14.08.2013 Views

Gemeente Tilburg - Ruimtelijkeplannen.nl

Gemeente Tilburg - Ruimtelijkeplannen.nl

Gemeente Tilburg - Ruimtelijkeplannen.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Bestemmingsplan Goirkestraat<br />

(Beschermd Stadsgezicht)<br />

Opgesteld door:<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Tilburg</strong>, Dienst Wijkzaken<br />

Afdeling Ruimtelijke Inrichting<br />

voorontwerp: 13-09-1999<br />

ontwerp: 22-05-2000<br />

vaststelling: 19-02-2001<br />

goedkeuring:<br />

in werking:<br />

CODE: 1999-002 onherroepelijk:


Bestemmingsplan Goirkestraat<br />

(Beschermd Stadsgezicht)<br />

Toelichting<br />

Opgesteld door:<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Tilburg</strong>, Dienst Wijkzaken<br />

Afdeling Ruimtelijke Inrichting<br />

voorontwerp: 13-09-1999<br />

ontwerp: 22-05-2000<br />

vaststelling: 19-02-2001<br />

goedkeuring:<br />

in werking:<br />

CODE: 1999-002 onherroepelijk:<br />

2


3<br />

INHOUD Blz.<br />

1. INLEIDING...........................................................................................7<br />

2. ALGEMENE ASPECTEN .......................................................................9<br />

2.1. Planbegrenzing ....................................................................................9<br />

2.2. Vigerende bestemmingsregelingen ......................................................9<br />

2.3. Voorgeschiedenis...............................................................................12<br />

2.4. Planologisch beleidskader .................................................................12<br />

2.5. Riolering en waterhuishouding..........................................................12<br />

3. ONTWIKKELINGSGESCHIEDENIS .....................................................13<br />

4. RUIMTELIJKE BESCHRIJVING EN WAARDERING ............................19<br />

4.1. Stedebouwkundige typering ..............................................................17<br />

4.2. Typologische kenmerken van de bebouwing .....................................19<br />

4.3. Architectuurhistorische waardering ..................................................22<br />

5. FUNCTIONELE OPBOUW...................................................................25<br />

6. UITGANGSPUNTEN ...........................................................................27<br />

6.1. Ruimtelijke aspecten .........................................................................27<br />

6.2. Functionele aspecten .........................................................................27<br />

6.3. Verkeer en openbare ruimten ............................................................29<br />

6.1. Afwijking van Nota van Uitgangspunten ...........................................29<br />

7. PLANBESCHRIJVING.........................................................................30<br />

7.1. Ruimtelijke aspecten .........................................................................30<br />

7.2. Functionele aspecten .........................................................................33<br />

7.3. Veranderingsgebieden .......................................................................34<br />

8. JURIDISCHE OPZET ..........................................................................37<br />

8.1. I<strong>nl</strong>eiding ............................................................................................37<br />

8.2. Kaart ..................................................................................................37<br />

8.3. Voorschriften.....................................................................................37<br />

9. WELSTANDSPARAGRAAF.................................................................41<br />

9.1. Algemeen ...........................................................................................41<br />

9.3. Typering ............................................................................................41<br />

9.3. Gewenste ontwikkeling ......................................................................41<br />

9.4. Richtlijnen Zone Zuid ........................................................................41<br />

9.4. Richtlijnen Zone Midden ....................................................................42<br />

9.4. Richtlijnen Zone Noord......................................................................43<br />

10. SOCIALE VEILIGHEID .......................................................................44<br />

11. MILIEUASPECTEN .............................................................................45<br />

11.1 Geluid ................................................................................................45<br />

11.2. Bodem................................................................................................45<br />

11.3. Hinder bedrijven................................................................................45<br />

12. BEVOLKINGSCONTACT ....................................................................46<br />

13. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID ...............................................48<br />

14. OVERLEG...........................................................................................49


Bijlagen<br />

1. Redengevende omschrijving bij aanwijzing <strong>Gemeente</strong>lijk Beschermd Stadsgezicht<br />

2. Lijst van beeldbepalende elementen<br />

3. Foto’s B.S. Goirkestraat<br />

4. Overzicht bedrijven<br />

5. Register horeca<br />

6. Akoestisch onderzoek<br />

7. Verslag inspraak "Nota van Uitgangspunten"<br />

8. Gevelaanzichten<br />

4


Afbeelding 1<br />

Situering van het plangebied<br />

5


1. INLEIDING<br />

6<br />

Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de Goirkestraat, een onderdeel van de oude stad<br />

van <strong>Tilburg</strong>.<br />

Op 8 december 1986 heeft de gemeenteraad van <strong>Tilburg</strong> het besluit genomen tot aanwijzing<br />

van het gebied Goirkestraat en aa<strong>nl</strong>iggende bebouwing tot gemeentelijk beschermd<br />

stadsgezicht.<br />

De argumenten voor de aanwijzing zijn: de karakteristieke stedenbouwkundige opzet, de<br />

aanwezigheid van typische samenhangende bebouwingsvormen uit de diverse<br />

ontwikkelingsperioden van de stad <strong>Tilburg</strong> en tenslotte de aanwezigheid van veel<br />

architectonisch nog gave bouwwerken. Vanwege de grote waarde als tastbare herinnering aan<br />

de ontwikkeling van <strong>Tilburg</strong> is het gebied in zijn geheel aangewezen tot gemeentelijk<br />

beschermd stadsgezicht.<br />

De aanwijzing van het gebied tot beschermd stadsgezicht vraagt om een regeling, welke<br />

voorziet in de vereiste bescherming van de ruimtelijke dimensies, de waardevolle bebouwing<br />

en de aanwezige historische waarde. De bescherming zal met name betrekking moeten<br />

hebben op:<br />

- de open ruimte: materiaalgebruik, kleur, aankleding, straatmeubilair en beplanting;<br />

- de bebouwing: maat, schaal, gevelbeeld en dergelijke;<br />

- de erfinrichtingen: mate van bebouwing.<br />

Het plangebied wordt gekenmerkt door een grote mate van dynamiek. De straat is vanouds<br />

een belangrijke invalsroute naar het centrum van de stad. De functie-ontwikkeling van het<br />

plangebied met bijbehorende bebouwing zal in goede banen moeten worden geleid, zodat<br />

een in planologisch opzicht evenwichtige situatie aanwezig blijft. Als doelstellingen kunnen<br />

daarbij worden genoemd: het behoud van een optimaal woonmilieu over de gehele lengte van<br />

de Goirkestraat, het streven naar een buurtvoorzieningencentrum waar het plezierig<br />

winkelen is en de instandhouding van de Goirkestraat als vestigingsplaats voor kleinschalige<br />

bedrijvigheid.


Afbeelding 2<br />

Begrenzing van het plangebied<br />

7


2. ALGEMENE ASPECTEN<br />

2.1. Planbegrenzing<br />

2.2.<br />

8<br />

Het plangebied omvat de Goirkestraat met aa<strong>nl</strong>iggende bebouwing, vanaf het Wilhelminapark<br />

tot aan het Julianapark wat overeenkomt met de omvang van het aangewezen beschermde<br />

stadsgezicht. De gekozen begrenzing voor het aangewezen gebied houdt rekening met de<br />

langs de straat gelegen omvangrijke complexen, zoals het bedrijvencomplex "Mommers" en<br />

de St. Dionysiuskerk met aangrenzend kerkhof. De planbegrenzing van het bestemmingsplan<br />

en de begrenzing van het beschermd stadsgezicht zijn zoveel mogelijk op elkaar afgestemd.<br />

In een aantal gevallen wordt aanpassing van de grens van het beschermd stadsgezicht<br />

wenselijk geacht, bijvoorbeeld als de grens van het beschermd stadsgezicht dwars over<br />

percelen of zelfs gebouwen is getrokken of als de eigendomssituatie na vaststelling van het<br />

beschermd stadsgezicht is gewijzigd.<br />

Vigerende bestemmingsregelingen<br />

Voor het plangebied waren vroeger de volgende bestemmingsplannen vigerend:<br />

- Bestemmingsplan "de Veldhoven en de Pastorieklamp" (september 1921);<br />

- Bestemmingsplan "de Hasselt" (mei 1927);<br />

- Bestemmingsplan "het Groeseind" (juni 1934).<br />

Voor deze bestemmingsplannen is geheel of gedeeltelijk in de plaats gekomen een tweetal<br />

bestemmingsplannen te weten:<br />

- bestemmingsplan "de Hasselt" (mei 1954);<br />

- bestemmingsplan "Pastorieklamp" (juni 1985).<br />

Voor enkele gedeelten, welke niet in een bestemmingsplan zijn vastgelegd, geldt momenteel<br />

enkel de bouwverordening.<br />

In <strong>Tilburg</strong> is sinds 1975 een gemeentelijke monumenten verordening van kracht. De<br />

verordening stelt vast, dat het college van Burgemeester en wethouders een gemeentelijke<br />

monumente<strong>nl</strong>ijst samenstelt en bijhoudt.<br />

Voorts functioneert binnen de gemeente een door de gemeenteraad ingestelde monumentencommissie,<br />

welke tot taak heeft de raad en/of Burgemeester en wethouders op<br />

verzoek of uit eigen beweging van voorlichting en advies te dienen terzake van de toepassing<br />

van de Monumentenverordening of de Monumentenwet 1988.<br />

2.3. Voorgeschiedenis<br />

Als eerste stap van de planvoorbereiding van het bestemmingsplan Goirkestraat is een "Nota<br />

van Uitgangspunten" samengesteld, waarin onder andere opgenomen: de inventarisatie, een<br />

overzicht van huidig gemeentelijk beleid en de uitgangspunten voor het bestemmingsplan.<br />

Op 30 januari 1995 is deze nota besproken in de raadscommissie ROS. Ten gevolge van het<br />

geleverde commentaar is de nota op enige punten gewijzigd.<br />

Op 25 april heeft het College van Burgemeester en Wethouders ingestemd met de gewijzigde<br />

nota en groen licht gegeven voor de inspraak.<br />

Op 28 juni 1995 heeft vervolgens een inspraakavond plaatsgevonden waarbij de gewijzigde<br />

"Nota van uitgangspunten" is besproken. Achter in deze toelichting is als bijlage het verslag<br />

van deze inspraakavond opgenomen.<br />

2.4. Planologisch beleidskader<br />

Een planologisch beleid is destijds vastgelegd in het structuurplan "<strong>Tilburg</strong> Oude Stad" (het<br />

SOS), dat in 1976 is vastgesteld. De planinventarisatie geeft het noordelijk deel van de<br />

Goirkestraat, de aansluiting Smidspad-Goirkestraat en de zuidoosthoek nabij de aansluiting<br />

Wilhelminapark-Goirkestraat aan als "kernfunctiegebied". Het kernfunctiegebied vertoont een<br />

intensivering van bebouwing en functies, welke betrekking hebben op de directe<br />

(woon)omgeving. Voorheen waren in de vigerende plannen over de volle lengte van de<br />

Goirkestraat de bestemmingen "gemengde doeleinden" en "bedrijfsdoeleinden" opgenomen.<br />

In het Structuurplan wordt daarvan enigszins afgeweken en wordt de Goirkestraat<br />

aangewezen als zone met gemengde doeleinden (met uitzondering van de kerk en omgeving).


9<br />

Gelijktijdig met het SOS werd groen licht gegeven voor een actieplan voor de<br />

stadsvernieuwing. De bedrijvencomplexen aan weerszijde van de Goirkestraat zijn<br />

aangemerkt als verbeterings- en vernieuwingsgebieden. In juni 1990 is tenslotte het<br />

"Stadsbeheerplan <strong>Tilburg</strong>" vastgesteld, daarin wordt voor de oude Stad -althans voor de<br />

lintbebouwde hoofdstructuur (zoals de Goirkestraat)- in grote lijnen uitgegaan van dezelfde<br />

visie als in het Structuurplan van 1976.<br />

Op 11 april 1994 heeft de <strong>Gemeente</strong>raad de nota "Detailhandel in <strong>Tilburg</strong>" vastgesteld.<br />

In de nota detailhandel worden de winkelvoorzieningen in de Goirkestraat en het Bart van<br />

Peltplein als buurtvoorzieningencentrum aangemerkt. In algemene zin wordt geconstateerd<br />

dat door het afnemen van draagvlak het functioneren van buurtcentra onder druk is komen<br />

te staan. Het gemeentelijk beleid ten aanzien van buurtcentra is echter sterk afhankelijk<br />

gesteld van initiatieven van de buurtcentra zelf: de gemeente zal initiatieven van<br />

ondernemers en eigenaren van winkelpanden ondersteunen, wanneer deze op lange termijn<br />

voldoende perspectief bieden. Afbouw van de winkelfunctie van het Bart van Peltplein en van<br />

de verspreide bewinkeling in dit gebied, zoals in eerdere versies van de detailhandelsnota<br />

was aangekondigd, is thans niet meer aan de orde. Bestaande winkels zullen bestemmingsplantechnisch<br />

conserverend bestemd worden. Voor winkelpanden, die thans niet meer<br />

als zodanig in gebruik zijn, zullen andere bestemmingsmogelijkheden worden geboden.<br />

In het "Groenstructuurplan <strong>Tilburg</strong>" wordt geconstateerd dat ter plaatse van de linten<br />

(ondermeer Goirkestraat) sprake is van een grote variatie in bouwvormen, architectuurstijlen<br />

en gebruiksvormen. Voor dergelijke gebieden wordt gepleit voor een koppelingselement op<br />

het niveau van de gehele stad in de vorm van een doorlopende groenstructuur. Aangezien<br />

een doorgaand scherm van bomen vanwege het smalle profiel onmogelijk is wordt op een<br />

andere wijze naar samenhang gezocht. Daarbij kan onder andere worden gedacht aan<br />

continuïteit van straatinrichting en bouwhoogte.<br />

In de nota "Geïntegreerd horecabeleid" (26 juni 1995 in de gemeenteraad vastgesteld)<br />

wordt ingegaan op het vestigingsbeleid van horecagelegenheden. Uitgangspunt van het<br />

beleid is om zowel de horeca leefruimte te geven als om het woon- en leefklimaat te<br />

beschermen.<br />

In nieuwe bestemmingsplannen voor beheersgebieden zal de vestiging van horeca alleen<br />

mogelijk zijn via een vrijstellingsprocedure. Reeds aanwezige horeca kan als regel voortgezet<br />

worden en wordt in de bestemmingsplannen positief bestemd. Ten aanzien van het toelaten<br />

van nieuwe vestigingen worden criteria geformuleerd. Voor de Goirkestraat is daarbij het<br />

volgende van belang:<br />

• Onderscheid wordt gemaakt in horeca I, II en III. Tot horeca I wordt gerekend (eet-)cafés,<br />

restaurants, lunchrooms, brasserieën, cafetaria's, snackbars en dergelijke van ten<br />

hoogste 150 m².<br />

Horeca II omvat dezelfde horecagelegenheden als horeca I maar dan met een oppervlak<br />

tot maximaal 500 m².<br />

Horeca III omvat de overige vormen van horeca;<br />

• in het noordelijk deel van de Goirkestraat, dat in de nota Detailhandel is aangewezen als<br />

buurtvoorzieningencentrum, wordt alleen horeca I toegelaten. Onderscheid wordt hierbij<br />

gemaakt tussen horeca gericht op het verstrekken van alcoholische dranken<br />

(bijvoorbeeld cafés) en horeca gericht op het verstrekken van volledige danwel onvolledige<br />

maaltijden (bijvoorbeeld restaurants). Ten aanzien van de eerste groep worden<br />

nieuwe vestigingen slechts toegestaan wanneer binnen een straal van 250 meter van het<br />

beoogde vestigingspunt geen andere soortgelijke vestigingen zijn te vinden. Ten aanzien<br />

van de tweede groep worden geen maxima gesteld;<br />

• in het zuidelijke deel van de Goirkestraat, dat behoort tot de gegroeide lijnstructuur,<br />

wordt alleen horeca I en horeca II toegestaan. Inrichtingen in hoofdzaak gericht op<br />

verstrekking van alcoholhoudende dranken worden alleen toegelaten wanneer zich<br />

binnen een straal van 250 meter niet meer dan een soortgelijke inrichting bevinden.<br />

Inrichtingen in hoofdzaak gericht op verstrekking van maaltijden worden alleen<br />

toegestaan wanneer zich binnen een straal van 250 meter niet meer dan 2 soortgelijke<br />

vestigingen bevinden.<br />

Tot horeca worden uitsluitend gerekend dié bedrijven die gelegenheid bieden tot het ter<br />

plaatse nuttigen van maaltijden, die dranken verstrekken voor consumptie ter plaatse e.d.<br />

Een afhaalcentrum sec, een cateringbedrijf en een bezorgdienst voor pizza's zijn dus niet<br />

aan te merken als horeca-inrichting.<br />

Een sociëteit is in de horecasystematiek in beginsel steeds een maatschappelijke instelling,<br />

alleen voor leden toegankelijk, die daarnaast meestal ook een horecafunctie omvat. Deze is<br />

dan ondergeschikt aan de hoofdfunctie (een maatschappelijke functie zoals vereniging, club


10<br />

of dergelijke). Deze horecafunctie wordt niet afzonderlijk bestemd (ook al is doorgaans<br />

natuurlijk wel een horecavergunning vereist), maar wordt beschouwd als zijnde<br />

ondergeschikt aan, ten dienste van en behorende bij de hoofdfunctie maatschappelijke<br />

doeleinden.<br />

In het "Verkeerscirculatieplan Oude Stad" wordt er vanuit gegaan dat de Goirkestraat zijn<br />

functie als wijkverzamelstraat behoudt. De verkeersintensiteit op de Goirkestraat is hoog.<br />

Tellingen uit 1998 geven (afhankelijk van van het meetpunt) 6800-8900 motorvoertuigen per<br />

etmaal aan. Het aandeel vrachtverkeer is om en nabij de 3,5%. De verkeersdrukte conflicteert<br />

met de functie van een gedeelte van de straat als buurtvoorzieningencentrum. Ook geeft het<br />

autoverkeer vaak problemen met het fietsverkeer. Door het drukke verkeer op de<br />

Goirkestraat is de wegoversteek moeilijk vooral voor ouderen en invaliden. De prognose voor<br />

het jaar 2010 raamt de verkeersintensiteit op 7000-9000 motorvoertuigen.<br />

De Goirkestraat is een onderdeel van de autobuslijn 3. In de straat zijn vier bushalten.<br />

In het "Fietsplan <strong>Tilburg</strong>" vormt de Goirkestraat onderdeel van het zogenaamde "Sternet<br />

voor fietsverkeer" (de Noordhoekroute).<br />

Voor het noordelijk deel van de Goirkestraat is een inrichtingsplan gerealiseerd. In dit<br />

herinrichtingsplan is zoveel mogelijk uitgegaan van vrijliggende fietspaden.<br />

Het zuidelijk deel van de Goirkestraat moet nog worden heringericht.<br />

In de <strong>Gemeente</strong>lijke Monumentenverordening is een vergunningenstelsel opgenomen ten<br />

behoeve van het afbreken, veranderen en oprichten van bouwwerken, alsmede het kappen<br />

van bomen. In het door de gemeenteraad aangewezen stadsgezicht is het verboden om<br />

zonder vergunning deze werkzaamheden te verrichten. Burgemeester en wethouders kunnen<br />

hiertoe een vergunning verlenen, echter beslissen op een aanvraag om vergunning niet dan<br />

nadat de monumentencommissie te hebben gehoord.<br />

Het architectuurbeleid van de gemeente <strong>Tilburg</strong> is vastgelegd in de 'Kadernota<br />

architectuurbeleid: vorm geven aan de stad'. In de nota wordt voorgesteld in de<br />

toelichting van bestemmingsplannen voor het bestaand stedelijk gebied een<br />

welstandsparagraaf op te nemen<br />

2.5. Riolering en waterhuishouding<br />

Het bestemmingsplan omvat uitsluitend de Goirkestraat. De totale oppervlakte van de<br />

Goirkestraat bedraagt ca. 0,15 ha.<br />

Bestaande situatie<br />

Het plangebied is gelegen in het stroomgebied van de Zandley en behoort zowel kwantitatief<br />

als kwalitatief tot het beheergebied van het Waterschap de Dommel. De hoogteligging van<br />

het plangebied bedraagt circa 13.12 tot 13.57 m + NAP.<br />

De grondwaterstanden variëren van maximaal 12.47 m + NAP tot minimaal 9.47 m + NAP,<br />

met een gemiddelde van 11.20 m + NAP.<br />

Vuilwater en regenwater worden via een gemengd rioolstelsel afgevoerd naar de zuivering<br />

<strong>Tilburg</strong>-Noord, in beheer bij Waterschap de Dommel.<br />

Waterhuishouding in de nieuwe situatie<br />

De omgang met regenwater dient te passen binnen de beleidsuitgangspunten zoals die<br />

omschreven zijn in het gemeentelijk waterplan (GWP), het gemeentelijk rioleringsplan (GRP)<br />

en de vierde nota waterhuishouding (NW4). Bij nieuwbouwplannen dienen de mogelijkheden<br />

onderzocht te worden of er op een duurzame manier omgegaan kan worden met regenwater.<br />

Mogelijkheden hiervoor zijn:<br />

regenwater opvangen en hergebruiken, bijv. voor toiletspoelingen;<br />

regenwater infiltreren in de bodem;<br />

een combinatie van beide mogelijkheden.<br />

Riolering in de nieuwe situatie<br />

Ten behoeve van het plangebied is de bestaande riolering toereikend. Bij de herinrichting<br />

van de Goirkestraat zal de riolering, inclusief huis- en kolkaansluitingen, indien noodzakelijk<br />

worden aangepast of vervangen.<br />

Bij nieuwbouw dient het regenwater en vuilwater op eigen terrein te worden gescheiden.


3. ONTWIKKELINGSGESCHIEDENIS<br />

11<br />

Als belangrijke verbindingsweg tussen de buurtschappen ‘het Goirke’ (nu Julianapark) en ‘de<br />

Veldhoven’ (nu Wilhelminapark) dateert de straat uit de 18e eeuw. Tot ca. 1830 had deze weg<br />

zelfs nog overwegend een agrarisch karakter, begrensd door weilanden en akkers.<br />

Van groot belang voor de ontwikkeling van de Goirkestraat was de toestemming van het<br />

bisdom tot de oprichting van een tweede parochie in <strong>Tilburg</strong> in ’t Goirke. Dit leidde tot de<br />

bouw van het huidige kerkgebouw van de St. Dionysiuskerk in 1839, nabij de vroegere<br />

noordelijke schuurkerk in <strong>Tilburg</strong>, waarmee de basis werd gelegd voor het latere kerkelijk<br />

centrum.<br />

Een belangrijke stimulans voor verdere ontwikkeling vormde verder de verkoop van de<br />

gronden behorende bij het kasteel van de laatste heren van <strong>Tilburg</strong> (de Van Hogendorps) aan<br />

de westzijde van de Goirkestraat in 1858 (nu Goirkestraat 107-119).<br />

In de Goirkestraat vestigde zich in de loop van de 19e eeuw steeds meer bedrijvigheid,<br />

vooral textielnijverheid. Aanvankelijk werden kleinschalige nauw met elkaar verbonden<br />

woon- werkgebouwen opgericht.<br />

Op de diepe erven achter de zich steeds meer sluitende lintbebouwing aan de straatzijde<br />

konden zich loodsen en werkplaatsen voor ambachtlieden ontwikkelen welke via doorgangen<br />

en poorten vanaf de straat bereikbaar waren (m.n. in het zuidelijk deel van de Goirkestraat).<br />

In de tweede helft van de 19e eeuw vindt in de textielnijverheid een enorme schaalvergroting<br />

plaats, waarbij uitgestrekte fabriekscomplexen ontstaan. Als voorbeeld kan de ontwikkeling<br />

genoemd worden die het vroegere complex van Mommers heeft doorgemaakt. Christiaan<br />

Mommers startte in 1861 een handwerkfabriek aan de Goirkestraat. Deze kleine fabriek<br />

zonder stoomaandrijving werd een succes. In 1875 kreeg hij toestemming tot de plaatsing<br />

van een stoommachine. In 1877 bouwde hij achter de stoommachineruimte een voor die tijd<br />

nieuw type bedrijfsgebouw, t.w. een laagbouw fabriekshal voor machinaal aangedreven<br />

weegetouwen. Kenmerkend voor dit gebouwtype was het sheddak.<br />

In 1885 breidde Mommers verder uit met een hoogbouwpand. De hoogbouw, waarin met<br />

name spinmachines werden opgesteld, is een langwerpig gebouw met drie bouwlagen met<br />

zolderverdieping. De verschillende bewerkingen op de verdiepingen werden via een systeem<br />

van drijfriemen aangedreven door een stoommachine, die in een afzonderlijk ketelhuis was<br />

ondergebracht. Van origine is dit type fabrieksgebouw uit Engeland afkomstig.<br />

In de Goirkestraat ontwikkelde zich op vergelijkbare wijze vele fabriekcomplexen (een deel<br />

van het voormalige complex van Eras en Zonen kan ook nog aan de Goirkestraat worden<br />

aangetroffen) .<br />

Parallel aan de beschreven ontwikkeling verzelfstandigde zich de woonfunctie van de<br />

ondernemers. Zoals ook elders in <strong>Tilburg</strong> bouwden de meest welgestelde fabrikanten riante<br />

woningen vlak bij de fabrieken. Oorspronkelijk was hierbij nog sprake van<br />

ee<strong>nl</strong>aagsbebouwing met de voorgevel direct aan de straat. Later evolueerde dit type tot<br />

tweelaagsbebouwing, nog wel met de voorgevel direct aan de straat. Uiteindelijk ontstonden<br />

de statige, vrijstaande fabrikantenvilla's, gebouwd op royale, diepe percelen welke als tuinen<br />

werden ingericht. In een aantal gevallen werden de panden door een voortuin met sierlijke<br />

hekwerken van de straat gescheiden.<br />

Met name in het brede middendeel van Goirkestraat komen nog veel fabrikantenvilla’s voor.<br />

De Goirkestraat was van 1900 tot circa 1960 de belangrijkste fabrieksstraat van <strong>Tilburg</strong>.<br />

Bekende fabrieken waren bijvoorbeeld:<br />

• Wollenstoffenfabriek A. Franken en Zoon<br />

• Broodbakkerij Paymans-Delgeijer<br />

• Wollenstoffenfabriek Dröge / Gebr. Franken/firma Pessers,<br />

• Pessers Azn,<br />

• Textielfabriek Mommers en Co,<br />

• Wollenstoffenfabriek Brouwers-van Glabbeek,<br />

• Textielfabriek H. Eras en Zonen,<br />

• Wollenstoffenfabriek W. Schoenmakers<br />

• Houtzagerij Appels,<br />

• Bakkerij Smarius<br />

• Textielfabrieken H.F.C. Enneking,<br />

• Schoenenfabriek Nard de Beer


12<br />

• Leerfabriek Willem Vos,<br />

• Wollendekenfabriek Simon de Cock en Zn,<br />

• Wollenstoffenfabriek De Rooij-van Dijk.<br />

Overigens bleef de Goirkestraat in deze periode eveneens vestigingsplaats voor kleinschalige<br />

ambachtelijke bedrijvigheid.<br />

Tussen de bedrijven werden voor het middenkader diverse middenstandswoningen gebouwd<br />

(met name in het zuidelijk deel van de Goirkestraat).<br />

Op de niet door bedrijven in beslag genomen achterterreinen en in de zijstraten<br />

(bijvoorbeeld Wittebollenstraat) werden arbeiderswoningen opgericht.<br />

Ook het kerkelijk centrum in het midden van de Goirkestraat ontwikkelde zich. Het omvatte<br />

naast de St. Dionysiuskerk een R.K. begraafplaats, de Mariaschool, het St. Ignatiusgesticht<br />

(huize Goirke) en de in 1927 vernieuwde pastorie.<br />

Rond 1900 is de lintbebouwing in de Goirkestraat vrijwel gesloten.<br />

Door vernieuwing en vervanging werden aan het ontstane straatbeeld m.n. in de dertiger<br />

jaren relatief veel nieuwe elementen toegevoegd. Enerzijds ging het om woningen die qua<br />

stijl en architectuur aansluiting zochten bij de vroegere fabrikantenwoningen (bv.<br />

Goirkestraat 43, 67).<br />

Anderzijds betrof het kleine complexen van 2-4 middenstandswoningen, veelal in twee<br />

bouwlagen met kap (Goirkestraat 3-5, Goirkestraat 2/b–6, Goirkestraat 146-152, Goirkestraat<br />

160-164).<br />

In het noordelijk deel van de Goirkestraat ontstond het huidige buurtwinkelcentrum<br />

Goirkestraat.<br />

Door de teloorgang van de textielnijverheid in de periode 1968-1978 kwamen veel terreinen<br />

beschikbaar voor een andere functie. Dit proces werd nog versterkt door de verplaatsing van<br />

grootschalige bedrijven naar de nieuw aangelegde industrieterreinen buiten de Oude Stad.<br />

Op de vrijkomende terreinen in en rond de Goirkestraat werd veelal gekozen voor<br />

woningbouw.


