14.08.2013 Views

Groenewoud 2008 - Ruimtelijkeplannen.nl

Groenewoud 2008 - Ruimtelijkeplannen.nl

Groenewoud 2008 - Ruimtelijkeplannen.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1. linten van de 1e orde;<br />

2. linten van de 2e orde;<br />

b. hoofdstructuur nieuwe gebieden (zie bijlage 4) ;<br />

c. overige gebieden.<br />

Langs de op 'hoofdstructuur oude gebieden' wordt indien sprake is van een lint van de 1e orde een<br />

maximale hoogte toelaatbaar geacht van 15 meter. Indien sprake is van een lint van de 2e orde is<br />

de maximaal toelaatbare hoogte 11 meter. Langs de 'hoofdstructuur nieuwe gebieden' is een<br />

maximale bouwhoogte van maximaal 15 meter toelaatbaar terwijl in de overige gebieden maximaal<br />

10m hoogte toelaatbaar is. Bij afwijkende woningtypes en bijzondere situaties wordt van deze<br />

hoogtebepalingen afgeweken en "op maat" bestemd.<br />

5.4.4 Goothoogte<br />

De toegelaten hoogte in de voorgevelrooilijn is in het algemeen gerelateerd aan de straatbreedte.<br />

De toegelaten hoogte in de achtergevelrooilijn is in het algemeen gerelateerd aan de afstand<br />

tussen de achtergevelrooilijnen. De systematiek achter de goothoogte in de voorgevelrooilijn kan<br />

als volgt worden omschreven: de straatbreedte (gemeten van gevel tot gevel) + 1 meter met een<br />

maximum van:<br />

Ÿ 15 meter bij linten van de eerste orde;<br />

Ÿ 15 meter bij de hoofdstructuur nieuwe gebieden;<br />

Ÿ 11 meter bij linten van de tweede orde;<br />

Ÿ 10 meter bij de overige gebieden.<br />

In de meeste gevallen komt dit neer op een goothoogte die gelijk is aan de bouwhoogte. In de<br />

regels worden de goothoogte dan ook gelijk gesteld aan de bouwhoogte, tenzij op de plankaart<br />

een andere goothoogte wordt aangegeven. Bij afwijkende woningtypes en bijzondere situaties<br />

wordt van deze hoogtebepalingen afgeweken en "op maat" bestemd. Dit zelfde geldt voor de<br />

goothoogte in de achtergevelrooilijn. Wanneer de sytematiek voor de goothoogte in de voor- en<br />

achtergevelrooilijn resulteert in verschillende hoogten, wordt de laagste goothoogte op de<br />

plankaart aangegeven. Middels een ontheffing voor het bouwen in het hoofdbebouwingsvlak kan<br />

dan een hogere goothoogte voor de andere rooilijn worden verkregen.<br />

Aanvullend op deze regeling dient langs de 'hoofdstructuur oude en nieuwe gebieden' echter<br />

rekening te worden gehouden met de bestaande hoogte van de belendingen in de voorgevelrooilijn.<br />

Hierbij dienen de volgende uitgangspunten in acht te worden genomen:<br />

Ÿ de hoogte van de bebouwing in de voorgevelrooilijn op het te bebouwen perceel mag in een<br />

strook van 5 meter langs de zijdelingse perceelsgrens over een diepte tot aan de<br />

achtergevelrooilijn niet meer mag bedragen dan de feitelijk in de voorgevelrooilijn aanwezige<br />

afschuiningshoogte van de bebouwing op het naastgelegen perceel vermeerderd met 6 meter;<br />

Ÿ deze hoogte mag afhankelijk van de aanwezige afschuiningshoogte van de bebouwing op het<br />

naastgelegen perceel in elk geval 10m bedragen;<br />

Ÿ bebouwing op een grotere afstand dan 5m van de zijdelingse perceelsgrens wordt hierbij<br />

buiten beschouwing gelaten.<br />

In bijzondere gevallen kan, afhankelijk van het type lint, ontheffing worden verleend t.b.v.<br />

bebouwing in de strook van 5 meter langs de zijdelingse perceelsgrens tot een maximale hoogte<br />

behorende bij het type lint. Rekening houdende met de belendingen en/of het straatbeeld kunnen<br />

uit oogpunt van een goede ruimtelijke inpassing nadere eisen worden gesteld ten aanzien van<br />

vorm, afmetingen en plaats van de bovenste bouwlaag of de bovenste twee bouwlagen.<br />

5.4.5 Ontheffing afwijkende bouwhoogte<br />

Een ontheffingsmogelijkheid voor een hogere bouwhoogte is mogelijk voor specifieke constructies,<br />

bouwwerken geen gebouw zijnde, schoorstenen, minaretten, windmolens e.d. (zie 22.3).<br />

Bij ligging binnen of in de directe nabijheid van beschermde stadsgezichten en monumenten dient<br />

afstemming plaats te vinden met het beschermd stadsgezicht waarmee hogere bebouwing zou<br />

kunnen concurreren. Advies wordt gevraagd aan de Monumentencommissie.<br />

Bestemmingsplan <strong>Groenewoud</strong> <strong>2008</strong> 61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!