Bijlage 2 - Ruimtelijkeplannen.nl
Bijlage 2 - Ruimtelijkeplannen.nl
Bijlage 2 - Ruimtelijkeplannen.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
wasdom uit kunnen groeien. Hiervoor worden voorwaarden geschapen die ertoe leiden dat bomen onder<br />
optimale omstandigheden maximaal kunnen functioneren. Daarbij gaat het niet alleen om een bijdrage<br />
aan de aantrekkelijkheid van het stadsdeel, maar ook om bijdragen aan de verbetering van de<br />
luchtkwaliteit en het stadsklimaat (temperatuurverlaging, waterbuffering).<br />
3.8 Natuur<br />
De Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992) zijn beide Europese richtlijnen. Het doel van de<br />
Vogelrichtlijn is het bieden van bescherming en ontwikkelingsperspectief voor leefgebieden van zeldzame<br />
en bedreigde vogelsoorten en bescherming van alle vogelsoorten. De Habitatrichtlijn is gericht op de<br />
instandhouding van natuurlijke habitats en wilde flora en fauna. De gebiedsbescherming van beide<br />
richtlijnen valt in Nederland momenteel onder de Natuurbeschermingswet. De Soortenbescherming is<br />
geïmplementeerd in de Flora- en Faunawet.<br />
Het plangebied van het voorliggende bestemmingsplan is geen aangewezen beschermd gebied in de zin<br />
van Vogel- en Habitatrichtlijn. Wel is de soortenbescherming van toepassing op het plangebied. Bij de<br />
beoordeling van de toelaatbaarheid van bouwwerken en of andere activiteiten zal rekening worden<br />
gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen planten- en diersoorten, zoals genoemd in<br />
de Flora en Faunawet. Indien uit gegevens of onderzoek blijkt dat er sprake is van (een) beschermde<br />
soort(en) en het bouwwerk en/of de activiteit beschadiging of vernieling van voortplantings- of rustplaatsen<br />
dan wel ontworteling of vernieling veroorzaakt, zal de betreffende bouwwerkzaamheid c.q. activiteit pas<br />
kunnen plaats vinden na ontheffing c.q. vrijstelling op grond van de Flora en Faunawet. Bij de beoordeling<br />
van deze ontheffing c.q. vrijstelling is de habitatrichtlijn mede toetsingskader. In hoofdstuk 4 zal nader op<br />
het aspect natuur worden ingegaan.<br />
3.9 Milieu<br />
3.9.1 Bodem<br />
Het doel van het bodembeleid is het realiseren van een duurzame bodemkwaliteit op een maatschappelijk<br />
verantwoorde manier. Dit betekent dat de bodemkwaliteit wordt afgestemd op het maatschappelijke<br />
gebied, dat bodemverontreiniging geen onverantwoorde risico’s voor mens en milieu oplevert, maar ook<br />
dat kosteneffectief wordt gewerkt. Dit vraagt om duurzaam bodembeheer, dat wil zeggen een beleid dat<br />
de hele bodemketen omvat: van het voorkomen van bodemverontreiniging en het beheren van matige<br />
verontreiniging tot het saneren van ernstige verontreiniging en het treffen van nazorgmaatregelen<br />
(provincie Noord-Holland, Milieuprogramma 2002-2003).<br />
Het actieve bodembeheer van de gemeente Amsterdam is gericht op:<br />
beperken van het transport van grond;<br />
nastreven van een gesloten grondbalans;<br />
intensiveren van hergebruik van grondstromen binnen de stadsdelen (Gemeente Amsterdam,<br />
Milieubeleidsplan Amsterdam 2004-2007, 2004).<br />
3.9.2 Geluidhinder<br />
Bij het projecteren van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen (woningen, scholen en medische<br />
voorzieningen met een nachtfunctie) dient rekening te worden gehouden met de doelstelling uit de Wet<br />
geluidhinder (Wgh): het beperken van de geluidsbelasting op alle buitengevels van geluidsgevoelige<br />
bestemmingen tot ten hoogste de voorkeurgrenswaarde. In dat kader wordt aan iedere weg waarop met<br />
een snelheid van 50 km/uur of meer mag worden gereden, iedere spoorbaan en ieder industrieterrein een<br />
zone toegekend. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan<br />
indien de geluidsbelasting op de gevel onder of hoogstens gelijk aan de voorkeurgrenswaarde is.<br />
Ontheffing van de voorkeurgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de<br />
buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden<br />
wordt voldaan.<br />
Op 13 november 2007 heeft het college van B&W nota “Vaststelling hogere grenswaarden Wet<br />
geluidhinder, Amsterdams beleid” vastgesteld, die naar aa<strong>nl</strong>eiding van de nieuwe Wet geluidhinder is<br />
33