20.08.2013 Views

200 Bedieningshandleiding ULTRA-CUT™ - Victor Technologies ...

200 Bedieningshandleiding ULTRA-CUT™ - Victor Technologies ...

200 Bedieningshandleiding ULTRA-CUT™ - Victor Technologies ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>200</strong><br />

<strong>ULTRA</strong>-CUT <br />

PLASMASNIJSYSTEEM<br />

AUTOMATISCHE GASBESTURING<br />

<strong>Bedieningshandleiding</strong><br />

Rev. AD Datum : 25 november <strong>200</strong>9 Handleiding # 0-5133NL<br />

Operationele kenmerken:


WIJ BEDANKEN U VOOR HET<br />

GETOONDE VERTROUWEN!<br />

Hartelijk gefeliciteerd met uw nieuwe Thermal Dynamics product. We<br />

zijn er trots op u als klant te hebben en we streven ernaar om u de beste<br />

service en betrouwbaarheid in de sector te bieden. Wij ondersteunen dit<br />

product met onze uitgebreide garantie en wereldwijde servicenetwerk.<br />

Bel 1-800-426-1888 voor de dichtstbijzijnde distributeur of servicecentrum<br />

of bezoek onze website: www.thermal-dynamics.com.<br />

Deze bedieningshandleiding is ontworpen om u te instrueren over het<br />

juiste gebruik en de werking van uw Thermal Dynamics product.<br />

Uw tevredenheid met dit product en de veilige werking ervan is het<br />

uiteindelijke doel waarna wij streven. Daarom verzoeken wij u even de<br />

tijd te nemen om de hele bedieningshandleiding, en vooral de veiligheidsvoorschriften,<br />

goed door te lezen. Dit zal u helpen om de potentiële<br />

gevaren van het werken met dit product te vermijden.<br />

U VERKEERT IN GOED<br />

GEZELSCHAP!<br />

U VERKEERT IN GOED GEZELSCHAP!<br />

Thermal Dynamics is een wereldwijd gedistribueerd merk van handmatige<br />

en geautomatiseerde Plasmasnijproducten voor Thermadyne<br />

Industries Inc.<br />

Wij onderscheiden ons van onze concurrenten met marktleidende, betrouwbare<br />

producten die de tand des tijds hebben doorstaan.<br />

Wij zijn trots op de technische innovatie, concurrerende prijzen, uitstekende<br />

leveringskarakteristieken, hoogwaardige klantenservice en<br />

technische ondersteuning, samen met onze excellentie in verkoop en<br />

marketing expertise.<br />

Maar bovenal zijn we vastbesloten om technologisch geavanceerde<br />

producten te ontwikkelen om binnen de lasindustrie een veiligere<br />

werkomgeving te creëren.


WAARSCHUWINGEN<br />

Zorg ervoor dat u deze hele Handleiding evenals de veiligheidsvoorschriften van uw werkgever<br />

goed leest en begrijpt voordat u de apparatuur installeert, gebruikt of onderhoudt. Hoewel de<br />

informatie in deze Handleiding het beste oordeel van de fabrikant weerspiegelt zal deze laatste<br />

geen verantwoordelijkheid voor het gebruik ervan aanvaarden.<br />

Stroomvoorziening van het plasmasnijsysteem, Ultra-Cut ® <strong>200</strong><br />

<strong>Bedieningshandleiding</strong> Nr. 0-5133NL<br />

Uitgegeven door:<br />

Thermadyne Corporation<br />

82 Benning Street<br />

West Lebanon, New Hampshire, USA 03784<br />

(603) 298-5711<br />

www.thermal-dynamics.com<br />

© Copyright <strong>200</strong>9 van<br />

Thermadyne Corporation<br />

Alle rechten voorbehouden<br />

De gehele of gedeeltelijke reproductie van dit werk zonder voorafgaande schriftelijke<br />

toestemming van de uitgever is verboden.<br />

De uitgever aanvaardt geen en verwerpt bij dezen elke aansprakelijkheid jegens enige<br />

partij voor alle verlies of schade veroorzaakt door een fout of omissie in deze Handleiding,<br />

ongeacht of deze fout het gevolg is van nalatigheid een ongeluk of andere<br />

oorzaken heeft.<br />

Gedrukt in de Verenigde Staten van Amerika<br />

Licentie onder U. S. Patent No 5.070.227<br />

Oorspronkelijke publicatiedatum: 14 mei <strong>200</strong>9<br />

Herzieningsdatum: 25 november <strong>200</strong>9<br />

Registreer de volgende informatie voor garantiedoeleinden:<br />

Plaats van aanschaf: ___________________________________<br />

Aankoopdatum :______________________________________<br />

Serienummer stroomvoorziening #:_______________________________<br />

Serienummer toorts #:_______________________________________


This page intentionally blank


INHOUDSOPGAVE<br />

SECTIE 1: ALGEMENE INFORMATIE .......................................................................................1-1<br />

1.01 Opmerkingen, aanmaningen tot opletten en waarschuwingen ......................1-1<br />

1.02 Belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen ................................................1-1<br />

1.03 Publicaties......................................................................................................1-2<br />

1.04 Verklaring van overeenstemming ..................................................................1-4<br />

1.05 Garantieverklaring ..........................................................................................1-5<br />

SECTIE 2: SPECIFICATIES........................................................................................................2-1<br />

2.01 Algemene beschrijving van het systeem ........................................................2-1<br />

2.02 Stroomvoorziening plasma-apparaat .............................................................2-1<br />

2.03 Remote boogontsteking .................................................................................2-1<br />

2.04 Gasbesturingsmodule ....................................................................................2-1<br />

2.05 Precisietoorts voor plasmasnijden .................................................................2-1<br />

2.06 Specificaties en elektrische vereisten ............................................................2-2<br />

2.07 Layout systeemcomponenten ........................................................................2-2<br />

2.08 Afmetingen stroomvoorziening ......................................................................2-3<br />

2.09 Achterpaneel stroomvoorziening ...................................................................2-4<br />

2.10 Gasspecificaties .............................................................................................2-4<br />

2.11 Gastoepassingen ...........................................................................................2-5<br />

2.12 XTTM-300 Toortsspecificaties .......................................................................2-6<br />

SECTIE 3: INSTALLATIE ............................................................................................................3-1<br />

3.01 Installatievereisten .........................................................................................3-1<br />

3.02 Layout van het systeem .................................................................................3-2<br />

3.03 Identificatie kabels & leidingen .......................................................................3-3<br />

3.04 Opheffen van de stroomvoorziening ..............................................................3-4<br />

3.05 De afdekking van de aansluitingen verwijderen .............................................3-4<br />

3.06 Aansluiting van de werk- en pilootkabel en negatieve leidingen ....................3-8<br />

3.07 Aardaansluitingen ..........................................................................................3-9<br />

3.08 Aansluiting van de koelvloeistofslangen ......................................................3-12<br />

3.09 Aansluiting besturingskabels voor CNC, remote boogontsteking<br />

en DMC-3000 ..............................................................................................3-13<br />

3.10 Aansluiting TSC-3000 kabel en DMC-3000 glasvezelkabel op CCM ..........3-14<br />

3.11 Instelling switches op de bedienings- besturingsmodule .............................3-16<br />

3.12 Aansluitingen hoogtebesturing ....................................................................3-18<br />

3.13 Installatie van de DMC-3000 gasverdeelstukbesturing ...............................3-18<br />

3.14 Installatie van de DMC-3000 gasdrukbesturing ...........................................3-22<br />

3.15 Installatie van de glasvezelkabel van CCM naar DMC-3000. ......................3-25<br />

3.16 Installatie glasvezelkabel van DMC-3000 naar DPC-3000 ..........................3-28<br />

3.17 Installatie van de TSC-3000 touchscreen besturing ....................................3-30<br />

3.18 Installatie remote boogontsteking ................................................................3-31<br />

3.19 Aansluiting van de toorts .............................................................................3-40<br />

3.20 Installatie slijtdelen van de toorts .................................................................3-41<br />

3.21 De installatie voltooien .................................................................................3-44


INHOUDSOPGAVE<br />

SECTIE 4: GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER .....................................................................4-1<br />

4.01 Bedieningspaneel stroomvoorziening ............................................................4-1<br />

4.02 Opstartvolgorde .............................................................................................4-2<br />

4.03 TSC-3000 Navigatiefuncties ..........................................................................4-2<br />

4.04 TSC-3000 UITSLUITEND eerste setup .........................................................4-3<br />

4.05 TSC-3000 Een nieuw proces selecteren .......................................................4-4<br />

4.06 TSC-3000 Een onlangs gebruikt proces selecteren ......................................4-5<br />

4.07 TSC-3000 Een aangepast proces creëren ....................................................4-6<br />

4.08 Back-up en herstel van aangepaste processen. ............................................4-8<br />

4.09 Gebruiksstappen ..........................................................................................4-10<br />

4.10 Selectie van het gas.....................................................................................4-12<br />

4.11 Statuscodes van de stroomvoorziening .......................................................4-14<br />

4.12 DMC-3000 statuscodes ...............................................................................4-17<br />

4.13 DPC-3000 statuscodes ................................................................................4-19<br />

SECTIE 5: ONDERHOUD ...........................................................................................................5-1<br />

5.01 Algemeen onderhoud ....................................................................................5-1<br />

5.02 Reinigingsprocedure extern koelvloeistoffilter ...............................................5-1<br />

5.03 Reinigingsprocedure intern koelvloeistoffilter ................................................5-2<br />

5.04 Koelvloeistofvervangingsprocedure ...............................................................5-2<br />

SECTIE 6: VERVANGING SAMENSTELLEN EN ONDERDELEN .............................................6-1<br />

6.01 Vervanging stroomvoorziening ......................................................................6-1<br />

6.02 Layout van het systeem .................................................................................6-2<br />

6.03 Aanbevolen gastoevoerslang .........................................................................6-2<br />

6.04 Leidingen en kabels .......................................................................................6-3<br />

6.05 Externe vervangingsonderdelen stroomvoorziening ...................................6-10<br />

6.06 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-11<br />

6.07 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-12<br />

6.08 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-13<br />

6.09 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - frontpaneel ...........................6-14<br />

6.10 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - frontpaneel ...........................6-15<br />

6.11 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-16<br />

6.12 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - achterpanee .........................6-17<br />

6.13 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-18<br />

6.14 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening ................................................6-19<br />

6.15 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-20<br />

6.16 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening ................................................6-21<br />

6.17 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde .........................6-22<br />

6.18 DFC-3000 Vervanging automatisch gasbesturingssysteem ........................6-23<br />

6.19 DMC-3000 Vervangingsdelen gasbesturingsmodule ..................................6-24<br />

6.20 DPC-3000 Vervangingsdelen gasbesturingsmodule ...................................6-25<br />

6.21 TSC-3000 Touchscreen besturing op afstand en intern ..............................6-26<br />

6.22 Remote boogontsteking (RAS-1000) vervangingsonderdelen ....................6-27<br />

6.23 Remote boogontsteking (RAS-1000) vervangingsonderdelen ....................6-28<br />

6.24 Bedienings- en besturingsmodule type 2 - vervangingsdelen .....................6-29


INHOUDSOPGAVE<br />

SECTIE 7: TOORTSONDERHOUD ............................................................................................7-1<br />

7.01 Verwijdering van de slijtdelen ........................................................................7-1<br />

7.02 O-Ring smering ..............................................................................................7-2<br />

7.03 Slijtage van de onderdelen ............................................................................7-2<br />

7.04 Installatie toortsslijtdelen ................................................................................7-3<br />

7.05 Probleemoplossing koelvloeistoflekkage ......................................................7-5<br />

BIJLAGE 1: Schakelschema remote boogontsteking ................................................................. A-1<br />

BIJLAGE 2: Printplaat-layout DMC-3000 ................................................................................... A-2<br />

BIJLAGE 3: Printplaat-layout DPC-3000 .................................................................................... A-3<br />

BIJLAGE 4: Printplaat-layout TSC-3000 .................................................................................... A-4<br />

BIJLAGE 5: Printplaat-layout CCM-ingang / uitgang .................................................................. A-5<br />

BIJLAGE 6: Printplaat-layout CCM CPU ................................................................................... A-6<br />

BIJLAGE 7: CNC ....................................................................................................................... A-8<br />

CNC-functies ......................................................................................................... A-8<br />

CNC-Ingangs- / uitgangsbeschrijvingen ............................................................... A-9<br />

Vereenvoudigd CNC-circuit ................................................................................ A-11<br />

CNC-aansluitingen .............................................................................................. A-12<br />

BIJLAGE 8: Schakelschema, CE 400V stroomvoorziening ..................................................... A-14<br />

BIJLAGE 8: Schakelschema, CE 400V stroomvoorziening (vervolg). ..................................... A-16<br />

BIJLAGE 9: Schakelschema, DFC-3000 automatisch gasboxsysteem .................................. A-18<br />

BIJLAGE 10: Publicatiegeschiedenis ..................................................................................... A-20


SECTIE 1:<br />

ALGEMENE INFORMATIE<br />

1.01 Opmerkingen, aanmaningen tot opletten<br />

en waarschuwingen<br />

In deze bedieningshandleiding worden opmerkingen, aanmaningen<br />

tot opletten en waarschuwingen gebruikt om belangrijke informatie te<br />

onderstrepen. Deze hoogtepunten zijn als volgt ingedeeld:<br />

Handleiding 0-5133NL<br />

OPMERKING<br />

Een handeling, procedure, of achtergrondinformatie die<br />

speciaal dient te worden benadrukt of die nuttig is voor<br />

een efficiënte werking van het systeem.<br />

LET OP!<br />

Een procedure die, indien niet goed opgevolgd, schade<br />

aan de apparatuur kan veroorzaken.<br />

WARNING<br />

Een procedure die, indien niet goed opgevolgd, schade<br />

aan de apparatuur kan veroorzaken.<br />

1.02 Belangrijke<br />

veiligheidsvoorzorgsmaatregelen<br />

WAARSCHUWINGEN<br />

HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN PLASMABOOGAP-<br />

PARATUUR KAN GEVAARLIJK ZIJN EN RISICO’S VOOR DE<br />

GEZONDHEID MET ZICH MEE BRENGEN.<br />

Het plasmaboogsnijden creëert intense elektrische en<br />

magnetische emissies die kunnen interfereren met de<br />

goede werking van pacemakers, gehoorapparaten of<br />

andere elektronische medische apparaten. Personen die<br />

werkzaam zijn in de buurt van plasmaboogsnijapparaten<br />

moeten zich bij hun medische zorgverlener en de fabrikant<br />

van de medische apparatuur informeren over eventuele<br />

gevaren. Om mogelijke verwondingen te voorkomen moet<br />

u alle waarschuwingen, veiligheidsvoorzorgsmaatregelen<br />

en instructies goed lezen en begrijpen alvorens de apparatuur<br />

in gebruik te nemen. Bel 1-603-298-5711 of uw<br />

plaatselijke distributeur als u vragen hebt.<br />

GASSEN EN DAMPEN<br />

De tijdens het plasmasnijden vrijgekomen gassen en dampen kunnen<br />

gevaarlijk zijn en risico’s voor de gezondheid met zich mee brengen.<br />

• Houd alle dampen en gassen uit de ademzone. Houd uw hoofd<br />

buiten de lasrookpluim.<br />

ultra-cut <strong>200</strong><br />

• Gebruik een ademhalingsapparaat (met eigen luchttoevoer)<br />

als de ventilatie onvoldoende is om alle dampen en gassen te<br />

verwijderen.<br />

• De aard van de dampen en gassen afkomstig van de plasmaboog<br />

is afhankelijk van het gebruikte soort metaal, van de coatings<br />

op het metaal en de verschillende processen. U moet erg voorzichtig<br />

zijn bij het snijden of lassen van alle metalen die één of<br />

meer van de volgende stoffen zouden kunnen bevatten:<br />

Antimonium Chroom Kwik<br />

Arsenicum Kobalt Nikkel<br />

Barium Koper Selenium<br />

Beryllium Lood Zilver<br />

Cadmium Mangaan Vanadium<br />

• Lees altijd de veiligheidsinformatiebladen (MSDS bladen) die<br />

met het materiaal dat u gebruikt dienen te worden verstrekt.<br />

Deze MSDS bladen zullen u informeren over de aard en hoeveelheid<br />

van de dampen en gassen die gevaarlijk voor uw<br />

gezondheid zouden kunnen zijn.<br />

• Voor informatie over de wijze waarop u de aanwezigheid van<br />

dampen en gassen op uw werkplek kunt meten, verwijzen<br />

wij naar punt 1 van Subsectie 1.03, Publicaties, in deze handleiding.<br />

• Gebruik speciale apparatuur, zoals watertafels of snijtafels met<br />

afzuiging omlaag, om dampen en gassen op te vangen.<br />

• Gebruik de plasmatoorts niet in een gebied waar zich brandbare<br />

of explosieve gassen of materialen bevinden.<br />

• Fosgeen is een giftig gas dat wordt gegenereerd uit de dampen<br />

van gechloreerde oplosmiddelen en schoonmaakmiddelen.<br />

Verwijder alle bronnen van deze dampen.<br />

• Dit product, indien gebruikt voor het lassen of snijden, produceert<br />

dampen of gassen welke chemische stoffen bevatten<br />

waarvan het in de staat Californië bekend is dat ze aangeboren<br />

afwijkingen, en in sommige gevallen kanker, kunne veroorzaken.<br />

(California Health & Safety Code § 25249.5 et seq.<br />

ELEKTRISCHE SCHOKKEN<br />

Elektrische schokken kunnen verwondingen veroorzaken of zelfs<br />

dodelijk zijn. Het plasmaboogproces gebruikt en produceert elektrische<br />

hoogspanningsenergie. Deze elektrische energie kan ernstige of fatale<br />

schokken veroorzaken bij de bediener of anderen op de werkplek.<br />

• Raak nooit onderdelen aan waarop elektrische spanning kan<br />

staan of die elektrisch “heet” zijn.<br />

• Draag droge handschoenen en kleding. Isoleer u van het wer<br />

stuk of andere delen van het lascircuit.<br />

• Repareer of vervang alle versleten of beschadigde onderdelen.<br />

• Extra zorg moet in acht worden genomen wanneer de werkplek<br />

vochtig of nat is.<br />

• Installeer en onderhoud de apparatuur volgens de NEC code.<br />

Zie punt 9 in subsectie 1.03, Publicaties.<br />

• Ontkoppel de stroomvoorziening voordat u onderhoud of<br />

reparaties uitvoert.<br />

•<br />

Lees en volg alle instructies in de <strong>Bedieningshandleiding</strong> op.


ultra-cut <strong>200</strong><br />

BRAND EN EXPLOSIES<br />

Brand en explosies kunnen worden veroorzaakt door hete slakken,<br />

vonken, of de plasmaboog.<br />

• Zorg ervoor dat er geen brandbaar of ontvlambaar materiaal op<br />

de werkplek is. Al het materiaal dat niet kan worden verwijderd<br />

moet worden beschermd.<br />

• Ventileer alle ontvlambare of explosieve dampen van de werkplek.<br />

• Snijd of las niet op containers die mogelijk brandstoffen hebben<br />

bevat.<br />

• Zorg voor een brandwacht wanneer u werkt in een gebied waar<br />

brandgevaar bestaat.<br />

• Bij het snijden van aluminium werkstukken onder water of bij<br />

gebruik van een watertafel kan zich waterstofgas vormen dat<br />

eronder blijft hangen. SNIJ GEEN aluminiumlegeringen onder<br />

water of op een watertafel, tenzij het waterstofgas kan worden<br />

geëlimineerd of afgevoerd. Opgesloten waterstofgas dat ontstoken<br />

wordt zal een explosie veroorzaken.<br />

LAWAAI<br />

Lawaai kan leiden tot permanent gehoorverlies. Plasmaboogprocessen<br />

kunnen geluidsniveaus creëren die de veiligheidsgrenzen overschrijden.<br />

U moet uw oren beschermen tegen lawaai om een permanent<br />

verlies van het gehoor te voorkomen.<br />

• Ter bescherming van het gehoor tegen hard lawaai moet u<br />

beschermende oordopjes en/of oorkappen dragen. Bescherm<br />

anderen op de werkplek.<br />

• U moet het geluidsniveau meten om er zeker van te zijn dat de<br />

decibels (geluid) de veilige niveaus niet overschrijden.<br />

• Voor informatie over het meten van het lawaai verwijzen wij naar<br />

punt 1 van subsectie 1.03, Publicaties, in deze handleiding.<br />

PLASMABOOGSTRALEN<br />

Plasmaboogstralen kunnen letsel aan uw ogen en brandwonden op<br />

de huid veroorzaken. Het plasmaboogproces produceert bijzonder<br />

helder ultraviolet en infrarood licht. Deze boogstralen zullen uw ogen<br />

beschadigen en uw huid verbranden als u ze niet goed beschermt.<br />

• Draag daarom altijd een lashelm of -schild om uw ogen mee<br />

te beschermen. Draag ook altijd een veiligheidsbril met zijbescherming,<br />

een veiligheidsbril of andere oogbescherming.<br />

• Draag lashandschoenen en geschikte kleding om uw huid tegen<br />

de straling van de boog en vonken te beschermen.<br />

• De helm en veiligheidsbril moeten altijd in goede staat worden<br />

gehouden. Vervang gebarsten, gebroken of vuile lenzen.<br />

• Bescherm anderen in het werkgebied tegen de boogstralen.<br />

Gebruik beschermende cabines, schermen of afschermingen.<br />

• Gebruik de in de volgende tabel aanbevolen tinten volgens<br />

ANSI / ASC Z49.1:<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Minimale beschermende Aanbevolen<br />

Boogstroom tint Nr. . tint Nr.<br />

Minder dan 300* 8 9<br />

300 - 400* 9 12<br />

400 - 800* 10 14<br />

* Deze waarden gelden indien de werkelijke boog<br />

duidelijk zichtbaar is. De ervaring heeft aangetoond dat<br />

lichtere filters kunnen worden gebruikt wanneer de boog<br />

achter het werkstuk is verborgen<br />

LOODWAARSCHUWING<br />

Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood of kan chemische<br />

stoffen produceren waarvan in de staat Californië bekend<br />

is dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere erfelijke schade<br />

kunnen veroorzaken. Was de handen na hantering ervan.<br />

(California Health & Safety Code § 25249.5 et seq.)<br />

1.03 Publicaties<br />

Raadpleeg de volgende normen of hun laatste herzieningen voor<br />

meer informatie:<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

4.<br />

5.<br />

6.<br />

7.<br />

8.<br />

OSHA, SAFETY AND HEALTH STANDARDS, 29CFR 1910,<br />

(OSHA, v E i L i g H E i D S- EN g E z O N D H E i D S N O R m E N, 29CFR 1910) bES-<br />

CHikbAAR bij D E Su p E R i N T E N D E N T vAN D O C u m E N T E N, u.S. gO v E R N m E N T<br />

pR i N T i N g OFFiCE, WA S H i N g T O N, DC 20402<br />

ANSi ST A N D A R D z49.1, SAFETY iN WELDiNg AND CuTTiNg,<br />

(vEiLigHEiD bij LASSEN EN S N i j D E N), bESCHikbAAR bij D E AmERikAANSE<br />

WE L D i N g SOCiETY, 550 NW LEjE u N E RO A D, miA m i, FL 33126<br />

NiOSH, SAFETY AND HEALTH iN ARC WELDiNg AND<br />

gAS WELDiNg AND CuTTiNg, (vEiLigHEiD EN g E z O N D H E i D bij<br />

bOOgLASSEN EN A u T O g E E N LASSEN EN S N i j D E N), bESCHikbAAR bij D E<br />

Su p E R i N T E N D E N T O F DO C u m E N T S, u. S. gO v E R N m E N T pR i N T i N g OFFiCE,<br />

WA S H i N g T O N, DC 20402<br />

ANSi ST A N D A R D z87.1, SAFE pRACTiCES FOR OCCupATiON<br />

AND EDuCATiONAL EYE AND FACE pROTECTiON (vEiLigE<br />

m E T H O D E N v O O R p R O F E S S i O N E L E EN EDuCATiEvE O O g- EN gELAATSbES-<br />

C H E R m i N g), bESCHikbAAR bij AmERiCAN NA T i O N A L ST A N D A R D S iNSTiTuTE,<br />

1430 bR O A D W A Y, NEW YO R k, NY 10018<br />

ANSi ST A N D A R D z41.1, STANDARD FOR mEN’S SAFETY-TOE<br />

FOOTWEAR (ST A N D A A R D v O O R v E i L i g H E i D S S C H O E i S E L m E T STALEN N E u S<br />

v O O R m A N N E N), bESCHikbAAR bij D E AmERiCAN NAT i O N A L STA N D A R D S<br />

iNSTiTuTE, 1430 bR O A D W A Y, NEW YO R k, NY 10018<br />

ANSi ST A N D A R D z49.2, FiRE pREvENTiON iN THE uSE OF CuT-<br />

TiNg AND WELDiNg pROCESSES, (bR A N D p R E v E N T i E bij S N i j- EN<br />

L A S p R O C E S S E N), b E S C H i k b A A R b i j AmE R i C A N NAT i O N A L STA N D A R D S<br />

iNSTiTuTE, 1430 bR O A D W A Y, NEW YO R k, NY 10018<br />

AWS ST A N D A R D A6.0, WELDiNg AND CuTTiNg CONTAiNERS<br />

WHiCH HAvE HELD COmbuSTibLES, (HET LASSEN EN S N i j D E N<br />

vAN C O N T A i N E R S D i E b R A N D b A R E mATERiALEN HEbbEN bEvAT), bESCHikbAAR<br />

bij AmERiCAN WEL D i N g SOCiETY, 550 NW LEjE u N E ROA D, miA m i,<br />

FL 33126<br />

NFpA STANDARD 51, OXYgEN-FuEL gAS SYSTEmS FOR WELDiNg,<br />

CuTTiNg AND ALLiED pROCESSES, (bRANDSTOF-zuuRSTOF<br />

Handleiding 0-5133NL


9.<br />

gASSYSTEmEN v O O R H E T LASSEN, S N i j D E N EN vER WANTE pROCESSEN), bES-<br />

CHikbAAR bij D E NA T i O N A L Fi R E pR O T E C T i O N ASSOCiATiON, bATTER YmARCH<br />

pA R k, Qu i N C Y, mA 02269<br />

NFpA ST A N D A R D 70, NATiONAL ELECTRiCAL CODE, (NA T i O N A L E<br />

ELEkTRiCiTEiTSCODE), bESCHikbAAR bij D E NAT i O N A L FiR E pRO T E C T i O N<br />

ASSOCiATiON, bATTER YmARCH pA R k, Qu i N C Y, mA 02269<br />

10. NFpA ST A N D A R D 51b, CuTTiNg AND WELDiNg pROCESSES<br />

(SNij- EN LASpROCESSEN), bESCHikbAAR bij DE NATiON A L FiR E pR O T E C T iO N<br />

ASSOCiATiON, bATTER YmARCH pA R k, Qu i N C Y, mA 02269<br />

11. CgA pAmpHLET p-1, SAFE HANDLiNg OF COmpRESSED gASES<br />

iN CYLiNDERS (DE vEiLigE H A N T E R i N g vAN SAmENgEpERSTE gASSEN iN<br />

C i L i N D E R S), bESCHikbAAR bij D E COmpRESSED gAS ASSOCiATiON, 1235<br />

jE F F E R S O N DAviS Hi g H W A Y, Su i T E 501, AR L i N g T O N, vA 22202<br />

12. CSA ST A N D A R D W117.2, CODE FOR SAFETY iN WELDiNg AND<br />

CuTTiNg (REgELS v O O R D E vEiLigHEiD bij H E T LASSEN EN S N i j D E N), bE-<br />

SCHikbAAR bij D E CANADiAN ST A N D A R D S ASSOCiATiON, ST A N D A R D S SALES,<br />

178 REXDALE bO u L E v A R D, REXDALE, ON T A R i O, CA N A D A m9W 1R3<br />

13. NWSA bOEkjE, WELDiNg SAFETY bibLiOgRApHY (vEiLig LASSEN<br />

b i b L i O g R A F i E), bESCHikbAAR bij D E NA T i O N A L E WE L D i N g SuppLY ASSOCiA-<br />

T i O N, 1900 ARC H STREET, pH i L A D E L p H i A, pA 19103<br />

14. AmERiCAN WE L D i N g SOCiETY ST A N D A R D AWSF4.1, RECOmmENDED<br />

SAFE pRACTiCES FOR THE pREpARATiON FOR WELDiNg<br />

AND CuTTiNg OF CONTAiNERS AND pipiNg THAT HAvE<br />

HELD HAzARDOuS SubSTANCES (AA N b E v O L E N v E i L i g H E-<br />

i D S p R O C E D u R E S v O O R H E T v O O R b E R E i D E N vAN H E T LASSEN EN S N i j D E N<br />

vAN C O N T A i N E R S EN L E i D i N g E N D i E gEvAARLijkE STOFFEN HEbbEN bEvAT),<br />

bESCHikbAAR bij D E AmERiCAN WE L D i N g SOCiETY, 550 NW LEjE u N E<br />

RO A D, miA m i, FL 33126<br />

15. ANSi STANDARD z88.2, pRACTiCE FOR RESpiRATORY pROTEC-<br />

TiON (mAATREgELEN v O O R D E b E S C H E R m i N g vAN D E A D E m H A L i N g S O Rg<br />

A N E N), bESCHikbAAR bij AmERiCAN NAT i O N A L STA N D A R D S iNSTiTuTE,<br />

1430 bR O A D W A Y, NEW YO R k, NY 10018<br />

11. Brochure GCA P-1, LA MANIPULATION SANS RISQUE DES GAZ<br />

COMPRIMÉS EN CYLINDRES, disponible auprès de l’Association<br />

des Gaz Comprimés (Compressed Gas Association), 1235 Jefferson<br />

Davis Highway, Suite 501, Arlington, VA 22202<br />

12. Norme CSA W117.2, CODE DE SÉCURITÉ POUR LE SOUDAGE<br />

ET LA COUPE, disponible auprès de l’Association des Normes<br />

Canadiennes, Standards Sales, 178 Rexdale Boulevard, Rexdale,<br />

Ontario, Canada, M9W 1R3<br />

13. Livret NWSA, BIBLIOGRAPHIE SUR LA SÉCURITÉ DU SOUDAGE,<br />

disponible auprès de l’Association Nationale de Fournitures de<br />

Soudage (National Welding Supply Association), 1900 Arch Street,<br />

Philadelphia, PA 19103<br />

14. Norme AWSF4.1 de l’Association Américaine de Soudage, RECOM-<br />

MANDATIONS DE PRATIQUES SURES POUR LA PRÉPARATION À<br />

LA COUPE ET AU SOUDAGE DE CONTENEURS ET TUYAUX AYANT<br />

RENFERMÉ DES PRODUITS DANGEREUX , disponible auprès de<br />

la American Welding Society, 550 N.W. LeJeune Rd., Miami, FL<br />

33126<br />

15. Norme ANSI Z88.2, PRATIQUES DE PROTECTION RESPIRATOIRE,<br />

disponible auprès de l’American National Standards Institute, 1430<br />

Broadway, New York, NY 10018<br />

Handleiding 0-5133NL<br />

ultra-cut <strong>200</strong>


ultra-cut <strong>200</strong><br />

1.04 Verklaring van overeenstemming<br />

Fabrikant: Thermal Dynamics Corporation<br />

Adres: 82 Benning Street<br />

West Lebanon, New Hampshire 03784<br />

V.S.<br />

De in deze handleiding beschreven apparatuur voldoet aan alle toepasselijke aspecten en voorschriften van de "laagspanningsrichtlijn" (<strong>200</strong>6/95/EG) en<br />

de nationale wetgeving voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn.<br />

De in deze handleiding beschreven apparatuur voldoet aan alle toepasselijke aspecten en voorschriften van de "EMC-richtlijn" (Europese Raad Richtlijn<br />

89/336/EEG) en de nationale wetgeving voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn.<br />

Elk afzonderlijk onderdeel van de apparatuur heeft een uniek serienummer dat de beschrijving, onderdelen gebruikt om een eenheid mee samen te<br />

stellen en de datum van fabricage bevat.<br />

Nationale norm en technische specificaties<br />

Het product is ontworpen en vervaardigd in overeenstemming met een aantal normen en technische vereisten. Zoals:<br />

* CSA (Canadian Standards Association) norm C22.2 nummer 60 voor booglasapparatuur.<br />

* UL (Underwriters Laboratory) norm 94VO (test van de ontvlambaarheid van alle gebruikte printplaten).<br />

* CENELEC EN50199 EMC-productnorm voor booglastoestellen<br />

* ISO/IEC 60974-1 (BS 638-PT10) (EN 60 974-1) (EN50192) (EN50078) norm, van toepassing op plasma snij-apparatuur en bijbehorende<br />

accessoires.<br />

* Voor omgevingen met een verhoogd risico van elektrische schokken, zullen stroomvoorzieningen voorzien van het S merk voldoen aan de<br />

EN50192 norm, indien gebruikt in combinatie met de handtoortsen met blootgesteld mondstuk, indien uitgerust met goed geïnstalleerd<br />

afstandsstuk.<br />

* Bij de productie-eenheid wordt een uitgebreide keuring van het productontwerp uitgevoerd als onderdeel van het routine ontwerp- en<br />

fabricageproces. Dit om te verzekeren dat, indien gebruikt volgens de instructies in deze handleiding en aanverwante industrie-normen<br />

het product veilig is en zal presteren overeenkomstig de specificaties. Strenge tests zijn een onderdeel van het fabricageproces om te<br />

waarborgen dat het vervaardigde product voldoet aan alle specificaties van het ontwerp of die zelfs overtreft.<br />

Thermal Dynamics is al meer dan 30 jaar actief in de fabricage van producten als deze en zal excellentie blijven bereiken in deze<br />

productiesector.<br />

Verantwoordelijke vertegenwoordiger van de fabrikant: Steve Ward<br />

Operations Director<br />

Thermadyne Europe<br />

Europa Building<br />

Chorley N Industrial Park<br />

Chorley, Lancashire,<br />

England PR6 7BX<br />

Handleiding 0-5133NL


1.08 Garantieverklaring<br />

Handleiding 0-5133NL<br />

ultra-cut <strong>200</strong><br />

BEPERKTE GARANTIE: Thermal Dynamics® Corporation (hierna "Thermal") garandeert dat haar producten vrij zullen zijn van materiaal-<br />

of fabricagefouten. Bij alle eventuele nalatigheden in overeenstemming met deze garantie binnen de onderstaande op de Thermal<br />

producten van toepassing zijnde vermelde termijn, zal Thermal, na hieromtrent te zijn geïnformeerd en na te hebben geconstateerd dat<br />

het product is opgeslagen, geïnstalleerd, bediend en onderhouden in overeenstemming met de specificaties, instructies, aanbevelingen<br />

van Thermal en de erkende standaardpraktijk van de bedrijfstak en dat het niet onderworpen is geweest aan misbruik, reparatie,<br />

verwaarlozing, wijziging of ongeval, dergelijke defecten corrigeren door geschikte reparatie of vervanging, naar volledig goeddunken<br />

van Thermal, van alle onderdelen of delen van het product welke Thermische zal hebben bepaald defect te zijn.<br />

