DE STRIJD TEGEN DE PROSTIT[1TIE - digitale bibliotheek voor de ...
DE STRIJD TEGEN DE PROSTIT[1TIE - digitale bibliotheek voor de ...
DE STRIJD TEGEN DE PROSTIT[1TIE - digitale bibliotheek voor de ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
125<br />
publieke vrouw te gedragen, zon<strong>de</strong>r in het register te zijn ingeschreven,<br />
is strafbaar. Bij herhaal<strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>eling, wordt zij als publieke vrouw<br />
ambtshalve ingeschreven en is zij daardoor aan <strong>de</strong> bepalingen van <strong>de</strong>ze<br />
Veror<strong>de</strong>ning on<strong>de</strong>rworpen.<br />
Ar. 9. De vrouwen, welke bij regterlijk vonnis zijn veroor<strong>de</strong>eld ter zake van<br />
prostitutie , wor<strong>de</strong>n ambtshalve als publieke vrouwen ingeschreven.<br />
Ba. 226. Zoo <strong>de</strong> vrouw op <strong>de</strong> oproeping niet is verschenen, kunnen Burgemeester<br />
en Wethou<strong>de</strong>rs niettemin aanstonds <strong>de</strong> inschrijving, of, naar<br />
gelang van omstandigheid, eerre herhaal<strong>de</strong> oproeping bevelen.<br />
De. 5 ad H. § 8 en § 7. Geduren<strong>de</strong> acht dagen na <strong>de</strong>n dag waarop aan <strong>de</strong><br />
vrouw <strong>de</strong> kennisgeving <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>loopige inschrijving is gedaan, kan hij<br />
een verzoek aan <strong>de</strong>n Burgemeester rigten , om in haar belang door<br />
<strong>de</strong>zen te wor<strong>de</strong>n gehoord.<br />
De Burgemeester beveelt daarop <strong>de</strong> oproeping <strong>de</strong>r vrouw.<br />
Ook <strong>de</strong>ze oproeping geschiedt op <strong>de</strong> wijze , zooals in alinea 6 van<br />
art. 4 (` H. 4 § 5) <strong>voor</strong>geschreven.<br />
De Burgemeester on<strong>de</strong>rvraagt <strong>de</strong> vrouw en beveelt, naar bevind van<br />
zaken, al dan niet hare <strong>de</strong>finitieve inschrijving.<br />
Indien <strong>de</strong> vrouw, na <strong>de</strong> oproeping <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n Burgemeester niet verschijnt<br />
of geen gebruik heeft gemaakt van <strong>de</strong> bevoegdheid, haar bij<br />
alinea 1 van dit artikel gegeven, ook dan beveelt <strong>de</strong> Burgemeester,<br />
naar verloop van <strong>de</strong>n bedoel<strong>de</strong>n termijn, naar bevind van zaken, al<br />
dan niet <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve inschrijving <strong>de</strong>r vrouw op het bedoel<strong>de</strong> register.<br />
Van <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve inschrijving wordt aan <strong>de</strong> bedoel<strong>de</strong> vrouw binnen<br />
24 uren kennis gegeven door <strong>de</strong> zorg van <strong>de</strong> Commissaris van Politie.<br />
Ook <strong>de</strong>ze kennisgeving geschiedt schriftelijk en op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze als<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> oproeping in alinea 6 van art. 4 is <strong>voor</strong>geschreven.<br />
G. 3. Van publieke vrouwen, die zich niet aangeven , kan <strong>de</strong> inschrijving<br />
ambtshalve door <strong>de</strong>n Burgemeester bevolen wor<strong>de</strong>n.<br />
Gm. 4. De vrouw, die volgens art. 1 van <strong>de</strong> prostitutie haar beroep<br />
maakt of die op <strong>de</strong> daad betrapt wordt, terwijl zij zich in het openbaar<br />
daaraan overgeeft, en die zich niet ter inschrijving heeft aangegeven,<br />
wordt op last van <strong>de</strong>n Burgemeester enz. als in H. 4.<br />
L. 15. Ie<strong>de</strong>re publieke vrouw is verpligt zich te vervoegen aan het bureau<br />
van politie , ten ein<strong>de</strong> zich aldaar in een door <strong>de</strong>n Burgemeester vast<br />
te stellen register te doen inschrijven.<br />
Voldoet zij hieraan niet, dan wordt zij , onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> strafbepaling<br />
van art. 33 , ambtshalve ingeschreven.<br />
Bij <strong>de</strong> inschrijving heeft het geneeskundig on<strong>de</strong>rzoek, bedoeld in art.<br />
24, onmid<strong>de</strong>lijk plaats.