E_FIX E20_gebr.aanwijz.pdf - Invacare
E_FIX E20_gebr.aanwijz.pdf - Invacare E_FIX E20_gebr.aanwijz.pdf - Invacare
Gebruiksaanwijzing
- Page 2 and 3: 1 1.1 1.2 2 2.1 2.2 3 3.1 3.2 3.3 4
- Page 4 and 5: 2 Geachte gebruiker Met de aanschaf
- Page 6 and 7: 4 1.1 Standaard leveringspakket ·
- Page 8 and 9: 6 2 Wielen 2.1 Bevestigen van de wi
- Page 10 and 11: 8 3 Accu's 3.1.1 Plaatsen van de ac
- Page 12 and 13: 10 3.2 Opladen van de accu's aan de
- Page 14 and 15: 12 4 Bedieningskast 4.1 Vóór inge
- Page 16 and 17: 14 4.2 Druktoetsen en aanduidingen
- Page 18 and 19: 16 4.2.5 Druktoets Indoor/Outdoor D
- Page 20 and 21: 18 7 4.3 Joystick De joystick van d
- Page 22 and 23: 20 4.4 Verstelmogelijkheden Indien
- Page 24 and 25: 22 5 Anti-kiepsteunen (optioneel le
- Page 26 and 27: 24 6 Ingebruikname 6.1 Veiligheid v
- Page 28 and 29: 26 6.4 Gevaarlijke situaties Op gev
- Page 30 and 31: 28 8 Reiniging, onderhoud en verwer
- Page 32 and 33: 30 9.2 Vervanging van zekeringen in
- Page 34 and 35: 32 11 Garantie en aansprakelijkheid
- Page 36: 34 P Plaatsen van de accu-pack 8 Pr
Gebruiks<strong>aanwijz</strong>ing
1<br />
1.1<br />
1.2<br />
2<br />
2.1<br />
2.2<br />
3<br />
3.1<br />
3.2<br />
3.3<br />
4<br />
4.1<br />
4.2<br />
4.3<br />
4.4<br />
4.5<br />
5<br />
6<br />
6.1<br />
6.2<br />
6.3<br />
6.4<br />
Inhoud<br />
Inleiding<br />
Standaard leveringspakket<br />
Technische gegevens<br />
Wielen<br />
Bevestigen van de wielen<br />
Afnemen van de wielen<br />
Accu's<br />
Plaatsen en verwijderen van de accu-pack<br />
Opladen van de accu's<br />
Algemene informatie over de <strong>gebr</strong>uikte accu's<br />
Bedieningskast<br />
Vóór in<strong>gebr</strong>uikname<br />
Druktoetsen en aanduidingen op het display<br />
Joystick<br />
Verstelmogelijkheden<br />
Zwenkarm<br />
Anti-Kiepsteunen<br />
In<strong>gebr</strong>uikname<br />
Veiligheid van de <strong>gebr</strong>uiker<br />
De eerste rijoefeningen<br />
Tips voor het rijden met de e·fix<br />
Gevaarlijke situaties<br />
2<br />
4<br />
5<br />
6<br />
6<br />
7<br />
8<br />
8<br />
9<br />
10<br />
12<br />
12<br />
14<br />
18<br />
20<br />
21<br />
22<br />
24<br />
24<br />
24<br />
24<br />
26<br />
7<br />
7.1<br />
7.2<br />
7.3<br />
7.4<br />
7.5<br />
8<br />
8.1<br />
8.2<br />
8.3<br />
9<br />
9.1<br />
9.2<br />
10<br />
Het rijden<br />
Rijden met de handbewogen rolstoelwielen<br />
Rijden met e·fix-wielen in handbewogen<br />
stand<br />
Rijden met e·fix-wielen in elektrische<br />
aandrijfstand<br />
Bereik/Actieradius<br />
Transport<br />
Reiniging, onderhoud en verwerking<br />
Reiniging<br />
Onderhoud<br />
Verwerking en recycling<br />
Snelle hulp bij storingen<br />
Foutmeldingen op het display<br />
Vervanging van zekeringen in de accu-pack<br />
Bedieningskasthouder voor begeleider<br />
11 Garantie en aansprakelijkheid<br />
11.1 Garantie<br />
11.2 Aansprakelijkheid<br />
12<br />
Trefwoordenlijst<br />
26<br />
26<br />
26<br />
27<br />
27<br />
27<br />
28<br />
28<br />
28<br />
28<br />
28<br />
29<br />
30<br />
30<br />
32<br />
32<br />
32<br />
33
1<br />
2 8<br />
30<br />
31 32<br />
1 1<br />
5<br />
7<br />
13<br />
25<br />
20<br />
18<br />
21 22 15 16 17
2<br />
Geachte <strong>gebr</strong>uiker<br />
Met de aanschaf van uw e·fix is uw keuze gevallen op een<br />
multifunctioneel, modern product dat is gebaseerd<br />
op de laatste stand der techniek.<br />
De e·fix vergroot uw onafhankelijkheid en mobiliteit enorm.<br />
Mits op juiste wijze <strong>gebr</strong>uikt, zal hij snel onmisbaar worden<br />
en u volledig onverwachte mogelijkheden bieden. Met de<br />
e·fix gemonteerd op uw rolstoel heeft u vrijwel alle voordelen<br />
van een elektrische rolstoel, zonder de nadelen ervan.<br />
Zo blijft uw rolstoel bijvoorbeeld volledig opvouwbaar,<br />
hetgeen bijzonder belangrijk is bij transport en de vaak<br />
beperkte beschikbare ruimte.<br />
Leest u deze handleiding a.u.b. aandachtig door, om bekend<br />
te raken met het systeem en zijn vele mogelijkheden. Het<br />
<strong>gebr</strong>uik van de e·fix is veel minder gecompliceerd dan het<br />
op het eerste gezicht lijkt. Bovendien zult u bij de<br />
<strong>gebr</strong>uiksinstructies, die u van uw dealer ontvangt,<br />
onmiddellijk herkennen hoe eenvoudig en moeiteloos de<br />
e·fix te <strong>gebr</strong>uiken is.<br />
Voor eventuele verdere vragen kunt u contact opnemen met<br />
uw lokale dealer of met één van de distributeurs die<br />
in hoofdstuk 12 van deze handleiding staan vermeld.<br />
Veel plezier met uw e·fix,<br />
uw team
Belangrijke veiligheids<strong>aanwijz</strong>ingen -<br />
beslist in acht te nemen !<br />
De e·fix mag uit veiligheidsoverwegingen alleen door<br />
personen bediend worden, die:<br />
· instructies voor het <strong>gebr</strong>uik hebben ontvangen<br />
· lichamelijk en geestelijk in staat zijn de e·fix in alle<br />
<strong>gebr</strong>uikssituaties veilig te besturen<br />
De <strong>gebr</strong>uiksinstructies worden door de vakhandelaar bij<br />
aflevering gegeven.<br />
Indien u nog onzeker bent over de bediening, neemt u dan<br />
alstublieft contact op met uw vakhandelaar.<br />
Neemt u de door de rolstoelfabrikant aangegeven maximale<br />
stijgingspercentages op hellingen in acht. Deze mogen in<br />
geen geval worden overschreden.<br />
· De capaciteit van de hulpaandrijving kan beïnvloed worden<br />
door elektromagnetische velden die bijvoorbeeld opgewekt<br />
worden door draagbare telefoons.<br />
De hulpaandrijving moet daarom uitgeschakeld worden<br />
indien in de onmiddellijke omgeving van de rolstoel<br />
draagbare telefoons <strong>gebr</strong>uikt worden.<br />
· De hulpaandrijving kan een storende invloed hebben op<br />
andere inrichtingen zoals bijvoorbeeld diefstalkasten in<br />
warenhuizen.<br />
Vermijdt beslist de in<strong>gebr</strong>uikname van de<br />
e·fix voordat u <strong>gebr</strong>uiksinstructies heeft<br />
gekregen.<br />
3<br />
55
4<br />
1.1<br />
Standaard leveringspakket<br />
· Aandrijfwielen (twee stuks)<br />
· Bedieningskast met universele houder<br />
· Accu-pack met tas<br />
· -sneloplader<br />
· Verdeler-interface<br />
· Handsteun voor bedieningskast<br />
· Oplaadadapter<br />
Als optie verkrijgbare toebehoren<br />