DEZE GARANTIE IS EXCLUSIEF EN VERVANGT ALLE GARANTIE VAN VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN<br />

BEPAALD DOEL.<br />

BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID: Thermal zal in geen geval aansprakelijk zijn voor bijzondere of gevolgschade zoals, maar niet<br />

beperkt tot, beschadiging of verlies van gekochte of vervangingsgoederen, of claims van klanten van de distributeur (hierna: "Koper") voor<br />

dienstonderbreking. De hier uiteengezette remedies van de Koper zijn exclusief en de aansprakelijkheid van Thermal met betrekking<br />

tot een contract, of alles daarmee in verband gedaan, zoals de uitvoering of de breuk ervan, of van de productie, verkoop, levering,<br />

wederverkoop of het gebruik van alle goederen gedekt of geleverd door Thermal, hetzij voortvloeiend uit het contract, nalatigheid, strikte<br />

onrechtmatige daad of uit enige garantie of anderszins, zal, tenzij hier uitdrukkelijk anders voorzien, niet méér bedragen dan de prijs<br />

van de goederen waarop deze aansprakelijkheid is gebaseerd.<br />

DEZE GARANTIE VERVALT BIJ GEBRUIK VAN VERVANGENDE ONDERDELEN OF ACCESSOIRES WELKE DE VEILIGHEID OF<br />

PRESTATIES VAN ENIG THERMAL PRODUCT KUNNEN AANTASTEN.<br />

DEZE GARANTIE IS ONGELDIG BIJ VERKOOP VAN HET PRODUCT DOOR NIET-GEAUTORISEERDE PERSONEN.<br />

De beperkte garantieperiodes voor dit product bedragen: Een maximum van drie (3) jaar vanaf de datum van verkoop aan een erkende<br />

distributeur en een maximum van twee (2) jaar vanaf de datum van verkoop door deze distributeur aan de koper, en met verdere<br />

beperkingen op deze periode van twee (2) jaar (zie onderstaande grafiek).<br />

Onderdelen Arbeidskosten<br />

AutoCut© en UltraCut© Stroomvoorzieningen en onderdelen 2 jaar 1 jaar<br />

Toorts en leidingen<br />

XTTM-300 / XTTM-301 Toorts (exclusief slijtdelen) 1 jaar 1 jaar<br />

Reparatie/vervanging onderdelen 90 dagen 90 dagen<br />

Claims voor reparaties of vervangingen onder garantie uit hoofde van deze beperkte garantie moeten binnen dertig (30) dagen na de<br />

reparatie worden ingediend door een erkende Thermal Dynamics ® reparatiefaciliteit. Geen transportkosten van welke aard dan ook<br />

zullen worden betaald uit hoofde van deze garantie. Transportkosten voor het verzenden van producten naar een erkend centrum voor<br />

reparaties onder garantie zijn voor rekening van de klant. Alle goederen worden voor risico en kosten van de klant retourgezonden.<br />

Deze garantie vervangt alle voorgaande Thermal garanties.<br />

Geldig vanaf 19 augustus <strong>200</strong>5


SECTIE 2: SPECIFICATIES<br />

2.01 Algemene beschrijving van het systeem<br />

Een typische Ultra-Cut ®<strong>200</strong> systeemconfiguratie omvat::<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Eén stroomvoorziening<br />

Remote boogontsteking<br />

Gasbesturingsmodule<br />

Ventielsamenstel voor toorts<br />

Precisietoorts voor plasmasnijden<br />

Set van verbindingsleidingen<br />

De componenten worden tijdens de installatie verbonden.<br />

2.02 Stroomvoorziening plasma-apparaat<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

De stroomvoorziening levert de benodigde stroom voor de snijwerkzaamheden. De stroomvoorziening controleert<br />

ook de systeemprestaties en zorgt voor de koeling en circulatie van de koelvloeistof voor de toorts en<br />

leidingen.<br />

2.03 Remote boogontsteking<br />

Dit apparaat produceert een tijdelijke HF-impuls om de pilootboog mee te ontsteken. De pilootboog creëert<br />

een pad voor de overdracht van de hoofdboog naar het werkstuk. Wanneer de hoofdboog is gevormd gaat de<br />

pilootboog uit.<br />

2.04 Gasbesturingsmodule<br />

Met deze module kunt u op afstand de gasselectie, de verschillende druk- en vloeistofwaarden en de snijstroom<br />

instellen.<br />

2.05 Precisietoorts voor plasmasnijden<br />

De toorts brengt de gecontroleerde stroom via de hoofdboog over naar het werkstuk om het metaal mee te<br />

snijden.<br />

Handleiding 0-5133NL 2-1 SPECIFICATIES


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

2.06 Specifications & Electrical Requirements<br />

Ultra-Cut <strong>200</strong> Specificaties & ontwerpkenmerken<br />

Max nullastspanning (U0) 380 V gelijkstroom<br />

Minimale uitgangsstroom 10 A<br />

Max uitgangsstroom <strong>200</strong> A<br />

Uitgangsspanning 60 - 230 V gelijkstroom<br />

Nominale bedrijfscyclus<br />

Omgevingstemperatuur voor<br />

nominale bedrijfscyclus<br />

100% @ <strong>200</strong> A, 180 V, (32 kW)<br />

104°F (40°C)<br />

Werkingsgebied 14°F tot 122°F (-10°C tot + 50°C)<br />

Arbeidsfactor 0,70 @ <strong>200</strong> A gelijkstroomuitgang<br />

Koeling Geforceerde lucht (Klasse F)<br />

Ultra-Cut <strong>200</strong> stroomvoorziening<br />

Opgenomen vermogen Stroom<br />

Spanning Freq. 3-Fasen 3-Fasen Zekering (A)<br />

Draad (AWG –<br />

Amerikaanse diktemaat)<br />

(volt) (Hz) (kVA) (A) 3-Fasen 3-Fasen<br />

208 60 46 130 160 #2<br />

230 60 49 125 150 #2<br />

400 50 53 77 100 #2 1<br />

400 (CE) 50 54 77 100 #2 1<br />

Voeding Aanbevolen groottes (zie opmerking)<br />

460 60 59 75 90 #2 1<br />

600 50/60 52 51 70 #8<br />

Lijnspanningen met aanbevolen circuitbescherming en draadgroottes<br />

Gebaseerd op de National Electric Code en de Canadian Electrical Code<br />

2.07 Layout systeemcomponenten<br />

Primaire<br />

stroomvoorziening<br />

CNC<br />

Touchscreen<br />

besturing<br />

W<br />

Art # A-09124<br />

Ultra-Cut<br />

stroomvoorziening<br />

Retour pilootboog<br />

Negatief<br />

Toevoer koelvloeistof<br />

Retour koelvloeistof<br />

Besturingskabel<br />

P Besturingskabel K<br />

V<br />

Glasvezel<br />

Aardkabel alleen<br />

bij bovenop de<br />

PS gemonteerde<br />

DMC<br />

Maximale lengte 38,1 m<br />

F<br />

L<br />

F<br />

DMC-3000<br />

Gasconsole<br />

Maximale lengte 53,3 m<br />

Plasmagas H<br />

Glasvezel L<br />

Schermgas Q<br />

Voorstroom<br />

Besturingskabel<br />

Waterscherm<br />

Markering<br />

Werkkabel<br />

Maximale lengte 53,3 m<br />

Remote<br />

boogontsteking<br />

Maximale lengte 30,5 m<br />

Afscherming<br />

Toevoer koelvloeistof<br />

Retour koelvloeistof<br />

Afscherming<br />

Plasmagas<br />

Schermgas<br />

DPC-3000 Positioneringsslang<br />

Gasbesturing<br />

Toorts<br />

Werkstuk<br />

SPECIFICATIES 2-2 Handleiding 0-5133NL<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

R<br />

S<br />

T<br />

U<br />

O<br />

Retour pilootboog<br />

I<br />

J<br />

G


2.08 Afmetingen stroomvoorziening<br />

41.25 inch<br />

1050 mm<br />

Art # A-07182<br />

33 inch<br />

840 mm<br />

37.75 inch<br />

960 nm<br />

27 inch<br />

680 mm<br />

27.5 inch<br />

700 mm<br />

433 lb / 196 kg<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Handleiding 0-5133NL 2-3 SPECIFICATIES


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

2.09 Achterpaneel stroomvoorziening<br />

Connector<br />

gasbesturingconsole<br />

CNC-connector<br />

Connector remote<br />

boogontsteking<br />

Koelvloeistofaansluitingen<br />

Filter koelvloeistof<br />

Koelvloeistoftank<br />

2.10 Gasspecificaties<br />

Klem pilootboog (POS)<br />

Paneel vermogenschakelaars<br />

RETURN SUPPLY<br />

Klem werkkabel<br />

Toortsklem (neg)<br />

Aansluitklemmen<br />

netvoeding<br />

Wisselstroomlamp<br />

Art # A-04794<br />

Aardklemmen<br />

Afdekking klemmen<br />

Steunpaneel<br />

afdekking klemmen<br />

Kabelbeugel<br />

De klant zal voor alle gassen en drukregelaars zorgen. De gassen moeten van hoge kwaliteit zijn. Drukregelaars<br />

moeten tweetraps zijn en binnen 3 meter van de gasconsole worden geïnstalleerd.<br />

SPECIFICATIES 2-4 Handleiding 0-5133NL


MATERIAAL<br />

GEBRUIK<br />

30A SNIJDEN<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Ultra-Cut 300 stroomvoorziening: Druk- en stromingswaarden en kwaliteitsvereisten van de gebruikte gassen<br />

Gas Kwaliteit Minimale druk Stroming<br />

O2(zuurstof)<br />

N2(stikstof)<br />

Perslucht of lucht uit<br />

een fles<br />

H35 (argon-waterstof)<br />

H35 = 35% waterstof<br />

en 65% argon<br />

99,5% Zuiver (vloeibaar<br />

wordt aanbevolen)<br />

99,5% zuiver (vloeibaar<br />

wordt aanbevolen)<br />


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

2.12 XTTM-300 Toortsspecificaties<br />

A. Toortsafmetingen<br />

19.00"<br />

482,68 mm<br />

15.50"<br />

393,78 mm<br />

6.30"<br />

160,10 mm<br />

Toortshuls<br />

Montagebuis<br />

3.54"<br />

89,87 mm<br />

2.74"<br />

69,55 mm<br />

1.57"<br />

39,96 mm<br />

Art # A-04897<br />

2.25"<br />

57,15 mm<br />

2.0"<br />

50,8 mm<br />

2.39"<br />

60,81 mm<br />

1.49"<br />

37,8 mm<br />

SPECIFICATIES 2-6 Handleiding 0-5133NL


B. Lengtes toortsleidingen<br />

C. Toortsdelen (algemene delen)<br />

Art # A-04741<br />

Schermgasmondstuk<br />

Samengestelde gasleidingen<br />

Lengte<br />

Voet Meter<br />

10 3,05<br />

15 4,6<br />

25 7,6<br />

50 15,2<br />

75 22,8<br />

100 30,4<br />

125 38,2<br />

150 45,7<br />

175 53,3<br />

Schermgasdiffusor<br />

Schermgasdiffusorkap<br />

D. Delen - Op hun - Plaats (PIP)<br />

Mondstuk<br />

Plasmagasdiffusor<br />

Elektrode<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Handleiding 0-5133NL 2-7 SPECIFICATIES<br />

Patroon<br />

De toorts is ontworpen voor gebruik met een stroomvoorziening die de retourstroom van de koelvloeistof<br />

meet om te bevestigen dat alle toortsonderdelen op hun plaats zijn. Bij een ontbrekende retourstroom van de<br />

koelvloeistof naar de stroomvoorziening zal de stroomvoorziening de toorts niet van stroom voorzien. Lekkage<br />

van de koelvloeistof uit de toorts wijst er tevens op dat toortsdelen ontbreken of onjuist zijn geïnstalleerd.<br />

E. Type koeling<br />

Een combinatie van een gasstroom door de toorts en koeling met vloeistof.<br />

F. XTTM-300 Specificaties van de toorts (met Ultra-CutTM 300 stroomvoorziening)<br />

Technische specificaties van de XT-300 toorts<br />

voor gebruik met Ultra-Cut <strong>200</strong> stroomvoorziening<br />

Omgevingstemperatuur<br />

104° F<br />

40° C<br />

Bedrijfscyclus 100% @ <strong>200</strong> A<br />

Maximale stroom 300 A<br />

Spanning (Vpiek) 500 V<br />

Boogontstekingsspanning 10 kV<br />

Stroom<br />

Tot <strong>200</strong> A, gelijkstroom,<br />

negatieve polariteit<br />

Gasspecificaties XT-300 Toorts<br />

Plasmagassen:<br />

Perslucht, zuurstof, stikstof, H35<br />

Schermgassen:<br />

Perslucht, zuurstof, stikstof,<br />

water<br />

Bedrijfsdruk 125 psi ± 10 psi<br />

8,6 bar ± 0,7 bar<br />

Maximale inlaatdruk 135 psi/9,3 bar<br />

G. Plasmastroomvoorziening gebruikt met:<br />

• Thermal Dynamics Ultra-Cut ® 300


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

SPECIFICATIES 2-8 Handleiding 0-5133NL


3.01 Installatievereisten<br />

Elektrische stroomvoorziening<br />

SECTIE 3: INSTALLATIE<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Het elektriciteitsnet en de gas- en watervoorzieningssystemen moeten voldoen aan de plaatselijke veiligheidsnormen.<br />

Deze overeenstemming moet door gekwalificeerd personeel worden gecontroleerd.<br />

Ultra-Cut <strong>200</strong> stroomvoorziening<br />

Opgenomen vermogen Stroom<br />

Spanning Freq. 3-Fasen 3-Fasen Zekering (A)<br />

Draad (AWG –<br />

Amerikaanse diktemaat)<br />

(volt) (Hz) (kVA) (A) 3-Fasen 3-Fasen<br />

208 60 46 130 160 #2<br />

230 60 49 125 150 #2<br />

400 50 53 77 100 #2 1<br />

Voeding Aanbevolen groottes (zie opmerking)<br />

400 (CE) 50 54 77 100 #2 1<br />

460 60 59 75 90 #2 1<br />

600 50/60 52 51 70 #8<br />

Lijnspanningen met aanbevolen circuitbescherming en draadgroottes<br />

Gebaseerd op de National Electric Code en de Canadian Electrical Code<br />

LET OP!<br />

De waarden voor de zekeringen en bedradingen dienen alleen ter referentie. De installatie moet voldoen aan<br />

nationale en lokale codes voor de gebruikte types en wijzen van bedrading.<br />

Gastoevoer<br />

De klant moet zelf voor alle gassen en drukregelaars zorgen. De gassen moeten van hoge kwaliteit<br />

zijn. De drukregelaars moeten tweetraps zijn en zo dicht mogelijk bij de gasconsole zijn geïnstalleerd.<br />

Verontreinigd gas kan één of meer van de volgende problemen veroorzaken:<br />

• Lagere snijsnelheid<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

Slechte snijkwaliteit<br />

Slechte snijprecisie<br />

Kortere levensduur van de slijtdelen.<br />

Verontreiniging door olie of vet afkomstig van de perslucht of van de lucht uit de fles kan in<br />

combinatie met zuurstof brand veroorzaken.<br />

Vereisten van het koelsysteem<br />

De koelvloeistof moet tijdens de installatie aan het systeem worden toegevoegd. De vereiste hoeveelheid hangt<br />

af van de lengte van de toortsleidingen. Thermal Dynamics adviseert het gebruik van haar koelvloeistoffen<br />

7-3580 en 7-3581 (voor lage temperaturen).<br />

Cat. Nummer en mengsel Mengsel Beschermt tot<br />

7-3580 "Extra-Cool ' 25 / 75 10° F / -12° C<br />

7-3581 'Ultra-Cool' 50 / 50 -27° F / -33° C<br />

7-3582 'Extreme Cool' Concentraat* -76° F / -60° C<br />

Karakteristieken van de koelvloeistof<br />

* Voor menging met DI Cool 7-3583<br />

Handleiding 0-5133NL 3-1 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3.02 Layout van het systeem<br />

Zie sectie 3.05 voor aardaansluitingen en aardkabels<br />

Primaire<br />

stroomvoorziening<br />

CNC<br />

Touchscreen<br />

besturing<br />

W<br />

Art # A-09124<br />

Ultra-Cut<br />

stroomvoorziening<br />

Retour pilootboog<br />

Negatief<br />

Toevoer koelvloeistof<br />

Retour koelvloeistof<br />

Besturingskabel<br />

P Besturingskabel K<br />

V<br />

Glasvezel<br />

Aardkabel alleen<br />

bij bovenop de<br />

PS gemonteerde<br />

DMC<br />

Maximale lengte 38,1 m<br />

F<br />

L<br />

F<br />

DMC-3000<br />

Gasconsole<br />

Maximale lengte 53,3 m<br />

Plasmagas H<br />

Glasvezel L<br />

Schermgas Q<br />

Voorstroom<br />

Besturingskabel<br />

Waterscherm<br />

Markering<br />

Werkkabel<br />

Maximale lengte 53,3 m<br />

Remote<br />

boogontsteking<br />

Maximale lengte 30,5 m<br />

Afscherming<br />

Toevoer koelvloeistof<br />

Retour koelvloeistof<br />

Afscherming<br />

Plasmagas<br />

Schermgas<br />

DPC-3000 Positioneringsslang<br />

Gasbesturing<br />

Toorts<br />

Werkstuk<br />

INSTALLATIE 3-2 Handleiding 0-5133NL<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

R<br />

S<br />

T<br />

U<br />

O<br />

Retour pilootboog<br />

I<br />

J<br />

G


3.03 Identificatie kabels & leidingen<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

F1<br />

G<br />

I<br />

J<br />

K<br />

L<br />

14<br />

37<br />

H, Q,<br />

R, T, U<br />

S,V<br />

16 pin<br />

O<br />

P, W<br />

14/11<br />

Groen<br />

Rood<br />

#8 AWG kabel<br />

#1 AWG kabel<br />

Groen<br />

Rood<br />

Groen / Geel # 4 AWG (16 mm2)<br />

Groen / Geel 1/0 (50 mm2)<br />

1/0 kabel (1/0 (50 mm)<br />

2<br />

Retour pilootboog, van<br />

stroomvoorziening naar<br />

boogontsteking<br />

Negatieve leiding, van<br />

stroomvoorziening naar<br />

boogontsteking<br />

Koelvloeistoftoevoerleiding,<br />

van stroomvoorziening naar boogontsteking<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Handleiding 0-5133NL 3-3 INSTALLATIE<br />

Art # A-09125_AB<br />

Retourleiding koelvloeistof,<br />

stroomvoorziening naar boogontsteking<br />

Besturingskabel, van stroomvoorziening<br />

naar boogontsteking<br />

Aardkabel<br />

Aardkabel, van remote<br />

boogontsteking naar aarde<br />

Afgeschermd toortsleidingensamenstel,<br />

van remote boogontsteking naar toorts<br />

Plasmagasleiding, van toortsventiel<br />

naar toorts<br />

Schermgasleiding, van toortsventiel<br />

naar toorts<br />

Besturingskabel, vanuit de stroomvoorziening<br />

Glasvezelkabel,<br />

van stroomvoorziening<br />

naar DMC-3000<br />

Voor gebruik met DFC-3000<br />

S - Besturingskabel, van<br />

DMC-3000 naar DPC-3000<br />

V - TSC-3000 naar PS<br />

Werkkabel<br />

P-CNC-kabel (14 draads)<br />

W-CNC-Communicatiekabel (11 draden)


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3.04 Opheffen van de stroomvoorziening<br />

WAARSCHUWINGEN<br />

Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Voordat u de eenheid verplaatst moet u de<br />

netvoeding uitschakelen en de voedingskabels loskoppelen. VALLENDE APPARATUUR kan ernstig<br />

persoonlijk letsel en schade aan de apparatuur veroorzaken. Gebruik alle vier hijsogen wanneer u<br />

hijsriemen gebruik om de stroomvoorziening mee op te heffen.<br />

Gebruik een heftruck, kraan of takel om de unit van de transportpallet te tillen, zoals afgebeeld. Houd de stroomvoorziening<br />

stabiel en verticaal. Til hem niet hoger op dan nodig om hem van de pallet vrij te maken. Zorg ervoor<br />

dat alle panelen en schroeven goed bevestigd zijn voordat u met het opheffen begint.<br />

Art # A-04796<br />

Zet de stroomvoorziening op een stevige, vlakke ondergrond. De installateur kan de stroomvoorziening vastzetten<br />

op de vloer of op een ondersteunende armatuur met bevestingsbeugels door de horizontale delen van de pootjes<br />

van de stroomvoorziening.<br />

3.05 De afdekking van de aansluitingen verwijderen<br />

De primaire voedingskabel moet worden geleverd door de eindgebruiker en worden aangesloten op de stroomvoorziening.<br />

Verwijder de afdekking van de aansluitingen aan de achterzijde van de stroomvoorziening. Wees voorzichtig bij<br />

het verwijderen van dit paneel, er is een aarddraad verbonden met de binnenzijde ervan. U moet deze draad<br />

niet losmaken.<br />

INSTALLATIE 3-4 Handleiding 0-5133NL


Afdekking van de<br />

aansluitingen (verwijderd)<br />

Art # A-04797<br />

Aansluitpaneel<br />

Controleer / regel de ingangsspanningsconfiguratie voor 208/230 V en 460V systemen<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

1. De 208/230 V en 460 V stroomvoorziening bevat een spanningsconfiguratieplaatje waarvan de stand overeen<br />

moet stemmen met de primaire ingangsspanning. Verwijder het linker zijpaneel van de stroomvoorziening<br />

en identificeer het spanningsconfiguratieplaatje. De ingangsspanningsconfiguratie is die zichtbaar aan de<br />

bovenzijde van het plaatje.<br />

2. Indien nodig kunt u de jumper rechtsboven op het plaatje loskoppelen, het plaatje dan verwijderen en weer<br />

terugplaatsen met de juiste ingangsspanning afgebeeld aan de bovenzijde ervan.<br />

3. Plaats de jumper terug. Plaats het zijpaneel van de stroomvoorziening terug.<br />

Handleiding 0-5133NL 3-5 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Omvormermodule<br />

208/230 V / 460 V<br />

Plaatje ingangsspanning<br />

(Afgebeeld in 460 V stand)<br />

Art # A-04856<br />

1. Trek de connector los<br />

Verbind de ingangsspanningskabels en de aardkabels van het systeem<br />

2. Verwijder de bouten.<br />

3. Keer het plaatje om.<br />

4. Plaats het plaatje terug.<br />

5. Plaats de connector terug.<br />

1. Pel voorzichtig een stukje van de buitenmantel van de primaire ingangskabel af om de afzonderlijke draden<br />

bloot te leggen. Pel een stukje van de isolatie van de afzonderlijke draden af. Leid de kabel omhoog via de<br />

leidingklemmen onderop het achterpaneel, vervolgens door het steunpaneel van de aansluitingenafdekking<br />

aan de achterzijde van de stroomvoorziening.<br />

2. Plaats de blootgelegde uiteinden van de 3 fasendraden in de aansluitklemmen L1, L2 en L3.<br />

3. Sluit de afzonderlijke kabels aan zoals afgebeeld. Sluit het aardsnoer van de voedingskabel aan op de aardklem.<br />

LET OP!<br />

De doorzichtige afdekking van de aansluitingen mag niet worden verwijderd.<br />

4. Indien noodzakelijk moet u een aardkabel (F1) door de laatste opening in het steunpaneel van de aansluitingenafdekking,<br />

naast de voedingskabel, trekken. Sluit de kabel aan op de aardklem op het achterpaneel<br />

van de stroomvoorziening Raadpleeg de sectie Aardaansluitingen voor alle details en procedures voor een<br />

correcte aarding van het systeem.<br />

INSTALLATIE 3-6 Handleiding 0-5133NL


Art # A-07659_AB<br />

Aansluitpaneel<br />

naar remote boogontsteking<br />

PILOT WORK TORCH<br />

naar remote boogontsteking<br />

Afdekking aansluitingen<br />

AC INPUT<br />

L1 L2 L3<br />

Voedingskabel<br />

Aardklem<br />

Aardkabel systeem<br />

Aarde voedingskabel<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Steunpaneel afdekking<br />

aansluitingen<br />

System Ground Cable<br />

Kabelbeugel<br />

Handleiding 0-5133NL 3-7 INSTALLATIE<br />

L1<br />

L2<br />

L3


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3.06 Aansluiting van de werk- en pilootkabel en negatieve leidingen<br />

1. Haal de uiteinden van de werk- en pilootkabel en de negatieve leidingen omhoog door de kabelbeugel<br />

aan de onderkant van de achterwand en vervolgens door de openingen in het steunpaneel van de<br />

aansluitingenafdekking<br />

2. Zie de tekening. Sluit de leidingen aan zoals afgebeeld. Zet ze stevig vast. Trek ze niet te strak aan.<br />

LET OP!<br />

De doorzichtige afdekking van de aansluitingen mag niet worden verwijderd.<br />

Piloot<br />

Toorts<br />

Werkstuk<br />

PILOT WORK TORCH<br />

Art # A-07660_AB<br />

Afdekking aansluitingen<br />

Werkleiding<br />

Pilootleiding - naar<br />

remote boogontsteking<br />

Aansluitpaneel<br />

INSTALLATIE 3-8 Handleiding 0-5133NL<br />

AC INPUT<br />

L1 L2 L3<br />

Toortsleiding - naar remote boogontsteking<br />

naar snijtafel<br />

Steunpaneel afdekking<br />

aansluitingen<br />

Detailtekening leidingaansluiting<br />

Kabelbeugel<br />

3. Installeer de afdekking van de aansluitingen weer terug op de stroomvoorziening. Draai de hardware goed<br />

met de hand vast. Trek ze niet te strak aan.


3.07 Aardaansluitingen<br />

Aardpen<br />

Remote boogontsteking<br />

(RAS-1000)<br />

Snijmachine / snijbank<br />

Snijtafel<br />

1/0<br />

Aardkabel<br />

(F1)<br />

Toorts<br />

1/0<br />

Aardkabel geleverd<br />

door de klant<br />

0 tot 10 voet (0 - 3 m) Ideaal<br />

20 voet (6 m) Maximum<br />

Steraardepunt op snijtafel<br />

DPC-3000 Gasbesturing<br />

primaire locatie<br />

TSC-3000<br />

remote<br />

(F)<br />

# 4 AWG<br />

aarde<br />

(F)<br />

A. Elektromagnetische interferentie (EMI)<br />

TSC-3000 Intern<br />

Stroomvoorziening<br />

1/0 Werkkabel<br />

1/0 Aardkabel<br />

Steraardepunt<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Opmerking: De DMC-3000 gasbesturing<br />

kan bovenop de stroomvoorziening worden<br />

gemonteerd. In dat geval moet hij<br />

rechtstreeks naar de stroomvoorziening<br />

worden geaard met # 4 AWG aarde, (F).<br />

Deze alternatieve locatie vereist aarding van<br />

de stroomvoorziening naar de steraarde met<br />

1/0 aardkabel (F1).<br />

Art # A-09128<br />

Het ontsteken van de pilootboog genereert een bepaalde hoeveelheid elektromagnetische interferentie (EMI),<br />

gewoonlijk RF-ruis genoemd. Deze RF-ruis kan interfereren met andere elektronische apparatuur, zoals CNCcontrollers,<br />

afstandsbedieningen, hoogte-controllers, enz. Om de RF-interferentie te minimaliseren moet u zich<br />

bij het installeren van gemechaniseerde systemen aan de volgende aardingsprocedures houden:<br />

B. Aarding<br />

1. Het aardingstype waaraan de voorkeur wordt gegeven is een enkelpunts- of “ster” aarding. Het enkele punt,<br />

gewoonlijk op de snijtafel, wordt met een 1/0 AWG (Europees 50 mm2) draad of groter verbonden met een<br />

goede aarding (weerstand van minder dan 3 ohm; een ideale aardingsweerstand is 1 ohm of minder). Zie<br />

paragraaf ‘C’, Een aarde creëren. De aardpen moet zo dicht mogelijk bij de snijtafel worden geplaatst, idealiter<br />

op minder dan 10 voet (3,0 m), maar niet verder dan 20 voet (6,1 m) van de snijtafel.<br />

OPMERKING<br />

Alle aarddraden moeten zo kort mogelijk zijn. Lange draden zullen een hogere weerstand tegen<br />

RF-frequenties hebben. Draad met een kleinere diameter heeft een hogere weerstand tegen RFfrequenties;<br />

draad met een grotere diameter verdient dus aanbeveling.<br />

2. Aarding van op de snijtafel gemonteerde onderdelen (CNC-besturingen, hoogte-controllers, plasma-afstandsbedieningen,<br />

enz.) moet overeenstemmen met de aanbevelingen van de fabrikant voor draadgrootte, type<br />

en aansluitpunt-locaties.<br />

Wij bevelen voor de componenten van Thermal Dynamics (behalve de remote boogontsteking en de gasbesturingsmodule)<br />

een draad van minimaal 10 AWG (Europa 6 mm2) of een platte kopervlecht met een<br />

doorsnede van 10 AWG of groter, verbonden met het snijtafelframe. De remote boogontsteking gebruikt een<br />

1/0 aarddraad en de gasbesturingsmodule moet een draad gebruiken van minimaal # 4 AWG. Het aansluitpunt<br />

moet op schoon blank metaal worden gemaakt; roest en verf zullen slechte verbindingen veroorzaken.<br />

Voor alle onderdelen kunt u draden gebruiken met een diameter die groter is dan het aanbevolen minimum,<br />

hetgeen de bescherming tegen geluidshinder kan verbeteren.<br />

3. Het frame van de snijmachine wordt vervolgens met behulp van een draad van 1/0 AWG (Europa: 50 mm2)<br />

of groter verbonden met het steraardepunt.<br />

Handleiding 0-5133NL 3-9 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

4. De werkkabel van de plasma-stroomvoorziening (zie OPMERKING) is aangesloten op de snijtafel via het<br />

enkele steraardepunt.<br />

OPMERKING<br />

Sluit de werkkabel NIET rechtstreeks aan op de aardpen. Rol overtollige aardingskabels of voedingskabels<br />

NIET op. Snij ze op de juiste lengte af en maak de terminals naar behoeven klaar.<br />

5. Zorg ervoor dat de werkkabel en aardingskabels naar behoren zijn aangesloten. De werkkabel moet een<br />

degelijke verbinding hebben met de snijtafel. De werk- en aardaansluitingen moeten vrij zijn van roest, vuil,<br />

vet, olie en verf. Slijp of schuur ze het indien nodig tot blank metaal. Gebruik sluitringen om de verbindingen<br />

stevig te houden. Het gebruik van elektrische verbindingensamenstellingen wordt eveneens aanbevolen.<br />

6. Het chassis van de plasma-stroomvoorziening wordt aangesloten op de aarding van het stroomvoorzieningssysteem<br />

zoals vereist door de elektriciteitsvoorschriften. Indien de plasmastroomvoorziening zich dicht in de<br />

buurt van de snijtafel bevindt (zie OPMERKING) is een tweede aardpen meestal niet nodig; het zou zelfs<br />

schadelijk kunnen zijn vanwege de kans op ringstromen van de aarde die storingen zullen veroorzaken.<br />

Wanneer de plasmastroomvoorziening ver van de aardpen afstaat en interferenties worden geconstateerd,<br />

kan installatie van een tweede aardpen vlakbij de plasmastroomvoorziening uitkomst brengen. Het chassis<br />

van de plasmastroomvoorziening moet in zo’n geval op de aardpen worden aangesloten.<br />

OPMERKING<br />

Indien mogelijk verdient het aanbeveling om de plasmastroomvoorziening op een afstand van 20 – 30<br />

voet (6,1 – 9,1 m) van de snijtafel te plaatsen.<br />

7. De plasma-besturingskabel moet worden afgeschermd en de afscherming mag uitsluitend aan de zijde van<br />

de snijmachine worden aangesloten. Aansluiting van de afscherming aan beide zijden zal leiden tot kringstromen<br />

van de aarde welke meer interferenties zal kunnen veroorzaken dan bij een aansluiting zonder enige<br />

afscherming.<br />

Een aarding creëren<br />

1. Voor de creatie van een degelijke aarding met weinig weerstand moet u een met koper beklede aardpen<br />

van 1/2 inch (12 mm) diameter of grotere, tenminste 6 - 8 voet (1,8 – 2,4 m) in de grond slaan opdat de pen<br />

over het grootste deel van de lengte ervan rechtstreeks in aanraking komt met de vochtige grond. Afhankelijk<br />

van de locatie kan een grotere diepte nodig zijn om een lagere aardingsweerstand te verkrijgen (zie<br />

OPMERKING). Aardpennen zijn gewoonlijk 10 voet (3,0 m) lang en kunnen aan elkaar worden gelast om<br />

grotere lengtes te krijgen. Plaats de pen zo dicht mogelijk in de buurt van de werktafel. Breng een aarddraad<br />

1/0 AWG (Europa: 50 mm2) of groter aan tussen de aardpen en het steraardepunt op de snijtafel.<br />

OPMERKING<br />

Idealiter zal een goed geïnstalleerde aardpen een weerstand hebben van drie ohm of minder.<br />

Voor het testen van een goede aarding verwijzen wij naar het volgende schema. Idealiter zal de lezing op<br />

de multimeter als volgt zijn.<br />

INSTALLATIE 3-10 Handleiding 0-5133NL


LET OP!<br />

Er moeten geen andere aansluitingen worden gemaakt op de geteste aardpen.<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Bij deze test wordt ervan uitgegaan dat de neutrale pool van de 115 of 230 V wisselstroombron wordt aangesloten<br />

op de aarding van de voorziening.<br />

NEUTRAAL<br />

Aarding<br />

NEUTRALE<br />

SONDE<br />

ELEKTRISCH HEET<br />

ELEKTRISCH<br />

HETE<br />

SONDE<br />

WAARSCHUWING<br />

Wees zeer voorzichtig. Bij deze test<br />

wordt elektrische spanning gebruikt.<br />

100W gloeilamp*<br />

* Kann als Ersatz * u kunt de gloeilamp<br />

vervangen met een 100w weerstand<br />

Gebruik 100 ohm voor 115 V wisselstroom.<br />

Gebruik 500 ohm voor 230 V wisselstroom.<br />

Testen van de aarde<br />

Aardpen waarvan alle<br />

andere aansluitingen<br />

zijn verwijderd<br />

Bij 115 V wisselstroom lijn:<br />

3V wisselstroom = 3 ohm<br />

1V wisselstroom = 1 ohm<br />

Bij 230 V wisselstroom lijn:<br />

1,5 V wisselstroom = 3 ohm<br />

0,5 V wisselstroom = 1 ohm<br />

Art # A-07252<br />

2. engtes van de aardpen van meer dan 20 - 30 voet (6,1 – 9,1 m) zullen over het algemeen niet leiden tot<br />

een grotere efficiëntie van de aardpen. Een pen met een grotere diameter en dus een groter oppervlak kan<br />

daarentegen wel helpen. Soms zal het constant bevochtigen van de grond rondom de pen met wat water<br />

ook helpen. Het toevoegen van zout aan de grond door bevochtiging met zout water zal de weerstand eveneens<br />

verminderen. U kunt ook een chemisch aardpen proberen. Bij toepassing van deze methodes zult<br />

u periodiek de aardingsweerstand moeten controleren om u ervan te verzekeren dat de aarding nog steeds<br />

goed functioneert.<br />

D. Passage van de toortsleidingen<br />

1. Om de RF-interferentie te minimaliseren moet u de toortsleidingen zover mogelijk van alle CNC-componenten,<br />

aandrijfmotoren, besturingskabels of primaire voedingsleidingen houden. Indien noodzakelijk moeten kabels<br />

in een hoek over de toortsleidingen lopen. Laat in zones met elektrische spanning de plasmabesturing of<br />

andere besturingskabels niet parallel aan de toortsleidingen lopen.<br />

2. Houd de toorts en leidingen schoon. Vuil en metalen deeltjes zullen energie laten lekken, hetgeen startproblemen<br />

en verhoogde kans op RF-interferentie veroorzaakt.<br />

Handleiding 0-5133NL 3-11 INSTALLATIE<br />

VAC


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3.08 Aansluiting van de koelvloeistofslangen<br />

1. Sluit de via de kleurcodes herkenbare koelvloeistofslangen aan op de koelingsaansluitingen op het<br />

achterpaneel van de stroomvoorziening De toevoerlijn (out) is groen gemarkeerd en de retourlijn (in)<br />

rood.<br />

elvloeistofaansluitingen<br />

Art # A-04800<br />

COOLANT<br />

RETURN SUPPLY<br />

ROOD<br />

GROEN<br />

RETURN SUPPLY<br />

Naar remote<br />

boogontsteking<br />

INSTALLATIE 3-12 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3.09 Aansluiting besturingskabels voor CNC, remote boogontsteking en<br />

DMC-3000<br />

1. Sluit een uiteinde van iedere kabel aan op de stroomvoorziening.<br />

2. Sluit het andere uiteinde van de CNC-kabel aan op het CNC-apparaat.<br />

3. De afscherming van de CNC-kabel moet op de aarde worden aangesloten.<br />

naar DMC-3000<br />

naar CNC-besturing<br />

Naar remote boogontsteking<br />

RETURN SUPPLY<br />

Art # A-09129<br />

Handleiding 0-5133NL 3-13 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3.10 Aansluiting TSC-3000 kabel en DMC-3000 glasvezelkabel op CCM<br />

