17.08.2013 Views

Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2

Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2

Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Inleiding.<br />

VII<br />

Dit tweede deel <strong>van</strong> <strong>Grotius</strong>' <strong>Briefwisseling</strong> beslaat twee perioden uit zijn leven, de<br />

ge<strong>van</strong>genschap, eerst in Den Haag, dan op Loevestein, en de eerste vijf jaren <strong>van</strong><br />

zijn verblijf in Parijs, den tijd waarin hij zijn meesterwerk, ‘De Iure Belli ac Pacis Libri<br />

tres’ schreef. Beide perioden zijn wellicht de best bekende, allereerst door de studiën<br />

<strong>van</strong> Fruin en Rogge, maar ook die, welke het meest geschikt zijn om zijn karakter<br />

te leeren kennen. Het zijn de moeilijkste jaren uit zijn leven, de plotselinge val <strong>van</strong><br />

het hooge standpunt, waarop zijn buitengewone bekwaamheden hem hadden<br />

geplaatst, en dan die vijf Parijsche jaren, waarin hij steeds uitziet naar een keer in<br />

zijn lot, die niet komen wilde, gekweld door geldzorgen en door ziekte <strong>van</strong> hem zelf<br />

en zijn kinderen, gepaaid met beloften, die niet vervuld werden, met de wetenschap<br />

dat de wereld voor hem openstond, als hij zijn geloof wilde verzaken, waaraan hij<br />

nooit gedacht heeft; maar nimmer falend in zijn onwankelbare liefde voor het<br />

vaderland, dat een stiefmoeder voor hem geweest was.<br />

De brieven uit den tijd der ge<strong>van</strong>genschap waren bijna alle bekend; slechts twee<br />

onuitgegeven kon ik toevoegen, de nrs. 593 en 594, resp. aan broer Willem, en aan<br />

Maria. De eerste is een raadgeving over Willem's juridische studiën; uit den tweeden<br />

blijkt hoe <strong>Grotius</strong> op Loevestein de vrijheid had om juridische adviezen te geven.<br />

Dat hij in de ge<strong>van</strong>genis zich ook met letterkundige studiën bezighield is voldoende<br />

bekend. Gepubliceerd heeft hij in dien tijd de ‘Wtlegghinghe <strong>van</strong> het Gebedt ons<br />

Heeren’ en de ‘Christelijcke Betrachtinge des lijdens Christi’ (Rogge 323 en 327).<br />

Uit de Haagsche ge<strong>van</strong>genis dateert reeds de ‘Vraghe en Antwoordt over den Doop’<br />

(Rogge 314), later als ‘Baptizatorum puerorum institutio’ door hem in het Latijn<br />

vertaald en in de Poemata <strong>van</strong> 1639 voor het eerst uitgegeven. Doch daar begon<br />

hij ook aan twee grootere werken, de ‘Annotationes’ op de vier E<strong>van</strong>geliën en de<br />

‘Dicta poetarum quae apud Stobaeum exstant’.<br />

Uit Loevestein ontvlucht verbleef de Groot eenige dagen in Antwerpen; daar kwam<br />

terstond Willem bij hem, en na een geruststellenden brief <strong>van</strong> Jeannin, dien <strong>Grotius</strong><br />

uit zijn Haagschen tijd kende, gingen de broeders, verkleed, over Calais naar Parijs.<br />

De eerste indruk moet voor <strong>Hugo</strong> zeer veelbelovend zijn geweest. Kort na zijn<br />

aankomst reeds verzocht Jeannin hem een rapport over de staatkunde, die de<br />

Republiek zou volgen nu het<br />

<strong>Hugo</strong> de Groot, <strong>Briefwisseling</strong> <strong>van</strong> <strong>Hugo</strong> <strong>Grotius</strong>. <strong>Deel</strong> 2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!