lucht in de koelvloeistof, verdachte afdichting filter<br />
achterpaneel; filter verstopt; pomp defect .<br />
4-3 Koelvloeistof oververhit (>70°C, 158°F)<br />
Koelventilator defect; vinnen koelradiator dichtgestopt met vuil;<br />
omgevingstemperatuur > 40°C<br />
Koelsysteem niet gereed Tijdens de Bij een nieuwe installatie moet u de startcyclus van de pomp herhalen, een<br />
4-4<br />
inschakeling bij spoelen/voeden, bereikte<br />
de doorstroming niet de 0.35 gal/min<br />
paar keer kan nodig zijn om de slangen te vullen; beschadigde<br />
toortskoelslang; lek bij aanzuiging brengt lucht in de koelvloeistof, verdachte<br />
gedurende tenminste 5 seconden afdichting filter achterpaneel; filter verstopt; pomp defect .<br />
4-5 Laag koelvloeistofniveau - Waarschuwing<br />
5-1 CANBUS faalt bij herkenning defect.<br />
5-2<br />
5-3<br />
CANBUS uit vanwege teveel<br />
gegevensfouten;<br />
CANBUS gegevensfout waarschuwing.<br />
Fouten nemen toe, zal snel uitvallen.<br />
5-4 CCM-bericht niet verzonden<br />
Tijdens het snijden werd een te laag koelvloeistofniveau gemeten; het snijden<br />
wordt niet onderbroken. Voeg koelvloeistof toe, naar behoeven.<br />
Indien GCM 1000, Basic ID signaal ontbreekt; andere gasbesturingen,<br />
glasvezel losgekoppeld of gebroken, fout zendontvanger (waar glasvezel in<br />
wordt gestoken) , vervang printplaat of CCM-gasbesturing.<br />
Vuil op glasvezeleinden of in connectoren, doorblazen met schone droge<br />
lucht; glasvezel niet in connector geblokkeerd; knikken in glasvezel; defecten<br />
aan glasvezel.<br />
Vuil op glasvezeleinden of in connectoren, doorblazen met schone droge<br />
lucht; glasvezel niet in connector geblokkeerd; knikken in glasvezel; defecten<br />
aan glasvezel.<br />
Vuil op glasvezeleinden of in connectoren, doorblazen met schone droge<br />
lucht; glasvezel niet in connector geblokkeerd; knikken in glasvezel; defecten<br />
aan glasvezel; CANBUS hardware fout (CCM- of printplaat gasbesturing).<br />
6-1 Analoge CCM spanningsfout Vervang CCM<br />
6-2 CCM ADC of DAC fout Vervang CCM<br />
6-3<br />
Koelvloeistofstroming te hoog fout,<br />
stroming > 2.7 gal/min<br />
Koelvloeistofslang toorts kapot of ontbreekt; CCM fout, vervang CCM<br />
6-4 CCM-gegevensgeheugenfout Vervang CCM<br />
6-5 CCM-programmageheugenfout Vervang CCM<br />
6-6 +5 V Logische voeding laag Vervang CCM<br />
6-7 CCM-processor oververhitting Vervang CCM<br />
GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-16 Handleiding 0-5133NL
4.12 DMC-3000 statuscodes<br />
Statuscode-indicatoren:<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
1. Bij het inschakelen van de voeding zullen de ROOD & GROEN indicatoren het firmwarerevisienummer<br />
in een 2-cijferige code flitsen, zoals onderstaand verklaard. Na de revisiecode<br />
2. Groene indicator<br />
• Continu brandend = OK, communicatie tot stand gebracht.<br />
• Knipperend = geen communicatie met CCM tot stand gebracht<br />
3. Rode indicator<br />
• Uit (off) = Status OK<br />
• Snel knipperend = nieuw programma aan het downloaden<br />
• Knipperen 2-cijferige code = Status (zie onderstaande tabel)<br />
Statusindicatoren op de DMC & DPC modules flitsen een uit twee delen bestaande code. Zowel de groene als<br />
de rode indicatoren zullen de firmwareversie flitsen bij het inschakelen. Alleen de rode indicator flitst voor een<br />
fout.<br />
Het eerste deel van de code verwijst naar een codegroep, het tweede deel naar een bijzondere omstandigheid<br />
binnen die groep. DMC en DPM kunnen tegelijkertijd, en verschillende codes flitsen. Een fout in de stroomvoorziening,<br />
zoals in 1-3, in de DMC, kan de communicatie met de DPM verhinderen en de DPC zal één van de<br />
2 codes van de groep flitsen. U moet de codes binnen alle modules, CCM, DMC & DPC in beschouwing nemen<br />
voordat u kunt bepalen welke hardware een fout heeft.<br />
De cijfers van de 2-cijferige code worden door een pauze van 1,2 seconden gescheiden en een pauze van 4 seconden<br />
zal de opeenvolging scheiden van de herhaling ervan of het flitsen van een andere groep. Weergegeven<br />
codes kunnen momenteel actief zijn of een fout weergegeven dat het proces heeft afgebroken maar niet langer<br />
actief is. Indien de fout die het proces heeft gestopt niet langer actief is zal de eerste flits van het eerste cijfer<br />
extra lang duren.<br />
Voorbeeld: De indicator flitst 1 keer lang gevolgd door 3 kortere flitsen – de omstandigheid is in groep 4. Na<br />
een pauze van 1,2 seconden flitst de indicator 3 maal; de omstandigheidscode is 4-3 (de eerste lange flits wordt<br />
gerekend als onderdeel van het eerste cijfer), en geeft aan dat de DMC een DPC time-out fout heeft gemeten<br />
die momenteel niet actief is. 4 seconden later zal de indicator de opeenvolging herhalen tot de omstandigheid<br />
zal zijn gecorrigeerd.<br />
Handleiding 0-5133NL 4-17 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
DMC Statuscode sleutel:<br />
Code Bericht<br />
Groep 1 – DMC<br />
Oorzaak/oplossing<br />
1-1 Plasma uitgeschakeld Plasma inschakelen<br />
1-2 24 V gelijkstroom fout Controleer/vervang DMC-stroomvoorziening; vervang DMC-besturingsprintplaat<br />
1-3 5 V gelijkstroom fout Controleer/vervang DMC-stroomvoorziening; vervang DMC-besturingsprintplaat<br />
1-4<br />
Geen gasproces<br />
geselecteerd<br />
Selecteer en verzend proces van TSC 3000 of CNC;<br />
1-5 DMC is geblokkeerd Proces wordt geladen, wacht tot het klaar is.<br />
Groep 2 - CCM-Communicatiepoort *<br />
2-1 Herkenningsfout Controleer de glasvezelkabel en -aansluitingen; vervang DMC-besturingsprintplaat; vervang de CCM<br />
2-2 Bus off fout Controleer de glasvezelkabel en -aansluitingen; vervang DMC-besturingsprintplaat; vervang de CCM<br />
2-3<br />
Fysieke controle van de<br />
glasvezelkabel en -<br />
aansluitingen;<br />
Vervang DMC-besturingsprintplaat; vervang CCM<br />
Groep 3 - DPC Communicatiepoort *<br />
3-1 Herkenningsfout<br />
Controleer de glasvezelkabel en -aansluitingen; vervang DMC-besturingsprintplaat; vervang DPCbesturingsprintplaat<br />
3-2 Bus off fout<br />
Controleer de glasvezelkabel en -aansluitingen; vervang DMC-besturingsprintplaat; vervang DPCbesturingsprintplaat<br />
3-3 Fysiek<br />
Controleer de glasvezelkabel en -aansluitingen; vervang DMC-besturingsprintplaat; vervang DPCbesturingsprintplaat<br />
Groep 4 – Status-gasbesturing en protocolfouten<br />
CCM-communicatie-<br />
4-1 onderbreking (met ventielen Controleer de glasvezelkabel en -aansluitingen; vervang DMC-besturingsprintplaat; CCM<br />
ingeschakeld)<br />
4-2 CCM Time-out<br />
4-3 DPC Time-out<br />
4-4 DPC fout<br />
4-5 Configuratie mismatch<br />
4-6 Protocolfout<br />
Groep 5 – Kortgesloten solenoïden fouten<br />
5-1 Sol 1 – H35 Plasma Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-2 Sol 2 – Zuurstofplasma Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-3 Sol 3 – Luchtplasma Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-4 Sol 4 – Stikstofplasma Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-5 Sol 5 – Aux plasma Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-6 Sol 6 – Zuurstofscherm Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-7 Sol 7 – Luchtscherm Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-8 Sol 8 – Stikstofscherm Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-9 Sol 9 – H2O Scherm Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-10 Sol 10 – ZuurstofvoorstroomVervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-11 Sol 11 – Luchtvoorstroom Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-12 Sol 12 – Stikstofvoorstroom Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-13 Sol 13 – Argonmarkering Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-14 Sol 14 – Luchtmarkering Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
5-15 Sol 15 – Stikstofmarkering Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />
* Op de DMC getoonde communicatiefouten kunnen worden veroorzaakt door het apparaat op het andere uiteinde van de communicatielijn. Voordat<br />
u aanneemt dat de fout bij de DMC berust moet u controleren of hetzij de CCM hetzij de DPC codes weergeven die erop zouden wijzen dat zij in de<br />
fout zijn.<br />
GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-18 Handleiding 0-5133NL
4.13 DPC-3000 statuscodes<br />
Code Bericht Oorzaak/oplossing<br />
Groep 1 – DPC<br />
DPC Statuscodesleutel<br />
1-1 Plasma uitgeschakeld Plasma inschakelen<br />
1-2 24 V gelijkstroom fout Controleer/vervang DPC-stroomvoorziening; vervang DPC-besturingsprintplaat<br />
1-3 +12 V gelijkstroom fout Controleer/vervang DPC-stroomvoorziening; vervang DPC-besturingsprintplaat<br />
1-4 -12 V gelijkstroom fout Controleer/vervang DPC-stroomvoorziening; vervang DPC-besturingsprintplaat<br />
1-5 5 V gelijkstroom fout Controleer/vervang DPC-stroomvoorziening; vervang DPC-besturingsprintplaat<br />
1-6 Analoge referentiefout Vervang DPC-besturingsprintplaat<br />
1-7 Ampère gelijkstroom fout Vervang DPC-besturingsprintplaat<br />
1-8 Gereserveerd<br />
1-9 Ventiel niet geconfigureerd Proces van TSC 3000 / CNC opnieuw verzenden<br />
1-10 DPC is geblokkeerd Proces wordt geladen, wacht tot het klaar is.<br />
Groep 2 - Communicatiebesturing<br />
2-1 Herkenningsfout Glasvezelkabel; DPC-besturingsprintplaat<br />
2-2 Time-out Programmafirmware-fout, raadpleeg de fabrikant<br />
2-3 Protocol Programmafirmware-fout, raadpleeg de fabrikant<br />
2-4 Bus off Glasvezelkabel; DPC-besturingsprintplaat<br />
2-5 Fysiek Glasvezelkabel; DPC-besturingsprintplaat<br />
Groep 3 – Inlaatdruk-fouten<br />
3-1 Plasmagas hoog (>145 PSI) Verminder druk van gastoevoer; defecte druksensor (PS4).<br />
3-2 Pilootgas hoog (>145 PSI) Verminder druk van gastoevoer; defecte druksensor (PS4).<br />
3-3 Schermgas hoog (>145 PSI) Verminder druk van gastoevoer; defecte druksensor (PS4).<br />
3-4<br />
H2O schermgas hoog (>145<br />
PSI)<br />
Verminder druk van gastoevoer; defecte druksensor (PS4).<br />
Groep 4 – Elektrische storingen van proportionele ventielen en solenoïden<br />
4-1 Plasma hoog (V5) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />
4-2 Plasma laag (V4) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />
4-3 Piloot (V3) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />
4-4 Schermgas (V1) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />
4-5<br />
H2O Schermgas (V2)<br />
kortgesloten<br />
Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />
4-6 Ventilator (SOL2) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />
4-7 Snijden (SOL3) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />
4-8 Markeren (SOL1) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />
4-9 Ventilator (SOL2) open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />
4-10 Snijden (SOL3) open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />
4-11 Markeren (SOL1) open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />
Groep 5 – Plasma – hoog proportioneel ventiel (V5)<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
5-1 Ventiel open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />
5-2<br />
Uitlaatdruk laag vanwege lage<br />
DPC inlaatdruk.<br />
Verhoog plasma-inlaatdruk; controleer of DMC-ventiel niet open is; vernauwing in<br />
gastoevoer/-slangen.<br />
5-3<br />
Uitlaatdruk laag,<br />
ventielbesturing op MAX.<br />
Lek in plasmaslang naar toorts; defect stuurventiel (V5); defecte druksensor (PS6);<br />
DPC-besturingsprintplaat<br />
5-4<br />
Lek in plasmaslang naar toorts; defect stuurventiel (V5); defecte druksensor (PS6);<br />
Uitlaatdruk laag - tracking fout<br />
DPC-besturingsprintplaat<br />
5-5<br />
Uitlaatdruk hoog,<br />
ventielbesturing op MIN.<br />
Vernauwing in plasmaslang, toorts; DPC-verdeelstuk; defect stuurventiel (V5); defecte<br />
druksensor (PS6); DPC-besturingsprintplaat<br />
5-6<br />
Uitlaatdruk hoog - tracking<br />
fout<br />
Vernauwing in plasmaslang, toorts; DPC-verdeelstuk, defect stuurventiel (V5); defecte<br />
druksensor (PS6); DPC-besturingsprintplaat<br />
Handleiding 0-5133NL 4-19 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Code Bericht<br />
Groep<br />
DPC Statuscodesleutel<br />
Oorzaak/oplossing<br />
6-1 Ventiel open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />
6-2 Uitlaatdruk laag vanwege lage Verhoog plasma-inlaatdruk; controleer of DMC-ventiel niet open is;<br />
6-3 Uitlaatdruk laag, Lek in plasmaslang naar toorts; defect stuurventiel; defecte druksensor<br />
6-4 Uitlaatdruk laag - tracking fout Zelfde als 6-3<br />
6-5 Uitlaatdruk hoog, Vernauwing in plasmaslang, toorts; DPC-verdeelstuk, defect stuurventiel;<br />
6-6 Uitlaatdruk hoog - tracking Zelfde als 6-5<br />
Groep 7 – Piloot - proportioneel ventiel (V3)<br />
7-1 Ventiel open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />
7-2<br />
Uitlaatdruk laag vanwege lage<br />
DPC inlaatdruk.<br />
Verhoog plasma-inlaatdruk; controleer of DMC-ventiel niet open is;<br />
vernauwing in gastoevoer/-slangen.<br />
7-3<br />
Uitlaatdruk laag,<br />
ventielbesturing op MAX.<br />
Lek in plasmaslang naar toorts; defect stuurventiel; defecte druksensor<br />
(PS6); DPC-besturingsprintplaat<br />
7-4<br />
Lek in plasmaslang naar toorts; defect stuurventiel; defecte druksensor<br />
Uitlaatdruk laag - tracking fout<br />
(PS6); DPC-besturingsprintplaat<br />
7-5<br />
Uitlaatdruk hoog,<br />
ventielbesturing op MIN.<br />
Vernauwing in plasmaslang, toorts; DPC-verdeelstuk; defect stuurventiel;<br />
defecte druksensor (PS6); DPC-besturingsprintplaat<br />
7-6<br />
Uitlaatdruk hoog - tracking<br />
fout<br />
Vernauwing in plasmaslang, toorts; DPC-verdeelstuk; defect stuurventiel;<br />