· Spanningsomvormer 12V/220V voor <strong>gebr</strong>uik van de oplader<br />
in de auto<br />
· Wegzwenkbare houder voor de bedieningskast<br />
· Anti-kiepsteunen<br />
· Bedieningskasthouder voor begeleider<br />
· Spaakbeschermers<br />
· Joystick-aanpassing
1.2 Technische gegevens<br />
Reikwijdte met 12 Ah batterijen:<br />
Reikwijdte met 17 Ah (*) batterijen:<br />
Maximum snelheid:<br />
Maximum hellingshoek:<br />
Batterijen:<br />
Laadspanning:<br />
Bedrijfstemperatuur:<br />
Gewicht van delen<br />
Batterijenpakket 12 Ah:<br />
Batterijenpakket 17 Ah:<br />
Wiel met naafmotor:<br />
Oplader:<br />
Stuurkast:<br />
(*) De accu-pack met 17 Ah is als optioneel verkrijgbaar<br />
(**) De reikwijdte hangt af van de ondergrond en de<br />
heersende rij-omstandigheden. Onder optimale<br />
omstandigheden (o.a. vlakke weg, volle batterijen,<br />
omgevingstemperatuur 20° C, constante snelheid) kunnen<br />
de opgegeven afstanden worden gehaald.<br />
ca. 15 km (**)<br />
ca. 22 km (**)<br />
6 km/h<br />
18% (met 70 kg belasting. Overschrijdt de maximaal<br />
opgegeven belastbaarheid van de fabrikant niet!)<br />
2 x 12 Volt / 12 Ah of 2x 12 Volt / 17 ah<br />
24 Volt<br />
Omgevingstemperatuurbereik ca. -15°/+45° C<br />
8,7 kg<br />
13,2 kg<br />
8,0 kg<br />
1,0 kg<br />
0,4 kg<br />
De e·fix voldoet aan de EEG-Richtlijnen voor medische producten<br />
93/42/EEG, en 89/366/EEG voor elektromagnetische compatibiliteit.<br />
Wijzigingen van techniek en ontwerp op grond van continue<br />
verdere ontwikkelingen voorbehouden.<br />
Oplader<br />
Technische specificaties en <strong>aanwijz</strong>ingen vindt u in de bij<br />
de oplader geleverde handleiding.<br />
5<br />
6
6<br />
2<br />
Wielen<br />
2.1<br />
Bevestigen van de wielen<br />
De beide elektromotorische aandrijfwielen vormen het hart<br />
van de e·fix. Deze worden met de, standaard op de rolstoel<br />
bevestigde, handbewogen wielen omgeruild.<br />
Hiervoor is het noodzakelijk de rolstoel iets op te tillen.<br />
· Verwijder het linker wiel van uw rolstoel zoals in de<br />
<strong>gebr</strong>uikshandleiding staat beschreven.<br />
· Neem een e·fix-wiel en draai, voor zover dit nog niet is<br />
geschied, de koppelingsring [15] tegen de klok in op de<br />
ingeschakelde stand "I".<br />
· Druk met uw duim in het midden van de afsluitplaat [17],<br />
waardoor de verzonken halfronde beugelgreep [16] iets<br />
naar buiten springt.<br />
· Klap de beugelgreep [16] volledig uit.<br />
· Schuif de steekas [21] van het e·fix-wiel tot ongeveer<br />
de helft in de asbus [24] van de rolstoel. De beugelgreep<br />
[16] steekt in deze positie nog ongeveer 5mm boven de<br />
afsluitplaat uit [17] uit.<br />
16 16<br />
15<br />
17<br />
· Draai het e·fix wiel tot de draaiblokkering-stekker [22]<br />
en de draaiblokkering-opname [23] tegenover elkaar staan.<br />
· Schuif het e·fix-wiel volledig in de asbus [24] en let er<br />
daarbij op dat tegelijkertijd ook de draaiblokkering-stekker<br />
[22] van het wiel in de draaiblokkering-opname [23] van<br />
de houder wordt geschoven.<br />
21
· Controleer, door aan het wiel te trekken, of dit volledig<br />
is vastgekoppeld. Bij een correcte vergrendeling is de<br />
beugelgreep [16] weer volledig in de afsluitplaat [17]<br />
ingeklapt.<br />
· Herhaal alle bovenstaande handelingen voor het monteren<br />
van het e·fix-wiel aan de rechterkant.<br />
Controleert u, voordat u gaat rijden, altijd de<br />
juiste vergrendeling (schakelstand I) van beide<br />
wielen. Onjuiste verbindingen leiden tot een<br />
systeem-stilstand en worden op het display van de<br />
bedieningskast aangeduid (zie hoofdstuk 9.1).<br />
22 21 23 24<br />
2.2<br />
Afnemen van de wielen<br />
Voor transportdoeleinden kunnen de e·fix-wielen worden<br />
afgenomen en kan de rolstoel worden opgevouwen.<br />
· Draai, voor zover dit nog niet is geschied, de koppelingsring<br />
[15] van het linker wiel, tegen de klok in, op de schakelstand<br />
"I".<br />
· Druk met uw duim in het midden van de afsluitplaat [17],<br />
waardoor de verzonken halfronde beugelgreep [16] iets naar<br />
buiten springt.<br />
· Klap de beugelgreep [16] volledig uit.<br />
· Til de rolstoel iets op en trek het wiel uit de opname.<br />
· Klap de beugelgreep [16] weer volledig dicht in de afsluitplaat<br />
[17].<br />
· Herhaal alle bovenstaande handelingen voor het e·fix-wiel aan<br />
de rechterkant.<br />
Vermijdt beschadigingen aan de steekassen [21]<br />
van de wielen, met name tijdens transporten.<br />
7
8<br />
3<br />
Accu's<br />
3.1.1<br />
Plaatsen van de accu-pack<br />
De speciaal ontworpen tas voor de accu's wordt standaard<br />
door de leverancier/dealer aan uw rolstoel bevestigd als<br />
het e·fix systeem wordt gemonteerd.<br />
· Plaats de accu-pack [20] zoals op de tekening hiernaast<br />
in de accutas [18] (aansluitbus van de interface wijst<br />
naar voren).<br />
· Sluit de accutas [18] met de klittenbandsluiting [19]. Let<br />
erop dat het klittenband zo dicht mogelijk tegen de<br />
behuizing van de accu-pack aan ligt.<br />
26 b<br />
19<br />
18<br />
20<br />
· Sluit de interface [25] zoals op de tekening aan op de<br />
accu-pack. Let er hierbij op dat de kabels in de uitsparing<br />
[26] liggen.<br />
26 25
3.1.2<br />
Verwijderen van de accu-pack<br />
Het verwijderen van de accu's van de rolstoel is slechts<br />
nodig indien deze bijvoorbeeld voor transportdoeleinden<br />
samengevouwen moet worden. De accutas kan op de rolstoel<br />
blijven en hoeft niet te worden verwijderd.<br />
· Verwijder de interface [25] zoals op de tekening van de<br />
accu-pack.<br />
· Open de klittenbandsluiting [19] van de accutas [18]<br />
volledig en verwijder de accu-pack.<br />
· Zet de accu-pack [20] op een veilige plaats weg.<br />
· Leg de interface [25] in de accutas [a].<br />
25<br />
Gebruik nooit andere dan de door<br />
geleverde, op veiligheid gecontroleerde, accu's.<br />
Het <strong>gebr</strong>uik van andere accu's kan leiden tot<br />
beschadigingen van de elektronica of tot storingen van<br />
de e·fix.<br />
a<br />
9
10<br />
3.2<br />
Opladen van de accu's aan de rolstoel<br />
Na elk langer <strong>gebr</strong>uik van de e·fix moeten de accu's opgeladen<br />
worden. Hiervoor hoeft de accu-pack niet uit de accutas<br />
genomen te worden.<br />