Afbeelding 3<br />

Historische kaartbeeld ca. 1835<br />

13


Afbeelding 4<br />

Historische kaartbeelden ca. 1832 en 1860<br />

14


15<br />

De gebouwen van C. Mommers/Brouwers-van Glabbeek/Pessers zijn voor een belangrijk<br />

deel gehandhaafd gebleven en zijn o.m. in gebruik genomen als Nederlands Textielmuseum.<br />

In het aangrenzende fabrieksgebouw van George Dröge (Goirkestraat 88) is nu de <strong>Tilburg</strong>se<br />

Muziekschool gevestigd.<br />

Het voormalig fabriekscomplex van Paymans Delgeijer werd volledig gesloopt waarna aan<br />

de Goirkestraat 12-12a en 30 c.a. winkels met bovenwoningen verrezen en aan de Korte<br />

Hoefstraat 47-53 vier eengezinswoningen.<br />

Op de plaats van de leeggekomen fabriek van Franken & Zonen aan het Julianapark (buiten<br />

het plangebied) verrees het winkelcentrum Bart van Peltplein. Alleen de vroegere kantoorvilla<br />

(Goirkestraat 2) bleef behouden.<br />

Het complex van de Rooij van Dijk werd grotendeels gesloopt. Alleen het fabrieksgebouw<br />

Goirkestraat 177-179 bleef gehandhaafd en werd na een verbouwing opgesplitst in meerdere<br />

woningen. Het open terrein dat aan de achterzijde ontstond werd deels ingevuld met<br />

woningbouw en deels in gebruik genomen als parkeerterrein /groenvoorziening.<br />

Van leerlooierij Vos resteert alleen nog het vroegere fabrikantenhuis Goirkestraat 109.<br />

De vrijkomende terreinen aan de van Hogendorpstraat (Appels, Enneking, Vos) werden<br />

grotendeels omgevormd tot woongebied rondom een plantsoen (Margarethadreef c.a.). Een<br />

deel van het vroegere fabriekscomplex van de firma Enneking werd geschikt gemaakt voor<br />

huisvesting van een onderwijsfunctie (CBM gebouw Diederikdreef 14-18). Een deel van de<br />

bebouwing van de voormalige houtzagerij Appels is nog in gebruik voor opslag van goederen<br />

(Goirkestraat 133).<br />

Het voormalige fabriekscomplex van Eras en Zonen is gedeeltelijk gehandhandhaafd en in<br />

gebruik voor diverse doeleinden (garagebedrijf, sportschool, groothandel in sporttoestellen).<br />

De Wollenstoffenfabriek W. Schoenmakers en de gebouwen van de Gebr. Franken waren al<br />

eerder grotendeels door brand verwoest.<br />

De vroegere fabrikantenwoningen en kantoorvilla’s zijn veelal behouden gebleven en<br />

thans in gebruik voor studentenhuisvesting of als kantoor.


16<br />

4. RUIMTELIJKE BESCHRIJVING EN WAARDERING<br />

Ter plaatse van de Goirkestraat is de ontwikkelingsgeschiedenis, die de <strong>Tilburg</strong>se<br />

textielnijverheid sinds de 19e eeuw heeft doorgemaakt in sterke mate terug te vinden, met<br />

name in de verkavelingsstructuur en de aanwezige bebouwing.<br />

De ontwikkeling die de Goirkestraat sinds het begin van de industriele revolutie heeft<br />

doorgemaakt heeft zijn sporen achtergelaten in de vorm van karakteristieke gebouwen en<br />

complexen. De bebouwing in de Goirkestraat heeft cultuur-historische waarde (m.n.<br />

architectuur en typologie van de bebouwing).<br />

4.1 Stedenbouwkundige karakteristiek<br />

Bij een bespreking van de karakteristieken van het gebied kunnen vanuit stedenbouwkundig<br />

gezichtspunt drie gebieden onderscheiden worden .<br />

Het zuidelijk gedeelte van de Goirkestraat wordt in hoofdlijnen bepaald door eenvoudige<br />

bebouwing met vooral middenstandswoningen. Typerend is het stratenpatroon met geknikte<br />

zijstraatjes en inritpoorten of zijpaden naar de achtererven.<br />

De panden zijn met de voorgevels geplaatst in de perceelgrens direct aan de straat. De<br />

panden zijn uitgevoerd met overwegend anderhalf laag met kap wat een zekere samenhang<br />

in het straatbeeld geeft. De panden hebben vaak een hoge beganegrondlaag (van om en nabij<br />

de 3 m) en de goothoogte varieert tussen de 4 en 5 m. Incidenteel is sprake van hogere<br />

panden met twee lagen en een kap met een goothoogte tussen de 8 en de 9 m. Uitzondering<br />

op deze bebouwingsstructuur is enige kleinschalige complex gewijze bebouwing, welke in de<br />

dertiger jaren is gerealiseerd (Goirkestraat 152-164a, Wilhelminapark 140-180).<br />

In het middengedeelte van de Goirkestraat is sprake van een straatverbreding. Het<br />

straatbeeld kenmerkt zich door een open bebouwingsstructuur met deftige herenhuizen,<br />

industriebebouwing en gebouwen van religieuze en maatschappelijke instellingen. Van belang<br />

zijn de diverse bebouwingsensembles: de kerk, de begraafplaats, de pastorie en de<br />

naastliggende school enerzijds en de fabrieksbebouwing met de produktiehallen, de<br />

magazijnen, de ketelhuizen, de schoorstenen en de directeurswoningen anderzijds.<br />

Er is sprake van een grote mate van pluriformiteit in de aard en omvang van de panden. De<br />

veelal (half)vrijstaande panden hebben vaak hoge blokvormige massa's met een goothoogte<br />

tussen de 8 en 11 m en een hoge beganegrondlaag. Ten opzichte van zone zuid en noord is<br />

sprake van een specifiek karakter van de afzonderlijke bebouwingseenheden met een grote<br />

verscheidenheid in bouwmassa,s en architectonische kenmerken.<br />

Bovendien is sprake van specifieke situeringskenmerken met beeldbepalende voor- en<br />

zijtuinen en karakteristieke objecten, zoals: hekwerken, erfmuren, etc.<br />

In het noordelijk deel is in principe evenals bij het zuidelijk gedeelte veelal sprake van<br />

eenvoudige bebouwing. Incidenteel komt complexgewijs gerealiseerde bebouwing voor,<br />

waarbij het gaat om hooguit vier panden (bv Goirkestraat 2B-6, 30). Aan de kop van de<br />

Goirkestraat is evenwel sprake van incidenteel voorkomende herenhuizen (Goirkestraat 1, 2,<br />

7, 9, 11 en 13). De bebouwing telt overwegend drie bouwlagen (goothoogte tussen 5.50 en 7<br />

m).<br />

Vrij recent hebben in het noordelijk gedeelte van de Goirkestraat, ingrepen plaatsgevonden<br />

welke minder goed passen binnen de oorspronkelijke bebouwingsstructuur en het<br />

historische beeld hebben aangetast.<br />

Afbeelding 5<br />

Ruimtelijke zonering


17<br />

Met name met betrekking tot de nieuwbouw van de supermarkt heeft slechts een geringe<br />

mate van afstemming plaatsgevonden op het specifieke karakter van de omgeving. Daarbij is<br />

gekozen voor het loslaten van de rooilijn langs de Van Hogendorpstraat, een horizontale<br />

gevelindeling en een afwijkend materiaalgebruik.<br />

4.2.1 Typologische kenmerken van de bebouwing<br />

Bij een beschrijving van de typologie van de bebouwing kunnen op de eerste plaats de<br />

gebouwen genoemd worden die verwijzen naar<br />

de industriële ontwikkeling van de Goirkestraat. Een ontwikkeling die begon met de relatief<br />

kleinschalige gecombineerde woon-werkgebouwen. Herkenbaar is het proces van<br />

schaalvergroting in de industrie waarbij steeds meer een verzelfstandiging plaatsvond van<br />

de afzonderlijke woon- en werkfunctie.<br />

Op de tweede plaats zijn de gebouwen te noemen die gegroepeerd zijn rond het kerkelijk<br />

centrum in het hart van de Goirkestraat. Dit kerkelijk centrum vormt een typisch voorbeeld<br />

van een kerkelijk complex: kerk met pastorie, in samenhang met kerkhof en scholen en<br />

overige religieuze instellingen. De gebouwen vertellen mede iets over de maatschappelijke<br />

betrokkenheid van de religieuzen bij de <strong>Tilburg</strong>se same<strong>nl</strong>eving.<br />

Hieronder zal uitgebreider worden ingegaan op de typologie van de bebouwing.<br />

Woon- werkgebouwen<br />

Dit type vertegenwoordigt een overgangsvorm van de kleinschalige huisambachtelijke<br />

productiewijze naar een meer industriële vorm van productie.<br />

De bebouwing telde veelal een bouwlaag en was voorzien van een forse kap evenwijdig aan<br />

de straat. Sporadisch kan in de topgevel aan de zijkant van de huizen een hijsdeur worden<br />

aangetroffen, ten behoeve van de opslag van goederen op de zolderverdieping (Goirkestraat<br />

125)<br />

In veel gevallen was sprake van een combinatie van een woonpand aan de straatzijde met<br />

een (onderdoor)gang naar een werkplaats of loods op het binnenterrein. Als<br />

belangrijkste voorbeelden kunnen worden genoemd: Goirkestraat 105-107, 109, 113, 129-<br />

131, 132, 138, 141-143 (bakkerij Smarius), 159, 151 (leerlooierij Cleijssen), 161, 166, 168,<br />

170.<br />

Aan deze bebouwing is later nieuwbouw toegevoegd die qua verschijningsvorm aansluiting<br />

zoekt op deze typologie, bv. Goirkestraat 181. Het gaat hier om een recent nieuwbouwplan<br />

(woning met werkplaats op achterterrein) dat niet volledig is uitgevoerd. Het gebouw aan de<br />

straatzijde is nooit gerealiseerd.<br />

Wevershuizen (woonhuizen met een zgn. weefkamer) en fabriekshuizen (bedrijfsgebouwen<br />

met meerdere werkplaatsen voor handwerkslieden) dateren overigens van voor de feitelijke<br />

ontwikkeling van de Goirkestaat als fabrieksstraat en worden hier niet aangetroffen.<br />

Geheel op zichzelf staat Goirkestraat 78, het vroegere koopmanshuis van N. Schoffers, een<br />

van de oudste gebouwen in de Goirkestraat.<br />

Fabriekscomplexen<br />

Als belangrijkste voorbeelden kunnen worden genoemd:<br />

• Goirkestraat 88/96.<br />

Zowel lokaal als nationaal wordt dit industrieel complex als historisch zeer waardevol<br />

industrieel landschap erkend. Het complex is als kenmerkend voorbeeld van de<br />

voormalige textielfabrieken in <strong>Tilburg</strong> uitgekozen en als Rijksmonument geregistreerd.<br />

De hoge, langgerekte gebouwen en hun nabije omgeving worden als gaaf voorbeeld van<br />

de vroegere textielnijverheid in <strong>Tilburg</strong> beschouwd.<br />

De fabriekshoogbouw met vijf bouwlagen, waar nu het Nederlands Textielmuseum<br />

gevestigd is, vormt het grootste fabrieksgebouw dat ooit in <strong>Tilburg</strong> gerealiseerd werd.<br />

Aan de voorzijde bevind zich het voormalige ketelhuis met fabrieksschoorsteen. Hier<br />

staat ook de vroegere kantoorvilla van de firma Mommers (Goirkestraat 96).<br />

Ten noorden van dit gebouw staat de voormalige ‘smederij’ annex wolmagazijn (Kapelaan<br />

Poellplein 1-2), eveneens een langgerekt fabrieksgebouw met 2 bouwlagen met kap.<br />

Noordelijk daarvan staat weer het in strakke vormgeving uitgevoerde fabrieksgebouw in<br />

drie bouwlagen van de firma Dröge (Goirkestraat 88).<br />

Daarachter bevind zich de voormalige fabriek van de firma Pessers met bijbehorend<br />

ketelhuis en schoorsteen (Kapelaan Poellplein 3-4, Bisschop Bekkerslaan 261-263.<br />

Op het Mommers complex zijn ook enkele voorbeelden terug te vinden van laagbouw<br />

fabriekshallen met sheddak.<br />

Aan de Goirkestraat 90 staat de vroegere kantoorvilla van de firma Dröge


18<br />

• Goirkestraat 25/29.<br />

Op dit complex bevindt zich nog enige industriebebouwing van de firma Eras en Zonen.<br />

De overige bebouwing is gesloopt en heeft plaatsgemaakt voor woningbouw<br />

(Flanelstraat). Ook op dit complex worden de langgerekte, hoge industriegebouwen<br />

aangetroffen, die karakteristiek zijn voor de industriebebouwing van rond de<br />

eeuwwisseling. De gebouwen zijn echter ingrijpend verbouwd waardoor het<br />

oorspronkelijke karakter minder goed bewaard is gebleven.<br />

• Goirkestraat 133 (voormalige fabriekshal houtzagerij Appels)<br />

• Goirkestraat 177-179<br />

Dit fabrieksgebouw maakte vroeger deel uit van het fabriekscomplex 'De Rooij-van Dijk'.<br />

Na verbouwing is het opgesplitst in meerdere woningen.<br />

Fabrikantenwoningen en kantoorvilla’s<br />

Hiervoor is de ontwikkelingsgeschiedenis van dit gebouwtype reeds beschreven. Het meest<br />

opvallend zijn de statige, vrijstaande fabrikantenvilla's, gebouwd op royale, diepe percelen<br />

welke als tuinen werden ingericht. In een aantal gevallen werden de panden door een<br />

voortuin met sierlijke hekwerken van de straat gescheiden.<br />

Kenmerkend voor de fabrikantenwoningen zijn de vaak dubbele ramen aan weerzijden van<br />

de centraal gelegen entreepartij. Als voorbeelden van tweelaags fabrikantenwoningen<br />

kunnen worden genoemd:<br />

• Goirkestraat 2<br />

Voormalige kantoorvilla firma Franken en Zonen.<br />

• Goirkestraat 9<br />

Fabrikantenwoning firma Vorselaars.<br />

• Goirkestraat 69<br />

Voormalige fabrikantenwoning firma Eras.<br />

• Goirkestraat 79<br />

Voormalige fabrikantenwoning Schoenmakers<br />

• Goirkestraat 82<br />

Voormalige fabrikantenwoning Gebr. Franken.<br />

• Goirkestraat 84<br />

Voormalige fabrikantenwoning.<br />

• Goirkestraat 85<br />

• Voormalige fabrikantenwoning.schoenfabrikant Mannaerts<br />

• Goirkestraat 87<br />

Voormalige fabrikantenwoning firma Mannaerts<br />

• Goirkestraat 90<br />

Kantoorvilla van de firma Mommers<br />

• Goirkestraat 167 fabrikantenwoning A.H. Mommers<br />

• Goirkestraat 183/185<br />

Voormalige fabrikantenwoning behorende bij fabriek 'De Rooij-van Dijk'.<br />

Aan deze bebouwing is later nieuwbouw toegevoegd die qua verschijningsvorm aansluiting<br />

zoekt bij de vroegere fabrikantenwoningen, bv. :<br />

• Goirkestraat 81<br />

Woningbouwplan op hoek Goirkestraat/Diederikdreef (urban villa met voortuin) dat met<br />

zijn vormgeving verwijst naar de vroegere fabrikantenvilla’s in het middendeel van de<br />

Goirkestraat.<br />

• Goirkestraat 43 en 67<br />

Hekwerken en muren<br />

De tuinen bij de fabrikantenwoningen zijn vaak afgescheiden van de openbare weg door<br />

hekken en muren. Deze erfscheidingen worden van essentieel belang geacht voor het eigen<br />

karakter van het gebied.<br />

Als voorbeelden kunnen worden genoemd:<br />

• Goirkestraat 68, hekwerk siersmeedwerk en gietijzeren pinakels Neo gotisch.<br />

• Goirkestraat 77-79, hekwerk Art Deco 1922.<br />

• Goirkestraat 85, hekwerk en penanten Art Deco.<br />

• Goirkestraat 178-180, poort Amsterdamse school.<br />

• Goirkestraat 183-185, smeedijzeren hekwerk.<br />

Middenstandswoningen<br />

In de Goirkestraat komen geen arbeiderswoningen voor. Wel zijn hier veel woningen voor het<br />

bedrijfskader gebouwd. Als oudere voorbeelden kunnen worden genoemd Goirkestraat 71-<br />

73, 75,


Na 1930 werden relatief veel middenstandswoningen toegevoegd, bv.:<br />

Goirkestraat 3-5, 2b-6, 152-158, 160-164a,<br />

19<br />

Winkelhuizen e.d.<br />

Als voorbeelden van kenmerkende panden kunnen worden genoemd:<br />

Goirkestraat 38-40, Goirkestraat 50 (voormalig koffiehuis met bijbehorende zaalruimte),<br />

Goirkestraat 54-56, Goirkestraat 173.<br />

Van de religieuze bebouwing kan worden genoemd:<br />

• Goirkestraat 68<br />

St. Dionysiuskerk. Kerk in neogotische stijl uit de 19e eeuw. Het is een van de oudste<br />

neogotische gebouwen in Nederland.<br />

Kort voor de Tweede Wereldoorlog is er een grondige verbouwing geweest waardoor het<br />

oude koor verdween en aan de achterzijde werd vervangen door een nieuw transept en<br />

absis. De oorlogsomstandigheden waren er mede oorzaak van dat een algehele<br />

verbouwing van het schip nooit heeft plaatsgevonden. Ingrijpend voor het stadsbeeld is<br />

het verdwijnenen van de neogotische torenspits geweest.<br />

• Goirkestraat 70<br />

De aangrenzende nieuwe pastorie werd in 1927 gebouwd en bleef tot 1974 in gebruik<br />

(nu studentenhuisvesting).<br />

• De R.K. begraafplaats<br />

• Goirkestraat 72<br />

De vroegere Mariaschool (mulo) met op het binnenterrein de vroegere kleuterschool).<br />

Beide gebouwen zijn nu in gebruik als studentenhuisvesting.<br />

• Goirkestraat 72a<br />

Norbertijnenpoortje. Dit uit 1718 stammende gebouwtje is een van de oudste<br />

elementen in de Goirkestraat. Het betreft het enige overgebleven deel van de oude, in<br />

1927 gesloopte pastorie ’t Goirke (vm. toegangspoort). De naam van dit gebouw<br />

herinnert aan de Norbertijnen van de abdij van Tongerloo, die van 1232 tot 1832<br />

verantwoordelijk waren voor de zielzorg in <strong>Tilburg</strong> en van hieruit de hele parochie<br />

<strong>Tilburg</strong> bedienden.<br />

• Goirkestraat 74<br />

St. Ignatius Liefdesgesticht (Huize Goirke). Voormalig tehuis voor armlastige oude<br />

mannen en vrouwen met bijbehorende kapel (nu studentenhuisvesting/galerie)<br />

4.3 Architectuur-historische waardering<br />

De Goirkestraat kan worden opgevat als een "voorbeeldstraat" waarin diverse<br />

architectuurstijlen vertegenwoordigd zijn. De aanwezige stijlen, genoemd in min of meer<br />

chronologische volgorde, zijn:<br />

neo-classicisme, eclecticisme, neo-gotiek, neo-renaissance en chaletstijl, art nouveau, de<br />

Amsterdamse school, de Delftse school en het nieuwe bouwen. Hoewel de meeste panden<br />

niet als zuivere representanten van de aangegeven stijlen kunnen worden opgevat, geven zij<br />

wel met elkaar een aardig beeld van de ontwikkelingen in architectuurstijlen uit die periode.<br />

Een vergelijking met de kadastrale minuut laat zien dat van de bebouwing van voor 1832<br />

nagenoeg niets meer resteert, alleen het Norbertijnenpoortje (Goirkestraat nr.72/a) en het<br />

pand Goirkestraat nr.78. De hierboven beschreven bebouwingtypologie is vooral ontstaan in<br />

de periode 1830-1920.<br />

Binnen het plangebied is een aantal cultuurhistorisch waardevolle elementen aanwezig. Op<br />

basis van verrichte inventarisatie (zie bijlage 2 bij de toelichting) zijn onderscheiden:<br />

• Rijksmonumenten (ingeschreven in het register van rijksmonumenten, beschermd op<br />

grond van de Monumentenwet 1988) en<br />

• <strong>Gemeente</strong>lijke monumenten (beschermd op grond van de Monumentenverordening<br />

1997), welke beide op de kaart zijn aangegeven, alsmede<br />

• Beeldbepalende panden (binnen het gemeentelijk beschermd stadsgezicht beschermd op<br />

grond van de Monumentenverordening 1997)<br />

• MSP-objecten, in het Monumenten Selectie Project voorkomende objecten en/of<br />

toekomstige gemeentelijke monumenten<br />

• geïnventariseerde objecten in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project (MIP).<br />

In het kader van het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) is het plangebied


20<br />

geïnventariseerd. Dit heeft geleid tot voorstellen voor plaatsing van panden op de<br />

rijksmonumente<strong>nl</strong>ijst dan wel de gemeentelijke monumente<strong>nl</strong>ijst (zie bijlage 2 bij de<br />

toelichting ‘Lijst van cultuurhistorisch waardevolle elementen in het plangebied’).<br />

In 2000 zal de definitieve plaatsing worden afgerond van een aantal als toekomstige<br />

rijksmonumenten geselecteerde panden (M.S.P.), alsmede van een aantal panden die aan de<br />

gemeentelijke monumente<strong>nl</strong>ijst worden toegevoegd.


Afbeelding 6<br />

Architectonische<br />

waardering<br />

21


5. FUNCTIONELE OPBOUW<br />

22<br />

De afbeelding ‘Functiestructuur’ geeft een beeld van de functionele opbouw van het gebied.<br />

Daarbij kunnen drie gedeelten onderscheiden worden.<br />

In het zuidelijke gedeelte van de Goirkestraat heeft de woonfunctie momenteel de<br />

overhand. Op de achterterreinen zijn op verschillende plaatsen kleinschalige bedrijven<br />

gevestigd (geweest), welke via doorgangen tussen de bebouwing een uitrit hebben naar de<br />

Goirkestraat. Als bedrijven kunnen onder meer worden genoemd een<br />

autoschadeherstelbedrijf, muziekstudio, drukkerij en dergelijke. Voor zover dergelijke<br />

bedrijven kleinschalig blijven en geen onevenredige milieubelasting op de omliggende<br />

woonbebouwing veroorzaken, worden deze functies toelaatbaar geacht. De verwevenheid van<br />

wonen en bedrijven is immers een van de karakteristieke kenmerken van de Goirkestraat.<br />

Aan de zijde van het Wilhelminapark ligt een kleine winkelconcentratie.<br />

De functie-samenstelling van het middengedeelte van de Goirkestraat is anders van<br />

karakter, hetgeen samenhangt met de aard en de omvang van de panden. De meest in het oog<br />

springende gebouwen zijn de St. Dionysiuskerk met pastorie, het aangrenzende<br />

schoolgebouw, alsmede de gerestaureerde textielfabriek het "Mommerscomplex". In dit<br />

gedeelte van de straat is een aantal instellingen gevestigd (Nederlands textielmuseum,<br />

muziekschool, Sirkulo Antiyano <strong>Tilburg</strong>, dansschool). De grote herenhuizen welke onderdeel<br />

uitmaken van de vroegere bedrijfscomplexen zijn in gebruik genomen als kantoor of zijn<br />

verbouwd tot studentenhuisvesting. Dit laatstse geldt ook voor veel gebouwen die vroeger<br />

deel uitmaakten van het kerkelijk centrum (de pastorie, het klooster en de scholen).<br />

Het noordelijke gedeelte van de Goirkestraat heeft een gemengd functiepatroon, waarin de<br />

winkelfunctie sterk is vertegenwoordigd. De winkels zijn geconcentreerd in de<br />

bebouwingsstrook vanaf nr. 10 tot aan nr. 66 alsmede de bebouwingsstrook nr. 27 tot aan<br />

nr. 65, dus aan weerszijden van de straat. Een supermarkt fungeert als trekker voor het<br />

buurtcentrum.<br />

Ter plaatse van Goirkestraat 25-27 zijn op een oud bedrijfscomplex diverse functies<br />

gevestigd (garagebedrijf met showroom en benzineverkooppunt, groothandel in<br />

sportartikelen, sportschool en een groothandel in verf).<br />

Recent zijn in dit deel van de Goirkestraat enige nieuwe panden gerealiseerd met winkels en<br />

bovenwoningen.<br />

In het meest noordelijke deel van de straat zijn overwegend woningen aanwezig.<br />

In Bijlage 4. Functieregistratie is een overzicht opgenomen van de bedrijven in het<br />

plangebied. Het overzicht geeft aan tot welke milieucategorie de bedrijven behoren. Bij het<br />

bepalen van de milieucategorie is gekeken naar stank- en geurhinder, stofhinder,<br />

geluidhinder, trillinghinder en gevaar. Voorts is meegewogen of een bedrijf continu (zowel<br />

overdag als 's-nachts) in functie is of niet.<br />

Over de volle lengte van de Goirkestraat komen bedrijven voor in diverse milieucategorieën.<br />

Het gemêleerde functiepatroon is typisch voor de bebouwde hoofdstructuur van de gehele<br />

stad. Bedrijven met een milieucategorie van minder dan 3 kunnen in principe goed worden<br />

ingepast te midden van woningen. Bedrijven met een milieucategorie van 3 en meer zijn in<br />

principe niet geschikt tussen woningen, behoudens in geval van afdoende maatregelen<br />

waarmee de eventuele hinder tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht.