1. Verwijder de plastic dop in de CCM met de naam GCM/DCM aan de achterzijde van de stroomvoorziening.<br />

naar TSC-3000<br />

Glasvezel naar<br />

DMC-3000<br />

LET OP!<br />

RETURN SUPPLY<br />

Art # A-09134<br />

Vermijd het knikken, verdraaien of verfrommelen van de glasvezelkabel. De kabel kan beschadigd<br />

raken indien geforceerd in korte bochten.<br />

2. Verwijder de buitenste dunne moer van de kabelwartel op het ene eind van de glasvezelkabel (L) voor<br />

de verbinding tussen het CCM-deel van de stroomvoorziening en de DMC-3000.<br />

3. Haal de steker en draden van de glasvezelkabel door de opening waaruit u de plastic dop “GCM/DCM”<br />

heeft verwijderd en laat de dunne moer weer terugglijden over de glasvezelkabel.<br />

4. Zet de dunne moer vast op de kabelwartel zodat zowel aan de binnen- als buitenzijde beide moerzijden<br />

strak tegen het bladmetaal aanliggen.<br />

5. Steek de glasvezelkabel in de printplaat als onderstaand afgebeeld. Verzeker u ervan dat de blokkeerlipjes<br />

vastgeklikt zijn.<br />

INSTALLATIE 3-14 Handleiding 0-5133NL


Glasvezelkabelcontact<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Dunne moer<br />

om de kabelwartel<br />

mee vast te zetten<br />

Art # A-09136<br />

6. Controleer de uitlijningspen en sluit daarna de TSC-3000 kabel (V) aan op de achterzijde van de CCM<br />

zoals onderstaand afgebeeld.<br />

TSC-3000 Kabel<br />

DCM-3000<br />

glasvezelkabel<br />

Art # A-09137<br />

Handleiding 0-5133NL 3-15 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3.11 Instelling switches op de bedienings- besturingsmodule<br />

Vergelijk de bedienings- en besturingsmodule met de tekening. Volg de aanwijzingen in deze sectie voor een<br />

module met een externe afdekking van de aansluitingen.<br />

Verwijder de rechterzijde van de stroomvoorziening. Stel de switches op de CCM (Bedienings- Controlemodule)<br />

in als weergegeven in de tekening. U vindt alle details met betrekking tot de switch-instellingen en aansluitingen<br />

in de Bijlage.<br />

LET OP!<br />

De printplaten in de bedienings- en besturingsmodule zijn gevoelig voor statische elektriciteit. Ontlaad alle in<br />

uw lichaam of de in omgeving opgehoopte statische stroom voordat u de printplaten aanraakt.<br />

O<br />

N<br />

SW1 SW3 SW4 SW5 SW8<br />

1 2 3 4 1 2 1 2 1 2 1 2 3 4 1 2<br />

SW-1-1: Auto Pilot Restart. 1 = AAN = auto-piloot functie ingeschakeld.<br />

1 = UIT = auto-piloot functie uitgeschakeld (fabrieksinstelling).<br />

SW-1-2: Pilot Delay 2 = UIT, 3 = UIT, 4 = UIT: 0 seconde (fabrieksinstelling).<br />

SW-1-3: Pilot Delay 2 = AAN, 3 = UIT, 4 = UIT: 0,1 seconde<br />

SW-1-4: Pilot Delay 2 = UIT, 3 = AAN, 4 = UIT: 0,2 seconde<br />

2 = AAN, 3 = AAN, 4 = UIT: 0,4 seconde<br />

2 = UIT, 3 = UIT, 4 = AAN: 0,8 seconde<br />

2 = AAN, 3 = UIT, 4 = AAN: 1,0 seconde<br />

2 = UIT, 3 = AAN, 4 = AAN: 1,5 seconde<br />

2 = AAN, 3 = AAN, 4 = AAN: 2,0 seconden<br />

SW-3: Gas-voorstroomtijd 1 = UIT, 2 = UIT: 2 seconden<br />

1 = AAN, 2 = UIT: 4 seconden<br />

1 = UIT, 2 = AAN: 6 seconden<br />

1 = AAN, 2 = AAN: 8 seconden<br />

SW-4: Nastroomtijd 1 = UIT, 2 = UIT: 10 Seconden (fabrieksinstelling).<br />

1 = AAN, 2 = UIT: 20 seconden<br />

1 = UIT, 2 = AAN: 5 seconden<br />

1 = AAN, 2 = AAN: 0 seconden<br />

SW-5-1: Mondstukbescherming Gereserveerd voor fabrieksgebruik.<br />

SW-5-2: Buiten plaat Gereserveerd voor fabrieksgebruik.<br />

Future Use<br />

INSTALLATIE 3-16 Handleiding 0-5133NL<br />

O<br />

N<br />

Active only when<br />

SW-1-1 is set to ON.<br />

SW 8-1: Piloottijd UIT = kort (85 ms) (fabrieksinstelling).<br />

AAN = lang (3 s)<br />

* SW 8-3 tot Firmware<br />

SW 8-2: Remote stroom UIT = uitgeschakeld (fabrieksinstelling).<br />

AAN = (remote analoge stroombesturing)<br />

V3.5 gereserveerd<br />

voor fabrieksgebruik<br />

*SW 8-3: Nieuwe poging auto-overdracht UIT = ingeschakeld tot 3 pogingen (fabrieksinstelling).<br />

AAN = uitgeschakeld<br />

Art # A-09166<br />

SW 8-4: Remote markering UIT = uitgeschakeld (fabrieksinstelling).<br />

AAN = remote markering SW ingeschakeld bij TB3-1&2


LET OP!<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

De printplaten in de bedienings- en besturingsmodule zijn gevoelig voor statische elektriciteit. Ontlaad alle in<br />

uw lichaam of in de omgeving opgehoopte statische stroom voordat u de printplaten aanraakt.<br />

SW6<br />

SW12<br />

SW-6: OK-to-Move: Contactsluiting, 120 V wisselstroom @ 1 A (fabrieksinstelling) of<br />

V gelijkstroom (16-18 V gelijkstroom @ tot 100 mA)<br />

SW-11: Analoge stroombesturing B = van gasbesturing (fabrieksinstelling) of A = remote analoge bron.<br />

Stand A vereist dat SW-8-2 op AAN staat.<br />

SW-12-1/2/3/4: Verdeelde boogsignaal All = UIT = 50:1 (fabrieksinstelling)<br />

SW13: Auto-gas switch-standen<br />

SW13<br />

SW11<br />

1 = AAN = 16.6:1<br />

2 = AAN = 30:1<br />

3 = AAN = 40:1<br />

4 = AAN = 25:1<br />

1 2 3 4<br />

Slechts 1 per keer.<br />

Art # A-09167<br />

SW13 (Let op! De posities 3-4 worden nog niet gebruikt)<br />

Handleiding 0-5133NL 3-17 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3.12 Aansluitingen hoogtebesturing<br />

De aansluitstrip heeft een ARC (boog) volt (-) aansluiting naar de negatieve TORCH (toorts) uitgangsklem<br />

van de stroomvoorziening en een ARC (boog) volt (+) aansluiting naar de positieve WORK (werkstuk) uitgangsklem<br />

van de stroomvoorziening. Deze dienen voor de hoogtebesturing die moet worden aangesloten<br />

op de volledige niet-verdeelde boogspanning. Op de aansluitstrip vinden we tevens 120 V wisselstroom<br />

(120,0) en 24 V wisselstroom (24, 0) aansluitingen. Let op! De twee nullen zijn niet gemeenschappelijk. De<br />

toegestane stroomstoot is 100ma @ 120 V wisselstroom en 1A @ 24 V wisselstroom.<br />

OPMERKING<br />

In het achterpaneel is boven het J55-GCM contact een extra opening aangebracht voor de bedrading van de<br />

klant. Ten opzichte van de CCM Art # zal A-08404 dit gewoonlijk de plaats zijn voor de extra bedrading (en snoerontlasting)<br />

van de klant voor de aansluitingen naar de hoogtebesturing enz.<br />

3.13 Installatie van de DMC-3000 gasverdeelstukbesturing<br />

De DMC-3000 gasbesturing moet op een passende plek waar hij gemakkelijk voor de systeemoperator toegankelijk<br />

is worden geïnstalleerd. De unit moet op een vlak, horizontaal oppervlak worden gemonteerd. Bij montage<br />

van de module op een basis die kan trillen of bewegen moet de installateur de module goed stevig op de basis<br />

vastzetten.<br />

De module moet zover mogelijk van de boogontsteking worden geplaatst om elektromagnetische interferentie<br />

te vermijden. De besturingskabel mag in hetzelfde spoor als de kabels van de boogontsteking worden gelegd.<br />

De module komt compleet met pootjes om het bodempaneel boven het montageoppervlak te houden. Het<br />

bodempaneel heeft ventilatiegaten; de ruimte tussen het bodempaneel en het montageoppervlak moet open<br />

blijven om de ventilatielucht de module in te laten stromen. Ook de louvers op het achterpaneel van de module<br />

mogen niet worden geblokkeerd om de passage van de ventilatielucht niet te verhinderen.<br />

INSTALLATIE 3-18 Handleiding 0-5133NL<br />

4


Montage-afmetingen<br />

DMC-3000 zijaanzicht<br />

Voorbereiding<br />

Art # A-09138<br />

13.60 in<br />

[345.6 mm]<br />

DMC-3000 bovenzijde<br />

7.08 in<br />

[179.8 mm]<br />

5.00 in<br />

[127.0 mm]<br />

.30 in<br />

[7.62 mm]<br />

1. Verwijder de schroeven waarmee de afdekking op de module is bevestigd.<br />

Verwijder 2 schroeven<br />

11.44 in<br />

[290.6 mm]<br />

12.18 in<br />

[309.4 mm]<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Draai twee schroeven los of verwijder ze<br />

2. Verwijder de afdekking voorzichtig van de module en let op voor de aangesloten bedradingsbundel die<br />

is verbonden met J1. Verwijder de bedradingsbundel en zet de afdekking weg.<br />

Handleiding 0-5133NL 3-19 INSTALLATIE<br />

Art # A-09139


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Verwijdering van de afdekking<br />

Art # A-09140<br />

3. Sluit alle slangen en kabels aan op de achterzijde van de DMC-3000 uitgezonderd de glasvezelkabel die<br />

we later zullen behandelen. Vermijd het verdraaien van reeds in de unit aangebrachte fittings door er<br />

een sleutel op te plaatsen voordat u de slangaansluiting erop vastdraait.<br />

OPMERKING<br />

Art # A-09141<br />

Bij vervanging van bestaande fittings in de basis: moet u, voor een veilige afsluiting, een dichtingsmiddel op de<br />

schroefdraad van de fittings aanbrengen, overeenkomstig de instructies van de fabrikant. Gebruik geen Teflon<br />

tape als schroefdraaddichtingsmiddel, daar kleine deeltjes van de tape af kunnen breken en de kleine luchtpassages<br />

in de toorts blokkeren.<br />

OPMERKING<br />

Alle gasfittingen zijn ¼ inch en de luchtfitting is 3/8 inch.<br />

4. Sluit de aardkabel aan op de achterzijde van de DMC-3000 getoond in de vorige tekening.<br />

INSTALLATIE 3-20 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

5. Sluit de besturingskabel van de stroomvoorziening aan op J56 aan de voorzijde van de DMC-3000 als<br />

onderstaand afgebeeld. Iets verderop zullen we de glasvezelkabel behandelen.<br />

Art # A-09142<br />

Handleiding 0-5133NL 3-21 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3.14 Installatie van de DPC-3000 gasdrukbesturing<br />

De DPC-3000 gasbesturing moet op een passende plek dicht bij de toorts, zoals bijvoorbeeld de snijbank, worden<br />

geïnstalleerd. De unit moet op een vlak, horizontaal oppervlak worden gemonteerd. Bij montage van de module<br />

op een basis die kan trillen of bewegen moet de installateur de module goed stevig op de basis vastzetten.<br />

De module moet zover mogelijk van de boogontsteking worden geplaatst om elektromagnetische interferentie<br />

te vermijden.<br />

De besturingskabel mag in hetzelfde spoor als de kabels van de boogontsteking worden gelegd.<br />

De module komt compleet met pootjes om het bodempaneel boven het montageoppervlak te houden. Het<br />

bodempaneel heeft ventilatiegaten; de ruimte tussen het bodempaneel en het montageoppervlak moet openblijven<br />

om de ventilatielucht de module in te laten stromen. Ook de louvers op het achterpaneel van de module<br />

mogen niet worden geblokkeerd om de passage van de ventilatielucht niet te verhinderen.<br />

De module wordt ook geleverd met niet-metalen montageringen voor isolatie. Deze ringen moeten in alle vier<br />

montagesleuven worden aangebracht om de module op te heffen om het contact van metaal met metaal tussen<br />

de module en het montageoppervlak te vermijden.<br />

Montage-afmetingen<br />

DPC-3000 zijaanzicht<br />

10.90 in<br />

[276.86 mm]<br />

Art # A-09143<br />

DPC-3000 bovenzijde<br />

6.64in<br />

4.00 in<br />

[168.7mm]<br />

[101.6 mm]<br />

.30 in<br />

[7.62mm]<br />

10.45 in<br />

[265.4 mm]<br />

11.00 in<br />

[279.4 mm]<br />

INSTALLATIE 3-22 Handleiding 0-5133NL


Voorbereiding<br />

1. Verwijder de schroeven waarmee de afdekking op de module is bevestigd.<br />

Verwijder 2 schroeven<br />

Draai twee schroeven los of verwijder ze<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

2. Verwijder de afdekking voorzichtig van de module en let op voor de aangesloten bedradingsbundel die<br />

is verbonden met J4. Verwijder de bedradingsbundel en zet de afdekking weg.<br />

Verwijdering van de afdekking<br />

Handleiding 0-5133NL 3-23 INSTALLATIE<br />

Art # A-09144<br />

Art # A-09145


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3. Sluit alle slangen en kabels aan op de achterzijde van de DPC-3000, uitgezonderd de glasvezelkabel die<br />

we later zullen behandelen. Vermijd het verdraaien van reeds in de unit aangebrachte fittings door er<br />

een sleutel op te plaatsen voordat u de slangaansluiting erop vastdraait<br />

Sluit de glasvezelkabel later pas aan<br />

Art # A-09146<br />

4. Verbind de slangen van de voorzijde van de DMC-3000 zoals afgebeeld met de toorts.<br />

OPMERKING<br />

De schroefdraad van één van de fittingen met de groeven is linksom terwijl de andere normaal rechtsom is .<br />

BLOKKEER DE<br />

VENTILATIEOPENING<br />

NIET<br />

INSTALLATIE 3-24 Handleiding 0-5133NL<br />

Art # A-09147


3.15 Installatie van de glasvezelkabel van CCM naar DMC-3000.<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

1. Verwijder de buitenste dunne moer van de kabelwartel op het eind van de glasvezelkabel (L) die aangesloten<br />

is op de CCM.<br />

LET OP!<br />

Vermijd het knikken, verdraaien of verfrommelen van de glasvezelkabel. De kabel kan beschadigd<br />

raken indien geforceerd in korte bochten.<br />

2. Zorg ervoor dat de kabel ongeveer 2,5 cm (1 inch, zie hieronder) uit de kabelwartel steekt en draai de<br />

grote moer met de ronde kop met de hand goed vast.<br />

3. Haal de steker en draden van de glasvezelkabel door de opening zoals afgebeeld en laat de dunne moer<br />

daarna weer terugglijden over de glasvezelkabel.<br />

Art # A-09148<br />

Handleiding 0-5133NL 3-25 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

4. Zet de dunne moer vast op de kabelwartel zodat zowel aan de binnen- als buitenzijde beide moerzijden<br />

strak tegen het bladmetaal aanliggen.<br />

Art # A-09149<br />

5. Steek de glasvezelkabel in de printplaat als onderstaand afgebeeld. Verzeker u ervan dat de blokkeerlipjes<br />

vastgeklikt zijn.<br />

Steek glasvezelkabel van/naar<br />

DPC-3000 hierin<br />

Vóór<br />

Steek glasvezelkabel van/naar<br />

CCM hierin<br />

Art # A-09150<br />

INSTALLATIE 3-26 Handleiding 0-5133NL


Na<br />

Art # A-09151<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Handleiding 0-5133NL 3-27 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3.16 Installatie glasvezelkabel van DMC-3000 naar DPC-3000<br />

1. Verwijder de buitenste dunne moeren van de kabelwartel aan beide zijden van de glasvezelkabel (L)<br />

voor de verbinding tussen de DCM-3000 en de DPC-3000.<br />

LET OP!<br />

Vermijd het knikken, verdraaien of verfrommelen van de glasvezelkabel. De kabel kan beschadigd<br />

raken indien geforceerd in korte bochten.<br />

2. Zorg ervoor dat de kabel ongeveer 2,5 cm 1 inch uit de kabelwartel steekt en draai de grote moer met de<br />

ronde kop met de hand goed vast.<br />

3. Haal de steker en draden van de glasvezelkabel waar aangegeven door de opening aan de achterzijde van<br />

iedere module (DMC-DPC) en laat de dunne moer daarna weer terugglijden over de glasvezelkabel.<br />

Art # A-09153<br />

Glasvezel voor DMC-3000 komt hier<br />

Steek glasvezelkabel hierin<br />

Art # A-09152<br />

4. Zet elk van de dunne moeren vast op de kabelwartels zodat de zijden van beide moeren van binnen en<br />

van buiten strak tegen het bladmetaal aan liggen.<br />

5. Steek de glasvezelkabel in de printplaat als onderstaand afgebeeld voor de DMC-3000. Verzeker u ervan<br />

dat de blokkeerlipjes vastgeklikt zijn.<br />

INSTALLATIE 3-28 Handleiding 0-5133NL


Steek glasvezelkabel van/naar DPC-3000 hierin<br />

Art # A-09154<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6. Steek de glasvezelkabel in de printplaat als onderstaand afgebeeld voor de DPC-3000. Verzeker u ervan<br />

dat de blokkeerlipjes vastgeklikt zijn.<br />

Steek glasvezelkabel van/naar DPC-3000 hierin<br />

Art # A-09155<br />

7. Plaats de afdekkingen weer terug en controleer of de bedradingsbundels zijn aangesloten. Voer de<br />

stappen 1 en 2 in de subsecties 3.13 en 3.14 in omgekeerde volgorde uit.<br />

Handleiding 0-5133NL 3-29 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3.17 Installatie van de TSC-3000 touchscreen besturing<br />

Montage-afmetingen<br />

1.11 in<br />

[28.2 mm]<br />

2.35 in<br />

[59.69 mm]<br />

5.58 in<br />

[141.7 mm]<br />

.25 in<br />

[6.35 mm]<br />

Voorbereiding<br />

TSC-3000 bovenzijde<br />

10.83 in<br />

[275.0 mm]<br />

11.80 in<br />

[299.7 mm]<br />

12.45 in<br />

[316.2 mm]<br />

TSC-3000 zijaanzicht<br />

6.99 in<br />

[177.5 mm]<br />

Art # A-09156<br />

1. Kies een schone, droge, goed geventileerde plaats en passende werkruimte rondom alle onderdelen. Lees<br />

de veiligheidsvoorzorgsmaatregelen aan het begin van deze handleiding nogmaals door om er zeker van<br />

te zijn dat de locatie aan alle veiligheidsvereisten voldoet. De montagebeugels van de TSC-3000 maken<br />

montage op of onder een horizontaal oppervlak en links of rechts van een verticaal oppervlak mogelijk.<br />

Bepaal welke het best functioneert voor bescherming tegen bewegende apparatuur en rondvliegende<br />

deeltjes enz.<br />

2. Wanneer u de unit eenmaal op een vlak oppervlak heeft vastgezet moet u de communicatiekabel (“V”<br />

welke in subsectie 3.10 reeds is aangesloten op de CCM) en de aardkabel (“F”) aansluiten op de achterzijde<br />

van de unit.<br />

Aardkabel naar/van<br />

steraardepunt op<br />

snijtafel<br />

Art # A-09157<br />

Communicatiekabel naar/van<br />

achterzijde CCM- stroomvoorziening.<br />

INSTALLATIE 3-30 Handleiding 0-5133NL


3.18 Installatie remote boogontsteking<br />

Keuze van de locatie<br />

Kies een schone, droge, goed geventileerde plaats en passende werkruimte rondom alle onderdelen.<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Lees de veiligheidsvoorzorgsmaatregelen aan het begin van deze handleiding nogmaals door om er zeker van<br />

te zijn dat de locatie aan alle veiligheidsvereisten voldoet.<br />

De verbindingskabels en -slangen worden aangesloten op de boogontsteking. Rondom de boogontsteking moet<br />

voldoende ruimte beschikbaar zijn voor deze verbindingen zonder dat ze afgeknepen worden.<br />

Montage-afmetingen<br />

De niet getoonde hoogte is 7,375 inch (187 mm).<br />

304.80mm<br />

12.00”<br />

Kast van boogontsteking<br />

12.70mm<br />

.50”<br />

Art # A-07961<br />

203.20mm<br />

8.00”<br />

6.35mm<br />

D.250”<br />

3 PLAATSEN<br />

37.77mm<br />

1.49”<br />

50.80mm<br />

2.00”<br />

OPMERKING<br />

190.83mm<br />

7.51”<br />

266.70mm<br />

Handleiding 0-5133NL 3-31 INSTALLATIE<br />

10.50”


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Installatie<br />

De remote boogontsteking moet op een geschikte plek in de buurt van de toortskop worden geïnstalleerd. Bij<br />

montage van de boogontsteking op een snijbank of andere basis die kan trillen of bewegen moet u de boogontsteking<br />

veilig op de basis vastzetten.<br />

1. Draai de onderste schroeven waarmee de kap op de boogontsteking is bevestigd, los, maar verwijder<br />

ze niet. Verwijder de bovenste schroeven waarmee de kap op de boogontsteking is bevestigd.<br />

OPMERKING<br />

Een aarddraad verbindt de kap met de basis van de boogontsteking. U mag deze kabel niet verwijderen.<br />

2. Verwijder de kap van de boogontsteking.<br />

Bovenste schroeven (4 per zijde)<br />

Onderste schroeven<br />

Art # A-07029<br />

Kap<br />

Aarddraad<br />

3. Plaats de boogontsteking op een vlak, horizontaal montageoppervlak.<br />

INSTALLATIE 3-32 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

4. Gebruik voorgeboorde gaten in ten minste twee van de pootjes aan de onderzijde van de boogontsteking<br />

om hem veilig op het montageoppervlak te bevestigen.<br />

Ingangsaansluitingen<br />

Minimaal 2<br />

Art # A-04749<br />

1. Zie de tekeningen. Sluit de ingangen naar de boogontsteking als volgt aan.<br />

• toevoer- en retourslangen van de koelvloeistof (van de stroomvoorziening) De slangen en connectors<br />

hebben een kleurencode: rood voor retour en groen voor toevoer.<br />

Art # A-04750<br />

Toevoer- en retourslangen koelvloeistof (van de stroomvoorziening)<br />

Handleiding 0-5133NL 3-33 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Art # A-04751<br />

Groen<br />

Toevoer koelvloeistof (groen)<br />

Retour koelvloeistof (rood)<br />

Retour koelvloeistof (rood)<br />

INSTALLATIE 3-34 Handleiding 0-5133NL<br />

Rood


Negatieve kabel van stroomvoorziening.<br />

Bij aansluiting van de<br />

negatieve kabel moet u<br />

ervoor zorgen dat contact maakt met<br />

het koperen plaatje.<br />

Koperplaatje<br />

Art # A-04752_AB<br />

Negatieve kabel (van achterpaneel stroomvoorziening).<br />

Piloot retourkabel<br />

van stroomvoorziening<br />

Art # A-04753<br />

PILOOT retourkabel (van achterpaneel stroomvoorziening).<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Handleiding 0-5133NL 3-35 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Uitgangsaansluitingen<br />

Art # A-04755<br />

Besturingskabel van achterpaneel stroomvoorziening.<br />

1. Zie de tekeningen. Sluit de uitgangen van de boogontsteking als volgt aan.<br />

OPMERKING<br />

De enkele zwarte draad van de nieuwere leidingen moet worden aangesloten op de piloot retouraansluiting. Er<br />

zijn geen binnenste afschermingsdraden.<br />

Art # A-04933<br />

Pilootleiding<br />

Detailtekening<br />

aansluiting pilootleiding<br />

Leiding interne afscherming.<br />

Detailtekening aansluiting<br />

interne afscherming<br />

Piloot retourkabel en leiding interne afscherming (van toortskabels)<br />

INSTALLATIE 3-36 Handleiding 0-5133NL


Art # A-04757<br />

Retour koelvloeistof fitting<br />

(rood gemarkeerd)<br />

Retour koelvloeistof<br />

(rood) van toorts<br />

Voor de duidelijkheid zijn<br />

sommige elementen verwijderd<br />

Toevoer koelvloeistof fitting<br />

(groen gemarkeerd)<br />

Toevoer koelvloeistof<br />

(groen) naar toorts<br />

Toevoer- en retourslangen koelvloeistof (van de toorts)<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Plaats de boogontstekingskap terug Verzeker u ervan dat de aarddraad niet klemraakt tussen de kap en<br />

de grondplaat.<br />

Bovenste schroeven (4 per zijde)<br />

Onderste schroeven<br />

Art # A-07029<br />

Kap<br />

Aarddraad<br />

De boogontsteking moet worden geaard; de aardterminal heeft het . Zie de voorgaande sectie voor gedetailleerde<br />

informatie over de aarding.<br />

Handleiding 0-5133NL 3-37 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

1 moer en 1 ring moeten<br />

op hun plaats blijven.<br />

Aardkabel<br />

Art # A-04758<br />

Toortsleidingen<br />

• Zet het afschermingsvlechtwerk van de toortsleiding vast met een klem op de poort van de remote<br />

boogontsteking, als afgebeeld.<br />

Art # A-04759<br />

Klem van de afscherming<br />

Afscherming toortsleidingen<br />

Koelvloeistof- en pilootleidingen<br />

naar toortsventielblok<br />

INSTALLATIE 3-38 Handleiding 0-5133NL


Aansluiting besturingskabel<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

1. Sluit de kabel van de remote boogontsteking aan op de connector van de remote boogontsteking.<br />

Art # A-04801<br />

COOLANT<br />

RETURN SUPPLY<br />

RETURN SUPPLY<br />

Achterpaneel stroomvoorziening<br />

Remote boogontsteking<br />

Remote boogontsteking –<br />

paneel ingangsaansluitingen<br />

Handleiding 0-5133NL 3-39 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3.19 Aansluiting van de toorts<br />

Sluit de toorts als volgt aan:<br />

Montagebuis<br />

O-Ring<br />

Toortskopconstructie<br />

Eindhuls toortsleidingen<br />

Groef voor O-Ring<br />

Pilootleiding<br />

Connector pilootleiding<br />

Leidingsafdekking<br />

Koelvloeistoftoevoer- en<br />

stroomvoorzieningsleiding (-)<br />

1. Leg de toortsleidingen uit op een schoon, droog werkoppervlak.<br />

Koelvloeistoftoevoer-,<br />

retour- en<br />

pilootleidingen<br />

Plasmagas Naar toortsventiel<br />

(schroefdraad linksom)<br />

Art # A-09198<br />

Schermgas<br />

(schroefdraad rechtsom)<br />

2. Blokkeer de eindhuls van de toortsleidingen. Trek ongeveer 18 inch (0,5 m) van de leidingen door de<br />

eindhuls.<br />

3. Verwijder de beschermende einddoppen van de montagebuis en leg ze weg.<br />

4. Installeer de O-ring in de groef op het bovenste uiteinde van de montagebuis.<br />

5. Installeer de montagebuis als volgt:<br />

a. Plaats de montagebuis tegen het eind van de leidingen zoals afgebeeld.<br />

b. Schuif de montagebuis omhoog over de leidingen naar boven.<br />

c. Druk het bovenste eind van de montagebuis in het onderste deel van de eindhuls van de toortsleidingen.<br />

Verzeker u ervan dat de O-ring op de buis in de bijpassende groef in de eindhuls van de<br />

toortsleidingen valt.<br />

d. Controleer of de montagebuis vrij in de eindhuls van de toortsleidingen kan draaien.<br />

6. Sluit de gas- en koelvloeistofleidingen aan op de toortskop.<br />

a. De toevoer- en retouraansluitingen naar de toortskop hebben verschillende lengtes.<br />

INSTALLATIE 3-40 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

b. De schroefdraden van de plasma- en secundaire gasaansluitingen naar de toortskop zijn onderling<br />

verschillend; de schroefdraad van de plasmagasaansluiting is linksom en die van de schermgasaansluiting<br />

is rechtsom.<br />

c. Blokkeer de aansluitingen van de toortskopleidingen; draai de fittings van de leidingen met een tang<br />

om de leidingen op de toortskop aan te sluiten. Trek ze niet te strak aan.<br />

LET OP!<br />

De gas- en koelvloeistofleidingen hebben drukfittingen. Gebruik op deze aansluitingen geen dichtingsmiddelen.<br />

Zet de gasleidingen geleidelijk aan onder druk. Controleer alle aansluitingen op lekken voordat u verder<br />

gaat. Wanneer er geen lekken zijn kunt u de gastoevoeren afsluiten en de installatie voortzetten.<br />

7. Sluit de pilootleiding aan op de toortskop. Druk de twee uiteinden van de connector krachtig samen.<br />

Schroef de plastic leidingafdekking/connector vast op de bijpassende toortskopconnector.<br />

8. Druk de toortskopconstructie omhoog om hem aan te sluiten op de montagebuis. Trek de leidingen voor<br />

zover nodig terug om ze goed door de montagebuis en eindhuls van de toortsleidingen te laten lopen.<br />

Blokkeer de toortskopconstructie en schroef de montagebuis in de toortskop.<br />

LET OP!<br />

Controleer of de leidingen niet verdraaien in de montagebuis. De leidingen moeten liggen zoals afgebeeld in<br />

de installatietekening.<br />

9. In het onderste deel van de montagebuis vindt u vier gaten met schroefdraad. Installeer in een van die<br />

gaten een Allen schroef om de toortskopconstructie mee vast te zetten op de montagebuis.<br />

10. Installeer de vereiste slijtdelen zoals afgebeeld op de volgende pagina’s. In de handleiding van de toorts<br />

vindt u tabellen met de correcte onderdelen die u, afhankelijk van het te snijden metaal en de gebruikte<br />

gassen, moet installeren.<br />

3.20 Installatie slijtdelen van de toorts<br />

Installeer de slijtdelen als volgt om een goede werking te garanderen. Deze stappen zullen u helpen u ervan te<br />

verzekeren dat de delen op correcte wijze op hun plaats zijn aangebracht.<br />

WAARSCHUWINGEN<br />

Installeer geen slijtdelen in een op de toortskop bevestigde patroon.<br />

Gebruik geen vreemde materialen in de slijtdelen en patroon.<br />

Alle onderdelen moeten zorgvuldig worden behandeld om beschadigingen<br />

die de prestaties zouden kunnen beïnvloeden, te voorkomen.<br />

Art # A-03887<br />

1. Controleer de passende snijtabel voor de juiste combinatie van delen voor het snijden.<br />

2. Alleen bij <strong>200</strong> A delen moet de schermgasmondstukdop op het schermgasmondstuk worden geschroefd.<br />

3. Voeg de slijtdelen samen.<br />

Handleiding 0-5133NL 3-41 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Schermgasmondstukdop<br />

Schermgasmondstuk<br />

Schermgasdiffusorkap<br />

Schermgasdiffusor<br />

INSTALLATIE 3-42 Handleiding 0-5133NL<br />

Mondstuk<br />

Plasmagasdiffusor<br />

Elektrode<br />

A B<br />

C<br />

Art # A-08303<br />

1 – Samenstel “A” alleen bij <strong>200</strong> A. 2 – Samenstel “B”. 3 – Monteer “B” op “C”. 4 – Monteer “A” op “B-C” samenstel.<br />

4. Plaats de samengevoegde slijtdelen in de patroon. Verzeker u ervan dat de grote O-ring op het toortsmondstuk<br />

volledig in de patroon valt. Wanneer enig deel van de O-ring uit de patroon steekt zijn de delen<br />

niet goed geplaatst.<br />

5. Blokkeer de patroonconstructie met het patroongereedschap, terwijl u het schermgasmondstuk (en, bij<br />

<strong>200</strong> A delen, de schermgasmondstukdop) op de patroonconstructie draait. Bij 300 A delen moet u nu<br />

de schermgasmondstukdop op het schermgasmondstuk schroeven. Wanneer de constructie volledig is<br />

samengesteld moet de schermgasdiffusorkap uit de voorzijde van het schermgasmondstuk of de schermgasmondstukdop<br />

naar buiten steken. Zonder deze protrusie zit het schermgasmondstuk niet goed vast<br />

op de patroonconstructie.<br />

6. Verwijder het patroongereedschap van de patroon. Monteer de patroonconstructie op de toortskop. De<br />

Speed Lok ring moet op zijn plaats klikken en de patroonconstructie moet de grote O-ring op de toortsconstructie<br />

raken.<br />

Toortskop<br />

0.063 - 0.083"<br />

(1.6 - 2.1 mm)<br />

protrusie<br />

Installatie samengestelde patroon op toortskop.<br />

Patroon<br />

O-Ring toortskop<br />

Art # A-08300_AB<br />

7. Bij gebruikmaking van ohmse toortshoogtemeting moet u de ohmse klem over de schermgasdiffusorkap<br />

schuiven.


55 – 100 A Samenstelling onderdelen<br />

Elektrode<br />

Plasmagasdiffusor<br />

Mondstuk<br />

Schermgasdiffusor<br />

Schermgasdiffusorkap<br />

1: Voeg de delen samen 2: Druk de patroon op de samengevoegde delen<br />

Bovenste O-ring<br />

op mondstuk<br />

3: Schroef het schermgasmondstuk op patroon<br />

Geen ruimte<br />

tussen delen<br />

Protrusie schermgasdiffusorkap<br />

0.063-0.083 inch (1,6 – 2,1 mm)<br />

Patroon bedekt<br />

bovenste O-ring<br />

op toortsmondstuk<br />

4: Controleer protrusie schermgasdiffusorkap<br />

Schermgasmondstuk<br />

Installatie samengestelde patroon op toortskop.<br />

Schermgasdiffusorkap<br />

Art # A-04873<br />

8. Bij gebruikmaking van ohmse hoogtemeting van de toorts moet u de geleider van de<br />

hoogtemeter met de ohmse klem verbinden.<br />

.<br />

Ohmse klem<br />

OPMERKING<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Handleiding 0-5133NL 3-43 INSTALLATIE<br />

A-03393<br />

Ohmse hoogtemeting wordt afgeraden bij gebruik van een waterscherm. Water op het blad zal het ohmse<br />

meetcircuit elektrisch storen.