· Open het schuifluikje [27] in de interface.<br />
· Steek de laadstekker van de oplader [28] in de laadbus<br />
[29].<br />
· Steek de netstekker van de oplader in het stopcontact.<br />
· Zet de oplader aan.<br />
25 3<br />
29<br />
27<br />
Opladen van de accu's buiten de rolstoel<br />
Het kan voorkomen dat u de batterijen buiten de rolstoel<br />
wilt opladen. Verwijder hiervoor eerst de accu-pack, zoals<br />
omschreven hoofdstuk 3.1.2. Omdat de interface met<br />
zekeringen dan niet meer is aangesloten, is het <strong>gebr</strong>uik van<br />
de oplaadadapter noodzakelijk.<br />
· Steek de adapter [a] in de aansluitbus [b] van de accupack.<br />
· Steek de stekker [c] van de oplader in de laadbus [d] van<br />
de adapter [a].<br />
· Steek de netstekker van de oplader in het stopcontact.<br />
E<br />
a<br />
d
· Zet de oplader aan.<br />
Let er steeds op de batterijen na elk langdurig <strong>gebr</strong>uik van<br />
de e·fix opnieuw op te laden. Indien de e·fix niet <strong>gebr</strong>uikt<br />
wordt, moeten de batterijen altijd op het laadtoestel<br />
aangesloten blijven. Als de batterijen volledig opgeladen<br />
zijn, gaat het -laadtoestel automatisch over tot het<br />
ladingsbehoud. Een overlading resp. beschadiging van de<br />
batterijen is daarom uitgesloten.<br />
3.3<br />
Algemene informatie over de <strong>gebr</strong>uikte accu's<br />
De accu's van uw e·fix zijn onderhoudsvrij en oplaadbaar.<br />
De levensduur hangt feitelijk af van het aantal ladings-<br />
/ontladingscycli. Door de accu's altijd voldoende na te laden<br />
verhoogd u de levensduur. De in de e·fix ingebouwde<br />
elektronica bewaakt continu de laadtoestand van de accu's<br />
en voorkomt, bij correct <strong>gebr</strong>uik, diepontladingen.<br />
· Vermijd het volledig ontladen van de accu's. Laad de<br />
accu's van de e·fix daarom na iedere deelontlading, dus<br />
na ieder <strong>gebr</strong>uik, weer op.<br />
· Loodaccu's zijn onderhevig aan een zogenoemde<br />
zelfontlading. Daarom moet de accu'pack - bij iedere<br />
gelegenheid - aan de -oplader aangesloten zijn.<br />
Door het automatische oplaadsysteem, dat na het opladen<br />
van de accu's overschakelt op druppelladen, is overladen<br />
van de accu's niet mogelijk.<br />
· Indien loodaccu's voor langere tijd worden opgeslagen<br />
(zonder te laden), neemt de capaciteit af. Na enige<br />
ladings- en ontladingscycli kan de volledige capaciteit<br />
echter weer ter beschikking staan.<br />
· Bij een verkeerde behandeling van de batterij kan<br />
elektrolytische vloeistof uitlopen.<br />
Dat kan leiden tot huidverwondingen of kledijschade.<br />
· Indien huid of ogen in contact komen met de elektrolyt<br />
moet onmiddellijk met zuiver water gespoeld en een arts<br />
geraadpleegd worden.<br />
· Batterij niet verbranden of blootstellen aan vuur.<br />
Dat kan ertoe leiden dat de batterij ontploft.<br />
· Batterij niet kortsluiten.<br />
Een kortsluiting veroorzaakt enorm hoge stromen die de<br />
batterij of het toestel kunnen beschadigen.<br />
· Na de levensduur wordt de batterij door of de<br />
-vakhandelaars voor een vakkundige verwijdering<br />
teruggenomen.<br />
De accu's van uw e·fix kunnen in iedere<br />
positie ontladen en geladen worden. Ze zijn<br />
net zo veilig als droge cel accu's ingeschaald<br />
en door de DOT en IATA toegelaten voor luchttransport.<br />
11
12<br />
4<br />
Bedieningskast<br />
4.1<br />
Vóór in<strong>gebr</strong>uikname<br />
Bij de levering van uw e·fix zijn de verschillende<br />
componenten reeds op de rolstoel gemonteerd. Voor<br />
transportdoeleinden, bijvoorbeeld in uw eigen auto, is het<br />
raadzaam verschillende componenten van de rolstoel af te<br />
halen. Hierdoor wordt meer plaats gewonnen c.q. de beperkte<br />
ruimte in de kofferruimte beter benut.<br />
2<br />
8<br />
4.1.1<br />
Demontage van de bedieningskast<br />
· Zet de e·fix uit met de aan/uit schakelaar [8] - het display<br />
[2] gaat uit.<br />
· Trek de stekker [5] uit de bedieningskast.<br />
· Trek de bedieningskast [1] incl. de verbindingspijp [7]<br />
uit de houder [13].<br />
· Leg de stekker van de bedieningskast in de accutas [18].<br />
· Bewaar de bedieningskast [1] tijdens het transport op<br />
een veilige plaats.<br />
1<br />
5<br />
7<br />
13
De bedieningskast [1] kan ook van de verbindingspijp [7]<br />
worden verwijderd, om via een houder aan de achterkant<br />
van de rolstoel te worden bediend door een begeleider (zie<br />
hoofdstuk 10).<br />
· Houd de het bedieningskast met één hand vast.<br />
· Los en verwijder de vleugelschroef [9].<br />
· Verwijder de bedieningskast van de beugel op de<br />
verbindingspijp [7].<br />
1<br />
7<br />
9<br />
4.1.2<br />
Montage van de bedieningskast<br />
· Neem de stekker van de bedieningskast uit de accutas<br />
[18] en steek hem in de contactdoos [6] van de<br />
bedieningskast.<br />
· Steek de verbindingspijp [7] samen met de bedieningskast<br />
in de houder [13] op de rolstoel. De bedieningskast wordt<br />
automatisch correct uitgelijnd, en vastgehouden door een<br />
magneet.<br />
Indien de bedieningskast voor de besturing door een<br />
begeleider volledig van de verbindingspijp [7] weggenomen<br />
werd:<br />
· Leg de bedieningskast [1] op de beugel op de<br />
verbindingspijp [7].<br />
· Schroef de bedieningskast met de vleugelschroef [9] door<br />
de beugel heen aan de verbindingspijp [7] vast, zoals op<br />
de tekening wordt voorgesteld.<br />
Let daarbij op een positionering die voor de bestuurder<br />
aangenaam is.<br />
13
14<br />
4.2<br />
Druktoetsen en aanduidingen op het display<br />
4.2.1<br />
Aan/uit-toets<br />
Door op de toets [8] te drukken, wordt de e·fix aan- resp.<br />
uitgezet.<br />
Bij het inschakelen vindt een korte systeemcontrole plaats<br />
om het functioneren van alle componenten te controleren.<br />
Tegelijkertijd zijn op het display verschillende symbolen<br />
zichtbaar die verdwijnen na een storingsvrije controle.<br />
8<br />
4<br />
2<br />
30<br />
31<br />
32<br />
4.2.2<br />
Aanduidingen op het display<br />
Na het inschakelen van de e·fix en de automatische<br />
systeemcontrole zijn op het display [2] verschillende<br />
aanduidingen zichtbaar:<br />
· Aan de hand van de balkaanduiding [4] kan de laadtoestand<br />