Afbeelding 8<br />

Functiestructuur<br />

23


6. UITGANGSPUNTEN<br />

24<br />

Ten behoeve van de voorbereiding van dit bestemmingsplan is de ‘Nota van Uitgangspunten<br />

Goirkestraat’ opgesteld. De nota geeft een beschrijving van tendensen in de afgelopen jaren<br />

en legt uitgangspunten vast ten aanzien van ruimtelijke aspecten, functionele aspecten,<br />

verkeer en openbare ruimte.<br />

Bij een nadere beschouwing van de ontwikkelingen in de afgelopen jaren kunnen vijf<br />

tendensen worden genoemd:<br />

1. Nieuwbouw op voormalige industrieterreinen, waarmee rond het plangebied een<br />

grote hoeveelheid woningen is gerealiseerd;<br />

2. Een toenemende verkeersdruk op de Goirkestraat;<br />

3. De toename van dienstverlenende bedrijven, waardoor de woonfunctie op een aantal<br />

plaatsen onder druk dreigt te raken;<br />

4. De verbouw van grote herenhuizen tot kantoor of bijzondere woonvormen<br />

(studentenhuis);<br />

5. Nieuwbouw van panden met afwijkende architectuur, waardoor in een aantal gevallen<br />

de harmonie in het straatbeeld wordt verstoord.<br />

6.1. Ruimtelijke aspecten<br />

1. Het handhaven en zonodig versterken van de stedenbouwkundige opzet van het<br />

gebied. Het gaat daarbij om het ruimtelijk beeld, welke bepaald wordt door de<br />

bebouwing en de straatinrichting (categorie A).<br />

2. De cultuur-historische waardevolle panden (monumenten, beeldbepalende<br />

bebouwing) zullen zoveel mogelijk in hun eigen oorspronkelijke karakter worden<br />

gehandhaafd, waarbij aandacht is voor de situering van de panden op het erf, de<br />

omvang van de panden, de bouw- en de goothoogte, de kapvorm en de architectuur<br />

van de gevels (categorie A).<br />

3. Karakteristieke onderdelen van erfinrichting, zoals hekwerken, bomen, etc. zullen zo<br />

veel mogelijk in stand moeten blijven (categorie A).<br />

4. Bij nieuwbouw zal gestreefd moeten worden naar een optimale afstemming op het<br />

karakter van met name de waardevolle omgevingskenmerken (categorie A).<br />

5. Gestreefd wordt naar versterking van de samenhang in het bebouwingsbeeld. In dit<br />

verband kan worden gedacht aan het bebouwen van de nog resterende open gaten en<br />

de vervanging van de slecht binnen de omgeving passende bebouwing (categorie B).<br />

6. In eerste instantie wordt uitgegaan van een gedetailleerde (juridische) regeling,<br />

waarbij de huidige gebouwde situatie wordt vastgelegd. Voor flexibiliteit bij nieuw-<br />

en verbouwplannen kan een stelsel van vrijstellingsbepalingen en wijzigingsbevoegdheden<br />

worden opgenomen (categorie A).<br />

6.2. Functionele aspecten<br />

1. De gemengde functie-samenstelling van de bebouwing met bijbehorende terreinen<br />

vormt de basis-karakteristiek voor de Goirkestraat. Uitgegaan wordt van de<br />

handhaving van deze gemêleerde functiesamenstelling (categorie A).


25<br />

1. De volgende functies worden onderscheiden: wonen, detailhandel/dienstverlening,<br />

kantoren, maatschappelijke doeleinden, bedrijven, opslag/autoboxen en horeca.<br />

Bovengenoemde functies kunnen met elkaar het gemengd gebied vormen. In principe<br />

gaat het daarbij om functie-eenheden van niet meer dan 250 m² b.v.o. en bedrijven<br />

van een lichte milieucategorie. Ten aanzien van deze lichte milieucategorie wordt<br />

uitgegaan van bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten,<br />

danwel bedrijven welke voor wat betreft milieubelasting hiermee gelijkgesteld<br />

kunnen worden. Inrichtingen vallend onder de Wet geluidhinder zijn uitgesloten.<br />

Reeds bestaande bedrijven in een hogere milieucategorie zullen gehandhaafd kunnen<br />

blijven (categorie A).<br />

2. Grootschalige functies (groter dan 250 m² b.v.o.) bijvoorbeeld: een supermarkt, een<br />

kantoor, garagebedrijf, etc. worden specifiek bestemd in verband met uitstraling op<br />

de omgeving, en eventuele parkeerdruk. Hetzelfde geldt voor bedrijven met een<br />

hinderwetcategorie van 3 (maximum afstand 50 m) en 4. In dergelijke gevallen zal de<br />

hinder ten opzichte van de omgeving beperkt moeten blijven (categorie A).<br />

3. Reeds aanwezige horeca kan als regel voortgezet worden en zal positief worden<br />

bestemd. De vestiging van nieuwe horecagelegenheden is alleen mogelijk via een<br />

vrijstellingsprocedure, waarbij wordt getoetst aan de criteria van de nota "Horeca"<br />

(categorie A).<br />

4. Gestreefd wordt naar concentratie van voorzieningen voor de buurt, waarmee het<br />

buurtvoorzieningencentrum in het noordelijk gedeelte van de Goirkestraat kan<br />

worden versterkt (zie afbeelding "Functiestructuur"). Onder buurtvoorzieningen<br />

wordt verstaan; detailhandel (met name gericht op de dagelijkse inkopen), dienstverlening<br />

(bijv: schoenmaker, kapsalon, reisbureau, verzekeringsagent), winkelondersteunende<br />

horeca (bijvoorbeeld lunchroom, snack-bar), kantoren met een<br />

baliefunctie (bijvoorbeeld bankfiliaal, postkantoor) (categorie A).<br />

5. Een beschrijving in hoofdlijnen welke van toepassing wordt verklaard voor het<br />

gebied dat aangewezen is als buurtvoorzieningencentrum geeft de volgende criteria<br />

aan voor nieuwe vestiging: de omvang van de vestiging, de combinatiemogelijkheid<br />

met een woonfunctie (categorie B).<br />

6. Waar in het buurtvoorzieningencentrum sprake is van een gecombineerde functie,<br />

bijvoorbeeld: wonen boven een kantoor, wonen boven een detailhandelbedrijf, etc,<br />

wordt gestreefd naar handhaving van de woonfunctie op de verdiepingen (categorie<br />

A).<br />

7. Buiten het buurtvoorzieningencentrum dient de woonfunctie kwalitatief en kwantitatief<br />

op peil te blijven (categorie A).<br />

8. Het bedrijvencomplex Goirkestraat 25 t/m 29 wordt overeenkomstig het huidige<br />

gebruik bestemd. Op daarvoor in aanmerking komende locaties worden daarbij de<br />

volgende bestemmingen gelegd:<br />

• garagebedrijf met bijbehorende detailhandel in auto's, auto-accesoires en<br />

onderdelen, alsmede bijbehorende voorzieningen zoals showrooms, magazijnen,<br />

kantoorruimten en dergelijke;<br />

• bezineverkooppunt, met bijbehorende ondergeschikte detailhandel;<br />

• bedrijven waaronder begrepen groothandel en recreatieve doeleinden.<br />

• Ter plaatse van het garagebedrijf en het benzineverkooppunt is met vrijstelling<br />

een detailhandelsfunctie mogelijk in een zone gelegen aan de Goirkestraat, mits<br />

de betreffende detailhandelsfunctie ter plaatse qua omvang, aard, parkeergelegenheid<br />

en uit milieu-oogpunt toelaatbaar is<br />

(categorie A)<br />

.<br />

6.3. Verkeer en openbare ruimten<br />

1. Gestreefd wordt naar verbetering van de verblijfskwaliteit van de Goirkestraat<br />

(categorie B).<br />

2. Bij de inrichting van de straatruimte zullen, waar voldoende ruimte is, vrijliggende<br />

fietspaden worden aangelegd (categorie A).<br />

3. De aanwezige waardevolle boombeplanting op straat en ter plaatse van de erven zal<br />

worden beschermd (categorie A).<br />

Tenslotte zal zoals in de nota van uitgangspunten is vastgelegd in deze toelichting aandacht<br />

worden gegeven aan de sociale veiligheid.<br />

6.4. Afwijking van Nota van Uitgangspunten


26<br />

Bij het opstellen van het bestemmingsplan bleek het noodzakelijk om van bepaalde<br />

onderdelen van de Nota van Uitgangspunten af te wijken. Dit is met name gebeurd om de<br />

planopzet van het bestemmingsplan Goirkestraat beter te laten sporen met de nieuw<br />

ontwikkelde plansystematiek voor beheerbestemmingsplannen. Met name wordt, vanuit het<br />

perspectief dat het een gemengd gebied betreft met een grote diversiteit aan functies<br />

aanwezig, niet langer de bescherming van de aanwezige woonfunctie in de Goirkestraat<br />

voorop gesteld. Hiermee kan ook beter aangesloten worden op regelingen in de vigerende<br />

bestemmingsplannen voor de Goirkestraat.


7. PLANBESCHRIJVING<br />

7.1. Ruimtelijke aspecten<br />

27<br />

Langs de Goirkestraat is ten gevolge van de ontstaansgeschiedenis overwegend sprake van<br />

afzonderlijk gebouwde panden met een grote diversiteit aan architectuurstijlen en een sterke<br />

menging van functies (wonen, bedrijven, winkels, horeca).<br />

De Goirkestraat kenmerkt zich door een smal straatprofiel met van origine een lint van veelal<br />

kleinschalige panden (een à twee bouwlagen met langskap), welke een continue straatwand<br />

vormt. In het middengedeelte van de Goirkestraat is evenwel sprake van een<br />

straatverbreding en een bebouwingspatroon met markante, veelal vrijstaande bebouwing.<br />

Het bestemmingsplan legt de hoofdopzet van het stratenpatroon vast met de aanwezige<br />

bebouwingstructuur. Voorts geeft het bestemmingsplan de begrenzing van de bebouwing, de<br />

voorgevelrooilijnen, de pandbreedtes en de panddiepten aan. De hoogten van de panden is<br />

bepaald middels op kaart aangegeven maximum aantal lagen en\of de maximale toelaatbare<br />

goot- en bouwhoogte.<br />

De aanwijzing van het gebied tot beschermd stadgezicht vraagt om een regeling die aansluit<br />

bij de vereiste bescherming van de ruimtelijke dimensies en de historische waarde van het<br />

plangebied. Getracht wordt de eigen kenmerken van de diverse plandelen op een passende<br />

wijze vast te leggen, al naar gelang de specifieke ruimtelijke kwaliteit. Daarbij wordt in<br />

eerste instantie uitgegaan van een basiskarakteristiek. Afwijkingen van die<br />

basiskarakteristiek zijn vervolgens afzonderlijk aangegeven, zoals bijvoorbeeld: de<br />

incidentele hogere bebouwing in het zuidelijk deel van de Goirkestraat.<br />

Bebouwingsstructuur<br />

De plankaart is getekend op een kadastrale ondergrond. Onderscheid wordt gemaakt naar<br />

openbaar gebied en het overige gedeelte, veelal privé terrein. Aan de straatzijde zijn i.h.a. de<br />

huidige voor- en zijgevelbouwgrenzen aangehouden. Daarmee legt het plan de ruimtelijke<br />

dimensies vast van het openbaar gebied. In het plan is de voorgevelrooilijn expliciet<br />

aangegeven. Uit de aangegeven situatie is de hoofdoriëntatie van de panden af te leiden en<br />

daarmee de hiërarchie van het stratenstelsel.<br />

Achtergevelrooilijnen<br />

Ten aanzien van de achtergevelbouwgrenzen heeft een vereenvoudiging plaatsgevonden. Als<br />

hoofdprincipe geldt het bouwen in de op de kaart aangegeven voorgevelrooilijn. Uitgegaan<br />

wordt van hoofdbebouwing met een maximale panddiepte van 15 meter. Hierachter sluiten<br />

de erven aan.<br />

Goot- en bouwhoogten<br />

Ten aanzien van toelaatbare goot- en bouwhoogte wordt in principe uitgegaan van de<br />

oorspronkelijke bebouwingsopzet. Anderhalve laag met kap in het zuidelijk deel en twee<br />

lagen met kap in het noordelijk deel. Waar in afwijking daarop hogere goot - en bouwhoogte<br />

zijn toegestaan geeft het plan afzonderlijk de toegestane goot- en bouwhoogte aan. Uit het<br />

maximum aantal bouwlagen kunnen de goot en bouwhoogte worden afgeleid, waarbij de<br />

bovenste laag of verdieping met in begrip van de kap wordt opgevat als een toplaag" (zie het<br />

schema op de plankaart). In het zuidelijk en middendeel wordt uitgegaan van een toplaag in<br />

de vorm van een pannenkap en in het noordelijk deel kan de toplaag op diverse wijze zijn<br />

uitgevoerd geheel als kap danwel als een substituut kap (dakterras, terugliggende<br />

dakopbouw etc).<br />

Pandbreedtes<br />

In het bestemmingsplan is een marge vastgelegd voor de pandbreedtes. In de het zuidelijk<br />

deel (zone zuid) is uitgegaan van een gemiddelde breedte tussen de 5 en de 8 m. In het<br />

middendeel (zone midden) zijn vanwege het specifieke bebouwingsbeeld, zoals onder ander<br />

het textielmuseum, de RK-kerk, de panden veelal afzonderlijk aangegeven. Bij het noordelijk<br />

deel (zone noord) geldt in principe een zelfde bebouwingsopzet als in het zuidelijke deel.<br />

Poorten en doorgangen<br />

De poorten en doorgangen naar de achterbebouwing op het binnenterrein zijn zeer<br />

karakteristiek van dit beschermd stadsgezicht en dienen gehandhaafd te blijven.


28<br />

Geveltekeningen<br />

In bijlage 7 zijn ter toelichting geveltekeningen van de panden in de Goirkestraat<br />

opgenomen. Deze zijn met name bedoeld om nieuwe ontwikkelingen te kunnen toetsen maar<br />

hebben geen juridische waarde.<br />

Erfbebouwing<br />

Over het algemeen is aan de achterzijde van de hoofdbebouwing erfbebouwing toegestaan<br />

met een maximum bebouwingspercentage van 80 % van het bijbehorende erf. De hoogte van<br />

de erfbebouwing mag niet hoger zijn dan de hoogte van de begane grondverdieping of bij<br />

vrijstaande bebouwing met een goot- en bouwhoogte van respectievelijk maximaal 3 en 4.50<br />

m hoog en een dakhelling van maximaal 45 0 .<br />

Voor een aantal bedrijfspercelen is eveneens een zone aangegeven, waarin via een<br />

vrijstelling een mogelijkheid wordt geboden voor achterbebouwing met extra hoogte zie<br />

aanduiding "erfbebouwing met extra hoogte". Daarbij wordt uitgegaan van een goothoogte<br />

van maximaal 4.50 m en een bouwhoogte van 7.50 m. Met deze vrijstelling kan een situatie<br />

worden gerealiseerd welke recht doet aan de authentieke bebouwingsstructuur met relatief<br />

hoge loodsen en werkplaatsen op het binnenterrein.<br />

Monumenten<br />

Voor panden en objecten, welke op plankaart als monument zijn aangeduid, zijn bepalingen<br />

ten aanzien van voorgevelrooilijn en goot- en bouwhoogte niet nader aangegeven. Voor<br />

dergelijke panden geldt als maatgevend de situatie tijdens de ter visielegging. In geval van<br />

(ver)bouwaanvragen en overige bouwwerken zal de gemeentelijke monumentencommissie<br />

haar oordeel moeten geven. In geval zulks tot een aanpassing leidt ten opzichte van de<br />

bestaande situatie, zal gebruik gemaakt moeten worden van een vrijstellingsbevoegdheid,<br />

welke in het bestemmingsplan is opgenomen.<br />

Zonering Beschermd Stadsgezicht<br />

in de redengevende omschrijving bij de aanwijzing tot gemeentelijk beschermd stadsgezicht<br />

wordt onderscheid gemaakt in A. en B. zones De als zone A aangeduide gebieden worden als<br />

de belangrijkste te beschermen gedeelten van het stadsgezicht beschouwd.<br />

In het bestemmingsplan is van dit onderscheid in zones afgezien omdat de aangewezen<br />

zones relatief beperkt van omvang zijn en dit onderscheid voor de regelgeving in het<br />

bestemmingsplan niet relevant wordt geacht.<br />

Sloopvergunningstelsel<br />

Voor alle panden in het beschermd stadsgezicht geldt een sloopvergunningstelsel. Op grond<br />

van de Monumentenverordening c.q. in geval van rijksmonumenten op grond van de<br />

Monumentenwet 1988.is sloop in principe verboden; in sommige gevallen kan hiervan<br />

worden afgeweken en wel een vergunning tot sloop worden gegeven.<br />

In de monumentenverordening 1997 zijn bepalingen opgenomen over:<br />

Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten.<br />

Vergunningen tot wijziging of afbraak binnen een beschermd stadsgezicht.<br />

In de verbodspalingen (resp. Hoofdstuk 2/art.12 en Hoofdstuk 5/art.23) wordt geregeld dat<br />

voor wijzigingen, verstoringen e.d. (zowel voor gemeentelijke monumenten als voor<br />

bouwwerken in een beschermd stadsgezicht) een vergunning vereist is. Het college verstrekt<br />

al dan niet een vergunning nadat de monumentencommissie om advies is gevraagd.<br />

Hekken en muren<br />

Op een aantal plaatsen is de aanduiding hek\muur aangegeven.<br />

Aangezien deze erfscheidingen van essentieel belang geacht worden voor het eigen karakter<br />

van het gebied zijn deze elementen afzonderlijk met een aanduiding op de plankaart<br />

aangegeven.<br />

Tuinen<br />

Voorzover sprake is van waarde met betrekking tot beplanting, historische karakter en als<br />

onderdeel van het straatbeeld is sprake van een afzonderlijke bestemming "tuin". In de<br />

beschrijving van het "beschermd stadsgezicht" zijn deze erven genoemd als bepalend voor<br />

de ruimtelijke structuur. Een aantal waardevolle achtertuinen is vastgelegd met de<br />

bestemming "tuin". Uitgangspunt van deze bestemming is behoud van het groene karakter,


29<br />

waarbij geen bebouwing kan plaatsvinden anders dan in de vorm van een ondergeschikte<br />

tuinberging van hooguit 10 m 2 .<br />

Bomen<br />

In het plan is een specifieke regeling opgenomen voor waardevolle bomen. Onderscheid<br />

wordt gemaakt naar diverse categorieën: Bomen, klasse A of B. Deze regeling sluit aan bij de<br />

regeling, zoals bij de gemeente gebruikelijk is. De afstand van enig bouwwerk tot het hart<br />

van een op de plankaart aangegeven boom categorie A dient 8 meter te bedragen, tot een<br />

boom categorie B ten minste 5 meter.<br />

7.2. Functionele aspecten<br />

Bestemming Gemengde doeleinden G 1 (Buurtvoorzieningencentrum)<br />

In het buurtvoorzieningencentrum staat de kwaliteit van het buurtcentrum voorop. Uitgegaan<br />

wordt van functies welke met elkaar een compleet buurtcentrum kunnen vormen.<br />

Vanwege een noodzakelijke dynamiek binnen het samenstel van functies is gestreefd naar<br />

flexibiliteit. Gekozen is dan ook voor een zo ruim mogelijk bestemmingsvlak, zodat het<br />

buurtcentrum zich optimaal kan ontwikkelen. Van belang is een compleet<br />

voorzieningenpakket, een samenhangend winkelfront, voldoende parkeervoorziening en een<br />

prettig verblijfsklimaat.<br />

Ten aanzien van het buurtvoorzieningcentrum is de bestemming "Gemengde doeleinden G 1"<br />

gehanteerd. De bestemming "Gemengde doeleinden G 1" vormt een verzamelbestemming,<br />

waarin functies worden toegelaten zoals: zorg- en dienstverlening, horeca en kleinschalige<br />

kantoren wonen en bedrijven t/m milieucategorie 2. In eerste instantie uitgegaan van een<br />

vestigingsomvang van niet meer dan 250 m2 bvo. Wanneer in de betreffende stroken<br />

detailhandelsvestigingen voorkomen dan is zulks op de plankaart expliciet aangegeven door<br />

middel van een arcering en een aanduiding "tevens bestemd voor detailhandel".<br />

Nieuwvestiging van detailhandel is mogelijk met vrijstelling van B & W. Nieuwvestiging van<br />

horeca is alleen mogelijk door gebruik te maken van een wijzigingsbevoegdheid in het<br />

bestemmingsplan.<br />

Met betrekking tot de bestemming "Gemengde doeleinden G1" is een vrijstelling opgenomen,<br />

waarbij vestigingen kunnen worden uitgebreid/samengevoegd tot een en omvang van 500<br />

m2 bvo. " Ter plaatse van de aanduiding ‘functie eenheid groter dan 500 m2 toegestaan’<br />

geldt een vrijstellingsbevoegdheid voor vestigingen detailhandelsvestigingen van maximaal<br />

1200 m2 bvo. Bij de belangenafweging in kader van deze vrijstellingverleningen zijn de<br />

volgende aspecten van belang:<br />

• de gewenste structuur van het buurtcentrum;<br />

• de afstemming op aard, omvang en assortiment van het bestaande buurtcentrum en<br />

• voldoende nabijgelegen parkeervoorziening (bij een supermarkt bijvoorbeeld min. 4 p.p.<br />

voor 100 m2 bvo).<br />

Bestemming Gemengde doeleinden G 2<br />

De bestemming "Gemengde doeleinden G 2" vormt eveneens een verzamelbestemming,<br />

waarin functies worden toegelaten zoals: zorg- en dienstverlening, horeca en kleinschalige<br />

kantoren, wonen en bedrijven t/m milieucategorie 2.<br />

Cf. het gemeentelijk beleid is binnen deze bestemming geen nieuwvestiging van detailhandel<br />

toegestaan. Waar detailhandel voorkomt is die expliciet op de plankaart aangegeven door<br />

middel van een arcering en een aanduiding "tevens bestemd voor detailhandel".<br />

Nieuwvestiging van horeca is alleen mogelijk door gebruik te maken van een<br />

wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan.<br />

Bij de "niet-woonfuncties" wordt in principe uitgegaan van een basisomvang van niet meer<br />

dan 250 m2 bvo. Voor samenvoeging van functies tot grotere eenheden is vrijstelling<br />

mogelijk voorzover de woonkwaliteit niet wordt aangetast en de ruimtelijke structuur<br />

behouden blijft.<br />

In geval van nieuwbouw wordt uit oogpunt van het gewenste multifunktionele karakter van<br />

de straat gepleit voor een opzet van panden, welke optimale mogelijkheden bieden voor<br />

divers gebruik, als woonhuis maar ook als bedrijfsruimte. In dat verband kan onder meer<br />

gedacht worden aan een begane grondverdieping van voldoende hoogte (meer dan 3 m)<br />

en\of het opnemen van onderdoorgangen in de bebouwing via, welke het achtererf<br />

bereikbaar is.<br />

Bestemming Maatschappelijke doeleinden M<br />

Als zodanig zijn bestemd de aanwezige kerk, het Nederlands textielmuseum, de<br />

muziekschool en een aantal gebouwen die vroeger deel uitmaakten van het kerkelijk<br />

complex. Van essentieel belang is het geheel als ensemble, waarbij het gaat om samenhan-


30<br />

gende complexen, als fabriek of als religieus centrum. De afzonderlijke elementen<br />

bijvoorbeeld ketelhuis, schoorstenen etc als onderdeel van het totale complex. Onderscheid<br />

wordt gemaakt naar:<br />

• maatschappelijke doeleinden, kerk Mr(k),<br />

• maatschappelijke doeleinden begraafplaats Mrb)<br />

• overige maatschappelijke doeleinden.<br />

Bij de overige maatschappelijke doeleinden is rekening gehouden met een eventuele<br />

dienstwoning en bijbehorende horecafuncties (bijvoorbeeld bij het Textiel museum). De<br />

gebouwen, welke momenteel een belangrijke woonfunctie hebben of waar een woonfunctie in<br />

de toekomst niet is uitgesloten zijn ondergebracht in een zogenoemde dubbelbestemming:<br />

"Maatschappelijke doeleinden en wonen MW".<br />

Bedrijven<br />

Het plangebied leent zich voor de vestiging van lichte ambachtelijke bedrijven met een<br />

beperkte omvang (niet meer dan 250 m2 bvo) en een zekere mate van publieksgericht<br />

karakter. Binnen de bestemmingen Gemengde doeleinden 1 en 2 en binnen de bestemming<br />

Maatschappelijke doeleinden is dan ook de vestiging van bedrijven toegelaten.<br />

In principe wordt paal en perk gesteld aan bedrijven van milieucategorie 3 of hoger. Een<br />

aantal bedrijven is cf. de nota van uitgangspunten apart met de bestemming<br />

Bedrijfsdoeleinden B op de plankaart aangegeven, t.w.:<br />

• groothandel in schildersbenodigdheden, milieucategorie 3 (achter Goirkestraat 21),<br />

• garagebedrijven waar ook verkoop van auto’s plaats vindt (Goirkestraat 25 en 144a,<br />

achter Goirkestraat 13),<br />

• autoschadebedrijf (Goirkestraat 161a)<br />

• houtbewerkingsbedrijf (Goirkezijstraat 2).<br />

• Grootschalige opslag (Goirkestraat 133)<br />

Deze bedrijven zijn in hun huidige omvang op de plankaart aangegeven en specifiek<br />

bestemd. De regeling laat hier te allen tijde de mogelijkheid open voor vestiging van lichtere<br />

bedrijven met milieucategorie 1 en 2.<br />

Horeca<br />

De bestaande horeca is door middel van perceelsgerichte bestemmingen positief bestemd.<br />

Alleen via een wijzigingsbevoegdheid is nieuwvestiging van horeca mogelijk.<br />

In de praktijk betekent het bestaande horecabeleid (zie hoofdstuk 2), dat in de bestemming<br />

Gemengde doeleinden G 1 de uitbreidingsmogelijkheden voor horeca beperkt blijft tot<br />

restaurants, snackbars e.d. In het overige gebied is vanwege de aanwezigheid van horeca in<br />

de directe omgeving van het plangebied nagenoeg geen nieuwvestiging van horeca mogelijk.<br />

Verkeer en openbaar ruimte<br />

Onderscheid wordt gemaakt naar de bestemmingen "Verkeer en vervoer" en "Verkeer en<br />

verblijf". De gebieden met de bestemming "Verkeer en verblijf" worden aangemerkt als<br />

gebieden die kunnen worden ingericht als 30 Km-zone als bedoeld in het<br />

Wegenverkeersreglement. Met een arcering is aangegeven waar binnen deze bestemming een<br />

benzineverkooppunt mag zijn gevestigd.<br />

7.3. Veranderingsgebieden<br />

Een aantal percelen kan worden aangewezen, welke voor verbetering van de ruimtelijke<br />

structuur in aanmerking komen. Genoemd kunnen worden:<br />

• Goirkestraat 153<br />

• Goirkestraat 144a<br />

• hoek Goirkestraat\Lambert de Wijsstraat,<br />

• hoek Goirkestraat\Kasteeldreef),<br />

• hoek Goirkestraat\Kasteeldreef<br />

• open terrein achter Goirkestraat 197<br />

Er is hier veelal sprake van braakliggende percelen of van een verbrokkelde<br />

bebouwingsopzet vanwege terugrooiing van bebouwing naar achteren. Op deze plekken<br />

worden in het bestemmingsplan mogelijkheden geboden voor verbetering zodat een meer<br />

aaneengesloten bebouwingsbeeld kan ontstaan. Daarbij kan worden gedacht aan het opvullen<br />

van de bestaande gaten in de straatwanden: open plekken tussen panden of op straathoeken.<br />

In deze gevallen volstaat het bestemmingsplan met het aangeven van de gewenste situatie.<br />

Bij realisering van deze nieuwe ontwikkeling is geen procedure meer nodig. Het<br />

bestemmingsplan legt immers de nieuwe situatie als recht vast.