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

3.21 De installatie voltooien<br />

1. Verwijder de dop van de koelvloeistoftank. Vul de koelvloeistoftank tot aan het afgebeelde niveau met<br />

Thermal Dynamics koelvloeistof. Het niveau van de koelvloeistof is zichtbaar in de transparante koelvloeistoftank.<br />

De vereiste hoeveelheid koelvloeistof hangt af van de lengte van de toortsleidingen.<br />

Karakteristieken van de koelvloeistof<br />

Cat. Nummer en mengsel Mengsel Beschermt tot<br />

7-3580 'Extra-Cool TM ' 25 / 75 10° F / -12° C<br />

7-3581 'Ultra-Cool TM ' 50 / 50 27° F / -33° C<br />

7-3582 'Extreme Cool TM ' Concentraat* -65° F / -51° C<br />

* voor menging met D-I Cool TM 7-3583<br />

Vulbereik<br />

Koelvloeistoftank<br />

COOLANT<br />

RETURN SUPPLY<br />

RETURN SUPPLY<br />

Art # A-04803<br />

INSTALLATIE 3-44 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

2. Nadat het volledige systeem is geïnstalleerd moet u controleren of de koelvloeistof als volgt door het<br />

systeem is gepompt (zie OPMERKING):<br />

OPMERKING<br />

Afhankelijk van de lengte van de toortsleidingen is het mogelijk dat het systeem meer koelvloeistof<br />

nodig heeft nadat u het de eerste keer heeft ingeschakeld.<br />

a. Zet de ON/OFF schakelaar op ON.<br />

b. Het is mogelijk dat het systeem na ongeveer 30 seconden wordt uitgeschakeld indien de leidingen<br />

niet volledig met koelvloeistof zijn gevuld.<br />

c. Zet de ON/OFF schakelaar op OFF.<br />

d. Zet na 10 seconden de ON/OFF schakelaar weer op ON.<br />

e. Herhaal de stappen ‘b’ t/m ‘d’ tot het systeem niet meer uit wordt geschakeld. Afhankelijk van de<br />

lengte van de toortsleidingen is het mogelijk dat deze opeenvolging drie tot vijf keer moet worden<br />

herhaald.<br />

f. Nadat het systeem ingeschakeld blijft moet u de pomp tien minuten laten draaien om goed alle lucht<br />

uit de koelleidingen af te blazen voordat u het systeem gaat gebruiken.<br />

3. Vul de tank bij en plaats de vuldop weer terug.<br />

4. Wacht tot de koelvloeistof uit de toorts loopt voordat u hem start. Verzeker u er voor het gebruik van dat<br />

er geen lekken zijn. Bij duidelijke lekken moet u de probleemoplossingen voor de koelvloeistoftank in de<br />

onderhoud sectie van deze handleiding raadplegen.<br />

Handleiding 0-5133NL 3-45 INSTALLATIE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

INSTALLATIE 3-46 Handleiding 0-5133NL


SECTIE 4: GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER<br />

4.01 Bedieningspaneel stroomvoorziening<br />

Wisselstroom-indicator<br />

Art # A-04862<br />

Temp-indicator<br />

Wisselstroom-indicator<br />

Gas-indicator<br />

Gelijkstroom-indicator<br />

Status-indicator<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Geeft aan dat de omvormers met wisselstroom worden gevoed wanneer de ON/OFF schakelaar in de ON<br />

stand staat. Wanneer de schakelaar de eerste keer op ON wordt gezet zal de indicator uit blijven tot de inschakelstroom<br />

cyclus is voltooid en de juiste spanning is bevestigd.<br />

TEMP-indicator: Normaal op OFF. De indicator komt op ON wanneer de interne temperatuursensoren<br />

hogere dan toegestane temperaturen meten. Laat de unit afkoelen voordat u verder gaat.<br />

GAS Indicator: Normaalgesproken op ON wanneer het gas stroomt. De indicator knippert wanneer de<br />

gasbesturing niet gereed is, zoals tijdens de spoelcyclus, of wanneer de gasbesturing niet in de RUN modus<br />

staat, of bij een communicatiefout. De indicator is uit (off) wanneer er geen verzoek om een gasstroom is.<br />

Gelijkstroom-indicator: Geeft aan dat de stroomvoorziening op dat moment gelijkstroomspanning<br />

genereert.<br />

Status-indicator: Toont de status van het systeem. Het aantal flitsen geeft de status aan. Zie de sectie<br />

Statuscode voor gedetailleerde informatie. Bij het starten van de stroomvoorziening zal de indicator flitsen om<br />

het herzieningsniveau van de in de CCM van het systeem geïnstalleerde besturingssoftware aan te geven.<br />

Handleiding 0-5133NL 4-1 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

4.02 Opstartvolgorde<br />

1. Sluit het systeem aan op de primaire voeding.<br />

2. Zet de ON/OFF schakelaar in de ON (omhoog) stand. De wisselstroom-indicator gaat na circa 5<br />

seconden branden (ON)<br />

Art # A-04812<br />

POWER<br />

3. Controleer de wisselstroom-indicator Wanneer de indicator brandt (ON), is het systeem gereed voor gebruik<br />

(de interne circuits worden nog op fouten gecontroleerd). Indien de indicator na een paar seconden niet gaat<br />

branden moet u controleren of iedere omvormer op correcte wijze is geconfigureerd voor de ingangsspanning<br />

en of alle drie de fasen aanwezig zijn.<br />

4.03 TSC-3000 Navigatiefuncties<br />

TERUG KNOP:<br />

TERUG NAAR DE<br />

VORIGE PAGINA<br />

SAMPLE<br />

System Status: IDLE<br />

TOONT OP ALLE<br />

SCHERMEN DE STATUS<br />

VAN HET SYSTEEM<br />

PAGINAKOPTEKST<br />

- +<br />

GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-2 Handleiding 0-5133NL<br />

I<br />

Art # A-09158<br />

VERMEERDERT/VERMINDERT<br />

DE GESELECTEERDE WAARDE<br />

O<br />

OFF<br />

O<br />

ON<br />

OFF<br />

SELECTIE NAVIGATIE: VERPLAATST<br />

DE CURSOR/SELECTIE OMHOOG EN<br />

OMLAAG OVER DE PAGINA OF ROLT<br />

TEKST IN DIALOG BOX VENSTER<br />

OK/VOLGENDE KNOP: BEVESTIGT<br />

DE KEUZES EN OPENT DE VOLGENDE<br />

PAGINA.


4.04 TSC-3000 UITSLUITEND eerste setup<br />

Initiële handelingen - uitsluitend vereist voor eerste ingebruikneming.<br />

Wanneer de TSC 3000 wordt<br />

ingeschakeld verschijnt het<br />

Home-scherm. Bij een nieuwe<br />

installatie moet de eerste SETUP<br />

worden uitgevoerd. Druk op de<br />

SETUP knop (1). Voer het<br />

oorspronkelijk default<br />

WACHTWOORD 00000 (2) in.<br />

Selecteer taal en<br />

maateenheden<br />

Open SYSTEM UTILITY (3)<br />

Voer XT-300 leiding<br />

(DPC naar toorts) in;<br />

alleen 4’ momenteel<br />

toegestaan. Voer<br />

DFC 3000 leidinglengte<br />

in (DMC naar DPC)<br />

Utility Scherm 2 dient<br />

uitsluitend ter informatie.<br />

Toont ID's van apparaat en<br />

snijkaart, instelling opties en<br />

switches etc.<br />

Op het Utility scherm 3 (5)<br />

kunt u statistieken van de<br />

slijtdelen zien, Starts, Uren,<br />

Fouten.<br />

SETUP<br />

HOME<br />

UTILITY 1 van 3<br />

1a<br />

3<br />

UTILITY 2 van 3 UTILITY 3 van 3<br />

Terug naar Home-scherm<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Handleiding 0-5133NL 4-3 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER<br />

4<br />

1<br />

5<br />

WACHTWOORD INVOEREN/WIJZIGEN<br />

2<br />

Om het wachtwoord te veranderen moet u<br />

STEL WACHTWOORD IN indrukken en<br />

een nieuw wachtwoord van 5 tekens<br />

invoeren (1a).<br />

Druk op de groene pijl om het nieuwe<br />

wachtwoord te bevestigen en terug te keren<br />

naar het SETUP scherm (2).<br />

Enter<br />

Hoogtecontrole momenteel niet toegepast.<br />

SYSTEM UTILITY (3).<br />

Druk op groene pijl om te accepteren en<br />

verder te gaan (4)<br />

Art # A-09159


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

4.05 TSC-3000 Een nieuw proces selecteren<br />

Selecteer een nieuw standaardproces op materiaal; dikte; amperage (1) of voer proces # in met<br />

gebruikmaking van het pop-up numerieke toetsenbord (2).<br />

HOME<br />

2<br />

SELECTIE PROCESNUMMER<br />

Materiaal – rollen om te selecteren,<br />

Dikte – rollen om te selecteren,<br />

Bestätigen Sie, um<br />

Bevestigen en<br />

verdergaan (1).<br />

Selecteer proces op # (2) of op naam (3).<br />

Indien op naam, selecteer eerst<br />

procestype; beste snijwijze, snelste,<br />

MAX Pierce, etc.<br />

Druk vervolgens op om te<br />

bevestigen en verder te gaan naar<br />

slijtdelen toorts. (4).<br />

4<br />

1<br />

6<br />

SELECTIE MATERIAAL, DIKTE<br />

GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-4 Handleiding 0-5133NL<br />

3<br />

SELECTIE PROCES<br />

SLIJTDELEN TOORTS<br />

Bevestig dat de genoemde<br />

slijtdelen van de toorts in<br />

de toorts zijn geïnstalleerd.<br />

THC/CNC-instellingen (snijden)<br />

THC/CNC-instellingen (markeren)<br />

Ga naar de THC/CNCinstellingen<br />

voor snijden (5).<br />

5<br />

Afwisselen tussen Snij-<br />

en Markeren-instellingen (6).<br />

Verder naar procesmonitor (7).<br />

7<br />

PROCESMONITOR<br />

U bent nu klaar om het snijden te starten. De weergegeven Amps Demand waarde is de ingestelde<br />

uitgangsstroom, niet de werkelijke stroom.<br />

Zodra Start wordt toegepast zal de Procesmonitor de uitgangsspanning, de gasdrukken, de startstatus,<br />

de OK-to-Move en gas ingeschakeld signalen tonen. Hier kunt u kiezen tussen plasmamarkering met<br />

de geselecteerde slijtmiddelen en snijden.<br />

Art # A -09160


4.06 TSC-3000 Een onlangs gebruikt proces selecteren<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Het Home-scherm toont enkele van de meest recent gebruikte processen waarbij het laatst<br />

gebruikte proces is gemarkeerd. Selecteer het gemarkeerde proces door op de groene pijl te<br />

drukken of gebruik de pijl-omhoog/pijl-omlaag om een andere recent gebruikt proces te<br />

selecteren; druk vervolgens op de groene pijl.<br />

HOME<br />

Indien u de instellingen en slijtdelen reeds<br />

kent kunt u rechtstreeks naar Procesmonitor<br />

gaan met de SNIJ-MONITOR knop. (1a).<br />

THC/CNC-instellingen<br />

Controleer of u de<br />

juiste toortsslijtdelen<br />

heeft. (1)<br />

1a<br />

3<br />

1<br />

Gebruik TOON SNIJDEN & TOON<br />

MARKEREN om de weergave<br />

af te wisselen tussen snijden en<br />

markering instellingen.<br />

Verder naar snijmonitor (3).<br />

SLIJTDELEN TOORTS<br />

Ga naar THC/CNC-instellingen<br />

voor de aanbevolen<br />

toortshoogtecontrole en<br />

CNC-instellingen; (2)<br />

Art # A-09161<br />

Handleiding 0-5133NL 4-5 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER<br />

2<br />

SNIJMONITOR<br />

U bent nu klaar om het snijden te starten. De weergegeven Amps Demand waarde is de<br />

ingestelde uitgangsstroom, niet de werkelijke stroom.<br />

Zodra Start wordt toegepast zal de Procesmonitor de uitgangsspanning, de gasdrukken,<br />

e startstatus, de OK-to-Move en gas ingeschakeld signalen tonen. Hier kunt u kiezen tussen<br />

plasmamarkering met de geselecteerde slijtmiddelen en snijden.


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

4.07 TSC-3000 Een aangepast proces creëren<br />

We hebben ons zwaar ingespannen om de beste parameters voor ieder en snij- en markeringsproces te bepalen.<br />

Om verschillende redenen, zoals variaties in de materiaalsamenstelling, de prestaties van de snijtafel, de<br />

voorkeuren van de gebruiker enz., kunt u één of meer processen willen veranderen. Of wellicht wenst u dezelfde<br />

snijstroom en gasdrukwaarden te behouden maar andere THC/CNC-parameters, zoals snijsnelheid, boogspanning,<br />

doorboorhoogte enz. op te slaan. Dat zal eveneens als een “aangepast proces” worden behandeld.<br />

De creatie van een Aangepast proces start met een bestaand standaardproces. Daarvandaan kunt u de snijstroom<br />

en gasdrukwaarden aanpassen. De juiste waarden moeten door u worden bepaald en ingevoerd. Er zijn geen<br />

beperkingen op deze waarden; te grote veranderingen zal defecten kunnen veroorzaken.<br />

U kunt ook de waarden veranderen die zijn weergegeven op het THC/CNC-instellingen scherm. De THC/<br />

CNC-instellingen op de TSC-3000 dienen hier uitsluitend ter informatie. Zij zijn niet verbonden met de THC of<br />

CNC zodat u niet automatisch de instellingen in die inrichtingen zult veranderen. Maar, wanneer u de correcte<br />

waarden voor uw aangepaste (custom) proces bepaalt zult u die hier wellicht willen registreren.<br />

Het aangepast proces zal dezelfde naam als het basis standaardproces hebben maar zal automatisch een nieuw<br />

nummer ontvangen en de volledige naam met nummer zullen overal in het rood verschijnen.<br />

U kunt het gastype niet veranderen. Indien u een ander type gas wilt zult u een standaardproces moeten vinden<br />

dat het gewenste type gas gebruikt en zult u dat proces moeten veranderen.<br />

De eerste stap bestaat uit het selecteren van een standaardproces. U zult gewoonlijk een proces zoeken voor<br />

hetzelfde type metaal met dezelfde dikte die u wilt gaan snijden. Vanaf het Home-scherm kunt u een recent<br />

proces selecteren (sectie 4.06, een recentelijk gebruikt proces selecteren) of een nieuw proces (sectie 4.05, een<br />

nieuw proces selecteren).<br />

GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-6 Handleiding 0-5133NL


HOME<br />

SELECTIE MATERIAAL/DIKTE<br />

SELECTIE SNIJPROCES<br />

Aanpassing van een recent snijproces.<br />

Markeer het proces dat het dichtst in de<br />

buurt komt van dat welke u wenst te<br />

gebruiken en druk dan op de<br />

AANPASSING SNIJPROCESSEN knop.<br />

of<br />

Selecteer NIEUW SNIJPROCES<br />

en dan MATERIAAL & DIKTE.<br />

Selecteer de waarde die<br />

u wilt wijzigen met de<br />

pijlen omhoog/omlaag.<br />

Wijzig de waarde met<br />

+/- knoppen.<br />

Toon de lijst van<br />

te gebruiken slijtdelen.<br />

U moet de eventuele andere instellingen van<br />

de snelheid, boogspanning enz. hier invoeren.<br />

De wijzigingen van de THC/CNC-instelling<br />

dient uitsluitend ter referentie en zal niet de<br />

werkelijke THC- of CNC-instelling veranderen.<br />

Dat moet op de THC of CNC worden gedaan.<br />

SNIJMONITOR<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

SETUP VAN EEN AANGEPAST PROCES<br />

LIJST VAN TOORTSSLIJTDELEN<br />

AANGEPASTE THC/CNC-INSTELLINGEN<br />

Art # A -09162<br />

Wanneer u de Snijmonitor opent wordt het nieuwe aangepaste proces met de naam/numm<br />

er in het rood geladen. Na het afblazen van de lucht van het nieuwe proces bent u gereed<br />

om te snijden. Uw aangepaste proces zal in het rood in de onlangs uitgevoerde<br />

snijprocessen verschijnen.<br />

Handleiding 0-5133NL 4-7 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

4.08 Back-up en herstel van aangepaste processen.<br />

De gebruikers kunnen hun eigen aangepaste snijprocessen creëren. Deze kunnen verloren raken door het ongewenste<br />

wissen van de TDC 3000 of ze kunnen worden overgeschreven tijdens het updaten van programma’s.<br />

U kunt ze ook kwijtraken bij een vervanging van de DSC 3000. We bevelen een back-up aan van uw aangepaste<br />

processen bij iedere creatie van een nieuw proces. Voor de back-up zult u over een USB flashdrive moeten beschikken.<br />

Back-up van een aangepast proces:<br />

1. Bij de remoot gemonteerde DSC 3000 moet u de flashdrive in de USB poort aan de achterzijde steken. Bij<br />

gebruik van de in het frontpaneel van de plasmatoevoer gemonteerde TSC 3000 vindt u de USB poort aan<br />

de voorzijde onder de afdekking van doorzichtig plastic.<br />

2. Ga naar het Home-scherm. Selecteer SETUP. Voer het wachtwoord van 5 tekens in (00000 - tenzij u het heeft<br />

veranderd).<br />

3. Druk op “BackUp Custom>USB” knop<br />

4. Zeer snel, afhankelijk van het aantal aangepaste processen, zult u aan de onderzijde van het scherm het bericht<br />

“Copy to D:\TD\CustomFiles\Complete” kunnen lezen, waarna u de flashdrive kunt verwijderen.<br />

Art # A-09234<br />

Herstel van aangepaste processen:<br />

Tijdens de back-up van de bestanden (zie bovenstaand proces) zijn een map en submappen “TD” genaamd op<br />

uw flashdrive gecreëerd.<br />

U moet deze map met de submappen naar een veilige plek kopiëren. Meer dan één kopie wordt aanbevolen.<br />

Indien de noodzaak zich voor mocht doen om deze back-up te herstellen, dan moet u de volledige TD map in<br />

de root map (geen andere map) op een USB flashdrive zetten en die laatste in de USB poort op de TDC 3000<br />

steken<br />

1. Bij de remoot gemonteerde DSC 3000 moet u de flashdrive in de USB poort aan de achterzijde steken. Bij<br />

gebruik van de in het frontpaneel van de plasmatoevoer gemonteerde TSC 3000 vindt u de USB poort aan<br />

de voorzijde onder de afdekking van doorzichtig plastic.<br />

2. Ga naar het Home-scherm. Selecteer SETUP. Voer het wachtwoord van 5 tekens in (00000 - tenzij u het heeft<br />

veranderd).<br />

3. Druk op de “Herstel aangepast


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

4. Kort daarna, bijna onmiddellijk, wanneer er slechts een paar bestanden zijn, zult u onderop het scherm<br />

“Status: Kopieer naar .\Files\Custom/ Complete” waarna u de USB flashdrive kunt verwijderen.<br />

Aangepaste proces bestanden hernoemen<br />

U kunt de bestanden niet hernoemen zolang ze op de TSC 3000 staan, maar na een back-up op de flashdrive<br />

kunt u met een computer het bestand op de flashdrive hernoemen en een herstel uitvoeren om het hernoemde<br />

bestand weer terug te zetten op de TSC 3000.<br />

1. Gebruik Windows Explorer om de TD map in de root-map van de flashdrive te vinden. Daarna kunt u de<br />

map CustomFiles vinden en openen. Hier vindt u alle opgeslagen aangepaste processen.<br />

Art # A-09236<br />

2. Gebruik Windows hernoemen om de naam van het bestand te wijzigen in elke naam die u wenst. Verander<br />

de bestandsextensie (.cus) niet, net zo min als het nummer tussen haakjes! Wij raden aan om de naam niet<br />

te lang te maken vanwege het beperkte aantal karakters op één regel zichtbaar op het TSC 3000 scherm. Hier<br />

heb ik het bestand bovenin hernoemd.<br />

Art # A-09237<br />

3. U kunt nu de flashdrive met het hernoemde bestand weer in de TSC 3000 terugsteken en het bestandsherstel<br />

uitvoeren.<br />

4. Ga terug naar het Home-scherm U vindt nu de nieuwe bestandsnaam (John Doe’s) en de oude naam met<br />

hetzelfde nummer [20392]. Zij zijn hetzelfde proces en zullen beide functioneren. U kunt het bestand met de<br />

oude naam wissen indien u ze niet allebei wenst te zien.<br />

Handleiding 0-5133NL 4-9 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

4.09 Gebruiksstappen<br />

Ultracut met DFC 3000 met gebruik van de TSC 3000<br />

Het doel van deze sectie is het verklaren van de noodzakelijke stappen die een bediener moet volgen bij gebruik<br />

van de DFC 3000 met het TSC 3000 touchscreen bedieningspaneel voor een specifiek snijproces. U vindt her ook<br />

de te volgen stappen voor het vervangen van de slijtdelen van de toorts.<br />

OPMERKING<br />

Ook voor units zonder de TSC 3000 met de bediening ingebed in de snijtafelbesturing zullen de meeste stappen<br />

van toepassing blijven uitgezonderd die delen welke specifiek betrekking hebben op de TSC 3000. Voor die<br />

secties verwijzen we naar de documentatie van de snijtafelbesturing.<br />

Het wordt verondersteld dat de systeem-setup; taal en eenheden, leidinglengtes, enz. allemaal al door de installateur<br />

zijn uitgevoerd en dat het systeem bevestigd en klaar voor gebruik is.<br />

1. Voordat u de voeding inschakelt:<br />

a) moet u controleren of de vereiste gassen aangesloten zijn op de ingangen van de DMC 3000 en of de<br />

gassen zijn ingeschakeld en afgesteld op de vereiste inlaatdruk.<br />

b) moet u zich ervan verzekeren dat op de toorts een toortspatroon met slijtdelen is geïnstalleerd.<br />

Indien u niet weet welke slijtdelen u moet gebruiken het snijproces moet selecteren om de lijst van slijtdelen<br />

op de TSC 3000 te kunnen lezen, kunt u opstarten met Plasma Disabled (uitgeschakeld). In dit geval zullen<br />

de gebruikstappen verspringen naar stap 3.<br />

c) Zet de Plasma Enable SW op de TSC 3000 op ingeschakeld.<br />

2. Schakel op de hoofdschakelaar de driefasenstroom in (Plasma inschakelen op TSC 3000 op ON (aan). Schakel<br />

de stroomvoorziening ON/Off schakelaar op het frontpaneel op ON (aan).<br />

a) De wisselstroomindicator op het frontpaneel zal gaan branden en de ventilatoren van omvormers<br />

sullen na een initiële autocheck van 4-5 seconden starten.<br />

b) na nogmaals 5 seconden zal de DC (gelijkstroom) indicator tweemaal opflitsen om aan te geven dat<br />

dit een Ultracut is.<br />

c) Onmiddellijk hierna zullen de Temp-, Gas-, DC- (gelijkstroom) & Status-indicatoren de CCM-firmwareversie<br />

flitsen. Voorbeeld, voor versie 4.1 zullen ze 4 keer flitsen, gevolgd door een pauze en<br />

daarna nog één flits.<br />

d) Tegelijkertijd zullen de DMC & DPC, zowel de Groene als Rode LEDs eveneens hun firmwareversie<br />

op dezelfde wijze flitsen.<br />

e) Na de firmwareversie aanduiding en terwijl de CCM de communicatie met de gasbesturing tot stand<br />

brengt (stap e.), zullen de koelpompen en -ventilatoren starten om het systeem te “voeden”. De “Gasindicator”<br />

op het frontpaneel knippert tot de juiste koelvloeistofstroming is gemeten. Gewoonlijk vergt<br />

dit slechts een paar seconden maar bij problemen kan dit tot 4 minuten duren. Bij problemen met het<br />

voeden van het koelsysteem zal de Statusindicator de code 4-4 flitsen en zal de pomp stoppen tot u<br />

het probleem heeft verholpen en de voeding weer heeft ingeschakeld.<br />

OPMERKING<br />

Indien in stap e de communicatie niet tot stand is gebracht zal de gasindicator nu niet flitsen en zal ook de pomp<br />

na 15 sec. afslaan en code 4-2 tonen.<br />

f) Zodra de communicatie met de DFC componenten tot stand is gebracht zullen de groene vermogensindicatoren<br />

op zowel de DMC & DPC branden en zal de rode indicator uit zijn.<br />

g) Verder naar stap 4.<br />

3. Schakel op de hoofdschakelaar de driefasenstroom in (Plasma Enable op TSC 3000 uit (off)).<br />

GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-10 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

a) De wisselstroomindicator op het frontpaneel gaat niet branden en de pompen en ventilatoren starten<br />

niet.<br />

b) Ongeveer 10 seconden na de inschakeling van de elektrische voeding zal de gelijkstroomindicator op<br />

het frontpaneel tweemaal flitsen om aan te geven dat dit een Ultracut is.<br />

c) Onmiddellijk hierna zullen de Temp-, Gas-, DC- (gelijkstroom) & Status-indicatoren de CCM-firmwareversie<br />

flitsen. Voorbeeld, voor versie 4.1 zullen ze 4 keer flitsen, gevolgd door een pauze en<br />

daarna nog één flits.<br />

d) Tegelijkertijd zullen de DMC & DPC, zowel de Groene als Rode LEDs eveneens hun firmwareversie<br />

flitsen.<br />

e) Na het knipperen van de CCM-firmwareversie op het frontpaneel zal de CCM de communicatie met<br />

de DMC & DPC tot stand brengen. Zodra de communicatie een feit is zullen de groene LEDs ononderbroken<br />

branden en moeten de rode LEDs uit zijn.<br />

4. Bij de inschakeling van de spanning en terwijl alle elementen van de stappen 2 (of 3) plaatsvinden startte de<br />

TSC 3000 Windows XP hetgeen ongeveer 2 ¼ minuut vergt. Na nog eens 15 sec. Zal de toepassing starten<br />

en verschijnt het Home-scherm.<br />

5. Nu moet u het snij- (en plasma markerings-) proces selecteren. Zie ook de secties 4.05, 4.06 en 4.07 voor stapvoor-stap<br />

instructies voor de selectie van een Nieuw, Onlangs gebruikt of te Creëren aangepast proces.<br />

6. Tijdens de processelectie zult u het “slijtdelen toorts” scherm bereiken. Indien u op dit punt de correcte<br />

slijtdelen niet heeft geïnstalleerd en “Plasma” niet reeds uitgeschakeld is, moet u de Plasma Enable SW<br />

uitschakelen (disable). Installeer de slijtdelen, zet de Plasma Enable SW op “Enable” (inschakelen).<br />

a) De koelpomp en ventilator starten om het toortskoelsysteem te voeden. De “Gas”-indicator” op het<br />

frontpaneel knippert tot de juiste koelvloeistofstroming is gemeten. Dit duurt gewoonlijk een paar<br />

seconden. Zie stap 2.d. voor gedetailleerde informatie.<br />

7. Op het scherm volgend op de Slijtdelen toorts vinden we een tabel met aanbevolen CNC- en THC- (Toorts<br />

Hoogtecontrole) instellingen. Met de “Show Marking / Show Cutting” Toon markering / Toon snijden) knop<br />

kunt u de snij- en markeringsinstellingen afwisselen. Voer de aanbevolen waardes in voor de besturing van<br />

de snijtafel en van de hoogtecontrole.<br />

a) Indien u de voorkeur geeft aan andere instellingen voor het snijden, kunt u een “aangepast” proces<br />

creëren waar u de CNC/THC-instellingen kunt wijzigen indien u dit wenst. Momenteel is het wijzigen<br />

van de CNC/THC-instellingen voor het markeren niet toegestaan. Een aangepast proces zal de<br />

snijstroom of gasdrukwaarden niet hoeven te veranderen tenzij u dit wenst. U kunt de aanpassingen<br />

ook gebruiken om de aanbevolen CNC/THC-instellingen te wijzigen.<br />

8. Zet de processelectie voort tot u het snijmonitor-scherm bereikt.<br />

a) Ontluchting van de gassen voor het starten van het geselecteerde proces. Afhankelijk van uw leidinglengte<br />

en het type slijtdeel kan dit even duren.<br />

Voor verschillende leidinglengtes zijn verschillende spoeltijden ingesteld om tijd over te laten om de leidingen<br />

volledig onder druk te zetten en alle koelvloeistof die tijdens het vervangen in de slijtdelen terechtkomt te<br />

verwijderen. Verzeker u ervan dat tijdens de setup de juiste leidinglengte werd geselecteerd, de fabrieksinstelling<br />

is ingesteld op de maximale leidinglengte en kan langer zijn dan noodzakelijk.<br />

9. Wanneer de spoeling is voltooid bent u klaar om het snijden te starten.<br />

a) Indien u wenst te markeren moet u de “Go to Marking” Ga naar markeren) knop indrukken. Op het<br />

scherm ziet u de aanbevolen CNC/THC-instelling. De groene pijl brengt u terug naar de snijmonitorsetup<br />

voor markering.<br />

b) Om terug te keren naar de snijmonitor moet u de “Got to Cutting” (Ga naar snijden) knop indrukken.<br />

Net als bij markering brengt deze knop u naar het CNC/THC-scherm, maar nu worden de<br />

snij-instellingen getoond.<br />

Handleiding 0-5133NL 4-11 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

10. Vervanging slijtdelen toorts:<br />

Following a consumables change or inspection the system will initiate a purge of the gas. This serves two<br />

purposes:<br />

a) om de koelvloeistof die in de slijtdelen komt tijdens het verwijderen ervan, te verwijderen.<br />

b) indien het type gas is gewijzigd zal “Purge” (spoelen) het oude gas uit de lijnen verwijderd en met het<br />

nieuwe gas verplaatsen. Wanneer het type gas is veranderd van een brandstofgas als H35 naar een<br />

oxyderend gas als zuurstof of lucht, zal de spoeling een buffer van neutraal gas, stikstof, invoeren,<br />

zodat de H35 en zuurstof niet mengen.<br />

U kunt de slijtdelen vervangen door de stroom uit te schakelen of de “Plasma Disable” (uitschakelen) software<br />

te gebruiken.<br />

Wanneer u de stroomtoevoer uitschakelt zal het systeem zich niet herinneren welke gassen de laatste keer<br />

werden gebruikt en zal het een complete spoeling uitvoeren, inclusief een stikstof buffer, zelfs wanneer u<br />

de gastypes niet wijzigt.<br />

Met “Plasma Disable” (uitschakelen) zal het systeem onthouden wat de laatste keer werd gebruikt en zal<br />

het slechts de noodzakelijke hoeveelheid spoeling uitvoeren en waarschijnlijk tijd besparen.<br />

11. Gebruik “Plasma Disable” (uitschakelen).<br />

a) U kunt “Plasma Disable” (uitschakelen) gebruiken wanneer u de toortspatroon verwijdert om slijtdelen<br />

te vervangen of inspecteren. Plasma Disable (uitschakelen) stopt de koelpomp, schakelt alle<br />

gas solenoïden uit, verwijdert de stroom van de omvormer (stroomvoorziening) en pilootcircuits, en<br />

schakelt het ontstekingscircuit (HF) van de boogontsteking uit. Het zal geen stroom van de TSC 3000<br />

of de logische en communicatiecircuits van het systeem verwijderen zodat u geen lang opstartproces<br />

hoeft uit te voeren na het vervangen van de slijtdelen.<br />

b) Bij het omschakelen naar een proces met een ander type gas wenst u het wellicht te selecteren voordat<br />

u de plasma inschakelt omdat het anders eerst het oude proces zal spoelen en vervolgens, wanneer<br />

u het nieuwe gas wel selecteert het systeem wederom zal spoelen.<br />

c) indien u het gastype niet verandert is het wellicht handiger om de Enable (inschakelen) optie eerst te<br />

activeren om het spoelen te starten terwijl u het proces opent.<br />

12. De stroomtoevoer uitschakelen.<br />

a) Indien u ervoor kiest om de stroomtoevoer uit te schakelen om slijtdelen te vervangen of inspecteren,<br />

of om enige andere reden, zal het systeem zich niet herinneren wat u de laatste keer deed en zal dus<br />

de volledige startsequentie vanaf het begin, vanaf stap 1, weer uitvoeren.<br />

4.10 Selectie van het gas<br />

A. Plasmagassen<br />

1. Luchtplasma<br />

• Meestal gebruikt op ferro- of op koolstof gebaseerde materialen voor een goede kwaliteit en hogere<br />

snijsnelheden.<br />

• Luchtplasma wordt gewoonlijk gebruikt met een luchtscherm.<br />

• Voor gebruik van lucht als plasmagas wordt alleen schone, droge lucht aanbevolen. Alle olie of vochtigheid<br />

in de luchttoevoer zal de levensduur van de toortsdelen aanzienlijk reduceren.<br />

• Luchtplasma biedt acceptabele resultaten op non-ferro-materialen en beperktere lasbaarheid op ferromaterialen.<br />

GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-12 Handleiding 0-5133NL


2. Argon/waterstof (H35) plasma<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

• Aanbevolen voor gebruik op 3/4 inch (19 mm) en dikker roestvrij staal. Aanbevolen voor 1/2 inch (12<br />

mm) en dikkere, non-ferro materialen. Ar/H2 wordt gewoonlijk niet gebruikt voor dunnere non-ferro<br />

materialen omdat goedkopere gassen een vergelijkbare snijkwaliteit garanderen.<br />

• Slechte snijkwaliteit op ferro-materialen.<br />

• Levert hogere snijsnelheden en betere snijkwaliteit op dikkere materialen ter compensatie van de hogere<br />

kosten.<br />

• Een mengsel van 65% argon / 35% waterstof moet worden gebruikt.<br />

3. Zuurstof (O2) plasma<br />

• Zuurstof wordt aanbevolen voor het snijden van ferro-materialen.<br />

• Het biedt hogere snijsnelheden.<br />

• Het levert zeer gladde afwerkingen en minimaliseert de opeenhoping van nitride op het gesneden oppervlak<br />

(indien niet verwijderd kan de opeenhoping van nitride problemen creëren bij het leveren van<br />

kwaliteitslassen).<br />

4. Stikstof (N2) plasma<br />

• Verzorgt betere snijresultaten op non-ferro materialen als roestvrij staal en aluminium.<br />

• Het kan worden gebruikt in plaats van luchtplasma met een luchtscherm of kooldioxyde (CO2).<br />

• Verzekert een veel langere levensduur van de onderdelen dan met lucht.<br />

• Goede schone stikstof van laskwaliteit moet worden gebruikt.<br />

B. Schermgassen<br />

1. Persluchtscherm<br />

• Bij gebruik van luchtplasma wordt gewoonlijk een luchtscherm gebruikt.<br />

• Dit verbetert de snijkwaliteit op sommige ferro materialen.<br />

• Goedkoop – vermindert de bedrijfskosten.<br />

2. Stikstof (N2) scherm<br />

• Een stikstofscherm wordt meestal gebruikt met Ar/H2 (H35) plasma.<br />

• Het levert gladde afwerkingen op non-ferro materialen.<br />

• Bij gebruik met Ar/H2 plasma zal het de rookproductie kunnen verminderen.<br />

3. Waterscherm<br />

• Een waterscherm mag alleen bij gemechaniseerde toepassingen worden gebruikt – nooit met<br />

handsnijden!<br />

• Het wordt gewoonlijk met stikstof gebruikt.<br />

• Het levert zeer gladde snijoppervlakken.<br />

• Het verminder de rookproductie en hitteoverdracht op het werkstuk.<br />

• Het is efficiënt tot een maximale materiaaldikte van 3/4 inch (19,1 mm).<br />

• Kraanwater garandeert uiterst lage gebruikskosten.<br />

Handleiding 0-5133NL 4-13 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

4.11 Statuscodes van de stroomvoorziening<br />

Tijdens het opstarten en het gebruik zullen de circuits van de stroomvoorziening verschillende tests uitvoeren.<br />

Wanneer de circuits een status registreren die de aandacht van de bediener vereist, zal de statusindicator<br />

op het bedieningspaneel een 2-delige code flitsen om een codegroep en vervolgens een bepaalde omstandigheid<br />

binnen die groep te signaleren. De flitscode wordt na 4 seconden herhaald.<br />

Voorbeeld: De indicator flitst 4 maal; de status is in groep 4. Na 1,2 seconden zal de indicator 3 maal opflitsen;<br />

de statuscode is 4-3, wat aangeeft dat de koelvloeistof aan het oververhitten is. 4 seconden later zal<br />

de indicator de opeenvolging herhalen tot de omstandigheid zal zijn gecorrigeerd.<br />

Sommige omstandigheden zullen voor onbepaalde tijd actief kunnen blijven, terwijl andere omstandigheden<br />

slechts tijdelijk zijn. De stroomvoorziening vergrendelt tijdelijke omstandigheden; sommige tijdelijk omstandigheden<br />

kunnen het systeem doen uitschakelen. De indicator kan meerdere omstandigheden in een opeenvolging<br />

tonen; het is belangrijk dat u alle mogelijke weergegeven omstandigheden herkent.<br />

Opmerking<br />

Deze codes zijn van toepassing op systemen met Firmwareversies 2.4 of later. Wanneer de firmware van uw<br />

systeem een eerdere versie is, moet u uw distributeur contacteren voor updates.<br />

Code Bericht<br />

CCM-statuscode<br />

Oplossing / commentaar<br />

Plasma Enable (inschakelen) Off; externe E-Stop ingeschakeld of CCM<br />

1-1<br />

Systeem niet ingeschakeld of<br />

ingangsfase wisselstroom<br />

ontbreekt<br />

TB1-1&2 jumper ontbreekt; wisselstroomfase ontbreekt; geen spanning<br />

naar GCM <strong>200</strong>0 of 2010 gasbesturing, controleer of besturingskabel<br />