van de accu's afgelezen worden.<br />
Vijf zwarte balken betekenen "Accu's 100% volledig<br />
opgeladen",<br />
vier zwarte balken betekenen "Accu's 80% opgeladen",<br />
drie zwarte balken betekenen "Accu's 60% opgeladen"enz.<br />
Let erop dat de accu's steeds tijdig worden opgeladen om<br />
de volle actieradius van de e·fix te kunnen <strong>gebr</strong>uiken.<br />
Aanwijzingen voor het opladen van de accu's vindt u in<br />
hoofdstuk 3.2<br />
· De functie Indoor/Outdoor (binnenshuis/buitenshuis)<br />
wordt voortdurend weergegeven door de symbolen "0"<br />
resp. "I" (zie hoofdstuk 4.2.5).<br />
· De verlichting van het display gaat 30 seconden na het<br />
inschakelen van de e·fix uit, maar wordt in geval van een<br />
plotseling optredende foutmelding opnieuw geactiveerd.<br />
· Indien het symbool en de code 14 of 15 aangeduid<br />
worden en een onderbroken toon weerklinkt, zijn de wielen<br />
niet aangekoppeld.<br />
Koppel de wielen aan (zie hoofdstuk 7.3)
· Indien het symbool en de code 4 of 5 aangeduid<br />
worden en een continue toon weerklinkt, bevinden de<br />
wielen zich niet correct in de wielhouders.<br />
Breng de wielen correct in de wielhouders aan de rolstoel<br />
(zie hoofdstuk 2.1)<br />
· Indien de bedieningskast ingeschakeld wordt en de e·fix<br />
niet <strong>gebr</strong>uikt wordt, schakelt hij zich na 1 uur automatisch<br />
uit.<br />
De duur van de zelfuitschakeling kan door uw dealer<br />
volgens uw wensen veranderd worden (zie hoofdstuk<br />
4.2.6).<br />
Indien de systeemcontrole een storing van het<br />
systeem herkent, wordt die storing aangeduid<br />
op het display. Tegelijkertijd weerklinkt een<br />
akoestisch signaal.<br />
Een lijst van alle mogelijke foutmeldingen vindt u in<br />
hoofdstuk 9.1<br />
4.2.3<br />
Draaiknop voor de snelheidsinstelling<br />
Met de draaiknop [30] kan de maximale snelheid traploos<br />
worden ingesteld, die de e·fix bij een volledige uitslag van<br />
de joystick kan bereiken. Het instelbereik ligt tussen 0,6<br />
km/h en 6 km/h.<br />
4.2.4<br />
Claxon<br />
Rolstoel<strong>gebr</strong>uikers die de e·fix voor de eerste<br />
keer <strong>gebr</strong>uiken, raden wij aan te beginnen<br />
met een lage snelheidsinstelling (zie ook<br />
hoofdstuk 6.2).<br />
Om in gevaarlijke situaties de aandacht te trekken, kan de<br />
claxon met de toets [31] worden bediend.<br />
· Indien de toets [31] wordt ingedrukt, weerklinkt een<br />
akoestisch, continu signaal.<br />
· Indien de toets [31] wordt losgelaten, stopt het signaal.<br />
15
16<br />
4.2.5<br />
Druktoets Indoor/Outdoor<br />
Door de toets Indoor/Outdoor [32] in te drukken, staan de<br />
<strong>gebr</strong>uiker 2 parametercombinaties ter beschikking die in de<br />
fabriek werden ingesteld voor binnenshuis of buitenshuis<br />
rijden.<br />
Op het display [2] verschijnt een "I" bij geactiveerde Indoor-<br />
(binnenshuis), een "0" bij geactiveerde Outdoor-<br />
(buitenshuis) functie. Betekenis:<br />
Functie Indoor-instelling Outdoor-instelling<br />
Maximumsnelheid voorwaarts 60% = 3,6 km/h 100% = 6 km/h<br />
Maximumsnelheid achterwaarts 60% van de maximumsnelheid = 2,2 km/h 60% van de maximumsnelheid = 3,6 km/h<br />
Versnellingstijd 2,0 sek. 1,5 sek.<br />
Vertragingstijd 2,0 sek. 1,5 sek.<br />
Draaisnelheid 31 % 28 %<br />
Draaiversnelling /-vertraging 0,31 sek. 0,31 sek.<br />
Zoemer Actief Actief<br />
Parkeerremvertraging<br />
Zelfuitschakelingstijd 1 uur 1 uur<br />
Joystick uitslag 100 % 100 %
4.2.6<br />
Programmeermogelijkheden<br />
De in het vorige hoofdstuk voorgestelde parameters kunnen<br />
als volgt worden aangepast aan de individuele behoeften<br />
van de <strong>gebr</strong>uiker:<br />
· Maximumsnelheid voorwaarts - de maximaal te bereiken<br />
snelheid bij een volledige uitslag van de joystick<br />
· Maximumsnelheid achterwaarts - de maximaal te bereiken<br />
snelheid bij een volledige uitslag van de joystick<br />
· Versnellingstijd - de duur van de versnelling vanuit<br />
stilstand tot de vooringestelde maximumsnelheid<br />
· Vertragingstijd - de duur van het remproces van de<br />
maximumsnelheid tot stilstand<br />
· Draaisnelheid - bepaald de maximumsnelheid tijdens het<br />
beschrijven van een bocht of cirkel<br />
· Draaiversnelling / -vertraging - bepaald de tijd voor het<br />
bereiken van de maximale draaisnelheid<br />
· Zoemer - activering of deactivering van akoestische<br />
signalen zoals het "accu spanning te laag" signaal<br />
· Parkeerrem - bepaald de benodigde tijd voor het aanslaan<br />
van de elektromagnetische parkeerrem<br />
· Zelfuitschakelingstijd - de tijd gedurende welke de e·fix<br />
(zonder te worden <strong>gebr</strong>uikt) bedrijfsklaar blijft zonder<br />
zichzelf uit te schakelen om energie te besparen<br />
· Joystick uitslag - bepaald de noodzakelijke uitslag van<br />
de joystick voor het geven van maximale rijcommando's<br />
· Accucapaciteit - past de accu-indicatie aan bij de <strong>gebr</strong>uikte<br />
accucapaciteit<br />
(af fabriek ingesteld op de meebestelde accu's)<br />
Voor een individuele aanpassing van de functies<br />
kunt u conact opnemen met uw vakhandelaar.<br />
Hij geeft u graag advies en programmeert de<br />
instellingen.<br />
17
18<br />
7<br />
4.3<br />
Joystick<br />
De joystick van de e·fix laat zich, voor wat de functionele<br />
mogelijkheden betreft, het beste vergelijken met een fictieve<br />
combinatie van stuur, versnellingspook en gaspedaal van<br />
een auto.<br />
Dit betekent dat alle besturingscommando's van de<br />
rolstoelrijder met de joystick aan de wielen van de e·fix<br />
worden overgedragen. In zoverre vereist het rijden met<br />
e·fix ook wat gewenning en moet er gedurende de eerste<br />
<strong>gebr</strong>uiksuren uitsluitend met de laagste snelheid worden<br />
gereden.<br />
Sturen (vanuit de inzittende gezien)<br />
De rolstoel rijdt voorwaarts<br />
en rechtuit.<br />
De rolstoel maakt, in<br />
voorwaartse richting rijdend,<br />
een bocht naar rechts<br />
(De radius van de bocht is<br />
afhankelijk van de uitslag<br />
van de joystick).<br />
De rolstoel draait zich om<br />
zijn as naar rechts.<br />
De rolstoel maakt, achteruit<br />
rijdend, een bocht naar links.<br />
(De radius van de bocht is<br />
afhankelijk van de uitslag<br />
van de joystick).