defecte druksensor (PS6); DPC-besturingsprintplaat<br />
Groep 8 – Schermgas - proportioneel ventiel (V1)<br />
8-1 Ventiel open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />
8-2<br />
Uitlaatdruk laag vanwege lage<br />
DPC inlaatdruk.<br />
Verhoog plasma-inlaatdruk; controleer of DMC ventiel niet open is;<br />
Vernauwing in gastoevoer/-slangen.<br />
8-3<br />
Uitlaatdruk laag,<br />
ventielbesturing op MAX.<br />
Lek in plasmaslang naar toorts; defect stuurventiel; defecte druksensor<br />
(PS5); DPC-besturingsprintplaat<br />
8-4 Uitlaatdruk laag - tracking fout Zelfde als 8-3<br />
8-5<br />
Uitlaatdruk hoog,<br />
ventielbesturing op MIN.<br />
Vernauwing in plasmaslang, toorts; DPC-verdeelstuk, defect stuurventiel;<br />
defecte druksensor (PS5); DPC-besturingsprintplaat<br />
8-6<br />
Uitlaatdruk hoog - tracking<br />
fout<br />
Zelfde als 8-5<br />
Groep 9 – Schermgas H2O - proportioneel ventiel (V2)<br />
9-1 Ventiel open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />
9-2<br />
9-3<br />
9-4<br />
9-5<br />
9-6<br />
Uitlaatstroming laag vanwege<br />
lage DPC-inlaatdruk.<br />
Uitlaatstroming laag,<br />
ventielbesturing op MAX.<br />
Uitlaatstroming laag - tracking<br />
fout<br />
Uitlaatstroming hoog,<br />
ventielbesturing op MIN.<br />
Uitlaatstroming hoog - tracking<br />
fout<br />
Verhoog plasma-inlaatdruk; controleer of DMC ventiel niet open is;<br />
vernauwing in gastoevoer/-slangen.<br />
Vernauwing in schermgasslang, toorts; DPC-verdeelstuk, defect<br />
stuurventiel; defecte stromingsmeter (FS-1); DPC-besturingsprintplaat<br />
Zelfde als 8-3<br />
Lek in schermgasslang naar toorts; defect stuurventiel; DPCbesturingsprintplaat<br />
Zelfde als 8-5<br />
GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-20 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
This page intentionally blank<br />
GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-22 Handleiding 0-5133NL
5.01 Algemeen onderhoud<br />
SECTIE 5: ONDERHOUD<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Voer periodiek de volgende controles uit om verzekerd te zijn van de goede prestaties van het systeem.<br />
Onderhoudsschema stroomvoorziening<br />
Dagelijks<br />
Controleer het koelvloeistofniveau, vul indien<br />
noodzakelijk koelvloeistof bij.<br />
Controleer de gasslangaansluitingen en<br />
-drukwaarden.<br />
Maandelijks<br />
Controleer de koelventilator en radiator; indien<br />
noodzakelijk schoonmaken.<br />
Controleer de gasslangen op barsten, lekken of<br />
slijtage.<br />
Controleer alle elektrische aansluitingen op<br />
barsten of slijtage. Vervang Vervang indien<br />
Zes maand<br />
Reinig of vervang het externe koelvloeistoffilter.<br />
Reinig de koelvloeistoftank.<br />
Reinig alle stofophopingen in de<br />
stroomvoorziening met een stofzuiger.<br />
Controleer het interne koelvloeistoffilter<br />
5.02 Reinigingsprocedure extern koelvloeistoffilter<br />
Een periodieke reiniging van het koelvloeistoffilter zal een maximale efficiëntie van de koelvloeistofstroming<br />
garanderen. Een slechte doorstroming van de koelvloeistof zal leiden tot een inefficiënte koeling van de toortsdelen<br />
met dientengevolge een snellere slijtage van de slijtdelen.<br />
Reinig het koelvloeistoffilter als volgt:<br />
1. Koppel het systeem los van de primaire stroomvoorziening.<br />
Filterhouder<br />
Filterscherm<br />
Art # A-04811<br />
2. Schroef de filterhouder met de hand los en verwijder hem. Bewaar de O-ring zorgvuldig.<br />
3. Verwijder en reinig het filter. Plaats de filterhouder terug en draai hem met de hand vast. Controleer of<br />
de O-ring op zijn plaats ligt.<br />
4. Schakel het systeem in en controleer op lekken.<br />
Handleiding 0-5133NL 5-1 ONDERHOUD
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
5.03 Reinigingsprocedure intern koelvloeistoffilter<br />
De lijnfilterzeef moet periodiek worden gereinigd. Om bij de lijnfiltergroep te komen moet u het paneel aan<br />
de rechterzijde (gezien vanaf de voorzijde van de unit) van de stroomvoorziening verwijderen. Verwijder de<br />
filterzeef door de filterhouder los te schroeven van de lijnfiltergroep. Spoel de filterzeef met heet zeepwater om<br />
het te reinigen. Verwijder zeepresten door de filterzeef met schoon heet water te spoelen. Verzeker u ervan dat<br />
alle zeep verwijderd is en dat de zeef goed droog is voordat u hem weer in de lijnfiltergroep terugplaatst.<br />
Koelvloeistofvervangingsprocedure<br />
Vervang de koelvloeistof als volgt:<br />
1. Koppel het systeem los van de primaire stroomvoorziening. Op de bodem van de koelvloeistoftank moet<br />
u de fitting van de koelvloeistflijn losmaken en de koelvloeistof in een wegwerptank opvangen.<br />
2. Sluit het systeem aan op de primaire stroomvoorziening en schakel het in om tank leeg te laten pompen.<br />
De pomp zal ongeveer 20 seconden lang draaien voordat de vloeistofstroomschakelaar een blokkering<br />
zal veroorzaken. Deze procedure kan een paar maal worden herhaald tot de tank helemaal leeg is.<br />
3. Sluit de fitting van de koelvloeistoflijn weer aan en vul de tank met nieuwe koelvloeistof tot het juiste<br />
niveau is bereikt.<br />
Vulbereik<br />
Koelvloeistoftank<br />
COOLANT<br />
RETURN SUPPLY<br />
RETURN SUPPLY<br />
Art # A-04803<br />
4. Schakel het systeem in, laat het een paar minuten draaien en controleer het koelvloeistofniveau. Indien<br />
noodzakelijk bijvullen.<br />
ONDERHOUD 5-2 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
This page is blank intentionally.<br />
ONDERHOUD 5-4 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
SECTIE 6: VERVANGING SAMENSTELLEN<br />
EN ONDERDELEN<br />
6.01 Vervanging stroomvoorziening<br />
Complete unit / component Catalogusnummer<br />
Ultra-Cut ® <strong>200</strong> stroomvoorziening, 208/230V 3-9119-1<br />
Ultra-Cut ® <strong>200</strong> stroomvoorziening, 460V 3-9119-2<br />
Ultra-Cut ® <strong>200</strong> stroomvoorziening, 400V 3-9119-3<br />
Ultra-Cut ® <strong>200</strong> stroomvoorziening, 400V, (CE) 3-9119-4<br />
Ultra-Cut ® <strong>200</strong> stroomvoorziening, 600V, 3-9119-5<br />
Remote boogontsteking (RAS-1000) 3-9130<br />
OPTIONELE APPARATUUR:<br />
Kit met wielen 9-9379<br />
Handleiding 0-5133NL 6-1 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.02 Layout van het systeem<br />
Zie sectie 3.05 voor aardaansluitingen en aardkabels<br />
Primaire<br />
stroomvoorziening<br />
CNC<br />
Touchscreen<br />
besturing<br />
W<br />
Art # A-09124<br />
Ultra-Cut<br />
stroomvoorziening<br />
Retour pilootboog<br />
Negatief<br />
Toevoer koelvloeistof<br />
Retour koelvloeistof<br />
Besturingskabel<br />
P Besturingskabel K<br />
V<br />
Glasvezel<br />
Aardkabel alleen<br />
bij bovenop de<br />
PS gemonteerde<br />
DMC<br />
Maximale lengte 38,1 m<br />
L<br />
DMC-3000<br />
Gasconsole<br />
Maximale lengte 53,3 m<br />
6.03 Aanbevolen gastoevoerslang<br />
F<br />
F<br />
Plasmagas H<br />
Glasvezel L<br />
Schermgas Q<br />
Voorstroom<br />
Besturingskabel<br />
Waterscherm<br />
Markering<br />
Werkkabel<br />
Maximale lengte 53,3 m<br />
Remote<br />
boogontsteking<br />
Maximale lengte 30,5 m<br />
Afscherming<br />
Toevoer koelvloeistof<br />
Retour koelvloeistof<br />
Afscherming<br />
Plasmagas<br />
Schermgas<br />
DPC-3000 Positioneringsslang<br />
Gasbesturing<br />
Toorts<br />
Werkstuk<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-2 Handleiding 0-5133NL<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
R<br />
S<br />
T<br />
U<br />
O<br />
Retour pilootboog<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 ¼-inch Gray Synflex slang. Fittingen niet inbegrepen. 9-3743<br />
Catalogusnummer per voet<br />
1 3/8-inch Gray Synflex slang. Fittingen niet inbegrepen. 9-3616<br />
Catalogusnummer per voet<br />
1 1/2-inch Gray Synflex slang. Fittingen niet inbegrepen. 9-2551<br />
Catalogusnummer per voet<br />
OPMERKING<br />
De installatie vereist twee negatieve<br />
leidingen en twee werkkabels.<br />
I<br />
J<br />
G
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
F<br />
F1<br />
G<br />
I<br />
J<br />
K<br />
L<br />
6.04 Leidingen en kabels<br />
14<br />
37<br />
H, Q,<br />
R, T, U<br />
S,V<br />
16 pin<br />
O<br />
P, W<br />
14/11<br />
Groen<br />
Rood<br />
#8 AWG kabel<br />
#1 AWG kabel<br />
Groen<br />
Rood<br />
Groen / Geel # 4 AWG (16 mm2)<br />
Groen / Geel 1/0 (50 mm2)<br />
1/0 kabel (1/0 (50 mm)<br />
2<br />
Retour pilootboog, van<br />
stroomvoorziening naar<br />
boogontsteking<br />
Negatieve leiding, van<br />
stroomvoorziening naar<br />
boogontsteking<br />
Koelvloeistoftoevoerleiding,<br />
van stroomvoorziening naar boogontsteking<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Handleiding 0-5133NL 6-3 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />
Art # A-09125_AB<br />
Retourleiding koelvloeistof,<br />
stroomvoorziening naar boogontsteking<br />
Besturingskabel, van stroomvoorziening<br />
naar boogontsteking<br />
Aardkabel<br />
Aardkabel, van remote<br />
boogontsteking naar aarde<br />
Afgeschermd toortsleidingensamenstel,<br />
van remote boogontsteking naar toorts<br />
Plasmagasleiding, van toortsventiel<br />
naar toorts<br />
Schermgasleiding, van toortsventiel<br />
naar toorts<br />
Besturingskabel, vanuit de stroomvoorziening<br />
Glasvezelkabel,<br />
van stroomvoorziening<br />
naar DMC-3000<br />
Voor gebruik met DFC-3000<br />
S - Besturingskabel, van<br />
DMC-3000 naar DPC-3000<br />
V - TSC-3000 naar PS<br />
Werkkabel<br />
P-CNC-kabel (14 draads)<br />
W-CNC-Communicatiekabel (11 draden)
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Sleutel Beschrijving Catalogus #<br />
A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 4 voet / 1,3 m (zie opmerking 1) 4-3027<br />
A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 10 voet / 3,05 m (zie opmerking 1) 4-3028<br />
A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 15 voet / 4,5 m (zie opmerking 1) 4-3029<br />
A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 25 voet / 7,6 m (zie opmerking 1) 4-3030<br />
A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 35 voet / 10,6 m (zie opmerking 1) 4-3050<br />
A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 50 voet / 15,2 m (zie opmerking 1) 4-3031<br />
A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 75 voet / 22,9 m (zie opmerking 1) 4-3032<br />
A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 100 voet / 30,5 m (zie opmerking 1) 4-3033<br />
A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 125 voet / 38,1 m (zie opmerking 1) 4-3034<br />
A Retourkabel pilootboog (alleen), 4 voet / 1,2 m 9-4890<br />
A Retourkabel pilootboog (alleen), 10 voet / 3,05 m 9-4891<br />
A Retourkabel pilootboog (alleen), 15 voet / 4,5 m 9-4790<br />
A Retourkabel pilootboog (alleen), 25 voet / 7,6 m 9-4791<br />
A Retourkabel pilootboog (alleen), 35 voet / 10,6 m 9-9426<br />
A Retourkabel pilootboog (alleen), 50 voet / 15,2 m 9-4792<br />
A Retourkabel pilootboog (alleen), 75 voet / 22,8 m 9-4793<br />
A Retourkabel pilootboog (alleen), 100 voet / 30,5 m 9-4794<br />
A Retourkabel pilootboog (alleen), 125 voet / 38,1 m 9-4796<br />
B Negatieve kabel (alleen), 3 voet / 1 m 9-4892<br />
B Negatieve kabel (alleen), 10 voet / 3,05 m 9-4897<br />
B Negatieve kabel (alleen), 15 voet / 4,5 m 9-4798<br />
B Negatieve kabel (alleen), 25 voet / 7,6 m 9-4799<br />
B Negatieve kabel (alleen), 35 voet / 10,6 m 9-9427<br />
B Negatieve kabel (alleen), 50 voet / 15,2 m 9-4800<br />
B Negatieve kabel (alleen), 75 voet / 22,8 m 9-4801<br />
B Negatieve kabel (alleen), 100 voet / 30,5 m 9-4802<br />
B Negatieve kabel (alleen), 125 voet / 38,1 m 9-4804<br />
C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 3 voet / 1 m 9-4886<br />
C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 10 voet / 3,05 m 9-4887<br />
C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 15 voet / 4,6 m 9-4780<br />
C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 20 voet / 6 m 9-4781<br />
C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 25 voet / 7,6 m 9-4782<br />
C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 30 voet / 9,1 m 9-4783<br />
C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 35 voet / 10,6 m 9-4784<br />
C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 40 voet / 12 m 9-4785<br />
OPMERKING 1:<br />
De sets van toevoerleidingen bevatten een retourkabel<br />
pilootboog, een negatieve kabel, koelvloeistoftoevoer-<br />
en retourslangen en een besturingskabel.<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-4 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Sleutel Beschrijving Catalogus #<br />
C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 50 voet / 15,2 m 9-4786<br />
C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 75 voet / 23 m 9-4787<br />
C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 100 voet / 30,5 m 9-4788<br />
D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 3 voet / 1 m 9-4888<br />
D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 10 voet / 3,05 m 9-4889<br />
D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 15 voet / 4,6 m 9-4762<br />
D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 20 voet / 6 m 9-4763<br />
D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 25 voet / 7,6 m 9-4764<br />
D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 30 voet / 9,1 m 9-4765<br />
D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 35 voet / 10,6 m 9-4766<br />
D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 40 voet / 12 m 9-4767<br />
D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 50 voet / 15,2 m 9-4768<br />
