Rechtspersonen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
a. alle oprichters hebben besloten af te zien van de opstelling van de deskundigenverklaring;<br />
b. een of meer rechtspersonen op wier jaarrekening titel 9 van toepassing is, of die krachtens de<br />
toepasselijke wet voldoen aan de eisen van de vierde richtlijn van de Raad van de Europese<br />
Gemeenschappen inzake het vennootschapsrecht, nemen alle uit te geven aandelen tegen<br />
inbreng anders dan in geld;<br />
c. elke inbrengende rechtspersoon beschikt ten tijde van de inbreng over niet uitkeerbare<br />
reserves, voor zover nodig door het bestuur hiertoe afgezonderd uit de uitkeerbare reserves, ter<br />
grootte van het nominale bedrag der door de rechtspersoon genomen aandelen;<br />
d. elke inbrengende rechtspersoon verklaart dat hij een bedrag van ten minste de nominale<br />
waarde der door hem genomen aandelen ter beschikking zal stellen voor de voldoening van<br />
schulden van de vennootschap aan derden, die ontstaan in het tijdvak tussen de plaatsing van<br />
de aandelen en een jaar nadat de vastgestelde jaarrekening van de vennootschap over het<br />
boekjaar van de inbreng is neergelegd ten kantore van het handelsregister, voor zover de<br />
vennootschap deze niet kan voldoen en de schuldeisers hun vordering binnen twee jaren na<br />
deze nederlegging schriftelijk aan een van de inbrengende rechtspersonen hebben opgegeven;<br />
e. elke inbrengende rechtspersoon heeft zijn laatste vastgestelde balans met toelichting, met de<br />
accountantsverklaring daarbij, neergelegd ten kantore van het handelsregister en sedert de<br />
balansdatum zijn nog geen achttien maanden verstreken;<br />
f. elke inbrengende rechtspersoon zondert een reserve af ter grootte van het nominale bedrag der<br />
door hem genomen aandelen en kan dit doen uit reserves waarvan de aard dit niet belet;<br />
g. de vennootschap doet ten kantore van het handelsregister opgave van het onder a bedoelde<br />
besluit en elke inbrengende rechtspersoon doet aan hetzelfde kantoor opgave van zijn onder d<br />
vermelde verklaring.<br />
7. Indien het vorige lid is toegepast, mag een inbrengende rechtspersoon zijn tegen de inbreng<br />
genomen aandelen niet vervreemden in het tijdvak, genoemd in dat lid onder d, en moet hij de<br />
reserve, genoemd in dat lid onder f aanhouden tot twee jaar na dat tijdvak. Nadien moet de reserve<br />
worden aangehouden tot het bedrag van de nog openstaande opgegeven vorderingen als bedoeld<br />
in het vorige lid onder d. De oorspronkelijke reserve wordt verminderd met betalingen op de<br />
opgegeven vorderingen.<br />
8. De inbrengende rechtspersoon en alle in lid 6 onder d bedoelde schuldeisers kunnen de<br />
kantonrechter van de woonplaats van de vennootschap verzoeken, een bewind over de<br />
vorderingen in te stellen, strekkende tot hun voldoening daarvan uit de krachtens lid 6 onder d ter<br />
beschikking gestelde bedragen. Voor zover nodig, zijn de bepalingen van de Faillissementswet<br />
omtrent de verificatie van vorderingen en de vereffening van overeenkomstige toepassing. Een<br />
schuldeiser kan zijn vordering niet met een schuld aan een inbrengende rechtspersoon verrekenen.<br />
Over de vorderingen kan slechts onder de last van het bewind worden beschikt en zij kunnen<br />
slechts onder die last worden uitgewonnen, behalve voor schulden die voortspruiten uit handelingen<br />
welke door de bewindvoerder in zijn hoedanigheid zijn verricht. De kantonrechter regelt de<br />
bevoegdheden en de beloning van de bewindvoerder; hij kan zijn beschikking te allen tijde wijzigen.<br />
Artikel 94b<br />
1. Indien na de oprichting inbreng op aandelen anders dan in geld wordt overeengekomen, maakt de<br />
vennootschap overeenkomstig artikel 94a lid 1 een beschrijving op van hetgeen wordt ingebracht.<br />
De beschrijving heeft betrekking op de toestand op een dag die niet eerder dan zes maanden ligt<br />
voor de dag waarop de aandelen worden genomen dan wel waartegen een bijstorting is<br />
uitgeschreven of waarop zij is overeengekomen. De bestuurders ondertekenen de beschrijving;<br />
ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden<br />
melding gemaakt.<br />
2. Artikel 94a lid 2 is van overeenkomstige toepassing.<br />
3. In de in artikel 94a lid 3, onderdeel a, b en c, bedoelde gevallen kan het bestuur besluiten dat wordt<br />
afgezien van de opstelling van de beschrijving en de accountantsverklaring. Is voor de inbreng<br />
bekend dat zich omstandigheden als bedoeld in artikel 94a lid 4, eerste zin, hebben voorgedaan,<br />
dan is het bestuur verplicht om alsnog een beschrijving op te maken waarover een<br />
accountantsverklaring als bedoeld in artikel 94a lid 2 wordt afgelegd.