De rolstoel rijdt achterwaarts<br />
en rechtuit.<br />
De rolstoel maakt, achteruit<br />
rijdend, een bocht naar<br />
rechts.<br />
(De radius van de bocht is<br />
afhankelijk van de uitslag<br />
van de joystick).<br />
De rolstoel draait zich om<br />
zijn as naar links.<br />
De rolstoel maakt, vooruit<br />
rijdend, een bocht naar links.<br />
(De radius van de bocht is<br />
afhankelijk van de uitslag<br />
van de joystick)<br />
De centrale stand van de joystick heeft geen functie, dit<br />
betekent dat de wielen stilstaan en gelijktijdig door de<br />
ingebouwde remmen worden geblokkeerd. Bij stijgingen en<br />
afdalingen met hellingspercentages van meer dan 10%<br />
moeten echter de op de rolstoel aanwezige handremmen<br />
worden aangetrokken.<br />
De joystick werkt als het gaspedaal van een auto. Tussen<br />
zijn uitgangspositie (stilstand) en zijn volle uitslag kan de<br />
snelheid individueel gevarieerd worden. De te bereiken<br />
maximale snelheid wordt middels de draaiknop vooraf<br />
ingesteld. (zie hoofdstuk 4.2.3).<br />
Gelieve bij de eerste rijoefeningen de<br />
desbetreffende <strong>aanwijz</strong>ingen van hoofdstuk 6<br />
en 7 in acht te nemen.<br />
19
20<br />
4.4<br />
Verstelmogelijkheden<br />
Indien bij de bestelling aangegeven, wordt bij de montage<br />
van de e·fix ,door uw dealer, de bedieningskast op de vooraf<br />
bepaalde plaats aan<strong>gebr</strong>acht.<br />
Standaard ligt deze positie meestal op gelijke hoogte met<br />
de armlegger en is in verticale richting niet meer instelbaar.<br />
Verstellen in horizontale richting is daarentegen ten allen<br />
tijde mogelijk, daar zo de positionering van de bedieningskast<br />
naar de armlengte van de <strong>gebr</strong>uiker plaatsvindt.<br />
Mocht de verticale positie van de<br />
bedieningskast moeten worden gewijzigd,<br />
neemt u dan contact op met uw vakhandelaar.
4.5<br />
Zwenkarm (als optioneel toebehoren verkrijgbaar)<br />
Om het rijden aan tafelranden te vergemakkelijken, wordt<br />
het aanbrengen van de optioneel verkrijgbare zwenkarm<br />
[12] aanbevolen. Daardoor kan de bedieningskast zijwaarts<br />
wegzwenken.<br />
· Druk op de kap [a] en zwenk het bedieningkast [1] volledig<br />
opzij.<br />
· Voor het terugplaatsen zwenkt u de bedieningskast [1]<br />
opnieuw in de uitgangspositie; de kap [a] wordt daarbij<br />
opgetild en vergrendelt automatisch het zwenkmechanisme.<br />
· Indien de zwenkarm, bijvoorbeeld voor transportdoeleinden,<br />
samen met de bedieningskast verwijderd wordt, kunt u<br />
hem volledig uit de houder [11] nemen<br />
· Door de vleugelschroef [10] een weinig los te zetten,<br />
kunt u het bedieningstoestel op de zwenkarm een beetje<br />
verdraaien resp. verschuiven<br />
· Span de vleugelschroef [10] opnieuw goed aan nadat u<br />
de optimale positie gevonden heeft<br />
4.5.1<br />
Verwijderen van de bedieningskast van de zwenkarm<br />
· Houd de bedieningskast met één hand vast.<br />
· Los de vleugelschroef [9].<br />
· Neem de bedieningskast van de zwenkarm.<br />
a 12 1 10<br />
4.5.2<br />
Aanbrengen van de bedieningskast op de zwenkarm<br />
· Leg de bedieningskast [1] op de borgplaat [10].<br />
· Schroef de bedieningskast met de vleugelschroef [9] door<br />
de borgplaat [10] heen vast, zoals op de tekening wordt<br />
voorgesteld.<br />
De zwenkarm kan op bijna alle rolstoelen<br />
worden gemonteerd. Voor meer inlichtingen<br />
kunt u contact opnemen met de vakhandelaar<br />
of de importeur.<br />
9<br />
21
22<br />
5<br />
Anti-kiepsteunen<br />
(optioneel leverbaar)<br />
Daar veel rolstoelen reeds met anti-kiepsteunen worden<br />
uitgerust, worden -anti-kiepsteunen slechts als<br />
optioneel leverbaar accessoire aangeboden.<br />
Voor zover de aan u geleverde e·fix ook anti-kiepsteunen<br />
bevat, zijn deze bij montage al afgesteld.<br />
· Verwijder de vergrendelingsstiften [b] uit de opnamevorken<br />
van de houders [a] door met de duim op de ontgrendeling<br />
in het midden van de stift te drukken en de stift<br />
tegelijkertijd met wijs- en middelvinger uit de vork te<br />
trekken.<br />
· Schuif de anti-kiepsteunen [c] in de opnamevorken van<br />
de houders [a]<br />
(anti-kiepsteunen zijn gemarkeerd met "L" voor montage<br />
aan de linkerkant en "R" voor montage aan de rechterkant<br />
van de rolstoel).<br />
a<br />
b<br />
b<br />
· Vergrendel de houders [a] met de vergrendelingsstiften<br />
[b]. Druk hiertoe met uw duim op de ontgrendeling in<br />
het midden van de stift en schuif deze volledig tot de<br />
aanslag in de houders.<br />
· Controleer of de stiften [b] in de opnamevorken vergrendeld<br />
zitten. Ze mogen, zonder de ontgrendeling in te drukken,<br />
niet meer verwijderd kunnen worden.<br />
· Het verwijderen van de anti-kiepsteunen geschiedt in<br />
omgekeerde volgorde.<br />
a<br />
b<br />
c<br />
a<br />
b<br />
c
De CE-conformiteit van de e·fix is alleen geldig in samenhang<br />
met anti-kiepsteunen. Verder moeten de volgende punten<br />
in acht worden genomen.<br />
· Montage, reparaties of andere werkzaamheden mogen<br />
alleen door Ulrich Alber GmbH of geautoriseerd vakkundig<br />
personeel uitgevoerd worden.<br />
· De pendelsteunen moeten hoog worden afgesteld, zodat<br />
ze op horizontale ondergrond vrij kunnen doorzwenken.<br />
· De <strong>gebr</strong>uiker wordt in het bijzonder op de volgende punten<br />
gewezen:<br />
a) De pendelsteunen moeten vrij kunnen bewegen.<br />
b) Bij het nemen van hindernissen die hoger zijn dan<br />
40mm en smaller dan de stoeprand, moet men<br />
voorzichtigheid in acht nemen.<br />
c) De kritische hindernishoogte van de rolstoel moet bij<br />
iedere, met e·fix uitgeruste, rolstoel incl. de <strong>gebr</strong>uiker<br />
worden getest.<br />
d) De kiepgrens over de achteras moet bij iedere, met<br />
e·fix uitgeruste, rolstoel incl. de <strong>gebr</strong>uiker worden getest.<br />
De kritische kiepgrens is het punt waarbij de rolstoel in<br />