D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 75 voet / 23 m 9-4769<br />
D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 100 voet / 30,5 m 9-4770<br />
E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 1 m 9-4941<br />
E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 3,05 m 9-4916<br />
E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 4,5 m 9-4917<br />
E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 7,6 m 9-4918<br />
E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 15,2 m 9-4942<br />
E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 22,9 m 9-4943<br />
E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 30,5 m 9-4944<br />
E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 38,1 m 9-4922<br />
F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 3 voet / 1 m 9-4923<br />
F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 15 voet / 4,5 m 9-4924<br />
F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 25 voet / 7,6 m 9-4925<br />
F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 50 voet / 15,2 m 9-4926<br />
F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 75 voet / 22,9 m 9-4927<br />
F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 100 voet / 30,5 m 9-4928<br />
F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 125 voet / 38,1 m 9-4929<br />
F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 150 voet / 45,7 m 9-4930<br />
F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 3 voet / 1 m 9-4931<br />
F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 15 voet / 4,5 m 9-4932<br />
F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 25 voet / 7,6 m 9-4933<br />
F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 50 voet / 15,2 m 9-4934<br />
F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 75 voet / 22,9 m 9-4935<br />
F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 100 voet / 30,5 m 9-4936<br />
F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 125 voet / 38,1 m 9-4937<br />
F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 150 voet / 45,7 m 9-4938<br />
Handleiding 0-5133NL 6-5 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Sleutel Beschrijving Catalogus #<br />
G Samenstel, toortsleiding, 10 voet / 3,05 m 4-3053<br />
G Samenstel, toortsleiding, 15 voet / 4,6 m 4-3009<br />
G Samenstel, toortsleiding, 20 voet / 6 m 4-3010<br />
G Samenstel, toortsleiding, 25 voet / 7,6 m 4-3011<br />
G Samenstel, toortsleiding, 30 voet / 9,1 m 4-3012<br />
G Samenstel, toortsleiding, 35 voet / 10,6 m 4-3013<br />
G Samenstel, toortsleiding, 40 voet / 12 m 4-3014<br />
G Samenstel, toortsleiding, 50 voet / 15,2 m 4-3015<br />
G Samenstel, toortsleiding, 75 voet / 23 m 4-3016<br />
G Samenstel, toortsleiding, 100 voet / 30,5 m 4-3017<br />
H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 10 voet / 3,05 m (zie opmerking 2) 4-3086<br />
H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 15 voet / 4,5 m (zie opmerking 2) 4-3087<br />
H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 25 voet / 7,6 m (zie opmerking 2) 4-3088<br />
H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 35 voet / 10,6 m (zie opmerking 2) 4-3089<br />
H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 50 voet / 15,2 m (zie opmerking 2) 4-3090<br />
H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 75 voet / 22,9 m (zie opmerking 2) 4-3091<br />
H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 100 voet / 30,5 m (zie opmerking 2) 4-3092<br />
H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 125 voet / 38,1 m (zie opmerking 2) 4-3093<br />
H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 150 voet / 45,7 m (zie opmerking 2) 4-3094<br />
H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 175 voet / 53,3 m (zie opmerking 2) 4-3095<br />
H Plasmagasslang 10 voet / 3,05 m 9-7103<br />
H Plasmagasslang 15 voet / 4,5 m 9-7104<br />
H Plasmagasslang 25 voet / 7,6 m 8-0149<br />
H Plasmagasslang 35 voet / 10,6 m 9-7270<br />
H Plasmagasslang 50 voet / 15,2 m 9-7271<br />
H Plasmagasslang 75 voet / 22,9 m 9-7272<br />
H Plasmagasslang 100 voet / 30,5 m 9-7273<br />
H Plasmagasslang 125 voet / 38,1 m 9-7274<br />
H Plasmagasslang 150 voet / 45,7 m 9-7275<br />
H Plasmagasslang 175 voet / 53,3 m 9-7276<br />
I Plasmaleiding 4 voet / 1,22 m (toortsventielsamenstel naar toorts) 9-3333<br />
J Schermleiding 4 voet / 1,22 m (toortsventielsamenstel naar toorts) 9-3334<br />
OPMERKING 2:<br />
De sets met automatische gasleidingen omvatten een plasmagasslang, een schermgasslang,<br />
een voorstroomgasslang, een waterschermslang, een glasvezelkabel,<br />
een markeerslang en een besturingskabel. Fiber Optic Cable, Marking Hose, and<br />
Control Cable.<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-6 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Sleutel Beschrijving Catalogus #<br />
L Besturingskabel, glasvezel, 3 voet / 1 m 9-4898<br />
L Besturingskabel, glasvezel, 15 voet / 4,5 m 9-4899<br />
L Besturingskabel, glasvezel, 25 voet / 7,6 m 9-4900<br />
L Besturingskabel, glasvezel, 35 voet / 10,6 m 9-9335<br />
L Besturingskabel, glasvezel, 50 voet / 15,2 m 9-4901<br />
L Besturingskabel, glasvezel, 75 voet / 22,9 m 9-4902<br />
L Besturingskabel, glasvezel, 100 voet / 30,5 m 9-4903<br />
L Besturingskabel, glasvezel, 125 voet / 38,1 m 9-4904<br />
L Besturingskabel, glasvezel, 150 voet / 45,7 m 9-4905<br />
L Besturingskabel, glasvezel, 175 voet / 53,3 m 9-4906<br />
K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 1 m 9-4907<br />
K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 4,5 m 9-4908<br />
K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 7,6 m 9-4909<br />
K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 10,6 m 9-9332<br />
K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 15,2 m 9-4910<br />
K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 22,9 m 9-4911<br />
K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 30,5 m 9-4912<br />
K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 38,1 m 9-4913<br />
K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 45,7 m 9-4914<br />
O Werkkabel, 10 voet / 3,05 m 9-9300<br />
O Werkkabel, 15 voet / 4,5 m 9-9301<br />
O Werkkabel, 25 voet / 7,6 m 9-9302<br />
O Werkkabel, 35 voet / 10,6 m 9-9303<br />
O Werkkabel, 50 voet / 15,2 m 9-9304<br />
O Werkkabel, 75 voet / 22,9 m 9-9305<br />
O Werkkabel, 100 voet / 30,5 m 9-9306<br />
O Werkkabel, 125 voet / 38,1 m 9-9307<br />
P Besturingskabel, CNC naar stroomvoorziening, 25 voet / 7,6 m 9-8312<br />
P Besturingskabel, CNC naar stroomvoorziening, 50 voet / 15,2 m 9-8313<br />
P Besturingskabel, CNC naar stroomvoorziening, 75 voet / 22,9 m 9-8315<br />
P Besturingskabel, CNC naar stroomvoorziening, 100 voet / 30,5 m 9-8316<br />
P Besturingskabel, CNC naar stroomvoorziening, 125 voet / 38,1 m 9-8317<br />
Handleiding 0-5133NL 6-7 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Sleutel Beschrijving Catalogus #<br />
Q Schermgasslang 10 voet / 3,05 m 9-7277<br />
Q Schermgasslang 15 voet / 4,5 m 9-7278<br />
Q Schermgasslang 25 voet / 7,6 m 9-7279<br />
Q Schermgasslang 35 voet / 10,6 m 9-7280<br />
Q Schermgasslang 50 voet / 15,2 m 9-7281<br />
Q Schermgasslang 75 voet / 22,9 m 9-7282<br />
Q Schermgasslang 100 voet / 30,5 m 9-7283<br />
Q Schermgasslang 125 voet / 38,1 m 9-7284<br />
Q Schermgasslang 150 voet / 45,7 m 9-7285<br />
Q Schermgasslang 175 voet / 53,3 m 9-7286<br />
R Pilootgas-/voorstroomslang 10 voet / 3,05 m 9-6956<br />
R Pilootgas-/voorstroomslang 15 voet / 4,5 m 9-6957<br />
R Pilootgas-/voorstroomslang 25 voet / 7,6 m 9-6959<br />
R Pilootgas-/voorstroomslang 35 voet / 10,6 m 9-6961<br />
R Pilootgas-/voorstroomslang 50 voet / 15,2 m 9-6963<br />
R Pilootgas-/voorstroomslang 75 voet / 22,9 m 9-6964<br />
R Pilootgas-/voorstroomslang 100 voet / 30,5 m 9--7080<br />
R Pilootgas-/voorstroomslang 125 voet / 38,1 m 9-7081<br />
R Pilootgas-/voorstroomslang 150 voet / 45,7 m 9-4876<br />
R Pilootgas-/voorstroomslang 175 voet / 53,3 m 9-4877<br />
S Besturingskabel, 10 voet / 3,05 m 9-7093<br />
S Besturingskabel, 15 voet / 4,5 m 9-7094<br />
S Besturingskabel, 25 voet / 7,6 m 9-7095<br />
S Besturingskabel, 35 voet / 10,6 m 9-7096<br />
S Besturingskabel, 50 voet / 15,2 m 9-7097<br />
S Besturingskabel, 75 voet / 22,9 m 9-7098<br />
S Besturingskabel, 100 voet / 30,5 m 9-7099<br />
S Besturingskabel, 125 voet / 38,1 m 9-7100<br />
S Besturingskabel, 150 voet / 45,7 m 9-7101<br />
S Besturingskabel, 175 voet / 53,3 m 9-7102<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-8 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Sleutel Beschrijving Catalogus #<br />
T Waterscherm 10 voet / 3,05 m 9-6985<br />
T Waterscherm 15 voet / 4,5 m 9-6986<br />
T Waterscherm 25 voet / 7,6 m 9-6988<br />
T Waterscherm 35 voet / 10,6 m 9-6996<br />
T Waterscherm 50 voet / 15,2 m 9-6992<br />
T Waterscherm 75 voet / 22,9 m 9-6993<br />
T Waterscherm 100 voet / 30,5 m 9-7073<br />
T Waterscherm 125 voet / 38,1 m 9-7074<br />
T Waterscherm 150 voet / 45,7 m 9-7075<br />
T Waterscherm 175 voet / 53,3 m 9-7076<br />
U Markeergasslang 10 voet / 3,05 m 9-4725<br />
U Markeergasslang 15 voet / 4,5 m 9-4726<br />
U Markeergasslang 25 voet / 7,6 m 9-4728<br />
U Markeergasslang 35 voet / 10,6 m 9-4730<br />
U Markeergasslang 50 voet / 15,2 m 9-4730<br />
U Markeergasslang 75 voet / 22,9 m 9-4732<br />
U Markeergasslang 100 voet / 30,5 m 9-4733<br />
U Markeergasslang 125 voet / 38,1 m 9-7077<br />
U Markeergasslang 150 voet / 45,7 m 9-7078<br />
U Markeergasslang 175 voet / 53,3 m 9-7079<br />
V Kabel, remote TSC naar CCM, 10 voet / 3,05 m 9-9230<br />
V Kabel, remote TSC naar CCM, 15 voet / 4,5 m 9-9231<br />
V Kabel, remote TSC naar CCM, 25 voet / 7,6 m 9-9232<br />
V Kabel, remote TSC naar CCM, 35 voet / 10,6 m 9-9233<br />
V Kabel, remote TSC naar CCM, 50 voet / 15,2 m 9-9234<br />
V Kabel, remote TSC naar CCM, 75 voet / 22,9 m 9-9235<br />
V Kabel, remote TSC naar CCM, 100 voet / 30,5 m 9-9236<br />
V Kabel, remote TSC naar CCM, 125 voet / 38,1 m 9-9237<br />
V Kabel, remote TSC naar CCM, 150 voet / 45,7 m 9-9238<br />
V Kabel, remote TSC naar CCM, 175 voet / 53,3 m 9-9239<br />
W Besturingskabel communicatie, CNC 25 voet / 7,6 m 9-8674<br />
W Besturingskabel communicatie, CNC 50 voet / 15,2 m 9-8675<br />
W Besturingskabel communicatie, CNC 75 voet / 22,9 m 9-8676<br />
W Besturingskabel communicatie, CNC 100 voet / 30,5 m 9-8677<br />
W Besturingskabel communicatie, CNC 125 voet / 38,1 m 9-8678<br />
W Besturingskabel communicatie, CNC 150 voet / 45,7 m 9-8679<br />
W Besturingskabel communicatie, CNC 175 voet / 53,3 m 9-8680<br />
Handleiding 0-5133NL 6-9 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.05 Externe vervangingsonderdelen stroomvoorziening<br />
7<br />
5<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 1 Frontpaneel stroomvoorziening 9-0440<br />
2 1 Achterpaneel stroomvoorziening 9-0441<br />
3 1 Bovenpaneel stroomvoorziening 9-0445<br />
4 1 Rechterzijde stroomvoorziening 9-0442<br />
5 1 Linkerzijde stroomvoorziening 9-0443<br />
6 1 Louver paneel 9-0444<br />
7 1 Afdekking aansluitingen stroomvoorziening 9-0446<br />
8 1 Hijsoog 9-9373<br />
8<br />
3<br />
Art # A-08281_AB<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-10 Handleiding 0-5133NL<br />
1<br />
2<br />
6<br />
4
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.06 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 2 Ventilator warmtewisselaar FAN1 9-9338<br />
2 2 Radiator 9-9339<br />
OPMERKING: De ventilator van de warmtewisselaar is dezelfde als die gebruikt met de omvormer<br />
2<br />
Handleiding 0-5133NL 6-11 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />
1<br />
Art # A-08283
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.07 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 1 Printplaat uitgangsfilter PCB8 9-9341<br />
2 1 Sensor HCT2 9-9368<br />
3 1 Magnetische contactor, piloot MC2 9-9343<br />
4 1 Weerstand R6 9-9340<br />
5 1 Weerstand R9<br />
6 1 Condensator C2<br />
Art # A-08309<br />
3<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-12 Handleiding 0-5133NL<br />
1<br />
6<br />
5<br />
4<br />
2
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.08 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 Chopper-module 9-9389<br />
1 Sensor HCT1 9-9342<br />
HCT1<br />
Chopper -module<br />
Art # A-08311<br />
Handleiding 0-5133NL 6-13 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.09 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - frontpaneel<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
7 1 Hoofdschakelaar netspanning CP1 9-9344<br />
(‘circuit protector’) voor 230-400-460 V wisselstroom units<br />
Art # A-08312<br />
7<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-14 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.10 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - frontpaneel<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 Printplaat PCB3 9-9365<br />
1 Printplaat 230/460V wisselstroom PCB4 9-9370<br />
1 Printplaat 600 V wisselstroom PCB4 9-9492<br />
1 Display printplaat PCB6 9-9347<br />
PCB4<br />
PCB3<br />
Handleiding 0-5133NL 6-15 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />
PCB6<br />
Art # A-08313
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.11 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 1 Printplaat 230-400-460 V wisselstroom PCB1 9-9362<br />
1 1 Printplaat 600 V wisselstroom PCB1 9-9491<br />
2 1 Magnetische contactor MC1,MC3 9-9364<br />
1<br />
2 2<br />