Afbeelding 9<br />

Veranderingsgebieden<br />

32


Veranderingsgebied "van Hogendorpstraat-Goirkestraat-Wittebollenstraat"<br />

Situatie<br />

De lokatie betreft een gebied waar diverse functies gevestigd zijn, zoals:<br />

• het garagebedrijf Van der Boom, met bijbehorende showroom en benzineverkooppunt;<br />

• een achterliggend groothandelsbedrijf in sportartikelen en een sportschool;<br />

• ten noorden van het garagebedrijf een groothandel in schildersartikelen;<br />

• aan de zuidzijde een supermarkt.<br />

Het gebied kan worden gekenschetst als een oud bedrijventerrein, dat oorspronkelijk deel<br />

uitmaakte van het fabriekscomplex van Eras en Zonen. Gelet op de veroudering is het niet<br />

onaannemelijk dat onderdelen van het complex de komende jaren vrij zullen komen.<br />

33<br />

Indicatie van de nagestreefde ruimtelijke ontwikkeling<br />

Bij het leegkomen van (delen van) het complex bestaat in het algemeen een voorkeur voor<br />

handhaving van het bedrijfsmatige karakter en herbestemming van vrijkomende ruimten voor<br />

kleine bedrijvigheid. Gestreefd wordt naar verbetering van de representativiteit van het<br />

complex. Bij een eventuele revitalisering van het complex kan het dan nog goed als<br />

binnenstedelijk bedrijventerrein blijven functioneren. Het terrein wordt hierbij geschikt geacht<br />

voor relatief lichte bedrijvigheid (ten hoogste milieucategorie 3).<br />

Hierbij dienen de volgende richtlijnen in acht te worden genomen:<br />

• Gestreefd wordt naar behoud van bedrijfsgebouwen voorzover deze een bijdrage leveren aan<br />

het historische karakter van het gebied. Het huidig gebruik van deze gebouwen<br />

(bedrijfsfunctie) kan gecontinueerd worden.<br />

• Van overige grootschalige objecten die een verstoring vormen van het stadsbeeld ter plaatse<br />

is behoud niet wenselijk. Ter plaatse van de supermarkt en het benzineverkooppunt wordt<br />

een betere wandvorming nagestreefd. In het geval dat het aanwezige garagebedrijf haar<br />

activiteiten zou staken ontstaat een mogelijkheid voor structurele verbetering van het<br />

straatbeeld met aaneengesloten bebouwing (bouwhoogte 2 bouwlagen met kap).<br />

• Langs de Witte Bollenstraat wordt eveneens minder belang gehecht aan behoud van de<br />

aanwezige bedrijfsbebouwing. In geval van sloop is een ontwikkeling met overwegend<br />

woningbouw denkbaar (eengezinswoningen, bouwhoogte 2 bouwlagen met kap). Met deze<br />

ontwikkeling kan een verbetering van het woonmilieu in de Witte Bollenstraat worden<br />

bereikt.<br />

• Uitgegaan wordt van het (visueel) doortrekken van de Flanelstraat richting Goirkestraat.<br />

• Langs de Goirkestraat is een detailhandelsfunctie mogelijk, mits deze toelaatbaar is qua<br />

aard, omvang, parkeergelegenheid en uit oogpunt van milieu.<br />

Procedurele aspecten<br />

Het nader specificeren van de gewenste ontwikkeling in het bestemmingsplan lijkt op dit<br />

moment voorbarig, omdat voor het betreffende gebied er nog te veel onzekerheid bestaat over<br />

een concrete uitwerking en de gemeente ook niet het voortouw zal nemen tot verandering van<br />

het complex. Vooralsnog wordt uitgegaan van handhaving van de "status quo" naar huidig<br />

gebruik en opzet<br />

Aangezien de planontwikkeling naar verwachting nogal ingrijpend zal zijn, zal de gemeente te<br />

zijner tijd door middel van een partiële planherziening medewerking verlenen aan eventuele<br />

initiatieven van derden. Bij het beoordelen van nieuwe initiatieven zal gelet worden op de<br />

afstemming op de in het aanwijzingsbesluit omschreven waarden in het gebied en de mate<br />

waarin een functionele inpassing in het plangebied wordt bereikt.<br />

8. JURIDISCHE OPZET<br />

8.1. I<strong>nl</strong>eiding<br />

De aard van het plangebied geeft aa<strong>nl</strong>eiding tot een bestemmingsplanmethodiek, waarbij de<br />

bestaande situatie het uitgangspunt vormt. Met name het feit dat er sprake is van een beschermd<br />

stadsgezicht, heeft ertoe geleid dat in eerste instantie gekozen is voor een gedetailleerd<br />

bestemmingsplan, waarbij de basis wordt gevormd door de aanvaardbare bestaande functies en bebouwing.<br />

Via vrijstellings- en/of wijzigingsbevoegdheden wordt binnen de bepalingen van het<br />

bestemmingsplan flexibiliteit mogelijk gemaakt.


34<br />

De voor het plan van belang zijnde uitgangspunten/randvoorwaarden zijn opgenomen in een<br />

"Beschrijving in hoofdlijnen"; de bepalingen omvatten de hoofdlijnen van beleid bij ontwikkelingen<br />

in het plangebied. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen ruimtelijke en functionele aspecten en<br />

aspecten ten aanzien van verkeer en openbare ruimten. Door het samenspel tussen de beschrijving<br />

in hoofdlijnen en de bestemmingsbepalingen ontstaat er een flexibele regeling, waarbij hetzij direct<br />

(als recht), hetzij na een nadere belangenafweging bij vrijstellings- of wijzingsbepalingen, nieuwe<br />

ontwikkelingen - mits passend binnen de gegeven uitgangspunten/randvoorwaarden - mogelijk zijn.<br />

8.2. Kaart<br />

Op de kaart, los bijgevoegd, getekend op een kadastrale ondergrond (schaal 1 : 1000), zijn door<br />

middel van coderingen en arceringen, de bestemmingen van de gronden aangegeven. Ook de<br />

begrenzing van het gemeentelijke beschermd stadsgezicht is op de plankaart aangegeven.<br />

8.3. Voorschriften<br />

De voorschriften bevatten (in relatie met de kaart) het juridisch instrumentarium voor het regelen<br />

van het gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en het gebruik van de bebouwing.<br />

De voorschriften zijn onderverdeeld in vier paragrafen; deze worden vervolgens kort toegelicht.<br />

Paragraaf I Beschrijving in hoofdlijnen<br />

Een belangrijk element in het Besluit Ruimtelijke Ordening (Bro 1985) is artikel 12 lid 1 onder a. Op<br />

grond van die bepaling moet elk bestemmingsplan een omschrijving bevatten van de in het plan<br />

opgenomen bestemmingen en moeten per bestemming één of meer doeleinden worden aangegeven<br />

die met het oog op een goede ruimtelijke ordening aan de in het plan begrepen gronden worden<br />

toegekend. Hoewel de bestemmings- en doeleindenomschrijvingen duidelijk behoren te zijn, zal niet<br />

in alle gevallen op voorhand voldoende inzicht bestaan over de manier waarop het gemeentebestuur<br />

zijn ruimtelijk beleid zal trachten te realiseren. Teneinde daartoe meer inzicht te verschaffen is<br />

gebruik gemaakt van de in artikel 12 lid 1 onder a Bro 1985 geopende mogelijkheid om aan de<br />

verplichte omschrijving van bestemming en doel een "beschrijving in hoofdlijnen" toe te voegen<br />

inzake de ruimtelijke en functionele structuur.<br />

Deze beschrijving in hoofdlijnen heeft een functie bij de preventieve toetsing van bouwactiviteiten<br />

en bij de repressieve beoordeling van gebruik van gronden, anders dan voor bebouwing. In deze<br />

beschrijving kan het door de gemeente gevoerde beleid ten aanzien van de ruimtelijke inrichting en<br />

het gebruik van de ruimte worden aangegeven alsmede kan een beschrijving worden gegeven van en<br />

een verwijzing worden opgenomen naar de middelen die de gemeente ter uitvoering van dit beleid<br />

kan hanteren.<br />

In het artikel wordt ingegaan op de algemene uitgangspunten voor het plan.<br />

Paragraaf II Algemene en technische bepalingen<br />

Deze paragraaf bevat drie artikelen.<br />

Artikel 2 Begripsbepalingen<br />

Dit artikel geeft de definities van een aantal in de voorschriften voorkomende begrippen. Hierdoor<br />

wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt<br />

vergroot.<br />

Artikel 3 Wijze van meten<br />

Dit artikel geeft aan hoe de in het plan voorkomende maten dienen te worden bepaald.<br />

Artikel 4 Algemene bebouwingsvoorschriften<br />

In de plansystematiek is uitgegaan van in beginsel één artikel waarin de bebouwingsvoorschriften<br />

voor de in het plan bestemde gronden zijn gegeven. In de opzet van dit artikel is uitgegaan van de in<br />

het plan aangehouden ruimtelijke zonering (zone noord, zone midden, zone zuid).<br />

In beginsel mag binnen de zone zuid tot 1,5 bouwlaag gebouwd worden en binnen de zone noord tot<br />

2 bouwlagen.<br />

De maximale bouwlaaghoogte, goothoogte, bebouwingshoogte en de minimale en maximale<br />

dakhelling van de woningen, in deze zones zijn vastgelegd door middel van een op de kaart gegeven<br />

profiel.<br />

Afwijkingen met betrekking tot de goothoogte en bebouwingshoogte zijn met een aanduiding op de<br />

kaart aangegeven.<br />

In de "zone midden" is de bebouwing zeer gevarieerd, hier wordt voor ieder gebouw door middel van<br />

een aanduiding op de kaart de maximale goothoogte en nokhoogte aangegeven.


35<br />

In alle zones is het in specifieke gevallen toegestaan om op het bijbehorende erf tot maximaal 6<br />

meter bouwhoogte te bouwen, dit is via een aanduiding op de kaart aangegeven. Tenslotte is in dit<br />

artikel bepaald dat de diepte van de hoofdgebouwen niet meer dan 15 m mag bedragen, gemeten<br />

vanuit de op de kaart aangegeven voorgevelbouwgrens.<br />

Ten aanzien van monumenten is een bouwregime opgenomen, dat gericht is op de bescherming van<br />

deze monumenten. De maatvoering van op het moment van ter visie leggen van het<br />

bestemmingsplan bestaande monumenten mag niet worden gewijzigd. Burgemeester en wethouders<br />

kunnen vrijstelling verlenen van deze bepaling. Alvorens vrijstelling te verlenen dienen zij advies in<br />

te winnen bij de Monumentencommissie.<br />

Waardevolle bomen worden beschermd door een minimale afstand van bouwwerken tot waardevolle<br />

bomen te stellen.<br />

Voor het aanbrengen van grote verharde oppervlakken in de bestemming Tuinen is een regeling in<br />

het aa<strong>nl</strong>egvergunningen stelsel opgenomen.<br />

Artikel 5 Procedureregels<br />

Het artikel procedureregels geeft aan welke procedure dient te worden gevolgd, indien burgemeester<br />

en wethouders de aan hun toegekende bevoegdheid tot vrijstelling en/of wijziging willen<br />

effectueren. Het geeft belanghebbenden de mogelijkheid gedurende een bepaalde periode bij<br />

burgemeester en wethouders bezwaren in te dienen tegen een ontwerp-besluit.<br />

Voor zover de procedureregels van toepassing zijn, is er in de betreffende artikelen naar verwezen.<br />

Artikel 6 Nadere eisen<br />

Paragraaf III Bestemmingsbepalingen<br />

Deze paragraaf bevat de bepalingen die de materiële inhoud van de op de plankaart, gegeven<br />

bestemmingen weergeven. Ten behoeve van de duidelijkheid is per bestemming zoveel mogelijk de<br />

volgende indeling aangehouden:<br />

Lid 1 Bestemmingsomschrijving<br />

Dit lid bevat een omschrijving van de doeleinden c.q. functies die aan de gronden met de<br />

betreffende bestemming zijn toegekend. Daarbij is uitgegaan van zogenoemde basisfuncties,<br />

zijnde functies die zonder meer toelaatbaar worden geacht en zogenoemde "mede bestemd<br />

tot"-functies. Laatstgenoemde functies betreffen functies die afwijken van de aan de gronden<br />

toegekende basisfuncties, maar op het tijdstip van in ontwerp ter visie leggen van het<br />

bestemmingsplan bestaan en niet onder het overgangsrecht zijn gebracht.<br />

Lid 2. Bebouwingsbepalingen<br />

In dit lid zijn , met verwijzing naar de algemene in artikel 4 opgenomen<br />

bebouwingsvoorschriften, enkele aanvullende bebouwingsbepalingen opgenomen.<br />

Lid 3. Vrijstellingen<br />

In dit lid zijn bepalingen gegeven, die bij het (ver)bouwen van bouwwerken op de gronden<br />

met de in lid 1 bedoelde bestemming(en) in acht moeten worden genomen. Indien vrijstelling<br />

van deze voorschriften verleend kan worden is zulks aangegeven. Voor zoverre van<br />

toepassing wordt verwezen naar het beleidskader opgenomen in de Beschrijving in<br />

hoofdlijnen, welke van betekenis zijn bij de belangenafweging.<br />

Lid 4. Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en Wethouders voor<br />

nieuwvestiging van horeca<br />

Het beleidskader vormt de nota Geïntegreerd Horecabeleid. Deze is, voor zover relevant voor<br />

het plangebied, opgenomen in de Beschrijving in hoofdlijnen.<br />

Paragraaf IV Gebruiksbepalingen<br />

Deze paragraaf bestaat uit twee artikelen.<br />

Artikel 18 Gebruiksbepalingen<br />

Het artikel gebruiksbepalingen is onderverdeeld in drie leden.<br />

Lid I Gebruik van onbebouwde gronden<br />

De gebruiksbepalingen bevatten, naast het algemene verbod om de gronden anders te<br />

gebruiken dan overeenkomstig de gegeven bestemming, nog een aantal met name genoemde<br />

verboden. Voor onbebouwde gronden zijn dat bijvoorbeeld het plaatsen van onderkomens,<br />

het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin of afvalstoffen of het opslaan van<br />

gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan.


36<br />

Lid II Gebruik van bouwwerken<br />

Deze gebruiksbepalingen bevatten, naast het algemene verbod om bouwwerken anders te<br />

gebruiken dan overeenkomstig de in de doeleinden gegeven bestemming, nog enige<br />

specifieke verbodsbepalingen.<br />

Lid III Vrijstelling omtrent het gebruik<br />

Een belangrijk element hiervan wordt gevormd door de algemene vrijstellingsbepaling. Deze<br />

houdt in dat Burgemeester en Wethouders vrijstelling moeten verlenen, indien strikte<br />

toepassing van de verbodsbepaling leidt tot een beperking van het meest doelmatige<br />

gebruik, welke niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Het opnemen van deze<br />

vrijstelling (ook wel toverformule genoemd) is een eis vanuit de jurisprudentie en gebaseerd<br />

op een interpretatie van artikel 10 van de Wet op de ruimtelijke ordening. Mede gezien de<br />

jurisprudentie zal het andere gebruik moeten aansluiten bij de in lid II bedoelde<br />

bestemming. Overigens wordt opgemerkt dat de vrijstelling niet zonder meer mag leiden tot<br />

een formele bestemmingswijziging (functiewisseling).<br />

Artikel 19 Aa<strong>nl</strong>egvergunningen<br />

Het stelsel van aa<strong>nl</strong>egvergunningen (gebaseerd op artikel 14 WRO) heeft tot doel het uitvoeren van<br />

bepaalde andere werken en/of werkzaamheden te koppelen aan de door burgemeester en<br />

wethouders te verlenen vergunning, te weten geheel of gedeeltelijk het slopen van bouwwerken. De<br />

bepalingen hebben tot doel een bescherming te geven aan bepaalde in het plangebied voorkomende<br />

waarden. In het plangebied veelal betrekking hebbende op waardevolle cultuurhistorische objecten.<br />

Dit artikel is verdeeld in een aantal leden, welke aangeven:<br />

Lid 1. Vergunning<br />

waarvoor een vergunning vereist is;<br />

Lid 2. Uitzonderingen<br />

waarvoor geen vergunning vereist is;<br />

Lid 3. Adviezen<br />

wanneer en bij wie burgemeester en wethouders<br />

advies moeten inwinnen, alvorens een vergunning<br />

te verlenen.<br />

Paragraaf V Flexibiliteitsbepalingen<br />

Deze paragraaf van de voorschriften bevat een aantal bepalingen welke op de bestemmingen van<br />

paragraaf III van toepassing zijn.<br />

Artikel 20 Algemene vrijstellingen<br />

Deze vrijstellingen, gebaseerd op artikel 15, lid 1a WRO, hebben onder meer tot doel enige<br />

flexibiliteit in de voorschriften aan te brengen. Via een door Burgemeester en Wethouders te<br />

verlenen vrijstelling kunnen onder meer geringe wijzigingen in de maatvoeringen, genoemd in<br />

paragraaf III, en in de bestemmings- of bebouwingsgrenzen worden aangebracht.<br />

Artikel 21 Algemene wijzigingsbevoegdheid van burgemeester en wethouders<br />

Ingevolge dit artikel heeft het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid en de<br />

bevoegdheid wijzigingen in het plan aan te brengen, indien zal blijken dat daaraan in de toekomst<br />

behoefte ontstaat.<br />

Overeenkomstig de constante jurisprudentie, is deze bevoegdheid van burgemeester en wethouders<br />

aan (objectieve) grenzen gebonden. Een korte procedure (artikel procedureregels) begeleidt de gang<br />

van zaken en biedt belanghebbenden de mogelijkheid bij het college van burgemeester en wethouders<br />

bedenkingen in te dienen, voorzover deze bedenkingen bij een eventuele inspraakmogelijkheid<br />

niet worden weggenomen.<br />

Paragraaf VI Overgangs-, straf-, en slotbepalingen<br />

Artiekel 22 Overgangsbepalingen<br />

De overgangsbepalingen, lid I, hebben ten doel de rechtstoestand te begeleiden van bouwwerken<br />

welke op het tijdstip van het in ontwerp ter visie leggen van het plan gebouwd zijn of gebouwd<br />

kunnen worden en welke afwijken van de bebouwingsvoorschriften van het plan.<br />

Lid II betreft het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken in het plan, voorzover dit gebruik<br />

op het tijdstip van het rechtskracht verkrijgen van het plan afwijkt van de in het onderhavige<br />

plan gegeven bestemming.<br />

Artikel 23 Strafbaarheid van overtredingen


37<br />

De voorschriften betreffende het gebruik van gronden en bouwwerken, alsmede de eis van<br />

aa<strong>nl</strong>egvergunningen voor het uitvoeren van bepaalde werken en/of werkzaamheden hebben alleen<br />

dan praktisch resultaat, wanneer tevens een bepaling is opgenomen, die overtreding van deze voorschriften<br />

strafbaar stelt (overeenkomstig het bepaalde in artikel 59 WRO). Opgemerkt kan worden<br />

dat de strafmaat zelve in artikel 59 WRO is geregeld.<br />

Artikel 24 Slotbepaling<br />

Dit laatste artikel geeft de officiële naam van het plan aan, wanneer naar het plan wordt verwezen;<br />

dit artikel wordt dan ook wel "citeerartikel" genoemd.


9. WELSTANDSPARAGRAAF<br />

9.1. Algemeen<br />

38<br />

In de Monumentenverordening is bepaald, dat in het Beschermd stadsgezicht Goirkestraat,<br />

bouwplannen voor wat betreft het welstandsaspect getoetst worden door de Monumentencommissie.<br />

De welstandsparagraaf is, overeenkomstig het beleid in de kadernota "Architectuurbeleid" bedoeld<br />

als handreiking bij de toetsing van bouwplannen door de Monumentencommissie. In deze paragraaf<br />

is onderscheid gemaakt naar:<br />

• stedenbouwkundige aspecten, welke kunnen worden vastgelegd in het bestemmingsplan zoals:<br />

de hoofdopzet met straten en stegenpatroon, de bebouwingsgrenzen met voorgevelrooilijnen, de<br />

bebouwingstructuur (pandbreedte, panddiepte), de bebouwingshoogte en de dakafdekking.<br />

• architectonische aspecten, welke tot het werkingsgebied behoren van welstandsadvisering,<br />

zoals: de indeling van de gevels, de toepassing van architectonische elementen (balkons, erkers),<br />

de toepassing van bouwmaterialen (gevels, kozijnen en dakbedekking) en de kleurstelling.<br />

Bij de opzet van deze paragraaf is er rekening mee gehouden, dat deze "welstandsparagraaf" in<br />

voorkomende gevallen afzonderlijk kan worden aangereikt. Op deze wijze kan deze paragraaf, in<br />

samenhang met de ruimtelijke beschrijving en waardering in hoofdstuk 4. een initiërende rol<br />

vervullen bij het architectonisch ontwerp.<br />

9.2. Typering<br />

Langs de Goirkestraat is ten gevolge van de ontstaansgeschiedenis sprake van een grote<br />

individualiteit van de bebouwing met een grote diversiteit aan architectuurstijlen, gebouwtypen en<br />

een sterke menging van functies (wonen, bedrijven, winkels, horeca).<br />

De Goirkestraat heeft een hoofdzakelijk smal straatprofiel, waarvan de veelal kleinschalige panden<br />

(een à twee bouwlagen met langskap) een continue straatwand vormen. In het middengedeelte van<br />

de Goirkestraat is evenwel sprake van een straatverbreding. Aan de oostzijde ligt de Goirkesekerk<br />

met bijbehorende bebouwing en het Nederlands Textielmuseum.<br />

Het plangebied kan qua ruimtelijke indeling, bebouwingsopzet en architectuur worden verdeeld naar<br />

drie zones. Zone 'zuid', lopend van Wilhelminapark tot de aansluiting met het Smidspad. Zone<br />

'midden', lopend van de aansluiting met het Smidspad tot en met het kerkhof/aansluiting Kapelstraat.<br />

Zone 'noord', lopend vanaf het kerkhof/aansluiting Kapelstraat tot aan het Julianapark.<br />

9.3. Gewenste ontwikkeling<br />

Zone Zuid<br />

Bijzondere waarde dient te worden toegekend aan behoud van het karakteristieke bebouwingsbeeld<br />

in het zuidelijke deel van de Goirkestraat. Hier moet bij sporadisch voorkomende nieuwe<br />

ontwikkelingen worden uitgegaan van bescheiden aaneengesloten bebouwing met handhaving van<br />

het aanwezige bouwvolume.<br />

Zone Midden<br />

Bijzondere waarde dient te worden toegekend aan de bebouwing in het middendeel van de<br />

Goirkestraat. Bij sporadisch voorkomende nieuwe ontwikkelingen dient afstemming plaats te vinden<br />

op de relatief forse schaal en de individualiteit van de aanwezige bebouwing.<br />

Zone Noord<br />

De stedenbouwkundige structuur in het noordelijk deel van de Goirkestraat (buurtwinkelcentrum) is,<br />

door recente nieuwbouwplannen enigszins aangetast. Hier moet bij nieuwe ontwikkelingen worden<br />

gestreefd naar aaneengesloten bebouwing (maximaal 3 bouwlagen inclusief kaplaag). Van belang in<br />

deze zone is het streven naar een grotere mate van architectonische samenhang dan nu het geval is.<br />

9.4. Richtlijnen Zone Zuid<br />

stedenbouw<br />

• als bebouwingsprincipe geldt primair aaneengebouwde panden, eventueel uitgevoerd met<br />

inritpoorten en smalle zijpaden. De aanwezige (onder)doorgangen zoals aangegeven in bijlage 7<br />

(gevelaanzichten) dienen in principe gehandhaafd te blijven;<br />

• uitgegaan dient te worden van pandbreedtes tussen de 5 en 10 m;<br />

• de hoofdbebouwing dient overwegend te worden uitgevoerd in anderhalve bouwlaag en een<br />

langskap met een goothoogte tussen 4 en 5 m;


39<br />

• incidenteel kan een hoger pand voorkomen met meerdere verdiepingen en een goothoogte<br />

tussen 8 en 9 m;<br />

• met betrekking tot de bebouwingsstructuur dient te worden aangesloten op een gevelbeeld met<br />

afzonderlijk gebouwde panden;<br />

• op de achtererven is een mogelijkheid voor woon- en werkhuizen in de vorm van<br />

achtererfbebouwing in een tot twee laag met kap op enige afstand van de achtergevelbouwgrens<br />

in de daartoe op de kaart aangewezen zones.<br />

• Er is in een aantal gevallen sprake van braakliggende percelen of van een verbrokkelde<br />

bebouwingsopzet vanwege terugrooiing van bebouwing naar achteren. In zone zuid kunnen<br />

genoemd worden:<br />

Goirkstraat 153<br />

Goirkestraat 144a<br />

hoek Goirkestraat\Lambert de Wijsstraat,<br />

open terrein achter Goirkestraat 179.<br />

Op deze plekken worden in het bestemmingsplan mogelijkheden geboden voor verbetering zodat<br />

een meer aaneengesloten bebouwingsbeeld kan ontstaan. Daarbij kan worden gedacht aan het<br />

opvullen van de bestaande gaten in de straatwanden: open plekken tussen panden of op<br />

straathoeken.<br />

architectuur<br />

• bij voorkeur toepassing van een hoge begane grondlaag;<br />

• toepassing van gepleisterde gevels of van baksteen gevels met eventueel gevarieerd metselwerk;<br />

• uitgegaan dient te worden van overwegend vlakke voorgevels, waarbij architectonische<br />

elementen zoals erkers, portieken, loggia's en balkons met een zekere terughoudendheid dienen<br />

te worden toegepast;<br />

• uitgaan van een (bij voorkeur forse) kapafdekking met helling van meer dan 45 graden;<br />

• toepassing van duidelijk herkenbare gootlijsten;<br />

• toepassing van verticale gevelindeling met verticale raampartijen;<br />

• aan straatzijde streven naar relatief gesloten gevelvlakken. Gestreefd dient te worden naar een<br />

verticale gevelindeling met staande ramen.<br />

• Streven naar behoud van individuele herkenbaarheid van panden door:<br />

Kleine verschillen in goot en nokhoogte belendende panden;<br />

Verspringende achtergevelrooilijnen;<br />

Panden met eigen voordeur<br />

9.5 Richtlijnen Zone Midden<br />

stedenbouw<br />

• uitgaan van een bebouwingsstructuur met markante, (half)vrijstaande panden;<br />

• uitgaan van twee (hoge) lagen met kap met een goothoogte tussen 8 tot 11 m;<br />

• streven naar een integratie van bebouwingsarchitectuur en inrichting bijbehorende erf<br />

(erfscheidingen, bijgebouwen, etc);<br />

• streven naar het behoud waardevolle voor- en achtertuinen waar deze op de plankaart zijn<br />

aangegeven.<br />

• Op de hoek Goirkestraat\Lambert de Wijsstraat is sprake van een braakliggend perceel. Op deze<br />

plek wordt in het bestemmingsplan de mogelijkheid geboden voor verbetering zodat een meer<br />

aaneengesloten bebouwingsbeeld kan ontstaan (versterking van de straatwand).<br />

architectuur<br />

• streven naar een voornaam bebouwingskarakter;<br />

• toepassing van gepleisterde gevels of van baksteen gevels met eventueel gevarieerd metselwerk;<br />

• kappen met kaphelling van meer dan 45 graden;<br />

• toepassing van verticale gevelindeling met verticale raampartijen;<br />

• toepassing van uitkragende goten;<br />

• streven naar een expressieve architectuur waarbij gedacht kan worden aan erkers, portieken,<br />

loggia's en balkons.<br />

• Streven naar behoud van individuele herkenbaarheid van panden door:<br />

Kleine verschillen in goot en nokhoogte belendende panden;<br />

Verspringende achtergevelrooilijnen;<br />

Panden met eigen voordeur


9.6 Richtlijnen Zone Noord<br />

40<br />

stedenbouw<br />

• uitgaan van een bebouwingsstructuur met aaneengesloten panden, eventueel uitgevoerd met<br />

inritpoorten en smalle zijpaden. De aanwezige (onder)doorgangen zoals aangegeven in bijlage 7<br />

(gevelaanzichten) dienen in principe gehandhaafd te blijven;<br />

• uitgaan van een pandbreedte tussen de 5 en 8 m;<br />

• de panden kunnen worden uitgevoerd met twee lagen met kap met een goothoogte tussen de<br />

5.50 en 7 m; een afwijkende dakvorm is na vrijstelling van burgemeester en wethouders<br />

mogelijk;<br />

• afstemming op de bebouwingsstructuur van het straatbeeld. In beperkte mate is complexgewijze<br />

bebouwing toegestaan;<br />

architectuur<br />

• toepassing van gepleisterde gevels of van baksteen gevels met eventueel gevarieerd metselwerk;<br />