gekantelde/gekiepte toestand naar achteren valt.<br />
Bij rijden met e·fix zonder gemonteerde antikiepsteunen<br />
vervalt iedere aansprakelijkheid<br />
van de fabrikant en de importeur.<br />
23
24<br />
6<br />
In<strong>gebr</strong>uikname<br />
6.1<br />
Veiligheid van de <strong>gebr</strong>uiker<br />
Veiligheid en gezondheid van de <strong>gebr</strong>uiker staan voorop.<br />
Daarom is het beslist noodzakelijk eerst de rijeigenschappen<br />
van de e·fix te leren kennen. Uw dealer ondersteunt u<br />
hierbij met de <strong>gebr</strong>uiksinstructies.<br />
6.2<br />
De eerste rijoefeningen<br />
Indien mogelijk zouden deze niet in krappe ruimtes plaats<br />
moeten vinden, aangezien de nog ongeoefende berijder<br />
maar al te gemakkelijk tegen meubels of andere<br />
inrichtingsobjecten op kan botsen. Oefent u daarom bij<br />
voorkeur buitenshuis, bijvoorbeeld op een parkeerplaats,<br />
woonerf, speelplein etc.<br />
· Begin met de e·fix op de laagste snelheid (instelling zie<br />
hoofdstuk 4.2) en leer daarbij het rijgedrag kennen.<br />
· Stel voor uzelf kleine rijopdrachten op en oefen deze<br />
consequent met een zelfontworpen trainingsprogramma.<br />
· Goed rijden kan niet worden afgedwongen, maar volgt<br />
automatisch na een bepaalde training.<br />
· De rijtraining resulteert al in korte tijd in steeds zekerder<br />
bewegingen met de joystick., waardoor u steeds preciezer<br />
kunt rijden.<br />
· Verhoog de snelheid slechts met kleine stappen, waarbij<br />
tijdens het binnenshuis rijden altijd een lage<br />
snelheidsinstelling wordt aanbevolen.<br />
6.3<br />
Tips voor het rijden met de e·fix<br />
· Druk de joystick bij het optrekken nooit tot de aanslag<br />
door. In het bijzonder bij maximaal ingestelde snelheid<br />
kan dit tot voor de berijder oncontroleerbare bewegingen<br />
van de rolstoel leiden. (Gevaar voor ongelukken).<br />
· Beweeg de joystick rustig en niet plotseling.<br />
· Vermijd plotselinge maximale uitslagen van de joystick,<br />
in het bijzonder bij uitwijkmanoeuvres in mogelijk gevaarlijke<br />
situaties. Rem de e·fix uit voorzorg tot stilstand af.<br />
· Na het loslaten van de joystick wordt uw rolstoel rustig<br />
afgeremd. Mocht een noodstop (onmiddellijke stilstand)<br />
noodzakelijk zijn, druk de joystick dan kort tegenovergesteld<br />
aan de rijrichting en laat hem dan plotseling los.<br />
· Rem de e·fix uitsluitend met de joystickbesturing af;<br />
grijp daarbij nooit "ter ondersteuning" naar de hoepels<br />
op de wielen.<br />
· Rij nooit parallel aan steile berghellingen en dergelijke.
Een eventuele onbedoelde verplaatsing van het zwaartepunt<br />
zou het zijwaarts omkiepen van de rolstoel tot gevolg<br />
kunnen hebben.<br />
· Geef wat tegenstuur bij het rijden op aflopende stoepen<br />
e.d..<br />
· Rij nooit parallel over kleinere hindernissen zoals<br />
stoepranden, maar haaks op de betreffende hindernis. Dit<br />
houdt in dat beide wielen de hindernis gelijktijdig passeren<br />
en niet één voor één onder een hoek. Gebruik slechts een<br />
lage, aan de hindernis aangepaste, snelheid.<br />
· Controleer regelmatig of de voorwielen haaks op de bodem<br />
zijn uitgelijnd en of deze de juiste bandenspanning<br />
hebben. Beide zaken beïnvloeden het rijgedrag en de<br />
reikwijdte van de e·fix.<br />
· Rij nooit zonder anti-kiepsteunen en demonteer deze<br />
uitsluitend voor het nemen van grote hindernissen. Hierbij<br />
moet u door een begeleidende persoon worden geholpen,<br />
daar er een verhoogd gevaar voor omkiepen bestaat.<br />
· Tijdens het rijden op de openbare weg dienen de<br />
verkeersregels in acht te worden genomen. Indien in het<br />
verkeersreglement aanvullende voorzieningen aan uw<br />
rolstoel zijn voorgeschreven, dient deze hiervan te zijn<br />
voorzien.<br />
Aanwijzing Het rij- en remgedrag van uw<br />
rolstoel wordt mede door de beide voorwielen<br />
bepaald. Let u er daarom op dat de assen<br />
haaks op de bodem zijn uitgelijnd en dat beide banden<br />
dezelfde bandenspanning hebben.<br />
25
26<br />
6.4<br />
Gevaarlijke situaties<br />
Op gevaarlijke plaatsen is het <strong>gebr</strong>uik van de e-fix niet<br />
toegestaan.<br />
Typische gevaarlijke plaatsen zijn:<br />
· Kademuren, landings- en aanlegplaatsen, wegen en pleinen<br />
aan het water, onbeveiligde bruggen en dijken<br />
· smalle wegen, hellingen zoals bijvoorbeeld. opritten<br />
oprijgoten, smalle wegen op een helling, bergtrajecten<br />
· het oversteken van hoofdverkeerswegen, kruisingen,<br />
spoorwegovergangen<br />
· smalle en/of aflopende wegen aan hoofdverkeerswegen<br />
of in de nabijheid van afgronden<br />
· ondergesneeuwde of met ijzel bedekte weggedeelten.<br />
Stijgingen en afdalingen dienen in het kader<br />
van de door de betreffende rolstoelfabrikant<br />
aangegeven <strong>aanwijz</strong>ingen te worden bereden.<br />
Bij steile afdalingen en bij het oversteken van<br />
hoofdverkeerswegen, kruisingen en spoorwegovergangen<br />
dient er, voor de zekerheid, minstens één begeleidende<br />
persoon betrokken te zijn.<br />
7<br />
Het rijden<br />
7.1<br />
Rijden met de handbewogen rolstoelwielen<br />
In hoofdstuk 2 werd reeds beschreven hoe de e·fix-wielen<br />
aan uw rolstoel aan<strong>gebr</strong>acht resp. van uw rolstoel verwijderd<br />
worden. U kunt er hiermee voor kiezen, naast de<br />
elektromotorisch aangedreven e·fix-wielen, ook de<br />
conventionele handbewogen wielen van uw rolstoel te<br />
<strong>gebr</strong>uiken.<br />
7.2<br />
Rijden met e·fix-wielen in handbewogen stand<br />
e·fix-wielen bieden naast de elektromotorische aandrijving<br />
ook de mogelijkheid op handbewogen aandrijving over te<br />
schakelen.(alleen tijdens stilstand).<br />
· Draai de koppelingsringen [15] op de e·fix-wielen op<br />
schakelstand "0" - de mechanische overbrenging in het<br />
wiel wordt ontkoppeld.<br />
· Om de elektromotorische aandrijving weer in te schakelen<br />
draait u de koppelingsringen [15] weer op stand "I".