Art # A-08314<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-16 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.12 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - achterpaneel<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
Tankdop<br />
12 1 Vermogenschakelaar (RAS) 12 V, 2,5 A 120 V wisselstroom @ 1A CP2 9-9348<br />
13 1 Vermogenschakelaar (’TDC’) 125V, 3,15A 24 V wisselstroom @ 1A CP3 9-9349<br />
14 1 Vermogenschakelaar (AGC) 125V, 10A 24 V wisselstroom @ 5A CP4 9-9350<br />
15 1 Vermogenschakelaar (AGC) 125V, 2,5A 120 V wisselstroom @ 1A CP5 9-9348<br />
16 1 Vermogenschakelaar (AGC) 125V, 2,5A 15 V gelijkstroom @ 1A CP6 9-9348<br />
17 1 Vermogenschakelaar (pomp) 250V, 10A <strong>200</strong> V wisselstroom @ 3A CP7 9-9351<br />
18 1 Vermogenschakelaar (ventilator) 125V, 3,15A 24 V wisselstroom @ 1A CP8 9-9349<br />
1 Koelvloeistoftank 9-5948<br />
1 Tankdop 8-5142<br />
1 Filter, koelvloeistof 8-4276<br />
Koelvloeistoftank<br />
COOLANT<br />
RETURN SUPPLY<br />
Art # A-04932<br />
Handleiding 0-5133NL 6-17 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
J55<br />
G<br />
C<br />
M<br />
J15<br />
C<br />
N<br />
C<br />
J59<br />
R<br />
A<br />
S<br />
CIRCUIT<br />
BREAKERS<br />
RAS<br />
120V 5A<br />
CCM<br />
24V3 15A<br />
GCM<br />
24V 10A<br />
GCM<br />
120V2 5A<br />
GCM<br />
15V2 5A<br />
PUMP<br />
<strong>200</strong>V 5A<br />
FAN<br />
24V 15A<br />
CP2<br />
CP3<br />
CP4<br />
CP5<br />
CP6<br />
CP7<br />
CP8<br />
Art # A-06017
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.13 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 1 Weerstand R7 9-9363<br />
2 1 Gelijkrichter (diode) D1 9-9345<br />
3 1 Transformator T1 9-9355<br />
voor 230/460 V wisselstroomunits<br />
4 1 Diode D2 9-9486<br />
5 1 Klemmenpaneel TB3 N/A<br />
2<br />
1<br />
Art # A-08310<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-18 Handleiding 0-5133NL<br />
3<br />
4<br />
5
6.14 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
29 2 Omvormermodule 208/230V 9-9360D<br />
2 Omvormermodule 400V CE en 400V niet CE 9-9482D<br />
2 Omvormermodule 600 V 9-9485D<br />
Niet afgebeeld:<br />
3 Koelventilator omvormer 9-9338<br />
OPMERKING: De ventilator van de omvormer is dezelfde als die gebruikt voor de koeling van de<br />
warmtewisselaar.<br />
Art # A-04786<br />
29<br />
Handleiding 0-5133NL 6-19 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.15 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
30 1 Sensor (thermoweerstand) TH1 9-9361<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-20 Handleiding 0-5133NL
6.16 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 1 Relais printplaat PCB7 9-9366<br />
2 1 24 V gelijkstroom stroomvoorziening N/A N/A<br />
3 1 Printplaat interne besturing PCB5 9-9346<br />
8 1 Gelijkrichter (diode) D1 9-9345<br />
Art # A-08315<br />
2<br />
1<br />
Handleiding 0-5133NL 6-21 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />
3
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.17 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
22 1 Sensor (niveauschakelaar) LSW1 9-9354<br />
24 1 Motor M 9-9381<br />
25 1 Pomp/terugslagklep/omloopklep samenstel 9-9380<br />
26 1 Omloopklep (deel van samenstel)<br />
27 1 Pomp (deel van samenstel)<br />
28 1 Sensor (koelvloeistofstroom) F1 9-9359<br />
26<br />
Art # A-08236<br />
25<br />
27<br />
24<br />
28<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-22 Handleiding 0-5133NL<br />
22
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.18 DFC-3000 Vervanging automatisch gasbesturingssysteem<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 1 Samenstel, DMC-3000, demo 9-9491D<br />
2 1 Samenstel, DPC-3000, demo 9-9443D<br />
3 1 Samenstel, TSC-3000, vaste montage, demo (niet afgebeeld) 9-9444D<br />
4 1 Samenstel, TSC-3000, remote, demo 9-9490D<br />
Art # A-09135<br />
Handleiding 0-5133NL 6-23 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.19 DMC-3000 Vervangingsdelen gasbesturingsmodule<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 1 DMC-3000 samenstel 9-9491D<br />
2 1 Solenoïde 9-8264<br />
3 1 Sub-samenstel verdeelstuk (inclusief 15 of item 2) 9-7546<br />
4 1 SMPS printplaat 9-8263<br />
5 1 Besturingsprintplaat 9-7291<br />
4<br />
1<br />
2<br />
Er zijn er in totaal 15<br />
5<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-24 Handleiding 0-5133NL<br />
3<br />
Art # A-09163_AB
6.20 DPC-3000 Vervangingsdelen gasbesturingsmodule<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 1 Samenstel, DPC-3000, demo 9-9443D<br />
2 1 Stromingsmeter 9-7659<br />
3 1 DPC printplaat 9-8262<br />
4 1 SMPS printplaat 9-8263<br />
5 1 Drukventiel schermgas 9-8267<br />
6 1 Sensor, druk, 1/8 mnpt (zes in totaal) 9-8269<br />
7 1 Drukventiel waterscherm 9-8265<br />
8 1 Solenoïde 9-8264<br />
9 1 Drukventiel plasma laag en voorstroom 9-8268<br />
10 1 Drukventiel plasma hoog 9-8266<br />
11 1 DPC verdeelstuk volledig samengesteld 9-7658<br />
5<br />
2<br />
1<br />
3 4<br />
7 8 9 10<br />
6<br />
Handleiding 0-5133NL 6-25 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />
11<br />
Art # A-09164
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.21 TSC-3000 Touchscreen besturing op afstand en intern<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 1 Samenstel, TSC-3000, Remote, demo 9-9490D<br />
1 1 Samenstel, TSC-3000, intern, demo 9-9444<br />
2 1 Touchpaneel computer 9-7543<br />
3 1 Schakelaar, Rocker SPST 9-1042<br />
4 1 Printplaat 9-7542<br />
5 1 USB Paneel montage-extensie 9-7545<br />
6 1 Lintkabel HMI naar interface<br />
5<br />
4<br />
3<br />
6<br />
2<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-26 Handleiding 0-5133NL<br />
1<br />
Art # A-09165_AB
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.22 Remote boogontsteking (RAS-1000) vervangingsonderdelen<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 1 Bedradingsbundel, intern (niet afgebeeld) 9-4956<br />
2 1 Pilootdop samenstel 9-4960<br />
3 1 EMI filter 9-1023<br />
4 1 Samenstel HF-watergekoelde spoel 9-4958<br />
5 1 Samenstel HF-transformator, boogontsteking 9-4959<br />
6 1 Behuizing, grondplaat boogontsteking 9-4961<br />
7 1 Vonkbrug/kap samenstel HF 9-4957<br />
8 1 Ferrietkraal 2 inch lang 9-4965<br />
Naar toortsventiel<br />
6<br />
Art # A-04898<br />
7<br />
Handleiding 0-5133NL 6-27 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
8<br />
8
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.23 Remote boogontsteking (RAS-1000) vervangingsonderdelen<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 1 Afdichting, ABS wand 9-4964<br />
2 1 (externe) toortsleiding aardingssamenstel 9-4955<br />
3 1 Beugel, schottenhouder 9-4963<br />
4 1 Afdekking, boogontsteking 9-4962<br />
Koelleidingen,<br />
vanaf stroomvoorziening<br />
1<br />
1<br />
Art # A-04899<br />
Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-28 Handleiding 0-5133NL<br />
3<br />
2<br />
4
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
6.24 Bedienings- en besturingsmodule type 2 - vervangingsdelen<br />
Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />
1 1 Samenstel, CCM (Ultra-Cut) 9-9417<br />
2 1 Plaat, CCM-Face 9-9419<br />
3 1 Paneel, CCM montage Niet beschikbaar<br />
4 1 Bundel, CCM I/O plaat 9-9421<br />
1<br />
3<br />
OPMERKING<br />
Op deze pagina vindt u de onderdelen voor de bedienngs- en besturingsmodule zonder externe afdekking van<br />
de aansluitingen. Zie de voorgaande pagina voor de bedienngs- en besturingsmodule met externe afdekking<br />
van de aansluitingen.<br />
Handleiding 0-5133NL 6-29 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />
4<br />
Art # A-06867<br />
2
Intentionally Blank
SECTIE 7: TOORTSONDERHOUD<br />
7.01 Verwijdering van de slijtdelen<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
1. Gebruik het patroongereedschap om het schermgasmondstuk- en patroonsamenstel te blokkeren. Schroef<br />
het schermgasmondstuk van het patroonsamenstel.<br />
Patroongereedschap<br />
Art # A-04344<br />
Samengestelde patroon<br />
Schermgasmondstuk<br />
2. Verwijder het patroongereedschap van de achterzijde van het patroonsamenstel en gebruik het om de slijtdelen<br />
mee uit de patroon te drukken..<br />
Patroongereedschap<br />
Patroonsamenstel<br />
Art # A-04345<br />
Handleiding 0-5133NL 7-1 INFORMATIE OVER DE TOORTS
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
7.02 O-Ring smering<br />
Smeer periodiek alle drie O-Ringen op het patroonsamenstel en alle drie O-Ringen op de toortskop met de<br />
verstrekte O-Ring smering. Verwijder de blokkeerveer op het patroonsamenstel en schuif de borgring omlaag<br />
om bij de O-Ring onder de klemfitting te kunnen.<br />
Interne O-Ring (Cat. Nr. 8-0545) locatie<br />
(onder borgring)<br />
Blokkeerveer<br />
O-Ring, Cat. Nr. 8-0544<br />
O-Ring, Cat. Nr. 8-0540<br />
Patroonsamenstel<br />
Art # A-04071<br />
LET OP!<br />
O-Ringen<br />
Cat. Nr. 9-9041<br />
Cat. Nr. 8-0539<br />
Cat. Nr. 8-0534<br />
Cat. Nr. 8-0530<br />
Toortskop<br />
Art # A-04066<br />
Gebruik alleen Thermal Dynamics Nr. 9-4893 O-Ring smeermiddel (Christo Lube MCG-129) met dit deel van de<br />
toorts. Het gebruik van andere smeermiddelen zal de toorts onherstelbaar kunnen beschadigen.<br />
7.03 Slijtage van de onderdelen<br />
Vervang de gasdiffusor indien verbrand of gebarsten.<br />
Vervang de gasdiffusor indien de flens op enige wijze is beschadigd.<br />
Vervang het mondstuk en/of elektrode indien versleten.<br />
Goed mondstuk<br />
Versleten mondstuk<br />
Goede elektrode<br />
Versleten elektrode<br />
Art # A-04745<br />
INFORMATIE OVER DE TOORTS 7-2 Handleiding 0-5133NL
7.04 Torch Consumables Installation<br />
1. IInstalleer de slijtdelen als volgt:<br />
Elektrode<br />
Plasmagasdiffusor<br />
Mondstuk<br />
Schermgasdiffusor<br />
Schermgasdiffusorkap<br />
WAARSCHUWINGEN<br />
Installeer geen slijtdelen in een op de toortskop bevestigde patroon.<br />
Gebruik geen vreemde materialen in de slijtdelen en patroon.<br />
Alle onderdelen moeten zorgvuldig worden behandeld om beschadigingen<br />
die de prestaties zouden kunnen beïnvloeden, te voorkomen.<br />
Art # A-03887<br />
Protrusie schermgasdiffusorkap<br />
0.063-0.083 inch (1,6 – 2,1 mm)<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
1: Voeg de delen samen 2: Druk de patroon op de samengevoegde delen<br />
Bovenste O-ring<br />
op mondstuk<br />
3: Schroef het schermgasmondstuk op patroon<br />
Geen ruimte<br />
tussen delen<br />
Patroon bedekt<br />
bovenste O-ring<br />
op toortsmondstuk<br />
4: Controleer protrusie schermgasdiffusorkap<br />
Schermgasmondstuk<br />
Schermgasdiffusorkap<br />
Art # A-04873<br />
2, Verwijder het patroongereedschap van het patroon en installeer de samengevoegde patroon op de<br />
toortskop.<br />
Handleiding 0-5133NL 7-3 INFORMATIE OVER DE TOORTS
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
LET OP!<br />
De samengevoegde patroon moet de O-Ring op de toortskop bedekken.<br />
Forceer de patroon niet als hij niet goed vast wil komen te zitten. Verwijder de samengevoegde patroon en maak de<br />
schroefdraad op de toortskop voorzichtig met een draadborstel schoon. Breng in de schroefdraad zuurstof-compatibel<br />
smeermiddel aan (geleverd met de toorts).<br />
Toortskop<br />
0.063 – 0.083 inch<br />
(1,6 – 2,1 mm)<br />
protrusie<br />
Installatie samengestelde patroon op toortskop.<br />
Installatie samengestelde patroon op toortskop.<br />
O-Ring toortskop<br />
Art # A-07202<br />
3. Schuif de ohmse klem over het schermgasmondstuk indien de ohmse toortshoogtemeting wordt gebruikt..<br />
OPMERKING<br />
Ohmse hoogtemeting wordt afgeraden bij gebruik van een waterscherm. Water op het blad zal het ohmse meetcircuit<br />
elektrisch storen.<br />
Ohmse klem<br />
INFORMATIE OVER DE TOORTS 7-4 Handleiding 0-5133NL<br />
A-03393<br />
4. Verbind de draadgeleider van de hoogtemeter met de ohmse klem.
7.05 Probleemoplossing koelvloeistoflekkage<br />
Zijn de<br />
toortsslijtdelen<br />
geïnstalleerd?<br />
Ja<br />
Zijn de delen<br />
nieuw of gebruikt?<br />
Niet zeker?<br />
Is de toorts beschadigd?<br />
Ja<br />
Demonteer de toorts volledig<br />
en monteer hem weer op<br />
correcte wijze. Zie de<br />
installatiehandleiding. Vervang de toortskop<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Gebruik het systeem nooit wanneer er koelvloeistof uit de toorts lekt. Het ononderbroken druppelen wijst op beschadigde<br />
of slecht geïnstalleerde toortsdelen. Onder deze omstandigheden zal het gebruik van het systeem de toortskop<br />
kunnen beschadigen. Zie de onderstaande tabel voor een leidraad over koelvloeistoflekkage uit de toortskop.<br />
Toortselektroden<br />
Toortslekkages<br />
Nieuw<br />
Zijn de delen<br />
volledig in de toorts<br />
samengevoegd?<br />
Nee<br />
Lekkage uit de<br />
toevoer of de retour<br />
van de koelvloeistof?<br />
Retour<br />
Gebruikt<br />
Ja<br />
De delen zijn waarschijnlijk volledig versleten. Zie de tabel<br />
voor de min of meer verwachte levensduur.<br />
De toorts kan beschadigd zijn. Zie pagina om te bepalen<br />
of de kop beschadigd is.<br />
Amperage Plasmagas Aanbevolen slijtagediepte<br />
voor vervanging<br />
Inch mm<br />
30<br />
O2 0.04<br />
Lucht 0.04<br />
1<br />
2<br />
50 O2 0.04<br />
Lucht 0.08<br />
1<br />
2<br />
70<br />
O2 0.04<br />
Lucht 0.08<br />
1<br />
2<br />
100<br />
O2<br />
H35<br />
0.04<br />
0.08<br />
1<br />
2<br />
Handleiding 0-5133NL 7-5 INFORMATIE OVER DE TOORTS<br />
Nee<br />
Toevoer<br />
Ja<br />
Bestel<br />
koelvloeistofterugslagklep-kit<br />
9-4846<br />
Bestel<br />
koelvloeistofbuisvervangingskit<br />
Verwijder en smeer<br />
alle O-ringen op de toortskop,<br />
slijtdelenpatroon, en slijtdelen.<br />
