Bussum - Ruimtelijkeplannen.nl

Beleidskader 7
2.4. Bestemmingsplan en beschermd dorpsgezicht
Bestemmingsplan Jan Tabak
Het vigerende bestemmingsplan is het bestemmingsplan Jan Tabak, vastgesteld d.d. 10 maart 1988 en
goedgekeurd d.d. 18 oktober 1988. Hierin heeft het projectgebied de bestemming Groenvoorzieningen
met een karakteristiek reliëf en karakteristieke beplanting (zie figuur 2). Deze gronden zijn bestemd voor
plantsoenen en andere groenvoorzieningen en in samenhang daarmee voor inritten, wandelpaden en
kinderspeelplaatsen, een en ander met behoud van op deze gronden aanwezig karakteristiek reliëf en op
deze gronden aanwezige karakteristieke beplanting.
De beoogde ontwikkeling nieuwbouw van een pand ten behoeve van twee peuterspeelzalen en
naschoolse opvang past niet in het vigerende bestemmingsplan. Bovendien is de projectlocatie binnen
de grenzen van het beschermde dorpsgezicht gelegen.
(Ontwerp)bestemmingsplan Brediuskwartier
Het vigerende bestemmingsplan Jan Tabak wordt samen met een viertal andere bestemmingsplannen
van de gemeente Bussum op korte termijn vervangen door een nieuw bestemmingsplan Brediuskwartier,
dat inmiddels in de ontwerpfase verkeert. Hierin krijgt het projectgebied de bestemming Maatschappelijke
doeleinden, met een maximumgoothoogte van 3 m en een maximumbouwhoogte van 7 m, en de
bestemming Groenvoorzieningen. In het ontwerpbestemmingsplan Brediuskwartier is een
bestemmingsvlak/bouwvlak opgenomen ten behoeve van het realiseren van een nieuw gebouw voor
peuteropvang en naschoolse opvang. In het voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan wordt
voorgesteld een bebouwingspercentage van 80% aan het bestemmingsvlak/bouwvlak toe te voegen zodat
er een minder groot gebouw gerealiseerd kan worden dan eerder voorzien en waarbij uit wordt gegaan
van twee in plaats van drie lokalen.
Beschermd dorpsgezicht
Een overgroot gedeelte van het Brediuskwartier is in 2007 aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Het
projectgebied valt binnen deze grenzen. In het ontwerpbestemmingsplan Brediuskwartier is bepaald dat
het beleid met betrekking tot het beschermd dorpsgezicht als doel heeft de karakteristieke, met de
historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het gebied te onderkennen
als zwaarwegend belang bij de toekomstige ontwikkelingen binnen het gebied. De aanwijzing beoogt op
die wijze een basis te bieden voor een ruimtelijke ontwikkeling die inspeelt op de aanwezige kwaliteiten,
daarvan gebruikmaakt en daarop voortbouwt. Voor het villagebied Brediuskwartier gaat het daarbij vooral
om de stedenbouwkundige opzet met een ruime verkaveling, een gevarieerd stratenpatroon met assen,
parkstroken en doorzichten en de karakteristieke, waardevolle villabebouwing in Amsterdamse Schoolstijl.
Een belangrijk gevolg van de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht is dat binnen het beschermde gebied
het regime van vergunningvrij bouwen niet van toepassing is.
Voor het gebied met de beschermde status dient de gemeenteraad een beschermend bestemmingsplan
op te stellen.
2.5. Conclusie
De voorgenomen ontwikkeling past niet binnen het vigerende bestemmingsplan maar is wel in
overeenstemming met het ruimtelijke beleid van Rijk, provincie en gemeente voor het projectgebied. Het
projectgebied is gelegen binnen de zogenaamde provinciale rode contouren en bij de inrichting van het
gebied wordt voldoende rekening gehouden met de groene waarden binnen het gebied en de directe
omgeving (zie ook hoofdstuk 3).
Het Rijk streeft naar harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Zodoende is het
bouwinitiatief, de integratie van peuterspeelzalen en kinderopvang, in overeenstemming met het
rijksbeleid. Eveneens wordt door het bouwinitiatief het bijzondere karakter van het Brediuskwartier niet
aangetast en past het binnen het beschermd dorpsgezicht Brediuskwartier. Omdat het project een
uitbreiding van een peuterspeelzaal (twee lokalen in plaats van één op de locatie van de huidige
Wipperoen) en realisering van naschoolse opvang onder één dak betreft en door vervanging van de
huidige bebouwing die van zeer slechte kwaliteit is een kwaliteitsverbetering wordt behaald, is het
college van burgemeester en wethouders bereid medewerking te verlenen aan de ontwikkeling.
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
111.12510.00