GCM is aangesloten, reset CP4 of CP5 stroomonderbreker in<br />

stroomvoorziening, zekering F19 doorgebrand in GCM.<br />

1-2 Storing pilootontsteking<br />

Piloot werd niet binnen 15 seconden ontstoken. Voorstroomdruk te hoog;<br />

defect boogontsteking<br />

1-3 Piloot verloren<br />

Piloot ging uit zonder uitschakelsignaal; voorstroomdruk te hoog;<br />

snijstroom te laag gezet voor slijtdelen.<br />

1-4 Overdracht verloren<br />

Boogoverdracht (>50 ms) daarna boog verloren terwijl START nog op ON<br />

staat. Doorslagspanning te hoog; stroom te laag ingesteld.<br />

1-5 Buiten de plaat Functie niet op correcte wijze ingeschakeld<br />

Overdracht van piloot- naar snijboog moet plaatsvinden binnen 85 ms<br />

1-6<br />

Piloot timed-out zonder<br />

overdracht<br />

(SW8-1 OFF) of 3 sec (SW8-1 ON). Doorslagspanning te hoog of holte in<br />

werkstuk onder de toorts; snijstroom te laag voor snijdelen;<br />

voorstroomdruk te laag.<br />

1-7 Mondstukbescherming Functie niet op correcte wijze ingeschakeld.<br />

1-8 Mogelijk kortgesloten toorts<br />

Mondstukspanning te dicht bij elektrodespanning gemeten.<br />

Plasmastroom/-druk te laag; plasmalek; snijstroom te hoog; kortgesloten<br />

toortsconstructie; slijtdelen versleten.<br />

1-9 Deelproces niet geconfigureerd Uitsluitend DFC 3000 – selecteer proces en verzenden naar DFC .<br />

1-10 Apparaat geblokkeerd Proces wordt geladen, wacht tot het klaar is.<br />

GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-14 Handleiding 0-5133NL


Code Bericht Oplossing / commentaar<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

2-1 Fase ontbreekt Zekering doorgebrand. Aansluiting op voedingskabel verbroken of losgeraakt.<br />

Omvormer(s) niet op correcte wijze geconfigureerd voor ingangsspanning; slechte<br />

2-2 Verkeerde ingangsspanning<br />

kwaliteit stroomvoorziening (onderspanning, onderbrekingen); onvoldoende<br />

capaciteit/bedrading ingangsvermogen leidt tot spanningsvallen; onderbroken of<br />

loszittende voedingskabelaansluitngen.<br />

2-3<br />

Oververhitting omvormer of<br />

pilootregulateur<br />

Ventilator functioneert niet; omgevingstemperatuur hoger dan 40°C (104°F);<br />

Luchtstroom geblokkeerd.<br />

2-4 Stroomvoorziening niet gereed Omvormer defect<br />

2-5<br />

Gelijkstroom uitgangsspanning<br />

laag<br />

Uitgangsstroom lager dan 60 V gelijkstroom; omvormer defect, kortgesloten<br />

uitgang; kortgesloten pilootregulateur (chopper); leesdraad (J6) CCM-spanning<br />

2-6 Primaire overstroom storing<br />

Overstroom gemeten in primair circuit van de omvormer, verwijder<br />

stroomvoorziening voor reset; defecte omvormer; stootspanning;<br />

2-7 Onverwachte stroom<br />

Stroom >20 A in gebruiks- of pilootleidingen vóór pilootontsteking; mogelijk<br />

kortgesloten toorts; defecte stroomsensor.<br />

2-8<br />

Onverwachte stroom in<br />

pilootcircuit<br />

Stroom > 5 A in pilootcircuit; foute of verkeerde slijtdelen; pilootleiding<br />

kortgesloten met negatief in toortsbuis; mogelijk kortgesloten toorts<br />

2-9<br />

Onverwachte stroom in<br />

werkleiding<br />

Stroom > 5A in werkleiding; kortsluiting naar chassis in RAS; negatieve leiding<br />

kortgesloten naar aarde.<br />

2-10 Uitgangsspanning te laag Snijstroom gemeten als hoger dan ?? % onder instelling.<br />

Indien GCM 1000: Besturingskabel niet aangesloten of Basic ID signaal open.<br />

Communicatiefout gasbesturing, GCM 2010 & <strong>200</strong>0: Vuil op glasvezeleinden of in connectoren, doorblazen met<br />

3-1 kan geen communicatie met schone droge lucht; glasvezel niet in connector geblokkeerd; knikken in glasvezel;<br />

gasbesturing tot stand brengen. defecten aan glasvezel; gasbesturingsprintplaat defect, vervangen. CCM defect,<br />

vervangen.<br />

3-2<br />

Antwoordfout<br />

gasbesturingscommunicatie,<br />

verbinding tot stand gebracht<br />

maar CCM ontving een antwoord<br />

op een procesverzoek.<br />

3-3 Gasdruk laag<br />

Gasbesturing beantwoordde niet binnen de toegestane tijd op CCM-signaal. Vuil<br />

op glasvezeleinden of in connectoren, doorblazen met schone droge lucht;<br />

glasvezel niet in connector geblokkeerd; knikken in glasvezel; defecten aan<br />

glasvezel. Mocht het probleem zich blijven voordoen dan is de<br />

gasbesturingsprintplaat waarschijnlijk defect en moet u de kaart vervangen.<br />

Bij GCM 1000, Plasma < 15 psi; druksoftware defect of losgekoppeld.<br />

Bij GCM2010_AG, GCM<strong>200</strong>0_AC of later - hetzij gasbesturing geüpdatet met<br />

19X2219_AG hetzij latere printplaat: Toevoer plasma of schermgas buiten bereik<br />

105-135 psi.<br />

Bij GCM2010_AG, GCM<strong>200</strong>0_AC of later - hetzij gasbesturing geüpdatet met<br />

19X2219_AG hetzij latere printplaat: toevoer plasma of schermgas buiten bereik<br />

105-135 psi; druksensor losgekoppeld of defect.<br />

3-4 Gasbesturing niet gereed Doorspoelen; niet in RUN modus; gasbesturing defect, vervang de printplaat.<br />

3-5<br />

Protocolfout<br />

gasbesturingsmodule<br />

Fout van de toepassing of firmware niet compatibel<br />

3-6<br />

Ongeldig stroombesturingsniveau<br />

van GCM<br />

CCM-statuscode<br />

De door de GCM verzonden uitgangsstroomniveaus lagen buiten het bereik<br />

van de stroomvoorziening, controleer de compatibiliteit van de firmware<br />

3-7<br />

De gasbesturing antwoordt met<br />

verkeerde opdrachtvolgordes<br />

Verkeerde CCM- en<br />

Controleer de compatibilieit van de firmware<br />

3-8 gasbesturingstype (Autocut-<br />

Ultracut)<br />

Installeer de correcte CCM- of gasbesturing voor het systeem<br />

3-9<br />

Fout antwoord<br />

gasbesturingscommunicatie<br />

Antwoord niet compatibel met verzoek; controleer compatibiliteit firmware<br />

3-10 DPC defect Controleer de DPC status-indicator op het specifieke probleem<br />

3-11 DPC ventielbesturing defect Controleer de DPC status-indicator op het specifieke probleem<br />

3-12 DMC defect Controleer de DMC status-indicator op het specifieke probleem<br />

Handleiding 0-5133NL 4-15 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Code Bericht<br />

CCM-statuscode<br />

Oplossing / commentaar<br />

4-1 Laag niveau koelvloeistof fout Controleer niveau koelvloeistof, vul bij naar behoeven.<br />

4-2<br />

Lage doorstroming koelvloeistof na<br />

inschakeling spoeling.<br />

Zonder snijden: < 0.7 gal/min, 15 sec lang;<br />

met snijden: doorstroming tussen 0.35 en<br />

0.7 gal/min, 3 sec. lang of onmiddellijk<br />

indien < 0.35 gal/min;<br />

Lek bij aanzuiging brengt lucht in de koelvloeistof, verdachte afdichting filter<br />

achterpaneel; filter verstopt; pomp defect .<br />

4-3 Koelvloeistof oververhit (>70°C, 158°F)<br />

Koelventilator defect; vinnen koelradiator dichtgestopt met vuil;<br />

omgevingstemperatuur > 40°C<br />

Koelsysteem niet gereed Tijdens de Bij een nieuwe installatie moet u de startcyclus van de pomp herhalen, een<br />

4-4<br />

inschakeling bij spoelen/voeden, bereikte<br />

de doorstroming niet de 0.35 gal/min<br />

paar keer kan nodig zijn om de slangen te vullen; beschadigde<br />

toortskoelslang; lek bij aanzuiging brengt lucht in de koelvloeistof, verdachte<br />

gedurende tenminste 5 seconden afdichting filter achterpaneel; filter verstopt; pomp defect .<br />

4-5 Laag koelvloeistofniveau - Waarschuwing<br />

5-1 CANBUS faalt bij herkenning defect.<br />

5-2<br />

5-3<br />

CANBUS uit vanwege teveel<br />

gegevensfouten;<br />

CANBUS gegevensfout waarschuwing.<br />

Fouten nemen toe, zal snel uitvallen.<br />

5-4 CCM-bericht niet verzonden<br />

Tijdens het snijden werd een te laag koelvloeistofniveau gemeten; het snijden<br />

wordt niet onderbroken. Voeg koelvloeistof toe, naar behoeven.<br />

Indien GCM 1000, Basic ID signaal ontbreekt; andere gasbesturingen,<br />

glasvezel losgekoppeld of gebroken, fout zendontvanger (waar glasvezel in<br />

wordt gestoken) , vervang printplaat of CCM-gasbesturing.<br />

Vuil op glasvezeleinden of in connectoren, doorblazen met schone droge<br />

lucht; glasvezel niet in connector geblokkeerd; knikken in glasvezel; defecten<br />

aan glasvezel.<br />

Vuil op glasvezeleinden of in connectoren, doorblazen met schone droge<br />

lucht; glasvezel niet in connector geblokkeerd; knikken in glasvezel; defecten<br />

aan glasvezel.<br />

Vuil op glasvezeleinden of in connectoren, doorblazen met schone droge<br />

lucht; glasvezel niet in connector geblokkeerd; knikken in glasvezel; defecten<br />

aan glasvezel; CANBUS hardware fout (CCM- of printplaat gasbesturing).<br />

6-1 Analoge CCM spanningsfout Vervang CCM<br />

6-2 CCM ADC of DAC fout Vervang CCM<br />

6-3<br />

Koelvloeistofstroming te hoog fout,<br />

stroming > 2.7 gal/min<br />

Koelvloeistofslang toorts kapot of ontbreekt; CCM fout, vervang CCM<br />

6-4 CCM-gegevensgeheugenfout Vervang CCM<br />

6-5 CCM-programmageheugenfout Vervang CCM<br />

6-6 +5 V Logische voeding laag Vervang CCM<br />

6-7 CCM-processor oververhitting Vervang CCM<br />

GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-16 Handleiding 0-5133NL


4.12 DMC-3000 statuscodes<br />

Statuscode-indicatoren:<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

1. Bij het inschakelen van de voeding zullen de ROOD & GROEN indicatoren het firmwarerevisienummer<br />

in een 2-cijferige code flitsen, zoals onderstaand verklaard. Na de revisiecode<br />

2. Groene indicator<br />

• Continu brandend = OK, communicatie tot stand gebracht.<br />

• Knipperend = geen communicatie met CCM tot stand gebracht<br />

3. Rode indicator<br />

• Uit (off) = Status OK<br />

• Snel knipperend = nieuw programma aan het downloaden<br />

• Knipperen 2-cijferige code = Status (zie onderstaande tabel)<br />

Statusindicatoren op de DMC & DPC modules flitsen een uit twee delen bestaande code. Zowel de groene als<br />

de rode indicatoren zullen de firmwareversie flitsen bij het inschakelen. Alleen de rode indicator flitst voor een<br />

fout.<br />

Het eerste deel van de code verwijst naar een codegroep, het tweede deel naar een bijzondere omstandigheid<br />

binnen die groep. DMC en DPM kunnen tegelijkertijd, en verschillende codes flitsen. Een fout in de stroomvoorziening,<br />

zoals in 1-3, in de DMC, kan de communicatie met de DPM verhinderen en de DPC zal één van de<br />

2 codes van de groep flitsen. U moet de codes binnen alle modules, CCM, DMC & DPC in beschouwing nemen<br />

voordat u kunt bepalen welke hardware een fout heeft.<br />

De cijfers van de 2-cijferige code worden door een pauze van 1,2 seconden gescheiden en een pauze van 4 seconden<br />

zal de opeenvolging scheiden van de herhaling ervan of het flitsen van een andere groep. Weergegeven<br />

codes kunnen momenteel actief zijn of een fout weergegeven dat het proces heeft afgebroken maar niet langer<br />

actief is. Indien de fout die het proces heeft gestopt niet langer actief is zal de eerste flits van het eerste cijfer<br />

extra lang duren.<br />

Voorbeeld: De indicator flitst 1 keer lang gevolgd door 3 kortere flitsen – de omstandigheid is in groep 4. Na<br />

een pauze van 1,2 seconden flitst de indicator 3 maal; de omstandigheidscode is 4-3 (de eerste lange flits wordt<br />

gerekend als onderdeel van het eerste cijfer), en geeft aan dat de DMC een DPC time-out fout heeft gemeten<br />

die momenteel niet actief is. 4 seconden later zal de indicator de opeenvolging herhalen tot de omstandigheid<br />

zal zijn gecorrigeerd.<br />

Handleiding 0-5133NL 4-17 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

DMC Statuscode sleutel:<br />

Code Bericht<br />

Groep 1 – DMC<br />

Oorzaak/oplossing<br />

1-1 Plasma uitgeschakeld Plasma inschakelen<br />

1-2 24 V gelijkstroom fout Controleer/vervang DMC-stroomvoorziening; vervang DMC-besturingsprintplaat<br />

1-3 5 V gelijkstroom fout Controleer/vervang DMC-stroomvoorziening; vervang DMC-besturingsprintplaat<br />

1-4<br />

Geen gasproces<br />

geselecteerd<br />

Selecteer en verzend proces van TSC 3000 of CNC;<br />

1-5 DMC is geblokkeerd Proces wordt geladen, wacht tot het klaar is.<br />

Groep 2 - CCM-Communicatiepoort *<br />

2-1 Herkenningsfout Controleer de glasvezelkabel en -aansluitingen; vervang DMC-besturingsprintplaat; vervang de CCM<br />

2-2 Bus off fout Controleer de glasvezelkabel en -aansluitingen; vervang DMC-besturingsprintplaat; vervang de CCM<br />

2-3<br />

Fysieke controle van de<br />

glasvezelkabel en -<br />

aansluitingen;<br />

Vervang DMC-besturingsprintplaat; vervang CCM<br />

Groep 3 - DPC Communicatiepoort *<br />

3-1 Herkenningsfout<br />

Controleer de glasvezelkabel en -aansluitingen; vervang DMC-besturingsprintplaat; vervang DPCbesturingsprintplaat<br />

3-2 Bus off fout<br />

Controleer de glasvezelkabel en -aansluitingen; vervang DMC-besturingsprintplaat; vervang DPCbesturingsprintplaat<br />

3-3 Fysiek<br />

Controleer de glasvezelkabel en -aansluitingen; vervang DMC-besturingsprintplaat; vervang DPCbesturingsprintplaat<br />

Groep 4 – Status-gasbesturing en protocolfouten<br />

CCM-communicatie-<br />

4-1 onderbreking (met ventielen Controleer de glasvezelkabel en -aansluitingen; vervang DMC-besturingsprintplaat; CCM<br />

ingeschakeld)<br />

4-2 CCM Time-out<br />

4-3 DPC Time-out<br />

4-4 DPC fout<br />

4-5 Configuratie mismatch<br />

4-6 Protocolfout<br />

Groep 5 – Kortgesloten solenoïden fouten<br />

5-1 Sol 1 – H35 Plasma Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-2 Sol 2 – Zuurstofplasma Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-3 Sol 3 – Luchtplasma Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-4 Sol 4 – Stikstofplasma Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-5 Sol 5 – Aux plasma Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-6 Sol 6 – Zuurstofscherm Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-7 Sol 7 – Luchtscherm Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-8 Sol 8 – Stikstofscherm Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-9 Sol 9 – H2O Scherm Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-10 Sol 10 – ZuurstofvoorstroomVervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-11 Sol 11 – Luchtvoorstroom Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-12 Sol 12 – Stikstofvoorstroom Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-13 Sol 13 – Argonmarkering Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-14 Sol 14 – Luchtmarkering Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

5-15 Sol 15 – Stikstofmarkering Vervang solenoïde; kortgesloten bedradingsbundel; defecte DMC-besturingsprintplaat<br />

* Op de DMC getoonde communicatiefouten kunnen worden veroorzaakt door het apparaat op het andere uiteinde van de communicatielijn. Voordat<br />

u aanneemt dat de fout bij de DMC berust moet u controleren of hetzij de CCM hetzij de DPC codes weergeven die erop zouden wijzen dat zij in de<br />

fout zijn.<br />

GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-18 Handleiding 0-5133NL


4.13 DPC-3000 statuscodes<br />

Code Bericht Oorzaak/oplossing<br />

Groep 1 – DPC<br />

DPC Statuscodesleutel<br />

1-1 Plasma uitgeschakeld Plasma inschakelen<br />

1-2 24 V gelijkstroom fout Controleer/vervang DPC-stroomvoorziening; vervang DPC-besturingsprintplaat<br />

1-3 +12 V gelijkstroom fout Controleer/vervang DPC-stroomvoorziening; vervang DPC-besturingsprintplaat<br />

1-4 -12 V gelijkstroom fout Controleer/vervang DPC-stroomvoorziening; vervang DPC-besturingsprintplaat<br />

1-5 5 V gelijkstroom fout Controleer/vervang DPC-stroomvoorziening; vervang DPC-besturingsprintplaat<br />

1-6 Analoge referentiefout Vervang DPC-besturingsprintplaat<br />

1-7 Ampère gelijkstroom fout Vervang DPC-besturingsprintplaat<br />

1-8 Gereserveerd<br />

1-9 Ventiel niet geconfigureerd Proces van TSC 3000 / CNC opnieuw verzenden<br />

1-10 DPC is geblokkeerd Proces wordt geladen, wacht tot het klaar is.<br />

Groep 2 - Communicatiebesturing<br />

2-1 Herkenningsfout Glasvezelkabel; DPC-besturingsprintplaat<br />

2-2 Time-out Programmafirmware-fout, raadpleeg de fabrikant<br />

2-3 Protocol Programmafirmware-fout, raadpleeg de fabrikant<br />

2-4 Bus off Glasvezelkabel; DPC-besturingsprintplaat<br />

2-5 Fysiek Glasvezelkabel; DPC-besturingsprintplaat<br />

Groep 3 – Inlaatdruk-fouten<br />

3-1 Plasmagas hoog (>145 PSI) Verminder druk van gastoevoer; defecte druksensor (PS4).<br />

3-2 Pilootgas hoog (>145 PSI) Verminder druk van gastoevoer; defecte druksensor (PS4).<br />

3-3 Schermgas hoog (>145 PSI) Verminder druk van gastoevoer; defecte druksensor (PS4).<br />

3-4<br />

H2O schermgas hoog (>145<br />

PSI)<br />

Verminder druk van gastoevoer; defecte druksensor (PS4).<br />

Groep 4 – Elektrische storingen van proportionele ventielen en solenoïden<br />

4-1 Plasma hoog (V5) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />

4-2 Plasma laag (V4) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />

4-3 Piloot (V3) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />

4-4 Schermgas (V1) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />

4-5<br />

H2O Schermgas (V2)<br />

kortgesloten<br />

Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />

4-6 Ventilator (SOL2) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />

4-7 Snijden (SOL3) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />

4-8 Markeren (SOL1) kortgesloten Controleer op kortgesloten bedradingsbundel; vervang ventiel<br />

4-9 Ventilator (SOL2) open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />

4-10 Snijden (SOL3) open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />

4-11 Markeren (SOL1) open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />

Groep 5 – Plasma – hoog proportioneel ventiel (V5)<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

5-1 Ventiel open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />

5-2<br />

Uitlaatdruk laag vanwege lage<br />

DPC inlaatdruk.<br />

Verhoog plasma-inlaatdruk; controleer of DMC-ventiel niet open is; vernauwing in<br />

gastoevoer/-slangen.<br />

5-3<br />

Uitlaatdruk laag,<br />

ventielbesturing op MAX.<br />

Lek in plasmaslang naar toorts; defect stuurventiel (V5); defecte druksensor (PS6);<br />

DPC-besturingsprintplaat<br />

5-4<br />

Lek in plasmaslang naar toorts; defect stuurventiel (V5); defecte druksensor (PS6);<br />

Uitlaatdruk laag - tracking fout<br />

DPC-besturingsprintplaat<br />

5-5<br />

Uitlaatdruk hoog,<br />

ventielbesturing op MIN.<br />

Vernauwing in plasmaslang, toorts; DPC-verdeelstuk; defect stuurventiel (V5); defecte<br />

druksensor (PS6); DPC-besturingsprintplaat<br />

5-6<br />

Uitlaatdruk hoog - tracking<br />

fout<br />

Vernauwing in plasmaslang, toorts; DPC-verdeelstuk, defect stuurventiel (V5); defecte<br />

druksensor (PS6); DPC-besturingsprintplaat<br />

Handleiding 0-5133NL 4-19 GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Code Bericht<br />

Groep<br />

DPC Statuscodesleutel<br />

Oorzaak/oplossing<br />

6-1 Ventiel open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />

6-2 Uitlaatdruk laag vanwege lage Verhoog plasma-inlaatdruk; controleer of DMC-ventiel niet open is;<br />

6-3 Uitlaatdruk laag, Lek in plasmaslang naar toorts; defect stuurventiel; defecte druksensor<br />

6-4 Uitlaatdruk laag - tracking fout Zelfde als 6-3<br />

6-5 Uitlaatdruk hoog, Vernauwing in plasmaslang, toorts; DPC-verdeelstuk, defect stuurventiel;<br />

6-6 Uitlaatdruk hoog - tracking Zelfde als 6-5<br />

Groep 7 – Piloot - proportioneel ventiel (V3)<br />

7-1 Ventiel open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />

7-2<br />

Uitlaatdruk laag vanwege lage<br />

DPC inlaatdruk.<br />

Verhoog plasma-inlaatdruk; controleer of DMC-ventiel niet open is;<br />

vernauwing in gastoevoer/-slangen.<br />

7-3<br />

Uitlaatdruk laag,<br />

ventielbesturing op MAX.<br />

Lek in plasmaslang naar toorts; defect stuurventiel; defecte druksensor<br />

(PS6); DPC-besturingsprintplaat<br />

7-4<br />

Lek in plasmaslang naar toorts; defect stuurventiel; defecte druksensor<br />

Uitlaatdruk laag - tracking fout<br />

(PS6); DPC-besturingsprintplaat<br />

7-5<br />

Uitlaatdruk hoog,<br />

ventielbesturing op MIN.<br />

Vernauwing in plasmaslang, toorts; DPC-verdeelstuk; defect stuurventiel;<br />

defecte druksensor (PS6); DPC-besturingsprintplaat<br />

7-6<br />

Uitlaatdruk hoog - tracking<br />

fout<br />

Vernauwing in plasmaslang, toorts; DPC-verdeelstuk; defect stuurventiel;<br />

defecte druksensor (PS6); DPC-besturingsprintplaat<br />

Groep 8 – Schermgas - proportioneel ventiel (V1)<br />

8-1 Ventiel open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />

8-2<br />

Uitlaatdruk laag vanwege lage<br />

DPC inlaatdruk.<br />

Verhoog plasma-inlaatdruk; controleer of DMC ventiel niet open is;<br />

Vernauwing in gastoevoer/-slangen.<br />

8-3<br />

Uitlaatdruk laag,<br />

ventielbesturing op MAX.<br />

Lek in plasmaslang naar toorts; defect stuurventiel; defecte druksensor<br />

(PS5); DPC-besturingsprintplaat<br />

8-4 Uitlaatdruk laag - tracking fout Zelfde als 8-3<br />

8-5<br />

Uitlaatdruk hoog,<br />

ventielbesturing op MIN.<br />

Vernauwing in plasmaslang, toorts; DPC-verdeelstuk, defect stuurventiel;<br />

defecte druksensor (PS5); DPC-besturingsprintplaat<br />

8-6<br />

Uitlaatdruk hoog - tracking<br />

fout<br />

Zelfde als 8-5<br />

Groep 9 – Schermgas H2O - proportioneel ventiel (V2)<br />

9-1 Ventiel open Controleer op open aansluiting; vervang ventiel<br />

9-2<br />

9-3<br />

9-4<br />

9-5<br />

9-6<br />

Uitlaatstroming laag vanwege<br />

lage DPC-inlaatdruk.<br />

Uitlaatstroming laag,<br />

ventielbesturing op MAX.<br />

Uitlaatstroming laag - tracking<br />

fout<br />

Uitlaatstroming hoog,<br />

ventielbesturing op MIN.<br />

Uitlaatstroming hoog - tracking<br />

fout<br />

Verhoog plasma-inlaatdruk; controleer of DMC ventiel niet open is;<br />

vernauwing in gastoevoer/-slangen.<br />

Vernauwing in schermgasslang, toorts; DPC-verdeelstuk, defect<br />

stuurventiel; defecte stromingsmeter (FS-1); DPC-besturingsprintplaat<br />

Zelfde als 8-3<br />

Lek in schermgasslang naar toorts; defect stuurventiel; DPCbesturingsprintplaat<br />

Zelfde als 8-5<br />

GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-20 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

This page intentionally blank<br />

GEBRUIK VAN DE PLASMASNIJDER 4-22 Handleiding 0-5133NL


5.01 Algemeen onderhoud<br />

SECTIE 5: ONDERHOUD<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Voer periodiek de volgende controles uit om verzekerd te zijn van de goede prestaties van het systeem.<br />

Onderhoudsschema stroomvoorziening<br />

Dagelijks<br />

Controleer het koelvloeistofniveau, vul indien<br />

noodzakelijk koelvloeistof bij.<br />

Controleer de gasslangaansluitingen en<br />

-drukwaarden.<br />

Maandelijks<br />

Controleer de koelventilator en radiator; indien<br />

noodzakelijk schoonmaken.<br />

Controleer de gasslangen op barsten, lekken of<br />

slijtage.<br />

Controleer alle elektrische aansluitingen op<br />

barsten of slijtage. Vervang Vervang indien<br />

Zes maand<br />

Reinig of vervang het externe koelvloeistoffilter.<br />

Reinig de koelvloeistoftank.<br />

Reinig alle stofophopingen in de<br />

stroomvoorziening met een stofzuiger.<br />

Controleer het interne koelvloeistoffilter<br />

5.02 Reinigingsprocedure extern koelvloeistoffilter<br />

Een periodieke reiniging van het koelvloeistoffilter zal een maximale efficiëntie van de koelvloeistofstroming<br />

garanderen. Een slechte doorstroming van de koelvloeistof zal leiden tot een inefficiënte koeling van de toortsdelen<br />

met dientengevolge een snellere slijtage van de slijtdelen.<br />

Reinig het koelvloeistoffilter als volgt:<br />

1. Koppel het systeem los van de primaire stroomvoorziening.<br />

Filterhouder<br />

Filterscherm<br />

Art # A-04811<br />

2. Schroef de filterhouder met de hand los en verwijder hem. Bewaar de O-ring zorgvuldig.<br />

3. Verwijder en reinig het filter. Plaats de filterhouder terug en draai hem met de hand vast. Controleer of<br />

de O-ring op zijn plaats ligt.<br />

4. Schakel het systeem in en controleer op lekken.<br />

Handleiding 0-5133NL 5-1 ONDERHOUD


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

5.03 Reinigingsprocedure intern koelvloeistoffilter<br />

De lijnfilterzeef moet periodiek worden gereinigd. Om bij de lijnfiltergroep te komen moet u het paneel aan<br />

de rechterzijde (gezien vanaf de voorzijde van de unit) van de stroomvoorziening verwijderen. Verwijder de<br />

filterzeef door de filterhouder los te schroeven van de lijnfiltergroep. Spoel de filterzeef met heet zeepwater om<br />

het te reinigen. Verwijder zeepresten door de filterzeef met schoon heet water te spoelen. Verzeker u ervan dat<br />

alle zeep verwijderd is en dat de zeef goed droog is voordat u hem weer in de lijnfiltergroep terugplaatst.<br />

Koelvloeistofvervangingsprocedure<br />

Vervang de koelvloeistof als volgt:<br />

1. Koppel het systeem los van de primaire stroomvoorziening. Op de bodem van de koelvloeistoftank moet<br />

u de fitting van de koelvloeistflijn losmaken en de koelvloeistof in een wegwerptank opvangen.<br />

2. Sluit het systeem aan op de primaire stroomvoorziening en schakel het in om tank leeg te laten pompen.<br />

De pomp zal ongeveer 20 seconden lang draaien voordat de vloeistofstroomschakelaar een blokkering<br />

zal veroorzaken. Deze procedure kan een paar maal worden herhaald tot de tank helemaal leeg is.<br />

3. Sluit de fitting van de koelvloeistoflijn weer aan en vul de tank met nieuwe koelvloeistof tot het juiste<br />

niveau is bereikt.<br />

Vulbereik<br />

Koelvloeistoftank<br />

COOLANT<br />

RETURN SUPPLY<br />

RETURN SUPPLY<br />

Art # A-04803<br />

4. Schakel het systeem in, laat het een paar minuten draaien en controleer het koelvloeistofniveau. Indien<br />

noodzakelijk bijvullen.<br />

ONDERHOUD 5-2 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

This page is blank intentionally.<br />

ONDERHOUD 5-4 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

SECTIE 6: VERVANGING SAMENSTELLEN<br />

EN ONDERDELEN<br />

6.01 Vervanging stroomvoorziening<br />

Complete unit / component Catalogusnummer<br />

Ultra-Cut ® <strong>200</strong> stroomvoorziening, 208/230V 3-9119-1<br />

Ultra-Cut ® <strong>200</strong> stroomvoorziening, 460V 3-9119-2<br />

Ultra-Cut ® <strong>200</strong> stroomvoorziening, 400V 3-9119-3<br />

Ultra-Cut ® <strong>200</strong> stroomvoorziening, 400V, (CE) 3-9119-4<br />

Ultra-Cut ® <strong>200</strong> stroomvoorziening, 600V, 3-9119-5<br />

Remote boogontsteking (RAS-1000) 3-9130<br />

OPTIONELE APPARATUUR:<br />

Kit met wielen 9-9379<br />

Handleiding 0-5133NL 6-1 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.02 Layout van het systeem<br />

Zie sectie 3.05 voor aardaansluitingen en aardkabels<br />

Primaire<br />

stroomvoorziening<br />

CNC<br />

Touchscreen<br />

besturing<br />

W<br />

Art # A-09124<br />

Ultra-Cut<br />

stroomvoorziening<br />

Retour pilootboog<br />

Negatief<br />

Toevoer koelvloeistof<br />

Retour koelvloeistof<br />

Besturingskabel<br />

P Besturingskabel K<br />

V<br />

Glasvezel<br />

Aardkabel alleen<br />

bij bovenop de<br />

PS gemonteerde<br />

DMC<br />

Maximale lengte 38,1 m<br />

L<br />

DMC-3000<br />

Gasconsole<br />

Maximale lengte 53,3 m<br />

6.03 Aanbevolen gastoevoerslang<br />

F<br />

F<br />

Plasmagas H<br />

Glasvezel L<br />

Schermgas Q<br />

Voorstroom<br />

Besturingskabel<br />

Waterscherm<br />

Markering<br />

Werkkabel<br />

Maximale lengte 53,3 m<br />

Remote<br />

boogontsteking<br />

Maximale lengte 30,5 m<br />

Afscherming<br />

Toevoer koelvloeistof<br />

Retour koelvloeistof<br />

Afscherming<br />

Plasmagas<br />

Schermgas<br />

DPC-3000 Positioneringsslang<br />

Gasbesturing<br />

Toorts<br />

Werkstuk<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-2 Handleiding 0-5133NL<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

R<br />

S<br />

T<br />

U<br />

O<br />

Retour pilootboog<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 ¼-inch Gray Synflex slang. Fittingen niet inbegrepen. 9-3743<br />

Catalogusnummer per voet<br />

1 3/8-inch Gray Synflex slang. Fittingen niet inbegrepen. 9-3616<br />

Catalogusnummer per voet<br />

1 1/2-inch Gray Synflex slang. Fittingen niet inbegrepen. 9-2551<br />

Catalogusnummer per voet<br />

OPMERKING<br />

De installatie vereist twee negatieve<br />

leidingen en twee werkkabels.<br />

I<br />

J<br />

G


A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

F1<br />

G<br />

I<br />

J<br />

K<br />

L<br />

6.04 Leidingen en kabels<br />

14<br />

37<br />

H, Q,<br />

R, T, U<br />

S,V<br />

16 pin<br />

O<br />

P, W<br />

14/11<br />

Groen<br />

Rood<br />

#8 AWG kabel<br />

#1 AWG kabel<br />

Groen<br />

Rood<br />

Groen / Geel # 4 AWG (16 mm2)<br />

Groen / Geel 1/0 (50 mm2)<br />

1/0 kabel (1/0 (50 mm)<br />

2<br />

Retour pilootboog, van<br />

stroomvoorziening naar<br />

boogontsteking<br />

Negatieve leiding, van<br />

stroomvoorziening naar<br />

boogontsteking<br />

Koelvloeistoftoevoerleiding,<br />

van stroomvoorziening naar boogontsteking<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Handleiding 0-5133NL 6-3 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />

Art # A-09125_AB<br />

Retourleiding koelvloeistof,<br />

stroomvoorziening naar boogontsteking<br />

Besturingskabel, van stroomvoorziening<br />

naar boogontsteking<br />

Aardkabel<br />

Aardkabel, van remote<br />

boogontsteking naar aarde<br />

Afgeschermd toortsleidingensamenstel,<br />

van remote boogontsteking naar toorts<br />

Plasmagasleiding, van toortsventiel<br />

naar toorts<br />

Schermgasleiding, van toortsventiel<br />

naar toorts<br />

Besturingskabel, vanuit de stroomvoorziening<br />

Glasvezelkabel,<br />

van stroomvoorziening<br />

naar DMC-3000<br />

Voor gebruik met DFC-3000<br />

S - Besturingskabel, van<br />

DMC-3000 naar DPC-3000<br />

V - TSC-3000 naar PS<br />

Werkkabel<br />

P-CNC-kabel (14 draads)<br />

W-CNC-Communicatiekabel (11 draden)


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Sleutel Beschrijving Catalogus #<br />

A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 4 voet / 1,3 m (zie opmerking 1) 4-3027<br />

A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 10 voet / 3,05 m (zie opmerking 1) 4-3028<br />

A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 15 voet / 4,5 m (zie opmerking 1) 4-3029<br />

A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 25 voet / 7,6 m (zie opmerking 1) 4-3030<br />

A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 35 voet / 10,6 m (zie opmerking 1) 4-3050<br />

A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 50 voet / 15,2 m (zie opmerking 1) 4-3031<br />

A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 75 voet / 22,9 m (zie opmerking 1) 4-3032<br />

A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 100 voet / 30,5 m (zie opmerking 1) 4-3033<br />