Monteer de toorts weer Lekt<br />
hij nog steeds?<br />
Ja<br />
Vervang de slijtdelenpatroon<br />
en het schermgasmondstuk.<br />
Lekt de toorts nog steeds?<br />
Art # A-04704
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
This page is blank intentionally.<br />
INFORMATIE OVER DE TOORTS 7-6 Handleiding 0-5133NL
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
BIJLAGE 1: Schakelschema remote boogontsteking<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
POWER SUPPLY<br />
8X291<br />
C1<br />
ARC STARTER<br />
D Jumper in Cable to ID<br />
D<br />
Arc Starter Connected<br />
1900 pf<br />
C2<br />
J58<br />
J59 --RAS --RAS<br />
Water Cooled<br />
TORCH LEAD<br />
1<br />
CHASSIS GND<br />
1<br />
T1 Assembly<br />
1900 pf<br />
Inductor<br />
INNER SHIELD<br />
2<br />
2<br />
3<br />
3<br />
T1<br />
C3<br />
R1 6.8K 1W<br />
NEG & HF (to Torch)<br />
TORCH<br />
4<br />
4<br />
8X290<br />
11X16<br />
5<br />
5<br />
3<br />
6<br />
120 VAC<br />
6<br />
Line1 Load1<br />
<br />
7<br />
7<br />
1<br />
1900 pf<br />
8<br />
L1<br />
120 VAC RET<br />
8<br />
GND<br />
9<br />
9<br />
2<br />
R2 6.8K 1W<br />
PILOT<br />
C C<br />
10<br />
10<br />
Line2 Load2<br />
C4 0.1 uf 1000VDC<br />
PLT<br />
11<br />
11<br />
4<br />
PILOT RETURN (from torch)<br />
Line Line Filter 1ph<br />
12<br />
12<br />
GAP1<br />
<br />
13<br />
13<br />
NEG<br />
SPARK GAP 0.060"<br />
14<br />
14<br />
NEG (from PS)<br />
WORK<br />
14 PIN<br />
15<br />
0.1 uf 1000VDC<br />
16<br />
C6<br />
SHLD<br />
16 PIN<br />
C7<br />
C5<br />
0.047 uf 1000VDC<br />
0.047 uf 1000VDC<br />
Handleiding 0-5133NL A-1 BIJLAGE<br />
NEG (from PS)<br />
CGND<br />
NEG<br />
CHASSIS GND<br />
PILOT<br />
B B<br />
WORK<br />
A A<br />
PCB No:<br />
THERMAL DYNAMICS Assy No:<br />
INDUSTRIAL PARK #2 References<br />
WEST LEBANON, NH 03784<br />
(603) 298-5711<br />
Scale Supersedes<br />
Information Proprietary to THERMAL DYNAMICS CORPORATION.<br />
Not For Release, Reproduction, or Distribution without Written Consent.<br />
Drawn: Date:<br />
NOTE: UNLESS OTHERWISE SPECIFIED -<br />
DAT 9-21-04<br />
1. RESISTOR VALUES ARE EXPRESSED IN OHMS, 1/4W 5%.<br />
2. CAPACITOR VALUES ARE EXPRESSED IN MICROFARADS (uF). Chk: App: Sheet<br />
1 of<br />
1<br />
TITLE: TITLE: TITLE:<br />
SCHEMATIC,<br />
Size DWG No:<br />
EAGLE HF ARC STARTER<br />
Rev Revisions<br />
By Date<br />
AB ECO 101916 RS 11/01/05<br />
Last Modified: Tuesday, November 01, <strong>200</strong>5<br />
14:47:17<br />
Art # A-06896<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
TP1<br />
TP7<br />
J8<br />
LED<br />
D1<br />
D-17<br />
LED<br />
D_E1<br />
D_E15<br />
BIJLAGE 2: Printplaat-layout DMC-3000<br />
TP5<br />
J9<br />
J6<br />
TP4<br />
BIJLAGE A-2 Handleiding 0-5133 NL<br />
SW2<br />
SW1<br />
TP3 J5<br />
TP6 TP2<br />
Art # A-09188<br />
J1<br />
J2<br />
J3<br />
J4
J6<br />
D12<br />
SW2<br />
J5<br />
J4<br />
J3<br />
J2<br />
SW1<br />
J1<br />
BIJLAGE 3: Printplaat-layout DPC-3000<br />
D7<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Handleiding 0-5133NL A-3 BIJLAGE<br />
J9<br />
TP5<br />
Art # A-09189<br />
TP3<br />
D11<br />
TP7<br />
D10<br />
TP1<br />
TP6<br />
D5<br />
D4<br />
D3<br />
TP4<br />
J8<br />
D2<br />
TP8<br />
D1<br />
TP11<br />
D9<br />
D8<br />
TP2<br />
TP10<br />
TP9<br />
J10
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
J1<br />
BIJLAGE 4: Printplaat-layout TSC-3000<br />
TP4 TP1<br />
TP3<br />
J2 TP2 J3<br />
BIJLAGE A-4 Handleiding 0-5133 NL<br />
J4<br />
Art # A-09190<br />
J5
SW6<br />
J36<br />
TP14<br />
SW12<br />
TP7<br />
TP6<br />
BIJLAGE 5: Printplaat-layout CCM-ingang / uitgang<br />
TP10 TP8<br />
J1<br />
TB1 TB2 J4 J9<br />
TP11<br />
J2<br />
J5<br />
TP12<br />
J6 J7<br />
J35 TP4 TP3 TP2 SW13 TP5 TP1 TP13 J3<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
SW11 TP9 J8<br />
Art # A-09187<br />
Handleiding 0-5133NL A-5 BIJLAGE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
O<br />
N<br />
TP2<br />
TP4<br />
TP1<br />
J2<br />
BIJLAGE 6: Printplaat-layout CCM CPU<br />
TP6 TP7<br />
TP9<br />
TP10<br />
TP12<br />
J3<br />
TP14<br />
TP15<br />
Art # A-09186<br />
1<br />
AUTO PILOT<br />
SW1<br />
2<br />
3<br />
1<br />
4<br />
1<br />
PRE<br />
FLOW<br />
SW3<br />
1<br />
2<br />
Switches<br />
1<br />
POST<br />
FLOW FUNC<br />
SW4 SW5<br />
1<br />
2<br />
1<br />
2<br />
BIJLAGE A-6 Handleiding 0-5133 NL<br />
1<br />
J1<br />
1<br />
SYS<br />
CONT<br />
SW8<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
OK TO<br />
MOVE/D<br />
SW9<br />
1<br />
1<br />
2<br />
TP3<br />
TP5<br />
TP8<br />
TP11<br />
TP13<br />
O<br />
N
Art # A-04900_AC<br />
TB1<br />
TB2<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
TB1-1 E-Stop (Com) Deze punten worden in de fabriek met een brugverbinding aangesloten.<br />
TB1-2 E-Stop<br />
Verwijder de jumper om bestaande E-Stop circuits te gebruiken.<br />
TB1-3 OK 2 Contacten 24 V Max<br />
TB1-4 Stop vergrendeld<br />
TB1-5 Start / Stop Ret<br />
TB1-6 Start / stop of start vergrendeld (NEE)<br />
TB1-7 Verdeelde boogspanning (-)<br />
TB1-8 Verdeelde boogspanning (+)<br />
TB1-9 remote analoge stroombesturing (0-10V) (-)<br />
TB1-10 remote analoge stroombesturing (0-10V) (+)<br />
TB1-11 +10 V @ 10 mA voor remote CC POT<br />
TB1-12 OK 2 Contacten 24 V Max<br />
TB2-1 Start ophouden (-)<br />
TB2-2 Start ophouden (+)<br />
TB2-3 Voorstroom Aan (ON) (-)<br />
TB2-4 Voorstroom Aan (ON) (+)<br />
TB2-5<br />
TB2-6 Piloot Aan (ON) (relaiscontacten NEE)<br />
TB2-7<br />
TB2-8 Piloot Aan (ON) (relaiscontacten NEE)<br />
TB2-9<br />
TB2-10 OK-to-Move (contacten of volt gelijkstroom ) (-)<br />
TB2-11<br />
TB2-12 OK-to-Move (contacten of volt gelijkstroom ) (+)<br />
Stop<br />
Start<br />
1<br />
TB3<br />
tart / stop-circuit configuraties<br />
Ononderbroken start / stop<br />
Handleiding 0-5133NL A-7 BIJLAGE<br />
TB1-5<br />
TB1-6<br />
TB1-4<br />
TB1-5<br />
TB1-6<br />
TB3-1<br />
TB3-2 }Ingang markering<br />
Tijdelijke start / stop
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
CNC-functies<br />
BIJLAGE 7: CNC<br />
CNC-I/O-circuits leveren een galvanische isolatie van tenminste 1000V van de plasma stroomvoorziening.<br />
Terwijl de CNC-circuits van de stroomvoorziening geïsoleerd zijn, zijn veel van de retoursignalen op J15 en TB1<br />
& 2 gemeenschappelijk. J15 pinnen 1, 4, 5 & 10 en TB1-1, 5, 7, 9, en TB2-1 & 3 zijn allemaal gemeenschappelijk. De<br />
J15 pin 12 en TB2-10 zijn eveneens op de andere aangesloten wanneer SW6 (OK-to-Move selectie) is ingesteld op<br />
spanning (voltage).<br />
Achterpaneel CNC-Connector J15:<br />
14 Circuit (amp CPC) remote standaard:<br />
Chassis aarde (voor SC-11 kabelafscherming)1<br />
1 Start/Stop 3 (+); 4 (-)<br />
1 Ok-to-move (contacten of spanning2) 12(-); 14 (+)<br />
1 Verdeelde boogspanning 5 (-); 6 (+)<br />
(keuze verhouding 50:1; 40:1; 30:1; 16.6:1)<br />
Boogspanning (w/100K serie weerst.) 7 (-); 9 (+)<br />
1 Analoge sttroombesturing (0-10V)3 10 (-); 11 (+)<br />
Geïsoleerde circuitcomm (voor SC-11) 8<br />
Chassis-aarde 13<br />
1 Deze zijn ook gedupliceerd op TB1 & TB2, gebruik de ene of de andere, niet allebei. Extra functies zijn eveneens<br />
beschikbaar op TB1 & 2. .<br />
2 SW6 op CCM I/O PRINTPLAAT selecteert OK-to-Move voor geïsoleerde contactsluiting of gelijkstroomspanning<br />
(15-18V) bij
Voorstroom aan (On) TB2-3(-); TB2-4(+)<br />
Piloot aan (On) (relaiscontacten rustcontacten) TB2-6; TB2-8<br />
OK-to-move (Contacten of volt gelijkstroom ) TB2-10(-); TB2-12(+)<br />
Remote selectie plasmamarkering TB3-1:TB3-2<br />
CNC-Ingangs- / uitgangsbeschrijvingen<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
E-Stop ingang— vereist rustcontact voor nominale stroomsterkte van 35 mA @ 20V gelijkstroom voor het gebruik van de<br />
unit. De in de fabriek geïnstalleerde jumper tussen TB1-1&2 moet worden verwijderd bij aansluiting van<br />
het door de gebruiker verstrekte E-Stop circuit.<br />
4 Start/Stop ingang—Schakelaar (tijdelijk of ononderbroken) nominale waarde 35 mA @ 20 V gelijkstroom<br />
Start / stop-circuit configuraties Tijdelijke start / stop (vergrendeld) is alleen beschikbaar op TB1.<br />
MOMENTARY START / STOP<br />
SUSTAINED START / STOP<br />
STOP<br />
START / STOP<br />
TB1-5<br />
TB1-4<br />
TB1-5<br />
TB1-6 START<br />
TB1-6<br />
Verdeelde boogspanningsuitgang — het boogspanningssignaal is geïsoleerd van de plasma-stroomvoorziening<br />
maar is gemeenschappelijk met andere geïsoleerde CNC-signalen. Het max. verdeelde boogspanningssignaalniveau<br />
is afhankelijk van de werkelijke verdeelde boogspanningstijdenverhouding maar mag niet hoger zijn dan ongeveer<br />
12 V.<br />
3 Analoge stroombesturingsingang— de analoge stroombesturing omvat een analoge isolatiemodule. Een gescheiden<br />
isolatiemodule is gewoonlijk niet vereist maar de lage input is gemeenschappelijk met de andere geïsoleerde CNCingangen.<br />
Het schaalbereik van de analoge stroombesturingsingang is 0 V = 0 A, 10 V = MAX uitgang met ertussen<br />
een lineaire uitgang. De MIN uitgang is echter 10 A. De gebruiker is er verantwoordelijk voor dat een correcte<br />
analoge spanning wordt ingesteld om tenminste een 10 A uitgang te handhaven. Om een analoge stroombesturing<br />
op de I/O printplaat te gebruiken moet u SW11 in de omlaag stand zetten en SW8-2 op de CPU printplaat op ON<br />
(omhoog) zetten.<br />
Start ophouden ingang—arbeidscontact, sluiten om het starten op te houden. Nominale waarde van het circuit<br />
10 mA @ 20V gelijkstroom. Vertraagt de pilootontsteking, de gasvoorstroom gaat door. Wordt gebruikt voor het<br />
synchroniseren van starts wanneer meerdere plasmatoevoeren op dezelfde snijtafel worden gebruikt. De gebruiker<br />
levert het circuit om de Start ophouden inputs actief te houden tot alle toortsen de hoogte hebben gevonden.<br />
Voorstroom aan ingang— arbeidscontact, sluiten om voorstroom voor het normale START signaal te starten.<br />
Nominale waarde van het circuit 10 mA @ 20V gelijkstroom. Toortshoogtebesturingen (THC) zullen gewoonlijk een<br />
START signaal naar de plasmalevering sturen nadat de toortshoogte is gevonden. Daarna zal het 1-2 seconden (of<br />
meer) duren voor de plasma de voorstroom uitvoert alvorens de piloot te ontsteken. Sommige THC’s hebben een<br />
uitgang die de voorstroom vroeg tijdens het hoogtezoekproces kan starten wat op iedere snijding 1-2 seconden zal<br />
uitsparen.<br />
Piloot aan (ON) uitgang – nominale waarde relaiscontacten 1 A @ 120 V wisselstroom / 28 V gelijkstroom. De<br />
contacten sluiten wanneer de piloot aan is. Hij kan parallel met de Ok-to-move contacten worden geschakeld om<br />
de machinebeweging te starten wanneer de pilootboog is getrokken. Wordt gebruikt bij het starten boven gaten.<br />
Voor het starten boven gaten moet u voor een langere piloottijd de SW8-1 aan (ON) (omhoog) zetten op de CPU<br />
printplaat. Het gebruik van een langere piloottijd om boven gaten te starten of om boven gaten te snijden zal de<br />
levensduur van de delen verkorten.<br />
Handleiding 0-5133NL A-9 BIJLAGE
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
OK-to-move uitgang — is actief wanneer de snijboog is gevormd en de boog is overgedragen. Wordt gebruikt om<br />
de snijtafel te vertellen de X-Y verplaatsing te starten. De nominale waarde van de relaiscontacten is 1 A @ 120 V wisselstroom<br />
of 28 V gelijkstroom wanneer SW6 op contacten is ingesteld. Wanneer SW6 is ingesteld op gelijkstroom V,<br />
zijn de uitgangsleveringen 15-18 V gelijkstroom @ 100 mA. Hij kan parallel met Piloot On (aan) worden geschakeld<br />
om de beweging van de snijmachine te starten zodra de piloot is gevormd.<br />
5 De volgende functies zijn beschikbaar in Ultracut CCM-herzieningsniveau BA en hoger of S/N<br />
05517201 en hoger.<br />
5 OK-to-move2 – Levert een tweede set van arbeidscontacten die zullen sluiten wanneer de boogoverdracht is geconstateerd.<br />
De nominale waarde van de contacten gelden voor maximaal 24 V wisselstroom/gelijkstroom @ 1A.<br />
Vereenvoudigd CNC-circuit.<br />
5 +10V @ 10ma.Voor remote CC-Pot – indien men bij vroegere versies van de CCM een potentiometer wenste te<br />
gebruiken voor de remote analoge stroombesturing (CC)-ingang was een externe 10 V voeding voor Pot High (hoog)<br />
noodzakelijk. Nu wordt een (van de primaire plasmacircuits) geïsoleerde 10 V voeding geleverd. De aanbevolen<br />
waarde van de potentiometer is 5K of 10K.<br />
Ext. +10V<br />
Art # A-09246<br />
BIJLAGE A-10 Handleiding 0-5133 NL<br />
TB1<br />
11<br />
10<br />
9<br />
+10V<br />
WIPER<br />
5 Plasmamarkeringselectie (remote) – de plasmamarkering is alleen beschikbaar op de DFC 3000 en kan worden<br />
geactiveerd met een contactsluiting tussen TB3-1 en TB3-2 indien SW8-4, DIP-switch op de CPU-kaart (de kleinste<br />
van de twee 2 CCM-kaarten), ook aan (on) is. Wanneer u de aansluiting tussen TB3-1 en TB3-2 verbreekt wordt de<br />
modus weer teruggeschakeld naar de normale snijmodus. Voor Ultracut power voedingen volstaat het om SW8-4<br />
aan (on) te laten of u nu markeert of niet.
Vereenvoudigd CNC-circuit.<br />
J15 CNC<br />
14 pin CPC<br />
rear panel<br />
SUSTAINED START / STOP<br />
MOMENTARY START / STOP<br />
STOP<br />
TB1-4<br />
Remote CC Pot connections<br />
Art # A-09191<br />
START / STOP<br />
START<br />
.<br />
.<br />
J15<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
POT<br />
.<br />
TB1<br />
11<br />
10<br />
9<br />
TB1-5<br />
TB1-6<br />
TB1-5<br />
TB1-6<br />
E-STOP Ret (-)<br />
E-STOP input (+)<br />
OK2<br />
STOP (NC)<br />
START/STOP Ret (-)<br />
START/STOP OR START LATCH (+)<br />