• toepassing van een toplaag in diverse vormen (kap of kapsubstituut);<br />

• uitgegaan dient te worden van overwegend vlakke voorgevels, waarbij architectonische<br />

elementen zoals erkers, portieken, loggia's en balkons met een zekere terughoudendheid dienen<br />

te worden toegepast;<br />

• streven naar samenhang architectuur met belendende panden;<br />

• aan straatzijde streven naar relatief gesloten gevelvlakken. Gestreefd dient te worden naar een<br />

verticale gevelindeling met verticale raampartijen.<br />

• Streven naar behoud van individuele herkenbaarheid van panden door:<br />

Kleine verschillen in goot en nokhoogte belendende panden;<br />

Verspringende achtergevelrooilijnen;<br />

Panden met eigen voordeur


10. SOCIALE VEILIGHEID<br />

41<br />

In de Goirkestraat is van oudsher sprake van een menging van wonen en werken. Het<br />

bestemmingsplan biedt ruimte voor de ontwikkeling van de bedrijfsfunctie. De inschatting is dat de<br />

woonfunctie dermate sterk in de Goirkestraat vertegenwoordigd is dat daarmee de sociale veiligheid<br />

niet in het gedrang komt.<br />

Met het oog op sociale veiligheid kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan:<br />

• in principe streven naar aaneengesloten bebouwingsopzet met afsluitbare achterterreinen;<br />

• zorgen voor een optimale sociale controle van (semi)openbare ruimten door onder meer<br />

aa<strong>nl</strong>iggende bebouwing;<br />

• het beperken van blinde zijgevels en onoverzichtelijke inhammen of hoeken.<br />

Op de braakliggende terreinen in de Goirkestraat is weinig sociale controle mogelijk. Bebouwing van<br />

deze plekken kan een bijdrage leveren aan de verbetering van de sociale veiligheid.<br />

Over het steegje tussen Goirkestraat 12 en 14 naar het binnenterrein Paymans Delgijer waren veel<br />

klachten over overlast. Het is niet bezwaarlijk als ter verbetering van de sociale veiligheid dit<br />

steegje van secundaire betekenis aan de openbaarheid wordt onttrokken.<br />

Kenmerkend voor de Surinamestraat is het steegkarakter en de begrenzing door karakteristieke<br />

tuinmuren. Omwonenden in deze straat hebben geklaagdover overlast. De Surinamestraat moet<br />

echter worden beschouwd als weze<strong>nl</strong>ijk onderdeel van het beschermd stadsgezicht Goirkestraat en<br />

is dan ook als te handhaven openbare ruimte opgenomen in het bestemmingsplan. Bezien kan<br />

worden of genoemde klachten op andere wijze bestreden kunnen worden (bv. verbetering van de<br />

verlichting)


11. MILIEU-ASPECTEN<br />

11.1. Geluid<br />

In het bestemmingsplan is alleen wegverkeerslawaai aan de orde. Uit het onderzoek blijkt dat de<br />

geluidbelasting ter hoogte van de eerstelijns bebouwing langs de verschillende wegen 58 tot 64 dB(A)<br />

bedraagt. Er treedt dus een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) op.<br />

42<br />

Daar waar volgens de Wet geluidhinder een nieuwe situatie kan ontstaan, hetzij door nieuwbouw, hetzij<br />

door het toestaan van ruimere (geluidgevoelige) bestemmingen dan de huidige, moet een hogere waarde<br />

worden aangevraagd bij Gedeputeerde Staten. Omdat voor nieuwbouw altijd tenminste één subcriterium<br />

van het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen van toepassing zal zijn en de geluidbelasting de<br />

maximale ontheffingswaarde van 65 dB(A) niet overschrijdt, is het in principe mogelijk om ontheffing te<br />

verkrijgen.<br />

Op punten waar de geluidbelasting meer dan 55 dB(A) bedraagt, zullen nieuwe woningen over een<br />

geluidluwe zijde moeten beschikken. De geluidgevoelige ruimten binnen de woning moeten zoveel<br />

mogelijk aan de geluidluwe zijde worden gerealiseerd. Verblijfsgebieden die toch aan een geluidbelaste<br />

gevel komen te liggen zullen uiteraard aan de geluidweringseisen uit het Bouwbesluit moeten voldoen.<br />

11.2. Bodem<br />

Inzicht in de bodemsituatie ontbreekt. Een bodemrapport is verplicht voor locaties waar in het<br />

bestemmingsplan wijziging in een woonbestemming mogelijk maakt. Binnen het bestemmingsplan is<br />

dat op diverse plaatsen mogelijk (zie veranderingsgebieden).<br />

Bij de indiening van een bouwaanvraag dient onderzoek plaats te vinden naar eventuele<br />

bodemverontreiniging om te kunnen beoordelen of het terrein geschikt is voor de beoogde functie.<br />

11.3. Hinder bedrijven<br />

Waar binnen de verschillende bestemmingen bedrijven zijn toegelaten worden beperkingen gesteld<br />

voor wat betreft de milieucategorie van de bedrijven. De bedrijven zullen in de toekomst niet<br />

bezwaarlijker mogen zijn dan categorie 2 van de Staat van inrichtingen danwel bedrijven welke voor<br />

wat betreft milieubelasting hiermee gelijkgesteld kunnen worden. Er is op dit moment in een aantal<br />

gevallen sprake van bedrijven die tot een hogere milieucategorie behoren. De betreffende bedrijven<br />

hebben i.h.a. geen aa<strong>nl</strong>eiding gegeven tot zodanige klachten van omwonenden dat verplaatsing<br />

wordt overwogen. De volgende bedrijven, in of direct buiten het plangebied, passen, in verband met<br />

milieu-overlast dan wel verkeersaantrekkende werking niet in het gebied.:<br />

• Kolen transportbedrijf, Goirkestraat 6, categorie 3,transportbedrijf<br />

• Johan Smid BV, Goirkestraat 21, categorie 3, groothandel<br />

• Verhagen, Goirkestraat 161a, categorie 3, autoschadebedrijf<br />

• Metrop v/h Maas BV houthandel, Goirkezijstraat 2, categorie 3, groothandel.<br />

De bedrijven zijn positief bestemd omdat door de gemeente niet actief wordt gestreefd naar<br />

verplaatsing van de bedrijven. De vestiging van andere bedrijfsactiviteiten welke uit oogpunt van<br />

milieu beter passen in het gebied zou echter welkom zijn. In verband hiermee wordt in het<br />

bestemmingsplan voor deze bedrijven een zgn. ‘uitsterfconstructie’ gehanteerd. In de voorschriften<br />

is vastgelegd dat de overlast gevende activiteit na beëindiging niet meer mag terugkeren.


12. BEVOLKINGSCONTACT<br />

43<br />

De Nota van Uitgangspunten van het voorliggende bestemmingsplan is op 28 juni 1995 besproken met<br />

bewoners en andere belanghebbenden uit het plangebied. De Nota van Uitgangspunten werd in grote<br />

lijnen positief ontvangen en heeft geen aa<strong>nl</strong>eiding gegeven de nota aan te passen.<br />

Als diskussiepunt kunnen worden vermeld:<br />

• Door insprekers werd er op gewezen dat ook voor het zuidelijk deel van de Goirkestraat een<br />

inrichtingsplan moet worden gemaakt en uitgevoerd (is inmiddels opgenomen in het<br />

Stadsprogramma)<br />

• Aandacht werd gevraagd voor overlast voor jongeren op het binnenterrein achter Goirkestraat 12-14.<br />

Voor dit terrein zijn inmiddels plannen ontwikkeld die uitgaan van afsluiting vanaf de openbare weg<br />

en gedeeltelijke privatisering.<br />

Een verslag van de bovengenoemde bijeenkomst is bijgevoegd.<br />

Op 17 november 1999 heeft een inspraakbijeenkomst plaatsgevonden over het voorontwerpbestemmingsplan.<br />

Tevens is gelegenheid gegeven tot het indien van schriftelijke inspraakrecaties.<br />

Naar aa<strong>nl</strong>eiding van de (informele) tervisielegging van het voorontwerp-bestemmingsplan en de<br />

inspraakbijeenkomst over dat plan zijn er 8 schriftelijke inspraakreacties ingekomen.<br />

Het gaat hierbij om de volgende personen en bedrijven (tevens is een korte inhoud van de<br />

inspraakreactie aangegeven):<br />

a. J. Swinkels Motoren, Goirkestraat 106.<br />

Korte inhoud:<br />

De heer Swinkels wil een motorfietsbedrijf vestigen op het adres Goirkestraat 106. Dit betreft<br />

reparatie en verkoop. Hij wil weten of dit in het voorontwerp-bestemmingsplan past.<br />

b. F. Heerkens, Goirkestraat 181.<br />

Korte inhoud:<br />

De heer Heerkens heeft een bedrijf gericht op het ontwerpen en de uitvoering meubels en<br />

keukens. Hij wijst er op dat de bebouwingshoogte van een nog te realiseren deel van zijn<br />

bedrijfspand aan de Goirkestraat 181, waarvoor hij reeds lang bouwvergunning heeft, niet<br />

correct is aangegeven in het voorontwerp-bestemmingsplan.<br />

Daarnaast wil hij dat in het voorontwerp-bestemmingsplan aan de op zijn perceel gelegde<br />

bestemming Gemengde Doeleiden 2 de bestemmingen winkel, kantoor en/of galerie wordt<br />

toegevoegd.<br />

c. Studio Sylphide, Goirkestraat 81.<br />

Korte inhoud:<br />

De eigenaar van deze studio, die zich richt op fintness, aerobic en ballet, wil dat in het<br />

voorontwerp-bestemmingsplan ten aanzien van zijn perceel ook de bestemmingen horeca en<br />

detailhandel worden toegevoegd, gezien het reeds jaren bestaande gebruik van dit pand.<br />

d. Vorselaars’vruchtensappen en frisdranken b.v., Julianapark 34.<br />

Korte inhoud:<br />

De eigenaar van dit bedrijf verzoekt om de plangrens, zoals opgenomen in<br />

het voorontwerp-bestemmingsplan, aan te passen aan de huidige situatie.<br />

Een deel van de tuin behorende bij het pand Goirkestraat 9, maakt<br />

namelijk al sinds geruime tijd deel uit van zijn bedrijfsterrein.<br />

e. Hairfashion Rob Rasenberg, Goirkestraat 157.<br />

Korte inhoud:<br />

De heer Rasenberg verzoekt om in het voorontwerp-bestemmingsplan op<br />

het pand Goirkestraat 157, waarin een kapsalon is gevestigd, de<br />

bestemming detailhandel en ambachten te leggen. Hij stelt dat in het pand<br />

Goirkestraat 157 detailhandel plaatsvindt en ambachtelijke<br />

werkzaamheden worden uitgevoerd. Het pand zou in het verleden in<br />

gebruik zijn geweest als een meubelzaak en daarna voor de verkoop van<br />

gebruikte auto’s. Het pand is vervolgens in gebruik genomen als een<br />

kapsalon, waarin ook de verkoop van make-up, nagelproducten<br />

(nagelstudio) en kleding zou plaatsvinden.


Voorts tekent de heer Rasenberg (op voorhand) bezwaar aan tegen een plan<br />

tot de bouw van een appartementencomplex in drie bouwlagen ter plaatse<br />

van het perceel Goirkestraat 144a. Het bevreemdt hem dat wordt<br />

afgeweken van de regel dat in het zuidelijke deel van de Goirkestraat niet<br />

hoger gebouwd mag worden dan één bouwlaag met kap.<br />

f. A. de Werk en I. Staley, Goirkestraat 12 en 12a.<br />

Korte inhoud:<br />

Gewezen wordt op de overlast dat het transportbedrijf Kolen gelegen aan<br />

de Goirkestraat 6 veroorzaakt. Bezwaar wordt gemaakt tegen het<br />

gedoogbeleid in het voorontwerp-bestemmingsplan. Gevraagd wordt om te<br />

onderzoeken of het bedrijf een milieuvergunning heeft en of die<br />

vergunning aangepast is aan de huidige omvang van het bedrijf. Ook wil<br />

men weten of er door het transportbedrijf voldaan wordt aan alle van<br />

toepassing zijnde milieuregelingen.<br />

g. A. Bierings, Goirkestraat 179c en twee andere bewoners.<br />

Korte inhoud:<br />

Bezwaar wordt gemaakt tegen de in het voorontwerp-bestemmingsplan<br />

opgenomen mogelijk tot bebouwing van een perceel gelegen naast het<br />

perceel Goirkestraat 179c. Bebouwing lost de bestaande problemen rond<br />

het Edmond Meliserf niet op. Bovendien gaan er in dat geval een<br />

groenvoorziening en speelplek verloren.<br />

h. H. Vermeer, Goirkestraat 77.<br />

Korte inhoud:<br />

Het pand Goirkestraat 79 is niet als beeldbepalend pand vermeld in de<br />

bijlage van het voorontwerp-bestemmingsplan. De Kasteeldreef en het<br />

Kasteelpad zijn verkeerd in het voorontwerp-bestemmingsplan aangegeven<br />

en de hoek Goirkestraat/ Kasteelpad is in het plan aangeduid als<br />

veranderingsgebied.<br />

Op grond van het voorontwerp-bestemmingsplan wordt bebouwing op het<br />

achtererf van Goirkestraat 79 met een hoogte van 10 tot 11 meter<br />

toegestaan. Hierdoor zou het zo<strong>nl</strong>icht op uw woning worden weggenomen.<br />

Bezwaar wordt gemaakt tegen het onvolledig weergeven van de bebouwing<br />

op uw perceel op de plankaart van het voorontwerp-bestem-mingsplan. Er<br />

is sprake van een relatief groot tuinhuis dat niet op die kaart is<br />

aangegeven. Ook pleit u voor verruiming van de bebouwingsmogelijk-<br />

heden op het achtererf om een serre-achtige aanbouw te kunnen<br />

realiseren.<br />

Het tuingedeelte grenzend aan het Kasteelpad, zou – circa tien jaar<br />

geleden – aan de heer Vermeer zijn verkocht als een perceel bouwgrond.<br />

De inspraakreacties hebben geleid tot aanpassing van de plangrens, en de<br />

grens van de bestemming tuin achter het pand Goirkestraat 9.<br />

Er zijn ook wijzigingen doorgevoerd met betrekking tot de bebouwings-<br />

mogelijkheden in tuin Goirkestraat 79.<br />

Op een deel van het perceel Goirkestraat 104 is de perceelsgerichte<br />

bestemming Detailhandel gelegd. Dit gedeelte was ook bij de vorige<br />

eigenaar reeds als showroom/ verkoopruimte in gebruik.<br />

Het onbebouwd perceel grenzend aan Goirkestraat 179c heeft in het<br />

voorontwerp bestemmingsplan de bestemming Gemengde doeleinden 2<br />

gekregen. Om niet vooruit te lopen op het resultaat van de<br />

omgevingsverkenning is deze bestemming vooalsnog veranderd in de<br />

bestemming Verkeer en Verblijf.<br />

13. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID<br />

Het bestemmingsplan voorziet in een behoefte aan een nadere regeling van het plangebied. Bij de<br />

opzet van het bestemmingsplan is rekening gehouden met de eerder binnen de gemeente<br />

vastgestelde uitgangspunten. Daarnaast vormt het bestemmingsplan, in het verlengde van de<br />

44


aanwijzing van het gebied tot beschermd stads- en dorpsgezicht, een planologisch kader voor het<br />

beheer en mogelijke ruimtelijke en functionele ontwikkelingen.<br />

De uitvoering van het bestemmingsplan wordt financieel/ economisch uitvoerbaar geacht. In het<br />

plan zijn geen bijzondere uitvoeringsaspecten betrokken waarvoor een financiële regeling moet<br />

worden getroffen. Bij de uitvoering van het plan wordt, met betrekking van mogelijke<br />

ontwikkelingen, zonodig toepassing gegeven aan de gemeentelijke exploitatieverordening.<br />

45


14. OVERLEG<br />

46<br />

In het kader van het in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 is het<br />

voorontwerp-bestemmingsplan toegezonden aan een aantal overleginstanties.<br />

Van belang is alleen de reactie van de P.P.C. De door die commissie gemaakte opmerkingen betreffen<br />

op de eerste plaats de in het akoestisch onderzoeks-rapport opgenomen verkeersintensiteit in de<br />

Goirkestraat. In dit rapport wordt gesteld dat die intenstiteit naar verwachting vrijwel niet zal<br />

toenemen (maximaal 7000 tot 9000 motorvoertuigen). Voor de P.P.C. is niet duidelijk waarop die<br />

nul-groei is gebaseerd rekening houdende met de aan de Goirkestraat toegekende verkeersfunctie.<br />

Zij wil dan ook een verduidelijking op de betekenis van die straat t.a.v. de verkeersfunctie<br />

respectievelijk verblijfsfunctie.<br />

Die vraag over de verkeersprognose is voor de P.P.C. ook van belang voor de in de Goirkestraat in<br />

nieuwe situaties optredende geluidsbelasting (64dB(A)). Die commissie acht de vaststelling van een<br />

hogere grenswaarde voor nieuwe geluidsgevoelige functies tot die waarde overigens in principe<br />

mogelijk.<br />

Tot slot wil de P.P.C. dat de bedrijve<strong>nl</strong>ijst die gekoppeld is aan de planvoorschriften wordt<br />

geaktualiseerd aan de hand van de VNG brochure Bedrijven en Milieuzonering van 1999.<br />

Reactie op P.P.C.-advies:<br />

- verkeersfunctie/prognose verkeersintensiteit Goirkestraat.<br />

In het Verkeersveiligheidsplan <strong>Tilburg</strong> 1995 worden in <strong>Tilburg</strong> drie wegcategoriën onderscheiden, te<br />

weten hoofdwegen, wijkverzamelwegen en verblijfsgebieden.<br />

De hoofdwegen verbinden de woonwijken onderling en ze verwerken het doorgaande verkeer op<br />

stedelijk niveau. Zij hebben vooral een stroomfunctie. Voorbeelden zijn de ringbanen, de<br />

Baroniebaan en de Rueckertbaan.<br />

De wijkverzamelwegen zijn de verkeerswegen van lagere orde dan de stroomwegen. Zij vervullen de<br />

ontsluitingsfuncie op wijkniveau en verbinden de wijken met de hoofdwegen. De Goirkestraat is<br />

zo'n wijkverzamelweg.<br />

Tot slot zijn er de gebieden die worden aangemerkt als verblijfsgebied. In <strong>Tilburg</strong> is een groot<br />

gedeelte van de verblijfsgebieden inmiddels ingericht tot 30 km/uur zone. Het restant komt in de<br />

komende jaren aan de beurt.<br />

In stedelijk gebied is het vaak niet mogelijk om de ontsluitingsfunctie en de verblijfsfunctie te<br />

scheiden. Vooral op de wijkverzamelwegen is dit een probleem. Veelal heeft de straat enerzijds een<br />

belangrijke ontsluitende functie en anderzijds is het verblijven er zeer belangrijk (wonen,<br />

wandelen, winkelen enz.). De Goirkestraat is zo'n straat.<br />

In het kader van het startprogramma Duurzaam Veilig Verkeer worden maatregelen voorbereid die<br />

tot doel hebben te komen tot een structurele verbetering van de verkeersveiligheid en de<br />

leefbaarheid in de stad. Duurzaam Veilig maakt onderscheid in "gebiedontsluitingswegen"<br />

(stroomfunctie) en "erftoegangswegen" (verblijfsfunctie). De nieuwe wegcategorisering moet nog<br />

plaatsvinden, besluitvorming hierover door de gemeenteraad dient uiterlijk voor 1 januari 2001<br />

plaats te vinden. Waarschij<strong>nl</strong>ijk wordt de Goirkestraat ingedeeld bij de gebiedsontsluitingswegen,<br />

waarbij de kantekening wordt geplaatst dat de functie van die weg in de toekomst mogelijk ter<br />

discussie zal worden gesteld.<br />

Vooralsnog moet, in afwachting van de besluitvorming over de wegcategorisering, in het<br />

bestemmingsplan worden uitgegaan van het Verkeersveiligheidsplan <strong>Tilburg</strong> 1995, waarin de<br />

Goirkestraat als wijkverzamelweg is aangewezen. Dit is in het bestemmingsplan vertaald door de<br />

bestemming ‘Verkeer en Vervoer’ die op de Goirkestraat is gelegd.<br />

Het noordelijke deel van de Goirkestraat (ten noorden van Smidspad) is in 1994/95 ingrijpend<br />

heringericht, waarbij vrijliggende fietspaden zijn aangelegd. Omdat het een recente herinrichting<br />

betreft ligt het niet in de rede dat op afzienbare termijn in de inrichting van dit deel van de<br />

Goirkestraat grote veranderingen worden aangebracht. Ook in verband met de belangen van het<br />

openbaar vervoer en de hulpdiensten zullen er voor wegen als de Goirkestraat beperkingen zijn ten<br />

aanzien van de toepassingsmoge-<br />

lijkheden van snelheidsremmende voorzieningen.<br />

Dit laatste geldt evenzeer voor het resterende zuidelijke wegvak, dat naar wordt verwacht in 2001<br />

aan de beurt komt.<br />

In de komende jaren wordt gezocht naar mogelijkheden om de doorstroming en de capaciteit van de<br />

ringbanen te vergroten. Voor binnenstedelijke verplaatsingen over grotere afstand zal het verkeer in


de toekomst vooral gebruik gaan maken van de noordoost- en de noordwesttangent. Daardoor<br />

ontstaat op de ringbanen ruimte voor o.a. het centrumgerichte verkeer.<br />

- conclusie.<br />

47<br />

Aangezien de verkeersfunctie van de Goirkestraat gericht is op ontsluiting van de wijk, is vooralsnog<br />

aangenomen dat de verkeersintensiteit ongeveer op hetzelfde niveau zal blijven. Bij verdere groei<br />

van het autobezit en het autogebruik zou uiteraard sprake kunnen zijn van een toename. Nieuwe<br />

maatregelen op het terrein van verkeer en vervoer zijn in voorbereiding om een dergelijk toename<br />

tegen te kunnen gaan. Hiervoor is vermeld dat de nieuwe categorisering van wegen op Duurzaam<br />

Veilige basis nog dit jaar door de raad moet worden vastgesteld. Het verkeer dat geen bestemming<br />

heeft in de wijken zal in de toekomst afgewikkeld gaan worden via de ringbanen, waarvan de<br />

doorstroomcapaciteit zal worden opgevoerd. Het beleid is erop gericht dat een eventuele toename<br />

van het autogebruik hierdoor voor de Goirkestraat wordt gecompenseerd.<br />

- bedrijve<strong>nl</strong>ijst.<br />

De bedrijve<strong>nl</strong>ijst die gekoppeld is aan de planvoorschriften is, zoals door de P.P.C. verzocht,<br />

geaktualiseerd aan de hand van de VNG brochure Bedrijven en Milieuzonering van 1999.


48<br />

Bestemmingsplan Goirkestraat<br />

(Beschermd Stadsgezicht)<br />

Voorschriften<br />

Opgesteld door:<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Tilburg</strong>, Dienst Wijkzaken<br />

Afdeling Ruimtelijke Inrichting<br />

voorontwerp: 13-09-1999<br />

ontwerp: 22-05-2000<br />

vaststelling: 19-02-2001<br />

goedkeuring:<br />

in werking:<br />

CODE: 1999-002 onherroepelijk:


Inhoud van de voorschriften:<br />

PARAGRAAF I HOOFDLIJNEN VAN BELEID<br />

Artikel 1 Beschrijving in hoofdlijnen<br />

49<br />

PARAGRAAF II ALGEMENE EN TECHNISCHE BEPALINGEN<br />

Artikel 2 Begripsbepalingen<br />

Artikel 3 Wijze van meten<br />

Artikel 4 Algemene bouwbepalingen<br />

Artikel 5 Procedureregels<br />

Artikel 6 Nadere eisen<br />

PARAGRAAF III BESTEMMINGSBEPALINGEN<br />

Artikel 7 Gemengde doeleinden 1 -G1 -<br />

Artikel 8 Gemengde Doeleinden 2 -G2-<br />

Artikel 9 Maatschappelijke doeleinden -M-<br />

Maatschappelijke doeleinden, wonen -MW-<br />

Artikel 10 Maatschappelijke doeleinden, kerk -Mr(k)- en begraafplaats -Mr(b)-<br />

Artikel 11 Nutsvoorzieningen -Mn-<br />

Artikel 12 Bedrijfsdoeleinden<br />

Artikel 13 Verkeer en vervoer -V-<br />

Artikel 14 Verkeer en verblijf -Vv-<br />

Artikel 15 Groenvoorzieningen -OG-<br />

Artikel 16 Tuin of onbebouwd erf -T-<br />

Artikel 17 Erf -E-<br />

PARAGRAAF IV GEBRUIKSBEPALINGEN<br />

Artikel 18 Gebruiksbepalingen<br />

Artikel 19 Aa<strong>nl</strong>egvergunningen<br />

PARAGRAAF V FLEXIBILITEITSBEPALINGEN<br />

Artikel 20 Algemene vrijstellingen<br />

Artikel 21 Algemene wijzigingsbevoegdheid van burgemeester<br />

en wethouders<br />

PARAGRAAF VI OVERGANGS-, STRAF- EN SLOTBEPALINGEN<br />

Artikel 22 Overgangsbepalingen<br />

Artikel 23 Strafbaarheid van overtredingen<br />

Artikel 24 Slotbepaling<br />

Bijlage:<br />

Staat van bedrijfsactiviteiten


50<br />

PARAGRAAF I HOOFDLIJNEN VAN BELEID<br />

Artikel 1 Beschrijving in hoofdlijnen<br />

De kaders voor verdere ontwikkeling van het gebied vinden hun oorsprong in de planvorming op<br />

stedelijk niveau zoals op de eerste plaats het stadsbeheerplan, dat later is uitgewerkt in deelnota's<br />

zoals kantorennota, nota detailhandel, nota grote panden, nota geintegreerd horecabeleid, nota<br />

architectuur, nota stadsvorm <strong>Tilburg</strong>, structuurvisie stationszone, strategisch werkprogramma<br />

binnenstad, nota onderweg naar 2000 (verkeer en vervoer), fietsplan <strong>Tilburg</strong>, verkeerscirculatieplan<br />

Oude Stad, nota monumentenbeleid. Voorts is er ten behoeve van de ontwikkeling van het<br />

bestemmingsplan een nota van uitgangspunten opgesteld.<br />

Onderscheid wordt gemaakt tussen functioneel beheer en ruimtelijk beheer.<br />

lid 1. Functioneel beheer<br />

- detailhandel<br />

Het beleid is gericht op instandhouding van het in het noordelijk deel van de Goirkestraat gelegen<br />

buurtcentrum en conservering - met voorkoming van uitbreiding - van verspreide bewinkeling in het<br />

overige deel van die straat.<br />

Voor het buurtcentrum geldt als uitgangspunt behoud en versterking met een compleet<br />

voorzieningenpakket; daaronder worden verstaan functies zoals detailhandel, zorg - en<br />

dienstverlening, maatschappelijke doeleinden en kleinschalige kantoren.<br />

Bestaande detailhandel binnen het buurtcentrum mag ter plaatse uitbreiden. Nieuwvestiging<br />

is slechts mogelijk voorzover dit in overeenstemming is met het actuele detailhandelsbeleid.<br />

Dit is geconcretiseerd middels een vrijstellingsmogelijkheid voor nieuwvestiging die in<br />

overeenstemming is met de winkelstructuur c.q. gewenst is in verband met de<br />

instandhouding van een goede verzorgingsstructuur op buurtniveau.<br />

De overige aan de Goirkestraat gelegen detailhandel is positief bestemd. Uitbreiding van die<br />

verspreide bewinkeling qua aantal is niet toegestaan. Die verspreide bewinkeling opgenomen<br />

binnen de bestemming Gemengde Doeleinden 2 is nader op de plankaart aangeduid met de<br />

mede-bestemming ‘d’.<br />

- horecavoorzieningen<br />

Bestaande horecavestigingen worden als zodanig bestemd, nieuwvestigingen worden slechts middels<br />

wijzigingsbevoegdheden toegelaten waarbij spreiding wordt beoogd, afhankelijk van zwaarte en<br />

omvang van de vestiging in relatie tot de typologie van het gebied, dit op basis van de nota<br />

geïntegreerd horecabeleid.<br />

De Goirkestraat is aangewezen als lijnstructuur horeca. Daarnaast ligt in die straat een<br />

buurtcentrum. Binnen de lijnstructuur zijn horeca I en II -inrichtingen toegestaan. In het<br />

buurtcentrum zijn uitsluitend horeca 1-inrichtingen toegestaan, met dien verstande dat voor<br />

inrichtingen vallende in die categorie en in hoofdzaak gericht op het verstrekken van<br />

maaltijden, geen maxima gelden.<br />

Voor de afzonderlijke bestemmingen zijn de vestigingscriteria in een wijzigingsbevoegdheid<br />

opgenomen. Door de werking van de criteria is impliciet bepaald dat de aard en omvang van de<br />

beoogde activiteit naar aard en schaal passen binnen het gebied en dat door de nieuwvestiging in<br />

beginsel geen onevenredige aantasting plaats vindt van de in de omgeving aanwezige functies.<br />