A,B,C,D,E Set toevoerleidingen, 125 voet / 38,1 m (zie opmerking 1) 4-3034<br />

A Retourkabel pilootboog (alleen), 4 voet / 1,2 m 9-4890<br />

A Retourkabel pilootboog (alleen), 10 voet / 3,05 m 9-4891<br />

A Retourkabel pilootboog (alleen), 15 voet / 4,5 m 9-4790<br />

A Retourkabel pilootboog (alleen), 25 voet / 7,6 m 9-4791<br />

A Retourkabel pilootboog (alleen), 35 voet / 10,6 m 9-9426<br />

A Retourkabel pilootboog (alleen), 50 voet / 15,2 m 9-4792<br />

A Retourkabel pilootboog (alleen), 75 voet / 22,8 m 9-4793<br />

A Retourkabel pilootboog (alleen), 100 voet / 30,5 m 9-4794<br />

A Retourkabel pilootboog (alleen), 125 voet / 38,1 m 9-4796<br />

B Negatieve kabel (alleen), 3 voet / 1 m 9-4892<br />

B Negatieve kabel (alleen), 10 voet / 3,05 m 9-4897<br />

B Negatieve kabel (alleen), 15 voet / 4,5 m 9-4798<br />

B Negatieve kabel (alleen), 25 voet / 7,6 m 9-4799<br />

B Negatieve kabel (alleen), 35 voet / 10,6 m 9-9427<br />

B Negatieve kabel (alleen), 50 voet / 15,2 m 9-4800<br />

B Negatieve kabel (alleen), 75 voet / 22,8 m 9-4801<br />

B Negatieve kabel (alleen), 100 voet / 30,5 m 9-4802<br />

B Negatieve kabel (alleen), 125 voet / 38,1 m 9-4804<br />

C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 3 voet / 1 m 9-4886<br />

C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 10 voet / 3,05 m 9-4887<br />

C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 15 voet / 4,6 m 9-4780<br />

C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 20 voet / 6 m 9-4781<br />

C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 25 voet / 7,6 m 9-4782<br />

C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 30 voet / 9,1 m 9-4783<br />

C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 35 voet / 10,6 m 9-4784<br />

C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 40 voet / 12 m 9-4785<br />

OPMERKING 1:<br />

De sets van toevoerleidingen bevatten een retourkabel<br />

pilootboog, een negatieve kabel, koelvloeistoftoevoer-<br />

en retourslangen en een besturingskabel.<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-4 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Sleutel Beschrijving Catalogus #<br />

C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 50 voet / 15,2 m 9-4786<br />

C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 75 voet / 23 m 9-4787<br />

C Slang, toevoer koelvloeistof, (alleen), 100 voet / 30,5 m 9-4788<br />

D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 3 voet / 1 m 9-4888<br />

D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 10 voet / 3,05 m 9-4889<br />

D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 15 voet / 4,6 m 9-4762<br />

D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 20 voet / 6 m 9-4763<br />

D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 25 voet / 7,6 m 9-4764<br />

D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 30 voet / 9,1 m 9-4765<br />

D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 35 voet / 10,6 m 9-4766<br />

D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 40 voet / 12 m 9-4767<br />

D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 50 voet / 15,2 m 9-4768<br />

D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 75 voet / 23 m 9-4769<br />

D Slang. Retour koelvloeistof, (alleen), 100 voet / 30,5 m 9-4770<br />

E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 1 m 9-4941<br />

E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 3,05 m 9-4916<br />

E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 4,5 m 9-4917<br />

E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 7,6 m 9-4918<br />

E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 15,2 m 9-4942<br />

E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 22,9 m 9-4943<br />

E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 30,5 m 9-4944<br />

E Besturingskabel (alleen), stroomvoorziening naar boogontsteking 38,1 m 9-4922<br />

F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 3 voet / 1 m 9-4923<br />

F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 15 voet / 4,5 m 9-4924<br />

F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 25 voet / 7,6 m 9-4925<br />

F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 50 voet / 15,2 m 9-4926<br />

F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 75 voet / 22,9 m 9-4927<br />

F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 100 voet / 30,5 m 9-4928<br />

F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 125 voet / 38,1 m 9-4929<br />

F Aarddraad, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 150 voet / 45,7 m 9-4930<br />

F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 3 voet / 1 m 9-4931<br />

F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 15 voet / 4,5 m 9-4932<br />

F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 25 voet / 7,6 m 9-4933<br />

F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 50 voet / 15,2 m 9-4934<br />

F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 75 voet / 22,9 m 9-4935<br />

F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 100 voet / 30,5 m 9-4936<br />

F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 125 voet / 38,1 m 9-4937<br />

F1 Aarddraad, van remote boogontsteking naar aarde, 150 voet / 45,7 m 9-4938<br />

Handleiding 0-5133NL 6-5 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Sleutel Beschrijving Catalogus #<br />

G Samenstel, toortsleiding, 10 voet / 3,05 m 4-3053<br />

G Samenstel, toortsleiding, 15 voet / 4,6 m 4-3009<br />

G Samenstel, toortsleiding, 20 voet / 6 m 4-3010<br />

G Samenstel, toortsleiding, 25 voet / 7,6 m 4-3011<br />

G Samenstel, toortsleiding, 30 voet / 9,1 m 4-3012<br />

G Samenstel, toortsleiding, 35 voet / 10,6 m 4-3013<br />

G Samenstel, toortsleiding, 40 voet / 12 m 4-3014<br />

G Samenstel, toortsleiding, 50 voet / 15,2 m 4-3015<br />

G Samenstel, toortsleiding, 75 voet / 23 m 4-3016<br />

G Samenstel, toortsleiding, 100 voet / 30,5 m 4-3017<br />

H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 10 voet / 3,05 m (zie opmerking 2) 4-3086<br />

H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 15 voet / 4,5 m (zie opmerking 2) 4-3087<br />

H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 25 voet / 7,6 m (zie opmerking 2) 4-3088<br />

H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 35 voet / 10,6 m (zie opmerking 2) 4-3089<br />

H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 50 voet / 15,2 m (zie opmerking 2) 4-3090<br />

H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 75 voet / 22,9 m (zie opmerking 2) 4-3091<br />

H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 100 voet / 30,5 m (zie opmerking 2) 4-3092<br />

H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 125 voet / 38,1 m (zie opmerking 2) 4-3093<br />

H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 150 voet / 45,7 m (zie opmerking 2) 4-3094<br />

H,L,Q,R,S,T,U Set automatische gasleidingen, 175 voet / 53,3 m (zie opmerking 2) 4-3095<br />

H Plasmagasslang 10 voet / 3,05 m 9-7103<br />

H Plasmagasslang 15 voet / 4,5 m 9-7104<br />

H Plasmagasslang 25 voet / 7,6 m 8-0149<br />

H Plasmagasslang 35 voet / 10,6 m 9-7270<br />

H Plasmagasslang 50 voet / 15,2 m 9-7271<br />

H Plasmagasslang 75 voet / 22,9 m 9-7272<br />

H Plasmagasslang 100 voet / 30,5 m 9-7273<br />

H Plasmagasslang 125 voet / 38,1 m 9-7274<br />

H Plasmagasslang 150 voet / 45,7 m 9-7275<br />

H Plasmagasslang 175 voet / 53,3 m 9-7276<br />

I Plasmaleiding 4 voet / 1,22 m (toortsventielsamenstel naar toorts) 9-3333<br />

J Schermleiding 4 voet / 1,22 m (toortsventielsamenstel naar toorts) 9-3334<br />

OPMERKING 2:<br />

De sets met automatische gasleidingen omvatten een plasmagasslang, een schermgasslang,<br />

een voorstroomgasslang, een waterschermslang, een glasvezelkabel,<br />

een markeerslang en een besturingskabel. Fiber Optic Cable, Marking Hose, and<br />

Control Cable.<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-6 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Sleutel Beschrijving Catalogus #<br />

L Besturingskabel, glasvezel, 3 voet / 1 m 9-4898<br />

L Besturingskabel, glasvezel, 15 voet / 4,5 m 9-4899<br />

L Besturingskabel, glasvezel, 25 voet / 7,6 m 9-4900<br />

L Besturingskabel, glasvezel, 35 voet / 10,6 m 9-9335<br />

L Besturingskabel, glasvezel, 50 voet / 15,2 m 9-4901<br />

L Besturingskabel, glasvezel, 75 voet / 22,9 m 9-4902<br />

L Besturingskabel, glasvezel, 100 voet / 30,5 m 9-4903<br />

L Besturingskabel, glasvezel, 125 voet / 38,1 m 9-4904<br />

L Besturingskabel, glasvezel, 150 voet / 45,7 m 9-4905<br />

L Besturingskabel, glasvezel, 175 voet / 53,3 m 9-4906<br />

K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 1 m 9-4907<br />

K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 4,5 m 9-4908<br />

K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 7,6 m 9-4909<br />

K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 10,6 m 9-9332<br />

K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 15,2 m 9-4910<br />

K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 22,9 m 9-4911<br />

K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 30,5 m 9-4912<br />

K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 38,1 m 9-4913<br />

K Besturingskabel, stroomvoorziening naar gasbesturingsmodule, 45,7 m 9-4914<br />

O Werkkabel, 10 voet / 3,05 m 9-9300<br />

O Werkkabel, 15 voet / 4,5 m 9-9301<br />

O Werkkabel, 25 voet / 7,6 m 9-9302<br />

O Werkkabel, 35 voet / 10,6 m 9-9303<br />

O Werkkabel, 50 voet / 15,2 m 9-9304<br />

O Werkkabel, 75 voet / 22,9 m 9-9305<br />

O Werkkabel, 100 voet / 30,5 m 9-9306<br />

O Werkkabel, 125 voet / 38,1 m 9-9307<br />

P Besturingskabel, CNC naar stroomvoorziening, 25 voet / 7,6 m 9-8312<br />

P Besturingskabel, CNC naar stroomvoorziening, 50 voet / 15,2 m 9-8313<br />

P Besturingskabel, CNC naar stroomvoorziening, 75 voet / 22,9 m 9-8315<br />

P Besturingskabel, CNC naar stroomvoorziening, 100 voet / 30,5 m 9-8316<br />

P Besturingskabel, CNC naar stroomvoorziening, 125 voet / 38,1 m 9-8317<br />

Handleiding 0-5133NL 6-7 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Sleutel Beschrijving Catalogus #<br />

Q Schermgasslang 10 voet / 3,05 m 9-7277<br />

Q Schermgasslang 15 voet / 4,5 m 9-7278<br />

Q Schermgasslang 25 voet / 7,6 m 9-7279<br />

Q Schermgasslang 35 voet / 10,6 m 9-7280<br />

Q Schermgasslang 50 voet / 15,2 m 9-7281<br />

Q Schermgasslang 75 voet / 22,9 m 9-7282<br />

Q Schermgasslang 100 voet / 30,5 m 9-7283<br />

Q Schermgasslang 125 voet / 38,1 m 9-7284<br />

Q Schermgasslang 150 voet / 45,7 m 9-7285<br />

Q Schermgasslang 175 voet / 53,3 m 9-7286<br />

R Pilootgas-/voorstroomslang 10 voet / 3,05 m 9-6956<br />

R Pilootgas-/voorstroomslang 15 voet / 4,5 m 9-6957<br />

R Pilootgas-/voorstroomslang 25 voet / 7,6 m 9-6959<br />

R Pilootgas-/voorstroomslang 35 voet / 10,6 m 9-6961<br />

R Pilootgas-/voorstroomslang 50 voet / 15,2 m 9-6963<br />

R Pilootgas-/voorstroomslang 75 voet / 22,9 m 9-6964<br />

R Pilootgas-/voorstroomslang 100 voet / 30,5 m 9--7080<br />

R Pilootgas-/voorstroomslang 125 voet / 38,1 m 9-7081<br />

R Pilootgas-/voorstroomslang 150 voet / 45,7 m 9-4876<br />

R Pilootgas-/voorstroomslang 175 voet / 53,3 m 9-4877<br />

S Besturingskabel, 10 voet / 3,05 m 9-7093<br />

S Besturingskabel, 15 voet / 4,5 m 9-7094<br />

S Besturingskabel, 25 voet / 7,6 m 9-7095<br />

S Besturingskabel, 35 voet / 10,6 m 9-7096<br />

S Besturingskabel, 50 voet / 15,2 m 9-7097<br />

S Besturingskabel, 75 voet / 22,9 m 9-7098<br />

S Besturingskabel, 100 voet / 30,5 m 9-7099<br />

S Besturingskabel, 125 voet / 38,1 m 9-7100<br />

S Besturingskabel, 150 voet / 45,7 m 9-7101<br />

S Besturingskabel, 175 voet / 53,3 m 9-7102<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-8 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Sleutel Beschrijving Catalogus #<br />

T Waterscherm 10 voet / 3,05 m 9-6985<br />

T Waterscherm 15 voet / 4,5 m 9-6986<br />

T Waterscherm 25 voet / 7,6 m 9-6988<br />

T Waterscherm 35 voet / 10,6 m 9-6996<br />

T Waterscherm 50 voet / 15,2 m 9-6992<br />

T Waterscherm 75 voet / 22,9 m 9-6993<br />

T Waterscherm 100 voet / 30,5 m 9-7073<br />

T Waterscherm 125 voet / 38,1 m 9-7074<br />

T Waterscherm 150 voet / 45,7 m 9-7075<br />

T Waterscherm 175 voet / 53,3 m 9-7076<br />

U Markeergasslang 10 voet / 3,05 m 9-4725<br />

U Markeergasslang 15 voet / 4,5 m 9-4726<br />

U Markeergasslang 25 voet / 7,6 m 9-4728<br />

U Markeergasslang 35 voet / 10,6 m 9-4730<br />

U Markeergasslang 50 voet / 15,2 m 9-4730<br />

U Markeergasslang 75 voet / 22,9 m 9-4732<br />

U Markeergasslang 100 voet / 30,5 m 9-4733<br />

U Markeergasslang 125 voet / 38,1 m 9-7077<br />

U Markeergasslang 150 voet / 45,7 m 9-7078<br />

U Markeergasslang 175 voet / 53,3 m 9-7079<br />

V Kabel, remote TSC naar CCM, 10 voet / 3,05 m 9-9230<br />

V Kabel, remote TSC naar CCM, 15 voet / 4,5 m 9-9231<br />

V Kabel, remote TSC naar CCM, 25 voet / 7,6 m 9-9232<br />

V Kabel, remote TSC naar CCM, 35 voet / 10,6 m 9-9233<br />

V Kabel, remote TSC naar CCM, 50 voet / 15,2 m 9-9234<br />

V Kabel, remote TSC naar CCM, 75 voet / 22,9 m 9-9235<br />

V Kabel, remote TSC naar CCM, 100 voet / 30,5 m 9-9236<br />

V Kabel, remote TSC naar CCM, 125 voet / 38,1 m 9-9237<br />

V Kabel, remote TSC naar CCM, 150 voet / 45,7 m 9-9238<br />

V Kabel, remote TSC naar CCM, 175 voet / 53,3 m 9-9239<br />

W Besturingskabel communicatie, CNC 25 voet / 7,6 m 9-8674<br />

W Besturingskabel communicatie, CNC 50 voet / 15,2 m 9-8675<br />

W Besturingskabel communicatie, CNC 75 voet / 22,9 m 9-8676<br />

W Besturingskabel communicatie, CNC 100 voet / 30,5 m 9-8677<br />

W Besturingskabel communicatie, CNC 125 voet / 38,1 m 9-8678<br />

W Besturingskabel communicatie, CNC 150 voet / 45,7 m 9-8679<br />

W Besturingskabel communicatie, CNC 175 voet / 53,3 m 9-8680<br />

Handleiding 0-5133NL 6-9 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.05 Externe vervangingsonderdelen stroomvoorziening<br />

7<br />

5<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 1 Frontpaneel stroomvoorziening 9-0440<br />

2 1 Achterpaneel stroomvoorziening 9-0441<br />

3 1 Bovenpaneel stroomvoorziening 9-0445<br />

4 1 Rechterzijde stroomvoorziening 9-0442<br />

5 1 Linkerzijde stroomvoorziening 9-0443<br />

6 1 Louver paneel 9-0444<br />

7 1 Afdekking aansluitingen stroomvoorziening 9-0446<br />

8 1 Hijsoog 9-9373<br />

8<br />

3<br />

Art # A-08281_AB<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-10 Handleiding 0-5133NL<br />

1<br />

2<br />

6<br />

4


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.06 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 2 Ventilator warmtewisselaar FAN1 9-9338<br />

2 2 Radiator 9-9339<br />

OPMERKING: De ventilator van de warmtewisselaar is dezelfde als die gebruikt met de omvormer<br />

2<br />

Handleiding 0-5133NL 6-11 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />

1<br />

Art # A-08283


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.07 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 1 Printplaat uitgangsfilter PCB8 9-9341<br />

2 1 Sensor HCT2 9-9368<br />

3 1 Magnetische contactor, piloot MC2 9-9343<br />

4 1 Weerstand R6 9-9340<br />

5 1 Weerstand R9<br />

6 1 Condensator C2<br />

Art # A-08309<br />

3<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-12 Handleiding 0-5133NL<br />

1<br />

6<br />

5<br />

4<br />

2


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.08 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 Chopper-module 9-9389<br />

1 Sensor HCT1 9-9342<br />

HCT1<br />

Chopper -module<br />

Art # A-08311<br />

Handleiding 0-5133NL 6-13 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.09 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - frontpaneel<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

7 1 Hoofdschakelaar netspanning CP1 9-9344<br />

(‘circuit protector’) voor 230-400-460 V wisselstroom units<br />

Art # A-08312<br />

7<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-14 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.10 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - frontpaneel<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 Printplaat PCB3 9-9365<br />

1 Printplaat 230/460V wisselstroom PCB4 9-9370<br />

1 Printplaat 600 V wisselstroom PCB4 9-9492<br />

1 Display printplaat PCB6 9-9347<br />

PCB4<br />

PCB3<br />

Handleiding 0-5133NL 6-15 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />

PCB6<br />

Art # A-08313


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.11 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 1 Printplaat 230-400-460 V wisselstroom PCB1 9-9362<br />

1 1 Printplaat 600 V wisselstroom PCB1 9-9491<br />

2 1 Magnetische contactor MC1,MC3 9-9364<br />

1<br />

2 2<br />

Art # A-08314<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-16 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.12 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - achterpaneel<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

Tankdop<br />

12 1 Vermogenschakelaar (RAS) 12 V, 2,5 A 120 V wisselstroom @ 1A CP2 9-9348<br />

13 1 Vermogenschakelaar (’TDC’) 125V, 3,15A 24 V wisselstroom @ 1A CP3 9-9349<br />

14 1 Vermogenschakelaar (AGC) 125V, 10A 24 V wisselstroom @ 5A CP4 9-9350<br />

15 1 Vermogenschakelaar (AGC) 125V, 2,5A 120 V wisselstroom @ 1A CP5 9-9348<br />

16 1 Vermogenschakelaar (AGC) 125V, 2,5A 15 V gelijkstroom @ 1A CP6 9-9348<br />

17 1 Vermogenschakelaar (pomp) 250V, 10A <strong>200</strong> V wisselstroom @ 3A CP7 9-9351<br />

18 1 Vermogenschakelaar (ventilator) 125V, 3,15A 24 V wisselstroom @ 1A CP8 9-9349<br />

1 Koelvloeistoftank 9-5948<br />

1 Tankdop 8-5142<br />

1 Filter, koelvloeistof 8-4276<br />

Koelvloeistoftank<br />

COOLANT<br />

RETURN SUPPLY<br />

Art # A-04932<br />

Handleiding 0-5133NL 6-17 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

J55<br />

G<br />

C<br />

M<br />

J15<br />

C<br />

N<br />

C<br />

J59<br />

R<br />

A<br />

S<br />

CIRCUIT<br />

BREAKERS<br />

RAS<br />

120V 5A<br />

CCM<br />

24V3 15A<br />

GCM<br />

24V 10A<br />

GCM<br />

120V2 5A<br />

GCM<br />

15V2 5A<br />

PUMP<br />

<strong>200</strong>V 5A<br />

FAN<br />

24V 15A<br />

CP2<br />

CP3<br />

CP4<br />

CP5<br />

CP6<br />

CP7<br />

CP8<br />

Art # A-06017


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.13 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 1 Weerstand R7 9-9363<br />

2 1 Gelijkrichter (diode) D1 9-9345<br />

3 1 Transformator T1 9-9355<br />

voor 230/460 V wisselstroomunits<br />

4 1 Diode D2 9-9486<br />

5 1 Klemmenpaneel TB3 N/A<br />

2<br />

1<br />

Art # A-08310<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-18 Handleiding 0-5133NL<br />

3<br />

4<br />

5


6.14 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

29 2 Omvormermodule 208/230V 9-9360D<br />

2 Omvormermodule 400V CE en 400V niet CE 9-9482D<br />

2 Omvormermodule 600 V 9-9485D<br />

Niet afgebeeld:<br />

3 Koelventilator omvormer 9-9338<br />

OPMERKING: De ventilator van de omvormer is dezelfde als die gebruikt voor de koeling van de<br />

warmtewisselaar.<br />

Art # A-04786<br />

29<br />

Handleiding 0-5133NL 6-19 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.15 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

30 1 Sensor (thermoweerstand) TH1 9-9361<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-20 Handleiding 0-5133NL


6.16 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 1 Relais printplaat PCB7 9-9366<br />

2 1 24 V gelijkstroom stroomvoorziening N/A N/A<br />

3 1 Printplaat interne besturing PCB5 9-9346<br />

8 1 Gelijkrichter (diode) D1 9-9345<br />

Art # A-08315<br />

2<br />

1<br />

Handleiding 0-5133NL 6-21 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />

3


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.17 Vervangingsonderdelen stroomvoorziening - Rechterzijde<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

22 1 Sensor (niveauschakelaar) LSW1 9-9354<br />

24 1 Motor M 9-9381<br />

25 1 Pomp/terugslagklep/omloopklep samenstel 9-9380<br />

26 1 Omloopklep (deel van samenstel)<br />

27 1 Pomp (deel van samenstel)<br />

28 1 Sensor (koelvloeistofstroom) F1 9-9359<br />

26<br />

Art # A-08236<br />

25<br />

27<br />

24<br />

28<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-22 Handleiding 0-5133NL<br />

22


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.18 DFC-3000 Vervanging automatisch gasbesturingssysteem<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 1 Samenstel, DMC-3000, demo 9-9491D<br />

2 1 Samenstel, DPC-3000, demo 9-9443D<br />

3 1 Samenstel, TSC-3000, vaste montage, demo (niet afgebeeld) 9-9444D<br />

4 1 Samenstel, TSC-3000, remote, demo 9-9490D<br />

Art # A-09135<br />

Handleiding 0-5133NL 6-23 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.19 DMC-3000 Vervangingsdelen gasbesturingsmodule<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 1 DMC-3000 samenstel 9-9491D<br />

2 1 Solenoïde 9-8264<br />

3 1 Sub-samenstel verdeelstuk (inclusief 15 of item 2) 9-7546<br />

4 1 SMPS printplaat 9-8263<br />

5 1 Besturingsprintplaat 9-7291<br />

4<br />

1<br />

2<br />

Er zijn er in totaal 15<br />

5<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-24 Handleiding 0-5133NL<br />

3<br />

Art # A-09163_AB


6.20 DPC-3000 Vervangingsdelen gasbesturingsmodule<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 1 Samenstel, DPC-3000, demo 9-9443D<br />

2 1 Stromingsmeter 9-7659<br />

3 1 DPC printplaat 9-8262<br />

4 1 SMPS printplaat 9-8263<br />

5 1 Drukventiel schermgas 9-8267<br />

6 1 Sensor, druk, 1/8 mnpt (zes in totaal) 9-8269<br />

7 1 Drukventiel waterscherm 9-8265<br />

8 1 Solenoïde 9-8264<br />

9 1 Drukventiel plasma laag en voorstroom 9-8268<br />

10 1 Drukventiel plasma hoog 9-8266<br />

11 1 DPC verdeelstuk volledig samengesteld 9-7658<br />

5<br />

2<br />

1<br />

3 4<br />

7 8 9 10<br />

6<br />

Handleiding 0-5133NL 6-25 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />

11<br />

Art # A-09164


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.21 TSC-3000 Touchscreen besturing op afstand en intern<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 1 Samenstel, TSC-3000, Remote, demo 9-9490D<br />

1 1 Samenstel, TSC-3000, intern, demo 9-9444<br />

2 1 Touchpaneel computer 9-7543<br />

3 1 Schakelaar, Rocker SPST 9-1042<br />

4 1 Printplaat 9-7542<br />

5 1 USB Paneel montage-extensie 9-7545<br />

6 1 Lintkabel HMI naar interface<br />

5<br />

4<br />

3<br />

6<br />

2<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-26 Handleiding 0-5133NL<br />

1<br />

Art # A-09165_AB


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.22 Remote boogontsteking (RAS-1000) vervangingsonderdelen<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 1 Bedradingsbundel, intern (niet afgebeeld) 9-4956<br />

2 1 Pilootdop samenstel 9-4960<br />

3 1 EMI filter 9-1023<br />

4 1 Samenstel HF-watergekoelde spoel 9-4958<br />

5 1 Samenstel HF-transformator, boogontsteking 9-4959<br />

6 1 Behuizing, grondplaat boogontsteking 9-4961<br />

7 1 Vonkbrug/kap samenstel HF 9-4957<br />

8 1 Ferrietkraal 2 inch lang 9-4965<br />

Naar toortsventiel<br />

6<br />

Art # A-04898<br />

7<br />

Handleiding 0-5133NL 6-27 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

8<br />

8


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.23 Remote boogontsteking (RAS-1000) vervangingsonderdelen<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 1 Afdichting, ABS wand 9-4964<br />

2 1 (externe) toortsleiding aardingssamenstel 9-4955<br />

3 1 Beugel, schottenhouder 9-4963<br />

4 1 Afdekking, boogontsteking 9-4962<br />

Koelleidingen,<br />

vanaf stroomvoorziening<br />

1<br />

1<br />

Art # A-04899<br />

Stroomvoorziening lijst van onderdelen 6-28 Handleiding 0-5133NL<br />

3<br />

2<br />

4


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

6.24 Bedienings- en besturingsmodule type 2 - vervangingsdelen<br />

Item # Aantal Beschrijving Catalogus #<br />

1 1 Samenstel, CCM (Ultra-Cut) 9-9417<br />

2 1 Plaat, CCM-Face 9-9419<br />

3 1 Paneel, CCM montage Niet beschikbaar<br />

4 1 Bundel, CCM I/O plaat 9-9421<br />

1<br />

3<br />

OPMERKING<br />

Op deze pagina vindt u de onderdelen voor de bedienngs- en besturingsmodule zonder externe afdekking van<br />

de aansluitingen. Zie de voorgaande pagina voor de bedienngs- en besturingsmodule met externe afdekking<br />

van de aansluitingen.<br />

Handleiding 0-5133NL 6-29 Stroomvoorziening lijst van onderdelen t<br />

4<br />

Art # A-06867<br />

2


Intentionally Blank


SECTIE 7: TOORTSONDERHOUD<br />

7.01 Verwijdering van de slijtdelen<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

1. Gebruik het patroongereedschap om het schermgasmondstuk- en patroonsamenstel te blokkeren. Schroef<br />

het schermgasmondstuk van het patroonsamenstel.<br />

Patroongereedschap<br />

Art # A-04344<br />

Samengestelde patroon<br />

Schermgasmondstuk<br />

2. Verwijder het patroongereedschap van de achterzijde van het patroonsamenstel en gebruik het om de slijtdelen<br />

mee uit de patroon te drukken..<br />

Patroongereedschap<br />

Patroonsamenstel<br />

Art # A-04345<br />

Handleiding 0-5133NL 7-1 INFORMATIE OVER DE TOORTS


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

7.02 O-Ring smering<br />

Smeer periodiek alle drie O-Ringen op het patroonsamenstel en alle drie O-Ringen op de toortskop met de<br />

verstrekte O-Ring smering. Verwijder de blokkeerveer op het patroonsamenstel en schuif de borgring omlaag<br />

om bij de O-Ring onder de klemfitting te kunnen.<br />

Interne O-Ring (Cat. Nr. 8-0545) locatie<br />

(onder borgring)<br />

Blokkeerveer<br />

O-Ring, Cat. Nr. 8-0544<br />

O-Ring, Cat. Nr. 8-0540<br />

Patroonsamenstel<br />

Art # A-04071<br />

LET OP!<br />

O-Ringen<br />

Cat. Nr. 9-9041<br />

Cat. Nr. 8-0539<br />

Cat. Nr. 8-0534<br />

Cat. Nr. 8-0530<br />

Toortskop<br />

Art # A-04066<br />

Gebruik alleen Thermal Dynamics Nr. 9-4893 O-Ring smeermiddel (Christo Lube MCG-129) met dit deel van de<br />

toorts. Het gebruik van andere smeermiddelen zal de toorts onherstelbaar kunnen beschadigen.<br />

7.03 Slijtage van de onderdelen<br />

Vervang de gasdiffusor indien verbrand of gebarsten.<br />

Vervang de gasdiffusor indien de flens op enige wijze is beschadigd.<br />

Vervang het mondstuk en/of elektrode indien versleten.<br />

Goed mondstuk<br />

Versleten mondstuk<br />

Goede elektrode<br />

Versleten elektrode<br />

Art # A-04745<br />

INFORMATIE OVER DE TOORTS 7-2 Handleiding 0-5133NL


7.04 Torch Consumables Installation<br />

1. IInstalleer de slijtdelen als volgt:<br />

Elektrode<br />

Plasmagasdiffusor<br />

Mondstuk<br />

Schermgasdiffusor<br />

Schermgasdiffusorkap<br />

WAARSCHUWINGEN<br />

Installeer geen slijtdelen in een op de toortskop bevestigde patroon.<br />

Gebruik geen vreemde materialen in de slijtdelen en patroon.<br />

Alle onderdelen moeten zorgvuldig worden behandeld om beschadigingen<br />

die de prestaties zouden kunnen beïnvloeden, te voorkomen.<br />

Art # A-03887<br />

Protrusie schermgasdiffusorkap<br />

0.063-0.083 inch (1,6 – 2,1 mm)<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

1: Voeg de delen samen 2: Druk de patroon op de samengevoegde delen<br />

Bovenste O-ring<br />

op mondstuk<br />

3: Schroef het schermgasmondstuk op patroon<br />

Geen ruimte<br />

tussen delen<br />

Patroon bedekt<br />

bovenste O-ring<br />

op toortsmondstuk<br />

4: Controleer protrusie schermgasdiffusorkap<br />

Schermgasmondstuk<br />

Schermgasdiffusorkap<br />

Art # A-04873<br />

2, Verwijder het patroongereedschap van het patroon en installeer de samengevoegde patroon op de<br />

toortskop.<br />

Handleiding 0-5133NL 7-3 INFORMATIE OVER DE TOORTS


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

LET OP!<br />

De samengevoegde patroon moet de O-Ring op de toortskop bedekken.<br />

Forceer de patroon niet als hij niet goed vast wil komen te zitten. Verwijder de samengevoegde patroon en maak de<br />

schroefdraad op de toortskop voorzichtig met een draadborstel schoon. Breng in de schroefdraad zuurstof-compatibel<br />

smeermiddel aan (geleverd met de toorts).<br />

Toortskop<br />

0.063 – 0.083 inch<br />

(1,6 – 2,1 mm)<br />

protrusie<br />

Installatie samengestelde patroon op toortskop.<br />

Installatie samengestelde patroon op toortskop.<br />

O-Ring toortskop<br />

Art # A-07202<br />

3. Schuif de ohmse klem over het schermgasmondstuk indien de ohmse toortshoogtemeting wordt gebruikt..<br />

OPMERKING<br />

Ohmse hoogtemeting wordt afgeraden bij gebruik van een waterscherm. Water op het blad zal het ohmse meetcircuit<br />

elektrisch storen.<br />

Ohmse klem<br />

INFORMATIE OVER DE TOORTS 7-4 Handleiding 0-5133NL<br />

A-03393<br />

4. Verbind de draadgeleider van de hoogtemeter met de ohmse klem.


7.05 Probleemoplossing koelvloeistoflekkage<br />

Zijn de<br />

toortsslijtdelen<br />

geïnstalleerd?<br />

Ja<br />

Zijn de delen<br />

nieuw of gebruikt?<br />

Niet zeker?<br />

Is de toorts beschadigd?<br />

Ja<br />

Demonteer de toorts volledig<br />

en monteer hem weer op<br />

correcte wijze. Zie de<br />

installatiehandleiding. Vervang de toortskop<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Gebruik het systeem nooit wanneer er koelvloeistof uit de toorts lekt. Het ononderbroken druppelen wijst op beschadigde<br />

of slecht geïnstalleerde toortsdelen. Onder deze omstandigheden zal het gebruik van het systeem de toortskop<br />

kunnen beschadigen. Zie de onderstaande tabel voor een leidraad over koelvloeistoflekkage uit de toortskop.<br />

Toortselektroden<br />

Toortslekkages<br />

Nieuw<br />

Zijn de delen<br />

volledig in de toorts<br />

samengevoegd?<br />

Nee<br />

Lekkage uit de<br />

toevoer of de retour<br />

van de koelvloeistof?<br />

Retour<br />

Gebruikt<br />

Ja<br />

De delen zijn waarschijnlijk volledig versleten. Zie de tabel<br />

voor de min of meer verwachte levensduur.<br />

De toorts kan beschadigd zijn. Zie pagina om te bepalen<br />

of de kop beschadigd is.<br />

Amperage Plasmagas Aanbevolen slijtagediepte<br />

voor vervanging<br />

Inch mm<br />

30<br />

O2 0.04<br />

Lucht 0.04<br />

1<br />

2<br />

50 O2 0.04<br />

Lucht 0.08<br />

1<br />

2<br />

70<br />

O2 0.04<br />

Lucht 0.08<br />

1<br />

2<br />

100<br />

O2<br />

H35<br />

0.04<br />

0.08<br />

1<br />

2<br />

Handleiding 0-5133NL 7-5 INFORMATIE OVER DE TOORTS<br />

Nee<br />

Toevoer<br />

Ja<br />

Bestel<br />

koelvloeistofterugslagklep-kit<br />

9-4846<br />

Bestel<br />

koelvloeistofbuisvervangingskit<br />

Verwijder en smeer<br />

alle O-ringen op de toortskop,<br />

slijtdelenpatroon, en slijtdelen.<br />

Monteer de toorts weer Lekt<br />

hij nog steeds?<br />

Ja<br />

Vervang de slijtdelenpatroon<br />

en het schermgasmondstuk.<br />

Lekt de toorts nog steeds?<br />

Art # A-04704


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

This page is blank intentionally.<br />

INFORMATIE OVER DE TOORTS 7-6 Handleiding 0-5133NL


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

BIJLAGE 1: Schakelschema remote boogontsteking<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

POWER SUPPLY<br />

8X291<br />

C1<br />

ARC STARTER<br />

D Jumper in Cable to ID<br />

D<br />

Arc Starter Connected<br />

1900 pf<br />

C2<br />

J58<br />

J59 --RAS --RAS<br />

Water Cooled<br />

TORCH LEAD<br />

1<br />

CHASSIS GND<br />

1<br />

T1 Assembly<br />

1900 pf<br />

Inductor<br />

INNER SHIELD<br />

2<br />

2<br />

3<br />

3<br />

T1<br />

C3<br />

R1 6.8K 1W<br />

NEG & HF (to Torch)<br />

TORCH<br />

4<br />

4<br />

8X290<br />

11X16<br />

5<br />

5<br />

3<br />

6<br />

120 VAC<br />

6<br />

Line1 Load1<br />

<br />

7<br />

7<br />

1<br />

1900 pf<br />

8<br />

L1<br />

120 VAC RET<br />

8<br />

GND<br />

9<br />

9<br />

2<br />

R2 6.8K 1W<br />

PILOT<br />

C C<br />

10<br />

10<br />

Line2 Load2<br />

C4 0.1 uf 1000VDC<br />

PLT<br />

11<br />

11<br />

4<br />

PILOT RETURN (from torch)<br />

Line Line Filter 1ph<br />

12<br />

12<br />

GAP1<br />

<br />

13<br />

13<br />

NEG<br />

SPARK GAP 0.060"<br />

14<br />

14<br />

NEG (from PS)<br />

WORK<br />

14 PIN<br />

15<br />

0.1 uf 1000VDC<br />

16<br />

C6<br />

SHLD<br />

16 PIN<br />

C7<br />

C5<br />

0.047 uf 1000VDC<br />

0.047 uf 1000VDC<br />

Handleiding 0-5133NL A-1 BIJLAGE<br />

NEG (from PS)<br />

CGND<br />

NEG<br />

CHASSIS GND<br />

PILOT<br />

B B<br />

WORK<br />

A A<br />

PCB No:<br />

THERMAL DYNAMICS Assy No:<br />

INDUSTRIAL PARK #2 References<br />

WEST LEBANON, NH 03784<br />

(603) 298-5711<br />

Scale Supersedes<br />

Information Proprietary to THERMAL DYNAMICS CORPORATION.<br />

Not For Release, Reproduction, or Distribution without Written Consent.<br />

Drawn: Date:<br />

NOTE: UNLESS OTHERWISE SPECIFIED -<br />

DAT 9-21-04<br />

1. RESISTOR VALUES ARE EXPRESSED IN OHMS, 1/4W 5%.<br />

2. CAPACITOR VALUES ARE EXPRESSED IN MICROFARADS (uF). Chk: App: Sheet<br />

1 of<br />

1<br />

TITLE: TITLE: TITLE:<br />

SCHEMATIC,<br />

Size DWG No:<br />

EAGLE HF ARC STARTER<br />

Rev Revisions<br />

By Date<br />

AB ECO 101916 RS 11/01/05<br />

Last Modified: Tuesday, November 01, <strong>200</strong>5<br />

14:47:17<br />

Art # A-06896<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

TP1<br />

TP7<br />

J8<br />

LED<br />

D1<br />

D-17<br />

LED<br />

D_E1<br />

D_E15<br />

BIJLAGE 2: Printplaat-layout DMC-3000<br />

TP5<br />

J9<br />

J6<br />

TP4<br />

BIJLAGE A-2 Handleiding 0-5133 NL<br />

SW2<br />

SW1<br />

TP3 J5<br />

TP6 TP2<br />

Art # A-09188<br />

J1<br />

J2<br />

J3<br />

J4


J6<br />

D12<br />

SW2<br />

J5<br />

J4<br />

J3<br />

J2<br />

SW1<br />

J1<br />

BIJLAGE 3: Printplaat-layout DPC-3000<br />

D7<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Handleiding 0-5133NL A-3 BIJLAGE<br />

