17.08.2013 Views

Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2

Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2

Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

325<br />

waerden vriendt, als uwe E. mijn is, can d'selve by hem selven wel afnemen. Ic en<br />

soude niet nagelaten hebben daerop weder myne dancbare affectie terstont te<br />

openbaren, ten ware dat de drouvige beroerten ende verdere swaricheden hier te<br />

lande in 't voorleden jaer so menichvuldelycken opgecomen, sulx eensdeels belet<br />

hadden, ende dat ic ooc onversien had geweest om wel te bestellen; bidde daerom<br />

dat uwe E. mijn 't selfde ten besten wil afnemen. Onse bewaringe is hier noch even<br />

scharp, wy sijn nu onder ons vyven 1 , elc apart opgesloten, uitgesondert twee die by<br />

malcanderen sijn op de camer daer uwe E. geweest is. Men seit dat Cupus 2 tot<br />

Amsterdam ge<strong>van</strong>gen is, of die hier mede sal gebracht worden sal den tijt leren.<br />

Uyt dese proceduren en is noch geene versachtinge voor yemant <strong>van</strong> ons te<br />

verhopen; mijn kinderen hadden voor eenige maenden versocht, dat ic tegens de<br />

wintertijt op een bequamer ende nader plaetse, daer sy met minder pericule ende<br />

costen souden mogen comen, soud gestelt worden, dan de Staten <strong>van</strong> Hollandt<br />

hebben, vóór de ses jaren om sijn, daerin niet willen resolveren; wy dragen in alles<br />

goede patiëntie, ende dewyle wy <strong>van</strong> gene menschen eenigen troost, hulp noch<br />

bystant hebben te verwachten, so nemen wy ons toevlucht tot God den heere, die<br />

mijnder niet en sal vergeten, maer als 't tijt sal sijn, door synen crachtigen arm<br />

genadelyc verlossen ende uit dese droufheden oversetten in de eeuwighe ruste<br />

ende vreuchde der heiligen. Mijn soon 3 is, God lof, voorspoedelijc ende in goede<br />

gesontheit wederom thuis gecomen, heeft nu by de twee maenden by mijn geweest;<br />

waertoe hy hem voorts hier sal mogen begeven, om eerlijc sijn cost te winnen, moet<br />

ic mijn met goede vrunden beraden. So uwe E. mijn hierinne mede met sijn advys<br />

geliefde te dienen, 't soude mijn seer angenaem sijn, hy heeft my medegebracht<br />

ende behandicht Dicta poëtarum apud Stobaeum 4 , etc. daer ic seer mede vermaect<br />

ben, ende uwe E. seer hartelycken voor bedancke, voornementlyc heb ic mijn mede<br />

daerin verblijt als ic ex Proleg. verstonde, wat uwe E. voorts is voorhebbende; ic<br />

bidde God dat hy daerin uwe E. arbeit genadelijc wil segenen ende met syne gaven<br />

<strong>van</strong> παρρησία et ἀλήϑεια begiftigen, opdat dat heerlijc werk tot Godes eere, ende<br />

ten gemenen besten mach voltrocken ende in 't licht uytgegeven worden 5 , verlenende<br />

uwe E. ooc dairtoe goede gesontheit ende voorspoet na den lichame. Isser by mijn<br />

yet dat ic tot bevorderinge <strong>van</strong> dien ofte in 't particuliere souden connen bybrengen,<br />

sult mijn gelieven te adverteren. Hiermede voor desen nu eindigende, bidde God<br />

uwe E. met sijn seer waerde huisvrouwe ende kinderen te nemen in sijn heilige<br />

protectie, <strong>van</strong> harten mijn gebiedende aen uwe E. ende desselfs seer l. huysvrouwe,<br />

ooc <strong>van</strong> al mijn kinderen wegen, met hartelycke dancksegginge over alle de<br />

vrundtschappen aen mijn soon aldaer bewesen, die wy bereit sullen sijn tot allen<br />

tyden danckelijc te erkennen. Den ... Januarij 1624.<br />

Uwe E. seer dienstwillighe dienaer ende vriendt<br />

R. Hogerbeets.<br />

1 Simon Lucae Bysterus, Carolus Niellius die met Eduard Puppius op één kamer huisde, en<br />

Paulus Lindenius, die in Kampen ge<strong>van</strong>gen genomen was; Brandt, Historie der Reformatie<br />

IV p. 1095 vv.<br />

2 De Remonstrantsche predikant Petrus Cupus, die weder in het land was gekomen, werd 27<br />

Dec. 1623 te Amsterdam ge<strong>van</strong>gen genomen.<br />

3 o<br />

Adriaan Hogerbeets, die in Frankrijk geweest was; zie n . 842.<br />

4 Zie p. 15 n. 4.<br />

5 Hogerbeets doelt hier op de Annales (zie I p. 40 n. 4), waarover <strong>Grotius</strong> in de Prolegomena<br />

spreekt.<br />

<strong>Hugo</strong> de Groot, <strong>Briefwisseling</strong> <strong>van</strong> <strong>Hugo</strong> <strong>Grotius</strong>. <strong>Deel</strong> 2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!