Rechtspersonen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
van de groep worden volstaan. De aanbeveling en de voordracht worden met redenen omkleed.<br />
Artikel 58<br />
1. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn<br />
met ten hoogste vijf maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere<br />
omstandigheden, maakt het bestuur een jaarrekening op en legt het deze voor de leden ter inzage<br />
ten kantore van de rechtspersoon. Binnen deze termijn legt het bestuur ook het jaarverslag ter<br />
inzage voor de leden, tenzij de artikelen 396 lid 7, of 403 voor de rechtspersoon gelden. De<br />
jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering die het bestuur uiterlijk een maand<br />
na afloop van de termijn doet houden. Artikel 48 lid 2 is van overeenkomstige toepassing.<br />
Vaststelling van de jaarrekening strekt niet tot kwijting aan een bestuurder onderscheidenlijk<br />
commissaris.<br />
2. De opgemaakte jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurders en door de commissarissen;<br />
ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden<br />
melding gemaakt.<br />
3. De rechtspersoon zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag en de krachtens artikel<br />
392 lid 1 toe te voegen gegevens vanaf de oproep voor de algemene vergadering, bestemd tot<br />
behandeling van de jaarrekening, te zijnen kantore aanwezig zijn. De leden kunnen de stukken<br />
aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen.<br />
4. Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd<br />
voor zover de wet dat toestaat.<br />
5. Onze Minister van Economische Zaken kan desverzocht om gewichtige redenen ontheffing<br />
verlenen van de verplichting tot het opmaken, het overleggen en het vaststellen van de<br />
jaarrekening. Afdeling 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op deze<br />
verzoeken tot ontheffing.<br />
Artikel 59<br />
1. Coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen zijn niet bevoegd door een besluit wijzigingen<br />
in de met haar leden in de uitoefening van haar bedrijf aangegane overeenkomsten aan te brengen,<br />
tenzij zij zich deze bevoegdheid in de overeenkomst op duidelijke wijze hebben voorbehouden. Een<br />
verwijzing naar statuten, reglementen, algemene voorwaarden of dergelijke, is daartoe niet<br />
voldoende.<br />
2. Op een wijziging als in het vorige lid bedoeld kan de rechtspersoon zich tegenover een lid slechts<br />
beroepen indien de wijziging schriftelijk aan het lid was medegedeeld.<br />
Artikel 60<br />
Voor de coöperatie geldt voorts dat, met behoud der vrijheid van uittreding uit de coöperatie, daaraan bij<br />
de statuten voorwaarden, in overeenstemming met haar doel en strekking, kunnen worden verbonden.<br />
Een voorwaarde welke verder gaat dan geoorloofd is, wordt in zoverre voor niet geschreven gehouden.<br />
Artikel 61<br />
Voor een coöperatie, die in haar statuten niet iedere verplichting van haar leden of oud-leden om in een<br />
tekort bij te dragen heeft uitgesloten, gelden bovendien de volgende bepalingen:<br />
a. Het lidmaatschap wordt schriftelijk aangevraagd. Aan de aanvrager wordt eveneens schriftelijk<br />
bericht, dat hij als lid is toegelaten of geweigerd. Wanneer hij is toegelaten, wordt hem tevens<br />
medegedeeld onder welk nummer hij als lid in de administratie der coöperatie is ingeschreven.<br />
Niettemin behoeft, ten bewijze van de verkrijging van het lidmaatschap, van een schriftelijke<br />
aanvrage en een schriftelijk bericht als hiervoor bedoeld, niet te blijken.<br />
b. De geschriften, waarbij het lidmaatschap wordt aangevraagd, worden gedurende ten minste tien<br />
jaren door het bestuur bewaard. Echter behoeven de hierbedoelde geschriften niet te worden