Groenewoud 2008 - Ruimtelijkeplannen.nl
Groenewoud 2008 - Ruimtelijkeplannen.nl
Groenewoud 2008 - Ruimtelijkeplannen.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In verband met het woon- en leefklimaat wordt een spreidingscriterium gehanteerd waarbij de<br />
volgende afstandnormen in acht dienen te worden genomen:<br />
I. tenminste 250 meter van een basisschool;<br />
II. tenminste 250 meter van een andere onderwijsinstelling, een jongerencentrum danwel een<br />
instelling voor opvang of behandeling van drugsverslaafden;<br />
III. tenminste 250 meter van een ander softdrugsverkooppunt.<br />
Daarnaast is er sprake van aantasting van het woon-/leefklimaat indien de inrichting zal worden<br />
gevestigd in:<br />
IV. een woonstraat;<br />
V. in de onmiddellijke nabijheid van horecabedrijven of winkels met een dusdanige<br />
bezoekersgroep dat tengevolge van de vestiging van de inrichting de ontmoeting van de<br />
betrokken bezoekersgroepen openbare orde problemen tot gevolg heeft of tot gevolg dreigt te<br />
hebben.<br />
De inrichtingen welke niet aan deze afstandnormen voldoen zullen door een uitstervingsbeleid<br />
dienen te verdwijnen. Dit wil zeggen dat de huidige eigenaren kenbaar wordt gemaakt dat het<br />
spreidingscriterium zal worden gehanteerd vanaf het moment dat een inrichting van exploitant<br />
wijzigt.<br />
3.8.2 Nota Prostitutiebeleid (1999)<br />
Onder een prostitutiebedrijf wordt verstaan 'een gebouw, of een voer- of vaartuig dan wel enig<br />
gedeelte daarvan, waarin prostitutie plaatsvindt'. Onder prostitutie wordt verstaan 'het op naar<br />
buiten toe kenbare wijze tegen betaling hebben van seksuele omgang met anderen'. Naast<br />
prostitutie wordt in de nota tevens aandacht besteed aan andere verschijningsvormen van<br />
prostitutie, zoals de escortbedrijven en straatprostitutie.<br />
Prostitutie-inrichtingen<br />
In 1999 is het algemene bordeelverbod (wet Tweede Kamer) komen te vervallen en zijn<br />
exploitanten vrij deze te vestigen, tenzij er lokale regelgeving is die daar grenzen aan stelt c.q.<br />
randvoorwaarden voor formuleert. De gemeente Tilburg heeft haar lokale regelgeving weergegeven<br />
in de nota prostitutiebeleid.<br />
Ook na legalisering van deze branche door opheffing van het bordeelverbod blijft er natuurlijk wel<br />
sprake van een bijzondere branche, waar het gevaar van bedreiging van de openbare orde c.q.<br />
aantasting van woon- en leefklimaat latent aanwezig is. Naast het vestigingsbeleid dat aan de<br />
orde is voordat eventueel een vergunning verleend wordt aan prostitutie-inrichtingen, is het zaak<br />
ook als de vergunning verleend is regels te verbinden aan die vergunning in het belang van de<br />
openbare orde en woon- en leefklimaat, maar ook met het oog op de bescherming van de<br />
veiligheid en gezondheid van de in de branche werkzame personen. Het bewaken daarvan is een<br />
taak die door de minister in de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp aan gemeenten wordt<br />
toebedeeld. Er zijn in deze nota dan ook enkele regels opgenomen die dit beogen te<br />
bewerkstelligen.<br />
Toetsingscriteria vergunningaanvraag: locatietoets<br />
Een eerste criterium voor de vergunningaanvraag voor een prostitutie-inrichting is dat de vestiging<br />
in overeenstemming met het bestemmingsplan dient te zijn. Grofweg betekent dit dat in het<br />
bestemmingsplan bij gebreke van een expliciete bestemming 'prostitutie-inrichting' de bestemming<br />
'gemengde doeleinden' e.d. opgenomen dient te zijn, wil vestiging bestemmingsplantechnisch<br />
mogelijk zijn. Indien het de bedoeling is dat in de prostitutie-inrichting ook alcohol geschonken<br />
wordt, dient het bestemmingsplan tevens horeca toe te laten. In de APV is expliciet opgenomen<br />
dat de vergunning alleen verleend kan worden als het bestemmingsplan vestiging toelaat. Met het<br />
oog op bescherming van het belang van de openbare orde c.q. voorkoming van aantasting van het<br />
woon-en leefklimaat dient tevens nog aan een aantal specifieke op de APV gebaseerde<br />
vestigingscriteria te worden voldaan. Uitgangspunt daarbij is dat mogelijke overlast voor de<br />
woonfunctie zo veel mogelijk wordt voorkomen. Duidelijk is dat de vestiging in woonstraten niet<br />
toelaatbaar is. Daarbij spelen twee aspecten, de verkeersfunctie van de straat en de<br />
gebruiksfunctie van de bebouwing. Hierover het volgende:<br />
46 Bestemmingsplan <strong>Groenewoud</strong> <strong>2008</strong>