J9<br />

TP5<br />

Art # A-09189<br />

TP3<br />

D11<br />

TP7<br />

D10<br />

TP1<br />

TP6<br />

D5<br />

D4<br />

D3<br />

TP4<br />

J8<br />

D2<br />

TP8<br />

D1<br />

TP11<br />

D9<br />

D8<br />

TP2<br />

TP10<br />

TP9<br />

J10


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

J1<br />

BIJLAGE 4: Printplaat-layout TSC-3000<br />

TP4 TP1<br />

TP3<br />

J2 TP2 J3<br />

BIJLAGE A-4 Handleiding 0-5133 NL<br />

J4<br />

Art # A-09190<br />

J5


SW6<br />

J36<br />

TP14<br />

SW12<br />

TP7<br />

TP6<br />

BIJLAGE 5: Printplaat-layout CCM-ingang / uitgang<br />

TP10 TP8<br />

J1<br />

TB1 TB2 J4 J9<br />

TP11<br />

J2<br />

J5<br />

TP12<br />

J6 J7<br />

J35 TP4 TP3 TP2 SW13 TP5 TP1 TP13 J3<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

SW11 TP9 J8<br />

Art # A-09187<br />

Handleiding 0-5133NL A-5 BIJLAGE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

O<br />

N<br />

TP2<br />

TP4<br />

TP1<br />

J2<br />

BIJLAGE 6: Printplaat-layout CCM CPU<br />

TP6 TP7<br />

TP9<br />

TP10<br />

TP12<br />

J3<br />

TP14<br />

TP15<br />

Art # A-09186<br />

1<br />

AUTO PILOT<br />

SW1<br />

2<br />

3<br />

1<br />

4<br />

1<br />

PRE<br />

FLOW<br />

SW3<br />

1<br />

2<br />

Switches<br />

1<br />

POST<br />

FLOW FUNC<br />

SW4 SW5<br />

1<br />

2<br />

1<br />

2<br />

BIJLAGE A-6 Handleiding 0-5133 NL<br />

1<br />

J1<br />

1<br />

SYS<br />

CONT<br />

SW8<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

OK TO<br />

MOVE/D<br />

SW9<br />

1<br />

1<br />

2<br />

TP3<br />

TP5<br />

TP8<br />

TP11<br />

TP13<br />

O<br />

N


Art # A-04900_AC<br />

TB1<br />

TB2<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

TB1-1 E-Stop (Com) Deze punten worden in de fabriek met een brugverbinding aangesloten.<br />

TB1-2 E-Stop<br />

Verwijder de jumper om bestaande E-Stop circuits te gebruiken.<br />

TB1-3 OK 2 Contacten 24 V Max<br />

TB1-4 Stop vergrendeld<br />

TB1-5 Start / Stop Ret<br />

TB1-6 Start / stop of start vergrendeld (NEE)<br />

TB1-7 Verdeelde boogspanning (-)<br />

TB1-8 Verdeelde boogspanning (+)<br />

TB1-9 remote analoge stroombesturing (0-10V) (-)<br />

TB1-10 remote analoge stroombesturing (0-10V) (+)<br />

TB1-11 +10 V @ 10 mA voor remote CC POT<br />

TB1-12 OK 2 Contacten 24 V Max<br />

TB2-1 Start ophouden (-)<br />

TB2-2 Start ophouden (+)<br />

TB2-3 Voorstroom Aan (ON) (-)<br />

TB2-4 Voorstroom Aan (ON) (+)<br />

TB2-5<br />

TB2-6 Piloot Aan (ON) (relaiscontacten NEE)<br />

TB2-7<br />

TB2-8 Piloot Aan (ON) (relaiscontacten NEE)<br />

TB2-9<br />

TB2-10 OK-to-Move (contacten of volt gelijkstroom ) (-)<br />

TB2-11<br />

TB2-12 OK-to-Move (contacten of volt gelijkstroom ) (+)<br />

Stop<br />

Start<br />

1<br />

TB3<br />

tart / stop-circuit configuraties<br />

Ononderbroken start / stop<br />

Handleiding 0-5133NL A-7 BIJLAGE<br />

TB1-5<br />

TB1-6<br />

TB1-4<br />

TB1-5<br />

TB1-6<br />

TB3-1<br />

TB3-2 }Ingang markering<br />

Tijdelijke start / stop


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

CNC-functies<br />

BIJLAGE 7: CNC<br />

CNC-I/O-circuits leveren een galvanische isolatie van tenminste 1000V van de plasma stroomvoorziening.<br />

Terwijl de CNC-circuits van de stroomvoorziening geïsoleerd zijn, zijn veel van de retoursignalen op J15 en TB1<br />

& 2 gemeenschappelijk. J15 pinnen 1, 4, 5 & 10 en TB1-1, 5, 7, 9, en TB2-1 & 3 zijn allemaal gemeenschappelijk. De<br />

J15 pin 12 en TB2-10 zijn eveneens op de andere aangesloten wanneer SW6 (OK-to-Move selectie) is ingesteld op<br />

spanning (voltage).<br />

Achterpaneel CNC-Connector J15:<br />

14 Circuit (amp CPC) remote standaard:<br />

Chassis aarde (voor SC-11 kabelafscherming)1<br />

1 Start/Stop 3 (+); 4 (-)<br />

1 Ok-to-move (contacten of spanning2) 12(-); 14 (+)<br />

1 Verdeelde boogspanning 5 (-); 6 (+)<br />

(keuze verhouding 50:1; 40:1; 30:1; 16.6:1)<br />

Boogspanning (w/100K serie weerst.) 7 (-); 9 (+)<br />

1 Analoge sttroombesturing (0-10V)3 10 (-); 11 (+)<br />

Geïsoleerde circuitcomm (voor SC-11) 8<br />

Chassis-aarde 13<br />

1 Deze zijn ook gedupliceerd op TB1 & TB2, gebruik de ene of de andere, niet allebei. Extra functies zijn eveneens<br />

beschikbaar op TB1 & 2. .<br />

2 SW6 op CCM I/O PRINTPLAAT selecteert OK-to-Move voor geïsoleerde contactsluiting of gelijkstroomspanning<br />

(15-18V) bij


Voorstroom aan (On) TB2-3(-); TB2-4(+)<br />

Piloot aan (On) (relaiscontacten rustcontacten) TB2-6; TB2-8<br />

OK-to-move (Contacten of volt gelijkstroom ) TB2-10(-); TB2-12(+)<br />

Remote selectie plasmamarkering TB3-1:TB3-2<br />

CNC-Ingangs- / uitgangsbeschrijvingen<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

E-Stop ingang— vereist rustcontact voor nominale stroomsterkte van 35 mA @ 20V gelijkstroom voor het gebruik van de<br />

unit. De in de fabriek geïnstalleerde jumper tussen TB1-1&2 moet worden verwijderd bij aansluiting van<br />

het door de gebruiker verstrekte E-Stop circuit.<br />

4 Start/Stop ingang—Schakelaar (tijdelijk of ononderbroken) nominale waarde 35 mA @ 20 V gelijkstroom<br />

Start / stop-circuit configuraties Tijdelijke start / stop (vergrendeld) is alleen beschikbaar op TB1.<br />

MOMENTARY START / STOP<br />

SUSTAINED START / STOP<br />

STOP<br />

START / STOP<br />

TB1-5<br />

TB1-4<br />

TB1-5<br />

TB1-6 START<br />

TB1-6<br />

Verdeelde boogspanningsuitgang — het boogspanningssignaal is geïsoleerd van de plasma-stroomvoorziening<br />

maar is gemeenschappelijk met andere geïsoleerde CNC-signalen. Het max. verdeelde boogspanningssignaalniveau<br />

is afhankelijk van de werkelijke verdeelde boogspanningstijdenverhouding maar mag niet hoger zijn dan ongeveer<br />

12 V.<br />

3 Analoge stroombesturingsingang— de analoge stroombesturing omvat een analoge isolatiemodule. Een gescheiden<br />

isolatiemodule is gewoonlijk niet vereist maar de lage input is gemeenschappelijk met de andere geïsoleerde CNCingangen.<br />

Het schaalbereik van de analoge stroombesturingsingang is 0 V = 0 A, 10 V = MAX uitgang met ertussen<br />

een lineaire uitgang. De MIN uitgang is echter 10 A. De gebruiker is er verantwoordelijk voor dat een correcte<br />

analoge spanning wordt ingesteld om tenminste een 10 A uitgang te handhaven. Om een analoge stroombesturing<br />

op de I/O printplaat te gebruiken moet u SW11 in de omlaag stand zetten en SW8-2 op de CPU printplaat op ON<br />

(omhoog) zetten.<br />

Start ophouden ingang—arbeidscontact, sluiten om het starten op te houden. Nominale waarde van het circuit<br />

10 mA @ 20V gelijkstroom. Vertraagt de pilootontsteking, de gasvoorstroom gaat door. Wordt gebruikt voor het<br />

synchroniseren van starts wanneer meerdere plasmatoevoeren op dezelfde snijtafel worden gebruikt. De gebruiker<br />

levert het circuit om de Start ophouden inputs actief te houden tot alle toortsen de hoogte hebben gevonden.<br />

Voorstroom aan ingang— arbeidscontact, sluiten om voorstroom voor het normale START signaal te starten.<br />

Nominale waarde van het circuit 10 mA @ 20V gelijkstroom. Toortshoogtebesturingen (THC) zullen gewoonlijk een<br />

START signaal naar de plasmalevering sturen nadat de toortshoogte is gevonden. Daarna zal het 1-2 seconden (of<br />

meer) duren voor de plasma de voorstroom uitvoert alvorens de piloot te ontsteken. Sommige THC’s hebben een<br />

uitgang die de voorstroom vroeg tijdens het hoogtezoekproces kan starten wat op iedere snijding 1-2 seconden zal<br />

uitsparen.<br />

Piloot aan (ON) uitgang – nominale waarde relaiscontacten 1 A @ 120 V wisselstroom / 28 V gelijkstroom. De<br />

contacten sluiten wanneer de piloot aan is. Hij kan parallel met de Ok-to-move contacten worden geschakeld om<br />

de machinebeweging te starten wanneer de pilootboog is getrokken. Wordt gebruikt bij het starten boven gaten.<br />

Voor het starten boven gaten moet u voor een langere piloottijd de SW8-1 aan (ON) (omhoog) zetten op de CPU<br />

printplaat. Het gebruik van een langere piloottijd om boven gaten te starten of om boven gaten te snijden zal de<br />

levensduur van de delen verkorten.<br />

Handleiding 0-5133NL A-9 BIJLAGE


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

OK-to-move uitgang — is actief wanneer de snijboog is gevormd en de boog is overgedragen. Wordt gebruikt om<br />

de snijtafel te vertellen de X-Y verplaatsing te starten. De nominale waarde van de relaiscontacten is 1 A @ 120 V wisselstroom<br />

of 28 V gelijkstroom wanneer SW6 op contacten is ingesteld. Wanneer SW6 is ingesteld op gelijkstroom V,<br />

zijn de uitgangsleveringen 15-18 V gelijkstroom @ 100 mA. Hij kan parallel met Piloot On (aan) worden geschakeld<br />

om de beweging van de snijmachine te starten zodra de piloot is gevormd.<br />

5 De volgende functies zijn beschikbaar in Ultracut CCM-herzieningsniveau BA en hoger of S/N<br />

05517201 en hoger.<br />

5 OK-to-move2 – Levert een tweede set van arbeidscontacten die zullen sluiten wanneer de boogoverdracht is geconstateerd.<br />

De nominale waarde van de contacten gelden voor maximaal 24 V wisselstroom/gelijkstroom @ 1A.<br />

Vereenvoudigd CNC-circuit.<br />

5 +10V @ 10ma.Voor remote CC-Pot – indien men bij vroegere versies van de CCM een potentiometer wenste te<br />

gebruiken voor de remote analoge stroombesturing (CC)-ingang was een externe 10 V voeding voor Pot High (hoog)<br />

noodzakelijk. Nu wordt een (van de primaire plasmacircuits) geïsoleerde 10 V voeding geleverd. De aanbevolen<br />

waarde van de potentiometer is 5K of 10K.<br />

Ext. +10V<br />

Art # A-09246<br />

BIJLAGE A-10 Handleiding 0-5133 NL<br />

TB1<br />

11<br />

10<br />

9<br />

+10V<br />

WIPER<br />

5 Plasmamarkeringselectie (remote) – de plasmamarkering is alleen beschikbaar op de DFC 3000 en kan worden<br />

geactiveerd met een contactsluiting tussen TB3-1 en TB3-2 indien SW8-4, DIP-switch op de CPU-kaart (de kleinste<br />

van de twee 2 CCM-kaarten), ook aan (on) is. Wanneer u de aansluiting tussen TB3-1 en TB3-2 verbreekt wordt de<br />

modus weer teruggeschakeld naar de normale snijmodus. Voor Ultracut power voedingen volstaat het om SW8-4<br />

aan (on) te laten of u nu markeert of niet.


Vereenvoudigd CNC-circuit.<br />

J15 CNC<br />

14 pin CPC<br />

rear panel<br />

SUSTAINED START / STOP<br />

MOMENTARY START / STOP<br />

STOP<br />

TB1-4<br />

Remote CC Pot connections<br />

Art # A-09191<br />

START / STOP<br />

START<br />

.<br />

.<br />

J15<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

POT<br />

.<br />

TB1<br />

11<br />

10<br />

9<br />

TB1-5<br />

TB1-6<br />

TB1-5<br />

TB1-6<br />

E-STOP Ret (-)<br />

E-STOP input (+)<br />

OK2<br />

STOP (NC)<br />

START/STOP Ret (-)<br />

START/STOP OR START LATCH (+)<br />

DIVIDED ARC V (-)<br />

DIVIDED ARC V (+)<br />

Remote Analog Current Control ret (-)<br />

Remote Analog Current Control input (+)<br />

Supply for remote CC pot, +10 VDC @ 10ma.<br />

OK2<br />

Plasma Marking Remote<br />

SW or Relay activated.<br />

(use with DFC 3000 only)<br />

OK TO MOVE<br />

output<br />

(contacts or<br />

DC Volts)<br />

HOLD START (-)<br />

HOLD START (+)<br />

PREFLOW ON (-)<br />

PREFLOW ON (+)<br />

PILOT ON<br />

output<br />

(Contacts)<br />

OK to MOVE (-)<br />

OK to MOVE (+)<br />

Remote Analog Current Control (-)<br />

START / STOP (+)<br />

START / STOP (-)<br />

Remote Analog Current Control (+)<br />

Divided Arc V (-)<br />

SC 11 Comm Ref<br />

Divided Arc V (+)<br />

ARC V_100K (+)<br />

ARC V_100K (-)<br />

OK to MOVE (-)<br />

OK to MOVE (+)<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Handleiding 0-5133NL A-11 BIJLAGE<br />

TB1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

TB2<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

J1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

J4<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

TB3<br />

1<br />

2<br />

I1<br />

CCM Module<br />

I1<br />

Active LOW Logic Input<br />

Active LOW Logic Input<br />

Active LOW Logic Input<br />

+10 VDC @ 10ma.<br />

OK2- Suplemental<br />

low voltage (24V)<br />

OK to Move<br />

SW11<br />

3<br />

1<br />

2<br />

Active LOW Logic Input<br />

Active LOW Logic Input<br />

PSR<br />

7<br />

- 8<br />

+ 1<br />

OK to Move<br />

Active LOW Logic Input<br />

(not isolated)<br />

All I-O except Plasma Marking is isolated<br />

from plasma power supply circuits. TB3 is<br />

not isolated. Activate with relay or switch<br />

isolated from other circuits.<br />

6<br />

2<br />

ALL SW OFF for 50:1 (default)<br />

SW12-1 ON = 16.7:1 (SC-11)<br />

SW12-2 ON = 30:1<br />

SW12-3 ON = 40:1<br />

SW12-4 ON = 25:1<br />

I1<br />

To CPU PCB<br />

Analog Input<br />

1K<br />

1K<br />

1K<br />

SW12-1<br />

1 8<br />

SW12-2<br />

2 7<br />

SW6<br />

1<br />

2<br />

3<br />

5<br />

4<br />

6<br />

ARC V (+)<br />

ARC V (-)<br />

SW12-3<br />

3 6<br />

SW12-4<br />

4 5<br />

Input Circuit<br />

Common<br />

(isolated)<br />

I1<br />

+16 to 18 VDC<br />

(isolated)


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

CNC-aansluitingen.<br />

Snijmachin e CNC-kabel Stroomvoorziening<br />

START/STOP<br />

{<br />

Start verplaatsing ()<br />

A-07632<br />

*<br />

**<br />

(1)<br />

( 2)<br />

( 3)<br />

( 4)<br />

( 5)<br />

( 6)<br />

( 7)<br />

( 9)<br />

( 10)<br />

( 12)<br />

( 14)<br />

Afscherming<br />

J15<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

12<br />

13<br />

14<br />

*<br />

Rustcontact<br />

.......... Bron, 16 V gelijkstroom, 10 mA<br />

BIJLAGE A-12 Handleiding 0-5133 NL<br />

..........<br />

..........<br />

*<br />

..........<br />

( 11)<br />

11 ..........<br />

...<br />

... Verdeelde boog V (-)<br />

Verdeelde boog V (+)<br />

oog V (-) door 100K ***<br />

Boog V (+) door 100K ***<br />

Remote analoge stroombesturing (-)<br />

Remote analoge stroombesturing (+)<br />

OK-to-move<br />

Relaiscontact DCV (-)<br />

(1A @ 120 V Gelijkstroom V (-)<br />

wisselstroom gelijkstroom V (+)(<br />

of 28 V<br />

15 - 18 V gelijkstroom @<br />

gelijkstroom) tot max. 100 mA)<br />

* Stroomvoorziening aarde niet gebruikt voor de CNC-kabel<br />

Sluit draad #1 nergens op aan.<br />

** de afvoerdraad van de kabelafscherming moet bij de snijmachine<br />

worden aangesloten op de aarde<br />

*** Wordt alleen gebruikt voor speciale toortshoogtebesturing


This Page Intentionally Blank<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Handleiding 0-5133NL A-13 BIJLAGE


A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

400 VAC 3 Phase<br />

INPUT POWER<br />

INDICATOR<br />

REAR PANEL<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

NE1<br />

To T1 PRI - 0<br />

(A1 Sht2)<br />

L1<br />

L2<br />

L3<br />

BIJLAGE 8: Schakelschema, CE 400V stroomvoorziening<br />

1<br />

Art # A-07008_AD<br />

1<br />

E<br />

CN1 1 LINE to LINE,<br />

LINE TO GND<br />

CAPS & VARISTORS<br />

CN3<br />

1<br />

4<br />

L2<br />

L3<br />

L4<br />

L5<br />

L6<br />

L7<br />

TB1<br />

To PCB7 TB3<br />

(A1 Sht2)<br />

5<br />

CN4 1<br />

NE2<br />

4<br />

8<br />

INPUT POWER<br />

INDICATOR<br />

INTERNAL<br />

PCB 1<br />

WK-5630<br />

FILTER PCB<br />

P_GND<br />

VAC_IN<br />

To PCB7 CN2-2<br />

(A1 Sht 2)<br />

To PCB7 CN2-1<br />

(A1 Sht 2)<br />

ON / OFF<br />

CN2 1<br />

2<br />

C.P1<br />

To PCB7 CN2-5<br />

(A2 Sht 2)<br />

To PCB7 CN2-4<br />

(A2 Sht 2)<br />

2<br />

From CN9 on PCB7<br />

(D2, Sht 2)<br />

D1<br />

AC AC AC<br />

- +<br />

RIBBON CABLE SIGNALS<br />

CN6 - 16 Ckt Ribbon Cable<br />

2,4- I_REF (Scaled Cut Demand)<br />

5- PS_START (Start)<br />

6- REDUNDANT_START (Start2)<br />

8- INV_READY<br />

9- / PS_START disabled by Input_NG<br />

12- / OCR<br />

13- / PS_START disabled by OCR<br />

14- /TEMP_ERR<br />

2<br />

L1<br />

L9<br />

L1<br />

L2<br />

L3<br />

L1<br />

L2<br />

L3<br />

C1<br />

NFC1<br />

EMI<br />

FILTER<br />

NFC2<br />

EMI<br />

FILTER<br />

L4<br />

L5<br />

L6<br />

L4<br />

L5<br />

L6<br />

MC3-A<br />

MC3-B<br />

MC3-C<br />

MC1-A<br />

MC1-B<br />

MC1-C<br />

CN2 1<br />

2<br />

3<br />

+12VDC<br />

RY2<br />

RY2<br />

3<br />

400<br />

<strong>200</strong><br />

COM<br />

CN4 - PCB12<br />

R<br />

3<br />

400_A<br />

<strong>200</strong>_A<br />

COM_A<br />

/ 400<br />

<strong>200</strong>V<br />

+12VDC +12VDC<br />

BIJLAGE A-14 Handleiding 0-5133 NL<br />

/ <strong>200</strong><br />

/ 400<br />

CN2<br />

1 VAC_IN<br />

V_CHANGE PCB<br />

400V only<br />

PGND1<br />

P_GND<br />

PGND2<br />

+15V<br />

MISSING_PHASE<br />

+15V<br />

INPUT_NG<br />

+15V<br />

PCB 5 WK-5602 (partial)<br />

INTERFACE PCB<br />

4<br />

CN4 CN5 CN6<br />

CN1 CN5 CN6<br />

PCB4 WK-5604<br />

DETECTOR PCB<br />

LED2<br />

PHASE<br />

MISSING PHASE<br />

15- / PS_START disabled by Temp _Err MISSING<br />

T<br />

S<br />

R<br />

+ +<br />

CN4 - PCB12<br />

T<br />

S<br />

CN10 1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

1<br />

2<br />

CN4 1<br />

2<br />

1<br />

2<br />

2<br />

3<br />

3<br />

4<br />

4<br />

-<br />

5<br />

3<br />

4<br />

4<br />

+<br />

CN3 1<br />

INRUSH<br />

CN1<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

6<br />

RY2<br />

6<br />

CN1- not used<br />

4<br />

3<br />

CN2 400V 1<br />

CN2-400V<br />

2<br />

2<br />

3<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

2<br />

3<br />

2<br />

1<br />

TB1<br />

CN7 CN71 1<br />

CN7<br />

TB2<br />

--400--<br />

TB3 +<br />

TB4<br />

4<br />

(pulses)<<br />

N2<br />

4<br />

100A INVERTER MODULE # 1 (top)<br />

PCB3 WK-5694<br />

BIAS SUPPLY PCB<br />

BIAS SUPPLY<br />

FOR PCB5<br />

+15V<br />

+5V<br />

GND<br />

-15V<br />

DC FAN<br />

POWER<br />

FAN + (24 VDC)<br />

CN6<br />

100A INVERTER MODULE # 2 (bottom)<br />

(same as #1)<br />

2<br />

3<br />

2<br />

3<br />

P1<br />

4<br />

5<br />

4<br />

5<br />

1<br />

2<br />

3<br />

+<br />

4<br />

CN1- not used<br />

CN32 1<br />

1<br />

CN32<br />

LED3<br />

INPUT NG<br />

2<br />

3<br />

2<br />

3<br />

1 2<br />

4<br />

1 2<br />

4<br />

4<br />

4<br />

CN6<br />

FAN - (24 VDC)<br />

5<br />

(F2 -Sht2)<br />

5<br />

16 CKT RIBBON CABLE<br />

CN6 16 CKT<br />

LED1 DIM = LOW, BRIGHT = OK<br />

LED2 DIM = OK, BRIGHT = FAULT<br />

LED3 DIM = OK, BRIGHT = FAULT<br />

LED4 OFF = OK, ON = FAULT<br />

LED5 OFF = OK, ON + FAULT<br />

3<br />

3<br />

1<br />

CN18<br />

4 - + 1<br />

3<br />

4<br />

- +<br />

1<br />

2<br />

3<br />

3<br />

2<br />

2<br />

LED5<br />

ERROR<br />

N (-)<br />

P (+)<br />

N (-)<br />

P (+)


6<br />

L8<br />

L10<br />

6<br />

TEMP_C<br />

1<br />

CN17<br />

/ OVERTEMP <<br />

GND_C<br />

2<br />

3<br />

LED4<br />

CHOPPER TEMP<br />

1<br />

CN33<br />

P_ena<br />

P_ref<br />

Iref_G<br />

2<br />

3<br />

/PILOT ENABLE ><br />

PILOT DEMAND ><br />

7<br />

PILOT REGULATOR<br />

(CHOPPER)<br />

7<br />

N2<br />

PILOT REG.<br />

(CHOPPER )<br />

PCB1<br />

WK-5750<br />

PILOT REG.<br />

(CHOPPER )<br />

PCB2<br />

WK-5754<br />

4<br />

CN3 2<br />

1<br />

CN8<br />

2<br />

1<br />

< /OVER_TEMP<br />

TEMP_C<br />

GND_C<br />

I_senseP<br />

GNDP<br />

PILOT CURRENT SIGNAL <<br />

P1<br />

BIAS<br />

POWER<br />

CN2 1<br />

> P_Enable (P_ena)<br />

> P_DEM (P_Iref)<br />

2<br />

3<br />

P_ena<br />

P_ref<br />

Iref_G<br />

+15Vw<br />

-15Vw<br />

Isense_W<br />

GNDW<br />

WORK CURRENT SIGNAL <<br />

I_DET<br />

I_SE<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Handleiding 0-5133NL A-15 BIJLAGE<br />

< <<br />

I_senseP<br />

GNDP<br />

8<br />

TB1<br />

8<br />

HALL SENSOR<br />

+12V<br />

-12V<br />

SIGNAL<br />

COMMON<br />

C1 Capacitor, 0.1 uf, 1250 VDC (D2, Sht 2)<br />

C2 Capacitor, 2 uf, 430VAC (A9, Sht 1)<br />

C.P1 Circuit protector/ON-OFF SW (B2, Sht 1)<br />

15A, 460V, 3P<br />

C.P2 Circuit protector 2.5A 125V (D2, Sht 1)<br />

C.P3 Circuit protector 3.15A 125V (D2, Sht 1)<br />

C.P4 Circuit protector 10A 125V (E2, Sht 1)<br />

C.P5 Circuit protector 2.5A 125V (E2, Sht 1)<br />

C.P6 Circuit protector 2.5A 125V (F2, Sht 1)<br />

C.P7 Circuit protector 5A 125V (E2, Sht 1)<br />

C.P8 Circuit protector 3.15A 125V (F3, Sht 1)<br />

D1 Diode Bridge 20A, 1600V, 3P (D2, Sht 1)<br />

D2 Diode, Dual, 2x100A, 600V (B9, Sht 1)<br />

FAN1 Fan, Coolant, 24 VDC (F4, Sht 2)<br />

FAN3 Fan, Chopper, 24 VDC (A8, Sht 1)<br />

FL1 Flow sensor (B5, Sht 2)<br />

1<br />

CN3<br />

CN5<br />

CN4 1<br />

23<br />

2<br />

3<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

CN4 2<br />

1<br />

CN7<br />

4<br />

5<br />

4<br />

3<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

TB5<br />

1<br />

CN4<br />

TB2<br />

CN2 1<br />

3<br />

2<br />

CN6 1<br />

2<br />

3<br />

3<br />

2<br />

4<br />

4<br />

5<br />

THS1<br />

SW_TEMP_NC<br />

CN9<br />

1<br />

2<br />

CN5 1<br />

23<br />

4<br />

TB4<br />

CN1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

CN1<br />

2<br />

1<br />

FAN3<br />

HCT1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

R6<br />

20K<br />

30W<br />

+ -<br />

4 FAN3<br />

CN1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

4<br />

3<br />

K2<br />

A2<br />

2<br />

1 A1<br />

K1<br />

+15Vw<br />

-15Vw<br />

Isense_W<br />

GNDW<br />

9<br />

NEG ARC VOLTS<br />

(C7 & A9,Sht 2)<br />

TB2 TB3<br />

PCB 8<br />

WK-5687<br />

RC &<br />

RF CAPS<br />

D2<br />

MC2-A<br />

MC2-B<br />

MC2-C<br />

CN2 1<br />

2<br />

3<br />

HCT2<br />

HALL SENSOR<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

CN3 1<br />

PILOT (TIP) VOLTS<br />

(C7, Sht 2)<br />

9<br />

TB1<br />

TORCH (-)<br />

PILOT<br />

WORK (+)<br />

WORK<br />

(C7 & A9,Sht 2)<br />

Power Supply<br />

Rear Panel<br />

C2<br />

2 UF<br />

R9<br />

50<br />

HCT1 Hall Current Sensor, Pilot (B8, Sht 1)<br />

HCT2 Hall Current Sensor, Work (C9, Sht 1)<br />

L1,L9 Toroid Core input common mode filter (A2, B2, Sht 1)<br />

L2-7 Toroid Core common mode filter (B1, C1, Sht 1)<br />

L8,L10 Toroid Core output common mode filter (A6, C6, Sht 1)<br />

LSW1 Level SW, coolant, NC (B5, Sht 2)<br />

MC1 Contactor, 3P ,Inv 1 input, Coil (B3, Sht 2)<br />

" Contacts (A2, B2, Sht 1)<br />

" Aux Contact (B3, Sht 2)<br />

MC2 Contactor, pilot, Coil (B3, Sht 2)<br />

" Contacts (C9, Sht 1)<br />

MC3 Contactor, 3P ,Inv 2 input, Coil (B3, Sht 2)<br />

" Contacts (B2,C2, Sht 1)<br />

" Aux Contact (B3, Sht 2)<br />

MOT1 Motor, Pump <strong>200</strong>VAC, 1P (E4, Sht 2)<br />

NE1 Neon indicator, rear panel, 220VAC (C1, Sht 1)<br />

NE2 Neon indicator, internal, 220VAC (D1, Sht 1)<br />

NFC1 & 2 Noise Filter, EMI, input (A3, B3, Sht 1)<br />

R6 Resistor, 20K ,30W (A8, Sht 1)<br />

R7 Resistor, 1K ,30W (E2, Sht 2)<br />

R9 Resistor, 50 ,40W (A9, Sht 1)<br />

T1 Aux Transformer (D-F1, Sht 2)<br />

TH1 Thermal Sensor, coolant return (B5, Sht 2)<br />

Thermal<br />

Rev Revisions<br />

By Date<br />

Thermal Dynamics<br />

AA ECO-B402 DAT 2/26/07<br />

Industrial Park #2<br />

AB ECO-B448 DAT 4/13/07<br />

West Lebanon NH 03784<br />

603-298-5711<br />

AC ECO-B646 GAC 10/31/07 Dynamics<br />

AD ECO-B1391<br />

DAT 4-24-09 Information Proprietary to THERMAL DYNAMICS CORPORATION.<br />

AE ECO-B1535 DAT 9-25-09 Not For Release, Reproduction, or Distribution without Written Consent.<br />

NOTE: UNLESS OTHERWISE SPECIFIED -<br />

1. RESISTOR VALUES ARE EXPRESSED IN OHMS, 1/4W 5%.<br />

PCB No:<br />

Assy No:<br />

Scale Supersedes<br />

Date:<br />

Tuesday, October 03, <strong>200</strong>6<br />

Drawn: References<br />

DAT<br />

2. CAPACITOR VALUES ARE EXPRESSED IN MICROFARADS (uF). Chk: App: Sheet<br />

1 of 2<br />

TITLE: SCHEMATIC,<br />

Size DWG No:<br />

Last Modified:<br />

Friday, September 25, <strong>200</strong>9<br />

08:11:44 150/<strong>200</strong>A Power Supply 400V CE (Chopper) D 42X1217<br />