DIVIDED ARC V (-)<br />
DIVIDED ARC V (+)<br />
Remote Analog Current Control ret (-)<br />
Remote Analog Current Control input (+)<br />
Supply for remote CC pot, +10 VDC @ 10ma.<br />
OK2<br />
Plasma Marking Remote<br />
SW or Relay activated.<br />
(use with DFC 3000 only)<br />
OK TO MOVE<br />
output<br />
(contacts or<br />
DC Volts)<br />
HOLD START (-)<br />
HOLD START (+)<br />
PREFLOW ON (-)<br />
PREFLOW ON (+)<br />
PILOT ON<br />
output<br />
(Contacts)<br />
OK to MOVE (-)<br />
OK to MOVE (+)<br />
Remote Analog Current Control (-)<br />
START / STOP (+)<br />
START / STOP (-)<br />
Remote Analog Current Control (+)<br />
Divided Arc V (-)<br />
SC 11 Comm Ref<br />
Divided Arc V (+)<br />
ARC V_100K (+)<br />
ARC V_100K (-)<br />
OK to MOVE (-)<br />
OK to MOVE (+)<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Handleiding 0-5133NL A-11 BIJLAGE<br />
TB1<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
TB2<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
J1<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
J4<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
TB3<br />
1<br />
2<br />
I1<br />
CCM Module<br />
I1<br />
Active LOW Logic Input<br />
Active LOW Logic Input<br />
Active LOW Logic Input<br />
+10 VDC @ 10ma.<br />
OK2- Suplemental<br />
low voltage (24V)<br />
OK to Move<br />
SW11<br />
3<br />
1<br />
2<br />
Active LOW Logic Input<br />
Active LOW Logic Input<br />
PSR<br />
7<br />
- 8<br />
+ 1<br />
OK to Move<br />
Active LOW Logic Input<br />
(not isolated)<br />
All I-O except Plasma Marking is isolated<br />
from plasma power supply circuits. TB3 is<br />
not isolated. Activate with relay or switch<br />
isolated from other circuits.<br />
6<br />
2<br />
ALL SW OFF for 50:1 (default)<br />
SW12-1 ON = 16.7:1 (SC-11)<br />
SW12-2 ON = 30:1<br />
SW12-3 ON = 40:1<br />
SW12-4 ON = 25:1<br />
I1<br />
To CPU PCB<br />
Analog Input<br />
1K<br />
1K<br />
1K<br />
SW12-1<br />
1 8<br />
SW12-2<br />
2 7<br />
SW6<br />
1<br />
2<br />
3<br />
5<br />
4<br />
6<br />
ARC V (+)<br />
ARC V (-)<br />
SW12-3<br />
3 6<br />
SW12-4<br />
4 5<br />
Input Circuit<br />
Common<br />
(isolated)<br />
I1<br />
+16 to 18 VDC<br />
(isolated)
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
CNC-aansluitingen.<br />
Snijmachin e CNC-kabel Stroomvoorziening<br />
START/STOP<br />
{<br />
Start verplaatsing ()<br />
A-07632<br />
*<br />
**<br />
(1)<br />
( 2)<br />
( 3)<br />
( 4)<br />
( 5)<br />
( 6)<br />
( 7)<br />
( 9)<br />
( 10)<br />
( 12)<br />
( 14)<br />
Afscherming<br />
J15<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
12<br />
13<br />
14<br />
*<br />
Rustcontact<br />
.......... Bron, 16 V gelijkstroom, 10 mA<br />
BIJLAGE A-12 Handleiding 0-5133 NL<br />
..........<br />
..........<br />
*<br />
..........<br />
( 11)<br />
11 ..........<br />
...<br />
... Verdeelde boog V (-)<br />
Verdeelde boog V (+)<br />
oog V (-) door 100K ***<br />
Boog V (+) door 100K ***<br />
Remote analoge stroombesturing (-)<br />
Remote analoge stroombesturing (+)<br />
OK-to-move<br />
Relaiscontact DCV (-)<br />
(1A @ 120 V Gelijkstroom V (-)<br />
wisselstroom gelijkstroom V (+)(<br />
of 28 V<br />
15 - 18 V gelijkstroom @<br />
gelijkstroom) tot max. 100 mA)<br />
* Stroomvoorziening aarde niet gebruikt voor de CNC-kabel<br />
Sluit draad #1 nergens op aan.<br />
** de afvoerdraad van de kabelafscherming moet bij de snijmachine<br />
worden aangesloten op de aarde<br />
*** Wordt alleen gebruikt voor speciale toortshoogtebesturing
This Page Intentionally Blank<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Handleiding 0-5133NL A-13 BIJLAGE
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
F<br />
400 VAC 3 Phase<br />
INPUT POWER<br />
INDICATOR<br />
REAR PANEL<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
NE1<br />
To T1 PRI - 0<br />
(A1 Sht2)<br />
L1<br />
L2<br />
L3<br />
BIJLAGE 8: Schakelschema, CE 400V stroomvoorziening<br />
1<br />
Art # A-07008_AD<br />
1<br />
E<br />
CN1 1 LINE to LINE,<br />
LINE TO GND<br />
CAPS & VARISTORS<br />
CN3<br />
1<br />
4<br />
L2<br />
L3<br />
L4<br />
L5<br />
L6<br />
L7<br />
TB1<br />
To PCB7 TB3<br />
(A1 Sht2)<br />
5<br />
CN4 1<br />
NE2<br />
4<br />
8<br />
INPUT POWER<br />
INDICATOR<br />
INTERNAL<br />
PCB 1<br />
WK-5630<br />
FILTER PCB<br />
P_GND<br />
VAC_IN<br />
To PCB7 CN2-2<br />
(A1 Sht 2)<br />
To PCB7 CN2-1<br />
(A1 Sht 2)<br />
ON / OFF<br />
CN2 1<br />
2<br />
C.P1<br />
To PCB7 CN2-5<br />
(A2 Sht 2)<br />
To PCB7 CN2-4<br />
(A2 Sht 2)<br />
2<br />
From CN9 on PCB7<br />
(D2, Sht 2)<br />
D1<br />
AC AC AC<br />
- +<br />
RIBBON CABLE SIGNALS<br />
CN6 - 16 Ckt Ribbon Cable<br />
2,4- I_REF (Scaled Cut Demand)<br />
5- PS_START (Start)<br />
6- REDUNDANT_START (Start2)<br />
8- INV_READY<br />
9- / PS_START disabled by Input_NG<br />
12- / OCR<br />
13- / PS_START disabled by OCR<br />
14- /TEMP_ERR<br />
2<br />
L1<br />
L9<br />
L1<br />
L2<br />
L3<br />
L1<br />
L2<br />
L3<br />
C1<br />
NFC1<br />
EMI<br />
FILTER<br />
NFC2<br />
EMI<br />
FILTER<br />
L4<br />
L5<br />
L6<br />
L4<br />
L5<br />
L6<br />
MC3-A<br />
MC3-B<br />
MC3-C<br />
MC1-A<br />
MC1-B<br />
MC1-C<br />
CN2 1<br />
2<br />
3<br />
+12VDC<br />
RY2<br />
RY2<br />
3<br />
400<br />
<strong>200</strong><br />
COM<br />
CN4 - PCB12<br />
R<br />
3<br />
400_A<br />
<strong>200</strong>_A<br />
COM_A<br />
/ 400<br />
<strong>200</strong>V<br />
+12VDC +12VDC<br />
BIJLAGE A-14 Handleiding 0-5133 NL<br />
/ <strong>200</strong><br />
/ 400<br />
CN2<br />
1 VAC_IN<br />
V_CHANGE PCB<br />
400V only<br />
PGND1<br />
P_GND<br />
PGND2<br />
+15V<br />
MISSING_PHASE<br />
+15V<br />
INPUT_NG<br />
+15V<br />
PCB 5 WK-5602 (partial)<br />
INTERFACE PCB<br />
4<br />
CN4 CN5 CN6<br />
CN1 CN5 CN6<br />
PCB4 WK-5604<br />
DETECTOR PCB<br />
LED2<br />
PHASE<br />
MISSING PHASE<br />
15- / PS_START disabled by Temp _Err MISSING<br />
T<br />
S<br />
R<br />
+ +<br />
CN4 - PCB12<br />
T<br />
S<br />
CN10 1<br />
1<br />
2<br />
3<br />
1<br />
2<br />
CN4 1<br />
2<br />
1<br />
2<br />
2<br />
3<br />
3<br />
4<br />
4<br />
-<br />
5<br />
3<br />
4<br />
4<br />
+<br />
CN3 1<br />
INRUSH<br />
CN1<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
6<br />
RY2<br />
6<br />
CN1- not used<br />
4<br />
3<br />
CN2 400V 1<br />
CN2-400V<br />
2<br />
2<br />
3<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
2<br />
3<br />
2<br />
1<br />
TB1<br />
CN7 CN71 1<br />
CN7<br />
TB2<br />
--400--<br />
TB3 +<br />
TB4<br />
4<br />
(pulses)<<br />
N2<br />
4<br />
100A INVERTER MODULE # 1 (top)<br />
PCB3 WK-5694<br />
BIAS SUPPLY PCB<br />
BIAS SUPPLY<br />
FOR PCB5<br />
+15V<br />
+5V<br />
GND<br />
-15V<br />
DC FAN<br />
POWER<br />
FAN + (24 VDC)<br />
CN6<br />
100A INVERTER MODULE # 2 (bottom)<br />
(same as #1)<br />
2<br />
3<br />
2<br />
3<br />
P1<br />
4<br />
5<br />
4<br />
5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
+<br />
4<br />
CN1- not used<br />
CN32 1<br />
1<br />
CN32<br />
LED3<br />
INPUT NG<br />
2<br />
3<br />
2<br />
3<br />
1 2<br />
4<br />
1 2<br />
4<br />
4<br />
4<br />
CN6<br />
FAN - (24 VDC)<br />
5<br />
(F2 -Sht2)<br />
5<br />
16 CKT RIBBON CABLE<br />
CN6 16 CKT<br />
LED1 DIM = LOW, BRIGHT = OK<br />
LED2 DIM = OK, BRIGHT = FAULT<br />
LED3 DIM = OK, BRIGHT = FAULT<br />
LED4 OFF = OK, ON = FAULT<br />
LED5 OFF = OK, ON + FAULT<br />
3<br />
3<br />
1<br />
CN18<br />
4 - + 1<br />
3<br />
4<br />
- +<br />
1<br />
2<br />
3<br />
3<br />
2<br />
2<br />
LED5<br />
ERROR<br />
N (-)<br />
P (+)<br />
N (-)<br />
P (+)
6<br />
L8<br />
L10<br />
6<br />
TEMP_C<br />
1<br />
CN17<br />
/ OVERTEMP <<br />
GND_C<br />
2<br />
3<br />
LED4<br />
CHOPPER TEMP<br />
1<br />
CN33<br />
P_ena<br />
P_ref<br />
Iref_G<br />
2<br />
3<br />
/PILOT ENABLE ><br />
PILOT DEMAND ><br />
7<br />
PILOT REGULATOR<br />
(CHOPPER)<br />
7<br />
N2<br />
PILOT REG.<br />
(CHOPPER )<br />
PCB1<br />
WK-5750<br />
PILOT REG.<br />
(CHOPPER )<br />
PCB2<br />
WK-5754<br />
4<br />
CN3 2<br />
1<br />
CN8<br />
2<br />
1<br />
< /OVER_TEMP<br />
TEMP_C<br />
GND_C<br />
I_senseP<br />
GNDP<br />
PILOT CURRENT SIGNAL <<br />
P1<br />
BIAS<br />
POWER<br />
CN2 1<br />
> P_Enable (P_ena)<br />
> P_DEM (P_Iref)<br />
2<br />
3<br />
P_ena<br />
P_ref<br />
Iref_G<br />
+15Vw<br />
-15Vw<br />
Isense_W<br />
GNDW<br />
WORK CURRENT SIGNAL <<br />
I_DET<br />
I_SE<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Handleiding 0-5133NL A-15 BIJLAGE<br />
< <<br />
I_senseP<br />
GNDP<br />
8<br />
TB1<br />
8<br />
HALL SENSOR<br />
+12V<br />
-12V<br />
SIGNAL<br />
COMMON<br />
C1 Capacitor, 0.1 uf, 1250 VDC (D2, Sht 2)<br />
C2 Capacitor, 2 uf, 430VAC (A9, Sht 1)<br />
C.P1 Circuit protector/ON-OFF SW (B2, Sht 1)<br />
15A, 460V, 3P<br />
C.P2 Circuit protector 2.5A 125V (D2, Sht 1)<br />
C.P3 Circuit protector 3.15A 125V (D2, Sht 1)<br />
C.P4 Circuit protector 10A 125V (E2, Sht 1)<br />
C.P5 Circuit protector 2.5A 125V (E2, Sht 1)<br />
C.P6 Circuit protector 2.5A 125V (F2, Sht 1)<br />
C.P7 Circuit protector 5A 125V (E2, Sht 1)<br />
C.P8 Circuit protector 3.15A 125V (F3, Sht 1)<br />
D1 Diode Bridge 20A, 1600V, 3P (D2, Sht 1)<br />
D2 Diode, Dual, 2x100A, 600V (B9, Sht 1)<br />
FAN1 Fan, Coolant, 24 VDC (F4, Sht 2)<br />
FAN3 Fan, Chopper, 24 VDC (A8, Sht 1)<br />
FL1 Flow sensor (B5, Sht 2)<br />
1<br />
CN3<br />
CN5<br />
CN4 1<br />
23<br />
2<br />
3<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
CN4 2<br />
1<br />
CN7<br />
4<br />
5<br />
4<br />
3<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
TB5<br />
1<br />
CN4<br />
TB2<br />
CN2 1<br />
3<br />
2<br />
CN6 1<br />
2<br />
3<br />
3<br />
2<br />
4<br />
4<br />
5<br />
THS1<br />
SW_TEMP_NC<br />
CN9<br />
1<br />
2<br />
CN5 1<br />
23<br />
4<br />
TB4<br />
CN1<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
CN1<br />
2<br />
1<br />
FAN3<br />
HCT1<br />
1<br />
2<br />
3<br />
R6<br />
20K<br />
30W<br />
+ -<br />
4 FAN3<br />
CN1<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
4<br />
3<br />
K2<br />
A2<br />
2<br />
1 A1<br />
K1<br />
+15Vw<br />
-15Vw<br />
Isense_W<br />
GNDW<br />
9<br />
NEG ARC VOLTS<br />
(C7 & A9,Sht 2)<br />
TB2 TB3<br />
PCB 8<br />
WK-5687<br />
RC &<br />
RF CAPS<br />
D2<br />
MC2-A<br />
MC2-B<br />
MC2-C<br />
CN2 1<br />
2<br />
3<br />
HCT2<br />
HALL SENSOR<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
CN3 1<br />
PILOT (TIP) VOLTS<br />
(C7, Sht 2)<br />
9<br />
TB1<br />
TORCH (-)<br />
PILOT<br />
WORK (+)<br />
WORK<br />
(C7 & A9,Sht 2)<br />
Power Supply<br />
Rear Panel<br />
C2<br />
2 UF<br />
R9<br />
50<br />
HCT1 Hall Current Sensor, Pilot (B8, Sht 1)<br />
HCT2 Hall Current Sensor, Work (C9, Sht 1)<br />
L1,L9 Toroid Core input common mode filter (A2, B2, Sht 1)<br />
L2-7 Toroid Core common mode filter (B1, C1, Sht 1)<br />
L8,L10 Toroid Core output common mode filter (A6, C6, Sht 1)<br />
LSW1 Level SW, coolant, NC (B5, Sht 2)<br />
MC1 Contactor, 3P ,Inv 1 input, Coil (B3, Sht 2)<br />
" Contacts (A2, B2, Sht 1)<br />
" Aux Contact (B3, Sht 2)<br />
MC2 Contactor, pilot, Coil (B3, Sht 2)<br />
" Contacts (C9, Sht 1)<br />
MC3 Contactor, 3P ,Inv 2 input, Coil (B3, Sht 2)<br />
" Contacts (B2,C2, Sht 1)<br />
" Aux Contact (B3, Sht 2)<br />
MOT1 Motor, Pump <strong>200</strong>VAC, 1P (E4, Sht 2)<br />
NE1 Neon indicator, rear panel, 220VAC (C1, Sht 1)<br />
NE2 Neon indicator, internal, 220VAC (D1, Sht 1)<br />
NFC1 & 2 Noise Filter, EMI, input (A3, B3, Sht 1)<br />
R6 Resistor, 20K ,30W (A8, Sht 1)<br />
R7 Resistor, 1K ,30W (E2, Sht 2)<br />
R9 Resistor, 50 ,40W (A9, Sht 1)<br />
T1 Aux Transformer (D-F1, Sht 2)<br />
TH1 Thermal Sensor, coolant return (B5, Sht 2)<br />
Thermal<br />
Rev Revisions<br />
By Date<br />
Thermal Dynamics<br />
AA ECO-B402 DAT 2/26/07<br />
Industrial Park #2<br />
AB ECO-B448 DAT 4/13/07<br />
West Lebanon NH 03784<br />
603-298-5711<br />
AC ECO-B646 GAC 10/31/07 Dynamics<br />
AD ECO-B1391<br />
DAT 4-24-09 Information Proprietary to THERMAL DYNAMICS CORPORATION.<br />
AE ECO-B1535 DAT 9-25-09 Not For Release, Reproduction, or Distribution without Written Consent.<br />
NOTE: UNLESS OTHERWISE SPECIFIED -<br />
1. RESISTOR VALUES ARE EXPRESSED IN OHMS, 1/4W 5%.<br />
PCB No:<br />
Assy No:<br />
Scale Supersedes<br />
Date:<br />
Tuesday, October 03, <strong>200</strong>6<br />
Drawn: References<br />
DAT<br />
2. CAPACITOR VALUES ARE EXPRESSED IN MICROFARADS (uF). Chk: App: Sheet<br />
1 of 2<br />
TITLE: SCHEMATIC,<br />
Size DWG No:<br />
Last Modified:<br />
Friday, September 25, <strong>200</strong>9<br />
08:11:44 150/<strong>200</strong>A Power Supply 400V CE (Chopper) D 42X1217<br />
RAS<br />
COMPONENT LOCATOR<br />
10<br />
10<br />
WORK<br />
Art # A-07008_AD<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
F
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
F<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
To T1 PRI - 0<br />
(F1 Sht 1)<br />
BIJLAGE 8: Schakelschema, CE 400V stroomvoorziening (vervolg<br />
To PCB7 TB3<br />
(F1 Sht 1)<br />
460<br />
220<br />
0___<br />
1<br />
Art # A-07009_AD<br />
1<br />
To PCB7 CN2-1<br />
(F1 Sht 1)<br />
T1<br />
To PCB7 CN2-2<br />
(F1 Sht 1)<br />
120.<br />
0___<br />
24_<br />
0__<br />
24.<br />
0_<br />
120.<br />
0...<br />
110<br />
0..<br />
<strong>200</strong><br />
0.<br />
100<br />
0,,<br />
13<br />
0,<br />
To PCB7 CN2-5<br />
(F2 Sht 1)<br />
To PCB7 CN2-4<br />
(F2 Sht 1)<br />
C.P2<br />
C.P3<br />
C.P4<br />
C.P5<br />
R8<br />
1K 30W<br />
C.P7<br />
0V-A (24V ret)<br />
2<br />
AC24V-GCM<br />
(D9, A10)<br />
AC120V-GCM<br />
(D9, A10)<br />