Voldoet een eventuele nieuwe vestiging aan de spreidingscriteria, dan dienen bij het toepassen van<br />

de wijzigingsbevoegdheid voor het toelaten van nieuwe horeca I, II of III vestigingen de navolgende<br />

criteria in de afwegingen te worden betrokken:<br />

- de eventueel verkeersaantrekkende effecten c.q. parkeerbehoefte in relatie tot de<br />

ontsluitingssituatie en<br />

- de parkeer – en stallingsmogelijkheden op eigen terrein dan wel in het openbaar gebied.<br />

Voor horecagelegenheden die bestaan op het moment van het in ontwerp ter inzage leggen<br />

van het bestemmingsplan is de categorie van toepassing waarmee deze vestigingen zijn<br />

aangegeven op de plankaart.<br />

- kantoren


51<br />

Het gemeentelijk kantorenbeleid is vastgelegd in de kantorennota. Daarin staan de te ontwikkelen<br />

kantore<strong>nl</strong>ocaties aangegeven. In de Goirkestraat is grootschalige kanoorvestiging (meer dan 500 m2)<br />

niet mogelijk. Kleinschalige kantoorontwikkelingen zijn binnen de bestemmingen Gemengde<br />

Doeleinden 1 en 2 zonder meer toegestaan.<br />

- bedrijven<br />

Bestaande kleinschalige bedrijvigheid is positief bestemd hetzij als onderdeel van de bestemmingen<br />

Gemengde doeleinden 1 en 2. Vestiging van nieuwe bedrijven is binnen die bestemmingen slechts<br />

toelaatbaar tot de daarvoor aangegeven milieucategorie.<br />

Uitbreidingsmogelijkheden zijn behoudens de fysiek beperkte bebouwingsregeling ook gelimiteerd<br />

door genoemde categorie-indeling. Uitbreiding is niet toelaatbaar, indien het bedrijf de maximaal<br />

toelaatbare milieucategorie dan wel korrelgrootte overschrijdt.<br />

Binnen het plangebied bevindt zich een aantal grootschalige bedrijven. Voor zover deze<br />

bedrijven vanwege hun invloed op de omgeving niet passen binnen de voor de betreffende<br />

gronden aangegeven functionele zonering Gemengde Doeleinden 1 en 2 zijn deze op de kaart<br />

aangegeven en als zodanig bestemd. Voor deze in het plan opgenomen grootschalige<br />

bedrijven is het beleid gericht op het voorkomen en beperken van de hinder van deze bedrijven<br />

op het omliggende gebied.<br />

In het algemeen bestaat een voorkeur voor handhaving van het bedrijfsmatige karakter van<br />

het gebouwencomplex Goirkestraat 23-25-27 en herbestemming van vrijkomende ruimten<br />

voor kleine bedrijvigheid. Gestreefd wordt naar verbetering van de representativiteit van het<br />

complex en behoud van bedrijfsgebouwen voor zover deze een bijdrage leveren aan het<br />

historische karakter van het gebied. Bij een eventuele revitalisering van het complex kan het<br />

als binnenstedelijk bedrijventerrein blijven functioneren.<br />

- bestaande bedrijfsaktiviteiten die afwijken van wenselijke milieucategorie.<br />

Bestaande bedrijven die zijn genoemd in artikel 12, lid 1, onder a en die vallen in een hogere dan de<br />

wenselijk geachte categorie - zijnde categorie 1 en 2 van de bij de voorschriften opgenomen bijlage<br />

Staat van bedrijfsaktiviteiten - en die op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerp van dit<br />

bestemmingsplan in werking zijn met de vereiste vergunning(en), mogen worden voortgezet.<br />

Om de bedrijfsvoering niet te bevriezen is tevens uitbreiding van de betreffende bedrijven mogelijk,<br />

zij het met inachtneming van de in dit plan opgenomen bebouwingsvoorschriften en mits het<br />

leefmilieu niet zwaarder wordt belast. Dit betekent dat de desbetreffende bedrijfsactivteiten zich in<br />

ieder geval niet mogen ontwikkelen tot een inrichting vallende onder de categorieën 4<br />

respectievelijk 5 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.<br />

Andere dan de benoemde bedrijfsactiviteiten zijn uitsluitend toegestaan indien dezen passen binnen<br />

de aanvaardbare bedrijfscategorie.<br />

Als uitgangspunt van beleid geldt voorts dat binnen de bedrijfsbestemmingen geen<br />

detailhandel is toegestaan. Vrijstelling hiervan is mogelijk in bepaalde gevallen.<br />

- voorzieningen<br />

De in het plangebied voorkomende grootschalige voorzieningen, zoals kerken, begraafplaats,<br />

museum, maatschappelijke instellingen zijn in een afzonderlijke bestemming Maatschappelijke<br />

Doeleinden opgenomen. Nieuwe locaties voor grootschalige voorzieningen zijn vooralsnog niet<br />

voorzien.<br />

De kleinschalige maatschappelijke instellingen zijn in de bestemmingen Gemengde Doeleinden 1 en<br />

2 opgenomen met uitbreidingsmogelijkheden.<br />

- wonen<br />

Voor het gemengde gebied geldt als uitgangspunt het behoud van de kwaliteit van het woon-<br />

en leefmilieu.<br />

De bestaande niet-woonfuncties mogen worden gewijzigd in een woonfunctie.<br />

Vanwege het pluriforme karakter van de woonfunctie in het plangebied wordt in de bestemming<br />

geen onderscheid gemaakt naar gestapeld / niet-gestapeld, groot / klein, aaneengesloten en /<br />

(half)vrijstaand etc.<br />

Ook een onderscheid in wonen naar maatschappelijke groeperingen zoals studen-tenhuisvesting,<br />

bejaardenhuisvesting, therapeutisch wonen, c.q. wonen onder begeleiding, wonen in opvangcentrum


e.d. wordt in de woonbestemmingen niet gemaakt. Een uitzondering geldt voor penitentiaire<br />

inrichtingen die vallen onder maatschappelijke instellingen.<br />

- verkeersbestemmingen<br />

52<br />

Op verkeersgebied is het gemeentelijk beleid neergelegd in diverse nota's.<br />

Vanwege het feit dat het verkeersbeleid enorm in beweging is, hetgeen zich uit in<br />

verkeerscirculatieplannen, openbaar vervoer plannen, fietsplannen en parkeerplannen, wordt het<br />

bestemmingsplan niet als uitvoeringsinstrument gebruikt om het verkeersbeleid tot uitvoering te<br />

brengen.<br />

Bij de bestemmingen voor wegverkeer en verblijf is een onderscheid gemaakt tussen wegen met als<br />

hoofdaccent de gebiedsontsluitingsfunctie en wegen met als hoofdaccent de erftoegangsfunctie.<br />

Rekening houdend met het bepaalde in de wet geluidhinder is aangegeven of een weg meer dan 2<br />

rijstroken heeft of niet. Voorts is een zo groot mogelijke flexibiliteit gehanteerd. Dwarsprofielen<br />

(wegindelingen) worden niet vastgelegd. Dit betekent dat de inrichting van het openbare gebied ten<br />

behoeve van verkeers- en verblijfsfuncties voor het overige in principe vrij is.<br />

Lid 2 Ruimtelijk beheer<br />

- Cultuurhistorische waarde en architectonische kwaliteit<br />

Het bestemmingsplan beoogt voor het plangebied ook voor het ruimtelijke beheer een<br />

juridisch en planologisch kader te bieden, waarbij rekening wordt gehouden met de<br />

aanwijziging door de gemeenteraad van het plangebied als Beschermd stadsgezicht als<br />

bedoeld in de Monumentenwet met name voor wat betreft de cultuurhistorische waarden<br />

van het plangbied.<br />

Vanwege de grote waarde als tastbare herinnering aan de ontwikkeling van <strong>Tilburg</strong> is het<br />

gebied in haar geheel aangewezen tot (gemeentelijk) beschermd stadsgezicht. De aanwijzing<br />

vraagt om een regeling, die voorziet in de vereiste bescherming welke met name betrekking<br />

moet hebben op:<br />

- de open ruimte: materiaalgebruik, kleur, aankleding, straatmeubilair en beplanting;<br />

- de bebouwing: maat, schaal, gevelbeeld etc.;<br />

- de erfinrichtingen: mate van bebouwing;<br />

- behoud van aanwezige rijks – en gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden<br />

en objecten.<br />

Binnen het plangebied is een aantal cultuurhistorische waardevolle elementen aanwezig. Op<br />

basis van verrichtte inventarisatie zijn bij de planopzet onderscheiden:<br />

- rijksmonumenten voorkomende op de Rijksmonumente<strong>nl</strong>ijst en<br />

- gemeentelijke monumenten voorkomende op de gemeentelijke monumente<strong>nl</strong>ijst, welke<br />

beide op kaart zijn aangegeven, alsmede<br />

- waardevolle objecten (in de gemeentelijke inventarisatie beeldbepalende objecten<br />

genoemd), welke in een bijlage bij de toelichting zijn opgenomen.<br />

Het beleid is gericht op handhaving, versterking en/of herstel van de architectonische<br />

waarde van de elementen en/of waarde voor de aanwezige stedenbouwkundige structuur<br />

(straatwanden).<br />

Uitvoering van dit beleid geschiedt mede door toepassing te geven aan de bepalingen van de<br />

Monumentenwet en de gemeentelijke monumentenverordening. Voor de in het plan gelegen<br />

panden geldt een sloopvergunningenstelsel.<br />

Uitvoering van dit beleid geschiedt mede in het kader van het gemeentelijk<br />

welstandstoezicht, met dien verstande dat paragraaf 9 uit de toelichting behorende bij dit<br />

bestemmingsplan, de toelichting bij de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht en de<br />

bijbehorende gevelwandtekeningen dienen te worden aangemerkt als een beleidsplan, zoals<br />

bedoeld in artikel 9.1 van de gemeentelijke bouwverordening. Bij toetsing van de<br />

bouwaanvragen zal door burgemeester en wethouders advies worden ingewonnen bij de<br />

Monumentencommissie.<br />

- Korrelgrootte<br />

Nieuwvestiging is toegestaan, mits de bedrijfsvloeroppervlakte (b.v.o.) per vestiging in<br />

principe niet meer dan 250 m² bedraagt. Vrijstelling is voor uitbreiding is mogelijk tot<br />

maximaal 500 m2.<br />

In afwijking daarvan mag ter plaatse van de op de kaart gegeven aanduiding "Functie-


53<br />

eenheid<br />

groter dan 250 m 2 b.v.o. toegestaan" de bedrijfsvloeroppervlakte ten hoogste 1200 m 2<br />

b.v.o.<br />

bedragen.<br />

- Tuinen en (onbebouwde) erven.<br />

Tuinen en open erven , welke uit stedenbouwkundig oogpunt van belang worden geacht, zijn<br />

afzonderlijk bestemd. Uitgangspunt van beleid is handhaving en "open" houden van die<br />

tuinen en open erven en de zich daarop bevindende houtopstanden (bomen) en waardevolle<br />

bouwwerken.<br />

Ten aanzien van bebouwing wordt een terughoudend beleid gevoerd; slechts in bijzondere<br />

situaties zal medewerking kunnen worden verleend aan een vrijstellingsbevoegdheid ex<br />

artikel 18a WRO. Uitgangspunt blijft, dat deze gronden onbebouwd en onoverdekt dienen te<br />

blijven.<br />

PARAGRAAF II ALGEMENE EN TECHNISCHE BEPALINGEN<br />

Artikel 2 Begripsbepalingen<br />

In deze voorschriften wordt verstaan onder:


(in alfabetische volgorde)<br />

54<br />

1. Afhaalcentrum.<br />

Een bedrijf c.q. bedrijfsonderdeel van een restaurant of cafetaria dat tot doel heeft het verstrekken<br />

aan particulieren, ten behoeve van het gebruik elders, van al dan niet ter plaatse bereide<br />

etenswaren.<br />

2. Afschuiningshoek.<br />

Hoek die gevormd wordt door een schuin en een horizontaal vlak die elkaar snijden op de<br />

afschuiningshoogte.<br />

3. Afschuiningshoogte.<br />

Hoogte waarop zich de snijlijn bevindt van een vertikaal en een hellend vlak, waarbij die<br />

vlakken de begrenzing zijn van het maximaal toegestane bouwvolume.<br />

4. Ander bouwwerk.<br />

Een bouwwerk, geen gebouw zijnde.<br />

5. Bar.<br />

Een bedrijf dat tot doel heeft het verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende<br />

dranken en kleine etenswaren voor gebruik ter plaatse, ook tussen 0.200 en 06.00 uur,<br />

waarbij het accent ligt op het verstrekken van dranken.<br />

6. Bebouwing<br />

Eén of meer gebouwen en/of andere bouwwerken.<br />

7. Bebouwingsgrenzen.<br />

De op de kaart blijkens een daarop voorkomende verklaring als zodanig aangegeven lijnen,<br />

welke bij het bouwen van gebouwen naar de zijde vanwaar deze hoofdzakelijk toegankelijk<br />

zijn (voorgevelrooilijn) of naar de andere zijde van de bebouwingsstrook (achtergevelrooilijn)<br />

of zijdelings (zijgevelrooilijn) niet mogen worden overschreden, tenzij in deze<br />

voorschriften anders is bepaald.<br />

8. Bebouwingsvlak.<br />

Een door bebouwings- en/of bestemmingsgrenzen op de kaart aangegeven vlak, waarbinnen<br />

ingevolge deze voorschriften bebouwing mag worden gebouwd;<br />

9. Bedrijven.<br />

Het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten die liggen op het vlak van industrie, groothandel –<br />

derhalve geen detailhandel daaronder begrepen – (met bijbehorende showroom, ambacht,<br />

nijverheid, communicatie, distributie en logistiek. Oner bedrijven worden bedrijfspompen, die in<br />

hoofdzaak zijn bedoeld voor de eigen brandstoffenvoorziening, niet begrepen.<br />

Niet tot bedrijven worden gerekend: kantoren, horeca, (perifere) detailhandel, nutsvoorzieningen,<br />

tank – en servicebedrijf, zorg – en dienstverlening, agrarisch bedrijf en maatschappelijke<br />

instellingen.<br />

10. Bijgebouw.<br />

Een gebouw bij een woning of een ander gebouw ten dienste van een groter genot van het gebruik<br />

van die woning of dat andere gebouw.<br />

11. Bouwlaag, laag.<br />

De eerste bouwlaag of een verdieping van een gebouw, welke op de plankaart als zodanig<br />

met maximale maatvoeringen is aangegeven, met dien verstande, dat boven 100% van het<br />

vloeroppervlak van de bouwlagen een plafondhoogte van ten minste 2.10 m aanwezig c.q.<br />

mogelijk is. Een onderhuis wordt hieronder niet begrepen.<br />

12. Bouwperceel.<br />

Een aaneengesloten stuk grond, waarop dan wel op een deel waarvan krachtens het plan<br />

bebouwing is toegestaan.<br />

13. Bouwwerk.<br />

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij<br />

direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de<br />

grond.


55<br />

14. Cafetaria/snackbar.<br />

Een bedrijf dat tot doel heeft het verstrekken van al dan niet voor gebruik ter plaatse<br />

bereide etenswaren, alsmede het verstrekken van zwak – en niet –alocoholische dranken,<br />

waarbij het accent ligt op het verstrekken van etenswaren, al dan niet voor consumptie ter<br />

plaatse.<br />

15. Detailhandel.<br />

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen (waaronder begrepen uitstalling voor verkoop),<br />

her verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik,<br />

verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps – of bedrijfsaktiviteit.<br />

16. Dienstverlening.<br />

Zie zorg – en dienstverlening.<br />

17. Dienstwoning.<br />

Een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, bestemd voor (het gezin van) een<br />

persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein<br />

noodzakelijk is.<br />

18. Discotheek/bar-dancing.<br />

Een bedrijf dat tot doel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij<br />

het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot<br />

dansen een weze<strong>nl</strong>ijk onderdeel vormen.<br />

19. Eengezinswoning.<br />

Een complex van ruimten bestemd voor de huisvesting van een huishouding.<br />

20. (Eet)café.<br />

Een bedrijf dat tot doel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor<br />

consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van kleine etenswaren of maaltijden , gedurende<br />

beperkte delen van de dag, een en ander al dan niet ter plaatse bereid, waarbij het accent ligt op het<br />

verstrekken van dranken. Daaronder worden in ieder geval niet verstaan: discotheken, bars,<br />

nachtclubs, erotisch gerichte horeca, speelautomaten e.d.<br />

21. Erotisch gerichte horeca.<br />

Een bedrijf dat tot doel heeft het daarbinnen doen plaatsvinden van voorstellingen en/of<br />

vertoningen van porno-erotische aard en tevens het bedrijfsmatig ten behoeve van verbruik<br />

ter plaatse verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.<br />

22. Escortbedrijf.<br />

Het op bedrijfsmatige wijze bemiddelen in de totstandkoming van contacten tussen een<br />

prostitue(e) en degene die van zijn/haar diensten gebruik wil maken.<br />

23. Functie-eenheid.<br />

Een zelfstandige vestiging van een bedrijf, detailhandels- of dienstverlenend bedrijf, kantoor<br />

of soortgelijke vestiging.<br />

24. Gebouw.<br />

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met<br />

wanden omsloten ruimte vormt.<br />

25. Gestapelde woning.<br />

Een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen<br />

omvat.<br />

26. Groothandel.<br />

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van goederen aan<br />

wederverkopers, dan wel aan personen of instellingen ter aanwending in een andere<br />

bedrijfsactiviteit.<br />

27. Grootschalige detailhandelsvestigingen.<br />

Detailhandelsvestigingen waarbij de bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 500 m 2 bedraagt.<br />

28. Horeca.


56<br />

Een onderneming die tot doel heeft het bieden van logies en/of het verstrekken van<br />

maaltijden en/of dranken voor consumptie al dan niet ter plaatse.<br />

Hiertoe worden niet gerekend kantines/restauratieve voorzieningen en logiesaccommodatie<br />

die onderdeel zijn van c.q. ondersteunend zijn voor: maatschappelijke instellingen,<br />

kantoren, bedrijven, verblijfsvoorzieningen t.b.v. railverkeer (stationsgebouw) en (ope<strong>nl</strong>ucht)<br />

– recreatie en sport.<br />

29. Horeca 1.<br />

Onder horeca 1 worden verstaan: (eet-)cafés, restaurants, lunchrooms, brasserieën, cafetaria<br />

snackbars en dergelijke met een netto-vloeroppervlakte van ten hoogste 150 m². Tot horeca<br />

1 worden tevens gerekend winkelondersteunende (d.w.z. op winkeld publiek gerichte)<br />

horecavoorzieningen die een onderdeel uitmaken van winkelwarenhuizen of inpandig zijn<br />

gesitueerd in besloten winkelpassages en waarvoor de winkelsluitingstijden worden<br />

aangehouden.<br />

30. Horeca 2.<br />

Onder horeca 2 worden verstaan: de bedrijfscategorieën als genoemd onder horeca 1 maar<br />

met een netto-vloeroppervlakte van meer dan 150 m2 tot maximaal 500 m², alsmede<br />

partycentra tot maximaal 500 m2.<br />

31. Horeca 3.<br />

Onder horeca 3 worden verstaan: bar-dancing, discotheek, (nacht)bar, hotel en erotisch<br />

gerichte horeca (en – voorzover deze laatste tevens wordt aangemerkt als prositutieinrichting,<br />

escortbedrijf e.d. – alleen indien hiervoor vergunning is verleend op grond van de<br />

APV).<br />

32. Horecavestigingen met accent op verstrekking van alcoholhoudende dranken.<br />

Hiertoe worden gerekend: café, bar, eetcafé, grand café, brasserie, pool – en snookercafé<br />

e.d., alsmede hiermee gelijk te stellen: coffeesho, theehuis e.d.<br />

33. Horecavestigingen met accent op verstrekking van maaltijden.<br />

Hiertoe worden gerekend: restaurant, partycentrum, cafetaria, snackbar, shoarmazaak,<br />

grillroom e.d., alsmede hiermee gelijk te stellen: lunchroom.<br />

34. Hotel.<br />

Een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als<br />

nevenaktiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse.<br />

35. Kaart.<br />

De als zodanig gewaarmerkte kaart, no. 342.301.00, deel uitmakende van het plan.<br />

36. Kampeermiddelen.<br />

Een tent, een tentwagen, een kampeerauto of caravan, dan wel enig ander onderkomen en<br />

enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk<br />

zijnde, waarvoor ingevolge artikel 40, lid 2 van de Woningwet een bouwvergunning is<br />

vereist, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend<br />

of tijdelijk zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor<br />

recreatief nachtverblijf.<br />

37. Kantoor.<br />

Een ruimte, welke door haar indeling en inrichting kennelijk is bestemd om uitsluitend te<br />

worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden.<br />

38. Kap.<br />

Een dakafdekking van een gebouw waarbij bij een horizontale projectie, ten minste 50% van<br />

het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken.<br />

39. Maatschappelijke instellingen.<br />

Onder maatschappelijke instellingen wordt verstaan:<br />

a. voorzieningen van kerkelijke, religieuze of levensbeschouwelijke aard, zoals<br />

gebedsruimte, klooster, e.d.;<br />

b. sociaal-culturele voorzieningen zoals schouwburg, theater, buurt- en clubhuis, sociëteit,<br />

bibliotheek, volksuniversiteit, e.d.;<br />

c. culturele voorzieningen zoals atelierruimten voor kunstenaars e.d.;<br />

d. medische of paramedische voorzieningen, zoals ziekenhuis, kliniek,gezondheidscentrum,


57<br />

centrum voor dagbehandeling, consultatiebureau, e.d.;<br />

e. welzijnsvoorzieningen, zoals verzorgingstehuis, verpleeghuis, inrichtingen voor<br />

geestelijk en/of lichamelijk gehandicapten, e.d.;<br />

f. edukatieve voorzieningen, zoals basis-, voortgezet en wetenschappelijk onderwijs,<br />

beroepsonderwijs, kunstonderwijs, muziekschool, volksuniversiteit, cursuscentrum,<br />

onderwijsinstituten t.b.v. specifiek onderwijs e.d.;<br />

g. voorzieningen t.b.v. kinderopvang zoals kindercrèche, peuterspeelzaal, kinderdagverblijf<br />

en naschoolse kinderopvang;<br />

h. openbare en bijzondere instellingen waaronder overheidsinstellingen zoals<br />

stadskantoren, politiekantoor, brandweerkazerne e.d., alsmede crematorium e.d.<br />

Tot maatschappelijke instellingen worden niet gerekend de zogenaamde "andere<br />

gezondheidszorggebouwen" (blijkens hun constructie en inrichting bestemd voor doeleinden<br />

van medische verpleging, verzorging of behandeling dan wel van medisch onderzoek) zoals<br />

bedoeld in de Wet Geluidhinder en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen.<br />

40. Monumentencommissie.<br />

De door burgemeester en wethouders ingestelde commissie voor advies (ex artikel 62, lid 1<br />

<strong>Gemeente</strong>wet), inzake behoud, herstel, verbetering, herindeling of sanering van monumenten<br />

in de gemeente <strong>Tilburg</strong>.<br />

41. Onderkomens.<br />

Voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen,<br />

arken, kampeermiddelen en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als<br />

bouwwerken zijn aan te merken.<br />

42. Peil.<br />

De door de gemeenteraad of burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van de weg,<br />

waaraan het bouwwerk is gelegen of, indien het bouwwerk niet direct aan de weg is gelegen,<br />

de hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.<br />

43. Plan.<br />

Het bestemmingsplan "Goirkestraat" bestaande uit deze voorschriften en de onder 35<br />

bedoelde kaart.<br />

44. Praktijkruimte.<br />

De beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte ten behoeve van vrije beroepen, zoals medische,<br />

paramedische, administratieve en daarmee gelijk te stellen beroepen.<br />

45. Recreatie- en sport.<br />

Het geheel c.q. een complex van voorzieningen en activiteiten t.b.v.:<br />

a. sportbeoefening welke geheel of grotendeels indoor plaatsvindt zoals: tennishal, ijshal,<br />

sporthal, gymnastiekzaal, manege, sauna, overdekt zwembad, biljart- en snookercentrum,<br />

bowlingcentrum, sportschool, yogacentrum, indoorschietbaan, indoorskibaan,<br />

indoorklimwand, dansschool;<br />

b. dag-, verblijfs- en sportieve recreatie welke geheel of grotendeels indoor plaatsvindt zoals<br />

casino, bioscoop, jeugdherberg, dansschool, geluidsstudio voor repetities, yogacentrum,<br />

sauna, scouting, miniatuurracebaan.<br />

46. Register horeca.<br />

De lijst van binnen het plangebied gelegen horecabedrijven, die als bijlage deel uitmaakt van<br />

deze voorschriften en waarin de indeling horeca 1, 2 en 3 voor bestaande bedrijven nader is<br />

aangegeven.<br />

47. Restaurant.<br />

Een bedrijf dat tot doel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse<br />

alsmede het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken, waarbij het accent<br />

ligt op verstrekken van maaltijden.<br />

48. Tankstation.<br />

Een brandstoffenverkooppunt met tappunten ten behoeve van het gemotoriseerd verkeer, met<br />

bijbhorende kiosk/serviceshop, luifels, opslag van motorbrandstoffen e.d.<br />

49. Uitbouw.


58<br />

Een uitbreiding van het hoofdgebouw, waarvan de bestemming overeenkomt met de<br />

bestemming van het hoofdgebouw.<br />

50. Voorgevelrooilijn.<br />

De voorgevelrooilijn is de als zodanig aangegeven lijn op de plankaart die de naar "V", "VV"<br />

of VW" toegekeerde zijde (de voorzijde) van de hoofdbebouwing binnen een bestemming<br />

markeert. Indien deze lijn niet is aangegeven, dan is deze niet bestaand, ook niet in de zin<br />

van de <strong>Gemeente</strong>lijke Bouwverordening.<br />

51. Wonen.<br />

Onder ‘wonen’ wordt verstaan:<br />

a. het geheel van aan huis gebonden activiteiten van huishoudens die plaatsvinden in al<br />

dan niet gestapelde woningen al dan niet zelfstandige wooneenheden, woongebouwen<br />

e.d. annex tuin en directe omgeving, ten dienste van het verblijven door mensen met de<br />

daarbij behorende activiteiten zoals eten, slapen, recreëren enz. Niet tot wonen behoort<br />

het verblijf in recreatieve dagverblijven;<br />

b. studentenhuisvesting, huisvesting van ouderen, gezinsvervangende huisvesting en<br />

dergelijke, alsmede gemeenschappelijke voorzieningen (en ruimten) in een wooncomplex<br />

én verzorgingsfaciliteiten voorzover het "zorg-aspect" niet centraal staat;<br />

c. beroepsactiviteiten die kunnen worden beschouwd als "beroep aan huis", zijnde<br />

beroepsactiviteiten van tenminste één bewoner, plaatsvindend in de betrokken woning,<br />

waarbij:<br />

1. geen sprake is van een activiteit die is vermeld in de categorieën 2 t/m 6 van de<br />

Staat van Bedrijfsaktiviteiten of die behoort tot de categorieen van inrichtingen als<br />

bedoeld in artikel 41 van de Wet Geluidhinder, uitgewerkt in het Inrichtingen- en<br />

Vergunningenbesluit Milieubeheer (Stbl. 1993,50);<br />

2. geen sprake is van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in<br />

verband met eventueel reeds in de direkte nabijheid aanwezige beroepsvestigingen;<br />

3. voldoende is of kan worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en<br />

bezoekers;<br />

4. de beroepsuitoefening naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, d.w.z. niet<br />

meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan<br />

80m² in beslag neemt;<br />

5. de beroepsuitoefening in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt is aan de<br />

woning en de woonomgeving;<br />

6. geen detailhandel plaatsvindt, anders dan in ter plaatse vervaardigde goederen en<br />

7. op geen enkele andere wijze hinder of overlast wordt veroorzaakt.<br />

52. Woning.<br />

Een (gedeelte van een) gebouw of een complex van ruimten dat krachtens zijn indeling<br />

geschikt en bedoeld is voor de huisvesting van één huishouden, daaronder begrepen beroep<br />

aan huis.<br />

53. Woongebouw.<br />

Een gebouw of een complex van ruimten dat krachtens zijn indeling geschikt en bedoeld is<br />

voor huisvesting van meerdere huishoudens, daaronder begrepen beroep aan huis.<br />

54. Zorg – en dienstverlening.<br />

Onder zorg- en dienstverlening (persoo<strong>nl</strong>ijk en zakelijk) wordt verstaan:<br />

a. persoo<strong>nl</strong>ijke zorg- en dienstverlening die plaats vindt op commerciële basis en niet kan<br />

worden aangemerkt als sociale c.q. welzijnsvoorziening en niet of niet alle kenmerken<br />

heeft van beroep aan huis. Hiertoe worden gerekend: huisartsenpraktijk, tandartsen<br />

praktijk, praktijk voor fysiotherapie, kinderopvangcentrum, consultatiebureau, kapsalon,<br />

pedicure, manicure, massagesalon, tattooshop, schoonheidssalon, zonnestudio,<br />

commercieel erotische dienstverlening, e.d. (en -voorzover deze laatste (tevens) wordt<br />

aangemerkt als prostitutieinrichting, escortbedrijf e.d.- alleen indien hiervoor vergunning<br />

is verleend ingevolge de APV);<br />

b. zakelijke (commerciële) dienstverlening die niet of niet alle kenmerken heeft van beroep<br />

aan huis. Hiertoe worden gerekend: uitzendbureau, kleine bank / postkantoor<br />

(postagentschap), videotheek, assurantiebureau, copy-shop, notariskantoor,<br />

makelaarskantoor, advocatenkantoor, deurwaarderskantoor, de hypotheker.