7.3<br />
Rijden met e·fix-wielen in de elektrische aandrijfstand<br />
Hiervoor is het noodzakelijk de overbrengingen in de wielen<br />
aan te koppelen.<br />
· Draai de koppelingsringen [15] op de e·fix-wielen op<br />
schakelstand "I".<br />
· Beweeg de rolstoel dmv de aandrijfhoepels iets naar voren<br />
of achteren, om de wielen geheel te laten vergrendelen.<br />
Hierbij is een duidelijke klik te horen; de wielen kunnen<br />
na het aankoppelen niet meer met de hand worden<br />
aangedreven.<br />
· Neem uw e·fix, zoals, in hoofdstuk 4.2 en verder<br />
beschreven, in <strong>gebr</strong>uik. Mocht u per abuis proberen de<br />
elektrische aandrijving te <strong>gebr</strong>uiken met ontkoppelde<br />
wielen, dan krijgt u via het display van de bedieningskast<br />
een waarschuwing. De e·fix kan dan niet in <strong>gebr</strong>uik worden<br />
genomen (zie hoofdstuk 9.1)<br />
Let u erop dat bij handbewogen <strong>gebr</strong>uik van<br />
de rolstoel de hand/parkeerremmen [14] op<br />
de wielen worden afgesteld. Standaard worden<br />
deze remmen op de e-fix wielen afgesteld !<br />
7.4<br />
Bereik/Actieradius<br />
Voor iedere <strong>gebr</strong>uiker van de e·fix is de meest interessante<br />
vraag, die naar de reikwijdte van het systeem.<br />
In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat deze, met de<br />
standaard geleverde accu-pack (12Ah) ongeveer 15 km zal<br />
bedragen, met de accu-pack met 17 Ah accu's wordt dit<br />
ongeveer 22 km. Dit zijn ideale waarden die betrekking<br />
hebben op een vlakke vaste ondergrond.<br />
Hierop kunnen afwijkingen optreden op grond van topografische<br />
omstandigheden, de omgevingstemperatuur, ondergrond,<br />
bandenspanning van de voorwielen, de framegeometrie en<br />
het gewicht van de rolstoel, net zoals het gewicht van de<br />
<strong>gebr</strong>uiker.<br />
7.5<br />
Transport<br />
In tegenstelling tot andere elektromotorisch aangedreven<br />
rolstoelaandrijvingen, blijven de transportmogelijkheden<br />
van uw rolstoel met e·fix , zoals bijvoorbeeld de<br />
opvouwbaarheid, volledig behouden.<br />
· Verwijder de bedieningskast van de rolstoel (zie hoofdstuk<br />
4.1.1).<br />
· Verwijder de accu's (zie hoofdstuk 3.1.2).<br />
· Verwijder de wielen (zie hoofdstuk 2.2).<br />
· Vouw uw rolstoel op en berg deze samen met alle losse<br />
componenten op.<br />
· Het samenbouwen na het transport geschiedt in omgekeerde<br />
volgorde.<br />
27
28<br />
8<br />
Reiniging, onderhoud en verwerking<br />
8.1<br />
Reinigen<br />
Bedieningskast, wielen en accu's mogen slechts met een<br />
licht vochtige doek (niet nat) worden gereinigd. Gebruik<br />
hierbij uitsluitend in met water verdunde huishoudelijke<br />
reinigingsmiddelen - in geen geval wasbenzine e.d..<br />
Spuit ook de wielen in geen geval met een tuinslang af.<br />
8.2<br />
Onderhoud<br />
Uw e·fix is bij normaal <strong>gebr</strong>uik een uiterst onderhoudsarm<br />
apparaat. Alle aanbouwdelen moeten echter steeds weer op<br />
een goede bevestiging worden gecontroleerd.<br />
Uit veiligheidsoverwegingen zou om de twee jaar een<br />
servicebeurt moeten worden doorgevoerd. Ook als er geen<br />
uiterlijke beschadigingen of functiestoringen vallen waar<br />
te nemen.<br />
Wendt u zich voor service en onderhoudswerkzaamheden<br />
tot uw vakhandelaar.<br />
8.3<br />
Verwerking en recycling<br />
De e·fix en zijn optionele accessoires zijn duurzame<br />
producten.<br />
Aan het einde van hun levensduur dienen de e·fix en zijn<br />
accessoires door uw dealer te worden opgehaald en op<br />
milieutechnisch verantwoorde wijze te worden verwerkt.<br />
De firma kan zorgdragen voor een juiste recycling.<br />
9<br />
Snelle hulp bij storingen<br />
In geval van systeemfouten worden op het display<br />
verschillende foutcodes aangeduid. De meest voorkomende<br />
storingen zijn te wijten aan bedieningsfouten. In geval van<br />
een kortstondige storing kan het nodig zijn een zekering<br />
te vervangen.<br />
Zwaarwegende storingen die een volledige uitval van de<br />
e·fix tot gevolg hebben, moeten in de fabriek hersteld<br />
worden. Neem daarvoor contact op met uw vakhandelaar.