0V-B (120V ret)<br />
FAN - (24 VDC)<br />
2<br />
INPUT<br />
CONTACTOR<br />
MC1<br />
<strong>200</strong>-not used<br />
AC120 @ 1A<br />
AC<strong>200</strong>V @ 3A<br />
C.P8<br />
FAN + (24 VDC)<br />
FROM CN18 PCB3 sht 1<br />
C.P6<br />
MC2<br />
AC13V @ 2A<br />
PILOT<br />
CONTACTOR<br />
400<br />
CN9<br />
1<br />
2<br />
3<br />
CN10<br />
1<br />
2<br />
3<br />
CN6<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
CN3<br />
1<br />
2<br />
3<br />
1<br />
2<br />
CN11<br />
CN2<br />
TB3<br />
TB4<br />
TB5<br />
2<br />
1<br />
CN9<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
400<br />
<strong>200</strong><br />
COM<br />
400<br />
<strong>200</strong><br />
COM<br />
1<br />
CN2<br />
3<br />
RY10<br />
PCB7 WK-5628<br />
RELAY PCB<br />
RY7<br />
TB1<br />
TB2<br />
+<br />
RY1<br />
RY9<br />
RY5<br />
3<br />
+<br />
TO AC<br />
INDICATOR<br />
(on PCB6)<br />
CN12 1<br />
MC1 AUX<br />
2<br />
3<br />
RY3<br />
RY11<br />
RY4<br />
4<br />
5<br />
2<br />
3<br />
BIJLAGE A-16 Handleiding 0-5133 NL<br />
+15V<br />
/PUMP<br />
/FAN<br />
/RAS<br />
+15V<br />
0V-RAS<br />
4<br />
PCB 5 WK-5602 (partial) INTERFACE PCB<br />
CN8<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
CN7<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
CN4<br />
1<br />
2<br />
3<br />
CN5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
CN12<br />
1<br />
2<br />
1<br />
CN8<br />
AC120V-RAS<br />
(C9)<br />
1 1<br />
2 2<br />
3 3<br />
1 1<br />
2 2<br />
2<br />
3<br />
DC 15V<br />
DC 0V<br />
4<br />
' PUMP .<br />
MOT1<br />
+ -<br />
FAN1<br />
4<br />
CN1 1<br />
+15V<br />
2<br />
TH1<br />
t<br />
COOLANT TEMP<br />
(ON COOLANT<br />
RETURN)<br />
CCM MODULE<br />
TP3<br />
TP2<br />
TP4<br />
TP5<br />
TP6<br />
TP14<br />
TP12<br />
TP16<br />
TP18<br />
TP9<br />
TP10<br />
CN13 1<br />
TP17<br />
TP15<br />
TP7<br />
TP8<br />
1<br />
2<br />
1<br />
2<br />
2<br />
3<br />
+V<br />
SIG<br />
GND<br />
FL1<br />
3<br />
3<br />
R G B<br />
FLOW_TURBINE_PULSE<br />
I/O PCB<br />
CIRCUIT COMM (GND)<br />
29-41 VDC<br />
+15VDC<br />
+5VDC<br />
-15VDC<br />
ANALOG DEM to CPU<br />
NEG ARC VOLTS<br />
PILOT (TIP) VOLTAGE<br />
CUT DEM to PS<br />
PILOT DEM to PS<br />
COOLANT FLOW (freq) *<br />
5<br />
+15VDC_ISO<br />
-15VDC_ISO<br />
+16 to +18VDC<br />
ISOLATED COMM<br />
5<br />
ISOLATED<br />
VOLTAGES<br />
SW6 - OK to MOVE CONTACTS / VOLTS<br />
SW11 - ANALOG CURRENT SELECT<br />
"B" DEFAULT, "A" REMOTE<br />
SW12 - DIVIDED ARC V RATIO SELECT<br />
SW13 - FACTORY ONLY<br />
CPU PCB<br />
1<br />
CN14<br />
D9 GAS_ON<br />
1<br />
2<br />
D7 E-STOP_PS<br />
D8 OK_CNC<br />
D15 PSR<br />
D23 CNC_START<br />
LED1<br />
LEVEL<br />
2<br />
D21 CNC_E-STOP<br />
D26 HOLD_START<br />
D28 CNC_PREFLOW<br />
D11 INITIALIZING / PROGRAMMING<br />
D12 STATUS CODE<br />
D13 +5V<br />
1<br />
2<br />
LSW1-1<br />
SW_LIQUID_LEVEL_NC
)<br />
6<br />
CN10 26 CKT<br />
RIBBON CABLE<br />
TEST SOCKET<br />
J35 26 CKT<br />
RIBBON CABLE SIGNALS<br />
/ = active low digital signal<br />
CN10-J35 - 26 Ckt Ribbon Cable<br />
2-Cut Demand<br />
4-Pilot Demand<br />
6-/ Start<br />
7-/ Start2<br />
9-/ Pilot Enable<br />
10-/ HF Enable<br />
12-/ Pump Enable<br />
13-/ Fan Enable<br />
15-/ DC Indicator<br />
16-/ Over Temperature Indicator<br />
18-/ Gas-Coolant OK Indicator<br />
19-/ Status Lamp<br />
CN11-J36 - 34 Ckt Ribbon Cable<br />
1- Output Current Signal<br />
3- / Arc Transferred (CSR)<br />
4- / Pilot On<br />
6- Coolant Flow (freq)<br />
7- Coolant Temp (analog)<br />
9- / Temp OK (Inverter/Chopper)<br />
10- / Coolant Level OK<br />
12- Missing Phase<br />
13- / Ready to Operate<br />
15- / Input Volts OK<br />
16- / Inverter OCR<br />
18- / PS ID "00*"<br />
19- / PS ID "0*0"<br />
20- / PS ID "*00"<br />
21- E-Stop<br />
22- E-Stop<br />
29,31,33- 24 VAC Supply<br />
30,32,34- 24 VAC Return<br />
6<br />
CN11 34 CKT<br />
RIBBON CABLE<br />
TEST SOCKET<br />
J36 34 CKT<br />
Signal & GND<br />
Isolated from<br />
Plasma Supply<br />
7<br />
** RS 485 / 422<br />
on CPU board<br />
19X2554 only.<br />
JUMPER<br />
for 4 WIRE<br />
uses<br />
TX+, TX-<br />
RX+, RX-<br />
TP11<br />
JUMPER<br />
for 2 WIRE<br />
(RS485 only)<br />
wire to A & B<br />
NEG ARC VOLTS<br />
(A9, sht1)<br />
PILOT (TIP) VOLTS<br />
(B9, sht1)<br />
WORK<br />
(C9, sht1)<br />
J6<br />
- ARC V<br />
4W 2W 4W 2W<br />
J14<br />
J14<br />
7<br />
1<br />
5<br />
8<br />
TP13<br />
CN23<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
TP1<br />
J6 **<br />
1<br />
Iso<br />
2<br />
Rx- 3<br />
Tx+ 4<br />
Rx+ 5<br />
Tx- 6<br />
24VAC<br />
24 VAC RET<br />
SW10-ADDRESS<br />
normally 0<br />
(refer to 9 0 1<br />
8 2<br />
manual) 7 3<br />
6 54<br />
SW14 - LINE SW14<br />
TERMINATION<br />
normally on<br />
(refer to manual)<br />
+15V<br />
/ AC<br />
/ TEMP<br />
/ GAS - COOLANT<br />
/ DC<br />
/ STATUS<br />
Signal - Basic ID<br />
Used to identify<br />
GCM 1000 present<br />
GAS ON<br />
TB1<br />
E-STOP<br />
E-STOP - 1<br />
MOMENTARY START / STOP<br />
STOP<br />
E-STOP +<br />
* OK2<br />
2<br />
3<br />
4<br />
START<br />
START / STOP - 5 OK2 *<br />
+ 6<br />
DIVIDED ARC V - 7<br />
DIVIDED ARC V + 8<br />
REMOTE ANALOG CURRENT CONTROL - 9<br />
REMOTE ANALOG CURRENT CONTROL + 10<br />
* +10VDC @ 10 ma.(for CC pot high) 11<br />
1K<br />
* OK2 12<br />
TB2<br />
HOLD START -<br />
HOLD START +<br />
1<br />
2<br />
100K<br />
PREFLOW ON -<br />
PREFLOW ON +<br />
3<br />
4<br />
100K3<br />
5<br />
- ARC V<br />
* Only in CCM w/<br />
19X2634 I/O PCB.<br />
Remote Marking<br />
only for DFC 3000<br />
(not isolated)<br />
PILOT ON<br />
OUTPUT<br />
OK to MOVE -<br />
OK to MOVE +<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
TB3<br />
PSR<br />
* REMOTE MARKING + 1<br />
* REMOTE MARKING - 2<br />
J9<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
K6<br />
5<br />
6<br />
K7-1<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Handleiding 0-5133NL A-17 BIJLAGE<br />
8<br />
CN24<br />
8<br />
J5<br />
J7<br />
PCB6 DISPLAY<br />
WK-5603<br />
GREEN1<br />
PLASMA ENABLE<br />
1<br />
PLASMA ENABLE<br />
2<br />
PRESS OK (GCM 1000)<br />
3<br />
J1<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
J8<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
J4<br />
1<br />
3<br />
5<br />
7<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
GREEN AC<br />
YELLOW TEMP<br />
GREEN2<br />
RED<br />
POT HI (GCM1000)<br />
POT WIPER (GCM1000)<br />
POT LOW (GCM 1000)<br />
GAS<br />
DC<br />
STATUS<br />
9<br />
(E4)<br />
DC 15V<br />
(F4)<br />
DC 0V<br />
9<br />
(E2)<br />
WORK<br />
(C9, sht 1)<br />
NEG ARC VOLTS<br />
(A9, sht 1)<br />
AC120V-RAS<br />
0V-RAS (120V ret)<br />
AC24V-GCM<br />
(E2)<br />
0V-A (24V ret)<br />
AC120V-GCM<br />
(E2)<br />
0V-B (120V ret)<br />
10<br />
INTERNAL TERMINAL<br />
STRIP TB3<br />
(Not in all units)<br />
0V-A (24V ret) 1<br />
24 VAC @ 1A<br />
AC24V-GCM 2<br />
0V-B (120V ret)<br />
AC120V-GCM<br />
Thermal<br />
120 VAC @ 100ma.<br />
UNDIVIDED ARC VOLTS<br />
FOR HEIGHT CONTROLS<br />
POWER SUPPLY<br />
REAR PANEL<br />
Was 7 pin<br />
J54-REMOTE HMI changed to<br />
14 pin in <strong>200</strong>9<br />
& CNC COMM<br />
1<br />
JUMPER IN<br />
2<br />
REMOTE<br />
3<br />
HMI<br />
4<br />
5<br />
6<br />
PLASMA ENABLE<br />
B<br />
7 KEY PLUG<br />
8 Tx+<br />
9 GND<br />
10 GND<br />
RS 485 (2 wire)<br />
uses Tx+ & Tx- only<br />
(used for TSC 3000)<br />
11<br />
RS 422 (4 wire)<br />
12 Tx-<br />
13 Rx+<br />
14 Rxconnect<br />
TX+ to RX+<br />
of CNC, Tx- to Rxof<br />
CNC<br />
KEY PLUG<br />
START / STOP<br />
DIVIDED ARC VOLTS<br />
REMOTE ANALOG<br />
CURRENT CONTROL<br />
OK TO MOVE<br />
Rev Revisions<br />
By Date<br />
Thermal Dynamics<br />
AA ECO-B402 DAT 2/26/07<br />
Industrial Park #2<br />
AB ECO-B448 DAT 4/13/07<br />
West Lebanon NH 03784<br />
603-298-5711<br />
AC ECO-B646 GAC 10/31/07 Dynamics<br />
AD ECO-B1391<br />
DAT 4-24-09 Information Proprietary to THERMAL DYNAMICS CORPORATION.<br />
AE ECO-B1535 DAT 9-25-09 Not For Release, Reproduction, or Distribution without Written Consent.<br />
NOTE: UNLESS OTHERWISE SPECIFIED -<br />
1. RESISTOR VALUES ARE EXPRESSED IN OHMS, 1/4W 5%.<br />
PCB No:<br />
Assy No:<br />
Scale Supersedes<br />
Date:<br />
Tuesday, October 03, <strong>200</strong>6<br />
Drawn: References<br />
DAT<br />
2. CAPACITOR VALUES ARE EXPRESSED IN MICROFARADS (uF). Chk: App: Sheet<br />
2 of 2<br />
TITLE: SCHEMATIC,<br />
Size DWG No:<br />
Last Modified:<br />
Friday, September 25, <strong>200</strong>9<br />
08:11:44 150/<strong>200</strong>A Power Supply 400V CE (Chopper) D 42X1217<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
J59-RAS<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
J55-GCM<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
30<br />
31<br />
32<br />
33<br />
34<br />
35<br />
36<br />
37<br />
J15-CNC<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
Art # A-07009_AD<br />
10<br />
A<br />
C<br />
D<br />
E<br />
F
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
SW10-ADDRESS<br />
normally 0<br />
(refer to<br />
manual)<br />
9 0 1<br />
8 2<br />
7 3<br />
6 54<br />
BIJLAGE 9: Schakelschema, DFC-3000 automatisch<br />
gasboxsysteem<br />
4W 2W<br />
4W 2W<br />
+5 VDC<br />
Data +<br />
Data -<br />
COM<br />
Shield<br />
J65<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
USB<br />
1<br />
1<br />
755x000<br />
CONTROL<br />
CABLE<br />
24 VAC<br />
24 VAC RET<br />
HMI PRESENT<br />
PLASMA ENABLE<br />
COM<br />
Tx+ (A)<br />
SIG COM<br />
SIG COM<br />
Tx- (B)<br />
Rx+<br />
Rx-<br />
SHIELD<br />
SHIELD<br />
DMC3000 - MANIFOLD CONTROLLER ASSEMBLY<br />
19X2367<br />
<strong>ULTRA</strong>CUT POWER SUPPLY<br />
PLASMA ENABLE +<br />
PLASMA ENABLE -<br />
J55<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
P55<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
P56<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
J56<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
(JMP)<br />
120VAC DMC<br />
120VAC DMC RET<br />
(1)<br />
(2a)<br />
J57 P57<br />
1 1<br />
2 2<br />
UNIT E-STOP<br />
24 VAC<br />
CHASSIS GND<br />
+15 VDC<br />
15 VDC RET<br />
24 VAC RET<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
( 5)<br />
( 6)<br />
(1)<br />
(3)<br />
(2b)<br />
( 5)<br />
( 6)<br />
(8)<br />
(9)<br />
FERRITE<br />
CORE<br />
19X2384 SMPS +24; +/-12; +5<br />
P1<br />
P2<br />
F1 1.6A SB<br />
120 VAC<br />
1<br />
1<br />
2<br />
2<br />
3<br />
E-STOP<br />
3<br />
120 VAC RET<br />
4<br />
E-STOP<br />
4<br />
5<br />
5<br />
6<br />
+24 VDC<br />
6<br />
7<br />
7<br />
E-STOP<br />
8<br />
8<br />
F2 3A SB<br />
FERRITE<br />
CORE<br />
-12V<br />
GND<br />
+5V<br />
+12V<br />
+24V SW<br />
+24V FUSED<br />
GND<br />
E_STOP NO<br />
E_STOP COM<br />
NOTE:<br />
DMC solenoids are 18 VDC.<br />
Coils are about 46 ohms.<br />
24 VDC is applied for 1 second<br />
then reduced by pulse width<br />
modulation to an average of<br />
KEY PLUG<br />
(8)<br />
(9)<br />
SHIELD<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
27<br />
28<br />
29<br />
27<br />
28<br />
29<br />
27<br />
28<br />
29<br />
27<br />
28<br />
29<br />
P7 POWER<br />
approximately 7-8 VDC.<br />
CHASSIS GND<br />
30 30<br />
30 30<br />
SHIELD<br />
31<br />
32<br />
31<br />
32<br />
31<br />
32<br />
31<br />
32<br />
120 VAC <strong>ULTRA</strong>CUT<br />
120 VAC <strong>ULTRA</strong>CUT RET<br />
33<br />
34<br />
35<br />
36<br />
37<br />
33<br />
34<br />
35<br />
36<br />
37<br />
33<br />
34<br />
35<br />
36<br />
37<br />
33<br />
34<br />
35<br />
36<br />
37<br />
(3)<br />
(2c)<br />
DMC3000 CONTROL PCB<br />
19X2385<br />
P8<br />
20<br />
SOL1<br />
(S1-T)<br />
MANIFOLD<br />
H35_PLASMA<br />
CCM<br />
CPU PCB U4/U7<br />
1<br />
2<br />
SLAVE FiberOptic<br />
U10/U13<br />
1<br />
2<br />
GAS FiberOptic<br />
I/O PCB J54<br />
PLASMA ENABLE<br />
BYPASS RELAY 24 VAC<br />
1<br />
24 VAC RET 2<br />
3<br />
4<br />
PLASMA ENABLE 5<br />
6<br />
KEY PLUG<br />
7<br />
Tx+ (A)<br />
8<br />
CPU PCB<br />
9<br />
10<br />
I<br />
11<br />
SERIAL Tx- (B) 12<br />
COMMUNICATION Rx+ 13<br />
(Isolated) Rx-<br />
14<br />
P54<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
HMI Serial/Control<br />
PANEL INDICATORS<br />
WHT<br />
D21<br />
STATUS LED (GREEN)<br />
GRN<br />
RED<br />
D20<br />
STATUS LED (RED)<br />
BLK<br />
DMC3000 Control PCB LEDs<br />
SOLENOID DRIVE ON INDICATOR (GREEN LEDs)<br />
D1 - SOL_V1 (H35 PLASMA))<br />
D2 - SOL_V2 (O2_PLASMA)<br />
D3 - SOL_V3 (AIR_PLASMA)<br />
D4 - SOL_V4 (N2 PLSMA)<br />
D5 - SOL_V5 (AUX PLASMA)<br />
J21<br />
D6 - SOL_V6 (O2 SHIELD)<br />
1<br />
J1<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
P5<br />
1<br />
OPTION SWITCHES<br />
SW1-1<br />
SW2-1<br />
SW1-2<br />
SW2-2<br />
SW1-3<br />
SW2-3<br />
SW1-4<br />
SW2-4<br />
J6<br />
1<br />
J2<br />
2<br />
3<br />
1<br />
4<br />
2<br />
5<br />
3<br />
6<br />
4<br />
7<br />
5<br />
8<br />
6<br />
9<br />
7<br />
10<br />
8<br />
11<br />
9<br />
12<br />
13<br />
RS232 Prog<br />
14<br />
JTAG<br />
19<br />
18<br />
17<br />
16<br />
15<br />
14<br />
13<br />
12<br />
11<br />
10<br />
9<br />
8<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
SOL DRIVE A<br />
(S1-B)<br />
SOL2 O2_PLASMA<br />
(S2-T)<br />
(S2-B)<br />
SOL3 AIR_PLASMA<br />
(S3-T)<br />
(S3-B)<br />
SOL4<br />
(S4-T)<br />
N2_PLASMA<br />
(S4-B)<br />
SOL5<br />
(S5-T) FUEL_PLASMA<br />
(S5-B)<br />
SOL6<br />
(S6-T)<br />
O2_SHIELD<br />
(S6-B)<br />
SOL7<br />
(S7-T)<br />
AIR_SHIELD<br />
(S7-B)<br />
SOL8 N2_SHIELD<br />
(S8-T)<br />
(S8-B)<br />
SOL9<br />
(S9-T) H20_SHIELD<br />
(S9-B)<br />