Artikel 3 Wijze van meten<br />

lid I. Bij het toepassen van deze voorschriften gelden de volgende aanwijzingen:<br />

59<br />

a. de grondoppervlakte van een gebouw of ander bouwwerk wordt gemeten buitenwerks<br />

en 1 m boven peil;<br />

b. de inhoud van een gebouw of ander bouwwerk wordt gemeten buitenwerks en boven<br />

peil;<br />

c. de hoogte van een gebouw of ander bouwwerk wordt, tenzij in deze voorschriften<br />

anders is bepaald, gemeten vanaf het hoogste punt tot het peil; schoorstenen,<br />

liftopbouwen en antennes uitgezonderd;<br />

d. de goot- of boeiboordhoogte van een gebouw wordt gemeten vanaf de horizontale<br />

snijlijn van gevelvlak en dakvlak tot aan de kruin van de weg, dan wel tot het peil,<br />

indien dit meer dan 0.20 m boven of beneden de kruin van de weg is gelegen;<br />

e. de breedte van een gebouw wordt gemeten van en tot de buitenkant van een zijgevel<br />

dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande,<br />

dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt<br />

genomen van de kleinste en de grootste breedte;<br />

f. de diepte van een gebouw wordt van en tot de buitenkant van de voor- en<br />

achtergevel, daar waar deze het grootst is;<br />

g. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens wordt gemeten vanaf het<br />

dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw op 1 m boven peil en haaks<br />

op de perceelsgrens;<br />

h. de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel, bebouwingsvlak of ander terrein<br />

wordt gemeten buitenwerks en 1 m boven peil, met dien verstande, dat de<br />

grondoppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken<br />

worden opgeteld;<br />

i. de bedrijfsvloeroppervlakte wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande, dat de<br />

totale vloeroppervlakte van de bouwlagen ten dienste van kantoren, winkels of<br />

bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige<br />

dienstruimten wordt opgeteld;<br />

j. het verkoopvloeroppervlak wordt gemeten binnenwerks met dien verstande, dat de<br />

totale vloeroppervlakte van ruimten welke rechtstreeks ten dienste staan van de<br />

detailhandelsactiviteiten en voor publiek toegankelijk zijn wordt opgeteld (kantoren,<br />

magazijnen en overige dienstruimten worden hieronder niet begrepen).<br />

lid 2. Grond, welke ten minste in aanmerking is of moest worden genomen bij het verlenen van een<br />

bouwvergunning waarvan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de<br />

beoordeling van een andere bouwaanvraag, hetzelfde bouwperceel betreffende, buiten<br />

beschouwing.


Artikel 4 Algemene bouwbepalingen<br />

60<br />

lid 1. Bebouwingsbepalingen<br />

1. Een bouwwerk, dat mag worden gebouwd ingevolge het bepaalde in Paragraaf III van<br />

deze voorschriften mag, voor zover in deze voorschriften niet uitdrukkelijk anders<br />

wordt bepaald, uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in<br />

lid II en de navolgende bepalingen:<br />

a. voor zover op de kaart, binnen een bestemming een bebouwingsvlak is<br />

aangegeven dienen de hoofdgebouwen te worden opgericht binnen het op de<br />

kaart aangegeven bebouwingsvlak, een en ander met inachtneming van het<br />

bepaalde in lid II van dit artikel;<br />

b. 1. voor zover op de kaart, binnen een bebouwings- of bestemmingsvlak<br />

de aanduiding "Voorgevelrooilijn" is aangegeven, dient (dienen) de<br />

voorgevel(s) van de hoofdgebouwen voor ten minste 80% in de<br />

aangegeven voorgevelrooilijn te worden geplaatst;<br />

2. de diepte van de hoofdgebouwen mag, gemeten vanuit die voorgevelrooilijn,<br />

niet meer bedragen dan 15 m.<br />

3. binnen de op de kaart aangegeven "zone zuid" en "zone noord" dienen<br />

de hoofdgebouwen voor wat betreft:<br />

- de hoogte van de begane grondlaag;<br />

- de goothoogte;<br />

- de minimale en maximale afschuiningshoogte;<br />

te voldoen aan hetgeen op de kaart in de aanduiding "Maximum<br />

bouwlagen" voor de onderscheiden zones is bepaald;<br />

5. in afwijking van het bepaalde onder 3 mag, indien op de kaart de<br />

aanduiding "Maximum goothoogte" en/of "Maximum bebouwingshoogte"<br />

is aangegeven, de goothoogte respectievelijk bebouwingshoogte<br />

van de gebouwen niet meer bedragen dan door die aanduidingen is<br />

aangegeven;<br />

6. voor zover op de kaart de aanduiding "Hek/muur" is aangegeven, mag<br />

de op het tijdstip van het in ontwerp ter visie leggen van het plan<br />

bestaande hoogte niet worden gewijzigd;<br />

7. voor zover op de kaart de aanduidingen "Monument" (rijks- en<br />

gemeentelijk) is aangegeven, mogen de op het tijdstip van het in<br />

ontwerp ter visie leggen van het plan bestaande goothoogte, hoogte<br />

en/of afschuiningshoogte van gebouwen niet worden gewijzigd;<br />

c. de hoofdgebouwen dienen te worden afgedekt met een kap waarbij:<br />

- binnen de op de kaart aangegeven "zone midden" de afschuiningshoogte<br />

ten minste 45° zal en ten hoogste 75° mag bedragen;<br />

- binnen de "zone zuid" en "noord" de afschuiningshoogte ten minste<br />

45° zal en ten hoogste 60° mag bedragen.<br />

d. buiten de onder b 2 bedoelde gronden mogen bijgebouwen en/of uitbreidingen<br />

van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, waarbij:<br />

1. ten hoogste 80% van de oppervlakte van het bijbehorend erf mag<br />

worden bebouwd; het bijbehorend erf betreft de gronden gelegen<br />

buiten de voor hoofdgebouwen aangewezen strook van 15 m diepte<br />

(gemeten vanuit de voorgevelrooilijn);<br />

2. de goothoogte van vrijstaande (bij-)gebouwen ten hoogste 3 m mag<br />

bedragen;<br />

3. de goothoogte van aangebouwde gebouwen ten hoogste gelijk mag<br />

zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;<br />

4. de hoogte van de bijgebouwen ten hoogste 4.50 m mag bedragen;<br />

5. de afschuiningshoogte van de gebouwen mag ten hoogste 60 0<br />

bedragen;<br />

6. in afwijking van het bepaalde onder 2 en 3 mag de hoogte van de<br />

gebouwen binnen de op de kaart aangegeven zone "Erfbebouwing met<br />

extra hoogte" niet meer dan 6 m bedragen.<br />

2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in<br />

lid 1 onder 1:


61<br />

a. voor het verhogen en/of verlagen van de goothoogte/hoogte van gebouwen<br />

en andere bouwwerken met ten hoogste 1.0 m;<br />

b. voor het plaatsen van de voorgevels van hoofdgebouwen geheel of gedeeltelijk<br />

op een afstand van ten hoogste 2.50 m achter en evenwijdig aan de<br />

voorgevelbouwgrens;<br />

c. voor het afdekken van hoofdgebouwen met een afschuiningshoogte in<br />

afwijking van lid 1 onder C of het plat afdekken;<br />

d. voor het bebouwen van het bijbehorend erf tot 100 % van de oppervlakte.<br />

3. Alvorens een besluit te nemen over een verzoek om vrijstelling als bedoeld in lid I<br />

onder 2 wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de<br />

Monumentencommissie.<br />

lid 2. Wet geluidhinder<br />

1. Bestemmingen die geluidgevoelig zijn ingevolgde de Wet geluidhinder en de daarop<br />

gebaseerde uitvoeringsregelingen mogen slechts worden gerealiseerd in<br />

overeenstemming met (een verleende ontheffing op grond van) de Wet geluidhinder.<br />

2. Bij nieuwe woningen waarvoor bouwvergunning wordt gevraagd die worden<br />

gerealiseerd op locaties waar –blijkens het bij het plan behorende (en aangevulde)<br />

akoestische onderzoek – op de waarneempunten de geluidbelasting vanwege<br />

wegverkeerslawaai meer dan 55 dB(A) bedraagt, dient de woningplattegrond/de<br />

woningindeling zodanig te zijn dat de verblijfsruimten, alsmede de tot de woning<br />

behorende buitenruimten, voorzover bestemd als verblijfsruimten, niet aan de<br />

uitwendige scheidingsconstructie worden gesitueerd waar de hoogste geluidbelasting<br />

optreedt.<br />

lid 3. Afstand bebouwing tot waardevolle bomen<br />

1. De afstand van enig bouwwerk tot aan het middelpunt van de op de kaart aangegeven<br />

"bomen categorie A" en "bomen categorie B" mag niet minder bedragen dan 8.00 m.<br />

respectievelijk 5.00 m.<br />

2. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het onder 1 bepaalde<br />

met betrekking tot de genoemde maten, indien zodanige maatregelen worden<br />

getroffen dat het voortbestaan van de boom niet wordt belemmerd.<br />

3. Het onder 1 bepaalde is niet van toepassing, indien en voorzover een vergunning<br />

ingevolge de kapverordening van de gemeente <strong>Tilburg</strong>, zoals deze luidde ten tijde<br />

van het in ontwerp ter visie leggen van het plan, is verleend.


Artikel 5 Procedureregels<br />

lid 1. Procedureregels met betrekking tot vrijstellingen<br />

62<br />

Voor zover bij deze voorschriften naar dit onderdeel wordt verwezen gelden de volgende<br />

procedurevoorschriften:<br />

a. Het voornemen ligt met bijbehorende stukken gedurende twee weken voor een ieder<br />

ter inzage.<br />

b. Burgemeester en wethouders geven van de terinzagelegging te voren in één of meer<br />

dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid en voorts op de<br />

gebruikelijke wijze kennis.<br />

c. In de kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden schriftelijk van hun<br />

bedenkingen tegen het voornemen bij burgemeester en wethouders blijk kunnen<br />

geven gedurende de onder a genoemde termijn.<br />

d. Indien tegen het voornemen van bedenkingen is blijk gegeven wordt het besluit<br />

nader met redenen omkleed.<br />

e. Burgemeester en wethouders delen aan hen, die van bedenkingen blijk hebben<br />

gegeven de beslissing daaromtrent met redenen omkleed mede.<br />

lid 2. Procedureregels met betrekking tot wijzigingen ex artikel 11 W.R.O.<br />

Voor zover bij deze voorschriften naar dit onderdeel wordt verwezen gelden de volgende<br />

procedurevoorschriften:<br />

a. Het voornemen ligt met bijbehorende stukken gedurende twee weken voor een ieder<br />

ter inzage.<br />

b. Burgemeester en wethouders geven van de terinzagelegging te voren in één of meer<br />

dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid en voorts op de<br />

gebruikelijke wijze kennis.<br />

c. In de kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden schriftelijk van hun<br />

bedenkingen tegen het voornemen bij burgemeester en wethouders blijk kunnen<br />

geven gedurende de onder a genoemde termijn.<br />

d. Indien tegen het voornemen van bedenkingen is blijk gegeven wordt het besluit<br />

nader met redenen omkleed.<br />

e. Burgemeester en wethouders delen aan hen, die van bedenkingen blijk hebben<br />

gegeven de beslissing daaromtrent met redenen omkleed mede.<br />

f. Bij het ter goedkeuring aanbieden van het besluit aan gedeputeerde staten worden<br />

gelijktijdig de ingediende bedenkingen overgelegd.<br />

g. Burgemeester en wethouders doen mededeling van het besluit van gedeputeerde<br />

staten aan hen die van bedenkingen blijk hebben gegeven.<br />

h. Het bepaalde onder e, f en g vindt geen toepassing, indien en voor zover<br />

gedeputeerde staten bij hun besluit tot goedkeuring van het bestemmingsplan<br />

hebben bepaald, dat het wijzigingsbesluit- c.q. uitwerkingsbesluit geen goedkeuring<br />

behoeft, indien tegen de (ontwerp-)wijziging c.q. uitwerking geen bedenkingen<br />

kenbaar zijn gemaakt.


Artikel 6 Nadere eisen<br />

63<br />

Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 van de Wet op<br />

de Ruimtelijke Ordening, bevoegd tot het stellen van de hieronder geformuleerde nadere<br />

eisen, indien het stellen van genoemde eisen redelijk gewenst is mede ter voorkoming van<br />

een mogelijke aantasting van historisch karakteristieke monumenten, beeldbepalende<br />

panden, het beschermd stadsgezicht en straatbeelden:<br />

a. de afmetingen van de andere bouwwerken dan gebouwen, welke ingevolge deze voorschriften<br />

mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat afhankelijk van de<br />

situering en het doel, een hoogte kan worden geëist tussen 0.20 m en 2 m;<br />

b. de afdekking van bijgebouwen en uitbouwen welke ingevolge deze voorschriften<br />

mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat deze eisen betrekking hebben op de<br />

nokrichting van de dakafdekking;<br />

c. de realisering van gebouwen waarbij eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot<br />

de volgende onderwerpen:<br />

1. de aard van de afdekking van gebouwen;<br />

2. de aard van de hoofdopzet van gebouwen, de structuur van de gevel en de<br />

aard van de detaillering van de gevel;<br />

3. het materiaalgebruik;<br />

4. de afmetingen van andere bouwwerken, zoals keermuurtjes en afscheidingen;<br />

d. de situering van bijgebouwen.


PARAGRAAF III<br />

BESTEMMINGSBEPALINGEN<br />

Artikel 7 Gemengde doeleinden 1 -G1-<br />

lid I. Bestemmingsomschrijving<br />

a. De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

- bedrijven;<br />

- maatschappelijke instellingen;<br />

- recreatie en sport;<br />

- kantoren tot maximaal 500 m2 b.v.o.;<br />

- zorg – en dienstverlening (zakelijk en persoo<strong>nl</strong>ijk);<br />

- wonen inclusief beroep aan huis.<br />

b. De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn tevens<br />

bestemd voor:<br />

1. kantines/restauratieve voorzieningen (voorzover<br />

ondersteunend en ondergeschikt) ;<br />

2. bijbehorende voorzieningen zoals:<br />

- verkeersvoorzieningen, zoals ontsluitingen, in – en<br />

uitritten, wegen en paden die deel uitmaken van een intern<br />

verkeerscir-culatiesysteem, bevoorradingshof e.d.;<br />

- parkeer – en stallingsvoorzieningen, zoals parkeerterreinen<br />

en – plaatsen, fietsenstallingen, stalling voor<br />

winkelwagens, parkeer – c.q. stallingsgarages of – kelders<br />

e.d.<br />

c. Voor zover op de kaart, de aanduiding "Tevens bestemd voor" is<br />

aangegeven, zijn de gronden binnen deze aanduiding op de<br />

begane grondlaag tevens bestemd voor:<br />

- ter plaatse van de codering (d): detailhandel;<br />

- ter plaatse van de codering (h): horecabedrijven tot de<br />

categorie zoals nader aangeduid op de plankaart;<br />

d. Toelaatbaar zijn activiteiten, functies of bedrijven als genoemd in<br />

categorie 1 of 2 van de bij deze voorschriften opgenomen bijlage<br />

"Staat van bedrijfsactiviteiten", alsmede activiteiten, functies of<br />

bedrijven niet genoemd in categorie 1 en 2 van de bij deze voorschriften<br />

opgenomen bijlage "Staat van bedrijfsactiviteiten", doch<br />

welke naar de aard gelijk te stellen zijn met categorie 1 of 2;<br />

onder bovenbedoelde bedrijven worden niet begrepen inrichtingen<br />

als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder jo. artikel<br />

2.4 van het Inrichtingen – en vergunningenbesluit milieubeheer<br />

van de Wet milieubeheer.<br />

lid 2. Bebouwingsbepalingen<br />

Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen met inachtneming van het<br />

bepaalde in lid 2 uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde<br />

bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande dat :<br />

a. indien de bedrijfsvloeroppervlakte ten tijde van het<br />

rechtskracht verkrijgen van het plan reeds meer bedroeg dan<br />

250 m2 de alsdan bestaande bedrijfsvloeroppervlakte als<br />

maximum geldt;<br />

b. de hoogte van andere bouwwerken ten hoogste 3 m mag<br />

bedragen;<br />

c. voor het overige het bepaalde in artikel 4 van toepassing is.<br />

lid 3. Vrijstellingen<br />

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling met inachtneming van


65<br />

de procedurevoorschriften in artikel 5, lid 1 vrijstelling verlenen voor:<br />

a. het uitbreiden/samenvoegen van niet woonfuncties tot een<br />

vloeroppervlakte van ten hoogste 500 m 2 per vestiging;<br />

b. het uitbreiden/samenvoegen van niet woonfuncties, met<br />

uitzondering van de horecafunctie, tot een vloeroppervlakte<br />

van ten hoogste 1200 m², daar waar dit op de plankaart met<br />

een aanduiding is aangegeven;<br />

c. voor de nieuwvestiging van een detailhandelsinrichting indien<br />

de inrichting voldoet aan de functie detailhandel, zoals<br />

omschreven en de beoogde vestigingsplaats gelegen is binnen<br />

een buurtwinkelcentrum zoals aangegeven op het bij dit<br />

voorschrift en de beoogde vestiging in overeenstemming is met<br />

de voor het betreffende buurtcentrum nagestreefde detailhandelsstructuur<br />

zoals vastgelegd in het gemeentelijk detailhandelsbeleid,<br />

c.q. gewenst is in verband met de instandhouding<br />

van een goede verzorgingsstructuur op buurtniveau.<br />

lid 4. Wijziging nieuwvestiging horeca<br />

a. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de<br />

procedurevoorschriften artikel 5, lid 2 de bestemming ‘G 1’<br />

wijzigen –zodanig dat een medebestemming ‘h’ wordt<br />

toegevoegd- ten behoeve van een horeca I inrichting op<br />

gronden, met dien verstande dat:<br />

1. voor inrichtingen in hoofdzaak gericht op het verstrekken<br />

van alcoholhoudende dranken het plan slechts<br />

kan worden gewijzigd indien zich binnen een straal van<br />

250 meter van het beoogde vestigingspunt geen<br />

dergelijke horeca-inrichtingen I, II of III bevinden;<br />

2. voor inrichtingen in hoofdzaak gericht op het verstrekken<br />

van maaltijden geen maxima gelden.<br />

c. Burgemeester en wethouders verklaren daarop de voorschriften<br />

van het plan van overeenkomstige toepassing.<br />

d. Op de de gronden met een bestemming die wordt gewijzigd<br />

overeenkomstig sub 1 mag niet worden gebouwd zolang een<br />

wijzigingsplan voor het betreffende bestemmingsvlak nog niet<br />

is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.<br />

d. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de<br />

procedurevoorschriften als bedoeld in artikel 5, lid 1 vrijstelling<br />

verlenen van het bepaalde sub 3 voor bebouwing die in<br />

overeenstemming is met een concept-wijzigingsplan, mits van<br />

Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen<br />

het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben. Indien<br />

bij de ter inzagelegging geen bezwaarschriften zijn ingediend<br />

en daarvan aan Gedeputeerde Staten verslag is gedaan, wordt<br />

de verklaring geacht te zijn verleend.


66<br />

Artikel 8 Gemengde Doeleinden 2 -G2-<br />

lid 1. Bestemmingsomschrijving<br />

a. De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

- bedrijven;<br />

- maatschappelijke instellingen;<br />

- recreatie en sport;<br />

- kantoren tot maximaal 500 m2 b.v.o.;<br />

- zorg – en dienstverlening (zakelijk en persoo<strong>nl</strong>ijk);<br />

- wonen inclusief beroep aan huis.<br />

b. De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn tevens<br />

bestemd voor:<br />

1. kantines/restauratieve voorzieningen (voorzover<br />

ondersteunend en ondergeschikt) ;<br />

2. bijbehorende voorzieningen zoals:<br />

- verkeersvoorzieningen, zoals ontsluitingen, in – en<br />

uitritten, wegen en paden die deel uitmaken van een intern<br />

verkeerscir-culatiesysteem, bevoorradingshof e.d.;<br />

- parkeer – en stallingsvoorzieningen, zoals parkeerterreinen<br />

en – plaatsen, fietsenstallingen, stalling voor<br />

winkelwagens, parkeer – c.q. stallingsgarages of – kelders<br />

e.d.;<br />

c. Voor zover op de kaart, de aanduiding "Tevens bestemd voor"<br />

is<br />

aangegeven, zijn de gronden binnen deze aanduiding op de<br />

begane grondlaag tevens bestemd voor:<br />

- ter plaatse van de codering (d): detailhandel;<br />

- ter plaatse van de codering (h): horecabedrijven tot de<br />

categorie zoals nader aangeduid op de plankaart;<br />

d. Toelaatbaar zijn activiteiten, functies of bedrijven als genoemd<br />

in<br />

categorie 1 of 2 van de bij deze voorschriften opgenomen bijlage<br />

"Staat van bedrijfsactiviteiten", alsmede activiteiten functies of<br />

bedrijven niet genoemd in categorie 1 en 2 van de bij deze voor<br />

schriften opgenomen bijlage "Staat van bedrijfsactiviteiten", doch<br />

welke naar de aard gelijk te stellen zijn met categorie 1 of 2; onder<br />

bovenbedoelde bedrijven worden niet begrepen inrichtingen als<br />

bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder jo. artikel 2.4 van<br />

het Inrichtingen – en vergunningenbesluit milieubeheer van de Wet<br />

milieubeheer.<br />

lid 2. Bebouwingsbepalingen<br />

Op de in lid I bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten<br />

dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd, met dien<br />

verstande, dat:<br />

a.<br />

1. ten aanzien van de niet woonfuncties de<br />

bedrijfsvloeroppervlakte van ieder bedrijf niet meer mag<br />

bedragen dan 250 m 2 ;<br />

2. indien de bedrijfsvloeroppervlakte ten tijde van het<br />

rechtskracht verkrijgen van het plan reeds meer bedroeg, geldt<br />

de alsdan bestaande bedrijfsvloeropper-vlakte als maximum;<br />

b. de hoogte van andere bouwwerken ten hoogste 3 m mag<br />

bedragen;<br />

c. voor het overige het bepaalde in artikel 4 van toepassing is.<br />

lid 3. Vrijstellingen


67<br />

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde<br />

in artikel 5, lid 1 bevoegd vrijstelling te verlenen ten aanzien van:<br />

a. voor het uitbreiden/samenvoegen van niet woonfuncties tot<br />

een vloeroppervlakte van ten hoogste 500 m 2 per vestiging;<br />

b. voor het bouwen van bijgebouwen en uitbreidingen van het<br />

hoofdgebouw met een goothoogte en bebouwingshoogte van 4.50<br />

m respectievelijk 7.50 m ter plaatse van de op de plankaart<br />

gegeven aanduiding "Bebouwing met extra hoogte".<br />

Lid 4. Wijziging nieuwvestiging horeca<br />

a. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de<br />

procedurevoorschriften in artikel 5, lid 2 de bestemming ‘G 2’<br />

wijzigen –zodanig dat een medebestemming ‘h’ wordt<br />

toegevoegd- ten behoeve van een horeca I en II inrichting, met<br />

dien verstande dat:<br />

1. voor inrichtingen in hoofdzaak gericht op het verstrekken<br />

van alcoholhoudende dranken het plan slechts<br />

kan worden gewijzigd indien zich binnen een straal van<br />

250 meter van het beoogde vestigingspunt geen<br />

dergelijke horeca-inrichtingen I, II of III bevinden;<br />

2. voor inrichtingen in hoofdzaak gericht op het verstrekken<br />

van maaltijden het plan alleen kan worden<br />

gewijzigd indien zich binnen een straal van 250 meter<br />

van het beoogde vestigingspunt niet meer dan 2<br />

dergelijke horeca-inrichtingen I, II of III bevinden;<br />

b. Burgemeester en wethouders verklaren daarop de voorschriften<br />

van het plan van overeenkomstige toepassing.<br />

c. Op de de gronden met een bestemming die wordt gewijzigd<br />

over eenkomstig sub a mag niet worden gebouwd zolang een<br />

wijzigingsplan voor het betreffende bestemmingsvlak nog niet<br />

is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.<br />

d. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de<br />

procedurevoorschriften als bedoeld in artikel 5, lid 1 vrijstelling<br />

verlenen van het bepaalde in sub c voor bebouwing die in<br />

overeenstemming is met een concept-wijzigingsplan, mits van<br />

Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen<br />

het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben. Indien<br />

bij de ter inzagelegging geen bezwaarschriften zijn ingediend<br />

en daarvan aan Gedeputeerde Staten verslag is gedaan, wordt<br />

de verklaring geacht te zijn verleend.