9.1<br />
Foutmeldingen op het display<br />
Code Signaaltoon Oorzaak Remedie<br />
4 (! Brandt) Continue toon Communicatie linker wiel - Linkerwiel correct in de wielopname steken<br />
- 25 A zekering defect<br />
- Linkerwiel defect<br />
5 (! Brandt) Continue toon Communicatie rechter wiel - Rechterwiel correct in de wielopname steken<br />
- Rechterwiel defect<br />
7 (! Brandt) Continue toon Accuspanning Accu's opladen<br />
14 (! Knippert) Onderbroken toon Linker wiel ontkoppeld Linkerwiel aankoppelen<br />
15 (! Knippert) Onderbroken toon Rechter wiel ontkoppeld Rechterwiel aankoppelen<br />
16 (! Knippert) Onderbroken toon Linker wiel oververhit Linkerwiel laten afkoelen<br />
(letten op bedrijfstemperatuur)<br />
16 (! Brandt) Continue toon Linker wiel buiten bedrijfstemperatuur Letten op bedrijfstemperatuur, wiel op<br />
bedrijfstemperatuur brengen<br />
17 (! Knippert) Onderbroken toon Rechterwiel oververhit Rechterwiel laten afkoelen<br />
(letten op bedrijfstemperatuur)<br />
17 (! Brandt) Continue toon Rechterwiel buiten bedrijfstemperatuur Letten op bedrijfstemperatuur, wiel op<br />
bedrijfstemperatuur brengen<br />
18 (! Brandt) Continue toon Linker wiel overbelast Systeem uit- en opnieuw aanzetten<br />
19 (! Brandt) Continue toon Rechter wiel overbelast Systeem uit- en opnieuw aanzetten<br />
Indien een fout op die manier niet opgelost kan worden of indien een andere foutcode aangeduid wordt, gelieve<br />
dan contact met uw vakhandelaar op te nemen.<br />
29
30<br />
9.2<br />
Vervanging van zekeringen in de accu-pack<br />
Bij een overbelasting van afzonderlijke e·fix-componenten<br />
is het in sommige gevallen noodzakelijk de zekeringen in<br />
de accu-pack te vervangen. De accu-pack hoeft daarvoor<br />
niet van de rolstoel verwijderd te worden.<br />
· Haal om veiligheidsredenen de interface los van de accupack<br />
(zie hoofdstuk 3.1.2)<br />
· Open het schuifluikje [27] van de interface [25]<br />
· Trek de defecte zekering (25 A of 3 A ) uit de houder.<br />
· Steek een nieuwe zekering in de houder.<br />
· Sluit het schuifluikje [27].<br />
· Sluit de interface opnieuw aan op de accu-pack (zie<br />
hoofdstuk 3.1.1).<br />
· Start de e·fix opnieuw.<br />
Zekeringen reageren uiterst gevoelig op<br />
elektrische storingen. Meermaals vervangen<br />
van de zekeringen kan daarom het gevolg zijn<br />
van de storing van een e·fix-component.<br />
Neem in zulke gevallen contact op met uw vakhandelaar.<br />
25 27<br />
25 3<br />
10<br />
Bedieningskasthouder voor begeleiders<br />
(als optioneel toebehoren verkrijgbaar)<br />
De e·fix kan zowel door de rolstoel<strong>gebr</strong>uiker zelf als door<br />
een begeleider bediend worden. Daartoe is enkel de<br />
verplaatsing van de bedieningskast naar een<br />
bedieningsconsole op een rolstoelduwhandvat noodzakelijk.<br />
Die console behoort niet tot het standaard leveringspakket,<br />
maar kan altijd achteraf aan<strong>gebr</strong>acht worden.<br />
· Indien de e·fix aan staat, moet u het systeem eerst door<br />
het indrukken van de aan/uit-schakelaar op de<br />
bedieningskast uitzetten (zie hoofdstuk 4.2.1).<br />
· Trek voorzichtig de stekker [5] uit de contactdoos [6] van<br />
de bedieningskast (zie hoofdstuk 4.1.1).<br />
· Neem de bedieningskast volledig van de verbindingspijp<br />
[7] (zie hoofdstuk 4.1.1)
· Leg de bedieningskast [1] op de borgplaat [10] van de<br />
bedieningsconsole<br />
· Schroef de bedieningskast met de vleugelschroef [9] door<br />
de borgplaat [10] heen vast, zoals op de tekening wordt<br />
weergegeven.<br />
· Steek de stekker [5] opnieuw in de contactdoos [6] van<br />
de bedieningskast om de elektrische verbinding tot stand<br />
te brengen. Uw e·fix is nu opnieuw bedrijfsklaar..<br />
c 10<br />
9<br />
Instelmogelijkheden<br />
De op de rolstoel aan<strong>gebr</strong>achte houder biedt een begeleider<br />
extra instelmogelijkheden:<br />
· De afstand van de stuurkast tot het duwhandvat van de<br />
rolstoel kan door het lossen van de zeskantmoeren [c]<br />
een beetje vergroot of verkleind worden.<br />
(Gebruik twee steeksleutels met sleutelbreedte 17mm)<br />
· Door het lossen van de spanner [d] kan de houder samen<br />
met de bedieningskast weggenomen worden.<br />
31
32<br />
11<br />
Garantie en aansprakelijkheid<br />
11.1<br />
Garantie<br />
De garantieperiode voor de e·fix bedraagt 12 maanden (voor<br />
accu's 6 maanden) vanaf aankoopdatum en beperkt zich tot<br />
materiaal- en constructiefouten.<br />
Van garantie zijn uitgesloten:<br />
· onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn<br />
· schades die door ondeskundig <strong>gebr</strong>uik zijn ontstaan<br />
· beschadigingen door geweld<br />
· niet toegelaten veranderingen aan het apparaat of de<br />
accessoires<br />
11.2<br />
Aansprakelijkheid<br />
Ulrich Alber GmbH is als fabrikant van de e·fix voor diens<br />
veiligheid niet verantwoordelijk, indien:<br />
· met de e·fix zonder anti-kiepsteunen wordt gereden<br />
· de e·fix ondeskundig wordt <strong>gebr</strong>uikt en onderhouden.<br />
· de e·fix niet om de 2 jaar door een geautoriseerde<br />
vakhandelaar of door Ulrich Alber GmbH wordt onderhouden.<br />
· de e·fix niet volgens de <strong>aanwijz</strong>ingen in deze<br />
<strong>gebr</strong>uikshandleiding in <strong>gebr</strong>uik wordt genomen.<br />
· reparaties of andere werkzaamheden door nietgeauthoriseerde<br />
personen worden uitgevoerd.<br />
· vreemde delen worden aangebouwd of met de e·fix worden<br />
verbonden.<br />
· delen van de e·fix worden verwijderd of omgebouwd.
12<br />
Trefwoordenlijst<br />
A<br />
Aan/Uit-toets 14<br />
Aansprakelijkheid 32<br />
Accu's 10<br />
Accu-tas 8<br />
Afnemen van de wielen 7<br />
Afsluitplaat 6<br />
Anti-kiepsteunen 22<br />
B<br />
Bedieningskast 12<br />
Bereik 27<br />
Beugelgreep 6<br />
Bevestigen van de wielen 6<br />
C<br />
Claxon 15<br />
D<br />
Demontage van de bedieningskast 12<br />
Draaiblokkering-stekker 6<br />
Draaiknop voor snelheidsinstelling 15<br />
Druktoetsen en aanduidingen op het display 14<br />
F<br />
Foutmeldingen op het display 29<br />
G<br />
Garantie 32<br />
Gevaarlijke situaties 26<br />
I<br />
Indoor/Outdoor 16<br />
In<strong>gebr</strong>uikname 24<br />
J<br />
Joystick 18<br />
K<br />
Koppelingsring 6<br />
L<br />
Leveringspakket 4<br />
M<br />
Montage van de bedieningskast 12<br />
O<br />
Onderhoud 28<br />
Opladen van de accu's 9<br />
33
34<br />
P<br />
Plaatsen van de accu-pack 8<br />
Programmeermogelijkheden 17<br />
R<br />
Reiniging 28<br />
Rijden met de handbewogen rolstoelwielen 26<br />
S<br />
Snelheid 15<br />
Steekas 6<br />
Storingen 28<br />
Sturen 18<br />
Systeemcontrole 14<br />
T<br />
Technische gegevens 5<br />
Tips voor het rijden met de e·fix 24<br />
Transport 27<br />
V<br />
Veiligheid van de <strong>gebr</strong>uiker 24<br />
Veiligheids<strong>aanwijz</strong>ingen 3<br />
Verstelmogelijkheden 20<br />
Vervangen van zekeringen op de accu-pack 30<br />
Verwijderen van de accu-pack 9<br />
Z<br />
Zwenkarm 21