Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HET TWEEDE PRESIDENTSCHAP VAN PAUL KRUGER. 127<br />
verachting behand<strong>el</strong>de. De President word hierop kwaad en<br />
zei: „Niet de nieuwe bevolking, maar personen als gij zijt,<br />
veracht ik."<br />
Dien avond had er een oploop plaats voor het huffs van<br />
den Heer von Brandes, waar de President g<strong>el</strong>ogeerd was. De<br />
vlag van de Republiek werd afgerukt en aan stukken gescheurd.<br />
Dat deze daad de oude bevolking in het harnas<br />
joeg, behoeft niet gezegd te worden ; dock de President wilt<br />
de Burgers tot kalmte te brengen door hun mede to de<strong>el</strong>en,<br />
dat de bevolking van Johannesburg getrouw aan den Staat<br />
was en dat het slechts een klomp oproermakers was, die<br />
het schandaal hadden gepleegd.<br />
Toen de President den Hoogen Kommissaris te Blignautspoint<br />
ontmoette, sprak deze met hem over den oploop te<br />
Johannesburg, waarop de President zeide : „Ja, ziet U, Sir<br />
Henry, het gaat met die menschen als met een baviaan, dien<br />
ik vroeger gehad heb en die mij zeer lief had, en niet wou<br />
verdragen, dat iemand mij aanraakte. Wij zaten bij het vuur<br />
en bij ong<strong>el</strong>uk kwam zijn staart in het vuur. Daarop wierp<br />
het dier zich op mij, denkende dat ik de oorzaak was van<br />
de pijn aan zijn staart. De menschen in Johannesburg hebben<br />
zich verbrand aan overspeculatie en nu willen zij zich<br />
op Paul Kruger wreken."<br />
Een andere g<strong>el</strong>egenheid om den President haat tegen de<br />
Uitlanders te verwijten, deed zich voor bij het feest, dat in<br />
1891 op Dingaansdag to Paardekraal gehouden werd, ter<br />
herdenking van de Onafhank<strong>el</strong>ijkheidsverklaring. Hier hi<strong>el</strong>d<br />
Kruger een zeer krachtige toespraak tot de verzam<strong>el</strong>de menigte,<br />
waarin hij in het licht van het Woord Gods de gesc.hiedenis<br />
van zijn yolk naging. Hij begon zijn rode aldus: „Volk<br />
van den Heer, gij oud yolk van het land, gij vreemd<strong>el</strong>ingen,<br />
nieuwe inkom<strong>el</strong>ingen, ja z<strong>el</strong>fs gij moordenaars en dieven."<br />
De Uitlanders, die in dien tijd er nog voortdurend op uit<br />
waren om allerlei grieven tegen den President en de Regeering<br />
van de Republiek uit te denken, waren woedend over<br />
deze uitlating.<br />
Zij beweerden dat de President hen dieven en moorde-