RAS<br />

COMPONENT LOCATOR<br />

10<br />

10<br />

WORK<br />

Art # A-07008_AD<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F


A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

To T1 PRI - 0<br />

(F1 Sht 1)<br />

BIJLAGE 8: Schakelschema, CE 400V stroomvoorziening (vervolg<br />

To PCB7 TB3<br />

(F1 Sht 1)<br />

460<br />

220<br />

0___<br />

1<br />

Art # A-07009_AD<br />

1<br />

To PCB7 CN2-1<br />

(F1 Sht 1)<br />

T1<br />

To PCB7 CN2-2<br />

(F1 Sht 1)<br />

120.<br />

0___<br />

24_<br />

0__<br />

24.<br />

0_<br />

120.<br />

0...<br />

110<br />

0..<br />

<strong>200</strong><br />

0.<br />

100<br />

0,,<br />

13<br />

0,<br />

To PCB7 CN2-5<br />

(F2 Sht 1)<br />

To PCB7 CN2-4<br />

(F2 Sht 1)<br />

C.P2<br />

C.P3<br />

C.P4<br />

C.P5<br />

R8<br />

1K 30W<br />

C.P7<br />

0V-A (24V ret)<br />

2<br />

AC24V-GCM<br />

(D9, A10)<br />

AC120V-GCM<br />

(D9, A10)<br />

0V-B (120V ret)<br />

FAN - (24 VDC)<br />

2<br />

INPUT<br />

CONTACTOR<br />

MC1<br />

<strong>200</strong>-not used<br />

AC120 @ 1A<br />

AC<strong>200</strong>V @ 3A<br />

C.P8<br />

FAN + (24 VDC)<br />

FROM CN18 PCB3 sht 1<br />

C.P6<br />

MC2<br />

AC13V @ 2A<br />

PILOT<br />

CONTACTOR<br />

400<br />

CN9<br />

1<br />

2<br />

3<br />

CN10<br />

1<br />

2<br />

3<br />

CN6<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

CN3<br />

1<br />

2<br />

3<br />

1<br />

2<br />

CN11<br />

CN2<br />

TB3<br />

TB4<br />

TB5<br />

2<br />

1<br />

CN9<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

400<br />

<strong>200</strong><br />

COM<br />

400<br />

<strong>200</strong><br />

COM<br />

1<br />

CN2<br />

3<br />

RY10<br />

PCB7 WK-5628<br />

RELAY PCB<br />

RY7<br />

TB1<br />

TB2<br />

+<br />

RY1<br />

RY9<br />

RY5<br />

3<br />

+<br />

TO AC<br />

INDICATOR<br />

(on PCB6)<br />

CN12 1<br />

MC1 AUX<br />

2<br />

3<br />

RY3<br />

RY11<br />

RY4<br />

4<br />

5<br />

2<br />

3<br />

BIJLAGE A-16 Handleiding 0-5133 NL<br />

+15V<br />

/PUMP<br />

/FAN<br />

/RAS<br />

+15V<br />

0V-RAS<br />

4<br />

PCB 5 WK-5602 (partial) INTERFACE PCB<br />

CN8<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

CN7<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

CN4<br />

1<br />

2<br />

3<br />

CN5<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

CN12<br />

1<br />

2<br />

1<br />

CN8<br />

AC120V-RAS<br />

(C9)<br />

1 1<br />

2 2<br />

3 3<br />

1 1<br />

2 2<br />

2<br />

3<br />

DC 15V<br />

DC 0V<br />

4<br />

' PUMP .<br />

MOT1<br />

+ -<br />

FAN1<br />

4<br />

CN1 1<br />

+15V<br />

2<br />

TH1<br />

t<br />

COOLANT TEMP<br />

(ON COOLANT<br />

RETURN)<br />

CCM MODULE<br />

TP3<br />

TP2<br />

TP4<br />

TP5<br />

TP6<br />

TP14<br />

TP12<br />

TP16<br />

TP18<br />

TP9<br />

TP10<br />

CN13 1<br />

TP17<br />

TP15<br />

TP7<br />

TP8<br />

1<br />

2<br />

1<br />

2<br />

2<br />

3<br />

+V<br />

SIG<br />

GND<br />

FL1<br />

3<br />

3<br />

R G B<br />

FLOW_TURBINE_PULSE<br />

I/O PCB<br />

CIRCUIT COMM (GND)<br />

29-41 VDC<br />

+15VDC<br />

+5VDC<br />

-15VDC<br />

ANALOG DEM to CPU<br />

NEG ARC VOLTS<br />

PILOT (TIP) VOLTAGE<br />

CUT DEM to PS<br />

PILOT DEM to PS<br />

COOLANT FLOW (freq) *<br />

5<br />

+15VDC_ISO<br />

-15VDC_ISO<br />

+16 to +18VDC<br />

ISOLATED COMM<br />

5<br />

ISOLATED<br />

VOLTAGES<br />

SW6 - OK to MOVE CONTACTS / VOLTS<br />

SW11 - ANALOG CURRENT SELECT<br />

"B" DEFAULT, "A" REMOTE<br />

SW12 - DIVIDED ARC V RATIO SELECT<br />

SW13 - FACTORY ONLY<br />

CPU PCB<br />

1<br />

CN14<br />

D9 GAS_ON<br />

1<br />

2<br />

D7 E-STOP_PS<br />

D8 OK_CNC<br />

D15 PSR<br />

D23 CNC_START<br />

LED1<br />

LEVEL<br />

2<br />

D21 CNC_E-STOP<br />

D26 HOLD_START<br />

D28 CNC_PREFLOW<br />

D11 INITIALIZING / PROGRAMMING<br />

D12 STATUS CODE<br />

D13 +5V<br />

1<br />

2<br />

LSW1-1<br />

SW_LIQUID_LEVEL_NC


)<br />

6<br />

CN10 26 CKT<br />

RIBBON CABLE<br />

TEST SOCKET<br />

J35 26 CKT<br />

RIBBON CABLE SIGNALS<br />

/ = active low digital signal<br />

CN10-J35 - 26 Ckt Ribbon Cable<br />

2-Cut Demand<br />

4-Pilot Demand<br />

6-/ Start<br />

7-/ Start2<br />

9-/ Pilot Enable<br />

10-/ HF Enable<br />

12-/ Pump Enable<br />

13-/ Fan Enable<br />

15-/ DC Indicator<br />

16-/ Over Temperature Indicator<br />

18-/ Gas-Coolant OK Indicator<br />

19-/ Status Lamp<br />

CN11-J36 - 34 Ckt Ribbon Cable<br />

1- Output Current Signal<br />

3- / Arc Transferred (CSR)<br />

4- / Pilot On<br />

6- Coolant Flow (freq)<br />

7- Coolant Temp (analog)<br />

9- / Temp OK (Inverter/Chopper)<br />

10- / Coolant Level OK<br />

12- Missing Phase<br />

13- / Ready to Operate<br />

15- / Input Volts OK<br />

16- / Inverter OCR<br />

18- / PS ID "00*"<br />

19- / PS ID "0*0"<br />

20- / PS ID "*00"<br />

21- E-Stop<br />

22- E-Stop<br />

29,31,33- 24 VAC Supply<br />

30,32,34- 24 VAC Return<br />

6<br />

CN11 34 CKT<br />

RIBBON CABLE<br />

TEST SOCKET<br />

J36 34 CKT<br />

Signal & GND<br />

Isolated from<br />

Plasma Supply<br />

7<br />

** RS 485 / 422<br />

on CPU board<br />

19X2554 only.<br />

JUMPER<br />

for 4 WIRE<br />

uses<br />

TX+, TX-<br />

RX+, RX-<br />

TP11<br />

JUMPER<br />

for 2 WIRE<br />

(RS485 only)<br />

wire to A & B<br />

NEG ARC VOLTS<br />

(A9, sht1)<br />

PILOT (TIP) VOLTS<br />

(B9, sht1)<br />

WORK<br />

(C9, sht1)<br />

J6<br />

- ARC V<br />

4W 2W 4W 2W<br />

J14<br />

J14<br />

7<br />

1<br />

5<br />

8<br />

TP13<br />

CN23<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

TP1<br />

J6 **<br />

1<br />

Iso<br />

2<br />

Rx- 3<br />

Tx+ 4<br />

Rx+ 5<br />

Tx- 6<br />

24VAC<br />

24 VAC RET<br />

SW10-ADDRESS<br />

normally 0<br />

(refer to 9 0 1<br />

8 2<br />

manual) 7 3<br />

6 54<br />

SW14 - LINE SW14<br />

TERMINATION<br />

normally on<br />

(refer to manual)<br />

+15V<br />

/ AC<br />

/ TEMP<br />

/ GAS - COOLANT<br />

/ DC<br />

/ STATUS<br />

Signal - Basic ID<br />

Used to identify<br />

GCM 1000 present<br />

GAS ON<br />

TB1<br />

E-STOP<br />

E-STOP - 1<br />

MOMENTARY START / STOP<br />

STOP<br />

E-STOP +<br />

* OK2<br />

2<br />

3<br />

4<br />

START<br />

START / STOP - 5 OK2 *<br />

+ 6<br />

DIVIDED ARC V - 7<br />

DIVIDED ARC V + 8<br />

REMOTE ANALOG CURRENT CONTROL - 9<br />

REMOTE ANALOG CURRENT CONTROL + 10<br />

* +10VDC @ 10 ma.(for CC pot high) 11<br />

1K<br />

* OK2 12<br />

TB2<br />

HOLD START -<br />

HOLD START +<br />

1<br />

2<br />

100K<br />

PREFLOW ON -<br />

PREFLOW ON +<br />

3<br />

4<br />

100K3<br />

5<br />

- ARC V<br />

* Only in CCM w/<br />

19X2634 I/O PCB.<br />

Remote Marking<br />

only for DFC 3000<br />

(not isolated)<br />

PILOT ON<br />

OUTPUT<br />

OK to MOVE -<br />

OK to MOVE +<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

TB3<br />

PSR<br />

* REMOTE MARKING + 1<br />

* REMOTE MARKING - 2<br />

J9<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

K6<br />

5<br />

6<br />

K7-1<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Handleiding 0-5133NL A-17 BIJLAGE<br />

8<br />

CN24<br />

8<br />

J5<br />

J7<br />

PCB6 DISPLAY<br />

WK-5603<br />

GREEN1<br />

PLASMA ENABLE<br />

1<br />

PLASMA ENABLE<br />

2<br />

PRESS OK (GCM 1000)<br />

3<br />

J1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

J8<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

J4<br />

1<br />

3<br />

5<br />

7<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

GREEN AC<br />

YELLOW TEMP<br />

GREEN2<br />

RED<br />

POT HI (GCM1000)<br />

POT WIPER (GCM1000)<br />

POT LOW (GCM 1000)<br />

GAS<br />

DC<br />

STATUS<br />

9<br />

(E4)<br />

DC 15V<br />

(F4)<br />

DC 0V<br />

9<br />

(E2)<br />

WORK<br />

(C9, sht 1)<br />

NEG ARC VOLTS<br />

(A9, sht 1)<br />

AC120V-RAS<br />

0V-RAS (120V ret)<br />

AC24V-GCM<br />

(E2)<br />

0V-A (24V ret)<br />

AC120V-GCM<br />

(E2)<br />

0V-B (120V ret)<br />

10<br />

INTERNAL TERMINAL<br />

STRIP TB3<br />

(Not in all units)<br />

0V-A (24V ret) 1<br />

24 VAC @ 1A<br />

AC24V-GCM 2<br />

0V-B (120V ret)<br />

AC120V-GCM<br />

Thermal<br />

120 VAC @ 100ma.<br />

UNDIVIDED ARC VOLTS<br />

FOR HEIGHT CONTROLS<br />

POWER SUPPLY<br />

REAR PANEL<br />

Was 7 pin<br />

J54-REMOTE HMI changed to<br />

14 pin in <strong>200</strong>9<br />

& CNC COMM<br />

1<br />

JUMPER IN<br />

2<br />

REMOTE<br />

3<br />

HMI<br />

4<br />

5<br />

6<br />

PLASMA ENABLE<br />

B<br />

7 KEY PLUG<br />

8 Tx+<br />

9 GND<br />

10 GND<br />

RS 485 (2 wire)<br />

uses Tx+ & Tx- only<br />

(used for TSC 3000)<br />

11<br />

RS 422 (4 wire)<br />

12 Tx-<br />

13 Rx+<br />

14 Rxconnect<br />

TX+ to RX+<br />

of CNC, Tx- to Rxof<br />

CNC<br />

KEY PLUG<br />

START / STOP<br />

DIVIDED ARC VOLTS<br />

REMOTE ANALOG<br />

CURRENT CONTROL<br />

OK TO MOVE<br />

Rev Revisions<br />

By Date<br />

Thermal Dynamics<br />

AA ECO-B402 DAT 2/26/07<br />

Industrial Park #2<br />

AB ECO-B448 DAT 4/13/07<br />

West Lebanon NH 03784<br />

603-298-5711<br />

AC ECO-B646 GAC 10/31/07 Dynamics<br />

AD ECO-B1391<br />

DAT 4-24-09 Information Proprietary to THERMAL DYNAMICS CORPORATION.<br />

AE ECO-B1535 DAT 9-25-09 Not For Release, Reproduction, or Distribution without Written Consent.<br />

NOTE: UNLESS OTHERWISE SPECIFIED -<br />

1. RESISTOR VALUES ARE EXPRESSED IN OHMS, 1/4W 5%.<br />

PCB No:<br />

Assy No:<br />

Scale Supersedes<br />

Date:<br />

Tuesday, October 03, <strong>200</strong>6<br />

Drawn: References<br />

DAT<br />

2. CAPACITOR VALUES ARE EXPRESSED IN MICROFARADS (uF). Chk: App: Sheet<br />

2 of 2<br />

TITLE: SCHEMATIC,<br />

Size DWG No:<br />

Last Modified:<br />

Friday, September 25, <strong>200</strong>9<br />

08:11:44 150/<strong>200</strong>A Power Supply 400V CE (Chopper) D 42X1217<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

J59-RAS<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

J55-GCM<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

31<br />

32<br />

33<br />

34<br />

35<br />

36<br />

37<br />

J15-CNC<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

Art # A-07009_AD<br />

10<br />

A<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

SW10-ADDRESS<br />

normally 0<br />

(refer to<br />

manual)<br />

9 0 1<br />

8 2<br />

7 3<br />

6 54<br />

BIJLAGE 9: Schakelschema, DFC-3000 automatisch<br />

gasboxsysteem<br />

4W 2W<br />

4W 2W<br />

+5 VDC<br />

Data +<br />

Data -<br />

COM<br />

Shield<br />

J65<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

USB<br />

1<br />

1<br />

755x000<br />

CONTROL<br />

CABLE<br />

24 VAC<br />

24 VAC RET<br />

HMI PRESENT<br />

PLASMA ENABLE<br />

COM<br />

Tx+ (A)<br />

SIG COM<br />

SIG COM<br />

Tx- (B)<br />

Rx+<br />

Rx-<br />

SHIELD<br />

SHIELD<br />

DMC3000 - MANIFOLD CONTROLLER ASSEMBLY<br />

19X2367<br />

<strong>ULTRA</strong>CUT POWER SUPPLY<br />

PLASMA ENABLE +<br />

PLASMA ENABLE -<br />

J55<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

P55<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

P56<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

J56<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

(JMP)<br />

120VAC DMC<br />

120VAC DMC RET<br />

(1)<br />

(2a)<br />

J57 P57<br />

1 1<br />

2 2<br />

UNIT E-STOP<br />

24 VAC<br />

CHASSIS GND<br />

+15 VDC<br />

15 VDC RET<br />

24 VAC RET<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

( 5)<br />

( 6)<br />

(1)<br />

(3)<br />

(2b)<br />

( 5)<br />

( 6)<br />

(8)<br />

(9)<br />

FERRITE<br />

CORE<br />

19X2384 SMPS +24; +/-12; +5<br />

P1<br />

P2<br />

F1 1.6A SB<br />

120 VAC<br />

1<br />

1<br />

2<br />

2<br />

3<br />

E-STOP<br />

3<br />

120 VAC RET<br />

4<br />

E-STOP<br />

4<br />

5<br />

5<br />

6<br />

+24 VDC<br />

6<br />

7<br />

7<br />

E-STOP<br />

8<br />

8<br />

F2 3A SB<br />

FERRITE<br />

CORE<br />

-12V<br />

GND<br />

+5V<br />

+12V<br />

+24V SW<br />

+24V FUSED<br />

GND<br />

E_STOP NO<br />

E_STOP COM<br />

NOTE:<br />

DMC solenoids are 18 VDC.<br />

Coils are about 46 ohms.<br />

24 VDC is applied for 1 second<br />

then reduced by pulse width<br />

modulation to an average of<br />

KEY PLUG<br />

(8)<br />

(9)<br />

SHIELD<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

27<br />

28<br />

29<br />

27<br />

28<br />

29<br />

27<br />

28<br />

29<br />

27<br />

28<br />

29<br />

P7 POWER<br />

approximately 7-8 VDC.<br />

CHASSIS GND<br />

30 30<br />

30 30<br />

SHIELD<br />

31<br />

32<br />

31<br />

32<br />

31<br />

32<br />

31<br />

32<br />

120 VAC <strong>ULTRA</strong>CUT<br />

120 VAC <strong>ULTRA</strong>CUT RET<br />

33<br />

34<br />

35<br />

36<br />

37<br />

33<br />

34<br />

35<br />

36<br />

37<br />

33<br />

34<br />

35<br />

36<br />

37<br />

33<br />

34<br />

35<br />

36<br />

37<br />

(3)<br />

(2c)<br />

DMC3000 CONTROL PCB<br />

19X2385<br />

P8<br />

20<br />

SOL1<br />

(S1-T)<br />

MANIFOLD<br />

H35_PLASMA<br />

CCM<br />

CPU PCB U4/U7<br />

1<br />

2<br />

SLAVE FiberOptic<br />

U10/U13<br />

1<br />

2<br />

GAS FiberOptic<br />

I/O PCB J54<br />

PLASMA ENABLE<br />

BYPASS RELAY 24 VAC<br />

1<br />

24 VAC RET 2<br />

3<br />

4<br />

PLASMA ENABLE 5<br />

6<br />

KEY PLUG<br />

7<br />

Tx+ (A)<br />

8<br />

CPU PCB<br />

9<br />

10<br />

I<br />

11<br />

SERIAL Tx- (B) 12<br />

COMMUNICATION Rx+ 13<br />

(Isolated) Rx-<br />

14<br />

P54<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

HMI Serial/Control<br />

PANEL INDICATORS<br />

WHT<br />

D21<br />

STATUS LED (GREEN)<br />

GRN<br />

RED<br />

D20<br />

STATUS LED (RED)<br />

BLK<br />

DMC3000 Control PCB LEDs<br />

SOLENOID DRIVE ON INDICATOR (GREEN LEDs)<br />

D1 - SOL_V1 (H35 PLASMA))<br />

D2 - SOL_V2 (O2_PLASMA)<br />

D3 - SOL_V3 (AIR_PLASMA)<br />

D4 - SOL_V4 (N2 PLSMA)<br />

D5 - SOL_V5 (AUX PLASMA)<br />

J21<br />

D6 - SOL_V6 (O2 SHIELD)<br />

1<br />

J1<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

P5<br />

1<br />

OPTION SWITCHES<br />

SW1-1<br />

SW2-1<br />

SW1-2<br />

SW2-2<br />

SW1-3<br />

SW2-3<br />

SW1-4<br />

SW2-4<br />

J6<br />

1<br />

J2<br />

2<br />

3<br />

1<br />

4<br />

2<br />

5<br />

3<br />

6<br />

4<br />

7<br />

5<br />

8<br />

6<br />

9<br />

7<br />

10<br />

8<br />

11<br />

9<br />

12<br />

13<br />

RS232 Prog<br />

14<br />

JTAG<br />

19<br />

18<br />

17<br />

16<br />

15<br />

14<br />

13<br />

12<br />

11<br />

10<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

SOL DRIVE A<br />

(S1-B)<br />

SOL2 O2_PLASMA<br />

(S2-T)<br />

(S2-B)<br />

SOL3 AIR_PLASMA<br />

(S3-T)<br />

(S3-B)<br />

SOL4<br />

(S4-T)<br />

N2_PLASMA<br />

(S4-B)<br />

SOL5<br />

(S5-T) FUEL_PLASMA<br />

(S5-B)<br />

SOL6<br />

(S6-T)<br />

O2_SHIELD<br />

(S6-B)<br />

SOL7<br />

(S7-T)<br />

AIR_SHIELD<br />

(S7-B)<br />

SOL8 N2_SHIELD<br />

(S8-T)<br />

(S8-B)<br />

SOL9<br />

(S9-T) H20_SHIELD<br />

(S9-B)<br />

SOL10<br />

(S10T)<br />

O2_PREFLOW<br />

JUMPER<br />

for 4 WIRE<br />

uses<br />

TX+, TX-<br />

RX+, RX-<br />

JUMPER<br />

for 2 WIRE<br />

(RS485 only)<br />

wire to A & B<br />

J14<br />

J14<br />

J62<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

2<br />

D7 - SOL_V7 (AIR_SHIELD)<br />

3<br />

D8 - SOL_V8 (N2 SHIELD)<br />

MANIFOLD ID<br />

D9 - SOL_V9 (H2O SHIELD)<br />

D10 - SOL_V10 (O2 PREFLOW)<br />

D11 - SOL_V11 (AIR PREFLOW)<br />

D12 - SOL_V12 (N2 PREFLOW)<br />

D13 - SOL_V13 (ARGON MARKING)<br />

D14 - SOL_V14 (AIR MARKING)<br />

D15 - SOL_V15 (N2 MARKING)<br />

D16 - (SPARE)<br />

D17 - +5VDC<br />

2<br />

3<br />

HW ID<br />

J3<br />

1<br />

2<br />

TX/RX<br />

DMC FiberOptic Ports<br />

+5 VDC<br />

P4<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

(S10B)<br />

SOL11<br />

(S11T) AIR_PREFLOW<br />

(S11B)<br />

SOL12<br />

(S12T) N2_PREFLOW<br />

(S12B)<br />

SOL13<br />

(S13T)<br />

ARGON_MARKING<br />

(S13B)<br />

SOL14 AIR_MARKING<br />

(S14T)<br />

(S14B)<br />

SW14 - LINE SW14<br />

TERMINATION<br />

normally on<br />

(refer to manual)<br />

THC (future)<br />

U4/U5<br />

FiberOptic<br />

U7/U9<br />

FiberOptic<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

SOL DRIVE B<br />

SOL15<br />

N2_MARKING<br />

(S15T)<br />

(S14B)<br />

Art # A-09197<br />

120VAC DMC RET<br />

(2a)<br />

(2c)<br />

120VAC DMC<br />

E_STOP COM<br />

E_STOP NO<br />

SOLENOID FAULT INDICATOR (RED LEDs)<br />

D_E1 - SOL_V1 FLAG (H35_PLASMA)<br />

D_E2 - SOL_V2 FLAG (O2_PLASMA)<br />

D_E3 - SOL_V3 FLAG (AIR_PLASMA)<br />

D_E4 - SOL_V4 FLAG (N2_PLASMA)<br />

D_E5 - SOL_V5 FLAG (AUX_PLASMA)<br />

D_E6 - SOL_V6 FLAG (O2_SHIELD)<br />

D_E7 - SOL_V7 FLAG (AIR_SHIELD)<br />

D_E8 - SOL_V8 FLAG (N2_SHIELD)<br />

D_E9 - SOL_V9 FLAG (H2O_SHIELD)<br />

D_E10 - SOL_V10 FLAG (O2_PREFLOW)<br />

D_E11 - SOL_V11 FLAG (AIR_PREFLOW)<br />

D_E12 - SOL_V12 FLAG (N2_PREFLOW)<br />

D_E13 - SOL_V13 FLAG (ARGON_MARKING)<br />

D_E14 - SOL_V14 FLAG (AIR_MARKING)<br />

D_E15 - SOL_V15 FLAG (N2_MARKING)<br />

KEY<br />

HMI CONTROL &<br />

COMMUNICATIONS<br />

P61 J61<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

TSC 3000 19X2<strong>200</strong><br />

P10<br />

PLASMA ENABLE<br />

(6)<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

SW1<br />

(5)<br />

(1)<br />

(2)<br />

( 3)<br />

(5)<br />

(6)<br />

GND<br />

-<br />

(0V)<br />

(8) Tx+ (A)<br />

( 9)<br />

( 10)<br />

(12) Tx- (B)<br />

GROUNDING SCREW<br />

+<br />

(20V)<br />

( 9)<br />

( 10)<br />

(8)<br />

(12)<br />

2<br />

HMI POWER<br />

P2<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

RS 485<br />

2<br />

BIJLAGE A-18 Handleiding 0-5133 NL<br />

1<br />

2<br />

8<br />

(PW8)<br />

TPC- 660E TOUCH SCREEN PANEL<br />

7<br />

(PW7)<br />

1<br />

2<br />

6<br />

(PW6)<br />

5<br />

(PW5)<br />

COM2<br />

Configured<br />

for RS485<br />

4<br />

(PW4)<br />

3<br />

COM2 1 2<br />

1<br />

2<br />

P1<br />

HMI INTERFACE PCB<br />

19X2407<br />

P3<br />

POWER<br />

(0V)<br />

(20V)<br />

( 3)<br />

(2)<br />

(1)<br />

POWER SUPPLY<br />

24 VAC to 20 VDC<br />

P3<br />

POWER<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

E1<br />

(PW3)<br />

2<br />

(PW2)<br />

1<br />

(PW1)<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

COM1 1<br />

RS232<br />

TEST POINTS - CONTROL PCB<br />

TP1 - GND<br />

TP2 - Processor TEMP<br />

TP3 - +VREF<br />

TP4 - Processor CLKO<br />

TP5 - +3.3V<br />

TP6 - AGND<br />

TP7 - +5V<br />

1<br />

P5<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

ISOLATED<br />

9<br />

10<br />

P4<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

RS 485<br />

3<br />

3<br />

GROUNDING SCREW<br />

LEDS - INTERFACE PCB:<br />

D1 = RX (RS 485)<br />

D14 = RX (RS 232)<br />

D15 = TX (RS 232)<br />

TEST POINTS - INTERFACE PCB<br />

TP1 - GND<br />

TP2 - UNREG VDC<br />

TP3 - +5VDC<br />

TP4 - +20 VDC<br />

J63 HARNESS NOT INSTALLED<br />

(for future use with Height Control)<br />

J63<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9


KEY PLUG<br />

P60<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

J60<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

4<br />

DPC3000 - PRESSURE CONTROL ASSEMBLY 19X2370<br />

( 1)<br />

(2a)<br />

(8)<br />

(9)<br />

GROUNDING SCREW<br />

4<br />

120 VAC ( 1)<br />

120 VAC RET (2a)<br />

E_STOP NO<br />

FERRITE<br />

CORE<br />

(8)<br />

E_STOP COM (9)<br />

NOTE:<br />

DPC SOL solenoids are 18 VDC.<br />

Coils are about 46 ohms.<br />

24 VDC is applied for about 0.1<br />

second then reduced by pulse<br />

width modulation to an average<br />

of approximately 9-10 VDC.<br />

Proportional valves V1-V5<br />

powered by up to 24 VDC<br />

Actual average voltage is<br />

proportional to the amount<br />

valve opening.<br />

Coil resistance (cold):<br />

V1 = 23 ohms;<br />

V2= 59 ohms;<br />

V3 & 4 = 42 ohms<br />

V5 = 55 ohms.<br />

TEST POINTS - CONTROL PCB<br />

TP1 - GND<br />

TP2 - FLOW (H2O Shield)<br />

TP3 - +5V<br />

TP4 - +VREF<br />

TP5 - +24V Fused<br />

TP6 - +3.3VA<br />

TP7 - 3.3V<br />

TP8 - +12V<br />

TP9 - Processor CLKO<br />

TP10 - Processor TEMP<br />

TP11 - -12V<br />

H35 ><br />

O2 ><br />

AUX ><br />

H2O ><br />

AIR ><br />

ARGON ><br />

N2 ><br />

1<br />

120 VAC<br />

19X2384 SMPS +24; +/-12; +5<br />

120 VAC RET<br />

MANIFOLD<br />

+24 VDC<br />

V5<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Plasma_Cut_Hi<br />

2 3 4<br />

5 6 7 8<br />

9<br />

P1<br />

10 11<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

E-STOP<br />

F3 1.6A SB<br />

V4<br />

DMC MANIFOLD INLET PASSAGES<br />

OUTLET PASSAGES<br />

SOL#<br />

HOSE<br />

Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

Art # A-09197<br />

Handleiding 0-5133NL A-19 BIJLAGE<br />

5<br />

(S2-B)<br />

(V5-1)<br />

(V5-2)<br />

(V1-1)<br />

(V1-2)<br />

(V2-1)<br />

(V2-2)<br />

(V3-1)<br />

(V3-2)<br />

(WHT)<br />

PLASMA_MARK<br />

(S1-T)<br />

REAR PANEL INDICATORS<br />

D20<br />

D21<br />

(S1-B)<br />

(V4-1)<br />

(V4-B)<br />

NOTE:<br />

1: DO NOT DAISY CHAIN GROUNDS. USE A SEPARATE GROUND<br />

CONDUCTOR FOR EACH ASSEMBLY TO STAR GND.<br />

2: KEEP GROUNDS AS SHORT AS POSSIBLE.<br />

3: USE #4 OR GREATER SIZE CABLE FOR GROUNDING<br />

4: MAKE SURE ASSEMBLIES ARE SECURED PROPERLY BEFORE USE<br />

5: ALL COVERS MUST BE FULLY INSTALLED BEFORE USE.<br />

1<br />

2<br />

3<br />

E-STOP<br />

Plasma_Cut_Lo<br />

12<br />

E-STOP<br />

F4 3A SB<br />

P2<br />

SOL3 PLASMA_CUTTING<br />

(S3-T)<br />

(S3-B)<br />

SOL2 PLASMA_VENT<br />

(S2-B)<br />

V2<br />

1<br />

2<br />

3<br />

SHIELD_H2O<br />

SOL1<br />

V1<br />

5<br />

FERRITE<br />

CORE<br />

(BLK)<br />

(PW1)<br />

(PW2)<br />

(PW3)<br />

(PW4)<br />

(PW5)<br />

(WHT)<br />

-12VDC<br />

GND<br />

+5VDC<br />

+12VDC<br />

(WHT)<br />

(PW6) +24 VDC_FUSED<br />

(PW7)<br />

(PW8)<br />

+24VDC SW<br />

GND<br />

E-STOP<br />

SOL# = ON/OFF CONTROL VALVE<br />

V# = PROPORTIONAL VALVE<br />

PS# = PRESSURE SENSOR<br />

FS# = FLOW SENSOR (LIQUID)<br />

> GAS SHIELD<br />

> H2O SHIELD<br />

> PREFLOW<br />

13 14 15 > MARKING<br />

1<br />

2<br />

3<br />

SHIELD<br />

V3<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Plasma_PILOT<br />

STATUS LED (RED)<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

> PLASMA<br />

POWER LED (GRN)<br />

P4<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

STATUS LEDS<br />

P9<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

P6<br />

16<br />

15<br />

14<br />

13<br />

12<br />

11<br />

10<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

Valves<br />

P3 - HWID<br />

DPC3000 CONTROL PCB<br />

19X2382<br />

OPTION SWITCHES<br />

LEDs Listed Below<br />

DPC FiberOptic Port<br />

U1/U2<br />

1<br />

2<br />

FiberOptic<br />

MARKING ><br />

PLASMA ><br />

PRE-FLOW ><br />

H2O SHIELD ><br />

GAS SHIELD ><br />

SW1-1<br />

SW1-2<br />

SW1-3<br />

SW1-4<br />

SW2-1<br />

SW2-2<br />

SW2-3<br />

SW2-4<br />

J5<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

PROG via RS232<br />

J10<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

JTAG<br />

J8<br />

+12V<br />

1<br />

2 +5V<br />

TX/RX<br />

GROUNDING SCREW<br />

DPC MANIFOLD<br />

SOL1<br />

V5<br />

PS4<br />

SOL3<br />

PS3<br />

PS2<br />

PS1<br />

FS-1 IN<br />

3<br />

2<br />

1<br />

P1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

Press_sensors<br />

P2-WFS<br />

1<br />

2<br />

3<br />

6<br />

6<br />

MANIFOLD<br />

J23<br />

1<br />

2<br />

3<br />

MANAFOLD ID<br />

BLK<br />

PURPLE<br />

ORANGE<br />

BLK<br />

PURPLE<br />

ORANGE<br />

BLK<br />

PURPLE<br />

ORANGE<br />

BLK<br />

PURPLE<br />

ORANGE<br />

BLK<br />

BLK<br />

PURPLE<br />

ORANGE<br />

PURPLE<br />

ORANGE<br />

FS-1<br />

BLACK/SHIELD<br />

1<br />

WHITE<br />

2<br />

RED<br />

3<br />

DPC3000 Control PCB LEDs<br />

D1 - PLASMA_PWM<br />

D2 - PLASMA_VENT_PWM<br />

D3 - SHIELD_H20_PWM<br />

D4 - SHIELD_GAS_PWM<br />

D5 - MARKING_PWM<br />

D6 - PLASMA_PILOT_PWM<br />

D7 - +5VDC<br />

D8 - DPC STATUS<br />

D9 - SHIELD_H20_FLOW<br />

D10 - PLASMA_CUT_PWM<br />

D11 - PLASMA_LOW_PWM<br />

D12 - CANBUS COMMUNICATION<br />

SOL2<br />

Rev<br />

AA<br />

Revisions<br />

ECO-B1391<br />

By Date<br />

DAT 4-24-<strong>200</strong>9<br />

THERMAL DYNAMICS<br />

INDUSTRIAL PARK #2<br />

WEST LEBANON, NH 03784<br />

PCB No:<br />

Assy No:<br />

References<br />

(603) 298-5711<br />

Scale Supersedes<br />

Information Proprietary to THERMAL DYNAMICS CORPORATION.<br />

Not For Release, Reproduction, or Distribution without Written Consent.<br />

NOTE: UNLESS OTHERWISE SPECIFIED -<br />

1. RESISTOR VALUES ARE EXPRESSED IN OHMS, 1/4W 5%.<br />

2. CAPACITOR VALUES ARE EXPRESSED IN MICROFARADS (uF).<br />

N/A<br />

Friday, December 08, <strong>200</strong>6<br />

Drawn: Date:<br />

DAT<br />

4/24/<strong>200</strong>9<br />

Chk: App: Sheet<br />

Last Modified: Friday, April 24, <strong>200</strong>9<br />

14:00:59<br />

TITLE:<br />

SCHEMATIC,<br />

DFC 3000 SYSTEM SCHEMATIC<br />

1 of 1<br />

Size DWG No:<br />

FS-1OUT<br />

V1<br />

V4<br />

V3<br />

V2<br />

PS6<br />

PS5<br />

VENT<br />

PS3<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Plas_Pilot_P-in<br />

PS6<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Plasma_P-out<br />

PS1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Shield_Gas_P-in<br />

PS5<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Shield_Gas_P-out<br />

PS4<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Plasma_Cut/Mark_P-in<br />

PS2<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Shield_Water_P-in<br />

H2O_Shield_FlowSensor<br />

PLASMA OUT<br />

SHIELD OUT<br />

42X1292<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D


Ultra-cUt <strong>200</strong><br />

BIJLAGE 10: Publicatiegeschiedenis<br />

Datum op omslag Rev. Verandering(en)<br />

14 mei <strong>200</strong>9 AA Eerste uitgave<br />

29 sept. <strong>200</strong>9 AB Aangepaste bijlagen met nieuwe informatie over CNC-functies en aangepaste<br />

tabellen voor de ingangsstroomkabels in de secties 2 en 3 en schakelschema’s van<br />

het systeem met seriële communicatie-connector en aangepaste TB1 en TB3 infor<br />

matie in Bijlage 7 voor de ECOB1535.<br />

28 okt. <strong>200</strong>9 AC Aangepaste tekeningen in secties 3 en 6 om de aarding van de “W” in de layout<br />

van het systeem te tonen en dat de CNC-communicatiekabel 11 en niet 8 draden<br />

heeft voor de ECOB1566.<br />

25 nov. <strong>200</strong>9 AD Tabel van pag. 4-21 gecorrigeerd om alle informatie van groep 6 te tonen voor<br />

ECOB1598.<br />

BIJLAGE A-20 Handleiding 0-5133 NL


Thermadyne USA<br />

2800 Airport Road<br />

Denton, Tx 76207 USA<br />

Telephone: (940) 566-<strong>200</strong>0<br />

800-426-1888<br />

Fax: 800-535-0557<br />

Email: sales@thermalarc.com<br />

Thermadyne <strong>Victor</strong> Brasil<br />

Avenida Brasil<br />

13629-Cordovil<br />

Rio de Janeiro, Brazil 21012-351<br />

Telephone: 55-21-2485-8998<br />

Fax: 55-21-2-485-8735<br />

Thermadyne Canada<br />

2070 Wyecroft Road<br />

Oakville, Ontario<br />

Canada, L6L5V6<br />

Telephone: (905)-827-1111<br />

Fax: 905-827-3648<br />

Thermadyne Chile<br />

Piloto Lazo #90<br />

Cerrillos<br />

Santiago, Chile 7278-654<br />

Telephone: 56-2-557-2465<br />

Fax: 56-2-557-5349<br />

Thermadyne Europe<br />

Europe Building<br />

Chorley North Industrial Park<br />

Chorley, Lancashire<br />

England, PR6 7Bx<br />

Telephone: 44-1257-261755<br />

Fax: 44-1257-224800<br />

Thermadyne, China<br />

RM 102A<br />

685 Ding Xi Rd<br />

Chang Ning District<br />

Shanghai, PR, <strong>200</strong>052<br />

Telephone: 86-21-69171135<br />

Fax: 86-21-69171139<br />

Contactinformatie voor de wereldwijde klantenservice<br />

Thermadyne Asia Sdn Bhd<br />

Lot 151, Jalan Industri 3/5A<br />

Rawang Integrated Industrial Park - Jln Batu Arang<br />

48000 Rawang Selangor Darul Ehsan<br />

West Malaysia<br />

Telephone: 603+ 6092 2988<br />

Fax : 603+ 6092 1085<br />

Cigweld, Australia<br />

71 Gower Street<br />

Preston, <strong>Victor</strong>ia<br />

Australia, 3072<br />

Telephone: 61-3-9474-7400<br />

Fax: 61-3-9474-7510<br />

Thermadyne Italy<br />

OCIM, S.r.L.<br />

Via Benaco, 3<br />

<strong>200</strong>98 S. Giuliano<br />

Milan, Italy<br />

Tel: (39) 02-98 80320<br />

Fax: (39) 02-98 281773<br />

Thermadyne South Africa<br />

209 Risi Ave.<br />

Linmeyer<br />

Johannesberg, 2197<br />

South Africa<br />

Tel: (27) 11-917 3600<br />

Fax: (27) 11-917 8580<br />

Thermadyne International<br />

2070 Wyecroft Road<br />

Oakville, Ontario<br />

Canada, L6L5V6<br />

Telephone: (905)-827-9777<br />

Fax: 905-827-9797


Corporate Headquarters<br />

16052 Swingley Ridge Road<br />

Suite 300<br />

St. Louis, MO 63017<br />

Telephone: 636-728-3000<br />

Email: TDCSales@Thermadyne.<br />

com<br />

www.thermadyne.com

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!