Bijlage 2 - Ruimtelijkeplannen.nl
Bijlage 2 - Ruimtelijkeplannen.nl
Bijlage 2 - Ruimtelijkeplannen.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.9.5 Stadsdeelbeleid<br />
In maart 2009 heeft het stadsdeel het ‘Milieubeleidsplan 2009-2011’ vastgesteld. In het milieubeleidsplan<br />
staan de visie en de doelen van het stadsdeel voor de onderwerpen lucht, geluid, klimaat, duurzaam<br />
inkopen, groen, water, bodem en afval. De twee belangrijkste aandachtspunten voor de komende jaren<br />
zijn de onderwerpen lucht en klimaat:<br />
Er is een ‘Uitvoeringsprogramma verbetering luchtkwaliteit Oud-Zuid 2008-2011’ waarmee het<br />
stadsdeel verwacht haar doelen te halen. De luchtkwaliteit moet in 2010 voldoen aan de volgende<br />
normen:<br />
o stikstofdioxide (NO2) maximaal 40 g/m3 (jaargemiddelde) en<br />
o fijn stof (PM10) maximaal 40 g/m3 (jaargemiddelde).<br />
Wat betreft het klimaat sluit het stadsdeel aan bij de doelen van de centrale stad:<br />
o de stadsdeelorganisatie is CO2 neutraal in 2015;<br />
o het stadsdeel draagt maximaal bij aan de doelstelling om de gehele stad in 2025 40%CO2 minder<br />
uit te laten stoten ten opzichte van 1990.<br />
3.10 Veiligheid<br />
3.10.1 Externe veiligheid<br />
In een bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met de eventuele aanwezigheid van<br />
activiteiten die risico, bijvoorbeeld ontploffingsgevaar, met zich meebrengen. Bij risicovolle activiteiten<br />
gaat het om LPG-installaties en -depots, bedrijven die één of meer bij wet bepaalde gevaarlijke stoffen in<br />
opslag of in bewerking kunnen hebben (de zogenaamde Externe Veiligheids Rapportage-plichtige<br />
bedrijven), gevaarlijke stoffenroutes (over weg, water of spoor), hoofdgasleidingen en landelijke/regionale<br />
leidingstroken.<br />
Bedrijven zijn EVR (Externe VeiligheidsRapportage) plichtig wanneer zij één of meer wettelijk bepaalde<br />
gevaarlijke stoffen in opslag of in bewerking (kunnen) hebben.<br />
Het Total tankstation aan de Amstelveenseweg verkoopt geen LPG en leidt derhalve niet tot risico. Het<br />
tankstation aan de Havenstraat verkoopt wel LPG maar het plangebied ligt buiten de contour van dit LPGverkooppunt.<br />
In en nabij het plangebied zijn verder geen bedrijven aanwezig waar één of meer wettelijk<br />
bepaalde gevaarlijke stoffen in opslag of in bewerking (kunnen) zijn. Het plangebied valt derhalve niet<br />
binnen de invloedssfeer van risicovolle bedrijven. Er wordt evenmin voorzien in de vestiging van nieuwe<br />
(meer) risicovolle activiteiten. Een onderzoek naar externe veiligheid vanwege bedrijven is daardoor niet<br />
aan de orde.<br />
In de Nota vervoer gevaarlijke stoffen (eind 2005) is aangegeven dat er onderzoek naar groepsrisico dient<br />
te worden verricht indien een gebied is gelegen binnen een zone van 200 meter vanaf de infrastructuur<br />
waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd.<br />
Het plangebied is gelegen in de nabijheid van de A10. Over deze snelweg worden gevaarlijke stoffen<br />
vervoerd. Het plangebied ligt echter op ca. 500 meter, dus ruim meer dan 200 meter, vanaf de A10 zodat<br />
er in het kader van het bestemmingsplan geen rekening hoeft te worden gehouden met transporten van<br />
gevaarlijke stoffen over de A10. Voor zover bekend zijn er in de nabijheid van het plangebied verder geen<br />
andere transportroutes van gevaarlijke stoffen.<br />
3.10.2 Luchthaven Indelingsbesluit Schiphol<br />
Vanaf 2003 is de Wet Luchtvaart van kracht. Deze wet heeft betrekking op milieu- en veiligheidsregels<br />
voor Schiphol. De regels zijn vastgelegd in twee uitvoeringsbesluiten, te weten het<br />
Luchthavenindelingbesluit en het luchthavenverkeersbesluit. Het Luchthavenindelingbesluit bevat<br />
(ruimtelijke) regels voor de omgeving ten behoeve van het functioneren van Schiphol. Voor ruimtelijke<br />
plannen is hoofdzakelijk het Luchthavenindelingbesluit van belang. Voor bepaalde gebieden rondom<br />
Schiphol is een “beperkingengebied” aangewezen. De beperkingen hebben betrekking op:<br />
a. maximale bouwhoogten;<br />
b. vogelaantrekkende functies;<br />
c. toegestane functies (zoals woningen).<br />
36