SOL10<br />
(S10T)<br />
O2_PREFLOW<br />
JUMPER<br />
for 4 WIRE<br />
uses<br />
TX+, TX-<br />
RX+, RX-<br />
JUMPER<br />
for 2 WIRE<br />
(RS485 only)<br />
wire to A & B<br />
J14<br />
J14<br />
J62<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
2<br />
D7 - SOL_V7 (AIR_SHIELD)<br />
3<br />
D8 - SOL_V8 (N2 SHIELD)<br />
MANIFOLD ID<br />
D9 - SOL_V9 (H2O SHIELD)<br />
D10 - SOL_V10 (O2 PREFLOW)<br />
D11 - SOL_V11 (AIR PREFLOW)<br />
D12 - SOL_V12 (N2 PREFLOW)<br />
D13 - SOL_V13 (ARGON MARKING)<br />
D14 - SOL_V14 (AIR MARKING)<br />
D15 - SOL_V15 (N2 MARKING)<br />
D16 - (SPARE)<br />
D17 - +5VDC<br />
2<br />
3<br />
HW ID<br />
J3<br />
1<br />
2<br />
TX/RX<br />
DMC FiberOptic Ports<br />
+5 VDC<br />
P4<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
(S10B)<br />
SOL11<br />
(S11T) AIR_PREFLOW<br />
(S11B)<br />
SOL12<br />
(S12T) N2_PREFLOW<br />
(S12B)<br />
SOL13<br />
(S13T)<br />
ARGON_MARKING<br />
(S13B)<br />
SOL14 AIR_MARKING<br />
(S14T)<br />
(S14B)<br />
SW14 - LINE SW14<br />
TERMINATION<br />
normally on<br />
(refer to manual)<br />
THC (future)<br />
U4/U5<br />
FiberOptic<br />
U7/U9<br />
FiberOptic<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
SOL DRIVE B<br />
SOL15<br />
N2_MARKING<br />
(S15T)<br />
(S14B)<br />
Art # A-09197<br />
120VAC DMC RET<br />
(2a)<br />
(2c)<br />
120VAC DMC<br />
E_STOP COM<br />
E_STOP NO<br />
SOLENOID FAULT INDICATOR (RED LEDs)<br />
D_E1 - SOL_V1 FLAG (H35_PLASMA)<br />
D_E2 - SOL_V2 FLAG (O2_PLASMA)<br />
D_E3 - SOL_V3 FLAG (AIR_PLASMA)<br />
D_E4 - SOL_V4 FLAG (N2_PLASMA)<br />
D_E5 - SOL_V5 FLAG (AUX_PLASMA)<br />
D_E6 - SOL_V6 FLAG (O2_SHIELD)<br />
D_E7 - SOL_V7 FLAG (AIR_SHIELD)<br />
D_E8 - SOL_V8 FLAG (N2_SHIELD)<br />
D_E9 - SOL_V9 FLAG (H2O_SHIELD)<br />
D_E10 - SOL_V10 FLAG (O2_PREFLOW)<br />
D_E11 - SOL_V11 FLAG (AIR_PREFLOW)<br />
D_E12 - SOL_V12 FLAG (N2_PREFLOW)<br />
D_E13 - SOL_V13 FLAG (ARGON_MARKING)<br />
D_E14 - SOL_V14 FLAG (AIR_MARKING)<br />
D_E15 - SOL_V15 FLAG (N2_MARKING)<br />
KEY<br />
HMI CONTROL &<br />
COMMUNICATIONS<br />
P61 J61<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
TSC 3000 19X2<strong>200</strong><br />
P10<br />
PLASMA ENABLE<br />
(6)<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
SW1<br />
(5)<br />
(1)<br />
(2)<br />
( 3)<br />
(5)<br />
(6)<br />
GND<br />
-<br />
(0V)<br />
(8) Tx+ (A)<br />
( 9)<br />
( 10)<br />
(12) Tx- (B)<br />
GROUNDING SCREW<br />
+<br />
(20V)<br />
( 9)<br />
( 10)<br />
(8)<br />
(12)<br />
2<br />
HMI POWER<br />
P2<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
RS 485<br />
2<br />
BIJLAGE A-18 Handleiding 0-5133 NL<br />
1<br />
2<br />
8<br />
(PW8)<br />
TPC- 660E TOUCH SCREEN PANEL<br />
7<br />
(PW7)<br />
1<br />
2<br />
6<br />
(PW6)<br />
5<br />
(PW5)<br />
COM2<br />
Configured<br />
for RS485<br />
4<br />
(PW4)<br />
3<br />
COM2 1 2<br />
1<br />
2<br />
P1<br />
HMI INTERFACE PCB<br />
19X2407<br />
P3<br />
POWER<br />
(0V)<br />
(20V)<br />
( 3)<br />
(2)<br />
(1)<br />
POWER SUPPLY<br />
24 VAC to 20 VDC<br />
P3<br />
POWER<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
E1<br />
(PW3)<br />
2<br />
(PW2)<br />
1<br />
(PW1)<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
COM1 1<br />
RS232<br />
TEST POINTS - CONTROL PCB<br />
TP1 - GND<br />
TP2 - Processor TEMP<br />
TP3 - +VREF<br />
TP4 - Processor CLKO<br />
TP5 - +3.3V<br />
TP6 - AGND<br />
TP7 - +5V<br />
1<br />
P5<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
ISOLATED<br />
9<br />
10<br />
P4<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
RS 485<br />
3<br />
3<br />
GROUNDING SCREW<br />
LEDS - INTERFACE PCB:<br />
D1 = RX (RS 485)<br />
D14 = RX (RS 232)<br />
D15 = TX (RS 232)<br />
TEST POINTS - INTERFACE PCB<br />
TP1 - GND<br />
TP2 - UNREG VDC<br />
TP3 - +5VDC<br />
TP4 - +20 VDC<br />
J63 HARNESS NOT INSTALLED<br />
(for future use with Height Control)<br />
J63<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9
KEY PLUG<br />
P60<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
J60<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
4<br />
DPC3000 - PRESSURE CONTROL ASSEMBLY 19X2370<br />
( 1)<br />
(2a)<br />
(8)<br />
(9)<br />
GROUNDING SCREW<br />
4<br />
120 VAC ( 1)<br />
120 VAC RET (2a)<br />
E_STOP NO<br />
FERRITE<br />
CORE<br />
(8)<br />
E_STOP COM (9)<br />
NOTE:<br />
DPC SOL solenoids are 18 VDC.<br />
Coils are about 46 ohms.<br />
24 VDC is applied for about 0.1<br />
second then reduced by pulse<br />
width modulation to an average<br />
of approximately 9-10 VDC.<br />
Proportional valves V1-V5<br />
powered by up to 24 VDC<br />
Actual average voltage is<br />
proportional to the amount<br />
valve opening.<br />
Coil resistance (cold):<br />
V1 = 23 ohms;<br />
V2= 59 ohms;<br />
V3 & 4 = 42 ohms<br />
V5 = 55 ohms.<br />
TEST POINTS - CONTROL PCB<br />
TP1 - GND<br />
TP2 - FLOW (H2O Shield)<br />
TP3 - +5V<br />
TP4 - +VREF<br />
TP5 - +24V Fused<br />
TP6 - +3.3VA<br />
TP7 - 3.3V<br />
TP8 - +12V<br />
TP9 - Processor CLKO<br />
TP10 - Processor TEMP<br />
TP11 - -12V<br />
H35 ><br />
O2 ><br />
AUX ><br />
H2O ><br />
AIR ><br />
ARGON ><br />
N2 ><br />
1<br />
120 VAC<br />
19X2384 SMPS +24; +/-12; +5<br />
120 VAC RET<br />
MANIFOLD<br />
+24 VDC<br />
V5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Plasma_Cut_Hi<br />
2 3 4<br />
5 6 7 8<br />
9<br />
P1<br />
10 11<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
E-STOP<br />
F3 1.6A SB<br />
V4<br />
DMC MANIFOLD INLET PASSAGES<br />
OUTLET PASSAGES<br />
SOL#<br />
HOSE<br />
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
Art # A-09197<br />
Handleiding 0-5133NL A-19 BIJLAGE<br />
5<br />
(S2-B)<br />
(V5-1)<br />
(V5-2)<br />
(V1-1)<br />
(V1-2)<br />
(V2-1)<br />
(V2-2)<br />
(V3-1)<br />
(V3-2)<br />
(WHT)<br />
PLASMA_MARK<br />
(S1-T)<br />
REAR PANEL INDICATORS<br />
D20<br />
D21<br />
(S1-B)<br />
(V4-1)<br />
(V4-B)<br />
NOTE:<br />
1: DO NOT DAISY CHAIN GROUNDS. USE A SEPARATE GROUND<br />
CONDUCTOR FOR EACH ASSEMBLY TO STAR GND.<br />
2: KEEP GROUNDS AS SHORT AS POSSIBLE.<br />
3: USE #4 OR GREATER SIZE CABLE FOR GROUNDING<br />
4: MAKE SURE ASSEMBLIES ARE SECURED PROPERLY BEFORE USE<br />
5: ALL COVERS MUST BE FULLY INSTALLED BEFORE USE.<br />
1<br />
2<br />
3<br />
E-STOP<br />
Plasma_Cut_Lo<br />
12<br />
E-STOP<br />
F4 3A SB<br />
P2<br />
SOL3 PLASMA_CUTTING<br />
(S3-T)<br />
(S3-B)<br />
SOL2 PLASMA_VENT<br />
(S2-B)<br />
V2<br />
1<br />
2<br />
3<br />
SHIELD_H2O<br />
SOL1<br />
V1<br />
5<br />
FERRITE<br />
CORE<br />
(BLK)<br />
(PW1)<br />
(PW2)<br />
(PW3)<br />
(PW4)<br />
(PW5)<br />
(WHT)<br />
-12VDC<br />
GND<br />
+5VDC<br />
+12VDC<br />
(WHT)<br />
(PW6) +24 VDC_FUSED<br />
(PW7)<br />
(PW8)<br />
+24VDC SW<br />
GND<br />
E-STOP<br />
SOL# = ON/OFF CONTROL VALVE<br />
V# = PROPORTIONAL VALVE<br />
PS# = PRESSURE SENSOR<br />
FS# = FLOW SENSOR (LIQUID)<br />
> GAS SHIELD<br />
> H2O SHIELD<br />
> PREFLOW<br />
13 14 15 > MARKING<br />
1<br />
2<br />
3<br />
SHIELD<br />
V3<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Plasma_PILOT<br />
STATUS LED (RED)<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
> PLASMA<br />
POWER LED (GRN)<br />
P4<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
STATUS LEDS<br />
P9<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
P6<br />
16<br />
15<br />
14<br />
13<br />
12<br />
11<br />
10<br />
9<br />
8<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
Valves<br />
P3 - HWID<br />
DPC3000 CONTROL PCB<br />
19X2382<br />
OPTION SWITCHES<br />
LEDs Listed Below<br />
DPC FiberOptic Port<br />
U1/U2<br />
1<br />
2<br />
FiberOptic<br />
MARKING ><br />
PLASMA ><br />
PRE-FLOW ><br />
H2O SHIELD ><br />
GAS SHIELD ><br />
SW1-1<br />
SW1-2<br />
SW1-3<br />
SW1-4<br />
SW2-1<br />
SW2-2<br />
SW2-3<br />
SW2-4<br />
J5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
PROG via RS232<br />
J10<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
JTAG<br />
J8<br />
+12V<br />
1<br />
2 +5V<br />
TX/RX<br />
GROUNDING SCREW<br />
DPC MANIFOLD<br />
SOL1<br />
V5<br />
PS4<br />
SOL3<br />
PS3<br />
PS2<br />
PS1<br />
FS-1 IN<br />
3<br />
2<br />
1<br />
P1<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
Press_sensors<br />
P2-WFS<br />
1<br />
2<br />
3<br />
6<br />
6<br />
MANIFOLD<br />
J23<br />
1<br />
2<br />
3<br />
MANAFOLD ID<br />
BLK<br />
PURPLE<br />
ORANGE<br />
BLK<br />
PURPLE<br />
ORANGE<br />
BLK<br />
PURPLE<br />
ORANGE<br />
BLK<br />
PURPLE<br />
ORANGE<br />
BLK<br />
BLK<br />
PURPLE<br />
ORANGE<br />
PURPLE<br />
ORANGE<br />
FS-1<br />
BLACK/SHIELD<br />
1<br />
WHITE<br />
2<br />
RED<br />
3<br />
DPC3000 Control PCB LEDs<br />
D1 - PLASMA_PWM<br />
D2 - PLASMA_VENT_PWM<br />
D3 - SHIELD_H20_PWM<br />
D4 - SHIELD_GAS_PWM<br />
D5 - MARKING_PWM<br />
D6 - PLASMA_PILOT_PWM<br />
D7 - +5VDC<br />
D8 - DPC STATUS<br />
D9 - SHIELD_H20_FLOW<br />
D10 - PLASMA_CUT_PWM<br />
D11 - PLASMA_LOW_PWM<br />
D12 - CANBUS COMMUNICATION<br />
SOL2<br />
Rev<br />
AA<br />
Revisions<br />
ECO-B1391<br />
By Date<br />
DAT 4-24-<strong>200</strong>9<br />
THERMAL DYNAMICS<br />
INDUSTRIAL PARK #2<br />
WEST LEBANON, NH 03784<br />
PCB No:<br />
Assy No:<br />
References<br />
(603) 298-5711<br />
Scale Supersedes<br />
Information Proprietary to THERMAL DYNAMICS CORPORATION.<br />
Not For Release, Reproduction, or Distribution without Written Consent.<br />
NOTE: UNLESS OTHERWISE SPECIFIED -<br />
1. RESISTOR VALUES ARE EXPRESSED IN OHMS, 1/4W 5%.<br />
2. CAPACITOR VALUES ARE EXPRESSED IN MICROFARADS (uF).<br />
N/A<br />
Friday, December 08, <strong>200</strong>6<br />
Drawn: Date:<br />
DAT<br />
4/24/<strong>200</strong>9<br />
Chk: App: Sheet<br />
Last Modified: Friday, April 24, <strong>200</strong>9<br />
14:00:59<br />
TITLE:<br />
SCHEMATIC,<br />
DFC 3000 SYSTEM SCHEMATIC<br />
1 of 1<br />
Size DWG No:<br />
FS-1OUT<br />
V1<br />
V4<br />
V3<br />
V2<br />
PS6<br />
PS5<br />
VENT<br />
PS3<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Plas_Pilot_P-in<br />
PS6<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Plasma_P-out<br />
PS1<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Shield_Gas_P-in<br />
PS5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Shield_Gas_P-out<br />
PS4<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Plasma_Cut/Mark_P-in<br />
PS2<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Shield_Water_P-in<br />
H2O_Shield_FlowSensor<br />
PLASMA OUT<br />
SHIELD OUT<br />
42X1292<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D
Ultra-cUt <strong>200</strong><br />
BIJLAGE 10: Publicatiegeschiedenis<br />
Datum op omslag Rev. Verandering(en)<br />
14 mei <strong>200</strong>9 AA Eerste uitgave<br />
29 sept. <strong>200</strong>9 AB Aangepaste bijlagen met nieuwe informatie over CNC-functies en aangepaste<br />
tabellen voor de ingangsstroomkabels in de secties 2 en 3 en schakelschema’s van<br />
het systeem met seriële communicatie-connector en aangepaste TB1 en TB3 infor<br />
matie in Bijlage 7 voor de ECOB1535.<br />
28 okt. <strong>200</strong>9 AC Aangepaste tekeningen in secties 3 en 6 om de aarding van de “W” in de layout<br />
van het systeem te tonen en dat de CNC-communicatiekabel 11 en niet 8 draden<br />
heeft voor de ECOB1566.<br />
25 nov. <strong>200</strong>9 AD Tabel van pag. 4-21 gecorrigeerd om alle informatie van groep 6 te tonen voor<br />
ECOB1598.<br />
BIJLAGE A-20 Handleiding 0-5133 NL
Thermadyne USA<br />
2800 Airport Road<br />
Denton, Tx 76207 USA<br />
Telephone: (940) 566-<strong>200</strong>0<br />
800-426-1888<br />
Fax: 800-535-0557<br />
Email: sales@thermalarc.com<br />
Thermadyne <strong>Victor</strong> Brasil<br />
Avenida Brasil<br />
13629-Cordovil<br />
Rio de Janeiro, Brazil 21012-351<br />
Telephone: 55-21-2485-8998<br />
Fax: 55-21-2-485-8735<br />
Thermadyne Canada<br />
2070 Wyecroft Road<br />
Oakville, Ontario<br />
Canada, L6L5V6<br />
Telephone: (905)-827-1111<br />
Fax: 905-827-3648<br />
Thermadyne Chile<br />
Piloto Lazo #90<br />
Cerrillos<br />
Santiago, Chile 7278-654<br />
Telephone: 56-2-557-2465<br />
Fax: 56-2-557-5349<br />
Thermadyne Europe<br />
Europe Building<br />
Chorley North Industrial Park<br />
Chorley, Lancashire<br />
England, PR6 7Bx<br />
Telephone: 44-1257-261755<br />
Fax: 44-1257-224800<br />
Thermadyne, China<br />
RM 102A<br />
685 Ding Xi Rd<br />
Chang Ning District<br />
Shanghai, PR, <strong>200</strong>052<br />
Telephone: 86-21-69171135<br />
Fax: 86-21-69171139<br />
Contactinformatie voor de wereldwijde klantenservice<br />
Thermadyne Asia Sdn Bhd<br />
Lot 151, Jalan Industri 3/5A<br />
Rawang Integrated Industrial Park - Jln Batu Arang<br />
48000 Rawang Selangor Darul Ehsan<br />
West Malaysia<br />
Telephone: 603+ 6092 2988<br />
Fax : 603+ 6092 1085<br />
Cigweld, Australia<br />
71 Gower Street<br />
Preston, <strong>Victor</strong>ia<br />
Australia, 3072<br />
Telephone: 61-3-9474-7400<br />
Fax: 61-3-9474-7510<br />
Thermadyne Italy<br />
OCIM, S.r.L.<br />
Via Benaco, 3<br />
<strong>200</strong>98 S. Giuliano<br />
Milan, Italy<br />
Tel: (39) 02-98 80320<br />
Fax: (39) 02-98 281773<br />
Thermadyne South Africa<br />
209 Risi Ave.<br />
Linmeyer<br />
Johannesberg, 2197<br />
South Africa<br />
Tel: (27) 11-917 3600<br />
Fax: (27) 11-917 8580<br />
Thermadyne International<br />
2070 Wyecroft Road<br />
Oakville, Ontario<br />
Canada, L6L5V6<br />
Telephone: (905)-827-9777<br />
Fax: 905-827-9797
Corporate Headquarters<br />
16052 Swingley Ridge Road<br />
Suite 300<br />
St. Louis, MO 63017<br />
Telephone: 636-728-3000<br />
Email: TDCSales@Thermadyne.<br />
com<br />
www.thermadyne.com