Artikel 9 Maatschappelijke doeleinden -M- en wonen -MW-<br />

lid 1. Bestemmingsomschrijving<br />

68<br />

a. De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd<br />

voor:<br />

1. binnen de bestemming -M-: maatschappelijke doeleinden,<br />

ten behoeve van maatschappelijke instellingen, alsmede<br />

bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 2 van de bij deze<br />

voorschriften opgenomen bijlage "Staat van bedrijfsactiviteiten",<br />

alsmede bedrijfsactiviteiten niet genoemd<br />

in categorie 1 of 2 van de bij deze voorschriften<br />

opgenomen bijlage "Staat van bedrijfsactiviteiten", doch<br />

welke naar de aard gelijk te stellen zijn met categorie 1 of<br />

2; onder bovenbedoelde bedrijven worden niet begrepen<br />

inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet<br />

geluidhinder jo. artikel 2.4 van het Inrichtingen – en<br />

vergunningenbesluit milieubeheer van de Wet milieubeheer.<br />

2. binnen de bestemming -MW-: de doeleinden als bedoeld<br />

onder 1, alsmede wonen inclusief beroep aan huis.<br />

b. De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn tevens<br />

bestemd voor:<br />

1. kantines/restauratieve voorzieningen (voorzover<br />

ondersteunend en ondergeschikt) ;<br />

2. bijbehorende voorzieningen zoals:<br />

- verkeersvoorzieningen, zoals ontsluitingen, in – en<br />

uitritten, wegen en paden die deel uitmaken van een<br />

intern verkeerscirculatiesysteem, bevoorradingshof<br />

e.d.;<br />

- parkeer – en stallingsvoorzieningen, zoals<br />

parkeerterreinen en – plaatsen, fietsenstallingen,<br />

parkeer – c.q. stallingsgarages of – kelders e.d.;<br />

c. Voor zover op de kaart de aanduiding "Tevens bestemd voor" is<br />

aangegeven, zijn de gronden binnen deze aanduiding tevens<br />

bestemd voor:<br />

- ter plaatse van de codering (d/g): galerie in combinatie<br />

met detailhandel;<br />

Lid 2. Bebouwingsbepalingen<br />

Op de in lid I bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten<br />

dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd, met dien<br />

verstande, dat binnen de bestemming -M- per bouwperceel een<br />

dienstwoning met een inhoud van ten hoogste 500 m 3 mag worden<br />

gebouwd, mits opgenomen in de hoofdgebouwen;<br />

Voor het overige het bepaalde in artikel 4 van toepassing is.<br />

lid 3. Wijziging nieuwvestiging horeca<br />

a. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de<br />

procedurevoorschriften in artikel 5, lid 2 de bestemming ‘M’<br />

en ‘MW’ wijzigen –zodanig dat een medebestemming ‘h’ wordt<br />

toegevoegd- ten behoeve van een horeca I en II inrichting, met<br />

dien verstande dat:<br />

1. voor inrichtingen in hoofdzaak gericht op het verstrekken<br />

van alcoholhoudende dranken het plan slechts<br />

kan worden gewijzigd indien zich binnen een straal van<br />

250 meter van het beoogde vestigingspunt geen<br />

dergelijke horeca-inrichtingen I, II of III bevinden;<br />

2. voor inrichtingen in hoofdzaak gericht op het verstrekken<br />

van maaltijden het plan alleen kan worden<br />

gewijzigd indien zich binnen een straal van 250 meter


69<br />

van het beoogde vestigingspunt niet meer dan 2<br />

dergelijke horeca-inrichtingen I, II of III bevinden.<br />

b. Burgemeester en wethouders verklaren daarop de voorschriften<br />

van het plan van overeenkomstige toepassing.<br />

c. Op de de gronden met een bestemming die wordt gewijzigd<br />

overeenkomstig subs a mag niet worden gebouwd zolang een<br />

wijzigingsplan voor het betreffende bestemmingsvlak nog niet<br />

is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.<br />

d. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de<br />

procedurevoorschriften als bedoeld in artikel 5, lid 1 vrijstelling<br />

verlenen van het bepaalde in sub c voor bebouwing die in<br />

overeenstemming is met een concept-wijzigingsplan, mits van<br />

Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen<br />

het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben. Indien<br />

bij de ter inzagelegging geen bezwaarschriften zijn ingediend<br />

en daarvan aan Gedeputeerde Staten verslag is gedaan, wordt<br />

de verklaring geacht te zijn verleend.


Artikel 10 Maatschappelijke doeleinden, kerk -Mr(k) - en begraafplaats - Mr(b) -<br />

lid I. Bestemmingsomschrijving<br />

70<br />

a. De op de plankaart als - Mr(k) - aangewezen gronden zijn<br />

bestemd voor kerkelijke, religieuze of levensbeschouwelijke<br />

doeleinden met de daarbij behorende gebouwen en andere<br />

bouwwerken.<br />

b. De op de plankaart als - Mr(b) - aangewezen gronden zijn<br />

bestemd voor een begraafplaats met de daarbij behorende<br />

gebouwen, andere bouwwerken en open terreinen.<br />

lid 2. Bebouwingsbepalingen<br />

1. Op de in lid I, sub a bedoelde gronden mogen, met in<br />

achtneming van het bepaalde in lid I, sub b, uitsluitend<br />

bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming worden<br />

gebouwd, met dien verstande, dat:<br />

a. per bouwperceel een dienstwoning met een inhoud van<br />

ten hoogste 500 m 3 mag worden gebouwd, mits<br />

opgenomen in de hoofdgebouwen;<br />

b. ten aanzien van het bouwen voor het overige het<br />

bepaalde in artikel 4 van toepassing is.<br />

2. Op de in lid I, sub b bedoelde gronden mogen uitsluitend<br />

bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming worden<br />

gebouwd, met dien verstande, dat de hoogte van de andere<br />

bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.<br />

lid 3. Vrijstellingen<br />

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van<br />

het bepaalde onder lid 2, sub 2 voor de bouw van een gebouw ten<br />

dienste van het onderhoud en/of beheer, waarbij:<br />

a. de gezame<strong>nl</strong>ijke grondoppervlakte niet meer dan 100 m 2 mag<br />

bedragen;<br />

b. de goothoogte niet meer dan 4 m mag bedragen;<br />

c. de bouwhoogte niet meer dan 6 m mag bedragen;<br />

e. de afstand tot enige bestemmingsgrens ten minste 5 m zal<br />

bedragen.<br />

Lid 4. Wijziging nieuwvestiging horeca<br />

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van<br />

de procedurevoorschriften in artikel 5, lid 2 de bestemming ‘M’<br />

wijzigen –zodanig dat een medebestemming ‘h’ wordt toegevoegd<br />

ten behoeve van een horeca I en II inrichting.<br />

Voor het overige is het bepaalde in artikel 9, lid 3, sub b, c en d van<br />

overeenkomstige toepassing.


Artikel 11 Nutsvoorzieningen -Mn-<br />

lid I. Bestemmingsomschrijving<br />

71<br />

De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor<br />

(openbare) nutsvoorzieningen, met de daarbij behorende bouwwerken.<br />

lid 2. Bebouwingsbepalingen<br />

Op een in lid I bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten<br />

dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd, met dien<br />

verstande, dat de hoogte van de gebouwen maximaal 5 m mag<br />

bedragen.


Artikel 12 Bedrijfsdoeleinden<br />

lid I Bestemmingsomschrijving<br />

72<br />

De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd<br />

voor:<br />

a. - binnen de bestemming -B(g)-: een garagebedrijf, alsmede<br />

detailhandel in motorvoertuigen, onderdelen en accessoires<br />

met bijbehorende voorzieningen, zoals showrooms,<br />

magazijnen, werkplaatsen en kantoren;<br />

- binnen de bestemming -B(h)-: een houtverwerkingsbedrijf;<br />

- binnen de bestemming -B(a)-: een autoreparatiebedrijf;<br />

- binnen de bestemming -B(gh)-: een groothandelsbedrijf in verf;<br />

- binnen de bestemming -B(r/g)-: een sportschool, sportzalen,<br />

fitness-centrum en sauna en andere voorzieningen voor de<br />

sportbeoefening alsmede een groothandel in produkten welke<br />

rechtstreeks ten dienste staan met sportactiviteiten;<br />

- binnen de bestemming -B(o)-: een bedrijf in opslag van<br />

goederen.<br />

b. Toelaatbaar zijn tevens bedrijven als genoemd in categorie 1 of<br />

2 van de bij deze voorschriften opgenomen bijlage"Staat van<br />

bedrijfsactiviteiten", alsmede activiteiten functies of bedrijven<br />

niet genoemd in categorie 1 en 2 van de bij deze voorschriften<br />

opgenomen bijlage "Staat van bedrijfsactiviteiten", doch welke<br />

naar de aard gelijk te stellen zijn met categorie 1 of 2; onder<br />

bovenbedoelde bedrijven worden niet begrepen inrichtingen<br />

als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder jo. artikel 2.4<br />

van het Inrichtingen – en vergunningenbesluit milieubeheer<br />

van de Wet milieubeheer.<br />

lid 2. Bebouwingsbepalingen<br />

I. Op de in lid I bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten<br />

dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd, met dien<br />

verstande, dat het bepaalde in artikel 4 van toepassing is.<br />

2. In afwijking van het bepaalde in artikel 4 mogen de gronden gelegen<br />

binnen de in lid 1 aangegeven bedrijfsbestemmingen in zijn geheel<br />

worden bebouwd.<br />

lid 3. Vrijstelling detailhandel<br />

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen ten<br />

aanzien van het perceel dat op de plankaart is aangegeven met de<br />

aanduiding "Vrijstellingsbevoegdheid detailhandel", zulks ten behoeve<br />

van het bouwen en gebruik van een bedrijfsruimte voor showroom<br />

en/of detailhandelsactiviteiten mits:<br />

- de detailhandelsactiviteiten binnen de vestiging geen<br />

onevenredige afbreuk doet aan de distributie-structuur<br />

binnen de gemeente;<br />

- de te vestigen functies qua aard (voor wat betreft het<br />

aanbod van artikelen) en omvang niet het niveau van het<br />

buurtwinkelcentrum Goirkestraat zal overschrijden;<br />

- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de<br />

distributiestructuur binnen de gemeente en de uitbreiding<br />

afbreuk doet aan de betekenis van winkelcentra van een<br />

hogere orde een en ander met inachtneming van de nota<br />

"Detailhandel <strong>Tilburg</strong> 1994";<br />

- binnen het gebied wordt voorzien in de realisatie van<br />

voldoende parkeervoor-zieningen, waarbij wordt uitgegaan<br />

van een parkeernorm van 1 parkeerplaats per 25 m 2<br />

bedrijfsvloeroppervlak;


73<br />

- de vestiging uit milieu-planologisch oogpunt, met name<br />

voor wat betreft het verkooppunt voor motorbrandstoffen,<br />

aanvaardbaar is;<br />

- de vestigingen zullen worden georiënteerd op de Goirkestraat.<br />

Lid 4. Wijziging nieuwvestiging horeca<br />

a. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van<br />

de procedurevoorschriften in artikel 5, lid 2 de bestemming<br />

Bedrijfsdoeleinden wijzigen –zodanig dat een medebestemming<br />

‘h’ wordt toegevoegd- ten behoeve van een horeca I en II inrichting,<br />

met dien verstande dat:<br />

1. voor inrichtingen in hoofdzaak gericht op het verstrekken van<br />

alcoholhoudende dranken het plan slechts kan worden<br />

gewijzigd indien zich binnen een straal van 250 meter van het<br />

beoogde vestigingspunt geen dergelijke horeca-inrichtingen I, II<br />

of III bevinden;<br />

2. voor inrichtingen in hoofdzaak gericht op het verstrekken van<br />

maaltijden het plan alleen kan worden gewijzigd indien zich<br />

binnen een straal van 250 meter van het beoogde<br />

vestigingspunt niet meer dan 2 dergelijke horeca-inrichtingen I,<br />

II of III bevinden;<br />

b. Burgemeester en wethouders verklaren daarop de voorschriften<br />

van het plan van overeenkomstige toepassing.<br />

c. Op de de gronden met een bestemming die wordt gewijzigd over<br />

eenkomstig sub a mag niet worden gebouwd zolang een wijzigingsplan<br />

voor het betreffende bestemmingsvlak nog niet is<br />

goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.<br />

d. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de<br />

procedurevoorschriften als bedoeld in artikel 5, lid 1 vrijstelling<br />

verlenen van het bepaalde in sub c voor bebouwing die in<br />

overeenstemming is met een concept-wijzigingsplan, mits van<br />

Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het<br />

verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben. Indien bij de ter<br />

inzagelegging geen bezwaarschriften zijn ingediend en daarvan aan<br />

Gedeputeerde Staten verslag is gedaan, wordt de verklaring geacht<br />

te zijn verleend.


Artikel 13 Verkeer en vervoer -V-<br />

lid I. Bestemmingsomschrijving<br />

74<br />

De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. verkeers- en vervoersvoorzieningen ten behoeve van het wegverkeer<br />

met dien verstande, dat het aantal rijstroken niet meer dan 2 bedraagt;<br />

b. bijbehorende voorzieningen, zoals taluds, wallen, schermen, objecten<br />

voor beeldende kunst, sanisette, groenvoorzieningen, zoals bermen,<br />

bermsloten, (laan)beplanting, plantsoenen, paden en waterparijen.<br />

met de daarbij behorende bouwwerken, met de daarbij<br />

behorende bouwwerken en straatmeubilair.<br />

lid 2. Bebouwingsbepalingen<br />

Op de in lid I bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste<br />

van de genoemde bestemming worden gebouwd.


Artikel 14 Verkeer en verblijf -Vv-<br />

lid 1. Bestemmingsomschrijving<br />

75<br />

De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />

a. verkeers- en verblijfsvoorzieningen ten behoeve van het<br />

wegverkeer met dien verstande, dat het aantal rijstroken niet<br />

meer dan 2 bedraagt;<br />

b. bijbehorende voorzieningen, zoals objecten voor beeldende<br />

kunst, sanisette, groenvoorzieningen, zoals plantsoenen, paden<br />

en waterparijen, met de daarbij behorende bouwwerken en<br />

straatmeubilair.<br />

c. Voor zover op de kaart de aanduiding "Tevens bestemd voor" is<br />

aangegeven, zijn de gronden binnen deze aanduiding tevens<br />

bestemd voor binnen de bestemming -t-: een tankstation. De<br />

opslag en verkoop van LPG is niet toegestaan.<br />

d. Ter plaatse van de op de kaart gegeven aanduiding "Minimum<br />

aantal parkeerpaatsen" dient het aangegeven aantal<br />

parkeervoorzieningen te worden gerealiseerd.<br />

lid 2. Bebouwingsbepalingen<br />

a. Op de in lid I bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken<br />

ten dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd.<br />

b. De gronden die op de kaart zijn aangeduid met de medebestemming<br />

tankstation mogen worden bebouwd tot<br />

oppervlakte van maximaal 25%, terwijl de hoogte van de<br />

bouwwerken niet meer dan 5 meter mag bedragen.


76<br />

Artikel 15 Groenvoorzieningen -OG-<br />

lid 1. Bestemmingsomschrijving<br />

De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor plantsoenen,<br />

bermen en andere groenvoorzieningen, alsmede voor speelvoorzieningen<br />

met de daarbij behorende andere bouwwerken en paden.<br />

lid 2. Bebouwingsbepalingen<br />

Op de in lid A bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste<br />

van de in lid A bedoelde bestemming zoals lichtmasten, kunstobjecten,<br />

speelobjecten worden gebouwd, met dien verstande, dat:<br />

a. van gebouwen de grondoppervlakte niet meer dan 50 m 2 en de hoogte<br />

niet meer dan 5 m mag bedragen;<br />

b. de hoogte van de andere bouwwerken niet meer dan 8 m mag<br />

bedragen.


Artikel 16 Tuin -T-<br />

lid I. Bestemmingsomschrijving<br />

77<br />

De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor<br />

tuinen alsmede toegangspaden tot gebouwen, met de daarbij<br />

behorende bouwwerken.<br />

lid 2. Bebouwingsbepalingen<br />

a. Op de in lid I bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken<br />

ten dienste van de genoemde bestemming, zoals erf- en terreinafscheidingen<br />

tot een maximale hoogte van 1 m worden gebouwd.<br />

Voor zover op de kaart de aanduiding "Hek/muur" is aangegeven, mag<br />

de op het tijdstip van het in ontwerp ter visie leggen van het plan<br />

bestaande hoogte niet worden gewijzigd.<br />

b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van<br />

het bepaalde onder a voor de bouw van bijgebouwen tot een<br />

grondoppervlakte van ten hoogste 35 m 2 , een goothoogte van ten<br />

hoogste 2.50 m en een hoogte van maximaal 3.50 m.


Artikel 17 Erf -E-<br />

lid 1. Bestemmingsomschrijving<br />

78<br />

a. De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor<br />

erven, toegangspaden tot gebouwen en parkeerplaatsen, met de daarbij<br />

behorende bouwwerken.<br />

b. Voor zover op de kaart binnen een bestemming de nadere aanwijzing<br />

"Hek/muur" is gegeven, zijn de gronden tevens bestemd voor behoud,<br />

versterking en/of herstel van de cultuurhistorische en/of<br />

architectonische waarde van deze bebouwing.<br />

lid 2 Bebouwingsbepalingen<br />

a. Op de in lid I onder a bedoelde gronden mogen uitsluitend andere<br />

bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming, zoals erf- en<br />

terreinafscheidingen tot een maximale hoogte van 1 m worden<br />

gebouwd.<br />

Voor zover op de kaart de aanduiding "Hek/muur" is aangegeven, mag<br />

de op het tijdstip van het in ontwerp ter visie leggen van het plan<br />

bestaande hoogte niet worden gewijzigd.<br />

b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van<br />

het bepaalde onder a ten behoeve van een uitbreiding van de hoofdgebouwen<br />

die zijn gelegen op gronden binnen de aangrenzende<br />

bestemmingen -M- en -MW- tot een maximale grondoppervlakte van 250<br />

m².<br />

Alvorens de vrijstelling te verlenen winnen burgemeester en<br />

wethouders advies in bij de Monumemtencommissie.


79<br />

PARAGRAAF IV GEBRUIKSBEPALINGEN<br />

Artikel 18 Gebruiksbepalingen<br />

lid I. Gebruik van gronden<br />

1. Het is verboden de in het plan begrepen gronden, voor zover<br />

en voor zolang zij onbebouwd blijven, te gebruiken voor<br />

doeleinden, welke in strijd zijn met de in het plan gegeven<br />

bestemming.<br />

2. Onverminderd het bepaalde onder 1 is het in ieder geval<br />

verboden de gronden te gebruiken voor:<br />

a. het storten van puin of afvalstoffen;<br />

b. het opslaan van gerede of ongerede goederen zoals<br />

vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of<br />

onderdelen hiervan;<br />

c. opslag van onklare voer- en vaartuigen of onderdelen<br />

hiervan;<br />

d. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;<br />

e. detailhandel.<br />

3. Het bepaalde onder 2 is niet van toepassing op:<br />

a. (tijdelijk)gebruik ten behoeve van de realisering en/of<br />

handhaving der bestemmingen of het normale<br />

onderhoud van de gronden;<br />

b. opslag ten behoeve van de normale bedrijfsuitvoering<br />

van de in het plan toegelaten bedrijven;<br />

c. detailhandel ten behoeve van de normale bedrijfsvoering<br />

van de in het plan toegelaten bedrijven.<br />

lid 2. Gebruik van bouwwerken<br />

Het is verboden de in het plan begrepen bouwwerken te gebruiken<br />

voor doeleinden of op een wijze strijdig met de beschrijving in<br />

hoofdlijnen (artikel 1) en de krachtens het plan gegeven bestemming,<br />

bhoudens vrijstellingen die op grond van deze voorschriften zijn<br />

verleend.<br />

lid 3. Vrijstellingen omtrent het gebruik<br />

Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in<br />

lid I onder 1 en 2 3n en 4, indien strikte toepassing van het<br />

voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik,<br />

welke niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.<br />

Indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze<br />

bepaling, dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in lid I<br />

van artikel 5 (Procedureregels).


Artikel 19 Aa<strong>nl</strong>egvergunning<br />

lid I. Vergunning<br />

80<br />

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke<br />

vergunning van burgemeester en wethouders (aa<strong>nl</strong>egvergunning) de op<br />

de plankaart aangegeven cultuur-historische waardevolle objecten<br />

geheel of gedeeltelijk te slopen.<br />

lid 2. Uitzonderingen<br />

Het bepaalde in lid I is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:<br />

1. van ondergeschikte betekenis, indien door burgemeester en<br />

wethouders schriftelijk is medegedeeld, dat daarvoor geen<br />

sloopvergunning is vereist;<br />

2. sloopwerkzaamheden voortvloeiende uit het normale<br />

onderhoud;<br />

3. sloopwerkzaamheden ter voldoening van een aanschrijving of<br />

een besluit van burgemeester en wethouders;<br />

4. waarvoor ingevolge het bepaalde in artikel 37 van de<br />

Monumentenwet 1988 reeds een vergunning is vereist.<br />

lid 3. Adviezen<br />

Alvorens te kunnen beslissen omtrent een aanvraag om vergunning als<br />

bedoeld in lid I wordt door burgemeester en wethouders advies<br />

gevraagd aan de <strong>Gemeente</strong>lijke Monumentencommissie voor wat<br />

betreft gemeentelijke monumenten (a-objecten genoemd in de<br />

gemeentelijke inventarisatie waardevolle objecten).


PARAGRAAF V<br />

FLEXIBILITEITSBEPALINGEN<br />

Artikel 20 Algemene vrijstellingen<br />

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de<br />

bepalingen in deze voorschriften ten aanzien van de volgende onderwerpen:<br />

a. voor gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde voor<br />

nutsvoorzieningen, mits de maximale oppervlakte niet meer dan 30 m2<br />

bedraagt.<br />

Indien burgemeester en wethouders toepassing wensen te geven aan<br />

deze bepaling dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in<br />

lid I van artikel 5.<br />

b. het in geringe mate aanpassen van het plan, zoals een bestemmingsgrens,<br />

een bebouwingsgrens of een nadere aanduiding te veranderen,<br />

indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt, dat deze nadere<br />

bepaling of aanpassing in het belang van een juiste verwerkelijking<br />

van het plan redelijk gewenst of noodzakelijk is, waarbijd e grenzen<br />

met niet meer dan 2 m mogen worden verschoven;<br />

Indien burgemeester en wethouders toepassing wensen te geven aan<br />

deze bepaling dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in<br />

lid I van artikel 5.<br />

c. het afwijken van de voorgeschreven maatvoeringen voor bouwwerken,<br />

indien in verband met ingekomen bouwplannen deze wijzigingen nodig<br />

zijn, waarbij van de maatvoeringen met ten hoogste 10% mag worden<br />

afgeweken.<br />

d. het oprichten van andere bouwwerken, zoals antenne-installaties en<br />

vlaggemasten met een hoogte van maximaal 20 m.<br />

e. voor overschrijding van de voorgevelrooilijn zodanig dat de gronden<br />

binnen de bestemming –VV- worden overbouwd t.b.v. overstekende<br />

daken, balkons, luifels, overbouwingen, reclametoestellen,<br />

draagconstructies van reclame e.d.. Een dergelijke vrijstelling kan<br />

slechts worden verleend indien niet lager wordt gebouwd dan:<br />

- 4,20 meter boven de hoogte van de rijweg, met inbegrip<br />

van een strook van 0,50 meter breedte ter weerszijden van<br />

de rijweg;<br />

- 2,20 meter boven de hoogte van een ander deel van de weg<br />

en dan nog voor zover de veiligheid van de gebruikers van<br />

de weg niet in gevaar komt.<br />

f. voor niet-toegelaten detailhandel in de navolgende gevallen:<br />

1. a. indien de detailhandel de verkoop van goederen<br />

betreft die ter plaatse worden vervaardigd en bewerkt;<br />

b. indien de detailhandel in het verlengde ligt van een<br />

gebruiksvorm, die in overeenstemming is met de<br />

bestem ming en indien tevens het met de bestemming<br />

overeenstemmende gebruik van het gebouw<br />

grotendeels gehandhaafd blijft;<br />

2. Indien de detailhandel, gelet op de aard van de te verkopen<br />

goederen:<br />

a. onafscheidelijk verbonden pleegt te zijn met het met<br />

de bestemming overeenkomende gebruik van het<br />

gebouw;<br />

b. plaatsvindt uitsluitend ten dienste van het met de<br />

bestemming overeenstemmende gebruik van het<br />

gebouw en indien tevens het met de bestemming


82<br />

overeenstemmen de gebruik grotendeels gehandhaafd<br />

blijft.<br />

Indien burgemeester en wethouders toepassing wensen te geven aan<br />

deze bepaling dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in<br />

lid I van artikel 5.


Artikel 21 Algemene wijzigingsbevoegdheid van burgemeester en<br />

wethouders<br />

83<br />

1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het gestelde in<br />

artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening het plan te wijzigen met<br />

betrekking tot:<br />

a. het oprichten van transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes en andere<br />

nutsgebouwtjes met een oppervlakte van meer dan 30 m2, doch niet<br />

meer dan 50 m2.<br />

b. de plankaart, waarbij nadere aanwijzingen met betrekking tot<br />

cultuurhistorisch waardevolle bebouwing mogen worden geschrapt c.q.<br />

worden aangevuld, indien op basis van nadere inventarisatie zulks<br />

gewenst is: alvorens toepassing te geven aan deze bepaling winnen<br />

burgemeester en wethouders advies in bij de gemeentelijke<br />

Monumentencommissie;<br />

e. de op de plankaart aangegeven medebestemming indien de binnen die<br />

medebestemming toegelaten functie wordt beëindigd en wordt<br />

omgezet in een binnen de hoofdbestemming toegelaten functie.<br />

2. Indien burgemeester en wethouders toepassing wensen te geven aan het<br />

bepaalde in lid 1 dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in<br />

artikel 5, lid 2.


PARAGRAAF VI OVERGANGS-, STRAF- EN SLOTBEPALINGEN<br />

84<br />

Artikel 22 Overgangsbepalingen<br />

lid I. Overgangsbepalingen ten aanzien van het bouwen<br />

1. Bouwwerken, welke op het tijdstip van het in ontwerp ter visie<br />

leggen van dit plan reeds bestaan of in uitvoering zijn, dan wel<br />

na dat tijdstip nog gebouwd kunnen worden krachtens een<br />

reeds verleende of nog te verlenen bouwvergunning of nog af<br />

te geven mededeling als bedoeld in de Woningwet en welke<br />

afwijken van het plan, mogen, onverminderd de bevoegdheid<br />

tot onteigening:<br />

a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits de<br />

bestaande afwijking naar de aard en afmetingen niet<br />

worden vergroot;<br />

b. geheel of gedeeltelijk worden vernieuwd, waarbij de<br />

bestemmings-c.q. bebouwingsgrenzen zonodig mogen<br />

worden overschreden, indien zij zijn verwoest door een<br />

calamiteit, mits:<br />

1. de afwijkingen ten opzichte van het plan naar<br />

situatie, aard en afmetingen niet worden<br />

vergroot, behoudens een eventuele uitbreiding<br />

als bedoeld onder 2;<br />

2. binnen 3 jaar na het tenietgaan de<br />

bouwvergunning zal zijn aangevraagd of de<br />

benodigde melding is gedaan.<br />

2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te<br />

verlenen voor het uitbreiden van de onder 1 bedoelde<br />

bouwwerken met ten hoogste 10%.<br />

lid 2. Overgangsbepalingen ten aanzien van het gebruik van<br />

onbebouwde gronden en bouwwerken<br />

1. Het op het tijdstip van het rechtskracht verkrijgen van het plan<br />

bestaande gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken,<br />

dat met de in het plan aangewezen bestemming in strijd is,<br />

mag worden voortgezet.<br />

2. Het bestaande gebruik als bedoeld onder 1 mag worden<br />

gewijzigd in een ander met het plan strijdig gebruik, mits de<br />

afwijking van het plan naar de aard niet wordt vergroot.


85<br />

Artikel 23 Strafbaarheid van overtredingen<br />

Overtreding van het bepaalde in:<br />

Artikel IV.1 lid I onder 1 en 2;<br />

Artikel IV.1 lid II onder 1 en 2;<br />

Artikel IV.2 lid I,<br />

is een strafbaar feit in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke<br />

Ordening.


Artikel 24 Slotbepaling<br />

86<br />

De voorschriften van dit bestemmingsplan kunnen worden aangehaald onder<br />

de naam:<br />

"Voorschriften bestemmingsplan Goirkestraat"<br />

Behoort bij het besluit van<br />

van de raad van de gemeente <strong>Tilburg</strong><br />

tot vaststelling van het bestemmingsplan Goirkestraat.<br />

Mij bekend,<br />

de secretaris,


Bijlage:<br />

Staat van bedrijfsactiviteiten<br />

87

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!